Tumgik
innovatietrends · 3 years
Text
Tumblr media
Lees mijn artikel hier: https://innovatietrends.tumblr.com/post/673707886034157568/hoe-de-metaverse-ook-de-cultuursector-zal
0 notes
innovatietrends · 3 years
Text
Hoe de Metaverse ook de cultuursector zal veranderen
Met de aankondiging van Mark Zuckerberg’s Metaverse en de definitieve doorbraak van cryptomunten, lijkt onze samenleving voorgoed te veranderen. De cultuursector staat hier natuurlijk niet los van. In dit artikel bespreken we de invloed van de Metaverse op twee subsectoren; mode en street art.
Tumblr media
Wat is de Metaverse?
De Metaverse werd breed geïntroduceerd door de oprichter van Facebook, Mark Zuckerberg, en is de volgende stap in digitale connectie. De aankondiging ging ook gepaard met een naamswijziging. Alle producten van Facebook (Facebook, Instagram, Whatsapp en Messenger) heten vanaf nu “Meta”. Toch wil Meta, en het daaraan gekoppelde Metaverse, zichzelf als bedrijf overstijgen.
Het idee achter de Metaverse is om alle digitale toepassingen met elkaar te verbinden in één universum. Het gaat hierbij niet alleen om Facebook, maar om alle toepassingen waar je als gebruiker dagelijks mee in contact komt. Denk daarbij aan het werken op je laptop, het regelen van je slimme thermostaat of contactloos betalen. In de Metaverse zijn deze allemaal verbonden met elkaar.
Maar de Metaverse gaat verder. Het gaat daarbij niet alleen om het samenbrengen van alle digitale toepassingen. Er ontstaat ook een versmelting van de fysieke en de digitale wereld. Dit kan door nieuwe technologieën als Virtual Reality (VR), Augmented Reality (AR) of draagbare technologie (bv. Smart Glasses). In een vergevorderde Metaverse kan je als gebruiker geen onderscheid maken tussen de twee werelden. Alles is Meta.
Welke invloed heeft de Metaverse op Mode?
Een van de eerste voorbeelden die Facebook zelf bracht m.b.t. hun Metaverse, was “Horizon Workrooms”. Dit is een VR-ruimte waarin collega’s in contact komen met elkaar, samenwerken en ideeën ontwikkelen. De Horizon Workroom betreed je via een virtualrealitybril en twee controllers. Eerst scan je de fysieke ruimte rond je met de controllers. Vervolgens zet je de virtualrealitybril op en kom je in een virtuele wereld terecht, waarin je kan bewegen in de vorm van een "avatar", een digitaal gegenereerd figuurtje waarvan je het uiterlijk zelf kan bepalen. Dankzij de virtualrealitybril kan je jouw collega’s hun avatar zien en zitten jullie aan een gedeelde tafel waarop men kan schrijven, delen en samenwerken. Zo kan je zijdelings samenwerken aan hetzelfde project, zonder in dezelfde fysieke ruimte te zitten. De avatar bootst ook de bewegingen van jouw gezicht en armen na waardoor je tijdens het gesprek jezelf ook beter kan uitdrukken via lichaamstaal. Tot slot is er ook een digitale versie van jouw fysieke computer aanwezig, waardoor je tijdens de VR-vergadering nog altijd jouw documenten of agenda kan raadplegen.
Het interessante aan Horizon Workrooms is dat het met avatars werkt. Bijna alle voorbeelden van Facebook omvatten avatars. Zij moeten ons voorstellen in de digitale wereld en dragen, juist als ons, dus ook kleren. Welke kleren je avatar draagt, kan je zelf bepalen. Je kan hierbij de (gratis) opties kiezen die Facebook zelf aanbiedt, maar naarmate de Metaverse belangrijker wordt, zullen ook de kleren van onze avatars belangrijker worden. Misschien wil je voor jouw presentatie wel een specialer digitaal kledingstuk aandoen? Of misschien is er een kledingstuk dat je (nog) niet durft te dragen in de fysieke wereld, maar eerst wil uitproberen in de digitale wereld? In de Metaverse worden dergelijke zaken mogelijk en modehuizen -en ontwerpers hebben de trend al opgepikt. RTFKT brand is een modehuis dat uitsluitend digitale sneakers verkoopt. Kopers kunnen hun sneakers alleen aandoen op Snapchat, maar dit weerhield het huis er niet van om onlangs 600 sneakers te kunnen verkopen in 7 minuten tijd voor 3.1 miljoen dollar.
Het belang van Non-Fungible Tokens is daarbij niet te onderschatten. NFT’s zijn digitale handtekeningen die een artiest op zijn werk kan zetten. Daardoor worden digitale werken één en ondeelbaar. Wanneer je dus een digitale sneaker koopt met een NFT is deze authentiek en uniek. Gucci is het eerste grote luxehuis dat al begonnen is met het verkopen van NFT’s. Binnenkort kan je dus naar een virtuele afterwork met jouw avatar in een unieke Gucci outfit. De Metaverse en NFT’s bieden cross-overs voor de mode die tot voor kort onmogelijk waren. Zo had de muziekindustrie reeds haar weg gevonden naar gaming -Ariana Grande gaf onlangs nog een concert in Fortnite- en nu lijkt hetzelfde eindelijk ook mogelijk voor mode. Speel je binnenkort de nieuwe Tomb Raider? Waarom koop je haar geen unieke Louboutin waarin ze de graftombes kan verkennen?
Welke invloed heeft de Metaverse op Street Art?
De Metaverse zal echter niet alleen bepalen hoe we de digitale ruimte ervaren, maar ook hoe we de fysieke ruimte ervaren. Augmented Reality (AR) is een technologie waarbij virtuele informatie getoond wordt terwijl je rondkijkt in de echte wereld. Dit is dus anders dan Virtual Reality (VR) waarbij je, zoals in het voorbeeld hierboven, virtuele informatie ziet in de virtuele wereld. Draagbare technologie als de Google Glasses maken het mogelijk om deze AR te capteren.
In onze fysieke ruimte is er sinds COVID een steile opmars te merken van Street Art. Met Street Art doelen we op de brede term voor aangebrachte creatieve uitingen op straat. Het kan daarbij gaan om graffiti, maar de kunstvorm omarmt ook het gebruik van instalaties, stencils, stickers en andere materialen die vooraf worden gemaakt in een atelier en later naar de straat worden gebracht.
De focus ligt op het “art” gegeven. Bij Street Art gaat het om iets origineels en cultureel neer te zetten in de publieke ruimte. Tijdens de lockdown waren musea in Europa gesloten en gingen mensen wandelen in hun buurt. Verschillende steden namen deze opportuniteit om Street Art toe te laten zodat hun centra openluchtmusea met doe-het-zelfwandelingen werden. Verschillende steden als Belfast, Berlijn of Jeruzalem organiseren zelfs professionele Street Art festivals.
