Tumgik
#tijdsgewricht
twafordizzy · 1 year
Text
'Hij was hun spiegelbeeld, ontdaan van feestneus en valse baard'
De jaren 60 waren de jaren van protest tegen het establishment. bron beeld: volkskrant.nl Ik las Een ellendige nietsnut van Remco Campert (1929-2022) en besefte me dat Campert vooral ook een schrijver van het tijdsgewricht was. Bij het lezen van het eerste verhaal in deze bundel kwamen termen als: Langharig tuig en Ga eens aan het werk bovendrijven. Het verhaal beschrijft de tijden van verzet…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
Text
Extra editie Glyfosaat 17 – "So you found your solution. What will be your last contribution?Live it up, rip it up, why so lazy? Give it out, dish it out, let's go crazy, Yeah!" – Parkinson, verkeer en meer
Topic > Glyfosaat en neurotoxiciteit: een oproep tot wetenschappelijke vernieuwing <— “Met een nieuw jaar voor de boeg is dit hét moment om nog een keer de reflecties te lezen van Herman Wijffels op dit tijdsgewricht, de transitie waar we middenin zitten, ons landbouw- en voedselsysteem en de gevolgen van verregaande industrialisatie op onze maatschappij.”“Met de kennis die we nu hebben moeten…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
krizzmas · 1 year
Text
Een Amerikaanse droom in duigen
Stel je voor: de Amerikaanse staat Texas 40 jaar terug. Het leven in een dorpje met 3100 inwoners heeft op het oog niet veel om het lijf, middenklasse gezinnen leiden een leven dat bestaat uit voornamelijk bestaat het gezin, werk en niet te vergeten de kerk. Er bestaat geen noodzaak dat vrouwen moeten werken; mannen zijn heel goed voor hun gezin te zorgen. Ondertussen is er geen internet, zijn er geen smartphones, geen regionale, landelijke, of wereldwijde crises om je zorgen over te maken en dus lijkt het leven ogenschijnlijk simpel. Echte zorgen hebben mensen niet, behalve als het gaat om hoe zij in dit leventje staan en welke ambities zij voor zichzelf en - wellicht - hun gezin koesteren.
In deze setting ontwikkelt zich zo'n ambitie in huize Montgomery. In het gezin van vier twijfelt de vrouw des huizes of het leventje dat zich voor haar ontwikkelt wel voldoet aan wat zij als spannend genoeg ervaart. Wanneer de moeder op een gegeven moment gevoelens ontwikkelt voor een getrouwde vriend binnen de kerk, bekruipt haar het idee een affaire te starten. En wanneer ze vervolgens voldoende moed verzamelt om deze suggestie ook te doen aan deze wat naïef ogende sufferd, ontstaat waarop ze hoopte: spanning in haar leven door in het grootste geheim een buitenechtelijke relatie aan te gaan. Grondig voorbereid en met wederzijds consent over de voorwaarden loopt de affaire vervolgens plan, totdat er een moment komt dat het niet meer volgens plan gaat…
De serie „Love and Death“ op HBO is een fraai gedraaide serie gebaseerd op een geruchtmakende moordzaak eind jaren 70 / begin jaren 80 in Texas. Op vele vlakken laat deze serie bij mij zijn sporen na. Hoewel ik niet vaak spoilers over series of films in beschouwingen uit de doeken doe, maak ik voor deze ‚true crime’ een uitzondering. Lees dus niet verder, maar kijk eerst zelf „Love and Death“ - Als je vaker wat hebt aan mijn aanbevelingen, doe dit alsjeblieft.
//SPOILER ALERT// „Love and Death“ is een fijne vertelling opgedeeld in drie aktes: het verhaal van een ontluikende, verboden liefde en de omgang van de hoofdpersonen hiermee in hun eigen gezin en binnen de kerk, het verhaal van een moord en het onderzoek daarnaar vanuit het perspectief van de dader en tot slot het verhaal van een opzienbare rechtszaak waarin je als kijker constant verrast wordt en uitgedaagd wordt je eerdere oordeel bij te stellen.
In de serie staat Candy centraal: een vlijtige, in haar kring populaire huisvrouw in ‚rural’ Texas enkele decennia terug. Op het oog lijkt ze gelukkig, maar het besef dat er iets ontbreekt in haar leven knaagt elke dag iets harder. Zoals gezegd gaat ze een affaire aan, wat op zichzelf al de nodige schande met zich meebrengt, maar dat gevoel wordt verergerd door een vriendschap met de vrouw van haar minnaar, hechte relaties binnen de gemeenschap en een sterke band met de (toentertijd nog heftiger) onverbiddelijke God.
Als het ontsporen van de affaire uiteindelijk tot de dood van de bedrogen vrouw van haar ex-minnaar leidt, tast je als kijker in eerste instantie nog in het duister over de wijze waarop de moord precies heeft plaatsgevonden. Sterker nog, voordat de moord plaatsvindt, is het in de serie nog onduidelijk wie waarom vermoord is. Hoe je gaandeweg het verhaal het verhaal wordt ingetrokken en stukje voor stukje de puzzel van de moord kan worden gelegd, is ongelooflijk knap gedaan. Soms gaat het misschien allemaal iets te traag, maar als later dit tempo een functie blijkt te hebben gehad om je als kijker iets meer aan dit of dat idee te laten wennen, of dat het is gedaan om een wat bredere context te schetsen, dan vergeef je dit de makers onmiddellijk. Knap.
De slotsom dan. Met een setting van het tijdsgewricht die overeenstemt met hoe het in die tijd geweest moet zijn, passende muziek, een ogenschijnlijk ordinaire affaire die leidt tot een bizarre moordzaak en fenomenaal acteerwerk van met name Candy en advocaat Don, is dit een heerlijke tijdsbesteding tijdens klamme zomeravonden. Een prima investering!
youtube
0 notes
dejufuniverse · 1 year
Text
De parlementaire enquête moet er komen.
De motie die dat bepaald is met 149 stemmen aangenomen.
Zo zijn de grondrechten van burgers beperkt op een manier die nu alweer onvoorstelbaar lijkt. De lockdowns, de avondklok en schoolsluitingen, ja zelfs de mondkapjes, allemaal onderdelen van een leven dat we nu in een heel ander tijdsgewricht plaatsen. En dan de kosten: bijna 100 miljard euro is extra uitgegeven om mensen te beschermen en te compenseren.
Daarnaast zijn recent maatregelen wettelijk verankerd in de WPG, zonder evaluatie.
Opinie artikel in de Volkskrant: https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-een-parlementaire-enquete-naar-corona-is-echt-nu-noodzakelijk~be50ba91/
0 notes
peterpijls1965 · 2 years
Text
Tumblr media
VERVAL IN EEN POSTMODERN LUNAPARK
Ik deel online al 9 jaar foto's, teksten en clips die direct of indirect iets zeggen over mijn mentale en fysieke herstel, maar mogelijk ook over mijn slechte smaak en bijna postmodern vrijblijvende selectiecriteria. Het betreft niet zelden ook werk van kunstenaars die het beter kunnen dan ikzelf. Bijna iedereen dus, want ik ben een dilettant uit overtuiging, al boekte mijn mogelijk wat chaotisch aandoende approach verrassend veel resultaat. Tot voor kort viel dat gelukkig bijna niemand op. Ik ben namelijk een marginale prutser die niet uit is op herrie of provocatie. Het gaat beter met me dan ooit. De meesten verheugt dat. Een enkel dwaallicht wordt er hysterisch van. Dat past, vrees ik, helemaal in een tijdsgewricht waarin de geindustrialiseerde consumptiemens tot grotesk aandoende vormen van gelijkschakeling en targetfetisjisme wordt gedwongen, met eclatant succes trouwens. De uitvallers, ik en nog wat lucky little shits, worden gelukkig gepromoveerd tot marginalen die de onvermijdelijke fall out vormen van een dolgedraaid mens- en wereldbeeld dat vormen van psychopathologisch wangedrag verwart met succes en mijn soort winnaars degradeert tot gratis schietschijven zonder recht op vrijheid van meningsuiting en met een verplicht verslavingsabonnement op psychofarmaca en ander sederend snoepgoed. Ik deed er jaren uit overtuiging aan mee, en ik had het niet willen missen. Er gaat weinig boven 3 Xanax met 6 Bloody Mary's en 2 gram wiet uit Midden-Limburg. Tegenwoordig ben ik clean en alleen nog hooked aan schoonheid, verval, decadentie en vooruitgangsoptimisme. Het is gratis en bevordert levensgeluk en algemeen welbehagen. Ik geloof dat ook daarom een te verwaarlozen minderheid van jaloerse, intolerante sektariers zo tekeer gaat tegen happy losers zoals ik. Het stimuleert mij hevig op de ingeslagen weg door te gaan, ook omdat Mark Zuckerberg me net appte dat hij me best een aanwinst vindt voor het online lunapark dat sommigen verwarren met de realiteit. Mijn beste psychiater noemde dat een onbewuste psychose. Zelf denk ik dat het verschil tussen zogenaamde waanzin en normaliteit in het geheel niet bestaat. Laten we dat zo houden.
Foto Mike Kelley.
1 note · View note
rcvandenboogaard · 6 years
Text
1913 als schuldig genoegen
Tumblr media
Groot doorzettingsvermogen kon de Hongaarse aristocraten-dochter Romola de Pulsky (1891-1978) zeker niet ontzegd worden. Maandenlang reisde zij de Ballets Russes achterna, om in contact te komen met de sterdanser van dit gezelschap,  Vaslav Nijinsky (1889-1950). Nijinsky was, naar het oordeel van tijdgenoten, de grootste danser die ooit geleefd heeft. En net als bij de actrice Sarah Bernardt, eind XIXde eeuw in de ogen van tijdgenoten grootste actrice ooit, moeten we het met die getuigenissen doen - podiumkunst is de vergankelijkste aller kunsten, zelfs foto- of filmregistraties kunnen de indruk niet terughalen, die de kunstenaar op de planken wist te maken.
