Tumgik
#jurgen maas
jurjenkvanderhoek · 9 months
Text
IN HET UNIVERSUM VAN ROBERT SCHUIT IS NIETS WAT HET LIJKT
Tumblr media
Iedere ingeving, elk idee, een of andere gedachteflits, alle inspiraties. Of eigenlijk verschillende hersenkronkels, kunnen leiden tot scherpzinnige tekeningen. Uitgewerkte schetsen van afwijkende dwarse gedachten. Althans die niet aan de normale norm toegeschreven worden. Tenminste wat de grootste gemene deler in de samenleving voor gewoon houdt. Een uitbeelding volgens de regel, gemiddeld en doorsnee. Dat zijn de tekeningen van Robert Schuit alleszins niet, gangbaar en gebruikelijk. Deze zijn zeker niet middelmatig, uitdrukkelijk wel contemplatief. Schuit beschouwt de wereld om hem heen en spiegelt deze in zijn werk. Iedere opmerking, elke overdenking wordt vertaald in een beeld dat die realiteit ontloopt. Maar serieus in ogenschouw nemend rammelen de uitingen niet, het tekent af wat er speelt in cryptische omschrijving.
Tumblr media
Een enkele tekening is wel melig, of te flauw voor woorden, smakeloos. Maar iedere schets heeft een diepere grond. Een gelaagde betekenis. Elke aanleiding is niet zo lacherig als dat het op papier komt. Schuit is een sarcast, een criticaster. Hij is een (be)spotter, een muggenzifter en mierenneuker. Schrijf ik dit, verkneukel ik me bij de gedachte hoe hij dat zal uitbeelden. Het blijft echter niet enkel bij het tekenen van de gedachte, ook beschrijft hij de ingeving. De tekening is een illustratie bij de tekst. Het staat niet los van elkaar, het is één geheel. De tekening geeft geen uitleg van de tekst of andersom. Beeld en woord vormen een niet van elkaar te scheiden kunstwerk.
Robert Schuit tekent de klare lijn. Zijn tekeningen geven een duidelijk beeld van de hersenkronkels die hem beroeren. De tekst geeft daar geen uitleg bij, maar is er een aanvulling op. Het één kan niet zonder het ander. Sommige gedachten vallen meteen in, andere spinsels hebben langer nodig begrijpelijk te worden. Maar voortdurend trekt er dan een glimlach om de mond wanneer de ontdekking daar is. Wanneer je ontdekt wat de diepere laag onder de oppervlakte van het zichtbare is. Een enkele tekening is ook wel plat en meteen duidelijk, waar de andere je zet tot nadenken om de betekenis te achterhalen.
Tumblr media
Over het algemeen mag zijn waarheid dan flauw en melig zijn, door de kritische pen van Schuit wordt het beeld daarvan geestig en spitsvondig. Hij tekent op het scherpst van de snede en legt de vinger op zere plekken. Het doet zeer, het schuurt en schaaft. Het is wel te lullig, maar is altijd kernachtig weergegeven. Maar al te vaak zie ik mezelf in de spiegel. Vind ik mezelf terug in de bespiegeling van Schuit, althans weerklinken mijn alledaagse bedoeningen erin. De normaal ge(d)achte wereld om me heen neemt de tekenaar met een korrel zout. De realiteit is niet al te serieus genomen, want veel van die door ons genomen werkelijkheid is te belachelijk voor woorden. Schuit heeft dan ook niet voldoende aan woorden en maakt het compleet met beelden.
Die dikdoenerij van de bombastische wereld wil Schuit op de hak nemen. De grootspraak wil hij laten struikelen. Wij moeten onszelf en de ander niet zo serieus nemen lijkt zijn boodschap. In alle ernst, wat is die hoogmoed waard. Het is alles ijdelheid. De tekeningen van Schuit zijn niet esthetisch verantwoord. Niet mooi om naar te kijken, maar wel diepzinnig van uitdrukking. In het interessante beeld draait om de inhoud, niet om de verpakking. Het zijn cartoons, karikaturen. De grap mag dan in de tekening lijken te zitten, de poets is door onszelf voorgebakken. Het boek “Er komt altijd een ei uit” kan met een grimlach bekeken en gelezen worden. Maar eerder zal ik de boer zijn met kiespijn die lacht om de grappen van Robert Schuit, omdat ik mezelf erin herken.
Tumblr media
Hij steekt de draak met het leven, ons zijn, mijn wezen. Hier wilde ik citeren, maar dat gaat niet want zoals beschreven is tekst eenheid met beeld. Zonder beeld zijn de woorden niets zeggend. Slaan deze als een tang op een varken. Toch een ingelijste spreuk: “op internet gevonden quotes als eigen wijsheid presenteren is als een dikmaakpak voor de ziel”. Daarvan is de ondertekening doorgestreept en vervangen door ‘- ROBEERT SCHUIT’, waarmee hij het dus zijn eigen wijsheid maakt. En is de typografie de letter zonder beeld, dan kan ik de tekst aanhalen: “wie de bankpas die bij deze pincode hoort vindt mag voor zichzelf iets lekkers kopen: 8692”. Maar noodzakelijk om het werk van Robert Schuit te doorzien en te begrijpen is het zaak het te bekijken. Dat kan onder meer afgedrukt in het boek “Er komt altijd een ei uit”. En tot eind februari 2024 in het echt bij Loopvis in Arnhem. Daar is niets wat het lijkt.
Er komt altijd een ei uit. Robert Schuit, tekeningen. Uitgeverij Jurgen Maas, 2023.
0 notes
Text
‘Grote dieven kleine dieven’ van Albert Cossery: de schakeringen van het schandelijke
Tumblr media
Les couleurs de l’infamie (1999) is het literaire testament van de Egyptische schrijver Albert Cossery (1913-2008), de kortste roman uit zijn in omvang bescheiden, maar naar intrinsieke waarde groots en onnavolgbaar oeuvre. Al in het midden van de jaren 1980 kondigde Cossery deze roman voor het eerst aan als Petits voleurs et grands voleurs: uiteindelijk moesten de Cossery-adepten bijna vijftien jaar geduld uitoefenen alvorens het boek daadwerkelijk werd gepubliceerd. En dan nog onder een andere titel. De eerste Nederlandse vertaling bewaart, als mooi eerbetoon, de oorspronkelijke werktitel: Grote dieven kleine dieven. In een uiterst elegant, puur en verfijnd proza hangt Cossery een ontluisterend beeld op van de grootstad Caïro, waar corruptie en misdaad de dienst uitmaken en de kleine luizen (‘sinds lang in overlevingsstrategieën bedreven gepeupel’) in de stinkende pels van de metropool het hoofd boven water proberen te houden. 
Met bijtende spot klaagt Cossery de machthebbers en opportunisten aan, terwijl hij zijn centrale personages — bedelaars, gauwdieven en verloederde filosofen — met een mild existentialisme benadert. Hoewel de stumpers en sukkelaars teren op het corrupte systeem om te overleven, vinden ze tegelijkertijd een bijna cynische vreugde in de absurde onomkeerbaarheid van hun ‘rampzalig stedelijk nomadenbestaan’. De ‘Voltaire van de Nijl’ levert met Grote dieven kleine dieven een weerzinwekkend slotdeel af van de ‘lange geschiedenis van de menselijke verwerpelijkheid’.
Monsieur Albert
Cossery werd geboren op 3 november 1913 in Caïro, als nakomertje in het gezin Kusairi, later verfranst tot Cossery. Hij ging er prat op dat hij — behalve tijdens zijn schooljaren — nooit zijn bed uitkwam voor het middaguur én in zijn leven nooit heeft gewerkt om de kost te verdienen. Nietsdoen was zijn religie. Toen iemand hem vroeg waarom hij boeken schreef, antwoordde hij dat hij hoopte dat zijn lezers de volgende dag niet meer zouden willen gaan werken. Zijn vader en grootvader hielden er hetzelfde principe op na. Ze waren afkomstig uit het Syrische Al-Qusayr, bij Homs, en konden als eenvoudige grondbezitters hun gezinnen onderhouden. Ze rentenierden op de lange termijn, als het ware, en als de nood hoog was, verkochten ze mondjesmaat lappen land. Cossery’s moeder kon lezen noch schrijven, maar had een bescheiden vermogen in juwelen. Ook die werden soms verpand, zolang de familie zich maar niet moest verlagen tot arbeid.
Albert had twee veel oudere broers en een zus: alle kinderen hadden Franse voornamen. Zijn broers schreven gedichten en brachten hem in contact met de wereldliteratuur en de grootheden van de Franse letteren. Thuis werd Arabisch gesproken, maar Cossery liep school in het Frans, bij de broeders van het lyceum. Als tienjarige wist hij al dat hij schrijver wilde worden, gebruikmakend van de Franse taal, natuurlijk, de taal van de bellettrie. Op zijn achttiende publiceert hij een eerste (en laatste) dichtbundel, Les morsures, naar eigen zeggen vooral om indruk te maken bij de meisjes. De bundel verzen in de trant van Baudelaire is vandaag zo goed als onvindbaar.
In de jaren 1930 verbleef Cossery een tijd in Parijs om rechten te studeren. Van zijn studie kwam echter niet veel in huis, van de bloemetjes buiten zetten des te meer: ‘Om schrijver te worden, hoef je niet te studeren.’ Vader Cossery weigerde verdere steun en Albert keerde terug naar Caïro, waar hij stilaan naam maakte als begenadigd auteur van korte verhalen. Een eerste bundeling, Les hommes oubliés de Dieu, verscheen in 1941, gelijktijdig in het Frans, het Arabisch en het Engels. Later zou Henry Miller, Cossery-fan van het eerste uur, er voor zorgen dat de bundel uitkwam in de Verenigde Staten: Lawrence Durrell, die tijdens de oorlog werkte als diplomaat in Caïro, had Miller gewezen op een bijzonder, lokaal talent. De bekrompenheid van de Egyptische literaire kringen deed Cossery al gauw naar lucht happen: hij monsterde aan als steward op een pakketboot richting New York. Daar werd hij als ‘verdachte vreemdeling’ terug op de boot gezet richting Egypte. In 1944 publiceerde Cossery zijn eerste roman La maison de la mort certaine bij uitgeverij Masses in Caïro. Dankzij bemiddeling van Albert Camus — Cossery’s levenslange copain de drague — verschenen zijn eerste twee boeken in Frankrijk. In 1945 zag Cossery zijn grote kans en vestigde zich definitief in Parijs: eerst in Montmartre, nadien in Saint-Germain-des-Près. In deze laatste vrijgevochten en artistieke wijk voelde Cossery zich meteen thuis. Hij nam er een kamer in het bescheiden hotel La Louisiane in de rue de Seine. Hij zou er blijven tot aan zijn dood in 2008. Hotelmens Joseph Roth kan er een puntje aan zuigen.