Street Art is inherent verbonden aan de straat en verleent zich minder tot privé ruimtes. Precies zoals hedendaagse kunst alleen binnen een museumcontext te begrijpen valt, heeft Street Art enkel zin op straat. Het omvat vaak politieke boodschappen en de plaats waar ze worden aangebracht speelt een symbolische rol. Lang voor de protesten was Almaty, Kazachstan, reeds hét centrum voor Street Art geworden in een manier om culturele steun of oppositie te verlenen aan het regime. Het probleem daarbij is echter dat dit om publieke ruimtes gaat, waarbij iedereen toegang heeft tot die ruimte en dus iedereen ook een mening heeft. Street Art kan daarom ook controversieel zijn. In Servië zijn er al maanden protesten tegen en voor een muurtekening van de veroordeelde oorlogscrimineel Ratko Mladić. Street Art is ook tijdelijk. Wanneer de straat verdwijnt, verdwijnt het kunstwerk. In 2006 werd The New Pollution van Banksy verwijderd toen de straat plaats moest maken voor nieuwe appartementencomplex. Duurzame Street Art vergt administratie en tijd.
AR kan hier een oplossing voor bieden. In Bristol werd, in navolging van een Black Lives Matter betoging, het standbeeld van Edward Colston verwijderd. De stad en haar inwoners zijn sindsdien in een hevige discussie verzeild over wat er in de plaats moet komen. Het kunstenaarscollectief People’s Platform ontwikkelde daarom een AR waarmee mensen zelf een kunstwerk kunnen maken op de sokkel van het verwijderde beeld. Voorbijgangers kunnen via de technologie vervolgens zelf bepalen welke creatieve uiting ze in de publieke ruimte willen zien. Op deze manier kan Street Art maximaal evolueren in de publieke ruimte, zonder de controverses en belemmeringen die ze tegenwoordig kent.
Sommige zijn ervan overtuigd dat de cultuursector de samenleving een spiegel ter reflectie voorhoudt andere vinden dat cultuur bij uitstek de samenleving vormt. De waarheid zit tussenin. Het is een constante wisselwerking tussen beiden. Wanneer onze samenleving verandert, verandert de sector mee. Cultuur kan antwoorden bieden op hedendaagse vraagstukken. Hedendaagse vraagstukken kunnen inspiratie bieden voor cultuur. Of onze samenleving nu fysiek, digitaal of Meta wordt. Dit zal altijd blijven.
Stef Vonk is 30 jaar en werkt als beleidsmedewerker voor het Departement Cultuur, Jeugd en Media waar hij o.a. mee de innovatie binnen de creatieve sector van Vlaanderen opvolgt. Hij schrijft in eigen naam.
0 notes
innovatietrends · 3 years
Text
Tumblr media
Lees mijn artikel hier: https://innovatietrends.tumblr.com/post/670542026337599488/lets-talk-about-crypto-art
0 notes
innovatietrends · 3 years
Text
Let's talk about Crypto Art
Het internet was begin deze eeuw behoorlijk disruptief voor de cultuursector. Piraterij en streaming veranderde radicaal het inkomensmodel voor de muziek -en filmindustrieën. Musea moesten plots inzetten op beleving in plaats van exclusiviteit. De schilderkunst maakte kennis met de copy-paste functie van de computer. In het debat over de invloed van het internet op kunst zijn er traditioneel twee kampen: degene die het als de ultieme katalysator zien voor laagdrempelige kunstbeleving versus zij die hierin de volledige kaalslag van de cultuursector ervaren. Zijn beide kampen, met de komst van NFT’s en Crypto Art, eindelijk met elkaar te verzoenen?
Tumblr media
What’s in the name?
Met Crypto Art verwijzen we naar de algemene kunstcategorie die verband houdt met de blockchain-technologie van cryptomunten en NFT's.
Cryptomunten zijn digitale munteenheden, die men gebruikt als alternatief geldsysteem voor transacties online. 's Werelds bekendste cryptomunt is de Bitcoin.
NFT staat voor “Non Fungible Token” en is “een niet-vervangbaar token die via een blockchain van een account een uniek digitaal item aan een smart contract koppelt”. Een NFT kan je dus het best vergelijken met een digitale handtekening die een digitaal object uniek maakt en waarmee je het eigenaarschap kan aantonen en opvolgen, ook na verkoop. Precies zoals je bij een schilderij zou kunnen in een galerie. Er bestaan trouwens al echte NFT- galeries, die je alleen online kan ontdekken zoals Frankynines, Cryptonio123 art. en Graffitikings. Ook meer traditionele galeries en veilinghuizen als Cherie en Christies werken tegenwoordig met NFT’s.
Om Crypto Art, cryptomunten en NFT’s nog verder te verduidelijken, nemen we het voorbeeld van de Nyan Cat-meme; een waar stukje internetgeschiedenis. Deze meme werd begin februari verkocht voor 300 Ethereum cryptomunten (of 590.000 dollar) . Dat is veel geld, als je weet dat Nyan Cat overal op het internet staat. Een google-search levert 17.800.000 resultaten op. Via een simpele copy-paste kan iedereen Nyan Cat online plaatsen en zelfs gebruiken als banner voor zijn blog. Je kan Nyan Cat zelfs afdrukken en inlijsten thuis of gebruiken voor de verkoop van T-shirts en andere merchandising. Dit was jarenlang ook het probleem, waardoor artiesten hun werk liever niet online zagen. Dankzij NFT’s weten we nu dat er maar één echte eigenaar is van de Nyan Cat-meme en welk Nyan Cat-bestand het originele is in plaats van een kopie.
Wat is Crypto Art waard?
Crypto Art zegt an sich niets over de kwaliteit van een werk. Mike Winkelmann (of Beeple) maakt al 15 jaar respectabele kunst, maar sinds de komst van NFT's is de verkoopwaarde van zijn werken wel significant gestegen. Zijn laatste werk, "First 5000 Day", werd onlangs verkocht voor 800.000 dollar. Dat dit bedrag zo hoog is, komt ongetwijfeld vanuit zijn lange reputatie als digital artist, maar er zijn ook een andere redenen waarom we als samenleving plots veel geld willen bieden voor Crypto Art.
In onze hedendaagse samenleving bepalen drie factoren de waarde van kunst:
De eerste is originaliteit. Waarom zijn de minimalistische penseelstreken van Miró zoveel waard? “Dat kan mijn kleine zusje toch ook?”, is een vaak gehoorde commentaar (en niet toevallig de naam van het boek van hedendaagse kunstkenner Will Gompertz). De realiteit is dat Miró zijn penseelstreken de samenleving uitdaagde en prikkelde om na te denken haar oppervlakkigheid. Het was zijn zoektocht naar vernieuwing om het status quo te doorbreken. Jouw klein zusje kan misschien ook een penseelstreep trekken, maar ze doet het niet met die intentie erbij. En zelfs als ze dat nu deed, was ze al lang niet meer de eerste.
