woutermaaike
woutermaaike
Wouter & Maaike going South
29 posts
Argentinië - Chili - Bolivia
Don't wanna be here? Send us removal request.
woutermaaike · 6 years ago
Text
Genieten op Grandioos Galapagos
Als iemand ons 5 maanden terug had gezegd dat we deze reis op de Galapagos eilanden terecht zouden komen, hadden we hem of haar vriendelijk en beleefd uitgelachen. Het is in de voorbereiding geen moment ter sprake gekomen. Pff, we wisten niet eens waar we na een maand zouden zijn. Maar ergens onderweg, toen we aan zonniger oorden dan Patagonië begonnen te denken en mijn bikini er wel heel verloren uitzag, is de eilandengroep op tafel gegooid. Eerst als grap, maar toen Galapagos eenmaal in onze kop zat konden we onszelf geen mooiere afsluiting wensen. En dus gingen we!
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Bij het landen op Baltra, een klein eilandje dat boven het eiland Santa Cruz ligt, voelden we direct dat dit een bijzondere tijd ging worden. Ik had mij inmiddels ook behoorlijk ingelezen. Al was dat niet echt nodig: iedere natuurliefhebber weet dat je je niet gaat vervelen op Galapagos. Een kwartier na de landing keken we elkaar al erg gelukkig aan bij het zien van het heldere water en de prachtige vogels. Oja, en de temperatuur! De zweetdruppels stonden al snel op de bovenlip.
Even wat info: de Galapagos bestaat uit heulveul eilandjes. Sommigen bewoond, maar de meeste niet en die zijn alleen te bereiken met een cruise of dagtrip. De drie eilanden die je als eilandhopper meestal bezoekt zijn Santa Cruz, Isabela en San Cristobal. Transport tussen de eilanden gaat met een snelle speedboat, maar het is zeker geen gezellig boottochtje. Flinke golven met vaak een hoop kotsers tot gevolg. Als je zeeziek wordt dan is dit geen fijne bestemming, maar je komt er vaak pas achter als je hier bent. Tja, dan is het even doorbijten met een zakje in je handen.
Omdat de cashflow op Galapagos al behoorlijk snel eenrichtingsverkeer is - namelijk vanuit je portemonnee naar de eilanden - hebben wij ervoor gekozen geen cruise te doen. Hoppen dus. Eerst vanaf Santa Cruz (het middelste eiland) naar Isabela (ten westen) daarna terug naar Santa Cruz voor een paar dagen, vervolgens naar San Cristobal (ten oosten) en uiteindelijk weer terug naar Santa Cruz om vanaf daar terug te vliegen. Een hoop op-en-neertjes met de speedboat.
Isabela is het grootste eiland met de minste inwoners. Dat resulteert in een hele relaxte sfeer. De stranden zijn prachtig wit. De straten trouwens ook, want die zijn gemaakt van hetzelfde zand. Het water is blauw en er zijn precies genoeg winkels, toeristen bureautjes en restaurants om je te redden. Je vervelen hoeft niet: snorkelen tussen de lavarotsen met haaien, zeeschildpadden en zeeleeuwen, flamingo’s bewonderen in de lagune, grote landschildpadden tegenkomen tijdens een fietstochtje, pinguïns en boobies (Jan van Genten) zien jagen vanaf de pier of gewoon lekker op het strand liggen naast een zeeleeuw. We hebben er 5 nachten mogen genieten en dat is voor op Galapagos al best lang, maar het had van ons nog wel een week langer mogen zijn. Tropisch eiland meets safari. Isabela is fanastisch!
Next stop: Santa Cruz. Dit is het drukste eiland, maar nog steeds heel erg relaxed. De locals lopen altijd rond met een glimlach en helpen je zodra je vragend om je heen kijkt. Gelukkig hadden wij niet veel hulp nodig. Wat je hier ook doet, het is allemaal mooi en leuk. Wij hebben ons een dag vermaakt bij Tortuga Bay: een prachtig strand uit de top 25 van Trip Advisor. Lezen, snorkelen, zwemmen, liggen, eten. Wat kan het leven toch heerlijk simpel zijn. Vanuit Santa Cruz hebben we ook een dagtocht gemaakt naar het eiland Floreana. De boottocht van 2 uur was niet voor iedereen een eitje, maar wij kwamen er weer zonder kotszakjes vanaf. Dit eiland heeft een rauwe geschiedenis - zoals veel eilanden hier - met ruzies en verdwijningen van de eerste (Duitse) inwoners. Nu ziet het eruit als een pareltje, maar het zal vroeger niet makkelijk zijn geweest om hier te overleven met alleen schildpaddenvlees en weinig zoet water. Een dag niet gesnorkeld is overigens een dag niet geleefd op Galapagos, dus na de geschiedenis- en aardrijkskundelessen kregen we nog ruim de tijd om te zwemmen met grote zeeschildpadden en kleurige vissen. Dat verveelt niet!
Het derde eiland waar we verbleven was San Cristobal. Ook hier hangt een heerlijk sfeertje en de rust wordt alleen ‘bedorven’ door het geluid van de vele zeeleeuwen. Wij noemen ze intussen zeegeiten, dan weet je wel ongeveer wat het geluid is.
De helft van de tijd op San Cristobal hebben we tussen de zeeleeuwen op het strand gelegen of in het water met ze gesnorkeld. Dat laatste is iets magisch: ze draaien rondjes om je heen of komen snel op je afzwemmen om op het laatste moment vóór je masker weg te duiken. Spannend trucje hoor!
We hebben ook twee tourtjes gedaan. Snorkelen bij Kicker Rock was de spannendste, vooral vooraf. Snorkelen in diep water met kans op hamerhaaien vond ik van tevoren best eng klinken, maar ik weet inmiddels ook dat het verleggen van grenzen juist heel gave momenten kan opleveren. En dus dook ik vol goede moed het water in. Na een uur in het water stond de teller op wel 20 zeeschildpadden, heel veel gekleurde visjes, gave white tip haaien èn waarop iedereen hoopte (maar ik stiekem toch ook niet): een hamerhaai van 3,5 meter! Zoals verwacht vond ik dit op moment suprême niet eng. Bibberend en met blauwe lippen kwamen we allemaal grijnzend het water uit. Wat een ervaring!
De andere dagtocht ging naar het zuidelijkste eiland van de archipel Española. Dit eiland is onbewoond. Nou ja, onbewoond door mensen. Er is genoeg leven en de hoofdact is het broedseizoen van de albatros, één van de grootste vogels op aarde. De nesten zaten nog niet vol met fluffy kleintjes, maar soms wel met een goed formaat ei. Er waren ook wat exemplaren die de juiste partner nog moesten vinden met een beetje uitsloverij. Heel bijzonder om zo dichtbij te komen (zonder te storen). De Masked Boobies en roodsnavelkeerkringvogel (goed Galgje woord!) waren fantastische support acts. Een mooie trip en wederom zonder kotszakjes.
Na dit natuurgeweld hebben we onszelf nog twee dagen aan een mooi zwembad gepositioneerd. Veel lezen, veel plonzen en heel erg nagenieten. Galagapos is bijzonder. We voelen dat de natuur hier nog de baas is, net als in Patagonië. De balans tussen dieren storen of van ze genieten is erg belangrijk, en het lijkt hier te lukken. Dat willen we in ieder geval graag geloven. Het zal beter zijn om het hier helemaal met rust te laten en de dieren te laten zijn, maar de drang om zo’n speciale plek te ontdekken is blijkbaar mens eigen.
Dit was voor ons een once in a lifetime trip. Maar of het bij die ene keer blijft? Wie zal het zeggen...
0 notes
woutermaaike · 6 years ago
Text
Adios Argentina!
Ik eindigde mijn vorige verhaal in Pucon, waar we een vulkaan met succes te lijf waren gegaan. Dat was voorlopig ons laatste avontuur in Chili. Op naar Argentinië!
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Via een vreselijk mooie bergpas met een vreselijk slechte weg - dat blijkt hier vaker hand in hand te gaan - dalen we af naar Argentinië. Met iedere dalende meter verdwijnt het groene gras en maakt het plaats voor dorre droogte. Dat wisten we. Alle regen valt aan de Chileense kant van de Andes en zodra de wolken gereed zijn om Argentinië in te trekken, zijn ze leeg. En ondanks dat ik het wist, kon ik het niet laten om mij op dat moment af te vragen waarom we ook alweer weggingen uit de mooie groene heuvels. Oja, iets met zon en wijn! Even doorzetten dus, want dat was nog wel even rijden door het grote niets van de (soms heel slechte) Ruta 40. In 3 dagen zijn we via 3 zeer trieste dorpjes naar Mendoza gereden. En ook al hadden we ons daarop verheugd, Mendoza vonden wij een boel niets. Dat had misschien wat met het druilerige weer te maken, het gebrek aan gezelligheid en het feit dat de wijnvelden allemaal leeg waren. Hoe dan ook, wij zochten het tijdens ons bezoekje vooral buiten de stad. En natuurlijk hebben we een wijnproeverij gedaan. Bij Trapiche, 1 van de grootste. Heerlijk en leerzaam!
