Text
0 notes
Text
instagram
#Faro#modernist#architecture#mid century modern#mid century#1950s#algarve#modernistarchitecture#Instagram
1 note
·
View note
Text
instagram
2 notes
·
View notes
Text
instagram
2 notes
·
View notes
Video
youtube
Video about the SKYBAR PARK - LISBON Bairro Alto
0 notes
Video
youtube
CULTURE & LEISURE CENTRE AZKUNA ZENTROA - BILBAO
Dit bijzonder gebouw in Bilbao is van de hand van de Franse architect Philip Starck. Het is niet de buitenkant die hij bedacht heeft - want het was eerst een wijnpakhuis uit 1909 van de Spaanse architect Ricardo Bastida, maar de invulling en transformatie tot centrum “Azkuna Zentroa”. Met behulp van Starck heeft de transformatie een nieuw centrum voor sport, culturele activiteiten, uitgaan, film en creatieve bezigheden opgeleverd. Een parel in het centrum van dit eind 19e eeuwse uitbreidingsgebied van de stad. Het statige en als een paleis aandoende gebouw heeft met zo’n 43.00 m2 als nieuwe invulling een mediatheek, een binnenzwembad, een fitnesscentrum, expostieruimtes, een bioscoop met 8 zalen, een parkeergarage, diverse horeca waaronder een prachtige skybar en restaurant Yandiola, een design hoek, een koksschool en cafetaria Hola en dit alles gegroepeerd rondom een multifunctionele ruimte die doet denken een stationshal. Het gebouw heeft, behalve op de kop waar je diagonaal die stationshal binnenkomt een nieuwe randinvulling met diverse ruimtes tegen de oude muren van het voormalige wijnpakhuis La Alhondiga gekregen. Op enige afstand van deze randinvulling is een drietal grotere blokken neergezet. Gedragen door 46 door de Baskische kunstenaar Lorenzo Baraldi ontworpen fraai vormgegeven kolommen. Ze vertegenwoordigen de historie van de mensheid. De buitenrand is weer met de grote blokken verbonden via bruggetjes die in vide’s tussen de rand en de grote blokken hangen, hetgeen het ruimtelijke beleving aanzienlijk versterkt. Een bijzondere belevenis die in de tegenstelling overdag - tussen de minimale belichting onder de grote blokken en de grote hoge entreeruimte badend in het zon- of daglicht - zijn grootste verassing kent. De bijzondere en uitbundige kolommen voegen hier nog een bijna sprookjesachtige sfeer aan toe. Een omgeving waarbij in eerste instantie de vraag opkomt; wat is dit nu voor een gebouw?
1 note
·
View note
Video
youtube
A walk trough the newest Neighbourhood The Confluence - Lyon - La France
2 notes
·
View notes
Text
Topos during Kunsttour Maastricht 2014
Architectuur: Nu, Now, Jetzt, Maintenant
Waar staat de architectuur op dit moment en wat houdt architecten bezig?
