Don't wanna be here? Send us removal request.
Text
Tussen rust en lust
En zo zweefde ze mijn leven binnen, als een vlees geworden droombeeld, een schim van wat ik altijd al wou, maar nooit durfde verlangen, een intense eerlijkheid waar ik nooit aan durfde toegeven.... Was dit dan het lot? Was het een soort voorzienigheid die haar op mijn pad plaatste als schuchter vertoon van hoe het ook kan? Of loop ik wederom te hard van stapel, struikel ik opnieuw over het enthousiaste gevoel dat men ‘liefde’ noemt? Liefde.... Het zes-letterwoord dat mij al zoveel jaren in de ban houdt en kwelt, permanente entiteit doorheen de continuïteit van mijn leven. Als eb en vloed, zo leidt ze haar eigen bestaan en kiest ze naar eigen goeddunken om dan weer wel, dan weer niet aanwezig te zijn in het landschap dat ik het mijne noem. En met elke golfslag, in elke onstuimige branding, word ik overspoeld door een gevoel dat ik niet thuis kan brengen.... Ergens tussen vallen en opstaan, tussen nu en later, tussen hebben en houden, tussen rust en lust.
Troost mij als je gaat, hou mij vast als je verdwijnt, red mij als ik wederom verdrink, kus mij als je me mijn adem ontneemt.
0 notes
Text
Verloren droombeeld
Hoewel ik, net als de meeste mensen, enorm kan genieten van een mooie droom, ben ik een persoon die slechts weinig dromen heeft. Deze nacht echter had ik het geluk nog eens te mogen genieten van een droom die zo echt leek, zo intens was, dat die het verdient om beschreven te worden. Want wie was jij, die plots in mijn dromen verscheen? Als eenzame verbeelding van prille liefde, zo wandelde je vannacht mijn droomwereld binnen. Daar stond je dan, ineens, vol woorden, terwijl ik mij wentelde in een sprakeloos stilzwijgen dat werd gevoed door jouw verschijning. Ik was er, op die plaats, initieel niet voor jou, maar alles veranderde plotsklaps toen jij de kamer binnenkwam. Stille illusie van perfectie, prachtig wonder van mijn onderbewustzijn. Het gesprek in de kamer verstomde, mijn aandacht ging volledig naar jou, mijn blik werd geabsorbeerd door die prachtige, grote ogen vol verwondering. “Kom,” zei je plots, “ik wil je iets tonen.” Ik stelde me geen vragen, volgde passief je bevelen op, hoewel je een soort onzekerheid uitstraalde die ik niet kon vatten. We verlieten de ruimte en de mensen die er waren. Jij voorop, ik achter je aan. De woorden kon ik niet vinden, maar ik hoopte dat mijn blik je voldoende kon zeggen wat ik wou. Je nam me mee naar een grote ruimte, zo’n ruimte die je maar enkel in dromen ziet. Daar nam je een afstandsbediening, drukte een knopje in en wachtte. Vol verwondering zag ik hoe de kamer zich langzaam vulde met een geel, warm licht, afkomstig van slingers die jij overal had opgehangen. Mijn mond viel open van verbazing bij het zien van dit feeërieke tafereel dat zich voor mijn ogen ontwikkelde. Mijn hele lichaam vervulde zich met een warme, gelukzalige gloed, zoals ik die in het echte leven al een hele tijd niet meer ervaren had. Als in een plotse ingeving, een soort lucide moment, wist ik dat ik hier, in deze droom, voor altijd met jou wou blijven. Wie je was? Geen idee. Of je er was voor mij? Zonder twijfel. Voor we het wisten stonden we daar, in het midden van die ongelooflijk wondermooie kamer, verstrengeld in een omhelzing die noch een begin, noch een einde had. Ik hoorde hoe je me vroeg of dit nu echte liefde was. Zachtjes kust ik je nek en fluisterde: “Ik denk het... dat moet haast wel....” Toen werd ik wakker. Een abrupt einde aan die wondermooie droom. Maar terwijl ik hier zit en mijn gedachten van mij afschrijf, word ik toch vervuld van datzelfde warme gevoel van in mijn droom. Ik weet namelijk dat, hoewel ik hier nu weer in de realiteit zit, jij en ik, ergens in een of andere droom, nog steeds in die innige omhelzing zijn blijven staan. Als een verloren droombeeld dat noch een begin, noch een einde kent.