Na 3 dagen konden we in ieder geval concluderen dat Mendoza ons hart niet heeft gestolen. Volgende poging: Salta. Ook weer 3 dagen rijden. Dit keer via een beter en mooier deel van de Ruta 40. Dat stemde mij weer positief. Omdat wij geen echte stadsmensen zijn hadden we iets buiten de stad geboekt. Een b&b. Met zwembad. Voor de zekerheid, voor als het echt lekker zou worden. Die b&b bleek de villa van Marina die daar alleen woonde met haar werkster Milly. Deze Argentijnse had het niet slecht voor elkaar. En wij dus ook niet! Want nu bleek ook nog dat Marina zelf een aantal dagen weg zou gaan, waardoor we de villa+werkster voor ons alleen hadden. Decadentie ten top. De 3 nachtjes werden er 5, want niet alleen de stad bleek leuk, maar ook de omgeving was mooi. En we konden zelfs een hele middag in bikini bij het zwembad liggen. Eindelijk de zon gevonden!
In deze week zijn we ook lief geweest voor de auto. Hij heeft een douche gekregen zodat we weer konden zien wat voor kleur hij ook alweer was, en hij is gecheckt door de plaatselijke mechanic. De schade? Alleen nieuwe ruitenwissers. Die bleken we daarna nog maar weinig nodig te hebben...
Met pijn in ons hart lieten we de villa achter ons en zijn we nog iets noordelijker gereden. Weer iets droger en ook iets ruraler. Een paar uur onder de grens met Bolivia veranderen de mensen en het landschap. In het plaatsje Tilcara zijn we 2 nachtjes gebleven en hebben we een uitstap gemaakt naar Cerro de 14 colores. U raadt het al: een berg met 14 kleuren. Dat zijn er veel voor een berg waardoor we het als zeer succesvol uitstapje konden noteren. De hoogte gooide geen roet in het eten: de ambulance-post op 4350m was niet voor ons.
Dit was het voor ons in Argentinië. Terug naar Chili. En daar was ik blij om, want ik vond het niet overal even fijn in Argentinië en de droge dorre dropjes vond ik alles behalve mooi. Maar de omgeving van Salta is dan wel weer een aanrader...
Chili dus. Via een prachtige route over een hoogvlakte van de Andes - de teller bleef steken op 4825 meter, hoger dan de Mont Blanc - reden we naar San Pedro de Atacama. Dit toeristische dorp grenst aan de Salar de Atacama; de droogste woestijn ter wereld. En hoewel in Argentinië wel duidelijk was geworden dat we niet zo van de dorre droogte houden, konden we dit niet zomaar overslaan. Atacama is echt een bestemming in Noord-Chili en dient bovendien als uitvalsbasis voor tripjes naar Bolivia. En dat is precies wat wij wilden doen: een tour naar Salar de Uyuni. En dus zaten we op 2 juni in een busje met drie Belgen voor een driedaagse tocht naar de grootste zoutvlakte van de wereld. Die Belgen bleken bijzonder gezellig, net als onze goedgemutste chauffeur/gids Angel. Angel rijdt 80 over zandwegen waar een normaal mens blij is als hij de 35 haalt. De Belgen bleken ook bijzonder goede kennis van onze Nederlandse muziekindustrie te hebben, waardoor Sexy als ik Dans, Leef en Ik Leef Niet Meer Voor Jou regelmatig over de Boliviaanse hoogvlakte galmden. Angel deed vrolijk mee. Weer eens iets anders dan een panfluit... Hij eindigde de trip met een eigen spotify-account die wij hebben gevuld met Nielson, de Jeugd en Hazes.
De tour was een groot succes: laguna’s met flamingo’s, echt schattige lama’s, heerlijke hotsprings en natuurlijk de prachtige zoutvlakte. Dat het steenkoud is op die hoogte en Bolivianen de kachel blijkbaar nog niet hebben uitgevonden, mocht niet eens echt roet in het (overigens erg lekkere) eten gooien.
De Belgen bleven in Bolivia, wij keerden moe maar voldaan met Angel terug naar Chili.
Vanuit een heerlijk plekje op een camping (ja, we kamperen weer!) en met de aanvoer van genoeg croissants van de beste Franse bakkerij in Chili, verkennen we de woestijn nog een aantal dagen voordat we richting Santiago gaan rijden. Met nog een maand te gaan, zit onze reis met de auto er bijna op. In Santiago leveren we onze auto in die door een bedrijfje verkocht gaat worden. Wij gaan dan nog even door. Waarheen? Het plan is Galapagos en de kust van Ecuador. Niet slecht he?! Nu moeten we dat plan de komende dagen nog in praktijk brengen...
Hasta Luego!
0 notes
woutermaaike · 6 years ago
Text
Chillen op Chiloe
Chillen op het eiland Chiloe. Dat was het plan. Maar aangezien Chiloe best mooi is, vonden we dat in de praktijk nogal lastig. Het is maar goed dat Wouter een flinke zweetuitslag had, waardoor we in ieder geval 1 dag helemaal niets hebben gedaan.
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Laat ik bij de boottocht beginnen. Deze verliep gelukkig minder ‘zuur’ dan de vorige (voor degene die het vorige blogje niet hebben gelezen: we hebben dit keer niet tijdens of na de bootreis hoeven kotsen). Er was ook maar weinig te beleven op de 5 uur durende tocht. Geen walvissen, geen dolfijnen en geen intriges op de boot. De dolfijnen had ik overigens die avond daarvoor al zien spelen in de golven, dus daar mag ik niet over klagen. Waar ik wel over mag klagen is de rit vanaf de boot naar ons eerste huisje op het eiland, en dan vooral de wedstrijd tussen Team Modderweg en Team Auto. Team Modderweg kwam al snel op een riante voorsprong, maar had geen rekening gehouden met de wisselspelers van Team Auto. Auto maakte plaats voor Wouter met Schep waardoor de obstakels van Team Modderweg (veel modder) redelijk gemakkelijk konden worden getackeld. Wat een gelijkspel leek te worden eindigde gelukkig in een winstpartij voor Team Auto, mede mogelijk gemaakt door de uitstekende coaching van een aantal lokale wegwerkers. Gelukkig maar, ik kon weer ademhalen...
En dus kwamen we vies* maar opgelucht aan bij onze boomhut voor 2 nachtjes. [*Noot van de redactie: de viezigheid beperkte zich bij mij tot mijn schoenzolen, want ik heb alleen maar staan kijken. Wouter ging er daarentegen vol in. Hij vond dat de toevoeging waard.] De boomhut viel niet tegen. Aardige hosts, fantastisch uitzicht over de baai door de grote ramen en een megagroot bed. Door een heftige storm én een heftige uitslag van Wouter op een wandeling waarbij het zweet niet uit de veiligheid van zijn regenjas kon ontsnappen met rode bultjes en flinke jeuk tot gevolg, bleven we hier heerlijk een dag binnen liggen niksen en naar buiten liggen staren. Maar hier konden we de verleiding van een activiteit al niet weerstaan: de eigenaar van het huis had een kano voor de deur liggen en met de mededeling dat je 9 van de 10 keer dolfijnen ziet tijdens het kanoën, gingen we de volgende morgen vol goede moed en met een blauwe lucht op pad. En ook wij zaten aan de goede kant van de kansberekening. Al snel zagen we een vinnetje, en nog één en nog één. Het blijft magisch, vooral het geluid van ademhalen van deze beesten.
Onze tweede stop op Chiloe was een B&B en het plan om ook daar niet zoveel te doen viel al na 5 minuten in het water. We bleken een overijverige huiseigenaresse te hebben die alle mooie plekjes van Chiloe begon op te noemen. En dat kan je naast je neerleggen, maar je kan het ook niet doen. Wij zijn er tussenin gaan zitten en hebben ongeveer de helft van wat ze zei weggestopt. De andere helft - dat waren vooral de tips over cafe’s, restaurants en plekken waar je mooie vis kunt kopen - hebben we trouw opgevolgd. We hebben ook het tij op zien komen en weer zien gaan vanuit de woonkamer, we hebben flamingo’s gezien, ijsvogels en veel kolibries én we hebben wat cultuur gesnoven. Al met al heerlijke dagen! Maar helemaal niets doen blijft een kunst...
Om onszelf nòg een kans te geven hebben we nog 3 nachtjes een fijn huisje geboekt in het noorden van het eiland, in een baai waar écht helemaal niets is. Zo dachten we. In het laatste dorp met supermarkt hebben we eten ingeslagen voor alle dagen, maar omdat we net iets te lang moesten nadenken over of we kip of vis wilden eten die avond, moest Wouter daarna als een ninja de bochten afsnijden van de provinciale weg om nog op tijd te komen voor de 2e helft van Ajax-Tottenham. Toen er geen wifi bleek te zijn brak de paniek natuurlijk los. Maar Pablo - onze reddende lokale Engel - kon ons gelukkig helpen met Spaanstalige Fox Sports. Gelukkig, alhoewel we het achteraf liever niet hadden gezien...
Het gebrek aan wifi bleek een uitkomst. Dat geeft toch een hoop rust, terwijl we niet wisten dat we mét wifi zo onrustig werden. Maar toch: internet en de mobiel lijkt soms zelfs op reis een verslaving en de enige manier om af te kicken is cold turkey. Daar hebben we van genoten. Het niets doen is ook hier niet helemaal gelukt, maar het Chillen op Chiloe is geslaagd!