In het bruisende nachtleven van Parijs maakt Cossery kennis met onder vele anderen Boris Vian, Jean Genet, Louis Guilloux, Michel Leiris, Pablo Picasso, Juliette Gréco, Marcel Mouloudji en Alberto Giacometti. Stuk voor stuk werden het vrienden, die hem hielpen te overleven wanneer de royalties van zijn boeken niet toereikend waren. Cossery walgde van de gevestigde orde, de machthebbers en de autoriteiten. Hij haatte de rijken, de machthebbers, omdat via hen de corruptie en het kwade de samenleving binnendringt. Hij benadrukte geregeld dat hij vrij was omdat hij niets bezat. Desondanks was hij altijd piekfijn uitgedost, als een onvervalste dandy, strak in het pak, de ultieme flaneur, toujours la classe. Cossery ligt begraven op het kerkhof in Montparnasse, niet ver van Baudelaire en Cioran. De Belgische fotografe Sophie Leys maakte een mooi en ontwapenend filmportret van Cossery: het toont hem, op het einde van zijn leven, stemloos door keelkanker, communicerend via papiertjes, in al zijn ongrijpbaarheid en kwetsbaarheid.
Cossery was het tegendeel van een veelschrijver. Niet uit luiheid, want schrijven was zijn hele leven: ‘La seule chose que je prenne au sérieux, c’est l’écriture.’ Met een nagelaten oeuvre van zeven romans en een verhalenbundel op een schrijverscarrière van bijna zestig jaar is dat grofweg een boek per klein decennium. Iemand rekende uit dat zijn literair debiet neerkomt op een zin per dag. Cossery lag er niet wakker van: ‘Je peux passer six mois sans rien écrire, à penser à une phrase; appelez ça de la paresse, si vous voulez. Pour moi, c’est de la réflexion.’
Grote dieven kleine dieven is het vijfde boek van Cossery dat in Nederlandse vertaling verschijnt, waarvan vier het werk zijn vertaalster Mirjam de Veth. In haar aanstekelijk nawoord bij de voorliggende editie benadrukt ze dat Cossery zichzelf altijd als een uitgesproken Egyptische schrijver heeft gezien. Hij heeft nooit de Franse nationaliteit aangenomen, hoewel hij er twee derden van zijn leven woonde. De setting van zijn romans is bijna altijd Caïro of een stad in een niet nader bepaald Midden-Oosters land. Zijn personages drinken geen wijn, maar roken hasjiesj bij de vleet (zie ook de schitterende Caïro-trilogie van Cossery’s landgenoot en Nobelprijswinnaar Nagieb Mahfoez). Zoals De Veth signaleert vertaalt die Egyptische identiteit zich ook in Cossery’s Frans. Zo gebruikt hij letterlijke vertalingen van Arabische begroetingen en verwensingen, verfranst hij op straat opgevangen anekdotes, spreekt van ‘al-Kahira’ in plaats van ‘Caïro’ en tutoyeert beduidend meer dan een Fransman, zoals Egyptenaren die Frans spreken nu eenmaal doen. Cossery’s taal is compact en precies, concludeert De Veth, maar al zijn zinnen zijn gedrenkt in ironie.
De schakeringen van het schandelijke
Grote dieven kleine dieven opent met een meesterlijke scène: Oessama, het 23-jarige hoofdpersonage, kijkt vanop een voetgangersbrug vol fascinatie naar de onontwarbare drukte op het immense Tahrirplein:
Wat Oessama het liefst deed was kijken naar de chaos. Hangend over de leuning van de bovengrondse voetgangersbrug die met zijn metalen pijlers het Tahrirplein omsloot, overpeinsde hij ideeën die faliekant in tegenspraak waren met de theorieën van gezaghebbende denkers, die verzekerden dat het voortbestaan van een land staat of valt met orde. Het schouwspel dat zich voor zijn ogen ontrolde logenstrafte deze stompzinnige bewering onontkoombaar.
Het schouwspel vanaf deze panoramische uitkijkpost sterkt hem in zijn overtuiging dat de wereld tot in het oneindige kan blijven voortbestaan in chaos en anarchie. Oessama is geen ‘fatale schoonheid’, maar heeft een innemend gezicht ‘met zwarte ogen waarin eeuwige pretlichtjes’ glimmen. Ondanks de hitte loopt hij gekleed in een linnen pak, een ecru zijden hemd, ‘opgeluisterd met een felrode das’ en bruine suède schoenen. Zijn onaangepaste kledingstijl heeft een reden: de risico’s van zijn vak tot een minimum reduceren. Oessama is namelijk een dief, ‘geen legale dief zoals een minister, bankier, zakenman, speculant of projectontwikkelaar’, neen, ‘hij was een bescheiden dief met wisselende inkomsten wiens activiteiten […] in alle tijden en overal ter wereld beschouwd werden als een aanslag op de morele wet van de rijken.’ Begiftigd met een praktische intelligentie heeft Oessama al snel door dat wanneer hij zich kleedt ‘in de stijl van de gepatenteerde oplichters van het volk’ hij minder in het oog zal springen bij de politie en zich onopvallend zal kunnen bewegen in welvarende middens.
Arme mensen zijn volgens Oessama niet tot alles in staat, zoals hij weleens heeft horen beweren. Niet alleen arme mensen zijn dieven. Anders zouden ze rijk zijn, zo redeneert hij. Kijkend naar de krioelende massa raakt hij ontroerd door ‘de denkbeeldige adel’ waar armoezaaiers aanspraak op maken: ‘ostentatief berooid zijn’ is voor hem ‘een onomstotelijk teken van ware grootheid’. Oessama groeide op in grote armoede, maar was — helaas voor hem — niet lichamelijk misvormd, waardoor hij niet kon concurreren met andere bedelaars. Toen hij nog een eerlijke burger was, beschouwde hij armoede als iets noodlottigs. Maar nu is hij een kruimeldief die meer geniet van de avontuurlijke opwinding die bij zijn métier hoort dan van de financiële opbrengst. Wanneer Oessama zich op een dag installeert op het geïmproviseerde terras van Café Cosmopolite verandert zijn leven. Hij beraamt een slag op de ‘Notabelenclub’ aan de overkant van de straat, een ‘hol van de handelsaristocratie’ die voor de jongeman al meerdere keren een bron van ‘lucratieve individuele terugvorderingen’ is geweest. Zijn plannen vallen echter in duigen op het moment dat Safiera opduikt, een jonge prostituee die verliefd is op Oessama en een romantische kijk heeft op zijn beroep. Eigenlijk wil ze ook dievegge worden, in eerste instantie om op gelijke voet te staan met de man van haar dromen.
Oessama wimpelt haar voor de zoveelste keer af en ziet dan plots zijn kans wanneer een corpulente man — met ‘een fysiek voorkomen dat zo afstotelijk was dat zelfs een ritsige geit ervan zou walgen’ — de club verlaat. Met ‘de vingervlugheid van een goochelaar’ slaagt hij erin de man te ontdoen van zijn krokodillenleren portefeuille, met daarin een enveloppe. De brief in de bewuste omslag is geadresseerd aan een steenrijke projectontwikkelaar die verantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van een vijfigtal bewoners van een pand met sociale huurwoningen dat door zijn bedrijf was gebouwd en kort na de inauguratie was ingestort. De briefschrijver, de broer van de minister van Openbare Werken, distantieert zich uitdrukkelijk van de projectontwikkelaar. Oessama beseft meteen dat hij een bom in handen heeft, maar weet niet goed wat te doen. Hij zoekt zijn vader op — die eveneens in een bouwvallig ‘huis van de wisse dood’ woont en niet op de hoogte is van de misdadige praktijken van zijn zoon — maar die kan hem niet verder helpen. Terwijl Oessama erover denkt met de brief naar de pers te stappen, ‘ter lering en vermaak van alle volkeren die minder op de hoogte waren van de misdadigheid van hun leiders’, ziet hij op een terras zijn vroegere leermeester in het vak, Nimr, zitten. Nimr vindt Oessama ‘een jonge pauw die pronkt met zijn veren’ omdat hij zijn armoedige achtergrond verloochent. Hij walgt van Oessama’s ‘mooie pakken’-tactiek:
Er is niets immoreler dan te stelen zonder risico’s. Juist het risico onderscheidt ons van bankiers en hun trawanten die wettelijke diefstal bedrijven onder de bescherming van de regering. Ik heb je mijn kunst niet bijgebracht om je een filmster-dief te laten worden wiens grootste zorg is bij zijn publiek niet in de smaak te vallen.
Profeet van de spot
Oessama leerde Nimr kennen op een duister moment in zijn jonge leven. Hij stopte met school toen hij kon lezen en schrijven en begon te bedelen, zoals vermeld ‘een weinig lucratief bedrijf’ aangezien hij een ongeschonden en gezond lichaam had. Net wanneer hij een zelfmoordpoging overweegt door zich voor een bus of vrachtwagen te gooien, krijgt hij van Nimr een royale aalmoes van twintig piaster. Meesterdief Nimr neemt Oessama aan als zijn leerling. Voor Nimr zijn dieven de meest vrije wezens die je maar kan bedenken, behept bovendien met een ‘revolutionair bewustzijn’. Diefstal is voor hem de ‘rechtvaardige terugvordering van het wisselgeld door de armen in een wereld waar grote dieven aan de top van de maatschappelijke ladder ongestraft hun zakken vullen.’ Oessama vraagt advies over de brief. Eerst raadt Nimr aan die te verbranden, maar verandert al snel van gedacht en stelt Oessama voor om samen naar Karamalla te gaan, ‘de uitzonderlijkste man’ die hij kent. Nimr leerde Karamalla — ‘een schrijver en journalist van naam’ en ‘profeet van de spot’ — kennen in de gevangenis. In zijn geschriften probeert Karamalla door middel van spot alle vormen van macht en de groteske figuren die de macht uitoefenen, te bestrijden. Een van de pijlers van zijn filosofie is dat problemen zich altijd vanzelf oplossen als je er geen aandacht aan besteedt.