Romola de Pulsky wist vermoedelijk wel dat Nijinsky een homoseksuele verhouding had met Sergej Diaghilev, de fameuze grondlegger van de in heel Europa gevierde Ballets Russes. Maar als goed katholiek vertrouwde zij er wellicht op dat het met de seksuele oriëntatie van Nijinsky wel weer goed zou komen, zodra zij zich over hem ontfermen kom. Ze reisde de Ballets Russes overal achterna op hun tournees en slaagde er zelfs in als leerling-ballerina in de troep te worden opgenomen. Maar hoeveel aangrenzende hotelkamers en treincoupé's zij ook wist te reserveren, om zo dichtbij haar idool te zijn als mogelijk was - Nijinsky betoonde zich vriendelijk- afstandelijk. Diaghilev had bovendien iemand in dienst, die dag en nacht een oogje in het zeil hield bij zijn voornaamste ster en minnaar.
De Pulsky's kans kwam in 1913, toen de Ballets Russes een tournee door Zuid-Amerika ondernamen en Diaghilev geen zin had in deze tijdrovende, vermoeiende onderneming. De Hongaarse had een eersteklas hut genomen aan boord van de oceaanstomer, en wel een van waaruit ze de deur van Nijinsky's hut terdege in de gaten kon houden. Kort na aankomst in Buenos Aires trouwden ze, op 10 september 1913, tot grote woede van Diaghilev, die Nijinsky prompt ontsloeg. Daarmee was het ook meteen gedaan met de kunst van Nijinsky: beroofd van zijn context bij de Ballets Russes, als getrouwd man en vader, wilde het met de dans na 1917 niet meer lukken. De laatste dertig jaar van zijn leven bracht de arme man in of op de drempel van psychiatrische inrichtingen door. De diagnose was schizofrenie.
Het verhaal van De Pulsky en Nijinsky is een van de vele fraaie anekdotes in het nieuwe boek van de Duitse historicus/galeriehouder/uitgever Florian Illies, 1913 - Was zich unbedingt noch erzählen wollte.  Het is zijn tweede boek al in deze trant: 1913 - Der Sommer des Jahrhunderts was wereldwijd een enorme hit in de boekhandel. Dat verscheen in 2013, als een herinnering aan het laatste jaar voor de Eerste Wereldoorlog. Ik heb het destijds ook gelezen, en wel met veel plezier, al kan ik mijn exemplaar nu nergens meer terugvinden - enigszins freudiaans wellicht.
Want op een bepaalde manier bevalt me niet hoe Illies te werk gaat, terwijl ik zijn boeken wel met smaak lees. Dat maakt de lectuur in zekere zin tot een 'guilty pleasure', een schuldig genoegen. Het is een beetje als bij het lezen van de Privé in de wachtkamer van de tandarts - leuk blad met goede verhalen, denk je dan, ook als ze niet waar zijn. Maar buiten die wachtkamer wil je er niet mee gezien worden. Nou goed, deze vergelijking is misschien een beetje overspannen: ook de laatste van Illies is voorzien van een uitvoerige bibliografie, vol serieuze studies en bronnen waar zijn  anekdotes vandaan komen.
Maar het blijven inmiddels wel anekdotes natuurlijk, want de schrijver ziet er verder geheel vanaf om een kader te geven voor zijn prachtige verhalen, of het jaar waarin ze spelen expliciet nader te duiden of te omschrijven. Die duiding is echter impliciet wel degelijk aanwezig. De lezer wordt uitgenodigd zich in te leven in mensen en omstandigheden die soms verrassend modern aandoen, en in een verdwenen wereld die zeker niet minder dynamisch of mondiaal-voelend was dan de onze, en - maar dat is natuurlijk vooral of onder andere het gevolg van het soort materiaal dat Illies in zijn boek heeft opgenomen - aanzienlijk sexyer, seksueler misschien zelfs wel. En over dat alles hangt natuurlijk de doem van de komende oorlog, die aan deze interessante, bruisende wereld een eind zal maken. Dat geeft alle verhalen een weemoedige, welhaast decadente bijklank.
Dat mag natuurlijk, zo omgaan met de geschiedenis. Ik denk ook niet dat Illies' beeld per se verkeerd is. Maar aan de andere kant is het wel een beetje jammer om al dat materiaal gereduceerd te zien tot een soort rariteitenkabinet, een nostalgische potpourri. Het is natuurlijk enig om te lezen dat Gabrielle D'Annunzio - die in zijn leven meer dan 3000 vrouwen heeft bezeten - in Parijs een verhouding had met Markiezin Luisa Casati, de rijkste vrouw van Italië - hij kon haar geld goed gebruiken. Wie trouwens eerder dit jaar in het Rijksmuseum in Amsterdam, op de expositie High Society, het portret heeft gezien dat Giovanni Boldoni in 1908 van de markiezin gemaakt heeft, is bereid om voetstoots te geloven hoe zij in 1913 elke avond een wandelingetje rond haar hotel, de Ritz, maakte: niet in gezelschap van een greyhound (zoals op het schilderij), maar van een gedresseerde krokodil.
Enfin honderden verhalen, de een nog leuker dan de ander, al lijken die over onze landgenote Mata Hari een beetje bleekjes uitgevallen. Maar daar staat dan weer de schildering van de 50ste verjaardag van de beroemdste Duitse dichter van 1913, de thans vrijwel vergeten Richard Dhemel, tegenover. Stefan Zweig, Thomas Mann, Arthur Schnitzler, Hugo von Hoffmannstal, Henry van de Velde, Walter Rathenau - de lijst van prominenten die niet aan de feestdis wilden ontbreken neemt geen einde.
Maar eigenlijk zijn historici die proberen patronen en context te genereren mij toch liever. Om enigszins te bekomen van Illies' song and dance heb ik daarom nog Das Zeitalter der Nervosität van Joachim Radkau nog eens ingekeken, een al uit 1998 daterende studie over de uitvinding in 1880 van de Neurasthenie als ziektebeeld (door de Amerikaanse neuroloog George M. Beard) en over de manier waarop het 'zenuwlijden' en zenuwachtigheid in de jaren voor 1914 een belangrijke rol gaan spelen in de openbare gedachtenwisseling over het karakter van die tijd, zijn krachten en zwakten.
Het door Radkau geschetste beeld is geenszins eenduidig. De alom om zich heen grijpende nervositeit gold natuurlijk veelal als een zwakte, een teken van decadentie - als iets wat niet alleen genezen kan of moet worden, maar zelfs overwonnen met daadkracht of door de macht te geven aan die lieden die er geen last van hadden. In die zin kun je denken dat de nervositeit, als tijdsverschijnsel, wellicht een van de verklaringen is voor de in onze ogen onbegrijpelijke lichtvaardigheid waarmee Europeanen in 1914 tegen elkaar ten strijde trokken - als een overwinning op de onzekerheid of vermeende decadentie van het eigen tijdsgewricht, als een louterend en kracht schenkend ritueel.
Maar niet in alle gevallen gold de nervositeit, als tijdsverschijnsel en collectieve ervaring, als iets negatiefs. Er waren er ook die dachten dat het een uiting was een nieuwe, interessantere wereld van industrie, handel en communicatie. De tijd ging steeds sneller, de opgaven aan het individu en de invloeden waaraan hij bloot stond namen steeds verder toe - logisch dat deze ontwikkelingen ook hoger eisen stelden aan de zenuwen van de mens. En dat een enkeling daarin wellicht niet kon meekomen, of zelfs een gevoel van walging of verzet voelde opkomen, tja, dat krijg je. Maar in veel gevallen wilde men, ook bij het bedwingen of juist uitleven van de zenuwen, juist een kind van zijn tijd zijn.
Ofschoon je je natuurlijk altijd moet hoeden voor al te uitgesproken historische analogieën, valt het niet zwaar om in Radkau's geschiedenissen toch parallellen met de huidige tijd te ontdekken - niet als ijzeren sleutels op onze hedendaagse werkelijkheid, maar als stof tot overpeinzing. Per slot van rekening is mij zo'n benadering toch liever dan de Schwärmereivan Illies.
Florian Illies: 1913 - Was ich unbedingt noch erzählen wollte. S. Fischer Verlag, 2018.
Illies' eerdere boek is vertaald als: Florian Illies, 1913, het laatste gouden jaar van de Twintigste Eeuw. (Vert. Jan Bert Kanon), Uitgeverij Atlas Contact 2013.
Joachim Radau: Das Zeitalter der Nervosität. Carl Hanser Verlag, 1998.
Afbeelding boven: het fatale huwelijk tussen Romola de Pulsky en Vaslav Nijinsky, Argentijns krantenknipsel uit 1913. Afbeeldingen onder: Giovanni Boldoni (1842-1931), La Marchesa Luisa Casati with a greyhound (1908); Duitse soldaten op weg naar het slagveld in 1914 (foto DPA)
DIT BLOG IS VERHUISD NAAR EEN NIEUW SITE:
https://wellalwayshaveparissite.com
ALS U MIJ VERDER WILT BLIJVEN VOLGEN, DAN LIEVER DAAR
Tumblr media Tumblr media
1 note · View note
adriaanmeij · 3 years
Text
Intiem & gevarieerd
Tumblr media
Eratofestival Meppel: intiem en gevarieerd
van Europees tot Arabisch klassiek
van Piazzolla tot spoken word
Muziekwetenschapper en auteur van een toonaangevend boek over de Nederlandse componist Reinbert de Leeuw schreef een voorbeschouwing over het klassieke Erato festival dat begin november in Meppel plaatsvindt. Zij is medebestuurder van de Stichting Klassiek Drenthe die het festival organiseert.