Inmiddels zijn we weer op het vasteland. Als echte junkies haalden we de appjes binnen in een leuk cafe en met een zuur gevoel zagen we het bericht van de Mevrouw van de B&B: “Er zijn blauwe vinvissen gesignaleerd en er worden nu tochtjes georganiseerd. Die wilden jullie toch zien?” Hell yeah! Daar hoopten we van tevoren erg op, maar ze lieten zich niet zien. We hadden net besloten om de zon eens op te zoeken in Argentinië, dus met de gedachte ‘je moet iets te wensen overlaten’ zijn we doorgereden.
Onderweg naar de zon wilden we nog een stop maken in Pucon; een outdoor-dorp in het meren- en vulkanengebied van Chili. Veel te zien en veel te beleven en daardoor ziet het er zomers zwart van de toeristen. Nu niet. Nu moet je erg je best doen om een winkel te vinden die open is en een hostel met een bemande receptie. Dat hostel vonden we en de stuiterende eigenaresse is erg vriendelijk en ‘kon wel een mooie prijs voor ons maken en als we de vulkaan wilden beklimmen morgen dan moesten we het even aangeven want dan maakte ze een lunchpakketje’. Vulkaan? Beklimmen? Klinkt goed. Laten we dat maar doen! En dus gingen we de volgende dag met 3 gidsen, 7 teamgenoten en een lunchpakket naar de actieve vulkaan Villarica om die te beklimmen. We hadden de attractie nog niet kunnen zien vanwege het slechte weer, maar de uitrusting met stijgijzers en ijsbijlen had bij mij die ochtend misschien al wel alarmbellen moeten laten rinkelen. Maar de enige hindernis die ik zag was dat we de wekker om 5u moesten zetten... Ik ging dus vol goede moed en fitte benen op weg en ook toen we de stijgijzers halverwege de berg omdeden had ik nog geen centje pijn (in tegenstelling tot enkele teamgenoten die de longen uit hun lijven hijgden). Na een paar zigzagjes op het ijs merkte ik wel dat ik niet zo om mij heen keek als daarvoor en dat de meter vóór mij én de benen die ik daar zich meer dan genoeg waren om mij op te focussen. Ondertussen voelde ik wel de afstand tussen mij en de veilige vlakke grond groter worden. Om het feest compleet te maken trok de wind na nog wat zigzagjes aan en dat was geen duidelijke ‘hier-ben-ik-en-ik-ga-voorlopig-niet-weg-wind’ maar meer een ‘boe-gotcha-wind’ en een ‘ik-doe-net-of-ik-er-even-niet-ben-maar-dan-ben-ik-er-toch-wind’. Op dat soort momenten verstijfde ik compleet en kon ik alleen nog maar in elkaar duiken, leunen naar de berg en bidden dat mijn stijgijzers goed vaststonden. En dat stonden ze. Want meter voor meter en zigzag na zigzag ben ik boven gekomen en daar kon ik met gasmasker en al genieten van de krater en zijn giftige lucht én het prachtige uitzicht over het dal en de rest van de Familie Vulkaan. Wat een overwinning! ‘Life begins at the end of your comfort zone’ was op deze dag voor mij erg van toepassing.
Zo gaar als een garnaal en met spieren als spaghetti genieten we nog een dagje na in Pucon voordat we de zon (en de wijn) opzoeken in de regio Mendoza in Argentinië. Viva la Vida!
0 notes
woutermaaike · 6 years ago
Text
De Carretera Austral
Het klinkt als een goed biertje of misschien een plaats in Australië... Maar zodra je Chili als bestemming voor een vakantie hebt gekozen weet je beter. De Carretera Austral is DE weg in het Chileense deel van Patagonië die je gezien wilt hebben. Als je van Noord naar Zuid rijdt houdt die weg ineens op omdat een grote ijskap in de weg ligt en het voor de Chileense wegbouwers onmogelijk is om daar doorheen te hakken (gelukkig maar!). Daarom heb je 2 keuzes: of je rijdt ‘om’ via de Argentijnse pampas en steekt ergens de grens over, of je neemt een boot. Wij kozen voor optie 2 en daarom reden we twee weken terug in Puerto Natales een blauwe ferry op die ons in 2 dagen op het zuidelijkste puntje van de Carretera Austral afzette.
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
De tocht zou 46 uur duren, plus nog eens 7 uur stilliggen in een prachtige baai vanwege een te hard Patagonisch windje. Dat gaf mij precies genoeg tijd om het volk op de boot eens te analyseren, want het is best heel lang in een relatief kleine cabine met 100 anderen. Zo hadden we vader en zoon op de boot, en de 3 oude mannetjes met allemaal maar 1 voortand die steevast in de weg stonden boven aan de trap. We hebben liefde zien ontstaan tussen een Engelse en Chileense backpacker (en ze waren er niet vies van om te laten zien dat ze elkaar ècht leuk vonden). Dan hebben we nog het groepje net-niet asociale hangjongeren, de meneer die zowel binnen als buiten zijn enorme donsjack stevig dicht hield en de mannen waarvan we nog steeds niet weten of ze op de boot werkten of het gewoon leuk vonden om mee te helpen. Onze leukste ontmoeting op de boot was met de Belgische Annemie en haar vriend. Zij bezorgde mij op dag 1 hoofdpijn omdat ik er niet achter kon komen waar ik haar eerder had gezien. Enthousiast als een groupie reageerde ik toen ze vertelde dat Floortje Dessing een aantal jaar geleden een aflevering van haar heeft gemaakt in Chili voor ‘Floortje, naar het einde van de wereld’.
Het eten op de boot was precies volgens verwachting: te lang gekookt, kleine porties en ietwat discutabel. Gelukkig hadden we zelf goed geproviandeerd. De spaghetti op dag 2 vonden we een echte traktatie, maar daar dacht onze darmflora anders over. Wouter kon nog net op tijd het raampje van de auto open krijgen - waar we ‘s nachts comfortabel in sliepen - om de hele portie op het dek te smijten en bij mij begon het er een paar uur later van alle kanten uit te komen. Als twee verloren bleekscheten reden we de volgende morgen van de boot af in Puerto Yungay. Toen ik een paar weken geleden ziek was, kon Wouter het roer in ieder geval nog rechthouden. Nu we allebei beroerd waren, hadden we een portie wilskracht nodig om de 100 kilometer naar het dichtstbijzijnde dorp af te leggen. Yungay is namelijk niets meer dan een aanlegsteiger aan het einde van een hobbelige zandweg. En hoe prachtig die weg ook was, door een soort regenwoud terwijl er verse sneeuw viel, wij konden er moeilijk van genieten. We hadden het allebei ook te zwaar om medelijden met de ander te hebben. Na een paar wisselingen en een noodzakelijke kots-stop kwamen we gelukkig in een dorp (Cochrane is vanaf nu Kotsrane), waar we zo snel mogelijk een warm bed boekten en in een gezonder dromenland terechtkwamen. Twee dagen later hebben we er hartelijk om gelachen!
Terug naar de Carretera Austral. We hebben de afgelopen 10 dagen genoten van de witte sneeuwtoppen, de turquoise meren, oranje-rode bomen, de schattige dorpjes met lieve mensen en de helder blauwe lucht. We gingen van marmer-grotten van 3,5 miljard jaar oud (da’s héél oud) naar een mooie hike naar Cerro Castillo en van regenwoud met gletsjer naar een zeehond in de inmiddels bereikte Pacific Ocean. Bovendien hebben we geluk: naast de spaghetti hebben we ook de regen achter ons gelaten bij de ferry. Het is on-Patagoons zonnig en windstil. Overdag tikken we soms de 15 graden aan en ‘s nachts hebben we het in ons tentje wel -3 gehad. Prima kampeerweer (en blij met onze goeie slaapzakken van Meneer Bever).
De weg zelf is geen vijfsterren-asfalt. We zijn blij met onze ‘all-terrain’ banden en hobbelen de kilometers aan elkaar. Maar optimistisch als we zijn: we pakken meer kuilen niet dan wel. En hetzelfde geldt voor de hobbels. Bovendien hebben we op deze manier meer tijd om rond te kijken. Er zijn haast geen tegenliggers. We zijn zo ongeveer de bezemwagen van de colonne toeristen die hier in januari en februari langs is gekomen. Iedereen wil voor de echte Patagoonse winter weg zijn. We hebben één stel ontmoet die nog zuidwaarts ging en dat was een Belgisch stel. Zij zijn te aardig om daar nog grappen over te maken...
Na ruim een week mooi weer heeft Moeder Natuur iets in te halen de komende dagen: er wordt erg veel regen verwacht. Dus zoeken wij ons geluk even in hostels en huisjes om het goede gevoel niet plaats te laten maken voor ongemak. Voor het eerst deze reis hebben we ook al verder dan een week vooruit gepland. Volgende week nemen we de boot naar Chiloe Island om daar 6 dagen in een b&b de zon op te zien komen en onder te zien gaan. We zijn al een beetje reis-moe, dus die break vinden we belangrijk om vervolgens weer fris verder te gaan.
De weersvoorspelling zegt ‘heel veel regen’. We gaan het binnenprogramma dus alvast opstellen...
0 notes
woutermaaike · 6 years ago
Text
Hola Herfst
Daar zitten we dan. In Puerto Natales met uitzicht over fjord La Ultima Esperanza. De oplettende lezer denkt nu: ‘hé, daar waren ze 4 weken terug toch ook?’ Jazeker Oplettende Lezer. Een maand en 15 graden geleden waren we hier ook. Toen kwamen we met de bus vanuit het Zuiden. Nu komen we met onze Jeep uit het Noorden.