Ten tweede gaat het om authenticiteit. Lege imitaties hebben geen waarde op zich. Dankzij IKEA hangt De Kus van Gustav Klimt in duizende slaapkamers, maar enkel de authentieke versie in het Belvedere Museum te Wenen is echt iets waard.
Tot slot speelt de factor van zeldzaamheid een belangrijke rol. Het is de simpele regel van schaarste.
Tot voor kort wrong daar juist het schoentje met Crypto Art. Het kon wel origineel en authentiek zijn, maar zolang het niet zeldzaam was, had het geen echte waarde. Met de komst van NFT’s, hebben we plots wel de optie om zeldzaamheid te creëren. Er kan maar één echte versie en één eigenaar zijn. Op die manier krijgen we nu ook financiële waarde voor Crypto Art. Met de blockchain kunnen kunstenaars, kopers en verkopers ook transparant het eigenaarschap en de prijsevolutie opvolgen. Achterpoortjes, namaak en speculaties worden zo onmogelijk gemaakt.
Of dit voldoende zal zijn, zal de toekomst uitwijzen. Het is begrijpelijk dat je dé eigenaar van een bekend kunstwerk als "First 5000 Day" wilt zijn, maar uit een paper van MIT Technology Review blijkt dat de aankoop van Crypto Art voor jonge artiesten een pak minder evident is. De nieuwe markt wordt immers momenteel overspoeld door nieuwe cryptomunten -en projecten. Zo schreef senior editor, Abby Ohlheiser, "Young artists are jumping into a market that will pay thousands for NFT work. But they often run into scams, environmental concerns, and crypto hype".
Een vierde factor voor waardeberekening?
Er is echter nog een vierde factor die Crypto Art met zich meebrengt om haar waarde te bepalen en waar de cultuursector nog te weinig aandacht voor heeft. Namelijk het feit dat deze kunst aangekocht wordt via cryptomunten.
Op 11 maart 2021 verkocht Larva Labs de werken CryptoPunk #7804 en CryptoPunk #3100 voor 4.200 Ethereum of 7,6 miljoen dollar per stuk. Bij het schrijven van deze blog was de waarde van 4.200 Ethereum al gestegen tot 13 miljoen dollar. Dat is een verdubbeling op 6 maanden tijd. Een “klassiek” kunstwerk als “Femme assise près d'une fenêtre (Marie-Thérèse)” van Pablo Picasso verkocht acht jaar geleden voor 44,8 miljoen euro en haalde pas op 15 mei 2021 de grens 100 miljoen dollar of deze verdubbeling.
Cryptomunten zijn dus buitengewoon volatiel en daardoor wordt de financiële waarde van Crypto Art ook volatiel. Bij de lancering kon je Bitcoins kopen voor 12 euro. Vandaag staat 1 Bitcoin gelijk aan 42.000 Euro. Andersom kan natuurlijk ook. De cryptomunt Titan ging in één dag van 64 naar 0,000000024 dollar. Zouden de CryptoPunk werken gekocht zijn met Titan munten, zouden ze nu nog maar 0,0001008 dollar waard zijn.
Een vijfde factor?
Het is daarom belangrijk om te benadrukken dat we in deze blog enkel spraken over de financiële waarde van kunst. Dit staat niet altijd gelijk aan de maatschappelijke waarde. In vorige blogs spraken we reeds over de voor -en nadelen van intellectuele eigendom, net als de maatschappelijke meerwaarde van imitatie en massaproductie. Toen Keith Haring werd verweten de eerste massaproductie kunstenaar te zijn, antwoordde hij “If commercialization is putting my art on a shirt so that a kid who can’t afford a $30,000 painting can buy one, then I’m all for it”. Het is belangrijk dat we deze “art is for everyone” filosofie ook bespreken in de discussie over de waarde van kunst. In het voormalige Tsjechoslowakije, waar kunst een staatsdienst was en winst hierop maken verboden was, waren de kunstenaars in eerste plaats dolenthousiast over de copy, paste -en printfuncties van het internet. Zij zagen het als de ultieme participatietool om kunst bij elk individu te krijgen.
De komst van NFT’s lijkt dus wel degelijk een gamechanger te worden voor de brede cultuursector, hoewel het zich momenteel enkel lijkt te focussen op de 1%. Het biedt een langverwacht antwoord op de klassieke vraag & aanbod curve, die nu nog ontbrak bij Crypto Art. De transacties brengen via volatiele cryptomunten ook een nieuwe factor met zich mee, die de gehele waarde berekening van kunst op zijn kop dreigt te zetten. De vraag is of we dit moeten zien als een gevaar voor de sector. Het kan ook de aanleiding zijn om eindelijk werk te maken van de decennialange verzuchting om het financiële winstbejag uit cultuur te halen en enkel nog te focussen op de maatschappelijke waarde wanneer we over kunst praten.
Stef Vonk is 30 jaar en werkt als beleidsmedewerker voor het Departement Cultuur, Jeugd en Media waar hij o.a. mee de innovatie binnen de creatieve sector van Vlaanderen opvolgt. Hij schrijft in eigen naam.
0 notes
innovatietrends · 3 years
Photo
Tumblr media
Lees over innovatie in de creatieve sector via mijn blog: https://innovatietrends.tumblr.com/
0 notes
innovatietrends · 3 years
Photo
Tumblr media
AMBACHTEN: TRADITIE OF INNOVATIE?
Binnenkort lanceert Vlaanderen opnieuw haar subsidielijn beurzen vakmanschap. De beurzen zijn een van de innovatiefste lijnen binnen Vlaanderen, maar hoe valt dit te rijmen met het opzet van eeuwenoude ambachten?
Lees er alles over op mijn blog: https://innovatietrends.tumblr.com/post/650424219301216256/ambachten-traditie-of-innovatie
1 note · View note
innovatietrends · 3 years
Text
AMBACHTEN: TRADITIE OF INNOVATIE?
Binnenkort lanceert Vlaanderen opnieuw haar subsidielijn beurzen vakmanschap. De beurzen zijn een van de innovatiefste lijnen binnen Vlaanderen, maar hoe valt dit te rijmen met het opzet van eeuwenoude ambachten?
Tumblr media
Ambachten als erfgoed
De Vlaamse minister voor Cultuur plaatst deze legislatuur immaterieel cultureel erfgoed hoog op de agenda. Daar heeft hij namelijk alle reden toe. Vlaanderen heeft meer dan 1.000 erkende ambachtslui en bekend om zijn ambachten in voeding, luxeproducten, hout, textiel en meubelen. Denk daarbij aan onze diamanten, wandtapijtkunst, hopteelt, vakwerkbouw of leembouw.