0 notes
Text
Snelweg van vergetelheid
Verloren loopt hij over paden die hij ooit met twee beging, het water waar hij door wil waden, spoelt hem van herinnering, zijn voeten dragen stap voor stap de lasten die hij met zich torst. de regen schenkt, als voor de grap, zoute tranen voor zijn dorst. De horizon bergt zijn zorgen zacht, toont de afgrond die naar hem gluurt, de leegte die daar op hem wacht, oneindigheid waar hij naar tuurt. Daar loopt hij nu, de wandelaar, zichzelf vergetend, vol verloren, zo wacht hij op bericht van haar, een nieuwe start, zijn hart herboren. En hoor je plots, slechts stil op straat, stappen gevuld met eenzaamheid, dan is hij het, die verloren gaat op de snelweg van vergetelheid.
0 notes
Text
Nakend vertrek
Ik probeer de dagen te plukken van de boom die ‘samen’ heet. Zolang het nog kan, denk ik, zolang het nog gaat. Ik tracht mijn gedachten te verzetten, te genieten en vrolijk te zijn, maar ik kan niet langer liegen. Niet hier. Niet bij jou. Je nakend vertrek baart me zorgen. Het vreet aan me als een preventief gemis, een gevoel te weten dat wat nu is niet duren zal. Ik wil bij je zijn, zoveel mogelijk, ik wil je horen, schrijven, lezen, zien, ik wil je begrijpen, verstaan, beschermen…. Het liefst van al zou ik je opbergen, ergens in een borstzakje dicht bij mijn hart, waar je heer en meester zou zijn van mijn wil. Maar een vrije vogel kan je niet kooien. En dat wil ik ook niet. Nooit wil ik in je weg staan als de lokroep van de reizen je meeneemt, als de westenwind opzet en je meedraagt met onzichtbare vleugels van puur geluk. Was ik maar licht genoeg, verzucht ik, was ik maar net als jij vrij van de loodzware druk van onze samenleving, zodat ik kon meezweven naar de wereld die jij de jouwe mag noemen. Ik weet dat je moet gaan. Ik weet dat je vrij hoort te zijn. Ik weet dat ik je zal missen, elk moment van de dagen die zonder jou voorbij zullen gaan.
1 note
·
View note
Text
Ik zoek haar steeds in tijden van nood, zoek de bescherming die zij me bood, vertel haar steevast al mijn verhalen die zij in zacht geruis wil vertalen. Ze troost me, schenkt me stil geluk, helpt me ontsnappen aan dagelijkse druk, zonder zoeken, weet ze me te vinden, terwijl ze de afstand wil verslinden. Ik lach als ik haar weer ontmoet, wandel rustig met haar mee, de zachte babbel doet me goed, tussen mij en het ruisen van de zee.
1 note
·
View note
Text
Het grote niets
De melancholische muziek, verdwaalde tonen van een verloren verleden, sijpelen langzaam langs mijn oren naar binnen, alsof ze een achtergrond willen vormen voor de oorverdovende gedachten in mijn hoofd. Mijn ogen staren kil voor zich uit, niet goed beseffend wat er rondom mij gebeurt en toch het kleinste detail observerend. Ik neem de geuren waar die typisch zijn voor het bruine café waarin ik vertoef: de zoute geur van borrelnootjes en gedroogde tranen, de bittere geur van vergane glorie en van het urenlange hopen op een toekomst die nooit kwam. De toog waaraan ik zit, vertoont duidelijke sporen van verschillende verhalen die hoogstwaarschijnlijk nooit verteld werden. De barman kijkt me aan met een blik van "ik begrijp je wel", maar hij begrijpt het duidelijk niet. Vastberaden om mijn verhaal niet te delen, hou ik mijn lippen stijf op elkaar, slechts nu en dan open ik ze om de lauwe cola binnen te gieten uit het glas dat hier duidelijk altijd halfleeg is. Mijn ogen dwalen af naar de klok boven de deur. Precies zoals ik had verwacht, geven de wijzers geen krimp meer. De tijd is hier blijven stilstaan, al kon ik dat ook al afleiden aan de smakeloze, stoffige gordijnen die nog half aan de rail bij het raam zijn bevestigd. Ik kijk naar mijn reflectie in de emmer met bruingele ijsblokken, staar naar de lippenstiftsporen van de vorige eigenaar op mijn glas en hou mijn ogen vervolgens opnieuw strak gericht op de mensen om me heen, op hetzelfde moment beseffend dat ook zij een verhaal met zich meedragen, maar net als ik niet geneigd zijn om het met iemand te delen. Een jongvolwassen vrouw met zwart haar komt op de barkruk naast me zitten, hoewel ze voldoende plaats tussen ons kon laten. Ze bestelt een gin tonic, waarbij ze met haar elleboog subtiel tegen mijn onderarm komt liggen. Ik glimlach haar vriendelijk toe, trek mijn arm weg en draai me iets meer weg van haar. Hier heb ik geen zin in, ik wil alleen zijn vanavond, ik wil kunnen verloren lopen in mijn gedachten, ik wil verdwalen in het grote niets dat ons omringt, gekweld door existentiële vragen die ik hoop te kunnen beantwoorden met lauwe cola, onwennige stiltes en urenlang zelfbeklag.