Vorige maand vlogen we vanaf hier naar Santiago om een auto over te kopen van een ander Nederlands stel. De vlucht was een soort sightseeing tour: “als u rechts kijkt ziet u de Perito Moreno gletsjer maar dan mist u links de ijsvlakte Campo de Hielo. En als u nu rechts kijkt ziet u de Fitz Roy top maar links ligt park O’Higgins.” Als we nog niet hadden besloten om snel naar dit gebied terug te gaan, dan deden we het wel na deze vlucht.
Snel is natuurlijk relatief, want naast het regelen van de koop van de auto in Santiago moesten we nog wel even 3.000 km terug rijden. Met iedere 100 kilometer zakte de temperatuur een graad en we zagen het land van dor naar groen veranderen en vanaf Bariloche in Argentinië via de bekende Ruta 40 weer dor. Het grootste gedeelte rijdt je door de pampas: het grote niets ten oosten van de Andes. Niets behalve wilde lama’s (guanaco’s) en rhea’s (een soort struisvogel). Bij de eerste exemplaren veer je op uit je stoel, maar na een paar honderd is dat nieuwige er wel weer vanaf. Het brein went immers snel...
Ergens onderweg wilde ons kleine koelkastje geen groen lichtje meer geven. En zonder groen lichtje geen kou. Dat was gezien de buitentemperatuur niet eens zo erg, maar voor handyman Wouter een uitdaging. En dus leek het hem een goed idee om dat tijdens het rijden te fixen. Ik zal niets zeggen over het kleine koperen pielletje dat onderweg wegsprong en nog steeds onvindbaar is en ook niet over het zilveren pielletje dat later wegvloog en ook nog steeds vermist is. Wat ik wel kan vertellen is dat de koelkast het weer doet en waar de kou van dat ding best onmisbaar is, blijkt de warme lucht die aan de voorkant vrijkomt vooral een goede klimaatkast voor onze rode wijn!
Na nog eens 100 lama’s komen we aan in El Calafate, het beoogde zuidelijkste puntje waar we naartoe wilden met de auto. We hebben hier een week op één van de mooiste campings gestaan waar we ooit zijn geweest. Een plekje voor ons alleen van bijna een hectare, een blauwe rivier vóór ons, besneeuwde toppen daarachter, vogels overal en af en toe het geluid van een krakende gletsjer Perito Moreno. Als dat geen geluk is..?! Oja, we hadden ook nog eens mooi weer. Dat betekent in dit jaargetijde dat het ‘s nachts rond de 3 graden is en dat de zon overdag echt zijn best doet en dat het dan een paar uurtjes warm genoeg is om je vest uit te doen en pijpen af te ritsen (ja, ik hoor bij Team Afritsbroek and i’m proud of it!). Ons activiteitenpakket deze week bestond uit een bezoek aan de Perito Moreno gletsjer, paardrijden op een echte Estancia, een hike en veel uurtjes relaxen in de zon. Het zien en horen van de gletsjer was een absoluut hoogtepunt in ons reisleven. Het paardrijden was voor mij een bucket listje, maar vond ik vooral een spannende bezigheid. Wouter bleek een echte ruiter en zat als een koning op z’n paard. Genieten was het die week in ieder geval, mede mogelijk gemaakt door wat later de laatste mooi-weer-week van het seizoen blijkt te zijn. Hierna begon de herfst met al zijn truucjes: regen en wind, maar ook prachtige kleuren. Dat begin van de herfst hebben we in het hiking-dorp El Chalten gespendeerd, iets Noordelijker. Omdat de weersvoorspellingen zo beroerd waren hebben we hier in een fijn hostel gezeten. De angst voor ongemak in een klein tentje met regen en kou gaf mij namelijk een ongemakkelijk gevoel. En dan weet Wouter wel dat dit prinsesje verandert in een chagrijnige gruwel en daar wordt niemand blij van. Waar we absoluut wèl blij van werden was de bekende hike naar Cerro Fitz Roy. Mijn rechter kleine teentje vond het niet zo leuk, maar zij is inmiddels weer vertroeteld en hersteld.
Maar, - denkt de Oplettende Lezer - als El Calafate het zuidelijkste puntje van onze autotrip was, waarom zitten we dan nu nóg Zuidelijker in Puerto Natales? Dat komt door een onverwachts maar fijn Eureka momentje die ik op de camping had. Met een kopje thee aan mijn linkerzijde, mijn voetjes in het gras en een lekker stukje chocola tussen de kaken, vroeg ik mij af hoever we in km’s verwijderd waren van het park Torres del Paine - waar we dus een aantal weken terug waren. En al scrollend door een digitaal landkaartje viel mijn oog op een stippellijntje door de fjorden links van Torres del Paine. Dat lijntje ben ik gaan volgen zoals ik vroeger deed bij zo’n kleurplaat waarbij je de cijfertjes met elkaar moet verbinden. En - daar was de Eureka - het lijntje verbindt Puerto Natales met een klein haventje aan het einde van de Carretera Austral. Dat is de weg die door Chili loopt en die wij naar het Noorden wilden gaan nemen. We waren in de veronderstelling dat we, om die weg te bereiken, weer een heel stuk dezelfde saaie weg door de pampas van Argentinië omhoog moesten nemen. Maar mijn kleurplaat-momentje heeft ervoor gezorgd dat we komende donderdag een oude ferry voor 42 uur ons thuis kunnen noemen en die ons door de Chileense fjorden naar het begin (of eind) van de Carretera Austral brengt. Een cruise zullen we het niet noemen, want we hebben iets gelezen over kwakjes gepureerd voedsel, oploskoffie en onaangename stoelen, maar we hopen op wat heldere momenten zodat we de fjorden en gletsjers om ons heen kunnen zien. En wie weet, misschien een blauwe vinvis die onderweg naar ons komt zwaaien?
Fingers crossed...
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
0 notes
woutermaaike · 6 years ago
Text
Torres del ‘Pijn’
Toen we besloten naar Chili te gaan, maanden geleden, stond er direct een activiteit bovenaan de wensenlijst van Wouter: de W-trek lopen in Torres del Pain nationaal park. “Tuurlijk schat, doen we!” Alle informatiebronnen die we erbij pakten waren eensgezind; het is een must-do trekking van een paar dagen, maar door de populariteit ook een trek waarvoor je maanden van tevoren je reservering van de campings of hutten moet maken. Maar daar hadden wij niet zoveel ‘trek’ in, want we hadden geen idee welke datum we er precies zouden zijn. Dus vol goede moed reden wij vorige week met de bus Puerto Natales binnen, waarvandaan je vertrekt naar het park. Een ‘regeldagje’ zou volgen. Bij een praatje door een gids in een hostel over het park kwam al snel de vraag wie er nog geen reservering had. Mijn hand vloog omhoog, want tja, dat waren wij. Dertig geschrokken gezichten en wat ‘ohs’ en ‘oehs’ volgden. Van de gids kregen we een ‘good luck’. Blijkbaar hadden we dat nodig...
Na het praatje vlogen we met een noodvaart naar een van de kantoortjes die verantwoordelijk is voor de reserveringen. Om het overzichtelijk te maken: er zijn 3 organisaties die de hutten en campings beheren en die communiceren lekker NIET met elkaar. Daardoor is het een gepuzzel van heb ik jou daar en voor veel mensen is dit moeilijker dan de trek zelf. Toen we bij kantoor 1 groen licht kregen voor 2 van de 5 campings - zelfs op aaneengesloten dagen, whoop whoop - waren we al blij. De rest bleek vol en dat was ook het risico van onze (dwarse) keuze om niet vooraf te boeken. We moesten nog wel een extra dag in het dorp spenderen omdat onze 1e camping pas op 1 maart plek had. Dat was eigenlijk een geluk bij een ongeluk want inmiddels had ik al vanaf ons vertrek in Ushuaia 2 dagen geleden een innige band opgebouwd met het toilet. Ik had liever een band met iets anders opgebouwd, maar blijkbaar was er iets in mijn buik terechtgekomen dat daar niet wilde blijven en dat probeerde zich op allerlei mogelijke manieren naar buiten te werken. Gevolg: gebroken nachten, geen energie en een paar kilo lichter. Handig, zo vlak voor een meerdaagse wandeling. Maar aan alles komt een eind en zo ook aan deze narigheid. Het extra geluk wat deze ‘vrije dag’ in Puerto Natales opleverde was dat we tijdens het ontbijt de volgende dag (Wouter at, ik keek lamlendig) nog een keer keken in het labyrint van de online reserveringen van de campings. En alsof een engeltje tussen de wolken door op ons scheen; er waren ineens plekjes vrij op de andere campings voor de juiste dagen. Zo snel als we konden (erg langzaam, want ik was zo slap als een lappenpop) liepen we naar het kantoor van de ene organisatie om nacht 4 en 5 te boeken en tegelijkertijd konden we daar online bij de andere organisatie nacht 6 vastzetten. Toen hadden we ineens toch de hele W-trek te pakken. Beat that, gids die ons succes wenste!! Na de euforie kwam een kleine schrik. Nu moesten we ineens voor 6 dagen boodschappen mee en in mijn staat kon ik maar weinig toevoegen aan het denkwerk op dat gebied, laat staan aan het sjouwen van al dat voer. Gelukkig kwam er bij Wouter een organisatietalent los dat hij in al die jaren goed verborgen heeft gehouden. En niet onbelangrijk: inmiddels wisten we dat de campings in het park ook wat eetwerk zouden hebben. Na een misselijkmakend rondje supermarkt, een inpaksessie, een gezellig diner (Wouter at, ik keek nog steeds lamlendig) en een laatste helse nacht, voelde ik mij de dag van vertrek eindelijk wat beter en kon ik zelfs mijn eerste voedsel weer binnen houden. Een tikkie overmoedig dacht ik dat mij niks meer kon gebeuren...