Karamalla heeft net als duizenden andere daklozen zijn domicilie in de Dodenstad, de stadsbegraafplaats, meer bepaald in het mausoleum van zijn familie, een krakkemikkig grafmonument ‘ontworpen met de benepen fantasie van een politieambtenaar’. Volgens hem verlangt het merendeel van de mensen naar slavernij, oplichting en onderdrukking. Als ‘profeet van de spot’ streeft hij een andere, geestelijke aristocratie na:
Er moet gezegd worden dat Karamalla behoorde tot de categorie van echte aristocraten die als vuile kleren alle waarden en normen hadden afgeworpen die door die schandelijke figuren al eeuwenlang vastgesteld waren om hun heerschappij te bestendigen. Zo deed het voortbestaan van de macht van die stinkende honden op de planeet geen afbreuk aan zijn levensvreugde. Integendeel, hun stompzinnige en criminele daden waren voor hem een onuitputtelijke bron van vermaak. Zozeer dat hij zichzelf soms moest bekennen dat hij het zou betreuren dat dit geboefte zou verdwijnen, uit angst voor de saaiheid van een mensheid ontdaan van haar gespuis.
Hij veracht de lof van een maatschappij die alleen respect heeft voor schoften. Niets of niemand verdient daarom de minste eerbied. Wanneer Oessama Karamalla ontmoet, erkent hij onmiddellijk de grootsheid van de filosoof-bedelaar, die ‘leefde in een wonderlijk op hem toegesneden werkelijkheid’. Karamalla vindt Oessama’s brief een ‘meesterwerk van zwarte humor’, dat volgens hem echter geen enkel schandaal zal veroorzaken omdat dergelijke criminaliteit een toegestaan verschijnsel is in de hoogste maatschappelijke kringen. Speciaal voor deze groteske zaak bedenkt Karamalla ‘een grandioze oplossing’. Hij wil de bestolen man een lesje leren.
Net als in Cossery’s andere romans krijgen Caïro en zijn bewoners een prominente rol in Grote dieven kleine dieven. Corrupte machthebbers, bedelaars-filosofen, gentleman-dieven, nobele luiaards, hoertjes, straatslijpers en andere aristocraten van de geest bevolken een chaotische en allesverslindende metropool. Striptekenaar Golo maakte overigens een niet onaardige adaptatie met nog meer aandacht voor de Egyptische hoofdstad dan in het origineel. Cossery’s inspiratiebron is het Egypte van zijn jeugd, zijn familie en vrienden. In een interview stelde hij ooit niets te verzinnen. Verzinnen is voor romanciers, niet voor écrivains. Een verhaaltje bedenken en opschrijven, dat kan iedereen. Oessama is duidelijk geïnspireerd op Cossery zelf, maar ook Karamalla heeft evidente trekken van ‘de Voltaire van de Nijl’. Bij de eerste gaat het vooral over een uiterlijke gelijkenis, bij de tweede eerder over een filosofische eensgezindheid. Autobiografische elementen zijn schering en inslag bij Cossery. De über-Oblomovs in zijn meesterwerk De luiaards in de vruchtbare vallei (1948) zijn bijvoorbeeld gebaseerd op enkele familieleden, die weigerden te werken en luiheid verhieven tot een cultus. In zijn eerste roman, Het huis van de wisse dood(1944), klaagt hij de schandelijke woonomstandigheden in Caïro aan, net zoals in de passage met Oessama’s vader in Grote dieven kleine dieven, zijn laatste roman.
Na de publicatie van Grote dieven kleine dieven in 1999 kondigde Cossery aan dat hij niet meer zou publiceren, onder meer omwille van gezondheidsperikelen. Hij was toen al immers een dik eind in de tachtig en zijn voorlaatste roman, Une ambition dans le désert(1984), was al vijftien jaar eerder gepubliceerd. Sommigen beweren dat Grote dieven kleine dieven het werk is van een auteur die al ver over zijn hoogtepunt heen was. Het is met iets meer dan honderd pagina’s immers zijn kortste roman en het einde van het verhaal komt vrij abrupt. Je zou er een soort van gemakzucht of haastwerk in kunnen zien. Maar laat u niets wijsmaken: de apotheose in het Spiegelcafé — waarin Oessama, Nimr en Karamalla de confrontatie aangaan met de corrupte projectontwikkelaar — is een staaltje van Cossery’s uitzonderlijke talent voor dialoog en humor van de allersubtielste soort. De laatste twintig bladzijden zijn eerder een hoogtepunt en zeker niet de snelle, ondoordachte afhandeling van een flinterdunne plot.
De ironie en de onthechting waarmee Cossery door het leven ging, is overdrachtelijk en prominent aanwezig in het geheel van zijn literaire productie. Sterker nog, in zijn bijtende humor zit net de crux. Hij liet ooit optekenen dat voor hem iedere zin, hoe kort ook, moet zijn als ‘een druppel ammoniak die de mensen uit hun lethargie schudt’. Met een taal vol weerhaken en scherpe kantjes wil hij de valse mechanismen van de maatschappij doorprikken en ontmaskeren. Nimr wordt bijvoorbeeld voorgesteld als een weinig fanatiek krantenlezer ‘wegens analfabetisme’, en de ‘snode puinmagnaat’ Soelaiman als ‘de ontwikkelaar van onbeduidende stedelijke genocides’. Het is niet alleen een manier om de dingen gezegd te krijgen, maar ook een veelzeggende methode om meer te zeggen dan er staat. Cossery’s roman is doordrongen van een oprechte liefde voor zijn kleurrijke en inventieve personages. Hun geestelijke vader neemt het onverschrokken voor hen op. Maar de ‘Sfinx van het Café de Flore’ wil niet beleren of met de vinger wijzen. Hij wil aanklagen. Cossery is een grootmeester in het balanceren op het scherpst van de ironie en de farce, zonder ooit te vervallen tot een slap cynisme of de vuige pet van de moraalridder op te zetten. Humor als vorm van wijsheid, met de grandeur van een diep inzicht in het menselijke tekort.
Verschenen op: Mappalibri, mei 2019
Grote dieven kleine dieven van Albert Cossery, Jurgen Maas 2019, vert. en naw. door Mirjam de Veth, ISBN 9789491921650, 132 pp.
0 notes
devosopmaandag · 3 years
Text
Over het beginnen aan een boek
Heel stil is het, en er dringt nog niet het flauwste licht van buiten door. Nog steeds kan het twee kanten op vallen: weer verdwijnen of tevoorschijn komen. Dat 'het' is mijn bewustzijn. Het valt. ik ben wakker. Van verdwijnen is voorlopig geen sprake. Ik raak in een stemming die iedereen kent. Beelden en gedachtes komen en gaan, net voldoende om ze waar te nemen. Ik doe het licht aan.
In het rozige licht van het half afgedekte bedlampje zie ik het nieuwe boek liggen. We kregen het van S, de zoon van vriend R, die me gisteren erover vertelde. Ook hij kreeg het van zijn zoon. Mooi als een boek een diepe indruk op iemand maakt en hij of zij dat wil delen. 'Er gebeurt niets', waarschuwt R me, 'maar dat ken jij wel van romans. Wat een boek!' Het ligt al een paar maandente wachten, samen met nog een flinke stapel. Ik hou van boeken en van lezen, maar er is een merkwaardig verschijnsel dat me soms flink parten speelt en waar ik me wat voor geneer: de weerzin om aan een nieuw boek te beginnen, de weerzin om het zelfs maar op te pakken en open te slaan. Ik probeer dat te begrijpen. Er zit een element van angst in, van plicht, van gevangen raken. Het betekent ook uit het hier en nu stappen. Uitstel is het, procrastinatie, met een chique woord. Straf en beloning spelen bij dat verschijnsel een rol. Eenmaal in een boek geraakt is van straf geen sprake en de beloning bijna zonder uitzondering groot. Ik weet het. In de stilte en de onaangename leegheid van dat wakker liggen zou een boek een troost kunnen zijn. En dan besluit ik het beginnen aan het boek zo bewust mogelijk te doen, elke handeling geconcentreerd uit te voeren, te 'voelen' wat ze doen. Ik neem het boek in handen.
Albert Cossery – De luiaards in de vruchtbare vallei – roman – Uitgeverij Jurgen Maas. Ik werp een vluchtige blik op de foto van het omslag. Geurloos. Hardcover. Schutblad zwart. De flaptekst sla ik over. Uit het Frans vertaald en van een nawoord voorzien door Mirjam de Veth. Nee, niet het nawoord lezen! Uitstelgedrag.
Nooit, nooit eerder in mijn lange leesleven heb ik van het lezen van de eerste zinnen van een boek zo'n nadrukkelijk moment gemaakt. Alsof ik de Thora uitrol en met de zilveren aanwijsstok begin te lezen. “De jongen laadde zijn katapult en richtte heel lang, met ingehouden adem. Daarna loste hij zijn schot, met zijn hoofd naar achteren en open mond, zijn hele gezicht stralend van een vreemde opwinding.”
Hé, een merel begint buiten te zingen!Ik lees verder en vergeet mijn voornemen. De jongen wordt gadegeslagen door Siraag, die verscholen in een berm het hele tafereel als een bezwering ervaart.
“In de waanzinnige opwinding van de jongen herkende Siraag alle kenmerken van een zwoegende, opgejaagde mensheid. Nog nooit was de wereld van de tot slavernij gedoemde mensheid met zo'n vreemde kracht tot hem doorgedrongen.”
Als ik bij het eerste echte licht opnieuw wakker word, denk ik terug aan dat openen van het boek.