0 notes
Text
Onwerelds
Een verzwegen onwereldheid die we delen: jij, ik en het vacuüm tussen ons in. Hier zijn we, hier geloven we in elkaar, hier lopen we verloren in gedachten, herboren, onze angst verzachtend. Grenzen worden verlegd, landen worden hertekend, wat van jou is, wordt van mij, wat van mij is, wordt van ons. De kille wereld in de periferie van ons geluk draait onverstoorbaar verder, maar in ons gedeelde samenzijn tellen geen minuten meer, geen seconden, tellen enkel jij en ik. Laat ons hier blijven, in elkaars hoofd gevlucht, in elkaars hart geleefd, in elkaars wereld geïnfiltreerd. Laat me proeven van je geur, laat me kijken naar je schoonheid, laat me geloven in ons en laat ons geloven in mij en in jou. Laat ons onwerelds samen zijn, voorspeld, voor nu, voordien, voorgoed.
0 notes
Text
Hier zit je dan, mij verkennend met je ogen, letter voor letter, woord voor woord, dichter dan we ooit al waren. Je pupillen gefixeerd op de inhoud van mijn literaire uitbarstingen, mijn zingeving verzinnend verwerkend in een wereld die je de jouwe noemt. Ik twijfel aan elke toets die ik indruk, ik wis, herlees, vergewis, herschrijf.... Ik acht je verwachting in staat te verzachten, verdrijf het verblijf van twijfel in mijn hoofd, verdoof mijn verhoogde dosis vlinders en ik wacht, verwachtingsvol en lach. Ik lach mijn geluksrimpels bloot, wetende dat jij hier bij me bent, in deze tekst, in mijn woorden, mijn letters.... Ik verzucht.... Konden mijn schrijfsels maar bewaarheid worden. Kon jij maar uit mijn tekst tevoorschijn komen, als een muze van verlichting in donkere dagen, als fata morgana van een verloren gelopen ziel, als troostende entiteit door duistere dromen heen. Schenk me je angsten, ik zal ze plukken, schenk me je aandacht, ik zal ze oogsten, schenk me je aanwezigheid en die zal ik koesteren, bij jou te zijn, zolang ik kan.
0 notes
Text
Geknutseld
De radio speelt zacht de liedjes van ons leven, als beschimpende melodieën in de atmosfeer. De dampdruppels op de ruiten van de auto breken het landschap om ons heen, fungeren als een vergrootglas van de realiteit. Je hand omsluit de mijne, je ogen kijken verlangend om zich heen, je eerlijkheid ontmoet die van mij. In dit kleine universum dat we creëerden, in deze solide vesting die we 'ons' noemen, lijkt de wereld even volmaakt. Geen keuzes moeten worden gemaakt, geen verdriet moet worden bevochten. Hier zijn jij en ik en verder niemand. Maar beiden beseffen we ten volle dat dit niet echt is. Jij zit in zijn hart, ik in het mijne. Gedachten stromen als leugens langs ons heen, schaars weerspiegeld in de oranje gloed van lantaarnpalen. We zijn geknutseld, weten we, gekneed in onze eigen fantasie. We zijn een droombeeld, te mooi om waar te zijn.... Als je straks weer verdwijnt, afscheid neemt voor een zoveelste keer, neem je een stuk van mij met je mee. Onvolmaakt blijf ik dan achter, starend in de duisternis van gemis, wentelend in de kilte van eenzaamheid. Het zal zwaar worden, maar ik zal geduldig wachten tot we verder knutselen aan de drie letters waarin ik blijf geloven: wij.