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Dag 1 was gelukkig nog geen uitdaging: met de bus naar het park, een stuk varen en vervolgens 200 meter lopen naar camping 1. De tent opzetten liet ik grotendeels aan Wouter over. De omgeving was nu al fantastisch en het kamperen ging ons gelijk goed af. Ik kon ‘s avonds gelukkig actief deelnemen aan het (droogvoer) diner en de toiletten heb ik weer volgens normale richtlijnen gebruikt.
Over de dagen die volgden kan ik heel veel vertellen. Bijvoorbeeld over de vos-puppies op de camping of de geluiden van de gletsjer of het afzien op de klimmetjes met onze grote tassen of hoe blij we worden van trekken. Maar voordat ik een boekwerk ga schrijven houd ik het maar kort en krachtig:
Dag 2: de-sleep-de-lappenpop-mee-naar-boven-naar-die-mooie-gletsjer-dag.
Dag 3: het-snot-waait-uit-mijn-neus-maar-wat-is-het-mooi-dag.
Dag 4: eigenlijk-hebben-we-het-nog-niet-nodig-maar-een-verplichte-rust-want-er-was-nog-geen-plek-op-de-volgende-camping-dag.
Dag 5: wat-zijn-we-lekker-aan-het-uitwaaien-en-wat-zijn-die-kleuren-en-die-uitzichten-over-de-bergen-mooi-dag.
Dag 6: alles-is-nat-en-het-regent-maar-het-maakt-ons-niet-uit-want-wat-is-dit-gaaf-dag!
Dag 7: de-wolkeloze-verbrand-je-neus-waarop-we-naar-de-torres-lopen-dag.*
*en de sterfdag van paps dus de prachtige zonsopkomst hebben we aan hem te danken...
Moe maar voldaan zitten we weer in Puerto Natales en draaien onze stinkkleren vrolijk rond in een wasmachine. “Con extra soppos”, hebben we tegen de mevrouw gezegd. Mijn bloedende kleine teentje en stramme schouders doen me niets. Torres del Pijn? Torres del Prachtig Pain!
Next stop: Santiago! Hier gaan we de auto ophalen die we van een ander Nederlands stel hebben gekocht. En 1 ding is zeker: we rijden dan ‘snel’ terug naar Patagonië voordat het hier bedekt gaat worden met de winterse neerslag en kou. We zijn hier nog niet uitgekeken!
0 notes
woutermaaike · 6 years ago
Text
Tierra del ‘Fantastisch’ Fuego
Het is 18 februari, 16:30. Het uitzwaaicommittee staat al klaar, maar ik sta nog onder de douche. Het huis is aan kant, nu ik nog. Alsof ik de trein moet halen prop ik de laatste dingen in de tas en stappen we naar buiten. Doei huis. Tot over 5 maanden.
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Hand in hand met Tyrome op de achterbank snap ik nog niet helemaal dat het vandaag vertrekdag is en dat ik hem 5 maanden niet zie. Ik ben blij, maar natuurlijk volgen er wat tranen als we echt afscheid nemen op Schiphol. Gelukkig weten we dat we dit kunnen en willen. Dat het straks ook weer snel normaal is en dat relaties thuis geen schade oplopen als je ‘even’ weg bent.
De eerste week van ons avontuur is de uitrustweek in Ushuaia. Ons hotel ligt op de berg boven de stad, onder de gletsjer. Een ideale plek om bij te komen. Er was alleen 1 probleempje die we hadden aan kunnen zien komen als we erover na hadden gedacht; het is hier al veel te mooi om niets te ondernemen. En dus proberen we de uitrustmomentjes tussen wat activiteiten te plannen.
Activiteit 1: naar het dorp beneden lopen voor een welverdiend kopje koffie en wat boodschappen. De 1e wandeling is een feit en ook gelijk de 1e wandeling waarbij we al verkeerd liepen. Het zal niet de laatste keer zijn.
Activiteit 2: een dag naar Tierra del Fuego nationaal park. Onze achtertuin deze week is al prachtig, maar het is officieel geen onderdeel van het nationale park. En dus pakken we een bus en vermaken we ons een dag in het echte park. Hier hebben we al 2 van de 4 seizoenen op een dag te pakken waar Patagonië bekend om staat: lente en winter. De kleuren van het landschap zijn uniek. Wij hebben nog nooit zoiets gezien. Dàt in combinatie met de prachtige vogels en bijbehorende geluiden en heerlijk vlakke loopjes en je hebt het recept voor een topdag.
Activiteit 3: zeilen op het Beagle Kanaal. Dit hadden we helemaal niet bedacht van tevoren, maar een handige verkoopster zag een kans en greep die. Er was weinig overtuigingskracht nodig om ons over te halen: de locatie, een kleine groep op een zeilboot, pinguïns? “Ja hoor, doe ons die maar!”
Op de boot konden we Antarctica bijna ruiken, zo zuidelijk zaten we. Tegenover ons vertrekpunt lag Puerto Williams en dat is de zuidelijkste haven van de wereld. Geen slechte plek om op het water te zijn. Albatrossen, zeeleeuwen, een condor en pinguïns maakten deze dag onvergetelijk, nog los van het overige natuurschoon en het uitzicht op de besneeuwde topjes.
Dit was een boottrip die we niet snel zullen vergeten. En na een uurtje opwarmen met koffie kwam het gevoel in onze vingers gewoon weer terug. Fijn!
0 notes
woutermaaike · 6 years ago
Text
We have nothing to lose and a world to see
Op 18 februari vertrekken we voor de 2e keer in ons leven voor een reis. Wanneer noem je een trip eigenlijk een reis en geen vakantie meer? Ik weet het niet, maar de grens zal zo ongeveer bij een maandje liggen. Dus met onze 5 maanden doen we deze keer weer aan reizen en niet meer aan vakantie vieren.
De 1e week mogen we uitrusten en opstarten in Ushuaia. Daarna wacht de W-trek in het park Torres del Pain. Vervolgens vliegen we naar Santiago om de auto op te halen die we van een Nederlands stel hebben gekocht, om daarna weer terug te rijden naar waar we vandaan kwamen: het zuiden. En dan? Geen idee. Wandelen, rijden, kijken, beleven, rusten en zijn. Muchos genietos!
Tumblr media
1 note · View note
woutermaaike · 10 years ago
Photo
Tumblr media
Daarheen en weer terug
We zijn ruim een week geleden teruggekomen, maar met het echte ‘landen’ zijn we nog steeds bezig. 10 maanden reizen heeft een afkickperiode tot gevolg. Cold turkey rehab. Het valt ons niet mee. Het beschuitje met vlokken was niet zo mond strelend als ik had verwacht, het koude briesje en groene gras gaat gepaard met hooikoorts en dat rechts rijden is ook helemaal niet zo makkelijk meer. Het koude kraanwater smaakte gelukkig precies zoals we hoopten.
Het zien van familie en vrienden is heerlijk en voelde al heel snel heel gewoon. We hebben genoeg meegemaakt om een paar avonden te vullen, maar we weten niet waar we moeten beginnen met vertellen en het selecteren van de foto’s gaat nog een jaartje of 8 duren. Daarom hebben we voor onszelf eerst maar eens op een rijtje gezet wat we allemaal hebben gedaan. En dat bedoel ik letterlijk: rijtjes. Rijtjes van 5. 2 is namelijk geen rijtje en 10 is veel te lang, daar zit niemand op te wachten. Dus ga lekker zitten, pak een kopje thee en huppakee…
De 5 hoogtepunten
Hiken naar Mueller Hut bij Mt. Cook en daar een nachtje slapen (Nieuw-Zeeland)
Tongariro Crossing (Nieuw-Zeeland)
Tasmanië in zijn geheel. Een weekje in de villa in het bijzonder. Eervolle vermelding voor de wandeling naar Cradle Mountain (Tasmanië).
Uluru (Australië)
Paragliden bij Queenstown (Nieuw-Zeeland)
Eervolle vermeldingen voor John Legend in de Sydney Opera House, NYE in Sydney, Great Ocean Road, river cruise op Borneo, zeilen bij de Whitsundays, Australian Open (Go Roger!!), perenplukken in Shepparton (was tegelijk een dieptepunt), surflessen in 1770, Waiheke island, koala’s knuffelen in Cleland conservation park (Adelaide).