Zoals er ieder jaar een nieuwe lente is, zo is er om de paar jaren een nieuwe lichting architecten die nieuwe en onverwachte wegen inslaan. Wat zijn de nieuwe inspiratiebronnen voor de aankomende generatie architecten? Het hergebruiken van materialen, waarvan verscheidene projecten - kringloop Zuid , Re/Use Parkstad en Opalis in Belgie - al redelijk bekend zijn. Of wordt het 3-D printen, waarbij de naam Digital Fabrication de naam misschien beter dekt. Op de recente conferentie Fabricata 2014 in Zurich was volgens Frits Hoff van FabLab Maastricht het neusje van de zalm te vinden op het gebied van Architectuur en Digital Fabrication. Het varieert van machines die op basis van zand, water en magnesium complete bouwwerken spuiten tot robots die zijn getransformeerd tot professionele metselmachines. Frappant is het als je deze metselrobotten afzet tegen het ambachtelijk werk dat we kennen van de Amsterdamse school, een architectuurstijl die aan het begin van de 20e eeuw opkwam en stond voor zwierig metselwerk. Dit in tegenstelling tot de modernisten die - werkend in de trant van de industriële revolutie - een nieuwe meer abstracte vormentaal gebruikten. De vakmensen van het zwierige metselwerk bestaan helaas, los van een enkele Ierse- of Pools metselaar, niet meer . Maar de huidige generatie metselrobots – voorbodes van een nieuwe industriële revolutie – zijn prima in staat dit bijna uitgestorven vakwerk weer moeiteloos aan te leveren. De wereld op zijn kop of een nieuwe stroming die ook weer over gaat? Wat is een trend en wat zet door? De trend van het modernisme zette pas goed door toen de bouwindustrie, tijdens de wederopbouw, zag dat de moderne beeldentaal ook qua efficiëntie van het bouwproces het nodige voordeel opleverde. Wordt een (architectonische)stroming pas een stroming als de bouwindustrie het ook overneemt? Is het daarom dat een toch al weer een tijdje geleden gestarte architectuurstroming als “de Blob” nog geen echte doorbraak heeft gekend? Ligt de doorbraak misschien om de hoek omdat de bouwindustrie nu pas de machines en methodes gebruikt om deze nieuwe vormentaal aan te kunnen? Hebben we straks misschien helemaal geen bouwindustrie meer nodig omdat we allemaal zelf onze bouwindustrie zijn en zelf onze gebouwen kunnen printen in grotere of kleinere onderdelen? Wie het weet mag het zeggen
Het Wikihuis
Het Wikihuis is een ontwerp & productieproces dat aansluit op bovengenoemde nieuwe technologische ontwikkelingen. Het WikiHouse is een Open Source bouwsysteem dat het voor iedereen mogelijk maakt een eigen woning te downloaden van het internet, aan te passen, uit te zagen en te bouwen. Het gaat om energiezuinige woningen met lage bouwkosten, aangepast aan de behoeften van de gebruikers. De woningen kunnen snel gemonteerd worden zonder conventionele bouwvaardigheden. WikiHouse introduceert digitale fabricage in de woningbouw. Het systeem verlaagt de grenzen van kostprijs, tijd en vaardigheden drastisch en geeft gebruikers de mogelijkheid om woningen te creëren die duurzaam, sociaal en flexibel zijn. WikiHouse toont een geleidelijke democratisering van de woningproductie. Het systeem kent momenteel al wereldwijd toepassing, vooral in gebieden getroffen door natuurrampen.
0 notes
Text
Avonturen van een Architect – I
Wanneer ik opgelucht bij architectenbureau BF&V in Maastricht mijn vertrek aankondig en laat weten voor mezelf te beginnen word bij mijn collega’s en de directie een licht gegniffel onderdrukt . “Een ondoordachte beslissing” en “Een sprong in het duister” merkt mijn baas fijntjes op. In zijn ogen is zijn bureau absoluut de place-to-be, en een uitgelezen kans voor een architect in spee om aan zijn carrière te werken. Ik heb mijn neus vol van dit bureau waar een nietsontziende concurrentie heerst tussen de rits aankomende architecten (alleen al drie in mijn jaargroep ) die allemaal aan de Academie van Bouwkunst studeren. Ik laat dit bureau, waar kontekruipen en vriendjespolitiek de norm is om naast het saaie tekenwerk van zwembaden of Tiroler bungalows ook eens een ontwerpopdracht naar je toe te halen, graag achter me. De enigste van de collega’s binnen het bureau die aan deze carrièreambitie weet te ontsnappen is onze vrouwelijke collega Annie. Ze wil alleen maar als bouwkundig tekenaar aan de slag en wordt door iedereen als onderste in de ‘pikorde’ gezien en behandeld. De volgende scene is misschien wel kenmerkend voor de reputatie van bureau BF&V. Op een dag ziet ome Ben, zoals we onze baas noemen, vanachter zijn bureau opdrachtgever Winkens uit zijn auto stappen. Hij grijpt snel naar de telefoon en belt naar boven naar John A. “John…godmejaar, ik ben helemaal die afspraak met Winkens vergeten en ik heb nog niets op papier staan van het ontwerp voor zijn woning”. Begin snel met een schets voor een vrijstaande woning …van zo’n 1200 m3, twee verdiepingen en een kap”. “ Neem dat plan van de woning voor Kuipers maar erbij en maak iets in die trant”. “Gewoon op schetspapier, met het dikke potlood en flink wat bomen erbij. Ik hou hem wel een tijd aan de praat en roep jou daarna wel bij me om die schetsen te presenteren”. “Schiet op, je hebt een half uur de tijd”.