0 notes
Text
Wantrouwen
Daar ligt het weer, vertrappeld en verbrijzeld, vergaan en verloren, geluk. Gedreven door ongeloof raak ik slechts de hielen van het fantastische gevoel waar ik enkel sporadisch van kan proeven.... Ik twijfel, ik verbijt de pijn, misschien is geluk niet voor iedereen weggelegd. Wat is dit luguber spel waar ik telkens in verlies? Wie verzint de regels, wie deelt de kaarten? Ik strek mijn arm uit, probeer de laatste restjes troost te redden vooraleer het voorgoed verloren gaat. Red me, schreeuw ik, haal me weg hier! Maar enkel de echo van mijn overslaande stem antwoordt dat ik verloren ben. Daar lig ik weer, zieltogend en in mezelf gekeerd, woelend in mijn deken dat je vulde met eenzaamheid. Daar loop ik weer verloren, mijn weg zoekend in dit leven, klaar om mijn wantrouwen te vertrouwen. Klaar om te breken. Opnieuw. En opnieuw. En opnieuw....
0 notes
Text
De stilte
Hier zitten we dan, weemoedig genietend van de zon die onverbiddelijk verdrinkt in onze cola, zich met haar stralen vastklampend aan de rand van het glas. Mijn ogen gefixeerd op die van jou, de jouwe gefixeerd op de wereld om ons heen. Als onze blikken kruisen, wisselen we van rol: de jouwe verdwalen in de mijne, de mijne vluchten weg en weer de wereld in. Gedeeld gevoel van ongegronde schaamte. Je vertelt me een verhaal in een vreemde taal, waar ik niets van kan maken. Maar dat maakt niet uit. Ik pluk de woorden van je lippen, ik proef ze als de lente in mijn oren. Je spreekt pure poëzie, ik schenk mijn hart aan deze volmaakte vorm van irrelevante communicatie. Je woorden en ik, wij alleen, jij en ik, samen één. Wanneer de laatste letters van je tong rollen, rakelings langs je verhemelte scherend, meen ik in de verte een vraag te ontwaren. Ik geef geen antwoord, tracht onze stilte te redden. Daar zijn we goed in, zwijgen. Het is een sterkte die we delen. Een stilte die meer zegt dan duizend woorden. Ik verlaat deze plaats, neem je in gedachten mee naar het land van beloftes waar ik je toon hoe het verder moet. Mijn hand reikt naar die van jou, klampt zich vast uit angst je te verliezen in dit gebied dat ik thuis noem. Hier wordt ons geboren, hier schrijven we geluk. Onze stilzwijgende eed als getuige van het moment. Mijn ogen gaan open, ze vinden die van jou. We lijken vastgeroest te zitten in een wereld die niet de onze is, in een universum dat we tegen beter weten in trachten te vernieuwen, in een cocon van tijd waar seconden blijven aarzelen, waar uren blijven staan. Hier zitten we dan: jij, ik en de zwijgende wijzers van de klok. Jij, ik en de stilte die we delen.
0 notes
Text
Geen sinecure
Het is geen sinecure een vogel met astma te zijn, het is geen sinecure een bloem te plukken op privéterrein. Het is geen sinecure je warm te houden als het donker wordt, het is geen sinecure servies te zijn, met slechts één gebroken bord. Het is geen sinecure als rups licht te geven in de nacht, het is geen sinecure te weten wat je van mij verwacht. Het is geen sinecure als weide, grasveld te zijn wegens geen omheining, het is geen sinecure afscheid te nemen met een plotse verdwijning. Het is geen sinecure een grijze broek als wit te beschouwen, het is geen sinecure een vervallen kapel van buitenaf te aanschouwen. Het is geen sinecure een bloem te zijn, die ruikt naar bloem, het is geen sinecure Tommy Drink in een kapotte beker te doen. Het is geen sinecure om over een brug in het donker te lopen, het is geen sinecure echte paella in België te kopen. Het is geen sinecure zand in je schoenen te verdragen, het is geen sinecure je tactvol mee uit te vragen. Het is geen sinecure geluiden te horen, zonder iets te zien, het is geen sinecure je te oriënteren, tenzij met een iPhone misschien. Het is geen sinecure bange schapen te vangen, het is geen sinecure om naar meer zo'n momenten te verlangen. Het is geen sinecure je duidelijk te maken wat ik voel, het is geen sinecure je te overtuigen dat ik het goed bedoel. Het is geen sinecure het beste te willen voor jou, beseffend hoe lastig ik het maak door te zeggen dat ik van je hou.