Thea Derks heeft naast tal van andere activiteiten in de wereld van de klassieke muziek een eigen blog Klassiek van Nu. Het blog doet gedetailleerd verslag van het actuele muziekleven en fungeert tegelijkertijd als archief van eerder verschenen artikelen. Derks voltooide in 1996 cum laude haar studie muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam.
Senior beleidsadviseur Cultuur Anne de Jong van de provincie Drenthe vindt dat “het programma goed in elkaar zit met een interessante mix van bekende en minder bekende kunstenaars”. De provincie subsidieert het festival. Erato streeft naar meer dan 600 bezoekers.
Mevrouw Derks schrijft het volgende in haar blog:
Ondanks zijn gezegende leeftijd van 82 jaar lokt Adriaan Meij al jaren gerenommeerde musici en kunstenaars naar de intieme concertzaal in zijn herenhuis Zael te Meppel. Maar zijn ambities reiken verder dan kleinschalige evenementen: in 2019 organiseerde hij een driedaags Eratofestival waarbij hij ook Schouwburg Ogterop en zijn buren aan het Zuideinde wist te betrekken.
Grootheden als de celliste Maya Fridman en de sopraan Miranda van Kralingen stonden naast lokale sterren als de zangeressen Charlotte en Josefien Stoppelenburg en de cellisten Jan Ype Nota en Teodora Nedyalkova. Voor zijn inspanningen om het ‘Mokum van het Noorden’ op de culturele kaart te zetten ontving Adriaan Meij in 2019 de Henk Boerwinkel Cultuurprijs van de Gemeente Meppel. Van 5 tot en met 7 november vindt de tweede editie plaats met een zo mogelijk nóg breder aanbod.
VAN BACH TOT BRUBECK EN VAN DESSNER TOT TSOUPAKI
Net als in 2019 opent het festival in Schouwburg Ogterop, met het programma Van Bach tot Brubeck op 5 november. De sopraan Miranda van Kralingen verkent hierin nieuwe wegen, samen met de pianist Cor bakker en de trompettist Teus Nobel, winnaar van de Edison Juryprijs Nationaal 2020. Ook Maya Fridman keert terug naar Meppel. In de sfeervolle ambiance van Zael presenteert ze zaterdag 6 november haar avondvullende programma Rituelen, met speciaal voor haar gecomponeerde muziek van zulke uiteenlopende componisten als Bryce Dessner, Wilma Pistorius en Calliope Tsoupaki.
Tumblr media
Teus Nobel 5 november in Ogterop
Eerder die dag reflecteert het Ragazze Kwartet in Ogterop op de ‘roaring twenties’ en het huidige tijdsgewricht, met strijkkwartetten van o.a. Bartók en Garth Knox, in het programma De grom en de flirt. Tijdens een late-night-concert in Zael geeft het Duo VuurWater een (hopelijk) spetterend concert met muziek van de Argentijnse tangokoning Astor Piazzolla, wiens honderdste geboortejaar afgelopen maart herdacht werd.
HUISKAMERCONCERTEN
Opnieuw stellen Meij’s buren hun huiskamers open voor kleinere presentaties en lezingen. Zelf mocht ik in 2019 een voordracht geven over moderne muziek in de fraaie woonkamer van Hans en Wiebe Bosma. Zaterdag 6 november stel ik hier vrouwelijke componisten voor, wier muziek helaas nog te vaak ongespeeld blijft.
Aan de overkant van het Zuideinde spelen Teodora Nedyalkova en de pianist Miriam Lominadze onder meer Vier Steden van Fazil Say bij Paul Ketelaar en Alexander Martens. Sopraan Sinje Kiel, de ‘markiezin van Drenthe’, zingt wiegen- en nachtliedjes in de woonkamer van Ben en Waldy Bruil.
Maar er klinkt niet alleen muziek. Stadsdichter en spoken word artist Justin Westera, beter bekend als ‘Wessleeft’, breekt samen met vrienden een lans voor poëzie. In hun performance zijn voordracht en interactie met het publiek via oogcontact, ritme, mimiek en timing net zo belangrijk als de tekst zelf. De thema’s zijn vaak maatschappelijk of politiek geëngageerd, maar ook alledaagse en persoonlijk zaken worden met het publiek gedeeld.
ARABISCHE MUZIEK IN MARIAKERK
Het Eratofestival wordt zondagmiddag 7 november afgesloten in de Grote of Mariakerk in Meppel, met een concert van Nai Barghouti en qanun-speler Khalil Khoury. De Palestijnse zangeres, fluitist en componist Barghouti geldt als één van de meest opwindende musici die zijn voortgekomen uit de culturele renaissance van het Midden-Oosten. Volgens het persbericht schept zij ‘een nieuwe klank uit de elegante fusie van jazz en Arabisch klassieke muziek’.
De ster van Barghouti is rijzende: zij was al te gast bij Podium Witteman en won in 2020 de Concertgebouw Young Talent Award. Haar optreden mag uniek genoemd worden: voor het eerst in de geschiedenis klinkt er Arabische muziek in de uit 1422 stammende Mariakerk. Zo krijgt dit eeuwenoude godshuis in het hart van Meppel volgens organisator Adriaan Meij ‘een nieuwe functie van verbinden’.
Een mooie, positieve boodschap in deze tijden van polarisatie. – Op naar Meppel dus!
0 notes
jurjenkvanderhoek · 3 years
Text
FEITENRELAAS BOERENGEZIN TIJDENS OORLOGSJAREN
Tumblr media
Waar de kortsluiting zit zal aan het eind van het boek duidelijk worden, maar in het begin blijkt al wel dat de aansluiting niet helemaal deugt en het contact zoek raakt. In het boek "Koartsluting op it Swynserhûs" tekent Klaas Elgersma in zijn debuut als schrijver een familiekroniek op. Het is de familie waarvan hij deel uit maakt, een loot aan de stamboom is. In romanvorm laat Elgersma het gezin van zijn pake en beppe de revue passeren. Het zijn derhalve geen fictieve mensen. Het verhaal is niet bedacht of verzonnen op feitelijkheden uit die tijd waarin het speelt. Elgersma heeft boeken  en geschriften die over die periode schrijven wel bestudeerd, op internet gezocht en met dorpsgenoten gesproken, maar alleen om zijn voorouders correct in het tijdsgewricht te kunnen plaatsen.
Daarom hoef ik het gezin niet te kennen om het boek te lezen en hun leven te begrijpen, want tijdens het lezen ervan leer ik ze vrijwel door en door kennen. En doe ik daarbij nog wetenswaardigheden op uit de tijd van toen. Zo is het een documentaire en historische roman, maar ook een heroïsch en avontuurlijk verhaal. De schrijver legt er een geschiedenis in vast die anders misschien in het moeras van de vergetelheid zal wegzakken. Hij kon nog net te rade gaan bij zijn oom en naamgenoot Klaas, die in de winter van 2018 als laatste van het gezin Elgersma fan it Swynserhûs is overleden.
De “Koartsluting” speelt zich af op het Friese platteland en begint in jaren 30 van de vorige eeuw. Dan heeft pake Haije zijn zinnen gezet op een boerderij ver van de bewoonde wereld, in the middle of nowhere zo gezegd. Maar eerst leert de lezer de familie kennen en leest dat beppe Emkje de tweede vrouw van pake Haije is. Hij blijft met twee jonge kinderen achter wanneer zijn eerste vrouw al te vroeg is overleden en, zoals dat eertijds vaker ging, neemt de flinke huishoudster haar plaats in en over. Haije en Emkje verschillen nogal wat in leeftijd en opvatting in het leven, dit zal hen gaandeweg het verhaal dan ook opbreken. "Nei ferrin fan tiid  hongen man en frou elkoar faker yn 'e bek as om 'e hals." Eerstens lijkt het een goed huwelijk waar nog vijf kinderen uit voort komen. In de inleiding van het boek wordt de gezinssamenstelling beschreven, zodat ik in de hoofdstukken daarna weet wie met name Pieter is en dat de gehandicapte Anneke de jongste is.
Emkje is een denker, Haije een werker. Ze hebben beide hun eigen werk in het boerenbedrijf, een klassieke taakverdeling. De kinderen helpen mee in het voorhuis en vooral de jongens in de schuur, wanneer ze er oud genoeg voor zijn. Alles gaat op rolletjes, zo goed dat wordt omgekeken naar een andere boerderij. Haije moet zich daarvoor wel in de schulden steken, maar uiteindelijk kan het hele spul in de bedoening trekken die in de titel van het boek wordt genoemd. Daar vinden de meest avontuurlijke jaren van het gezin Elgersma plaats. Want in de oorlog biedt het onderdak aan evacuees, onderduikers en mensen van het ondergronds verzet. Er worden illegaal koeien geslacht. En komt er een illegale zender. Ook is er een groep door de Duitsers geconfisqueerde paarden ondergebracht. Een Duitse soldaat trekt bij hen in om de dieren in de gaten te houden.Om de dieren in de gaten te houden komt er eenDuitse soldaat bij hun wonen. Jongste zoon Klaas spioneert op de vliegbasis. Haije lijkt alles goed te vinden;, Emkje heeft haar zorgen. Er wordt nauwelijks tussen de beide echtelieden over gesproken. In de loop van de tijd en vooral door de beslissingen die tijdens de oorlog worden genomen, zijn ze uit elkaar gegroeid. En na de bevrijding eigenlijk niet weer nader tot elkaar gekomen. “De skerpe kantsjes binne der yn ‘e rin fan ‘e jierren miskien wat ôf rekke, mar de oarloch hat jimmer tusken har yn stien, wylst se dochs allebeide altyd it bêste neistribben.”