Na deze en andere gelijksoortige ervaringen bij het bureau van ome Ben lijkt een zelfstandig bestaan als architect me een bevrijding. Thuis wordt een zolderkamer als bureau ingericht en ik schroef een houten bord aan de gevel met in dikke kistletters Will Köhlen Architect. Het is 1979 en we hebben nog geen wet op de architectentitel zodat je je ook zonder diploma al architect mag noemen. Als 3ejaars student aan de Academie van Bouwkunst word het doorgaans niet aangeraden om al een eigen bureau te beginnen zonder diploma op zak. Ik loop natuurlijk het risico dat dit nadelig voor mijn studiebeoordeling kan uitpakken. Ik neem deze beslissing echter zonder enige twijfel na mijn ervaringen bij ome Ben en vol trots vertel mijn jaarstudenten dan ook over mijn nieuwe plannen. Ik merk dat het indruk maakt, maar tegelijk ook de vraag oproept of ik mezelf niet in een moeilijk pakket breng?
We zijn een paar weken verder en bijna iedereen op de academie is nu op de hoogte van mijn beslissing om op mijn eigen te beginnen. Als ik in de kantine met een aantal jaargenoten over onze toekomst aan het brainstormen ben staat komt Ans, de secretaresse van onze directeur naar me toe en vraagt of ik even mee wil komen. Vragend kijkt iedereen me aan en met een lichte knoop in mijn maag loop ik met haar mee naar het kantoor van onze directeur. Meneer Stassen, die we meestal gewoon Jef noemen is, naast directeur aan de Academie van Bouwkunst, ook directeur van Rolduc; het opleidingsinstituut voor priesters van bisschop Gijzen in Kerkrade. Dezelfde Gijzen, die in een vorig leven, niet onverdienstelijk les gaf in de geschiedenis van de middeleeuwen aan onze Academie van Bouwkunst.
Bij Jef, die ik als vertegenwoordiger van mijn jaar geregeld in de academievergaderingen tegenkom, wordt ik vriendelijk ontvangen. Hij informeert naar de ontwikkelingen binnen ons studiejaar en vervolgt daarna met de reden waarvoor hij mij heeft laten komen. “Will je weet toch wel… dat ik ook in het bestuur zit van Jan van Eyck Academie hier in Maastricht”. Ik knik en bevestig dat me dat ik daar bekend mee ben. “Nu moet je weten, we zijn met onze programmaraad al langer bezig om te kijken hoe we er een videostudio kunnen realiseren”. De Jan van Eyck Academie is gevestigd in het iconisch modernistisch gebouw van architect Peuts uit Heerlen en een van de weinige Maastrichtse producten van deze architect die zowel in modernistische als in traditionele stijl werkte. “Er moet een ontwerp gemaakt worden en als de commissie ermee akkoord gaat, kunnen we daarna aan de slag”. Ik hoor het allemaal met lichte verbazing aan en vraag me af waar hij naar toe wil. Maar dan gaat Jef, nadat hij zoals gebruikelijk even aan zijn kale hoofd heeft gekrabd, verder met zijn verhaal. “Ik heb gehoord dat je voor je eigen bent begonnen en gezien de uitdagende opgave van zo’n videostudio voor een jong ontwerper als jou dacht ik meteen: “Dit is nou een werkje voor Will” Mijn verbazing slaat ineens om in enthousiasme. We nemen nog wat details door en er wordt een vervolgafspraak gemaakt. Bijna dansend verlaat ik zijn kantoor. Wanneer ik nog altijd licht zwevend terugkom in de kantine kijken mij. medestudenten me vragend aan en als er terloops de opmerking valt “of ik misschien een reprimande heb gekregen?” antwoordt ik nonchalant en vol ingehouden plezier: “Nee, dat niet echt… Ik heb zojuist een opdracht van Sjef gekregen voor het maken van een ontwerp voor de videostudio in de Jan van Eyck Academie”.