0 notes
Text
Ik ben er geweest....
Is dit nu wat je wil? Is dit de waarheid die je zo lang zocht, maar nooit echt hebt geloofd? Als een stuk versleten speelgoed, vergeeld en verbleekt door verwaarlozing, zo ging je met mij om.... Als een regenwolk op een zomerdag, zo duwde je me weg, twijfelend, terughalend, niet zeker wetend of je reeds klaar was voor de zon die zou volgen. Maar je besluit ligt vast, de definitieve laatste aanblik van je schoonheid vergezeld me nu tijdens deze laatste loodjes, loodzwaar wegend op mijn hart dat je brak, dat je kneedde, dat ik verkocht, maar nooit meer terugvond. Je probeert de schuld ijdel in mijn schoenen te schuiven, maar tevergeefs en laf. Want jij bent het, die me haat, jij bent het, die me verlaat, jij bent het, de vele ruzie, jij was alles, mijn illusie. En toch.... Naïef als ik ben, blijf ik geloven dat het goedkomt, verdraag ik jouw aanwezigheid telkens je terugkomt, telkens je me vertelt dat je fout was, dat je me terug wil, dat ik jouw alles ben, hoewel ik me niets voel. Hier zit ik dan. Verloren. Rouwend. Ongelukkig. Uitgeteld. Weemoedig. Eenzaam. Nederig. Een hoopje ellende in een ijskoude nacht, een hopend verlangen naar jouw ultieme pracht. Ik was er voor je, misschien te stil soms, te bedeesd. Ik was er voor je, maar nu ben ik er gewoon geweest.
0 notes
Text
Wie ik ben....
Kijk eens aan.... Vandaag op de dag twee jaar vertoevend op deze blog, reeds twee jaar verdwalend in het digitale circuit van nonsens, geschreven door de meest onbeduidende mensen die, buigend voor hun zielige grootheidswaanzin, gehoor geven aan de lokroep van het internet. Is dit wat onze wereld is geworden? Een netwerk van aan elkaar gelinkte profielen, waar sociaal contact niet meer is dan enkele letters op het scherm? Is dit echt wat we willen? Ik herinner mij nog goed dat ik, toen ik klein was (en daar bedoel ik mijn leeftijd mee, daar mijn meter achtenzestig nog steeds niet zo groot is), buiten speelde met mijn vrienden, al fantaserend door de tuin struikelend, onze kleren vuilmakend en scheurend.... Dat waren de tijden, toen internet nog iets was waar we slechts vaag van hadden gehoord, toen vriendschappen nog gesmeed werden in het brandend vuur van wederzijds respect en niet in het koele klikken op 'accepteer verzoek'. Maar vrienden verdwenen en tijden veranderden.... En hoezeer ik ook terug verlang naar de echte contacten, de echte vriendschappen, stel ik tot mijn grote spijt vast dat het medialandschap steeds meer terrein wint. De mensen om mij heen, laptop in de hand, bellend, chattend, maar vooral verliezend. Ze verliezen hun besef van realiteit en leven in de virtuele omgeving die men creëerde voor hen, voor de zielige zoekers naar eenvoud. En ik lach, in stilte beseffend wat zij niet zien. Maar wie ben ik.... De glimlach op mijn lippen is even hypocriet als de woorden die ik hoor. Zie mij hier zitten.... Het is zondagavond, de laptop staat voor mijn neus, mijn vingers glijden over het toetsenbord. Mijn enige gezelschap is de foto van een flamingo, op Tumblr gepost door een individu uit die onbeduidende groep mensen die troost zoeken op het internet, die denken dat ze belangrijk zijn, dat iemand geeft om wat ze te zeggen hebben.... Ik besef het maar al te goed, maar weiger het te geloven: ook ik behoor tot deze groep mensen. Slaap zacht, internet. Mijn vloek, mijn vriend, mijn woorden.