Tumblr media
Auteur Klaas Elgersma heeft een meeslepende hand van schrijven. Het boek is in de Friese taal geschreven en je moet dat dus machtig zijn om het te kunnen lezen. Maar ben je dat dan leest het makkelijk door en uit. Elgersma verhaalt niet alleen over de familie, maar geeft de tijd van handeling ook nauwkeurig weer. Niet alleen de beslommeringen op de boerderij worden aangehaald, ook komt de tijdgeest langs daar de wereld uiteeraard groter is dan enkel dat Swynserhûs aan het eind van de reed langs de Stienservaart onder Britsum. De Elgersma's komen in de oorlogsjaren zelden van die plaats. Haije heeft genoeg aan het boeren en Emkje is druk doende in de huishouding. De kinderen, de oudste zonen ondergedoken om uit de Arbeitseinsatz te blijven, dragen naar kunnen hun steentje bij. De lezer krijgt een inkijk in vooral het leven en werken in oorlogstijd op het platteland van Fryslân. Op welke manier het gezin in die jaren de moeilijkheden de baas blijft. De boerderij die nogal ver buiten de bebouwde kom ligt is voor de bezetter en het verzet beide een goede plek zich of iets te verbergen. Ze krijgen van beide kampen dus regelmatig bezoek. Maar steeds gaat er niets mis, hoewel ze soms wel door het oog van de naald kruipen.
In dit boek reconstrueert Klaas Elgersma het leven van zijn pake , beppe en hun kinderen. Het is een tragisch feitenrelaas meer dan dat het een heroïsch verzet tegen de bezetter beschrijft. En niet alleen zijn er spanningen op de boerderij zelf tussen de echtelieden, maar zeker ook daarbuiten in oorlogstijd. Omdat ze op een zo afgelegen plek wonen worden ze onwillekeurig het verzet ingezogen. Niet dat de Elgersma’s zo strijdbaar zijn, maar het overkomt hen gewoon – meest onder valse voorwendsels. Gaandeweg raken ze dan ook de regie over het reilen en zeilen in en om de boerderij kwijt. Ze vinden dat het hun plicht als Christen is op deze manier onder meer mee te werken, maar verliezen er elkaar mee uit het oog en het hart. De kortsluiting is een feit.
“Koartsluting op it Swynserhûs”, documentaire roman van Klaas Elgersma. De Fryske Boekeklub KFFB, 2021.
0 notes
dewarewereld · 4 years
Text
GEWELDLOZE REVOLUTIE
Tumblr media
(Hielke de Boer, 18 oktober 2020) Heb geluisterd naar een praatje van Willem Engel. Ik moet eerlijk bekennen dat ik deze zomer met enige reserve naar hem heb zitten kijken. Als je bedenkt dat de infiltratiegraad van NGO’s, overheden en inlichtingendiensten behoorlijk hoog is in dit tijdsgewricht, dan is het altijd gezond om even een pas op de plaats te maken om te bekijken met wie je nu eigenlijk…
View On WordPress
0 notes
twafordizzy · 1 year
Text
Henk Hofland: 'Geen generatie kan ons evenaren'
bron beeld: dvhn.nl In Jagtlust beschrijft Annejet van der Zijl (1962) de geschiedenis van het honk van de na-oorlogse culturele generatie. Die was gegroepeerd rond het fenomeen Fritzi Harmsen van Beek (1927-2009), die menig mannenhart op hol liet slaan. Zelden succesvol. Jagtlust, zoals de villa heette die aan de Eemnesserweg in Blaricum stond, en waar Fritzi Harmsen van Beek haar onderkomen…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
elgerben · 4 years
Text
Positief denken (2)
Tumblr media
Thuiswerken is al meer dan zes maanden de norm. Gelukkig mag ik, vanwege een renovatie aan mijn huurhuis, een kantoor van de hogeschool gebruiken. Toch maakt mij dat niet minder gefrustreerd over het verlies aan zin in mijn werk. Alle activiteiten die mijn werk de moeite waard maken, voer ik nu digitaal uit, in een leeg kantoor waar normaal gesproken zeven mensen werkten. Persoonlijke gesprekken, het wandelen door de gangen, spontaan koffiedrinken met een collega of student, dat doe ik allemaal niet meer. Ik heb nu een volstrekt eendimensionaal beroep. Daarbij: de oneliners van positiviteitsgoeroes hangen mij de keel uit. ‘Focus je in deze tijd op dingen die nog wel leuk zijn.’ ‘Houd de moed erin door af en toe een wandeling te maken.’ ‘Wees blij dat je een vast contract hebt.’ ‘Zoek een hobby die past bij deze tijd.’ Echt, ik hang al schuimbekkend met mijn vingernagels in het plafond als iemand zich op deze manier uitlaat over het huidige tijdsgewricht. Voor mij is deze ‘als je maar gezond bent-houding’ een fundamentele ontkenning van de maatschappelijke en persoonlijke problemen van het moment. Er is niet zoveel leuk. Ik maak af en toe een wandeling, maar op Zuid is het druk, vies en één grote bouwput. Ja, ik ben blij dat ik een vast contract heb, maar mijn baan is compleet uitgehold door de digitale dienstverlening die ik aanbied. Ik lees graag, maar na 25 boeken wil ik een sigaar roken in de lounge van de winkel. En die is dicht. Muziek maken kan niet, want projectzangers zijn nergens welkom.
Dus zit ik braaf achter mijn laptop, doe het werk dat gedaan moet worden, fiets naar huis, kook, eet, doe de afwas, lees een boek, maak de kattenbak schoon, poets mijn tanden, ga slapen en droom van het moment dat wij op de Hogeschool Rotterdam weer samen op zoek mogen naar verdieping.
0 notes
petervc88 · 4 years
Text
Surprise Show - Verwijzingen naar The Beatles - 8 september 2020 - Ice Radio
Tumblr media
Twee presentatoren – verbonden in hun liefde voor de Beatles en hun solojaren – laten hun keuze horen uit de schier eindeloze hoeveelheid (pop)liedjes waarin op een of andere manier wordt gerefereerd aan hun helden. Dat deden The Beatles zelf trouwens ook al en uiteraard verwezen John, Paul, George en Ringo op hun soloplaten naar elkaar. Maar ook talloze artiesten van toen en nu doen dat nog. Soms als hommage, soms om een tijdsgewricht aan te duiden en soms gewoon als fan.
Peter van Cappelle & Peter van der Linden bespreken de liedjes, leggen uit wat we ze horen, geven achtergrondinformatie en maken de luisteraar deelgenoot van de betoverende uitstraling van het Beatles-universum en de invloed die ze tot op de dag van vandaag uitoefenen op de moderne muziek.
Terug luisteren kan hier.
Dit was de playlist:
Barclay James Harvest - Titles (1975) The Beatles - Glass Onion (1968) Luis Fonsi & Demi Lovato - Échame la culpa (2018) Acda & de Munnik - Laat Me Slapen (1998) Oasis - Don't Look Back In Anger (1995) Beady Eye - Beatles and Stones (2011) The House of Love - The Beatles & The Stones (1990) Dusty Springfield - Nothing Has Been Proved (1989) Jay-Z - Reminder (2009) Marianne Rosenberg - Mr. Paul McCartney (1969) Ricky Nelson - Garden Party (1972) Mott The Hoople - All The Young Dudes (1972) George Harrison - When We Was Fab (1987)
Vanavond van 22:00 t/m 23:00 is er weer een nieuwe uitzending van Cappelle Classics op Ice Radio.
0 notes
stefselfslagh · 4 years
Text
Marie Vinck: “Empathisch zijn, is belangrijk. ‘Fuck you’ zeggen, is dat ook.”
Dit stuk verscheen op zaterdag 30 mei in De Morgen Magazine.
Tumblr media
Actrice en theatermaakster Marie Vinck (37) heeft een paar dolle jaren achter de rug. Met theatercollectief FC Bergman maakte ze vijfsterrenvoorstellingen, met Callboy-acteur Stef Aerts een dot van een dochter. Ziedaar een leven op kruissnelheid, denkt een mens dan. Maar nee, hoor. "De rode draad in mijn leven? Existentieel gespartel."
Heel even overweegt Marie Vinck om dit interview in de categorie fictie te doen belanden. "Ik heb altijd bewonderd hoe Hugo Claus tijdens interviews vanalles verzon. Ik vraag me soms af of ik dat ook niet moet doen. De geveinsde werkelijkheid is niet per se minder interessant dan de waarheid. Maar ik weet nu al dat ik toch eerlijk ga zijn tegen jou. Als het erop aan komt, heb ik een té grote drang naar authenticiteit."
"Het gevolg is wel dat ik mezelf onuitstaanbaar zal vinden wanneer ik dit interview lees. 'Aansteller', zal ik denken. 'Flauwe mie.' Mijn eigen woorden gedrukt zien staan, is voor mij hetzelfde als thuis mensen over de vloer krijgen: ik zie dan ineens niks dan rommel liggen." (lacht)
We zitten tegenover elkaar aan de anderhalve meter brede eettafel in haar pas verbouwde huis in Borgerhout. De zon glijdt door het dakraam naar binnen, Klara speelt iets frivools van Bach, er staan heerlijk geurende koppen koffie binnen handbereik, niets doet vermoeden dat ons gesprek plaatsvindt in een tijdsgewricht dat door zelfverklaarde futurologen 'een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de mensheid' wordt genoemd.