Het wordt even stil en met genoegen zie de verbaasde blikken om me heen.
Het zal niet de laatste keer zijn dat Jef ons weer een keer verbaast met een verrassende beslissing; hij kan als directeur uit tientallen architecten kiezen, maar nee hij geeft deze opdracht aan een jonge student. Ik voel me de koning te rijk en sta te popelen om aan deze uitdagende klus te beginnen. Later zullen nog meerdere bijzondere opdrachten volgen. Zoals van de verbouwing van de tribune van het Pinkpop festival in Geleen tot het ontwerpen van een installatie in de Beurs van Berlage in het kader van de uitverkiezing als deelnemer aan de Biennale van Jonge Nederlandse Architecten in 1985.
0 notes
Text
THE PANMAN RHYTHM OF THE PALMS
Donderdagavond naar de film in het Philipsburg Theater, een soort Lounge theater/annex Filmhuis. Er draait een "lokale" film over een steelbandspeler, juist ja ‘the Panman’. Barstens vol dramatiek en soms met het gevoel alsof je naar een toneelstuk zit te kijken. In de film zit alles van beginnend succes naar bijna ondergang en dan aan het einde komt alles toch nog goed. Leuke beelden van St. Maarten. Stranden, het landschap, de huisjes en het uitgaansleven. Ook echte sterren die er in meespelen zoals Liesbeth Kamerling van GTST.
Ben een beetje laat als ik het filmtheater binnenkom. Het is een allerliefst theater met op de kop de ingang met bar voor drank en nootje, ertussen de toiletten en aan het einde twee gelijksoortige zaaltjes met een verassende inrichting. Er staan in ieder zaaltje twee rijen met dubbele rode velours loungebankjes met ertussen een rond tafeltje. Schattig, alleen het schemerlampje ontbreekt nog. Je kunt er lekker op de bank; bier en nootjes op het tafeltje, naar de film kijken. Bijna net als thuis, alleen wat groter scherm dan een breedbeeld tv.
Ik ben laat, dus de zaal zit al aardig vol en in het midden vind ik nog net een lege bank met bijbehorend tafeltje voor m'n flesje Presidente bier. Het is gezellig om me heen. Het publiek reageert op bijna alles wat er op het doek gebeurt. Soms wordt er ook nog een telefoon beantwoord en het zijn voornamelijk de vrouwen die met hun gegiechel en gelach op de juiste momenten voor een meer dan vrolijke sfeer zorgen. Als in de film een van de jonge en mooie plaatselijke helden door sterspeelster Liesbeth Kamerling gevraagd wordt om haar ‘ the local things’ te laten zien. Liggen de dames bijna allemaal in een deuk van het lachen omdat een van de mannen heeft opgemerkt dat hij haar dan waarschijnlijk zijn jonge heer zal laten zien. Het blijft lachen gieren brullen met het publiek. Als de film uit is en het licht aangaat is me ook duidelijk waarom. Bijna alle spelers van de film zitten in de zaal. Voor hen is dit meer dan een film, omdat ze ook alles eromheen hebben meegemaakt. Het is duidelijk een feest van herkenning, een soort reünie. Wel verassend als je bijna alle gezichten van het doek in een keer ook om je heen ziet. Een beetje surrealistisch zelfs, maar wel heel plezant. Is het nu film of is het nu echt. Licht geamuseerd duik ik de nacht in om over de heuvel weer naar huis te keren.