De 10 (5 lukte gewoon niet, oeps) mooiste slaapplekjes
Mueller Hut bij Mt. Cook (Nieuw-Zeeland)
De villa in Little Swan Port (Tasmanië)
Stukje gravel langs de Stewart Highway, de weg dwars doormidden (Australië)
Te Uretiti (Nieuw-Zeeland)
Fortescue Bay (Tasmanië)
Nelson Lakes (Nieuw-Zeeland)
Boat Harbour Beach. Dolfijnen bij het ontbijt, dan weet je genoeg. (Tasmanië)
Onuku Farm bij Christchurch (Nieuw-Zeeland)
Picnic Bay in de Marlborough Sounds, een camping met 4 plekken (Nieuw-Zeeland)
Bark Bay Hut in Abel Tasman (Nieuw-Zeeland)
De 5 leukste dieren
Gedeeld 1e plek: Koala (Australië) en Potvis (Nieuw-Zeeland)
Olifanten en Oran Oetan (Borneo)
Vogelbekdier (Tasmanië)
Albatros (Nieuw-Zeeland)
Kangoeroes, wallaby’s en wombats (Australië)
De 5 leukste steden
Sydney Baby!
Wellington
Auckland
Melbourne
Port Douglas (boven Cairns)
De 5 wandelingen waar we de meeste spierpijn van hadden
Ben Lomond (Queenstown, Nieuw-Zeeland)
Tongariro Crossing (Nieuw-Zeeland)
Alex Knob (Fox Glacier, Nieuw-Zeeland)
Cradle Mountain (Tasmanië)
Franz Josef Glacier. Vooral kramp in de voeten van het koude water. (Nieuw-Zeeland)
Wat hebben we geleerd?
Je hebt maar weinig nodig om gelukkig te zijn
Problemen thuis zullen niet meer zo snel grote obstakels zijn. Alles is snel en simpel op te lossen in vergelijking met problemen op reis. 
Zeur niet zo!! We hebben het goed in Nederland. 
Alles kan, als je het maar graag genoeg wil!
Reizen is iets anders dan vakantie. Het is niet iedere dag halleluja.
5 plekken waar we niet nog een keer heen gaan
Ko Samui. Te toeristisch, teveel dronken Russen. 
Ko Samui. Vol is vol. 
Hot Water Beach (Nieuw-Zeeland). Een kuil graven op het strand om het hete water naar boven te laten komen? Klinkt goed. Tenzij er nog 287 mensen op dat strand staan. 
Airlie Beach (Australië). Teveel 18-jarige Duitse hippies.
Karangahake Gorge (Nieuw-Zeeland). Ten eerste kunnen wij het nauwelijks uitspreken en ten tweede verdwaalden we maar liefst 3 keer. Onze conclusie was dat dat niet aan ons lag, maar dat de borden-maker een borreltje teveel had genuttigd.
Het lekkerste eten/drinken
Restaurant Masons in Bendigo. Wow! (Australië)
Pad Thai op straat en Penang Curry bij Escape Beach Resort (Ko Samui)
Alle diners in de villa in Little Swan Port (Tasmanië)
Roti in Sandakan (Borneo)
Pizza bij Baked in Elwood (Australië) 
IJs bij N2O Extreme Gelato in Fitzroy, Melbourne (Australië) IJs in de haven van Wellington (Nieuw-Zeeland)
5 onmisbare reisaccessoires voor Maaike
Zonnebril
Dermalogica factor 50 voor het neusje
Pen en notitieboekjes
Katoenen Tally-Ho tasje
Cappuccino
5 onmisbare reisaccessoires voor Wouter
Zakmes
Fjallraven broek
Bijl
E-reader
Camera
Van tevoren heb je verwachtingen, misschien ook wel doelen. Maar op reis zijn wij daar geen moment mee bezig geweest en hebben we gewoon geleefd. Het was mooi, het was vrij zijn, het was leven in de natuur. Nieuwe mensen ontmoeten, samen zijn, rijden naar het onbekende, soms afzien maar meestal relaxed. Niet weten waar je ’s avonds slaapt en soms ook niet meer weten waar je ’s ochtends bent wakker geworden.
Daarheen en weer terug. De beste beslissing die we ooit hebben genomen.
1 note · View note
woutermaaike · 10 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Ko Zooo Relaxed
Wanneer je een hotel boekt dat Escape heet, dan weet je dat je goed zit. Voeg daar Beach Resort aan toe, en het feest is compleet.
Het bleek een paradijsje. Zeker voor het doel dat wij voor ogen hadden, namelijk relaxen, terug-en vooruitkijken. De taxi zette ons ergens op de drukke ringweg af en gebaarde het straatje in te lopen. Daar ergens zouden we het vinden. Op een steile helling vonden we het W Retreat. Toen dachten we dat we verkeerd zaten, maar een Thaise bewaker gebaarde ons linksaf te slaan en door te lopen en daar zagen we het: allemaal leuke witte hutjes, een heerlijk zwembad met ligbedjes en die fijne blauwe zee. Tel daar cocktails voor een prikkie bij op en een fan-tas-tisch ontbijt (croissantjes. Kijk dan Wout, ze hebben croissantjes!!!) en het paradijsje is compleet.
Een samenvatting van onze eerste week in Escape Beach Resort: Ontbijten, zonnen, lezen, zwemmen, kopje koffie met croissantje (het ontbijt ging door tot 11u dus als je vroeg op staat kan je er lang van genieten. Heel efficiënt!), nog een plonsje, lezen, potje kaarten, gewoon even staren naar de zee, lunchen, weer liggen, zwemmen, lezen, liggen, beachballen, zwemmen, cocktailtje bestellen, douchen, eten, slapen. En weer opnieuw!
Dat ging 8 dagen zo door, met als enige uitstapje de Mae Nam Night Market. Vooral heel leuk omdat onze korfbalconculega's Ivar en Sherida een dagje langskwamen.
Na die 8 dagen moesten we verkassen naar een appartementje bij Chaweng Lake. Een pijnlijke operatie, vooral omdat het eigenlijk alleen maar tegen kon vallen. En dat deed het ook. En dus regelden we al heel snel een verkorting (is dat een woord?) en een terugkeer naar Escape. Dan moesten we het nog wel even een week volhouden hier. En dat was dan weer een voordeel: Escape was te fijn om iets te ondernemen. Dat konden we mooi in deze week doen. Nog iets zien van het eiland, dat soort grappen. Afijn, met een scootertje hebben we in 5 dagen toch weer mooi 320 kilometers weggecrossed. Conclusie: Voor de natuur en Thaise cultuur hoef je niet naar Ko Samui. Dit eiland is gebouwd voor toeristen, niks is nog authentiek. Het strand van Chaweng is prachtig maar is zo volgebouwd met hotels en restaurants dat je vanaf de hoofdstraat niet eens een opgang kunt vinden. We hebben ons echter prima vermaakt.
Blij als 2 kleine kinderen vertrekken we op Wouter zijn verjaardag weer naar Escape. Het voelt als thuiskomen en we worden ook herkend. 'Is dat niet dat stel dat helemaal niks doet, dat luie stel!?', horen we ze denken. We moeten om ons eigen grapje lachen. Ons dagelijkse ritueel begint gewoon weer van voor af aan. Ontbijten, liggen, lezen, zwemmen, kopje koffie met croissantje, liggen, lezen, zwemmen etc. Maar liefst 9 dagen lang dit keer. Als dat geen ontspanning is.
Tussen het relaxen door hebben we terug- en vooruitgekeken. Wat hebben we allemaal gedaan? Wat was het leukst? Hadden we het anders willen doen? De lijstjes bewaar ik voor het laatste blogje. Wat gaan we thuis doen? Waar gaan we wonen? Dat waren ook dingen waar we mee aan de slag moesten. Hier kwam alweer de nodige computertijd bij kijken. Wel met de wind door de haren (Wouter z'n lange lokken zitten hem af en toe in de weg) en een smoothie.
Via een shop-dagje in Kuala Lumpur, een heerlijk dinertje buiten op een plein - de 1e dag in Singapore vluchtten we de mall in om de hitte te vermijden, deze laatste dag wilden we buiten juist even opwarmen - en een laatste drankje in de Sky Bar vliegen we via Jakarta in 25 uur naar huis. Da’s lang, maar zo aan het einde van een lange reis denk je niet aan gemak maar zie je alleen de lage prijs.
Niet deze laatste vlucht naar huis, maar het weggaan bij Escape was voor ons gevoel het einde van deze reis. En dat was niet makkelijk. Nu heb ik altijd wat moeite met het feit dat leuke dingen weer voorbij gaan. Bij een vakantie van 3 weken begin ik al na een week te janken dat we nog maar 2 weken hebben. Dit keer heb ik dat niet gedaan, we hadden immers zeeën van tijd. Maar Meneer Tijd, de bastard, heeft ons toch weer te pakken gekregen. Het is nu echt voorbij, dit is het einde van onze reis. 10 maanden samen op pad. 8 maanden uit een auto leven, buiten zijn. Genieten van de mooie plekjes op deze aarde. Nieuwe mensen ontmoeten en elkaar nog beter leren kennen. Natuurlijk kijken we ook erg uit naar thuiskomen. Familie & vrienden eindelijk weer zien. Een glas water uit de kraan drinken. Dropjes eten, en bitterballen. Een beschuitje met vlokken. Weer fietsen. En een koel, droog briesje na 2 maanden Azië zou ook lekker zijn.
We vragen ons weleens af of we veranderd zijn. Wij vinden van wel, maar zal het ook zichtbaar zijn voor anderen? We gaan het zien.
Tot snel! x
Foto’s: Mae Nam Beach, Escape zwembad, boekje lezen, Thais regenbuitje, ananas kopen op het strand, ons scootertje, hooghouden, vissersbootje, W bij W, de wereld op een vlot. 