Met de beurzen vakmanschap wil Vlaanderen ambachtsmeesters de ruimte geven om samen te werken met leerlingen die bij hen in de leer gaan. Zo worden kennis en vaardigheden doorgegeven aan het talent van de toekomst en gaan ze niet verloren. Het vakmanschap is daarbij een immaterieel breed begrip: het kan gaan om ambachten, maar ook om toegepaste kunsten, podiumkunsten, vertel/muzikale tradities, instrumentenbouw, enzovoort.
Hoe zorgt het doorgeven van tradities voor innovatie?
Allereerst is het belangrijk om te kijken naar het ambachtelijke productieproces zelf. Dit is van nature ontwikkelingsgericht. Ambachtslui werken kleinschalig en experimenteren. Ze zijn voortdurend op zoek naar verbetering en zoeken naar arbeidsbesparende technieken omdat ambachten arbeidsintensief en duur zijn. Het vakmanschap vertrekt altijd vanuit een traditie en kennis, maar moet ook een beroep doen op de omgeving voor bijvoorbeeld grondstoffen. Wanneer er nieuwe, verbeterde of duurzame materialen ontstaan, evolueert ook de ambacht. Denk daarbij aan de opkomst van 3D-printers. De Nederlandse modeontwerpster Iris van Herpen combineert in haar jurken traditioneel handwerk met 3D-prints. Het is die cross-over tussen oude ambachtelijke technieken, materialen of gebruiken die leiden tot product, -proces, of technische innovaties.
Ambachten spelen, zoals elke goede innovatie, ook op een belangrijke maatschappelijke trend. Zo focussen bedrijven zich tegenwoordig op duurzamer ondernemen en het inspelen op de vraag van de klant. Dit vergt echter en productie op maat en duurzamer economisch systeem dat niet supply-driven maar man-driven is. Laat dat nu hetgeen zijn waar de ambachtseconomie in uitblinkt. Bedrijven doen daarom meer beroep op samenwerkingen met ambachtslieden om authentieke en transparante producten op te leveren.
Koninklijke Tichelaar Makkum is een van de oudste fabrieken in de wereld en altijd blijven investeren in ambachtelijke productieprocessen. Samen met hedendaagse vormgevers gaat Tichelaar altijd op zoek naar nieuwe toepassingsgebieden. Architecten, designers en kunstenaars gaan, vanuit deze rijke geschiedenis en expertise, op zoek naar nog niet bestaande materialen of producten. Zo heeft het bedrijf met modeontwerper Alexander van Slobbe onlangs Parels van Makkum gemaakt, een serie vergrote, afgekante en halve parels in porselein die in glazuren en decoraties zijn uitgevoerd. De collectie is als compleet collier te koop, maar kan men ook afzonderlijk dragen. Ook is het mogelijk een eigen ‘parelketting’ samen te stellen, dankzij de variaties in vorm en kleur. Tichelaar ontwikkelde op die manier een reeks keramische producten voor gevelbekledingen, mode -en interieurtoepassingen. Hiermee formuleerde ze een duurzaam antwoord op de groeiende internationale vraag naar een diverser marktaanbod. Het bedrijf is zo, na 400 jaar, nog altijd wereldwijd koploper in keramiek en glazuren.
Waren ambachten altijd innovatief?
Ambachten kennen we al van in de middeleeuwen, toen ambachtslui in steden zich organiseerden in gilden. Het grote verschil was dat men toen juist imitatie en conservatie beoogde. Gilden waren monopolistisch en het lidmaatschap was gelimiteerd. Het legde strikte regels op voor de productiemethodes -en kwaliteit en de prijszetting. Meesters stonden in voor de educatie van deze regels bij hun leerjongens. Vanaf de 15de eeuw taande de macht van de gilden in de steden. Staatsvormingsprocessen trokken de ambachtsregels -en privileges in twijfel. De industriële revolutie zorgde ook voor een massaproductie, die maatwerk als hinderlijk zag en waar machines de rol van vaklieden innamen.
Het was slechts opnieuw in de 19de eeuw, dat het belang van ambachten terug (h)erkend werd. De Britse kunsthistoricus John Ruskin verzette zich tegenover de industriële revolutie en verklaarde dat het een kwaad was die de ambachtsman tot een stuk gereedschap had gedegradeerd. De ambachten waren slaaf geworden van de machines en wie een duurzaam economisch model beoogde, moest zich hier tegen verzetten. Het was de inspiratiebron voor de Brit William Moris om in 1861 te gaan samenwerken met kunstenaars en architecten voor zijn ontwerpstudio. Samen produceerde ze handgemaakte voorwerpen (meubels, tapijten, behang), die evenveel individueel werk vervaardigde als een schilderij of beeldhouwwerk. Het succes van Moris zijn bedrijf, zorgde ervoor dat er een ware Arts & Crafts beweging in Engeland ontstond, waardoor de Britse economie plots een “magisch” ingrediënt had gevonden om te bloeien in een kapitalistische economie.
De Duitse architect en ambtenaar Hermann Muthesius zag het succes in Londen en besloot om deze principes grootschalig toe te passen op de Duitse industrie. Overal in Duitsland maakte de overheid ambachtelijke werkplaatsen die, naar het voorbeeld van de middeleeuwse gilden, een broederschap van vakmanschappen zouden verzekeren. Het grote verschil was dat deze plaatsen wel beroepen combineerden. In 1907 stichtte Duitsland de Duitse Werkbund en herzag ze de kunstopleiding. Het doel was om de Duitse industriële ambities een unieke stijl te geven, de inspanningen op dat gebied te bevorderen en de consumptieve vraag te stimuleren.
Het vormde de basis voor het wereldbekende Bauhaus school. Ook zij verwierp de massaproductie, die ze een vernedering voor het individu vonden, en verheven de ambachten tot een echt creatief beroep. Er was voor Bauhaus geen onderscheid tussen kunstenaars en ambachtslieden. Een kunstenaar was een verheven ambachtsman. Studenten die zich aansloten bij Bauhaus moesten uit hun ivoren toren komen en leren hoe ze hun handen vuil moesten maken. Bauhaus sloopte de barrière tussen beiden en bracht ze samen in een toekomst waar architectuur, schilderkunst en beeldhouwkunst centraal stonden. In hun kunstopleidingen leerde de studenten van oude meesters om materialen en technieken te begrijpen, om er vervolgens hun eigen ideeën erop uit te werken. Het minimalisme, grote glaspartijen, ruwe bouwstof, geometrische vormen en primaire kleuren die hieruit voortvloeide zijn tegenwoordig nog altijd zichtbaar. Duitsland straalde plots een industriële ambitie uit die iedereen ter wereld meteen (h)erkende.
De geschiedenis leert ons dat aandacht vestigen op, en het stimuleren van verder ontwikkelingen in, ambachten een draaibak zijn voor innovatie. Vlaanderen heeft er dus alle belang bij om haar rijke ambachtsgeschiedenis verder te laten ontwikkelen en vernieuwen. Op die manier zet ze zichzelf op de kaart als een innovatieve regio met een duidelijke en degelijke merkidentiteit.