0 notes
Text
Architectuur-interland EAP 2002
Je kunt op twee manieren architect worden: Bij de eerste is je vader notaris, huisarts of aannemer. Hij behoort in ieder geval tot het establishment en dan rol je er vanzelf wel in. Na je studie of het liefst al tijdens deze studie krijg je de eerste opdracht tot een nieuwbouw of verbouwing van het huis van een gegoed familielid of van een bevriende relatie van je pa; je eerste praktische ontwerp oefening. Aan het einde van je studie of kort erna heb je je vaders netwerk van potentiële opdrachtgevers aardig uitgebreid en voor je het weet heb je de nodige mensen in dienst, denk je aan een tweede huis in Frankrijk en een mogelijke toekomstige opvolger voor je bloeiende nering.
Bij de tweede manier wil je architect worden en ben je niet geboren met gouden schoenen aan, maar ben je opgegroeid in de krochten van de sociale woningbouw en moet je je studie financieren met slecht betaalde banen in de horeca dan blijft er maar een mogelijkheid over om je potentiële talenten in de schijnwerpers te stellen; Het winnen van een prijsvraag.Na jaren van een kwakkelend bestaan kreeg het fenomeen prijsvraag in de jaren 80 een wat vastere voet in de Nederlandse architectuur. Maar het blijft behelpen in vergelijking met andere landen om ons heen.
Een van de aardigste bedenksels is daarom toch wel de EAP (Euregional Prize for Architecture) een initiatief van diverse architectenbonden in de Euregio en georganiseerd door Vitruvianum, het studiecentrum voor architectuur in de Euregio Maas-Rijn uit Heerlen. De EAP is een architectuurcompetitie tussen de architectuuropleidingen uit de Euregio. Zo doen voor Duitsland de Fachhochschule Aachen en de TH Aachen mee, voor België de Provinciale Hogeschool Limburg Diepenbeek en het Institut Superieur d’Architecture Saint-Luc de Wallonie in Luik, voor Nederland is er slecht onze Academie van Bouwkunst in Maastricht.
De projecten die in aanmerking komen voor deze competitie zijn afstudeerprojecten en worden aangedragen door de opleidingsinstituten zelf. De nominatie en daarna uitverkiezing geschiedt door een professionele jury. Op 16 november tenslotte had in de Begijnenhof te Hasselt de uitreiking van de EAP-Award 2002 plaats en Basta was erbij. Alle 27 ingezonden plannen zijn er trouwens nog tot 5 januari 2003 te aanschouwen in even vele schitterende presentatieprenten en maquettes. Van Space-ship achtige observatieposten op oude fabrieksgebouwen, van zwembaden in de Rijn bij Keulen tot een klooster in de hellingen van de Citadel van Luik. Er waren tenslotte door de hoogachtende jury een vijftal nominaties en een 1e en een 2e prijs.
Voor de Academie van Bouwkunst uit Maastricht wist Maarten Terryn een nominatie in de wacht te slepen met zijn plan FS1, een project dat probeert vat te krijgen op triviale aspecten van het alledaagse leven zoals we die tegen komen bij Hopper, Las Vegas en Disney.
De eerste prijs ging tenslotte een Duitse student van de Fachhochschule uit Aken met het project voor een klooster naast de trappenpartij die opgaat naar de Citadel in Luik.
Het was trouwens voor de derde keer dat de Fachhochschule deze competitie won, zoals een trotse Maastrichtse architect en professor aan deze opleiding tussen neus en lippen opmerkte. Voor die andere Maastrichtse architect en leraar aan de Akademie van Bouwkunst was er een troost; we zijn in ieder geval bij de genomineerden merkte hij licht voldaan op tijdens de receptie. Hier werd na de interland vreugde en teleurstelling weggespoeld met een goed glas wijn en meer dan overdadige hapjes. Geserveerd door bijverdienende studenten; die misschien……….. de volgende generatie toekomstige winnaars?