0 notes
woutermaaike · 10 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Borneo: grootse natuur met ieniemienie-mensen
Moeders naar huis, wij naar Borneo. Tijd om de eigen creditcard op te graven. Aangekomen in de hoofdstad van Sabah - Kota Kinabalu - voelden we ons eigenlijk voor het eerst echte backpackers. En echte backpackers slapen in gammele hostels. Wij deden dat ook, alleen niet opzettelijk. We dachten dat we een prima hotelkamer hadden geboekt maar het bleek een bezemkast met matras op de grond. Een chagrijnige receptionist en een zeer mager ontbijt maakten ons feest compleet. Geen hartelijk welkom dus. Gelukkig was dit de ondergrens van hartelijkheid en hebben we verder niets dan goeds te vertellen.
Na een dagje slenteren in Kota Kinabalu zijn we met de plaatselijke bus (Bas Berhenti Henti, de bus die stopt wanneer jij je hand omhoog steekt) naar de terminal gereden waar we een luxere bus naar de andere kant van Sabah hebben gepakt. 6 uurtjes bochten rijden. Genieten. Onderweg konden we ook genieten van een hele slechte film in een hele slechte dvd-speler en hebben we de hoogste berg van Sabah goed kunnen zien die sinds eind juni gesloten is vanwege een aardbeving. Geen hike naar de top dus.
Het stadje Sandakan aan de oostkust is klein, maar vonden wij ontzettend leuk. Wij bleken een attractie op zich. De locals giechelden, wezen naar ons en diverse mensen zijn met nekklachten naar de dokter gegaan nadat Wouter voorbij kwam lopen. Wij zijn reuzen vergeleken bij de ieniemienie-mensjes hier. We vonden het vooral erg grappig en maakten graag een praatje. ‘Where are you from?’ ‘Holland’. ‘Oh, good football!’ Het was opvallend hoeveel mensen hier nog een aardig woordje Engels konden praten. En dat wij 1 woord Maleis konden - dankjewel - vonden ze ook fantastisch. ‘You speak Malay!’ ‘No, i’m afraid this is it’. Een ritje met de bus terug naar ons hotel was ook een avontuur op zich. Wanneer je op het busstation vraagt welke bus je moet hebben staan er zeker 10 mensen te wijzen en te roepen en te lachen. Daarachter staan dan minimaal 6 giechelende schoolmeisjes en een paar stoere gasten. Allemaal gapen ze ons aan. Lang. Blond (ik dan). Europees. Dat is het blijkbaar het geheim. Wanneer je de bus uit stapt - nat van het zweet, airco is zeldzaam in deze bussen - wordt je nogmaals aangestaard en begint iedereen weer vriendelijk te lachen. Geweldig!
Wij gingen naar de oostkust voor 2 dingen: het orang-oetan opvangcentrum in Sepilok en de Kinabatangan rivier met veel wildlife. We begonnen met de aapjes. Sepilok is een groot natuurgebied waar het opvangcentrum een klein onderdeel van is. Ze vangen hier aapjes op waarvan de moeder is overleden. Ze worden binnengebracht door locals of gevonden door rangers. De kleine orang-oetans worden een tijdje in quarantaine gehouden om eventuele ziektes te bestrijden en vervolgens wordt ze langzaam geleerd om aap te zijn. Een taak die normaal is weggelegd voor de moeder. Leren klimmen is de belangrijkste vaardigheid voor een orang-oetan en het is fantastisch om de kleintjes te zien oefenen in de ‘outdoor nursery’. Wanneer de orang-oetans genoeg hebben geleerd worden ze langzaamaan weer verwilderd: minder contact met mensen en dieper het natuurgebied van Sepilok in. Vanaf dat moment zijn ze eigenlijk vrij om te gaan en te staan waar ze willen, binnen Sepilok. Ze beschouwen de orang-oetans op dat moment als wild. Het enige wat het opvangcentrum dan nog doet is 2x per dag bananen geven. De rossige vrienden zijn helemaal vrij om hierop af te komen. En de toeristen ook. Want dat is waar wij om de hoek komen kijken. Bij het voederplatform is het om 10 uur ’s ochtends een drukte van belang en iedereen hoopt op wat Ginger Love. Tijdens de ochtendsessie hebben wij 2 apen gezien, maar de middagvoeding om 15 uur was succesvoller. Naast het pad naar het platform liepen 2 wilde orang-oetans. Dit waren volwassen dieren en zijn dus helemaal vrij. Puur toeval dat ze voor Wouters lens liepen. Het is altijd de vraag in hoeverre dit ‘wild’ is en of dit geen dierentuin-achtige trekjes heeft. Misschien een beetje, maar ze doen goed werk in Sepilok. Ze hebben inmiddels al 700 weesaapjes een nieuw leven gegeven. De aanwezigheid van alle andere toeristen met camera’s maakt het minder speciaal dan echt wild, maar wij zijn niet beter dan de rest en doen gewoon vrolijk mee.
Activiteit no. 2 op het lijstje was een trip naar de Kinabatangan rivier. En dan meteen maar een goeie: 3 dagen en 2 nachten. Hoewel het technisch gezien maar 2 dagen zijn, hebben we hier ontzettend van genoten. Een simpele B&B was onze thuisbasis waar we werden verwend met genoeg eten en drinken. Vanaf hier hebben we met gids Suki en een gezin uit Friesland een aantal boottochtjes gemaakt, zowel ’s ochtends als ’s middags en ’s avonds. Dutchies (en Suki) on tour. De rivier en omgeving barst van de wildlife dus het was een serieuze safari. De oogst? Neusapen (die je nergens anders dan op Sabah vindt), makaken, 3 soorten neushoornvogels, ijsvogels, baby krokodilletjes, mama krokodil (toch 2,5 meter in een behoorlijk laag bootje, iellhhh) en last but not least: olifanten! De kleinste ter wereld maar toch een goeie 2,5 meter hoog. Geweldig om deze prachtige beesten te horen en te zien. Een hoogtepuntje van onze reis. We hadden bovendien nooit verwacht koala’s en olifanten op dezelfde reis te gaan zien.
Op de terugreis van het oosten naar het westen - opnieuw per bus - deden we er iets langer dan 6 uur over. Halverwege kon een tegemoetkomende personenauto 1 van de 10.000 bochten niet houden en reed zo onze bus in. Best wel schrikken, maar gelukkig woog onze bus net iets meer dan die auto en kon de chauffeur ons redelijk op de weg houden. Wij hadden een deuk en een schrammetje, de personenauto was er slechter aan toe. Wiel inclusief ophanging lag op straat. Total loss dus. Wij moesten even in de berm wachten op de volgende bus naar de hoofdstad. Gezien de rijstijl van de Maleisiërs verbaasd het ons niks dat we een ongeluk hebben gehad. Het verbaasd ons voornamelijk dat het er maar bij 1 is gebleven. Eind goed, al goed.
We beseffen regelmatig, vooral hier, dat het heel speciaal is wat wij de afgelopen maanden hebben gedaan. Dat we het goed hebben, ook in Nederland. En dat ons leven niet voor iedereen is weggelegd. Wanneer bij ons je kruisband stuk is, wordt deze gerepareerd. In Sandakan spraken we een jongen die daar geen geld voor heeft. Kapotte knie op je 17e? Jammer dan. Hard sparen en wellicht kan je dan op je 57e de operatie aanvragen. En vakantie? Dat bestaat haast niet voor de mensen hier. Een wereld van verschil. En hoe hard het ook klinkt, daar kunnen wij weinig aan veranderen.
Wij genieten dan maar voor 10. Dat gaan we nu doen op Ko Samui, 3,5 week lang. Is er zoveel te doen dan? Nee. Zwembad, strand en beachball is het dieet.
Terimah Kasi, Borneo. Ko ZoMooi here we come!
xx
Foto’s: Markt in Sandakan, haven van Sandakan, orang-oetan in Sepilok, neushoornvogel, ijsvogel, neusaap, Pygmee olifant met kleintje, Pygmee olifant, stadsbus van Sandakan, schooljongens. 
0 notes
woutermaaike · 10 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Met moeders in Maleisie
Zodra we de camper hadden verkocht viel er een grote last van ons af. We hebben er bijna 6 maanden van genoten, maar waren erg blij dat we de sleutels konden verruilen voor een stapel dollars. Klaar. Op naar een volgend avontuur. Op ons laatste dagje in Australie hebben we de wandeling van Coogee naar Bondi gedaan. Winter? Niet echt. 20 graden en gewoon een brandend zonnetje. Fantastisch. Sydney is toch wel een van mijn favoriete steden geworden.
En dan zit je ineens in Maleisie. Warm en vochtig. We moeten direct weer aan Darwin denken. Met wel een heel groot verschil; hier zitten we in appartementjes en hotels met airco en iedere dag een douche. Via Airbnb hebben we een luxe appartement geboekt in Kuala Lumpur. Een dag na onze aankomst verwelkomen we (schoon)moeders op het vliegveld. 8 maanden geleden voor het laatst gezien, maar na 5 minuten is het alweer heel normaal. De tijd is omgevlogen. We hebben elkaar natuurlijk veel te vertellen, maar de verhalen komen niet allemaal tegelijk. We weten niet waar we moeten beginnen. Bovendien hebben wij het thuisfront prima op de hoogte kunnen houden via WhatsApp en Facebook. Reizen in de 21e eeuw is toch anders dan 50 jaar terug. De wereld is kleiner geworden. Dat is fijn, maar ook een beetje jammer. Ach, zo houden we meer tijd over om Kuala Lumpur te zien, om te eten en te shoppen. Een leuke stad - wel even omschakelen na het westerse Australie - met veel tegenstrijdigheden. Rijkdom en armoede liggen naast elkaar. Grote, luxe malls en kleine Aziatische markten. We pikken van beide iets mee.