0 notes
Text
De drang om te schrijven drijft mij tot de toetsen van het klavier, mijn oude vrienden, afgesleten onder de eeuwig eeltige toppen van mijn vingers, medaille van de schrijver. Ik plaats mijn vingers zacht op de helderwitte letters die mij begroeten, mijn gezicht verlicht door het lege scherm. Een intens gemis maakt zich van mij meester, een besef dat de woorden op mij hebben gewacht. Zij zijn nog trouw aan degene die ze schrijft, in deze wereld vol verhalen en vals bedrog. Een trieste glimlach speelt om mijn lippen, bij het besef dat ik geen toevlucht meer moet zoeken bij mensen die zich mijn vrienden noemen, de ware en eerlijke vriendschap ligt hier verscholen, in deze tekst die ik op dit moment typ, flauw glimlachend en in een roes van verloren gewaande gelukzaligheid. Ik hoop dat jij, lezer van deze tekst, beseft dat in deze zinnen verborgen, een waarheid zit die jij hoort te achterhalen, een levenswijsheid waarvan ik hoop dat je hem verzorgt, respecteert, koestert.... En wanneer je straks dit venster sluit, met een eenvoudige klik, simpel, zoals je ook denkt het echte leven te manipuleren, neem deze waarheid dan mee en denk aan mij, de eenzame schrijver, die slechts vertrouwen heeft in de waarheid van zijn eigen woorden.
0 notes
Text
Moord van binnenuit
Hier lig ik dan, te kreunen in de goot. Uit de diepe wonde die je sloeg, loopt mijn liefde langzaam naar buiten, overvloedige verspilling aan het grijze riool. De mensen die me voorbij gaan, kijken vol medelijden naar mijn ogenschijnlijk gezonde lichaam.... Ze weten niet half hoe zeer je me kwetste. Zij zien de wonde niet die ik voel. De krassen in mijn hart, de leegte in mijn borstkas, de scheuren in mijn ziel, verziekt en zielig.... "Waar ben je nu?", vraag ik stil aan de leegte die mij omringt, vraag ik luid in mezelf, aan de plaats die je kreeg in mijn hart dat bloedt. Het verloren gewaand verlangen naar jou, sijpelt vertwijfeld maar permanent door de breuken die je sloeg. Mijn laatste restjes hoop, uitgeperst, doodgeknepen, eindeloos creperend van verdriet. Dit is niet het leven dat ik wil, niet de liefde waar ik van hou....
Ik hoor je woorden galmen in mijn bonzende hoofd. Je loze beloftes, je lege woorden, je gelogen zinnen. Ik zie je gezicht door de mist van tranen in mijn ogen. De verbeten trek om je mond, je geveinsde glimlach, de leugens achter de valse waarheid in je ogen. Ik ruik je door de stank van het verraad. Je zachte geur, het aroma van je huid, de voormalige liefde achter je trillende lippen. Maar ik voel je vooral. Je handen in die van mij, je vingers langs mijn huid, je knipperende wimpers tegen mijn wangen... en het mes van bedrog dat je doelbewust hanteert, terwijl je me vermoordt van binnenuit.
0 notes
Text
In een wereld vol verhalen wordt gelezen, wordt verteld. En alle mensen, in alle talen worden door woorden vergezeld. Landsgrenzen zijn zinnen, letters vloeien door de stromen, ze gaan de hoofden binnen en nestelen zich in de dromen. Dromen vol spanning of geluk, dromen vol herinnering. Elke bladzijde een nieuw stuk, elke alinea een nieuw begin. Niemand weet waar het einde ligt, of wat in het volgende hoofdstuk zal gebeuren. Met nieuw verlangen op ons gezicht, nemen we één van de vele deuren. Ook de liefde is een verhaal, waar we samen aan schrijven. In een nieuwe, vreemde taal beloven we bij elkaar te blijven. Samen zoeken we naar dat land, dat in sprookjes werd beschreven. En als we daar zijn aanbeland, vertellen we een lang en gelukkig leven.
0 notes