0 notes
Video
youtube
#online #teachers #workshops #courses #creative
0 notes
Text
Groen, Groener ……….Groenst.
Deze brief ligt al weer geruime tijd op mijn bureau, maar omdat ik vandaag al om 6.30 uur vanmorgen nu ook aan de voorkant van mijn appartement werd verast door een bladerenblazend mannetje dat, waarschijnlijk in opdracht van gemeente Maastricht, bezig was alle gevallen blaadjes in onze wijk naar een elektrische veegwagen te dirigeren was dit de druppel die de emmer deed overlopen.
Het valt me op dat de groene jongens, waarvan je dit het minste verwacht het ergst zijn. Van tijd tot tijd duiken ze op aan de achterkant van ons complex waar de speelplaats van de voormalige school is veranderd in een lommerrijke binnentuin met statige bomen, een grasveld rondom een kapel en de nodige struiken en andere groene geneugten.
Wanneer echter de busjes met aanhangwagens en het opschrift van een of andere groenondernemer uit het heuvelland op het binnenterrein verschijnen is het met de tijd van geneugten in onze lommerrijke binnentuin meestal snel gedaan. De “groene” apparaten worden uitgeladen en meestal is dit het begin van een brulconcert van mechanisch aangedreven machines die hun uiterste best doen elkaar in decibellen te overstemmen. Vroeger was zo’n tuinman nog een man met een zacht knippende heggenschaar, een zaag op een lange stok om overtallige takjes van bomen af te zagen en werden de bladeren nog bijeengeharkt op een omgevingsvriendelijke en handzame manier. Wanneer echter vandaag de dag het leger groenwerkers met hun klerenherrie apparaten verschijnen weet je niet wat je overkomt. In een vloek staan de mechanische versnipperaars is slagorde opgesteld, worden de kettingzagen warmgedraaid en lopen de van superkanonnen voorziene bladerenblazers zich warm om ook maar het kleinste blaadje onder ook maar de meest onbenullige struik voor zich uit te blazen. Het karretje voor deze bladeren staat daarbij meestal aan de andere kant van het terrein, zodat ieder blaadje vrolijk over het hele terrein moet worden rondgeblazen voordat het zijn laatste rustplaats vindt. Een blik op het legertje groenwerkers leert ook nog dat ze allemaal ruim voorzien zijn van die stoer uitgevallen oordoppen. Want de ARBO regels voor eigen gebruik zijn heilig in onze mechanische groene wereld. Zij wel. Wanneer stoppen we eens met het tolereren van deze gemutste herriemakers die voorzien van oordopen ons leven komen vergallen met hun mechanische “groene” apparaten. Die ons genot knevelen met hun decibellen klerenherrie. En dit alles onder het mom van een mooie stille groene binnentuin. Ik las laatst in de krant dat de boetes voor het onnodig geluid veroorzaken met motorvoertuigen/bromfietsen naar € 180,- per overtreding gaat. Geldt dat ook voor onze groene herriemakers of moeten we ze daarvoor eerst de openbare weg op lokken?
En dan vanmorgen vroeg, nog in alle duisternis, als klap op de vuurpijl de decibellenterroristen van de gemeente Maastricht, die me tot de nodige ergernis wisten te brengen met hun blaasspeelgoed. Hierbij dus mijn voorstel; Beste groenondernemers en aanbesteders van groenonderhoud, er worden in de toekomst op alle openbare- en binnenruimtes alleen nog fluister apparaten gebruikt of anders opzouten met die handel, naar b.v. een “tuigplanstoen”, een stuk grond met goed ruiende bomen ver weg van de bewoonde wereld ergens tegen een industriegebied aan. U weet wel daar ongeveer waar die gekke partij ooit voornemens was om van die tuigdorpen aan te leggen.
0 notes
Photo

Lost in Structuration : a Whale or a Cathedral ? by Gilderic Photography on Flickr. # Liege # Calatrava
5 notes
·
View notes