Stef Vonk is 29 jaar en werkt als beleidsmedewerker voor het Departement Cultuur, Jeugd en Media waar hij o.a. mee de innovatie binnen de creatieve sector van Vlaanderen opvolgt. Hij schrijft in eigen naam.
1 note · View note
innovatietrends · 3 years
Photo
Tumblr media
“Immersive art” VS “Immersived art”: Waarom we een verschil moeten maken tussen beide begrippen. Leer erover op: https://innovatietrends.tumblr.com/post/647253685765898240/immersive-art-vs-immersived-art-waarom-we-een
0 notes
innovatietrends · 3 years
Text
“Immersive art” VS “Immersived art”: Waarom we een verschil moeten maken tussen beide begrippen.
Je kan er niet naast kijken. Immersieve ervaringen kennen een steile opgang in de Vlaamse cultuurwereld. Het is daarbij echter wel belangrijk een onderscheid te maken tussen “immersive art” en “immersived art”. Dit subtiel verschil ziet men nu te vaak over het hoofd . Nochtans is de impact hiervan niet te onderschatten.
Tumblr media
“IMMERSIVE ART”
We gebruiken hier de Engelstalige term “immersive art” omdat we daardoor het verschil beter kunnen maken met de zelfgekozen term “immersived art”.
Allereerst dienen we te begrijpen wat immersive art juist inhoudt. Kunstjournaliste Corinne Anderson deed onderzoek naar de immersieve kunstscene in Denver (Colorado) en hield er een relatieve eenvoudige definitie op na. Zij omschrijft het als “the creation of a world around the person in a way that makes them feel part of and inside of it”. De kunstenaar dompelt de toeschouwer letterlijk onder in de creatie. Anderson’s collega David Moke maakte een gelijkaardige overweging en omschreef immersive art als “installations or performances set up in non-traditional ways, in which the audience can engage beyond simply looking at it.” Ali Rubinstein, van het immersieve kunstenaarscollectief Meow, voegt hier nog het belang van storytelling toe door te stellen dat “the execution of an immersive art experience would, to me, include a total 360-degree immersion. A creative environment that can be walked into, physically experienced, explored. It can be maximal or minimal, but it includes a narrative or story element that creates a total experience”.
In al deze beschrijvingen is de rode draad dat de kunstenaar de kloof overbrugt tussen zijn creatie en de toeschouwers van zijn creatie. De kunstenaar moet iets maken dat verder gaat dan de zgn. “vierde muur” (de ruimte tussen de artiest en de toeschouwer). Het publiek maakt actief deel uit van het kunstwerk, waarmee ze individueel in interactie gaat. De toeschouwer speelt dus niet langer een zuivere passieve rol. Kijkers worden "deelnemers" en elke ervaring is uniek.
Dergelijke immersieve creaties kunnen ontstaan in bijna elke kunstvorm. Theater De Spiegel maakte samen met het IPEM een audio koepel, voorzien van een Iosono-soundsystem om een immersieve ervaring voor baby’s te ontwikkelen waarbij het geluid van binnenin de baarmoeder wordt gerecreëerd door de stemmen van de ouders. Wim Wouters maakte POLLINATOR PARK* waarmee je via de oculus rift in een dystopisch museum kan rondlopen. De Ierse producer Max Cooper maakte voor het Depot in Leuven een immersieve creatie via surround audio en visuele componenten, die de toeschouwer een nieuwe manier toonde om muziek te ervaren.
“IMMERSIVED ART”
Met immersived art doelen we op de trend die zich de laatste maanden duidelijk afspeelt in onze cultuursector. Alleen al op dit moment kan je gaan kijken naar “Van Gogh The Immersive Experience”, “Klimt: The Immersive Experience”, “Flemish Masters. The Immersive Experience” en “Claude Monet, The Immersive Experience”.
Alle vier de tentoonstellingen bieden de toeschouwer een totaalervaring en dompelen ze onder in de wereld van de kunstenaar. De kunstschilders en hun werken worden individueel uitgelicht door hoogtechnologische beelden, video-mapping en 360° projecties. Duizenden wereldbekende en vertrouwde schilderijen van Monet, Klimt, Van Gogh, Van Eyck, Bruegel en Rubens worden op een geanimeerde manier om en onder de toeschouwer heen geprojecteerd. Speciale effecten brengen de werken letterlijk tot leven. Virtuele penseelstreken doorkruisen de velden en muren om zo de toeschouwer nog extra te prikkelen. Het geheel is een licht- en videopresentatie, gechoreografeerd op opzwepende muziek. Op de tentoonstellingen wordt ook altijd een VR-ervaring aangeboden. De toeschouwer krijgt de mogelijkheid om met een speciale bril in de huid van de kunstenaars te kruipen. De bezoeker krijgt zo inzicht in hun manier van werken alsof ze binnenkijken in hun ateliers. De exposities zijn niet alleen populair in Vlaanderen, maar waren ook al te zien in Italië, Israël, Frankrijk en Spanje.
Het belang van dergelijke digitale kunstvoorstellingen is daarbij niet te onderschatten. Allereerst bieden ze een belangrijke cultuureducatieve meerwaarde. De Klimt-tentoonstelling maakt zich bijvoorbeeld sterkt dat kunsthistorici en deskundigen alle teksten en informatie begeleiden. De uitvergrote driedimensionale reproductie van de beroemde Kus toont toeschouwers de technische componenten van het schilderij door het via een animatie tot leven te brengen. De augmented reality helpt het publiek de essentie van de kunstenaar te begrijpen. De Van Gogh tentoonstelling gebruikt technologie om de schilderijen in hun originele schilderkleuren te weergeven. De voorstellingen hebben ook een belangrijke drempelverlagende factor. The immersive experience spreekt vanwege haar technologie een breed en ook nieuw doelpubliek aan van jong en oud, kunstliefhebber, meerwaardezoeker tot nieuwsgierige digitale geek. Het is om die reden dat musea maar al te graag op de immersieve boot springen. Zo kondigde het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) onlangs aan werk te zullen maken van een immersieve ruimte in haar (ver)nieuw(de) gebouw.