Toch blijkt al tijdens de eerste ronde van ons vraag- en antwoordspel dat de smeerlap genaamd covid-19 ook het leven van Marie Vinck grondig overhoop heeft gehaald. "In het begin van de lockdown heb ik echt een paar dagen moeten rouwen. Stef en ik hadden een geweldige zomer in het vooruitzicht: we zouden twee weken in Avignon gaan spelen, we waren de eregasten van een theaterfestival in Bologna én we zouden voor het eerst in New York optreden. Dat viel plots allemaal weg en daar had ik het aanvankelijk erg moeilijk mee. Ik voelde me verdrietig, wist niet hoe ik aan de dag moest beginnen, alles kostte me ontzettend veel moeite. Maar na een dag of vier was dat voorbij. Dat het coronavirus gaten in onze agenda heeft geschoten, is een luxeprobleem. Andere mensen hebben veel meer redenen tot klagen dan wij."
"En de quarantaine heeft ook zijn mooie kantjes: ik breng nu aanzienlijk meer tijd door met mijn dochter. Mijn band met Gloria is de voorbije weken nog inniger geworden. Ik geniet van alle wonderbaarlijke dingen die ze zegt en doet."
"Minder prettig is dan weer dat ik niet genoeg tijd heb om te werken. Vóór de lockdown werkten Stef en ik elk negen uur per dag. Nu wisselen we elkaar af: soms zorg ík voor Gloria en gaat Stef een paar uur op de zolder werken, de vogende keer blijft Stef bij Gloria en is het aan mij om naar boven te trippelen. Dat is overzichtelijk, maar het is lastig om binnen strak afgebakende tijdsblokken creatief te zijn. Het gebeurt dat ik op zolder naar mijn blad papier zit te staren en denk: 'Snel, Marie, een idee. Zo meteen moet je opnieuw naar beneden.' Lastig, als je verbeelding niet van tijdsdruk houdt."(lacht)
"Ik vraag mij nog altijd af of ik sinds de geboorte van Gloria een betere of een slechtere kunstenaar ben geworden. Ik ben efficiënter geworden, dat staat vast. Maar of ik ook betere voorstellingen maak, daar ben ik nog niet uit. Vroeger zaten we met de Bergmannen vaak tot ver na middernacht oeverloos te lullen. Daar kwamen geregeld straffe ideeën uit voort. Maar voor dat soort ongebreideld mijmeren heb ik tegenwoordig veel te weinig tijd."
Misschien moet ze haar kunstenaarschap toch maar eens combineren met een prikklokmentaliteit, zeg ik. Tussen negen en vijf schoonheid creëren en nadien de planten gieten en met de kinderen gaan spelen. "Ik denk dat ik mijn romantische kijk op het kunstenaarsschap - of toch op het wordingsproces van kunst - stilaan moet laten varen, ja. Uiteindelijk maakt het niet uit hoe een kunstwerk tot stand komt. Of je het in een kantoortje tijdens de werkuren concipieert of in een café tijdens een nachtelijke doorzaksessie, is bijzaak. Het enige wat telt, is het resultaat."
Arme wij
Voor het coronavirus ons onderuit schoffelde, verkeerde Marie Vinck in een creatieve staat van genade. FC Bergman, het theatergezelschap dat ze samen met Stef Aerts, Thomas Verstraeten en Joé Agemans uit de dorre Vlaamse grond stampte, werd door zowel leken als kenners de theaterhemel ingeprezen. Bovendien acteerde ze samen met lief Stef in de bejubelde Ivo van Hove-productie Freud en zou ze vijftien jaar na De Kusnog eens een hoofdrol spelen in een Vlaamse film: Ritueel van Hans Herbots.
Maar covid-19 maakte Marie Vinck, en bij uitbreiding alle kustenaars die beroepshalve een podium nodig hebben, onzichtbaar. Ik vraag of ze de voorbije weken al lang en koortsig heeft nagedacht over de post-corona-versie van haar beroep.          
"De technisch directeur van Het Toneelhuis heeft al berekend hoeveel toeschouwers er in de Bourla passen als er tussen hun lichamen anderhalve meter afstand moet zijn: 180 in plaats van 700. Dat is een stuk minder dan we gewend zijn, maar dan spelen we onze voorstellingen in de toekomst maar wat vaker. We zouden onze stukken ook live kunnen streamen, maar dan moeten we ze inhoudelijk aanpassen. En dat zijn we voorlopig nog niet van plan. Noem mij naïef, maar ik denk nog altijd dat de huidige situatie tijdelijk is en dat we de verloren tijd wel zullen kunnen inhalen. Al wordt het moeilijk om nog in het buitenland op tournée te gaan. Wij zijn ooit met een ploeg van dertig man naar Hong Kong gevlogen. Voor amper twee voorstellingen. Dat is, al was het maar in ecologisch opzicht, niet meer te verantwoorden."
In een brief aan de regering vroegen driehonderd Belgische kunstenaars onlangs 'buitengewone steunmaatregelen voor de culturele sector'. Is dat een oproep die ook ten huize Vinck gesteund wordt? "Zeker. Al zal je mij zelfs vandaag niet aan de frontlinie zien staan. Ik vind het heel moeilijk om te zeggen: 'Arme wij.' Omdat ik dan onmiddellijk denk aan de mensen die het nog lastiger hebben dan wij. De zorgverleners, bijvoorbeeld. Maar ik geef toe dat dat een reflex is die mij deels door de buitenwereld is opgedrongen. In Vlaanderen denken veel mensen dat kunstenaars niet echt werken. Dat ze al blij mogen zijn als ze met hun hobby wat geld verdienen. Ik heb die paternalistische ideeën over kunstenaars al zo vaak gehoord dat ik ze bijna zelf ben gaan geloven. Ten onrechte, want ook de culturele sector vertegenwoordigt heel veel inkomsten en jobs."
Overgeeffobie
Omdat iémand het moet doen, gaan we op zoek naar een sluitende functie-omschrijving van kunstenaars. Al reflecterend belanden we bij een zin die ze een tijd geleden in een interview dropte: 'Kunst maken, is de zwartheid van het bestaan weergeven met schoonheid.' Horen kunstenaars ons dan niet zonder mededogen met de neus in de stront te duwen?
"Kunst mag zeker ontregelen. Ik heb in mijn leven al voorstellingen gezien waar ik dagenlang niet goed van ben geweest. Die mij helemaal in de war hebben gebracht. Maar er moet ook troostende kunst zijn, vind ik. We zijn in dit harde, koude leven toch allemaal op zoek naar  geruststelling. Naar een hand op onze schouder, naar iemand die zegt: 'Het is okee om niet perfect te zijn.'"
"Wat wij bij FC Bergman doen, is in essentie: onszelf troosten. Stef, Thomas, Joé en ik maken het ons niet gemakkelijk in het leven. Wij laten ons opjagen door onze sterfelijkheid, wij stellen ons telkens opnieuw de vraag: 'Hoe maken we van dit ene leven iets uitzonderlijks, iets betekenisvols?' Daar komt heel wat existentieel gespartel bij kijken. Maar door onze eeuwige twijfels in onze voorstellingen te verwerken, verzachten we ze ook. Zeggen we tegen onszelf: 'We kunnen alleen maar zijn wie we zijn. En het leven bestaat niet enkel uit hoogtepunten.' Voor ons is dat een verlichtende gedachte."
Behalve troostend kan kunst ook therapeutisch zijn, zo blijkt. In het Canvas-programma Winteruurdroeg ze eind vorig jaar een tekst voor van Rainer Maria Rilke: 'Wij hebben geen reden tot argwaan jegens onze wereld, want zij is niet tegen ons. Heeft zij verschrikkingen, dan zijn het ónze verschrikkingen; zijn er gevaren, dan moeten wij proberen ze lief te hebben.'De tekst van Rilke leerde haar dat ze haar angsten kan verkleinen door ze te koesteren.
"Lach niet, maar ik heb een overgeeffobie: ik huiver werkelijk bij de gedachte dat ik moet overgeven. Als Gloria zegt dat ze buikpijn heeft, beginnen mijn handen te zweten, piekt mijn hartslag en wil ik zo hard mogelijk weglopen. Gewoon omdat ik dan denk: 'Misschien heeft ze buikgriep, is dat besmettelijk, en moet ik straks overgeven.' De woorden van Rilke hebben mij geleerd om niet tegen die fobie te vechten, maar om haar te accepteren. Om mijn angst bewust te voelen en te beseffen: 'Angst is maar angst. Je gaat er niet dood van.' Door angstgevoelens weg te duwen of te negeren, worden ze alleen maar groter. Door ze toe te laten, vervliegen ze sneller. Dat is een inzicht waar ik in mijn leven al veel aan gehad heb."
Zwijg, Marie
Op haar 37ste heeft Marie Vinck al meer film- en tv-rollen gespeeld dan Georges Leekens voetbalclubs heeft getraind. En toch was er ooit een tijd waarin ze alles behálve een actrice wou worden. Als dochter van regisseur Hilde Van Mieghem had ze haar hele jeugd in het film- en theatermilieu doorgebracht. Het leek erop dat ze daar Obelixgewijs een levenslange verzadiging aan had overgehouden.
"Het laatste wat ik wou, was in de voetsporen van mijn moeder treden. Ik wilde wég uit dat acteurswereldje. Na de middelbare school ging ik Germaanse Talen studeren, klaar om mijn eigen ding te doen. Maar toen ik twintig was, vroeg mijn moeder mij om de hoofdrol te spelen in De Kus. En tijdens de opnames van die film heb ik moeten toegeven dat ik toch méér had met acteren dan ik dacht. Ik genoot ervan, het was echt iets voor mij. Ik heb mijn studies Germaanse Talen nog afgemaakt en me meteen daarna ingeschreven aan het Herman Teirlinck Instituut."