4 notes · View notes
rabbittstewcomics · 3 years
Text
Episode 302
Comic Reviews:
Batman Adventures Continue Season Two 1 by Paul Dini, Alan Burnett, Ty Templeton, Monica Kubina
Catwoman: Soulstealer by Sarah Maas, Louise Simonson, Samantha Dodge
Crush and Lobo 1 by Mariko Tamaki, Amancay Nahuelpan, Tamra Bonvillain
DC Horror Presents: The Conjuring - The Lover 1 by David Johnson-McGoldrick, Scott Snyder, Rex Ogle, Garry Brown, Denys Cowan
Nice House On The Lake 1 by James Tynion IV, Alvaro Martinez Bueno, Jordie Bellaire
Poison Ivy: Thorns by Kody Keplinger, Sara Kipin
Spy Hunter and Paper Boy by Larry Hama, Mac Rey
Heroes Reborn: American Knights by Paul Grist, Christopher Allen, Marc Deering, Guru eFX
Heroes Reborn: Marvel Double Action by Tim Seeley, Dan Jurgens, Scott Hanna, Chris Sotomayor
Iron Man Annual by Jed MacKay, Ibraim Roberson, Rachelle Rosenberg
Star Wars: War of the Bounty Hunters 1 by Charles Soule, Luke Ross, Neeraj Menon
North Force 0 by Erik Larsen
Basilisk 1 by Cullen Bunn, Jonas Scharf, Alex Guimaraes
Apex Legends: Overtime 1 by Jesse Stern, Neil Edwards, Keith Champagne
Worst Dudes 1 by Aubrey Sitterson, Tony Gregori, Lovern Kindzierski, Taylor Esposito
Out of Body 1 by Peter Milligan, Inaki Miranda, Sal Cipriano, Eva De La Cruz
Moths 1 by J. Michael Straczynski, Mike Choi
Invisible Kingdom Vol 3 by G. Willow Wilson, Christian Ward
Bettie Page and the Curse of the Banshee 1 by Stephen Mooney, Jethro Morales, Dinei Ribeiro
Vampirella 1992 by Max Bemis, Marcos Ramos, Andrew Dalhouse
Miles Morales: Shock Waves OGN by Justin Reynolds, Pablo Leon
The Girl From the Sea by Molly Knox Ostertag
The Golem's Mighty Swing by James Sturm
99 Cent Theater:
A Riverside Date by nankadetekima
Flen in Black by Keisuke Odagiri
Curse of the Three Sisters by SeNMU
Immoral 1 by Lin Yi
I Cast My Mantle to the Air by Keisuke Odagiri
Shadow of Alexandria 1 by Chelsi Robichaud, Guilherme Medeiros
Noirobi 1 by Anton Petrovich
Midnight Dogs 1 by Rodrigo Alvarez
Museum of Divorce by Ryan Patrick Lindberg
Feelers 1 by James Wendelborn
Additional Reviews: Inside No 9 s1, All-New Wolverine Omnibus, Witcher, A Quiet Place II, Raya and the Last Dragon
News: Another Zdarsky What If Spidey story, Ewing/Ram V/Hitch new Venom creative team, Cates/Ottley on Hulk, Jupiter's Legacy cancelled, LEGO comics from Skybound, Death of Dr. Strange in September, Brisson co-writing Amazing, first images from Flash movie, Jessica Drew voice cast
Trailers: Owl House s2, Lisey's Story
Comics Countdown:
Girl From the Sea by Molly Knox Ostertag
Nice House On The Lake 1 by James Tynion IV, Alvaro Martinez Bueno, Jordie Bellaire
Nocterra 4 by Scott Snyder, Tim Daniel, Tomeu Morey
Deadly Class 46 by Rick Remender, Wes Craig, Jason Wordie
Dead Dogs Bite 4 by Tyler Boss
Immortal Hulk 47 by Al Ewing, Joe Bennett, Ruy Jose, Paul Mounts
Fire Power 12 by Robert Kirkman, Chris Samnee, Matt Wilson
Swamp Thing 4 by Ram V, Mike Perkins, Mike Spicer
Batman/Catwoman 5 by Tom King, Clay Mann, Tomeu Morey
Star Wars: War of the Bounty Hunters 1 by Charles Soule, Luke Ross, Neeraj Menon
Check out this episode!
0 notes
theradiodude · 7 years
Text
In chronological order (by year) of single release, I give you the Miami High Playlist -- otherwise known as a musical journey through my life -- as a work in progress. Sugarhill Gang, The - Rapper's Delight Hall & Oates - I Can't Go for That Phil Collins - In the Air Tonight Soft Cell - Tainted Love Sugarhill Gang, The - Apache After The Fire - Der Kommissar (theDALE Radio Edit) Grandmaster Flash & The Furious 5 - The Message Hall & Oates - Maneater Toto - Africa Toto - Rosanna Yaz - Don't Go Billy Joel - Uptown Girl Men Without Hats - Safety Dance (Remix) Naked Eyes - (There's) Always Something There to Remind Me Yes - Owner of a Lonely Heart Billy Ocean - Caribbean Queen (No More Love On the Run) Debbie Deb - Lookout Weekend Glenn Frey - The Heat Is On Hall & Oates - Out of Touch Joan Jett & The Blackhearts - Do You Wanna Touch Me (Oh Yeah!) Laura Branigan - Self Control Philip Bailey & Phil Collins - Easy Lover Shannon - Let the Music Play Bangles, The - Walk Like an Egyptian Dead or Alive - You Spin Me Round (Like A Record) Level 42 - Something About You Miami Sound Machine - Conga Mr. Mister - Broken Wings Phil Collins - Sussudio Scorpions, The - Rock You Like a Hurricane Sly Fox - Let's Go All the Way Wham! - Everything She Wants Afrika Bambaataa - Looking for the Perfect Beat Afrika Bambaataa & The Soul Sonic Force - Planet Rock Bruce Hornsby - Mandolin Rain Exposé - Come Go With Me (Shortened 12-Inch Mix) Falco - Rock Me Amadeus (American '86 Mix) Genesis - Tonight, Tonight, Tonight Huey Lewis & The News - Hip To Be Square Miami Sound Machine - Bad Boy Steve Winwood - Higher Love Swing Out Sister - Breakout Buster Poindexter - Hot Hot Hot (Radio Edit) Gloria Estefan & Miami Sound Machine - Rhythm Is Gonna Get You Los Lobos - La Bamba Steve Winwood - Valerie (Remix Version) Whitney Houston - I Wanna Dance With Somebody Gloria Estefan & Miami Sound Machine - 1,2,3 (Remix) Stevie B. - Dreamin' of Love Double Trouble & The Rebel MC - Just Keep Rockin' (Original Sk'ouse 12-Inch) Gloria Estefan - Get On Your Feet Young MC - Bust A Move Poison Clan - Dance All Night Alannah Myles - Black Velvet Snap! - The Power Technotronic - Pump Up The Jam Vanilla Ice - Ice Ice Baby Deee-Lite - Groove Is In The Heart 2 Unlimited - Get Ready For This Black Box - Strike It Up C+C Music Factory - Gonna Make You Sweat (feat. Freedom Williams) Michael Jackson - Black or White (No Intro) Snap! - Rhythm Is a Dancer Chaka Demus & Pliers - Murder She Wrote Captain Hollywood Project - More and More (7" edit) Reel 2 Real - I Like To Move It (feat. The Mad Stuntman) (Radio Edit) Tag Team - Whoomp! (There It Is) Ace of Base - The Sign Real McCoy, The - Run Away Shawn Christopher - Make My Love (theDALE Radio Edit) Blackstreet - No Diggity (feat. Dr Dre & Queen Pen) Corona - Rhythm of the Night Faithless - Insomnia Method Man - All I Need (feat. Mary J. Blige) (Razor Sharp Remix) Skee-Lo - I Wish (Radio Edit) Amber - This Is Your Night Angelina - Release Me (Radio Mix Show) Audio Adrenaline - Free Ride Busta Rhymes - Woo Hah!! Got You All in Check Charli Baltimore - Money (theDALE Radio Edit) Daft Punk - Around The World DJ Laz - Esa Morena Everything But the Girl - Missing (Todd Terry's Club Mix) La Bouche - Be My Lover (US Version) La Bouche - Sweet Dreams Mon A Q - Stay In Love (7-Inch Dance Radio Mix) Natural Born Chillers - Rock the Funky Beat No Mercy - Where Do You Go Planet Soul - Set U Free Quad City DJ's - C'mon 'N' Ride It (The Train) Robert Miles - Children Ghost Town DJ's - My Boo Audio Adrenaline - Blitz (feat. The O.C. Supertones) Brian McKnight - You Should Be Mine (feat. Ma$e) B-Rock & Da Biz - My Baby Daddy Chumbawamba - Tubthumping Freak Nasty - Da Dip Jocelyn Enriquez - A Little Bit of Ecstasy Lil' Kim - Not Tonight (Ladies Night Remix) (feat. Angie Martinez, Lisa Left Eye Lopez, Da Brat & Missy Elliott) Luke - Raise The Roof (Party Time Version) (feat. No Good But So Good) MC Lyte - Cold Rock a Party (Bad Boy remix) (MC Lyte main version) Montell Jordan - Get It On Tonite Notorious B.I.G. - Hypnotize (Radio Mix) Notorious B.I.G. - Mo Money Mo Problems Puff Daddy & Ma$e - Can't Nobody Hold Me Down Robyn - Do You Know (What It Takes) Rockell - In a Dream Savage Garden - I Want You Sneaker Pimps - Spin Spin Sugar Timbaland & Magoo - Luv 2 Luv U (Remix) Tito Nieves - I Like It Like That Lathun - Freak It Usher - You Make Me Wanna.mp3 Beenie Man - Middle Of The Night (feat. Tanto Metro) Beenie Man - Romie Aaliyah - Are You That Somebody? Ace Of Base - Cruel Summer Ayla - Ayla Part 2 Backstreet Boys, The - Everybody (Backstreet's Back) Big Pun - Still Not a Player (feat. Joe) Brandy & Monica - The Boy Is Mine (Radio Edit - No Phone Call) Busta Rhymes - Dangerous Busta Rhymes - Turn It Up (Remix) / Fire It Up Deborah Cox - Nobody's Supposed to Be Here (original version) Destiny’s Child - No, No, No, Part 2 (feat. Wyclef Jean) Dru Hill - How Deep Is Your Love (feat. Redman) (Radio Edit) Elvis Crespo - Suavemente Fatboy Slim - The Rockafeller Skank (Radio Edit) Ian Van Dahl - Castles in the Sky K.P. & Envyi - Swing My Way L.O.X., The - Money, Power & Respect Lord Tariq & Peter Gunz - Déjà Vu (Uptown Baby) (Clean Version) Ma$e - Feel So Good Missy Elliott - Sock It 2 Me (feat. Da Brat) Monifah - Touch It (Radio Edit) Outkast - Rosa Parks Puff Daddy - Victory (feat. The Notorious B.I.G. & Busta Rhymes) (Clean) Rob Zombie - Dragula (Hot Rod Herman Mix) Robbie Williams - Millennium (Radio Edit) Robyn - Show Me Love (Radio Version) Sonique - It Feels So Good (Radio Edit) Stardust - Music Sounds Better With You (Radio Edit) Beenie Man - Who Am I (LP) 702 - Where My Girls At? Alice DeeJay - Back in My Life Apollo 440 - Stop The Rock ATB - 9PM (Till I Come) (Original Radio Edit) Backstreet Boys, The - Larger Than Life Blaque - 808 (Remix) Britney Spears - ...Baby One More Time Christina Aguilera - Genie in a Bottle Citizen King - Better Days Clubbed to Death - Clubbed to Death (Kurayamino Variation) C-Murder - Down For My... (feat. Magic & Snoop Dogg) (Clean Version) Counting Crows - Hanginaround Darude - Sandstorm Destiny's Child - Bills, Bills, Bills Fragma - Toca's Miracle Groove Armada - I See You Baby (Shakin' That Ass) (Fatboy Slim Radio Edit) Jordan Knight - Give It To You (Miami Booty Bass Edit) JT Money - Who Dat (feat. Solé) Knowdaverbs - The Syllabus La Rissa - I Do Both Jay & Jane Lauryn Hill - Doo Wop (That Thing) LEN - Steal My Sunshine Lenny Kravitz - Fly Away Limp Bizkit - Break Stuff Lou Bega - Mambo No. 5 (A Little Bit Of...) Marc Anthony - I Need to Know (Pablo's Miami Mix Radio Edit) Memphis Bleek - Is That Your Chick (The Lost Verses) (feat. Jay-Z, Twista & Missy Elliot) (Radio Edit) Modjo - Lady (Hear Me Tonight) Outkast - B.O.B. (Bombs Over Baghdad) Outkast - Ms. Jackson Santana - Smooth (feat. Rob Thomas) Smashmouth - All Star Steppenwolf - Magic Carpet Ride (Philip Steir Remix) Vengaboys - We Like to Party Will Smith - Miami Zombie Nation - Kernkraft 400 (Live Remix) Furthermore - Fluorescent Jellyfish (Fluorescent Jellyfish Album Version) TLC - No Scrubs (Clean) Fatman Scoop - Be Faithful (Original Mix) 98 Degrees - Give Me Just One Night (Una Noche) Aaliyah - Try Again Alice DeeJay - Better Off Alone ATC - Around The World (La La La La La) Azzido da Bass - Dooms Night (Timo Maas Radio Edit) Daft Punk - One More Time (Short Radio Edit) Debelah Morgan - Dance With Me Destiny’s Child - Jumpin’ Jumpin’ Destiny's Child - Independent Women Pt. 1 DJ Jurgen - Higher & Higher (Radio Edit) DMX - Party Up (Edited) Dr. Dre - Forgot About Dre (feat. Eminem) Eiffel 65 - Blue Jagged Edge - Let's Get Married (ReMarqable Remix) (feat. Jermaine Dupri & Rev Run) Janet Jackson - Doesn't Really Matter Jennifer Lopez - Waiting For Tonight Knowdaverbs - God Is Big Limp Bizkit - Take A Look Around (Clean) 'N Sync - Bye Bye Bye 'N Sync - It's Gonna Be Me Nine Days - Absolutely (Story Of A Girl) P!nk - Most Girls P!nk - There You Go Samantha Mumba - Gotta Tell You Santana - Maria Maria (feat. The Product G&B) (Radio Mix) Third Eye Blind - Never Let You Go Tomoyasu Hotei - Battle Without Honor Or Humanity Mary Mary - Shackles (Praise You) Madonna - Music Trina - Pull Over (Radio Version) Aaliyah - We Need a Resolution (feat. Timbaland) Britney Spears - Boys Christina Milian - AM to PM Daft Punk - Harder Better Faster Stronger Dee Dee - Forever DJ Encore - I See Right Through to You DMX - Who We Be Janet Jackson - Someone to Call My Lover (So So Def Remix) (feat. Jermaine Dupri) Janet Jackson - Son of a Gun (Original Flyte Time Remix) (feat. Missy Elliott) Jennifer Lopez - I'm Real Jennifer Lopez - Play (Clean) Joe - Stutter (feat. Mystikal) (Double Take Remix - Allstar Extended Version) Lasgo - Something Ludacris - Rollout (My Business) (Clean) Missy "Misdemeanor" Elliott - Get Ur Freak On OceanLab - Clear Blue Water (Above & Beyond Progressive Mix) Outkast - So Fresh, So Clean (Radio Mix) Tamia - Stranger in My House (Thunderpuss Radio Edit) Toya - I Do!! Train - Drops of Jupiter U2 - Beautiful Day Destiny's Child - Bootylicious Willa Ford - I Wanna Be Bad 'N Sync - Pop (Radio Version) Smashmouth - I'm A Believer Relient K - Sadie Hawkins Dance Tree63 - Treasure Tree63 - Joy Tree63 - Look What You've Done Tree63 - 1*0*1 Tree63 - Worldwide Aaliyah - More Than a Woman Angie Martinez - If I Could Go (feat. Lil’ Mo & Sacario) Brandy - What About Us? Britney Spears - Boys (Co‐Ed remix) (feat. Pharrell Williams) Daniel Bedingfield - Gotta Get Thru This Dirty Vegas - Days Go By (Radio Edit) DJ Sammy & Yanou feat. Do - Heaven (Sammy & Yanou radio edit) DMX - X Gon' Give It to Ya (Edited) Elvis vs. JXL - A Little Less Conversation Eminem - Lose Yourself (Clean Edit - Quick Intro) Gigi D’Agostino - I'll Fly With You (L'amour Toujours) Grits - Ooh Ahh iiO - Rapture (Riva Radio Edit) In-Grid - You Promised Me (Tu Es Foutu) Jennifer Lopez - Jenny From the Block (Track Masters Remix feat. Styles P. & Jadakiss [The L.O.X.]) Justin Timberlake - Like I Love You (feat. Clipse) Kylie Minogue - Can’t Get You Out of My Head Linkin Park - In The End LL Cool J - Luv U Better Ludacris - Move... (feat. Mystikal) (Radio Edit) Ludacris - Saturday (Oooh! Ooooh!) (Radio Edit) Maroon 5 - Harder To Breathe No Doubt - Hella Good No Doubt - Hey Baby (feat. Bounty Killer) Overseer - Horndog (Radio Edit) Snoop Dogg - From tha Chuuuch to da Palace (feat. Pharrell) (Clean) Pink - Get The Party Started Tree63 - The Glorious Ones Beyoncé - Naughty Girl Beyoncé feat. Jay-Z - Crazy in Love (single version) Justin Timberlake - Rock Your Body Lil Kim - The Jump Off (Super Clean) Linkin Park - Nobody's Listening Ludacris - Stand Up (Edited) Lumidee - Never Leave You Michelle Branch - Are You Happy Now? Missy Elliott - Gossip Folks (feat. Ludacris) Missy Elliott - Work It (Hybrid Clean Edit) Outkast - Hey Ya Outkast - The Way You Move (Radio Mix) Paul Van Dyk - Nothing But You (feat. Hemstock & Jennings) (PVD Radio Mix) Sean Paul - Get Busy Switchfoot - Meant to Live The River Cry - Cry Me a River UKNY - I'm In Heaven (feat. Holly James) (Jason Nevins Presents...) Blu Cantrell Feat. Sean Paul - Breathe (Rap Version) (hurricān edit) Benny Benassi Presents The Biz - Satisfaction (Radio Edit) Airmen of Note, The - I'll Be Home for Christmas
from Facebook via IFTTT
1 note · View note
wintertuin · 7 years
Text
Pé Hawinkels Prijs: interview met Jurgen Maas
Tumblr media
‘Er mag meer kleur in de uitgeverijwereld’  Uitgeverij Jurgen Maas heeft de Pé Hawinkels Prijs gewonnen. Dit is een nieuwe prijs voor makers en instanties die met creatieve initiatieven de grenzen van de literatuur oprekken. De prijs werd uitgereikt tijdens het Wintertuinfestival 2017. Uitgeverij Jurgen Maas focust zich op Nederlandse en vertaalde literatuur, en op literaire en journalistieke non-fictie. Aandachtsgebieden zijn het Midden-Oosten, Noord-Afrika, en de multiculturele samenleving. Een interview met de winnaar. Het juryrapport is hier terug te lezen. Foto’s zijn van Schulte Schultz Fotografie.
Tumblr media
Gefeliciteerd! Wat vindt u van de toekenning van de prijs? Had u het verwacht? En vindt u het terecht? ‘Het is een eer. Ik kende de prijs eigenlijk niet, maar zag op Facebook dat ik genomineerd was door Joost Baars, dichter en boekverkoper. Toen hoopte ik er natuurlijk op. Of het terecht is laat ik graag aan anderen over, maar ik kon me erg vinden in het juryrapport.’
U werkte tot 2013 als radiomaker bij IKON. Wat heeft u doen besluiten om een uitgeverij te beginnen? En hoe hebt u dat aangepakt? ‘Ik heb twee grote liefdes, de journalistiek en de literatuur. Ik was de veertig gepasseerd en dacht, als ik eens wat anders wil gaan doen is dit het moment. Door mijn werk kende ik veel schrijvers en een aantal uitgeverijen, die mij dan ook van advies hebben voorzien. Daarnaast heb ik een informele raad van adviseurs samengesteld, bestaande uit Joost van Schendel van Uitgeverij Bulaaq, een aantal schrijvers, vertalers en een oud-medewerker van het Nederlands Letterenfonds.’ 