Toch zijn er ook minder positieve overwegingen te maken bij deze voorstellingen. Zo zijn allereerst alle opgesomde kunstenaars gestorven. In tegenstelling tot Max Cooper hadden Rubens, Monet, Van Gogh en Klimt geen artistieke autonomie in dit proces. Ze konden niet kiezen welke werken immersived werden of welke muziek de beelden zouden begeleiden. Hun schilderijen werden ook niet gecreëerd voor de immersieve kunst, laat staan dat ze ooit hadden kunnen inbeelden wat onze hedendaagse technologie hiermee had kunnen doen. We zijn trouwens helemaal niet zeker of deze kunstenaars dit überhaupt gewild hadden. Daarbij vereist de verplaatsing van het analoge naar het digitale ook andere belangrijke artistieke keuzes over kadrage en animatie. Als Van Gogh zijn zonnebloemen uit het kunstwerk waaien, wie beslist er dan wat er zich achter deze zonnebloemen schuilhield? Dit beslist nu een team, waarvan de kunstenaar geen deel uitmaakt. Hun focus ligt eerder op de creatie van een commerciële ervaring dan een artistieke. Zo kan je de Flemish Masters tentoonstelling afsluiten met een gerecht geïnspireerd op de kunst van Vlaamse Meesters en een Duvel bij Grand Café Plein Publiek. Nochtans was Rubens niet bekend als een duvelliefhebber.
De voorstellingen voldoen met andere woorden wel aan de definities van immersive art, maar omvatten geen zuivere artistieke motieven die elke kunstvorm, inclusief immersive art, zou moeten hebben. We spreken daarom beter over “immersived art”, omdat de oorspronkelijke kunstwerken wel degelijk zuiver artistiek zijn, maar het proces waarin ze gecreëerd werden niet. Het is belangrijk om deze nuance te behouden. Zeker voor musea die in de toekomst deze kunstvorm volwaardig willen implementeren in hun artistieke werking.
Stef Vonk is 29 jaar en werkt als beleidsmedewerker voor het Departement Cultuur, Jeugd en Media waar hij o.a. mee de innovatie binnen de creatieve sector van Vlaanderen opvolgt. Hij schrijft in eigen naam.
1 note · View note
innovatietrends · 4 years
Photo
Tumblr media
Lees over innovatie in de creatieve sector via mijn blog: http://letmestopyourightthere.be/
0 notes
innovatietrends · 4 years
Photo
Tumblr media
Lees het artikel: https://innovatietrends.tumblr.com/post/644759066718142464/over-drones-iphones-en-apen-de-digitale
0 notes
innovatietrends · 4 years
Text
OVER DRONES, IPHONES EN APEN: DE DIGITALE TRANSFORMATIE IN CULTUUR
Onze Europese cultuurhuizen horen tot de beste, maar ook oudste van de wereld. Een digitale transformatie drong zich dus al langer aan. Corona gaf cultuurhuizen plots belangrijke incentives om hun digitalisering verder te verkennen. De afgelopen maanden zagen we optredens via livestreams, theaterstukken in WhatsApp en robots ter vervanging van dansers op het podium. Technologie kan namelijk geen corona krijgen, noch andere ermee besmetten. Het biedt dus voordelen. Maar terwijl de Europese cultuursector deze digitale transformatie volop omarmt, dreigt ze ook haar eigen leiderspositie te ondergraven.
Tumblr media
OVER TECHNOLOGIE EN CULTUUR
Het gebruik van technologische snufjes op het podium is niet nieuw. Sinds 2016 zien we echter wel voorstellingen waarbij technologie het gimmick -gehalte overstijgt. Baanbrekend was daarbij het werk van de Japanse Daito Manabe (Rhizomatiks) genaamd “Shadow”. Zijn stuk omschreef je best als een moderne dancebattle tussen drones en dansers. De drones verkenden samen met de dansers configuraties die hun schilhouten belichtten, verborgen en toonden. Manabe demonstreerde met Shadow hoe technologie een volwaardig deel van de artistieke creatie kon zijn en zelf ook expressief kon zijn. Het droeg bij aan de cultuurervaring van het publiek.
Sindsdien zijn er veel voorbeelden te vinden over technologie op het podium. Zo was er onlangs Improbotics in Theater M. Hierin speelt een artificieel intelligente chatbot mee, die zijn teksten zelf maakt en zo actief deelneemt aan de improvisatievoorstelling.
Tijdens het Impact Festival in Hasselt gingen videokunstenaar Peter Missotten, performer Max Wind en theatermaker Casper Wortmann met hun productie "Dear Lollipop" nog een stap verder. Dit was geen voorstelling mét, maar vóór technologie. Specifiek een voor jouw Android 5.0 en iPhone. Een menselijk publiek was niet toegelaten in de theaterzaal in. Je moest wel vooraf een app downloaden en je toestel installeren in de zaal. Na een uur mocht je de telefoon terug ophalen. In de weken erna vertelde jouw telefoon via de applicatie wat het van het optreden vond.
OVER EUROPA EN CULTUUR
Dear Lollipop werd gecoproduceerd door IMPACT LAB, de Euregionale werking van Cultuurcentrum Hasselt die verbindingen opzoekt tussen de artistieke en de technologische wereld. Europa beseft namelijk dat ze inzake technologieverspreiding achterloopt op Amerika en Azië. In plaats van haar voorlopers te evenaren, wilt Europa zich onderscheiden. Dit doet ze door de laatste jaren te investeren in de combinatie tussen de culturele en creatieve industrieën (CCI) en de technologische wereld. Europa hoopt zo haar unieke stempel op het mondiale innovatiebeleid te kunnen duwen. Creativiteit kan je immers niet programmeren. Cultuur is het laatste wat ons nog onderscheid van artificiële intelligentie (AI) technologie en met historische kunststeden als Parijs, Milaan, Brussel of Stockholm heeft Europa een enorm voordeel.
Maar zijn cultuur en creativiteit nog uitsluitend menselijk? In 2018 liet het Franse kunstenaarscollectief Obvious een computer 15.000 klassieke portretten uit de 1 4de tot de 20ste eeuw scannen. De beelden kwamen uit een online kunstbibliotheek. De computer analyseerde de stijl en de kenmerken van de beelden en distilleerde uit die data een schildermethode. Het zelflerende softwareprogramma stelde op basis van de duizenden portretten eerst regels vast en gebruikte ze dan om zelf een kunstwerk samen te stellen. Een ander deel van het algoritme moest 'raden' of het om een echt of een AI-schilderij ging. Zat het ernaast, dan kon het programma uit die fouten opnieuw bruikbare lessen trekken. Het resultaat was een schilderij dat uit de 18de eeuw lijkt te stammen. Het werk verkocht in 2018 voor 432.500 dollar bij het internationale kunstveilinghuis Christie's. De prijs was daarbij 45 keer hoger dan kunstkenners hadden ingeschat.
Technologie creëert tegenwoordig ook muziek of literatuur. De Japanse literaire wedstrijd Nikkei Hoshi Schinichi selecteerde in 2016 de roman “The Day a Computer Writes a Novel” , een roman geschreven door verschillende auteurs en, voor 20%, door een AI. In 2019 creëerde een Berlijnse collectief een platform genaamd Melodrive, die live en in real time originele muziek componeert. 
Als men geen onderscheid kan maken tussen creaties door technologie of door de mensen, of sterker, als waarde en erkenning wordt gegeven aan cultuur gecreëerd door technologie, zijn cultuur en creativiteit dan wel nog een blijvend voordeel voor Europa?