Ze speelde in films als Loft en Sprakeloos en tv-series als De Kavijaks en Zone Stad. Maar ondertussen is acteren in haar leven hooguit nog een bijberoep. De actrice is een maakster geworden. En dat zat er al een hele tijd aan te komen. "Toen ik in De Kus meespeelde, liet ik mij nog zonder tegenpruttelen regisseren: ik vroeg mijn moeder wat ik moest doen en deed het. Maar zeven jaar later, toen ik één van de hoofdrollen vertolkte in Smoorverliefd, ging ik voortdurend met haar in discussie. 'Mama, zo'n zin zou mijn personage toch nóóit uitspreken?' Of: 'Zou je je camera niet beter wat meer naar rechts zetten? Dan kan je die scène veel mooier in beeld brengen.' Op een gegeven moment zei mijn moeder, niet onterecht: 'Zwijg, Marie. Je bent hier om te acteren. Niet om te regisseren.'" (lacht)  
Bij FC Bergman zit ze vandaag wél mee aan de regieknoppen. En met succes. Vooral Les Pêcheurs de Perles, de dwarse FC Bergman-bewerking van de opera van Georges Bizet, en JR, hun toneeladaptatie van de gelijknamige roman van William Gaddis, deden toeschouwers en recensenten met superlatieven gooien. "Ik neem de complimenten dankbaar in ontvangst", zegt Vinck. "Maar ik vraag ik tegelijkertijd af of de verwachtingen over FC Bergman langzamerhand niet té hoog worden. 'Wat moeten we de volgende keer nog doen om de mensen te verrassen?', denk ik soms."
"Los daarvan geniet ik veel meer van het creëren dan van het acteren. Zeker in het theater. Daar heb ik als actrice toch nooit helemaal mijn vrijheid gevonden. In het theater is er altijd die enorme ruimte waar je als actrice je plaats in moet vinden. Dat publiek dat zo ver weg zit dat het de blik in je ogen niet kan lezen. Een filmcamera is geruststellend dichtbij: hij registreert de kleinste beweging en de miniemste stembuiging. Dat laat mij toe om wat ingetogener, wat minder nadrukkelijk te acteren."
Nooit naar Merksem
Drie jaar geleden castte Marie Vinck zichzelf voor de rol van haar leven: die van mama. Haar ogen worden diamanten wanneer ons gesprek zichzelf richting Gloria manoeuvreert. Ik vraag of zij en Stef elkaar al papa en mama noemen wanneer hun dochter er niet bij is.
(lacht) "Mijn god, nee. Als je dát begint te doen, ben je als koppel verloren. Maar ik denk niet dat Stef en ik het ooit zover gaan laten komen. Wij hebben een paar jaar geleden nogal moeilijke gesprekken gevoerd over kinderen. Stef was er eigenlijk nog lang niet aan toe, en ik al heel lang wél. We kregen onze gedachten over het ouderschap niet echt op elkaar afgestemd. Op een nacht voerden we in ons bed het zoveelste kinderwensgesprek. Na een lange stilte hoorde ik Stef plots met een klein stemmetje zeggen: "Okee, dan. Maar we gaan toch niet in Merksem wonen, hè?" Merksem, een randgemeente van Antwerpen, was voor hem hét symbool van bakfietsburgerlijkheid." (lacht)
In een Humo-interview verklaarde ze: 'Ik kon pas een kind krijgen toen ik aanvaard had dat ik misschien niet heel mijn leven zou samenblijven met de vader. Het idee dat dat wél zou moeten om een kind te mogen hebben, benauwde me.' Houdt ze dan rekening met de eindigheid van haar relatie met Stef?
"Ja. Niet dat ik twijfels heb over onze relatie. Integendeel: de geboorte van Gloria heeft de band tussen Stef en mij nog versterkt. Maar als het op een dag niet anders kan, moeten we wel uit elkaar kunnen gaan zonder dat we het gevoel hebben dat we Gloria met een levenslang trauma opzadelen. Een echtscheiding hoéft voor een kind niet traumatisch te zijn. Mijn eigen ouders zijn gescheiden toen ik drie was. Ik heb niet het gevoel dat ik daar zwaar onder geleden heb."
Niet alle koppels zijn bereid om in de fleur van hun liefdesleven de mogelijkheid van een breuk onder ogen te zien, zeg ik. Veel geliefden zou alleen al bij de gedáchte aan een scheiding in puin vallen. "Bij mij is het omgekeerd: precies omdát ik mijn relatie niet als vanzelfsprekend beschouw, doe ik er ook meer moeite voor. Mijn manier om van Stef te houden is: op voorhand al een beetje afscheid van hem nemen. Ik vind dat geen devaluatie, maar een verrijking van onze relatie. Veel mensen horen hun partner wellicht liever zeggen: 'Jij bent mijn alles, zonder jou kan ik niet leven.' Dat klinkt romantischer dan 'Ik kan best leven zonder jou, maar laten we een fijne tijd hebben zolang we samen zijn.' Maar ik denk dat je ook binnen de grenzen van de waarheid de romantiek kan opzoeken. Dat liefde niet per se gebaseerd moet zijn op een leugen met wederzijdse toestemming."
Een empathische fuck you
Ik lees een fragment voor uit de column die haar moeder schreef toen Gloria voor het eerst in de grootouderlijke woning kwam logeren: 'Marie is er niet gerust in. Ze kijkt me aan alsof ik een vreemde ben die geen idee heeft hoe je met baby’s omgaat. Gloria daarentegen kijkt me stralend aan. Zij is er klaar voor, haar moeder duidelijk niet.'
"Ik ben inderdaad een bezorgde mama", zegt Marie voor ik een vraag kan stellen. "Ik kan soms minutenlang vertwijfeld aan het bed van Gloria staan. 'Heeft ze het nu te warm of te koud? Ik zal haar dekentje maar wat laten zakken. Of nee, dan gaat ze misschien wakker worden. Maar wat als ze het te warm krijgt? Shit. Wat moet ik doen?' Dát soort interne monologen. (lacht) Gelukkig ben ik ook een erg lieve en attente mama. Ik ben geen chaoot: ik kan echt met mijn volle aandacht bij Gloria zijn."
Keert ze in haar hoofd vaker terug naar haar eigen kindertijd, nu ze zelf een dochter heeft? "Ja. En dat helpt me om mijn bezorgdheden als mama enigszins te relativeren. Ik ben opgegroeid in het huis van mijn moeder. Dat zat altijd vol volwassenen die zware sigaretten rookten en nog zwaardere gesprekken voerden. Mijn leven had weinig of geen structuur, ik huppelde rond in een wereld die ze bij Kind & Gezin niet meteen kindvriendelijk zouden noemen. Maar toch vond ik het thuis heel gezellig en heb ik warme herinneringen aan mijn kindertijd. Dat doet mij vermoeden dat ik vandaag, als mama, wellicht té strenge maatstaven hanteer. Ik let er bijvoorbeeld nogal strikt op dat Gloria gezond eet. Maar mijn eigen schoolmaaltijden beperkten zich vroeger tot een Fanta en een broodje Martino. En toch is het ook met mij goed gekomen." (lacht)
De band met haar eigen moeder is hecht, op het symbiotische af. Heeft de komst van Gloria de twee-eenheid verbroken? "Nee. Wat ik niet zo leuk vond, is dat mijn moeder en ik een tijdlang enkel over Gloria leken te kunnen praten. We zagen elkaar alleen nog wanneer ik Gloria kwam afzetten of oppikken, vandaar. Maar de laatste tijd beginnen we opnieuw oog te krijgen voor elkaar. En daar ben ik blij om."
De vader in mij informeert of ze ook met haar papa een band van betekenis heeft. "Absoluut. Een hele goeie zelfs. Maar mijn vader is een eenzaat. Hij blijft het liefst van al thuis. Hij runt een impresariaat (Kris Vinck & Partners, red.) waarmee hij acteurs en actrices zakelijk begeleidt. Maar je zal hem nooit op recepties zien, want daar heeft hij een hekel aan. Mijn vader is qua karakter de volmaakte tegenpool van mijn moeder: zij is flamboyant en impulsief, hij voorzichtig en gesloten. Eigenlijk lijk ik veel meer op mijn vader dan op mijn moeder."  
We zijn ondertussen al aan onze vierde koffie toe, en nog altijd weigert mijn vragenlijst zichzelf weg te cijferen. Gelukkig is mijn gesprekspartner lijdzaam en barmhartig. "Wat ik Gloria prioritair wil meegeven? Zelfvertrouwen. Een positieve kijk op de wereld. En een groot geloof in andere mensen. Ik hoop dat Gloria later geen angstige vrouw wordt. Dat ben ik zelf ook niet. Ik ga uit van het goede in mensen. En dat vertrouwen is nog nooit beschaamd geweest."
"Stef heeft een veel somberder mensbeeld. Toen Gloria voor het eerst naar school moest, vond hij dat verschrikkelijk. 'We sturen onze dochter naar de hel op aarde', zei hij. 'Kinderen zijn kutwezens voor elkaar.' Terwijl ik alleen maar dacht: 'Wát? Zo'n kleuterschool is toch één grote speeltuin?'" (lacht)  
Heeft het moederschap van haar een beter mens gemaakt? "Een empathischer mens, vooral. Eén van de redenen waarom ik zo graag een kind wilde, was dat ik het beu was om voortdurend met mezelf bezig te zijn. Ik wilde voor iemand kunnen zorgen. Mijn blik naar buiten richten in plaats van naar binnen. Dat is gelukt: ik heb mezelf succesvol uit het centrum van mijn eigen belangstellingswereld gekatapulteerd. (lacht) Maar ik moet uitkijken dat ik mezelf niet verlies. Ik heb een beetje een zorgcomplex: ik zorg graag en goed voor anderen, maar het gaat soms ten koste van mezelf."  