Wat is de doelstelling van uw uitgeverij? ‘Goede boeken maken en onder andere laten zien dat er een nieuwe generatie schrijvers uit het Midden-Oosten onze buren zijn in Europa.’   Waar komt uw interesse voor het Midden-Oosten, Noord-Afrika en de multiculturele samenleving vandaan? ‘Toen ik als tiener opgroeide in de Achterhoek, vertelde mijn vader in de jaren tachtig over de ervaringen van zijn neef die toen als verpleger werkte in Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon. Toen is mijn interesse voor het Midden-Oosten ontstaan, heb ik later op de School voor de Journalistiek een scriptie geschreven over de Palestijnse pers en vervolgens tijdens een studie politicologie me gespecialiseerd in het Midden-Oosten, mede een tijdschrift over het Midden-Oosten opgericht, en me vervolgens in de literatuur verdiept. Na 14 jaar bij de IKON als radiomaker de verhalen van anderen te hebben verteld wilde ik dat graag voortzetten als uitgever, met speciale aandacht voor het Midden-Oosten.’ 
Heeft de vluchtelingencrisis van de afgelopen jaren invloed gehad op de uitgeverij? ‘Ja, het heeft me onder andere doen besluiten om een boek uit te geven getiteld Cartooning Syria, met het werk van onder andere bijna dertig Syrische cartoonisten over het geweld in hun land, in september zal er een boek verschijnen over 80 jaar Europees vluchtelingenbeleid, en in 2019 een boek over de opvang van Syrische vluchtelingen in het Midden-Oosten.’
Wat zijn uw plannen voor de toekomst? Blijft u uitgever of heeft u nog andere ambities? ‘Vooralsnog is het streven om de komende jaren ongeveer acht titels per jaar te blijven uitgeven, tot mijn dochter, nu zes, twaalf is. Ik heb zeker het voornemen om uitgever te blijven.’
Zijn er andere nieuwe literaire initiatieven die volgens u lof verdienen?  ‘Een festival als Read My World in Amsterdam dat ook sinds 2013 bestaat.’
Wat vindt u van het literaire veld in Nederland? ‘Er mag meer kleur in de uitgeverijwereld.’  
Tumblr media
Uitgeverij Jurgen Maas won de Pé Hawinkels Prijs 2017. De ‘runner up’ van de winnaar was de Lezeres des Vaderlands. Er was één eervolle vermelding: voor Dennis Gaens en zijn literaire podcast ondercast.
0 notes
wintertuin · 7 years
Text
Pé Hawinkels Prijs: het juryrapport
Tumblr media
Tijdens het Wintertuinfestival werd de Pé Hawinkels Prijs uitgereikt, een nieuwe prijs voor makers en instanties die met creatieve initiatieven de grenzen van de literatuur oprekken. Het publiek mocht zelf genomineerden aandragen, waarna een vakjury, bestaande uit boekverkoper Edith Vroon, writer in residence Nina Polak en redacteur bij Lebowski Jasper Henderson, een winnaar koos. Het interview met Jurgen Maas, de prijswinnaar leest u hier. Hieronder leest u het juryrapport, tijdens het Wintertuinfestival uitgesproken door juryvoorzitter Edith Vroon. Edith is boekverkoper bij Linnaeus en persklaarmaker. Foto’s zijn van Schulte Schultze Fotografie.
Juryrapport Pé Hawinkels Prijs 2017
Voor de eerste editie van de Pé Hawinkels Prijs kwamen een kleine dertig inzendingen binnen. Bij het doornemen van de inzendingen viel ons, de jury, een sterke tweedeling op. Grofweg kon de lijst onderverdeeld worden in: vormvernieuwing en engagement. Dat de inzenders hun genomineerden allemaal herkenden in het profiel van de Pé Hawinkels Prijs geeft eens te meer aan hoe uniek en veelzijdig de naamgever was. Onder de inzendingen waren relatief veel initiatieven die zich richten op de performance-kant van literatuur. Eerlijk gezegd viel het ons – Nina Polak, Jasper Henderson en ondergetekende – een beetje tegen hoe vernieuwend de inzendingen waren. Ergens vonden we dat ook geruststellend: het gaat veel makers toch nog steeds vooral om de inhoud, een concept om het concept is niet voldoende.
Na het doornemen van de longlist kwamen we al snel tot twee kanshebbers en één eervolle vermelding, namelijk: Dennis Gaens en zijn onvolprezen literaire podcast ondercast. Waar Amerika grossiert in literaire podcasts, heeft Nederland ondercast. Er zijn meer literaire podcasts in ons land, maar Dennis Gaens was een van de eerste en zijn niet aflatende toewijding verdient alle lof. In ondercast biedt Gaens literair talent een platform en toont de literatuur in al haar vormen. Het literaire tijdschrift heeft het moeilijk, de podcast heeft de toekomst. Laat Dennis Gaens een voorbeeld zijn.  
Tumblr media
En dan de twee namen op de lijst die direct volledige instemming van de jury kregen.
Allereerst Uitgeverij Jurgen Maas. Voor wie Uitgeverij Jurgen Maas niet kent: deze uitgeverij richt zich sinds 2013 op literatuur uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika en op werk van migranten uit dat gebied. Met zijn werk raakt Jurgen Maas aan iets heel belangrijks. Hij geeft mensen een stem, die hier te weinig een stem krijgen. Jurgen Maas pakt op wat grotere uitgeverijen laten liggen. Hij is overal en weet precies waar hij het over heeft. En het lukt hem. Hij heeft iets van de grond af opgebouwd en bereikt veel mensen in alle lagen van de maatschappij. Zijn manier van uitgeven is niet vernieuwend, inhoudelijk gezien is het dat wel. Hij includeert en rekt niet zozeer de grenzen van de literatuur op, als wel de grenzen van de literaire wereld en maakt deze rijker.
De tweede naam op de longlist waarbij de voltallige jury opveerde is de Lezeres des Vaderlands. Nog even voor wie het niet meer weet: In januari 2016 begon de anonieme en zelfverklaarde ‘Lezeres des Vaderlands’ het project #lekkertellen. Ze hield bij welke boeken door welke recensenten werden besproken in de boekenbijlagen en lette hierbij op geslacht van zowel recensent als schrijver. Wat leek te beginnen als een grap, groeide uit tot een onderzoeksjournalistiek project waarbij statistiek, maatschappijkritiek en humor op onnavolgbare wijze samenkwamen. Wat wij zo waarderen in de Lezeres des Vaderlands is dat ze iets heeft blootgelegd en dat belangeloos deed. Het had natuurlijk iets beperkts, alleen maar ‘lekker tellen’, maar het ging om de bewustwording en door haar consequente aanpak bereikte ze haar doel. Door goed gebruik van social media wist ze haar boodschap op een intelligente manier te verpakken en bereikte ze veel mensen.
Wat Jurgen Maas en de Lezeres des Vaderlands gemeen hebben is dat ze mensen anders laten kijken naar hoe de literaire wereld in elkaar zit. Het zijn twee initiatieven die onderkennen dat de status quo wankelt, zoals het hoort in een moderne samenleving. Initiatieven die ervan uitgaan dat de maatschappij altijd in beweging is en dat tradities niet in beton gegoten zijn omdat de maatschappij die tradities zelf vormgeeft. Literatuur weerspiegelt als het goed is die bewegingen. Er zullen telkens nieuwe invloeden van buitenaf inwerken op een samenleving en die samenleving dus opnieuw vormgeven. Die invloeden zullen op hun beurt weer opduiken in de literatuur van die samenleving. Dat onderkennen en tot een focus maken van je werk, is wat wij verstaan onder het oprekken van de grenzen van literatuur. Maar waar de Lezeres alleen maar constateert, voegt uitgeverij Jurgen Maas ook echt iets toe aan ons literaire blikveld. En daarom heeft de jury besloten de eerste Pé Hawinkels Prijs toe te kennen aan uitgeverij Jurgen Maas.
Edith Vroon
Tumblr media
0 notes
Text
‘De blinde uil’ van Sadegh Hedayat: een adembenemend schimmenspel
Tumblr media
Tachtig jaar geleden publiceerde Sadegh Hedayat (1903-1951), de vader van de moderne Iraanse literatuur, zijn hallucinante cultklassieker De blinde uil (1937). Vijftig jaar later, in 1987, verscheen bij het inmiddels opgedoekte Coppens & Frenks de eerste Nederlandse vertaling rechtstreeks uit het Farsi. Jarenlang was de uitstekende maar inmiddels hopeloos uitgeputte en onvindbare vertaling van Gert J.J. de Vries de nachtmerrie van iedere zichzelf respecterende antiquarische boekenjager. Daar brengt Uitgeverij Jurgen Maas met een mooie herdruk, een herziene vertaling én een deelname aan het Schwob-programma nu gelukkig verandering in.
Een hobbelig levensparcours 
Sadegh Hedayat werd geboren in Teheran als lid van een noord-Iraanse aristocratische familie. Omdat zijn familie hoogopgeleid en gegoed was, had hij toegang tot een beter onderwijs dan de meeste Iraniërs. Zo ging hij naar het prestigieuze katholieke college Saint-Louis in de Iraanse hoofdstad. Daar leerde hij de Franse literatuur kennen, een voorliefde die hij zijn leven lang zou meedragen. Vanaf 1925 slaagde Hedayat erin om vier jaar lang van studiebeurzen te leven. Hij ving een ingenieursstudie aan in Gent en later onder meer architectuurstudies in Parijs, Reims en Besançon. Geen enkele studie voltooide hij, maar begon in die periode wel met schrijven.   In 1930 keerde hij terug naar Iran, om eind 1950 zijn geboorteland definitief te verlaten voor Parijs. Hedayat slaagde er nauwelijks in vast te houden aan ‘treurige klerkbaantjes’ en overleefde dankzij de vrijgevigheid van vrienden en familie. Hedayat was sociaal onaangepast en het slachtoffer van zijn verhoogde sensibiliteit. Hij heeft nooit een vaste relatie gehad, zwalkte door het leven en leed aan zware depressies. Bovendien was hij hevig verslaafd aan opium en alcohol. In 1951 pleegde hij zelfmoord in Parijs door zichzelf te vergassen. Hij ligt begraven op Père Lachaise, divisie 85, vlakbij Marcel Proust.   Hedayat is, ondanks zijn vroege dood en hobbelig levensparcours, de auteur van een vrij omvangrijk oeuvre. Hij schreef dertien romans en novellebundels, drie theaterstukken, vier essays (over vegetarisme, zijn liefde voor dieren, de Perzische dichter Omar Khayyam en Franz Kafka, van wie hij De gedaanteverwisseling naar het Farsi vertaalde), twee reisverslagen, drie verhandelingen over Iraanse folklore en zeven studies over het Pahlawi, de pre-islamitische taal van Iran. Zijn fictiewerk varieert van romantisch tot realistisch over nationalistisch en modernistisch, met als hoogtepunt binnen de laatste categorie De blinde uil.