OVER APEN EN CULTUUR
Er zijn al ontelbare blogs geschreven over de vraag of technologie cultuur kan creëren. Het debat is dan ook brandend actueel. Het leidt tot filosofische vraagstukken over wat kunst juist is. De analyse van deze blog gaat weg van dit cultuursociologisch vraagstuk, omdat het juist van oordeel is dat de gecreëerde producten effectief kunstvoorwerpen zijn door het simpele feit dat we ze als samenleving geld en bekendheid hebben gegeven. Dit is niet de schuld van de technologische sector, maar van de hedendaagse cultuursector die kunst heeft herleid tot een optelsom van geld en roem. Waarschuwde Andy Warhol ons hier niet 30 jaar geleden al voor?
Als we cultuur als menselijk willen blijven beschouwen, moeten we daarom niet kijken naar het eindproduct, maar naar het eigenaarschap. Men kan hierbij de link maken naar de dierenwereld, die deze discussie settelde met de zogenaamde “Monkey seflie”.
In 2014 wordt op het Indonesische eiland Sulawesi de camera van de Britse fotograaf David Slater afgenomen door een kuifmakaak. Terwijl de aap het voorwerp grondig aan het bestuderen was, drukte het ook eindeloos op de ontspanner. Het resultaat was een reeks foto's van een lachende aap, waarbij één selfie zo grappig was dat Slater flink wat opbrengsten maakte door het beeld overal te laten afdrukken.
De dierenbeschermingsorganisatie Peta (People for the Ethical Treatment of Animals) vond echter dat de aap, en niet de David Slater, de auteur was van deze foto en vervolgens de opbrengsten van het werk moest ontvangen. In hoger beroep werd Peta ongelijk gegeven. De rechter oordeelde dat een aap - en bovendien alle andere dieren omdat ze geen mensen zijn - volgens de auteurswet geen status bezit. De rechter betwiste daarbij niet de waarde of erkenning van het artistieke eindproduct, enkel het eigenaarschap. Een dier kan dus wel kunst maken, maar niet bezitten. We moeten dus niet kijken naar degene die de kunst heeft gemaakt, maar wel naar de mens die de voorwaarden heeft gecreëerd waarbinnen men deze kunst kon maken. Deze persoon heeft altijd het eind-eigenaarschap van de creatie.
Met deze conclusie kan Europa zichzelf alvast geruststellen. Technologie kan dus wel degelijk kunst creëren, maar hierachter zit altijd een menselijke createur die de eindverantwoordelijkheid draagt voor het product én het proces. Wanneer persoon afkomstig is uit de culturele en creatieve industrieën, of op zijn minst een samenwerking hiermee aangaat, zal dit altijd het efficiëntst zijn voor technologische innovatie omdat experimenteren met en toepassen van nieuwe technieken, net als het out-of-the-box denken, vervlochten zit in het DNA van elke culturele en creatieve industrie. Alle voorbeelden uit deze blog ontstonden trouwens uit de samenwerking met minstens één kunstenaar. Deze cross-sectorale innovatie blijft de sterkte van Europa’s strategie.
Stef Vonk is 29 jaar en werkt als beleidsmedewerker voor het Departement Cultuur, Jeugd en Media waar hij o.a. mee de innovatie binnen de creatieve sector van Vlaanderen opvolgt. Hij schrijft in eigen naam.
1 note · View note
innovatietrends · 4 years
Photo
Tumblr media
Lees over innovatie in de creatieve sector via mijn blog: http://letmestopyourightthere.be/
0 notes
innovatietrends · 4 years
Photo
Tumblr media
https://innovatietrends.tumblr.com/post/631950893327253504/staatskunstenaars-waarom-de-overheid-me-best-kan
0 notes
innovatietrends · 4 years
Text
Staatskunstenaars: Waarom de overheid me best kan ontslaan
België is zwaar getroffen door de coronacrisis. Niet alleen onze gezondheid, maar ook onze economie krijgt het zwaar te verduren. De cultuursector is daarbij het hardst getroffen. Zalen blijven hoogstwaarschijnlijk deze zomer gesloten en door de verplichte social distancing zijn repetities ook onmogelijk. De overheid vraagt aan de culturele spelers om innovatief om te gaan met de situatie. Veel innovaties worden daadwerkelijk geboren uit momenten van crisis. De overheid, en in het bijzonder het Departement Cultuur, moet daarom ook aan zelfreflectie te doen en met innovatieve oplossingen te komen voor de sector. Ze kan daarbij een voorbeeld nemen aan de voormalige DDR en mij ontslaan…
Tumblr media
Aandacht voor het individu
Op 30 april 2020 trokken kunstenaar Kobe Matthys en cultuurjournalist Wouter Hillaert aan de alarmbel in Knack. Onder de titel “Duwen we duizenden kunstenaars in armoede?” schreven zij een open brief aan bevoegd minister van Werk Nathalie Muylle. Daarin vestigde ze aandacht op kunstwerkers die nog maanden thuis zullen zitten zonder inkomsten of vervangingsinkomen. De algemene steunmaatregelen (zoals tijdelijke werkloosheid) die de federale regering nu gebruikt zijn volgens hen ontoereikend voor deze doelgroep. Ze halen daarbij aan dat kunstwerkers flexwerken en de klassieke arbeidscontracten slechts op de dag zelf getekend worden of, op basis van Artikel 1bis van de RSZ-wetgeving, helemaal niet gesloten worden. Omdat deze korte contracten nog niet of niet lang getekend waren op de dag van de lockdown, of omdat ze door hun opdrachtgevers 'verbroken' werden in plaats van 'geschorst', neemt de RVA hen niet in rekening voor tijdelijke werkloosheid.
Daarbovenop zijn één op de drie kunstenaars via SBK's als Amplo, Smart en Tentoo tewerkgesteld, soms in combinatie met een vaste parttime baan of andere statuten als zelfstandige in bijberoep. Ook deze wirwar van combinaties zorgt ervoor dat de federale steunregelingen gaten laten voor de culturele sector. Matthys en Hillaert vermoeden dat 10% tot 15% van alle kunstwerkers door de crisis geen enkel soort inkomen hebben.
Eenzelfde bezorgdheid was op 8 mei 2020 te horen bij Vlaams Parlementslid Stéphanie D'Hose en schepen voor cultuur in Hoogstraten Arnold Wittenberg. In hun opiniestuk, ook voor Knack, schrijven zij ook dat “individuele kunstenaars te vaak uit de boot vallen bij de Vlaamse of federale steunmaatregelen”. In hun pleidooi om tijdens de coronacrisis het Cultureel Noodfonds ook uit te breiden naar niet-gesubsidieerde organisaties en individuen, halen zij ook de manier van flexwerken aan als reden waarom individuele kunstwerkers nu geen vergoeding krijgen. Zij vestigen de aandacht op het gehele ecosysteem waardoor artiesten en freelancers het buitengewoon moeilijk hebben in deze periode. Door de vergelijking te maken met de sluiting van Ford Genk, tonen ze aan dat het sluiten van de cultuurhuizen ook een groot effect heeft op de duizenden toeleveranciers, waarvoor de overheid geen vangnet voorziet.