"Het probleem is dat ik heel streng ben voor mezelf. Ik vraag me voortdurend af of ik wel een goed iemand ben. En ik heb heel vaak het gevoel dat dat niét zo is. Ik ben onlangs zelfs in therapie gegaan om me van mijn Moeder Theresa-neigingen te verlossen. Ik ben 37, op die leeftijd zou ik toch met andere dingen bezig moeten zijn dan met anderen te behagen? Ik moet dringend wat je m'en foutisme kweken. Wat vaker zeggen: 'Schijt omhoog, los het op, trek uw plan.' Empathisch zijn, is belangrijk. Maar 'fuck you' zeggen ook."
Ik wacht niet tot ze me, de daad bij het F-woord voegend, uit haar huis flikkert en verklaar onze tête-à-tête voor beëindigd.
Bij het afscheid nemen, geven we elkaar om coronaredenen geen hand. Ook kussen we elkaar niet. Ik stap in mijn auto en rij niet naar Merksem.
0 notes
bramieven · 5 years
Text
Vloeibare verhalen: Neerlandistiek onder laatmoderne condities
Universiteit Leiden, 17-18-19 Juni 2020
We staan op de drempel van het derde decennium van de 21ste eeuw en de Neerlandistiek bevindt zich in een heikele situatie. Het aantal studenten is sterk teruggelopen en er vindt een verregaande literaire ontlezing plaats over de volle breedte van de bevolking. Als wetenschappers worstelen we met de vraag hoe we ons zinvol kunnen verhouden tot de grote ecologische, mediale,  politieke en andersoortige veranderingen van onze tijd.
De voorwaarden en condities die tot deze situatie hebben geleid zijn het gevolg van een complexe mondiale ontwikkeling – maar ze grijpen in op onze cultuur en literatuur en dus moeten we er ons toe verhouden.
Daartoe hebben we als moderne letterkundigen ook zeker de mogelijkheid. Niet alleen zijn verhalen in de breedste zin van het woord ons domein van expertise – verhalen over nationaliteit verloren en herwonnen, verhalen over globalisering en economische suprematie, nieuwe verhaalstructuren in een nieuw medialandschap, en verhalen over culturele identiteit en toe-eigening – we weten die verhalen ook in historisch, politiek, en mediaal licht te plaatsen.
 Tijdens Achter de verhalen 2020 willen we proberen om samen ‘achter’ de verhalen te kijken. Hoe verandert de vorm, toon en status van de verhalen die we vertellen door het tijdsgewricht waarin we ons bevinden? Het denken over onze geschiedenis, identiteit en ons erfgoed zijn juist in deze tijd van groot belang: wat is de kracht van verhalen in een geglobaliseerd Nederlands taalgebied? Hoe verhouden we ons als onderzoekers van Nederlandstalige literatuur, geschiedenis en cultuur tot die rondzwermende, vloeibare verhalen en waarin ligt onze eigen maatschappelijke bijdrage?
 We worden allemaal gevormd door verhalen waaraan we, als het ware in weerwil van de bijna onbevattelijke complexiteit van onze maatschappij, onze individuele en sociale identiteit aan proberen op te hangen; verhalen waarmee de werkelijkheid in structuren dwingen. Verhalen lijken steeds soepeler in de kleinste niches van ons bestaan te kruipen, maar tegelijkertijd hebben we als individu het zicht verloren op de grote verhalen. Althans, die grote verhalen zijn dusdanig complex, dusdanig vloeibaar en zo weinig vormvast, dat ze vanuit het standpunt van een enkele onderzoeker bijna niet te overzien zijn.
  Opzet 
Dit soort ambitieuze vragen kunnen we niet op individuele basis te lijf gaan. Ons uitgangspunt is dat samenwerking noodzakelijk is om voorbij het eigen verhaal te komen. Op Achter de Verhalen 2020 stellen we samen vragen als:
Hoe kan literatuur inzichtelijk maken wat de reikwijdte en (emotionele) impact is van mediarevoluties, de migratie- of klimaatproblematiek, genderbias of de wanhopige zoektocht naar ‘geluk’?
Welk verhaal vertelt literatuur ons over Nederlandse identiteit en burgerschap, van 1800 tot heden?
Welke verhalen zijn van belang voor scholieren: hoe kunnen we ze boeien/ onderwijzen?
Welke verhalen van autonomie worden er in en over de literatuur verteld anno 2020?
Wat zijn de verhalen van de straat of van subculturen? (bijvoorbeeld hip-hop, volksliederen, discoursen in poëzie).
Welke dwingende verhalen uit heden of verleden zijn aan revisie toe (of nooit verteld)? 
Wat voor verhalen vertelt de letterkundige? Wat betekent het dat de grenzen tussen letterkunde, cultural studies en literatuurwetenschap vloeibaar zijn geworden? Moeten we terug naar een klassieke opvatting van de discipline? Of moeten we de inter- en transdisciplinaire paden juist uitbreiden?
Welke rol spelen de laatmoderne condities van digitaliteit, flexibiliteit, reflexiviteit en precariteit in het stellen en vormen van onderzoeksvragen, het kiezen van methodes en de vormen waarin we verslag doen? Welke methodes en vormen van onderzoek zijn geschikt om de nieuwe uitdaging aan te gaan?
Wat betekent het dat we zelf ook ‘gebukt’ gaan onder de reflexiviteit en competitieve mentaliteit, of dat een hoogleraar zich in onze tijd dagelijks op Facebook kan roeren? Welke vormen van mediazichtbaarheid en mediastrategie beoefenen we zelf in het culturele veld?
Het uitgangspunt is in de laatste decennia dat van de individuele onderzoeker gebleven. Dat lijkt ons ontoereikend. Op Achter de Verhalen 2020 experimenteren we daarom met een opzet waarin we naast individuele presentaties veel ruimte vragen voor gezamenlijk nadenken over de complexe vragen in ons vakgebied: we zetten in op duopresentaties en laten jonge onderzoekers aan het woord (ook in de keynotes), en proberen na te denken over manieren om de diversiteit in de neerlandistiek te bevorderen.
We proberen een expertmeeting te organiseren die niet is zozeer gericht op het presenteren van afgerond individueel onderzoek, maar om de uitwisseling, verbondenheid en daarmee: de productie van de hele onderzoeksgemeenschap.
Zowel klassieke als minder klassieke, creatieve vormen van presentaties zijn mogelijk. te denken valt aan:
Voorstellen voor round-tables, 150 woorden
Poster-presentaties (18 juni), 150 woorden
Onderzoekslabs van ca 1 uur (19 juni), 150 woorden
Abstract voor solo of duo presentaties, 250 woorden
Pitches voor gezamenlijke onderzoeksvoorstellen, 150 woorden
Stuur uw idee in naar: achterdeverhalen2020[at]gmail.com voor 15 november 2019.
Deelname kost 75 euro per dag, 150 euro voor het gehele congres, inclusief koffie/ thee, lunch. We hopen van harte dat u erbij bent, Achter de Verhalen aan de Universiteit Leiden, op 17, 18 en 19 juni 2020. Deelname voor MA-studenten is gratis.
0 notes
saulsplace · 3 years
Photo
Tumblr media
Spreek over tribunalen, overal!
In mijn Telegram-kanaal kwam deze week een interessant bericht binnen. Het is een gespreksfragment van Radio538 over de COVID-pandemie. Een inspreker genaamd Koen, die volgens ingewijden als beveiliger van de Tweede Kamer werkt, zegt: “Op het moment van een persconferentie worden alle mondmaskers opgezet. Dan wordt er netjes anderhalve meter afstand gehouden. Maar zodra de camera uit is, staan ze nog net niet met elkaar te dansen.”
Radiopresentator: “Er komen onthullingen uit Engeland. Premier Boris Johnson hield gewoon feestjes terwijl het hele land in lockdown was.”
“In Nederland is dat toch niet anders. Prinses Amalia houdt een feestje voor honderd man en dan zegt ze, ‘ja sorry’. Op de Tweede Kamer is het bedrijfsrestaurant ook gewoon open en zitten ze met elkaar aan tafel.”
De presentator reageert zogenaamd verrast. “Oh ja? De mensen die ons dit opdragen lappen achter de schermen diezelfde regels aan de laars, wat bizar.”
“Zo zijn er een boel maatregelen die niet kloppen. De gewone winkels zijn dicht, maar bij de Makro kunnen we wel in de rij gaan staan en daar elektronica kopen.”
Dit korte gesprek zegt alles over het huidige tijdsgewricht en de geestelijke staat van de mensen. Het volk weet dat al die maatregelen overtrokken zijn. Maar men blijft toch meedoen want anders volgen er lastige reacties. Je krijgt boa’s op je nek enzovoorts, dus doen velen maar mee, al is het uitsluitend voor de vorm. De elite weet dit, het kartel van bestuurders en topambtenaren. Zij beseffen dat het volk het eigenlijk niet meer gelooft. Toch gaat de elite door op de ingeslagen weg, zo gaat het in die bubbels. Niemand wil de eerste zijn om van het ingezette narratief af te wijken, anders vergaat het hen zoals Pieter Omtzigt en Mona Keijzer. Stilzwijgend op het pluche blijven zitten is veiliger voor je carrière. 