De blinde uil en censuur
Op zijn drieëndertigste verbleef Hedayat in Bombay om het Pahlawi machtig te worden. Daar liet hij vijftig handgeschreven exemplaren van De blinde uil stencillen, met de vermelding ‘niet te koop in Iran’, en deelde ze uit aan vrienden en kennissen. Zo omzeilde Hedayat op handige wijze de Iraanse censuur, die de anti-islamitische toon, de afwijkende erotiek, het onverbloemde geweld en het zwartgallige surrealisme in zijn roman volgens hem niet had weten te smaken.
Censuur en De blinde uil: het is — zacht uitgedrukt — een complex verhaal. In 1925 kwam de eeuwenoude Kadjaren-dynastie tot een einde en begon het meer dan vijftigjarige dictatorschap van de twee Pahlavi-sjahs (Reza en diens zoon Mohammad Reza). De sjahs streefden modernisering en secularisering na, en lonkten hiervoor naar het westen. Een voortdurende spanning tussen islamitisch traditionalisme en de westerse vooruitgangsidee dompelde Iran onder in een nationale identiteitscrisis. Hedayat was in zekere zin de belichaming van deze crisis, zat geschrankt op de breuklijn van twee tegenstrijdige culturen die zijn geboorteland eindeloos polariseerde. 
Censuur en propaganda waren voor de sjahs sterke wapens om de massa’s onder de knoet te houden. Dat Hedayat tijdens het Pahlavi-tijdperk weinig of niet met censuur te maken kreeg, had volgens de Vries in zijn nawoord te maken met de animositeit tussen de sjahs en het islamestablishment. Zij zagen Hedayat als een voorvechter van de ‘Persepolis’-cultuur, het pre-islamitische Perzië van Zoroaster, de Sassaniden, Cyrus en het Pahlawi. 
Maar ook het feit dat De blinde uil eerder bij een Europese traditie aanleunde en veeleer een westerse roman was, zal de receptie ervan bevorderd hebben. Zo kon De blinde uil in 1941 en 1942 als een feuilleton in een grote Iraanse krant verschijnen. Sinds de Khomeini-revolutie van 1979 viel Hedayat dan weer wel in ongenade, hoe kon het ook anders. In 1993 werd de roman opnieuw gecensureerd en in 2005, toen de ultraconservatieve Mahmoud Ahmedinejad aan de macht kwam, werd het boek gebannen op een grote Iraanse literaire beurs. Een jaar later werden zelfs heel even alle rechten ingetrokken.  
Schaduwen en spiegels
De korte roman De blinde uil bestaat uit drie delen. In het eerste deel, grofweg de eerste veertig bladzijden van de roman, maakt de lezer kennis met een naamloze verteller. Hij leidt een eenzaam en afgezonderd bestaan in een aftands huis ergens ten zuiden van Teheran, geflankeerd door een stortplaats. Hij verdient de kost door pennenkokers te beschilderen, die zijn oom dan verpatst in India. Alle tekeningen die hij maakt, tonen hetzelfde beeld: een cipres met daaronder een oude gebogen man, gehuld in een lang gewaad en een tulband, zoals een yogi. 
Tegenover de oude man staat een beeldschone jonge vrouw in een zwart kleed die zich vooroverbuigt om hem een lotusbloem aan te reiken. Het leven van de verteller wordt beheerst door dit visioen. De verteller drinkt overmatig en gebruikt opium om vergetelheid te vinden (‘medicijnen van vertwijfeling’). Het eerste deel eindigt in een koortsachtige droom waarin de verteller de vrouw uit zijn visioen vermoordt en haar ter aarde bestelt met de hulp van een oude lijkendrager op het antieke kerkhof van Rayy. 
In het tweede en tevens langste deel ontwaakt de verteller na een opiumroes in een nieuwe maar vertrouwde omgeving. Hij vertelt ronduit over zijn jeugd- en adolescentenjaren. Zijn bekentenissen vertrouwt hij toe aan het papier en richt hij tot de schaduw op de muur van zijn kamer waar hij als bedlegerige patiënt in gevangen zit. Naar het einde van de roman toe heeft die schaduw de vorm van een uil aangenomen. 
De verteller deelt zijn tragische familiegeschiedenis. Hij werd opgevoed samen met zijn nicht door het kindermeisje en voedster Nandjoen. Zijn ouders waren toen hij nog jong was van het toneel verdwenen. Zijn vader en diens tweelingbroer vochten een duel uit in een slangenkuil en uiteindelijk trouwde de verteller met ‘die slet’, zijn nicht die aanpapt met jan en alleman, behalve met haar echtgenoot. Jaloezie en haat voor het gepeupel (‘ze zagen er allemaal hetzelfde uit: een mond, een hoeveelheid ingewanden en onderaan de geslachtsdelen’) vreten hem op. Ook dit deel eindigt met de bloedige moord op de jonge vrouw. 
In het korte laatste deel (iets meer dan een bladzijde) ontwaakt de verteller opnieuw uit een diepe slaap. Hij bevindt zich terug in zijn oude kamer. De nachtmerrie is verre van over en hij ontdekt een vreselijke waarheid over zichzelf.
De blinde uil is een spiegelvertelling. En dat is behoorlijk letterlijk te nemen. Wat in het eerste visioen opduikt, komt gespiegeld terug in het tweede ‘waargebeurde’ verhaal. Het derde deel lijkt op het moment waarop Alice in Through the looking-glass (1871) door de spiegel kruipt om de wereld te ontdekken die er achter verscholen zit. De ruimte achter de spiegel is een narratief niemandsland, een braakliggend terrein dat het einde van de roman open laat. Om de tweede wereld met de eerste te verbinden hanteert Hedayat een verbluffend en ingenieus systeem van leidmotieven. 
Die motieven zijn subtiel in de tekst verwerkte, terugkerende elementen in het verhaal, vaak op het eerste gezicht nietszeggende details, die de gedachten van de lezer in een bepaalde richting leiden en begeleiden. Soms zijn er kleine verschillen tussen de wereld van het visioen en die waarin de verteller zijn bekentenis neerschrijft. De jonge vrouw neemt in het eerste deel bijvoorbeeld haar rechter wijsvinger in de mond vlak voor ze wordt vermoord, in het tweede deel is dat haar linker wijsvinger. De kleine wormen die over haar lichaam wemelen en de bromvliegen die rond haar lijk zoemen, belagen de verteller net zo erg op het einde van zijn verhaal. De zwarte paarden van de lijkkoets blijken die van de slager te zijn die aan de overkant van de verteller woont. Het mes met benen heft dat de verteller gebruikt om zijn moord te plegen, is hetzelfde dat die slager gebruikt om zijn schapen te slachten. De straatventer, een van de vervloekte minnaars van de jonge vrouw, heeft dezelfde angstaanjagende holle lach van de oude man uit het visioen. De lippen van de broer van de jonge vrouw hebben een gelijke smaak (augurk) als die van zijn zus. In beide delen ziet de verteller de alruinwortel als een symbool van lichamelijke liefde en eenheid. Enzovoort en zo verder.  
Zo zijn er tientallen voorbeelden terug te vinden van steeds weerkerende leidmotieven. Dit vernuftig web, geweven met eenvoudige en ongekunstelde zinnen, maakt van de vertelling een strak geheel. Tezelfdertijd zet het de lezer voortdurend op het verkeerde been. Die probeert tevergeefs mogelijke verbanden te leggen en de ware toedracht van de gebeurtenissen te achterhalen, maar stoot steeds op een onbetrouwbare en wankelmoedige verteller. Je zou kunnen zeggen dat De blinde uil zich grotendeels afspeelt achter de spiegel, een gebied waar het onderbewuste de overhand heeft en waar alles illusie, droom en visioen is. Opium en alcohol helpen de verteller om achter die spiegel te komen: 
Het roken van opium voerde me binnen in een wereld van grandeur, magie, élégance — een reis door een universum dat verscholen lag achter de gewone wereld.
The owls are not what they seem
De spiegel is hét grondmotief in De blinde uil, net als schaduw overigens. Alles en iedereen lijkt een spiegelbeeld te hebben. De vader van de verteller is een deel van een tweeling, de broer van de vrouw van de verteller lijkt als twee druppels water op zijn zus en de tekening op de pennenkokers komt terug op een antieke vaas. Op het einde van de roman is de verteller veranderd in een van de minnaars van zijn vrouw en krijgt hij spierwit haar van pure angst, net als zijn vader na het duel in de slangenkuil. 
De schaduw van de verteller fungeert dan weer als een soort doppelgänger-motief. De schaduw is een dubbel, een ander zelf, een zwart spiegelbeeld, een mistige mister Hyde. Vlak voor de verteller zijn meest drieste daad zal uitvoeren heeft zijn schaduw de vorm van een nachtuil aangenomen. De uil is het duistere ik van de verteller: ‘Mijn schaduw was echter dan mijn bestaan geworden […] Misschien lijden nachtuilen aan een of andere ziekte, waardoor ze net als ik denken’.
In Iran, zo geeft de Vries in zijn nawoord aan, geldt de uil als een ongeluksbrenger, een teken van onheil. Kort ervoor, tijdens een nachtelijke wandeling, ziet de verteller hoe zijn schaduw geen hoofd heeft: ‘En ik heb me ooit laten vertellen dat iemand wiens schaduw geen hoofd heeft, binnen het jaar zal sterven.’ Totale verdoemenis zal zijn deel zijn.