Staatskunstenaars
Zowel Matthys en Hillaert als D'Hose en Wittenberg kaarten dus de problematiek van de flexibele arbeidscontracten aan in hun opiniestukken. Tijdelijke opdrachten zijn nu eenmaal eigen aan een sector waarbij individuen zich voor een korte termijn en opdracht aan één cultuurhuis binden. We moeten ons daarom de vraag durven stellen waarom de overheid deze vaste arbeidscontracten dan niet kan aanbieden.
Het in dienst nemen van kunstenaars klinkt vreemd, maar nieuw is het idee alvast niet. De voormalige Duitse Democratische Republiek (DDR) nam kunstenaars in dienst als ambtenaren tussen 1949 en 1990. Hoewel de regering kunstenaars instrumentaliseerden om communistische propaganda te verspreiden en hun werk onderhevig was aan zware censuur, had de regeling van staatskunstenaars ook voordelen. Aangezien de kunstenaars werkte voor de staat, was hun kunst publieke eigendom. Alle creaties waren daardoor voor een iedereen toegankelijk. In oostelijk Berlijn zijn er tot op vandaag nog geslaagde kunstuitingen van kunstenaars als Walter Womacka en Wolfgang Frankenstein terug te vinden op openbare plaatsen als Alexanderplatz, het Staatsratgebäude of in het U -Bahn station van de Magdalenstraße. De zekerheid dat een vast contract de artiesten bood, was ook de basis om het Socialistisch Realisme volop te laten bloeien.
Dat een vast contract voor kunstenaars tot artistieke bloei leidt, weten we trouwens al langer. In 1874 nam kunstenhandelaar Paul Durand-Ruel artiesten als Monet, Pissaroo, Sisley en Degas in dienst zodat zij in volle financiële onafhankelijkheid ongehinderd en ongestoord hun creatieve doelen konden nastreven. Het vormde het startschot voor de ontwikkeling van het impressionisme. Nog daarvoor konden kunstenaars als Rubens zich artistiek ontplooien omdat ze in vaste dienst waren van de katholieke kerk of in de hofhoudingen van aartshertogen.
Dan maar terugkerend naar het communisme of het ancien régime… ?
Natuurlijk is dit geen pleidooi om terug te keren naar deze regimes. Al deze vormen hadden de belangrijke denkfout dat de kunstenaar afhankelijk was van de grillen van zijn of haar broodheer. Rubens moest kerkelijke taferelen uitbeelden en Womacka arbeid verheerlijken. Zelfs Durand-Ruel hield er commerciële motieven op na.   Toch kan niemand ontkennen dat, kijkende naar onze geschiedenis, de grootste artistieke creaties en kunstenaars altijd gevormd werden als er een vaste werkgelegenheid voor hen was voorzien.
Het is daarom interessant om te bedenken wat er zou gebeuren als een orgaan dat losstaat van ideologie, religie of winstgevend doel kunstenaars tewerk zou stellen. De ambtenarij, zoals we die vandaag in Europa kennen, voldoet aan deze voorwaarden. De ambtenarij zou perfect kunstenaars in dienst kunnen nemen met als loutere taak om te creëren en zich artistiek te ontwikkelen. De ambtenarij neemt dit al op zich via de cultuursubsidies, maar een vaste aanwerving zou een zekerheid bieden die subsidies niet hebben. Om de externe invloed maximaal te garanderen, zou de Vlaamse (cultuur)ambtenarij het Thorbecke-principe kunnen overnemen van hun Nederlandse collega’s. Dat verklaart dat kunst geen zaak is van de regering en de politiek geen smaakoordeel mag of kan hebben. De politiek zorgt voor de cultuurmiddelen, maar doet nooit een uitspraak over de gewenste output.
Show me the money
De vraag die we ons moeten stellen is of de ambtenarij, in volle besparingen, hier wel het geld en de mensen voor heeft. Daarom is het interessant om naar enkele cijfers te kijken.
Allereerst is er het Vlaamse budget voor de cultuursubsidies. Onder de regering Jambon bedraagt het cultuurbudget 508 miljoen euro. Volgens het salariskompas lag het startersloon als ambtenaar in 2017 gemiddeld rond de 32.724 euro per jaar (extralegale voorwaarden niet meegeteld). Louter alleen al met dit bedrag zou het Departement Cultuur dus 15.523 kunstenaars een jaarcontract kunnen aanbieden.
De ambtenarij zou ook, naast de middelen, ook nieuwe profielen kunnen vrijmaken. Momenteel betaalt ze huidige ambtenaren, zoals mij, namelijk om het correct gebruik van de cultuursubsidies te controleren. De vraag is of dit wel wenselijk is. In het kader van administratieve planlastvermindering heeft de Vlaamse regering al aangegeven om “vertrouwen boven verantwoording” te verkiezen. Ze wilt gesubsidieerde organisaties van minder verantwoordingsverplichtingen te voorzien, zodat ze zich meer kunnen bezighouden met hun werking. De overheid zou daarom kunnen kiezen om de huidige “toezichtsprofielen” niet langer te werk te stellen en in de plaats daarvan kunstenaars aan te nemen.
De stad Bordeaux deed al een soortgelijk project. In de zomer van 2019 startte ze een policy lab in het centrum van de stad, genaamd LA BASE waar kunstenaar als ambtenaren tewerkgesteld werden. De kunstenaars werkte daar als stadsambtenaren en bedachten samen met de bewoners innovatieve creaties die elke inwoner van de stad ten goede kwam. Het project was een instant succes en werd verduurzaamd.
De slogan “innoveren om te overleven” is meer dan ooit van toepassing op de cultuursector in tijden van corona. Het slaagt echter niet alleen op de kunstenaars en organisaties, maar ook op het cultuurbeleid zelf. De geschiedenis toont ons dat kunst en creatie nood hebben aan een financiële stabiliteit om zich ten volle te kunnen ontwikkelen. Een moderne ambtenarij, zoals we die vandaag de dag kennen, kan dit perfect bieden. Door zich volledig los te maken van externe druk kan ze daarbij leren uit het verleden, maar ook haar rol in de samenleving innovatief herdefiniëren.
0 notes
innovatietrends · 4 years
Photo
Tumblr media
Lees over innovatie in de creatieve sector via mijn blog: https://innovatietrends.tumblr.com/
0 notes
innovatietrends · 4 years
Photo
Tumblr media
https://innovatietrends.tumblr.com/post/631948824046419968/dos-or-donts-trickle-down-economics-in
0 notes