De politiek is corrupt en het grootste deel van het volk heeft dit door. Ook weet het volk dat de elite beseft dat het volk het niet meer gelooft. Volk en elite weten dus van elkaar dat ze het officiële narratief aan beide kanten niet meer geloven en tegelijk dat de politiek ermee doorgaat omdat het systeem nu eenmaal corrupt is. Hieruit volgen geen acties, er zijn enorme protesten en demonstraties maar die worden succesvol uit de media geweerd. Doorsnee politieagenten en ME’ers geloven het ook niet meer, maar die handhaven omdat ze een hypotheek hebben. En omdat ze lekker kunnen rammen, wat helpt om frustraties uit te leven die in de lockdown zijn opgekropt.
Dit systeem stort dus als een kaartenhuis in elkaar, zodra de handhaving stopt met handhaven. In die zin heeft de nieuwe minister Yesilgöz daar al een voorschot op genomen, door iets vaags te zeggen als “handhaven is iets wat je met elkaar doet”. Met andere woorden, de staat komt betrouwbaar personeel tekort, iedereen is moe, de handhaving loopt op zijn laatste benen. 
Voortgedreven door hun hypotheekje zullen die handhavers onze demonstratievrijheid blijven vernietigen, zelfs al geloven ze er niet meer in. Er is een laatste duwtje nodig. Er moet een factor tegenover de factor van dat hypotheekje worden gezet. Hier komt dan de voorschemering van het tribunaal dat lonkt achter de horizon. Wil zo’n vrijheidsrover die nu met een waterkanon op opa’s en oma’s staat in te spuiten, straks voor zo’n tribunaal komen te staan? I don’t think so. 
Daarom is het sterk aan te raden om ook op verjaardagen en informele bijeenkomsten te spreken over tribunalen. Zodat ook handhavers horen dat dit leeft onder het volk, en dat het dichtbij komt. Laat het niet over aan de politiek! Ze moeten het écht horen als ze met geliefden aan de kalkoen zitten, want op straat in hun body armour voelen ze zich veel te stoer en onaantastbaar. Ze voelen zich gesterkt door het brute geweld dat de staat uitoefent tegen vredelievende demonstranten en moeten worden herinnerd aan hun kwetsbaarheid. Zodat ze via die weg ook worden herinnerd aan hun menselijkheid. 
Zoals gezegd: het volk wéét dat de elite weet dat het volk het niet meer gelooft. Oftewel, het is allemaal één grote exercitie om volgzaamheid en dociliteit te bewijzen en daarmee te vestigen als normaliteit. De vraag naar waarheid en onwaarheid is door de elite én door de massa losgelaten om te kunnen meebuigen met het systeem dat men via deze wetgeving en handhaving zelf schept. Vandaar dat de radiopresentator die gemaakte verrastheid speelt. Daar straalt in door: “Ik moet in mijn functie doen alsof dit voor mij verrassend is, dat is mijn rol, dat begrijpen we van elkaar.” En tegelijk wordt dat systeem gerelativeerd door de minister, wanneer het hen uitkomt! We zijn beland in een staat die zijn macht laat gelden door totale willekeur.
Dus, ‘je hypotheekje of een tribunaal – kies nu!’ Die aansporing is broodnodig omdat de leugen nóóit mag worden genormaliseerd. Het gaat in West-Europa de kant op van Australië, waar de ongevaccineerden officieel totaal worden verbannen uit het leven. Dat is daar bestuurlijk beleid. Een bekende van mij wordt door zijn vrouw gepushed om naar Australië te verhuizen. Die zegt: “Ik ben drie keer gevaccineerd, dus ik heb er geen nadeel van, eigenlijk alleen maar baat.”
Dit klinkt als iets kroms recht praten. De waarheid is dat je er – zelfs als drievoudig gevaccineerde – er een gigantisch nadeel bij hebt. Een maatschappij die zó ver gaat, en deze opschorting van natuurrecht normaliseert, daar weet je nooit wat er nog meer pardoes genormaliseerd wordt.
Nu zullen schaapjes hier tegenin brengen dat Australiërs dit doen voor de levens van medeburgers. “Het is een kleine moeite om je te beschermen voor de gezondheid van anderen. Je hebt alleen een groot probleem als je jezelf niet kúnt laten vaccineren. Je kunt het ook omdraaien. Wij zitten al twee jaar binnen, deels omdat sommige mensen zich niet aan de maatregelen houden en zich niet laten vaccineren.”
Deze argumenten zijn incorrect. Ten eerste gaat het niet om de moeite die een vaccinatie kost, maar om het feit dat een overheid dit afdwingt met buitenproportionele totalitaire maatregelen. En daarvoor volledig binnendringt in de persoonlijke integriteit van de mens, ons leven en lichaam. Mensen die dit goedkeuren, zullen stapsgewijs de grootste stommiteiten normaliseren onder druk van altruïstische motieven. Zoals ook onder het communisme is gebeurd. 
Dit alles gaat niet om de gezondheid van anderen. In Nederland is de capaciteit van Intensive Care bijvoorbeeld niet uitgebreid en zijn er geen gesloten ziekenhuizen heropend. Het argument dat het aan de ongevaccineerden ligt, is in dit licht gezocht. Het zijn specifieke doelgroepen die serieus risico lopen van dit virus. Zinnig beleid zou afgestemd zijn op die groepen. Niet op zondebokken creëren, wat nu gebeurt. Sowieso is het virus niet weg te vaccineren omdat het zó ver is verspreid dat het blijft muteren: vaccins produceren loopt achter de feiten aan, zoals ook Jaap van Dissel vaststelt. Ongevaccineerden de schuld geven, is dus corrupt.
Daarnaast is het absurd dat ik van de overheid zou eisen, dat die mij beschermt tegen de mogelijke slechte gezondheid van een ander. Ik maak toch zélf de keuze om wel of niet te vaccineren, wel of geen drukke plekken te bezoeken? Als je gevaccineerd bent en je krijgt nog steeds lockdowns, nog steeds QR-codes, en kunt nog steeds in het ziekenhuis belanden, dan moet je misschien toegeven dat je voor de gek gehouden bent.
Gezondheid blijkt een totalitair concept te zijn, want je kunt tot ieder offer worden gedwongen in naam van gezondheid. Maar alsnóg is de gezondheid niet absoluut want in de praktijk zijn ook drugs, roken en alcohol genormaliseerd, wat ook vele mensenlevens kost. Dus waarom zou de {r}overheid het recht hebben om nu ‘in naam van de gezondheid’ wél totale macht over de samenleving te claimen?
En oh ja, al die ongevaccineerden die van geen enkele dienst gebruik meer mogen maken, hebben het morele recht om daarvoor geen belasting meer te betalen!
Ondertussen is het aan ons, realisten en wakkeren, om een nieuw fundament te metselen voor alle mensen die nu van hun anker geslagen zijn.
Volg de publicaties van Sid Lukkassen via Telegram: https://t.me/SidLukkassen – U kunt Sid ook steunen via BackMe maar nóg belangrijker is het dat dit artikel wordt verspreid!
0 notes
peterpijls1965 · 2 years
Text
Rob Scholte.
instagram
Rob Scholte
VERVAL IN HET ONLINE LUNAPARK
Ik deel online al 9 jaar foto's, teksten en clips die direct of indirect iets zeggen over mijn mentale en fysieke herstel, maar mogelijk ook over mijn slechte smaak en bijna postmodern vrijblijvende selectiecriteria. Het betreft niet zelden ook werk van kunstenaars die het beter kunnen dan ikzelf. Bijna iedereen dus, want ik ben een dilettant uit overtuiging, al boekte mijn mogelijk wat chaotisch aandoende approach verrassend veel resultaat. Tot voor kort viel dat gelukkig bijna niemand op. Ik ben namelijk een marginale prutser die niet uit is op herrie of provocatie. Het gaat beter met me dan ooit. De meesten verheugt dat. Een enkel dwaallicht wordt er hysterisch van. Dat past, vrees ik, helemaal in een tijdsgewricht waarin de geindustrialiseerde consumptiemens tot grotesk aandoende vormen van gelijkschakeling en targetfetisjisme wordt gedwongen, met eclatant succes trouwens. De uitvallers, ik en nog wat lucky little shits, worden gelukkig gepromoveerd tot marginalen die de onvermijdelijke fall out vormen van een dolgedraaid mens- en wereldbeeld dat vormen van psychopathologisch wangedrag verwart met succes en mijn soort winnaars degradeert tot gratis schietschijven zonder recht op vrijheid van meningsuiting en met een verplicht verslavingsabonnement op psychofarmaca en ander sederend snoepgoed. Ik deed er jaren uit overtuiging aan mee, en ik had het niet willen missen. Er gaat weinig boven 3 Xanax met 6 Bloody Mary's en 2 gram wiet uit Midden-Limburg. Tegenwoordig ben ik clean en alleen nog hooked aan schoonheid, verval, decadentie en vooruitgangsoptimisme. Het is gratis en bevordert levensgeluk en algemeen welbehagen. Ik geloof dat ook daarom een te verwaarlozen minderheid van jaloerse, intolerante sektariers zo tekeer gaat tegen happy losers zoals ik. Het stimuleert mij hevig op de ingeslagen weg door te gaan, ook omdat Mark Zuckerberg me net appte dat hij me best een aanwinst vindt voor het online lunapark dat sommigen verwarren met de realiteit. Mijn beste psychiater noemde dat een onbewuste psychose. Zelf denk ik dat het verschil tussen zogenaamde waanzin en normaliteit in het geheel niet bestaat. Laten we dat zo houden.
0 notes