Toen in 1953 de Franse vertaling La chouette aveugle uitkwam, verwelkomde André Breton Hedayats roman als een grote klassieker van het surrealisme. De blinde uil is én blijft inderdaad een adembenemend schimmenspel met een hoofdrol voor het onderbewuste en de allerdiepste krochten van de menselijke geest. Deze prachtige roman vol dualiteiten is een zinsbegoochelend spiegelpaleis waarin de nietsvermoedende lezer zich eindeloos kan verliezen.
Verschenen op: Mappalibri, februari 2018
De blinde uil van Sadegh Hedayat, Jurgen Maas 2018, vert. door Gert J.J. de Vries, ISBN 9789491921391, 133.
0 notes
Text
‘Hotel Moederland’ van Yusuf Atılgan: de verbluffende tour de force van een wonderbaarlijk auteur
Tumblr media
Sinds kort kan Uitgeverij Jurgen Maas er prat op gaan het volledige romanoeuvre van de grote Turkse schrijver Yusuf Atılgan (1921-1989) op de fondslijst te hebben.  Anderhalf jaar na haar lovend ontvangen vertaling van Atılgans debuut De lanterfanter (1959) vertaalde Hanneke van der Heijden op even sublieme wijze nu ook zijn tweede roman, Hotel Moederland (1973). Met gedurfde vormexperimenten tilt Atılgan dit duistere verhaal over een vereenzaamde man die langzaam wegglijdt in waanzin naar ongekende literaire hoogtes. Hotel Moederland — opgenomen in de Schwob-selectie van 2018 — is een vergeten maar onvergetelijk meesterstuk dat een ruim lezerspubliek verdient.
Atılgans oeuvre beperkt zich tot de twee nu in het Nederlands vertaalde romans (een derde, Canistan, bleef onvoltooid en verscheen postuum in 2000), een toneelstuk, een kinderboek en enkele korte verhalen. Desondanks is zijn invloed op de moderne Turkse literatuur van onschatbare waarde. Zo dweept succesauteur Orhan Pamuk openlijk met Atılgans oeuvre, in het bijzonder met Hotel Moederland.     Atılgan groeide op in Manisa, een middelgrote stad aan de westkust van Turkije die in de Grieks-Turkse oorlog werd verwoest. De Atılgans verhuisden naar een nabijgelegen dorp en werden landbouwers. Yusuf studeerde literatuur aan de universiteit in Istanbul en volgde een lerarenopleiding bij het leger. In 1945 werkte hij voor een jaar als docent aan de militaire academie in Akşehir. Daar werd hij ervan beschuldigd communist te zijn. Een militaire rechtbank veroordeelde hem tot zes maanden gevangenis en hij werd ontslagen uit het leger. Na dit debacle trok Atılgan zich terug op het platteland met het ijdele plan net als zijn vader boer te worden. Maar in de plaats van op de akker vond hij zijn vaste stek aan de schrijftafel. Na verschillende vruchteloze pogingen om een roman te schrijven, publiceerde hij in 1959 De lanterfanter. Het boek werd (en wordt) geprezen om zijn stilistische prouesse. Veertien jaar later voltooide hij Hotel Moederland, na schier eindeloze versies en herwerkingen.   Zebercet is drieëndertig en baat in een niet nader genoemde provincieplaats in het zuidwesten van Turkije een gammel hotel met amper negen kamers uit. Het aftands gebouw behoorde ooit toe aan zijn aan lager wal geraakte grootvader. Het bed waarin hij werd geboren staat nog steeds in een van de kamers. Zijn schimmig cliënteel bestaat uit landbouwers, militairen, marktkramers, rondreizende acteurs, veetelers, studenten, prostituees en minnaars-voor-één-nacht. Zebercet is vervreemd van de kleine stadsgemeenschap en heeft geen vrienden. Hij verlaat nauwelijks het hotel, een schuiloord waar hij zich veilig voelt. Hij teert op routine: elke dag staat hij op om zes uur ’s morgens, om zeven uur drinkt hij thee met één suikerklontje, gaat om de vier weken naar de kapper, om de zes maanden naar het badhuis en botviert bijna dagelijks zijn lusten op de dienstmeid Zeynep, die sinds haar zeventiende na een mislukt verstandshuwelijk bij hem inwoont. Zebercets monotoon bestaan wordt abrupt doorprikt wanneer een knappe vrouw — ‘de vrouw die met de vertraagde trein uit Ankara was gekomen’ — voor één nacht zijn gaste is. Hoewel haar verblijf kort is en ze nauwelijks contact heeft met Zebercet, raakt hij door haar geobsedeerd. Wanneer ze de volgende ochtend vertrekt, vertelt ze hem dat ze familie op het platteland gaat bezoeken en over een week zal terugkomen om in het hotel te overnachten. Het boek start drie dagen na haar vertrek. Om er bij haar terugkeer piekfijn uit te zien, scheert Zebercet zijn snor af en koopt hij nieuwe kleren. De kamer waarin zij sliep weigert hij nog te verhuren. Sterker nog, hij maakt er een soort schrijn van: hij gaat er slapen, ververst de lakens niet, minnekoost de trui en handdoek die ze achterliet, masturbeert er en fantaseert over een lichamelijke vereniging met de vrouw. De sfeer wordt steeds beklemmender en dreigender. De afdaling naar de totale zinsverbijstering is ingezet.   Na een week is de vrouw niet terug, maanden later evenmin. Zebercets irrationele obsessie neemt de overhand. Wanneer hij het kopje waaruit de vrouw haar thee dronk per ongeluk breekt, gaat hij door de rooie. Hij pleegt een moord en heeft brandend van gewetenswroeging een soort visioen waarin hij terechtgesteld wordt voor het doden van de kat die in het hotel woont. Hij sluit voor onbepaalde tijd het hotel en trekt er op uit, tegen al zijn gewoontes in. Bij een hanengevecht maakt hij kennis met een jongeman die hem meelokt naar de bioscoop. Daar ontstaat een flirtpartij, maar Zebercet panikeert en druipt af naar het hotel. De lezer zit vanaf dan midden in Zebercets duizelingwekkende koortsdroom, die onafwendbaar afstevent op een dramatisch einde. De verteltrant houdt gelijke tred met Zebercets mentale staat: er flitsen glimpen van een noodlottige familiale ondergang voorbij, wrange fragmenten van geweld, flarden van herinnerde dialogen en oprispingen van onverwerkte seksuele trauma’s. De narratieve draden die de roman samenhouden beginnen langzamerhand te ontrafelen. Het meer traditionele proza maakt mondjesmaat plaats voor een modernistisch getinte stijl, aangejaagd door hitsige streams of consciousness en een ontregelende mengeling van verbeelding, dromen en werkelijkheid. Die beklijvende disruptie bereikt Atılgan aan de hand van talrijke vormelijke experimenten. Zo gebruikt hij in de openingspagina’s ronde, vierkante en punthaken om verschillende niveaus in de verteltijd aan te duiden. Of introduceert hij de diverse plaatsen delict en personages in korte paragrafen waarboven hij koppen in hoofdletters zet. Wanneer de waanzin overheerst laat Atılgan de syntax geleidelijk ontsporen: interpunctie en hoofdletters verdwijnen, het perspectief wijzigt van een alwetende verteller naar een ik-verteller en het aanvankelijk objectief register van de vertelinstantie verandert in een broeierige, verinnerlijkte telegramstijl (en komt in cursief te staan).   Van der Heijden geeft in haar boeiend nawoord weer hoe deze vormexperimenten ervoor zorgden dat Hotel Moederland in Turkije door sommigen werd onthaald als een anti-roman. De vergelijking die Van der Heijden maakt met dat andere vormelijk meesterwerk uit de Turkse literatuur, Het leven in stukken (1972) van Oğuz Atay, is in dit opzicht revelerend. Een diepere lezing van Hotel Moederland brengt evenzeer een verhulde kritiek aan het licht op een veranderende maatschappij die meer en meer in een ideologisch keurslijf kwam te zitten. Ook het feit dat Atılgan er niet voor terugschrok om over seksualiteit te schrijven — de vrij expliciete seksuele passages in Hotel Moederland waren de aanleiding voor de Turkse autoriteiten om het boek van de lijst ‘Honderd basiswerken’ te verwijderen—, maken hem tot een pionier die de Turkse letteren de moderniteit binnenloodste.   De existentiële radeloosheid en het centraal stellen van het individu in Hotel Moederlanddoen denken aan de werken van Albert Camus, in het bijzonder L’étranger. De ongebruikelijke vertelvorm en de ingenieuze toepassing van streams of consciousness brengen dan weer William Faulkners The sound and the fury (1929) voor de geest. Maar de roman die naar mijn gevoel het dichtst aanleunt bij Atılgans boek is De blinde uil (1937) van de Iraanse cultschrijver Sadegh Hedayat (1903-1951), toeval of niet maar ook een titel die — in januari 2018 — verschijnt bij Uitgeverij Jurgen Maas én eveneens in de Schwob-selectie van dat jaar zit.     De blinde uil is het ontluisterende verhaal van een gestoorde die zijn vrouw vermoordde en een groot deel van zijn leven in een instelling doorbrengt. De onbetrouwbare verteller schrijft aan zijn schaduw die de vorm van een uil heeft. Hij bekent zich aangetrokken te voelen tot jongens. Hij kwijnt weg van wroeging en denkt aan zelfmoord. Zebercet heeft heel wat raakpunten met de verteller uit De blinde uil. Beiden zijn moordenaars, beiden worden gekweld door hun geweten, beiden hebben een onduidelijke seksualiteit ( cfr. ‘zebercet’ is Turks voor het mineraal ‘olivijn’, terwijl het gebruikelijk is in Turkije om enkel meisjes naar een edelsteen te vernoemen), beiden lijden onder visioenen en zijn krankzinnig. Er schuilt een mooie scriptie in de vergelijkende studie van deze twee romans, zoveel is zeker.   Laat het duidelijk zijn: Hotel Moederland snijdt door merg en been. Het is het soort roman dat je daags na de lectuur blijft achtervolgen. Het dwingend ritme, de krachtige beelden, de tastbare kwelling, de unieke vertelvorm: deze roman is een verbluffende tour de force van een wonderbaarlijk auteur. 
Verschenen op: Mappalibri, november 2017 
Hotel Moederland van Yusuf Atılgan, Uitgeverij Jurgen Maas 2017, vert. door Hanneke van der Heijden, ISBN 9789491921339, 202 pp. 
0 notes