Dan gaan we met een autootje het land in. Een Proton. Wattes? Zal wel een soort Maleisische Dacia zijn, gemaakt van restpartijen. Maar hij doet het en heeft airco. En een volle tank voor 15 euro, 50 cent per liter. Lachen! Wouter en ik mogen rijden. Wij zijn immers het links rijden al gewend. De Maleisische rijstijl zijn we nog niet gewend, maar Wouter blijkt snel te kunnen integreren. Links en rechts inhalen, van een tweebaansweg kan je prima een driebaansweg maken, beetje bumperkleven. Alles mag. Zo komen we nog eens ergens! Een mooie rit brengt ons naar de Cameron Highlands met theeplantages. Prachtig. De integratie van Wouter gaat hier vrolijk door. Waar Carrie en ik nog aangetrokken worden door een sfeervol restaurantje kiest Wouter voor de tent met de felste tl-balken, een vettige menukaart waar een grafisch vormgever nog wel even naar mag kijken en de meeste locals. Vooruit, die doen we. En hij blijkt gelijk te hebben. Het eten is heerlijk.
Aangezien dit voor moeders de zomervakantie is, - er volgen vast nog meer trips, we kennen d’r een beetje - was de briefing duidelijk: er moet wel gerelaxed worden. Zon, strand en een cocktail met een parapluutje aub. En dus kruisten we het land naar de oostkust om vanaf daar een bootje te nemen naar een soort tropisch paradijsje, Perhentian Besar. 4 heerlijke nachtjes in een chalet met uitzicht over het strandje. Geen auto’s, vervoer gaat per watertaxi. En dus konden we niet veel meer doen dan zwemmen, snorkelen, eten en slapen. Dat is nog eens relaxen. De ontbrekende cast van Finding Nemo hebben we hier gespot. De hele familie Nemo - inclusief aanhang - en de zeeschildpad-dudes. Prachtig om met deze beesten te zien zwemmen. Zo sierlijk. Al redelijk zen vertrokken we weer per boot naar het vasteland om weer over te steken naar de westkust: Georgetown op Penang. Chaos, hitte en herrie. Maar wel op een positieve manier (kan dat dan?). Heerlijk om de straatjes te verkennen en om op straat te genieten van het heerlijke eten. Eten met stokjes moeten we nog wel even oefenen. Gelukkig is slurpen hier geoorloofd.
Omdat de zen-status door deze chaos weer iets was afgezakt, moesten we nodig op zoek naar een ander plekje waar we weinig tot niks konden doen. Het werd Langkawi, een goede plek om bij te komen (zo hadden wij vernomen). Het resort voldeed aan alle verwachtingen maar stelde ons wel behoorlijk teleur door het gebrek aan parapluutjes en cocktails. Maar het fantastische zwembad, het balkon, het heerlijke eten om de hoek en een fijn ontbijtbuffet compenseerden dat. Hebben we dan 4 dagen helemaal niks gedaan? Vergeet het maar. Er was een sportschool. Een hele vervelende sportschool. Deze leek ons te roepen: “Wouter en Maaike, jullie hebben in 8 maanden tijd hooguit 10 keer hardgelopen. Wordt het niet eens tijd om in beweging te komen?!” Toen moesten we wel. Met z’n drieën hebben we minimaal 10 liter zweet geproduceerd, maar het relaxen ging daarna nog beter! Ook hebben we nog een dagje het eiland rondgescheurd. Het resultaat? Een van de mooiste stranden die we hebben gezien, een paar souvenirs, veel aapjes en een prachtige neushoornvogel. Te gek!
En dan zijn de 2 weken alweer voorbij en moet moeders naar huis. Wij gaan nog even door. 10 dagen Borneo, 4 weken Thailand en dan het laatste geld wegshoppen in Kuala Lumpur. Daarna is het echt voorbij. 6 augustus stappen we uit op Nederlandse bodem. Maar daar gaan we nu nog lekker niet aan denken.
Selamat tinggal!
Foto’s: Petronas Towers in KL, Theeplantage in de Cameron Highlands, eten kopen in Tana Ratah, aapjes zie je overal, Perhentian Besar, eten in Georgetown, brommertjes in Georgetown, fietstaxi’s in Georgetown, aapjes op Langkawi, neushoornvogel op Langkawi. 
1 note · View note
woutermaaike · 10 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Van Breakdown tot Brisbane. En beyond…
Na ons breakdown avontuur in sunny Richmond zijn we via Cairns naar Port Douglas gereden. Dat ligt een uurtje boven Cairns. Net zo warm, net zo vochtig, maar veel gezelliger. Hier hebben we onszelf even in de relax stand gezet om de spanning van de autopech te laten wegvloeien. Dat ging prima. Even 3 dagen op een camping met zwembad. Port Douglas ligt naast Daintree National Park, dus een uitstapje naar het oudste regenwoud ter wereld was zo gemaakt. Prachtig, bizar, zweterig.
Na een paar dagen zijn we zuidwaarts gereden. Terug naar Townsville, door naar Airlie Beach waarvandaan tripjes naar de Whitsunday eilanden gaan. Een must-see aan de oostkust. Arlie Beach vonden we verschrikkelijk. Teveel party dorp, teveel 18-jarigen. Daar zijn we blijkbaar te oud voor. Dus snel een zeilboot op om 2 dagen en 2 nachten door de eilanden te cruisen, te snorkelen en ook actief te zeilen. De boot deed een paar jaar geleden nog mee aan echte zeilwedstrijden. Een echt racemonster dus. Helaas bleek het boekingskantoortje ons niet helemaal begrepen te hebben en was ook deze boot gevuld met jonkies. Maar ach, daar hebben we het beste van gemaakt en het was een geweldige trip. Whitehaven Beach is populair en daar hoorden we zoveel goeie dingen over dat het eigenlijk alleen maar tegen kon vallen. Maar het witte zand en de geweldige kleuren blauw in de lagoon waren echt zo mooi als de reisgidsen je doen geloven. Het snorkelen in de diverse baaitjes bij de Whitsundays was ook fantastisch. De hele cast van Finding Nemo is voorbijgekomen, op Nemo na. Die was op vakantie. Zeeschildpadden hebben we ‘helaas’ alleen vanaf de boot gezien. Maar ook dat was behoorlijk gaaf! Verwaaid en gezout kwamen we 2 dagen later terug in Airlie Beach.
Whitsundays: check. Op naar Town of 1770.
Seventeen Seventy is een surfdude-stadje waar het woord ‘haast’ niet voorkomt. Vooral ‘No Worries’ en chillen maar. En surfen! Dat deden we. Nou ja, vooral peddelen en proberen op een plankje te staan zonder er vanaf te vallen. Surfen is dus niet helemaal het woord. JD de coach staat gelukkig altijd in de chill-stand, maar wat moet het frustrerend zijn om ons prutsers te leren surfen. Toch maakte hij het ons makkelijk. Stap 1: lachen (dat konden we). Stap 2: peddelen wanneer hij zei ‘peddel!’ (yes, onder de knie). Stap 3: staan (toch een paar keer). Stap 4: armen in de surfstand en surfen maar (mhoah, hier hield het wel zo’n beetje op voor ons). We waren het beste in stap 1. Zelfs met aanmoedigingen als ‘Go Dutchies’ en 'Good Job Groovers’ lukte het niet om langer dan 3 seconden op die verdomde plank te blijven staan. Toch kregen we beide een echt diploma. Ik was geslaagd voor Level 1 en omdat de Level 1 diploma’s op waren is Wouter geslaagd voor Level 2. Tsss, alsof hij beter was dan ik. Dacht het niet, lieve lezers!
Van 1770 was het een paar uurtjes rijden naar Noosa. Een chique stadje, uiteraard aan de kust. Een mooi strand, waar we 2 heerlijke dagen hebben gehad. Wouter had 1 dag een beetje mannengriep. Dat was dan ook zijn excuus voor zijn slechte beachball-vorm. Gelukkig duren mannengriepjes niet zo lang en was hij al snel weer de oude. In Noosa besloten we ook de advertentie van onze camper, die al enige tijd op de Australische Marktplaats in Brisbane stond, te proberen in Sydney. Dat leverde binnen een uur 2 serieuze reacties op. Daar hadden we even niet goed over nagedacht. Wat nu? We wilden best nog wel even chillen aan de oostkust, maar we wilden ook heel graag de camper verkopen en onze volgende stap in ons avontuur maken. En het liefst op korte termijn, want dan kon mijn lieve moeder ons komen opzoeken ergens in Azië. Het voelde vreemd, maar daar in Noosa besloten we om in 1,5 dag naar Sydney te rijden. Zo gezegd, zo gedaan. Mazzelaars als we zijn konden we in Sydney terecht bij onze lieve vrienden Sarah & George. In januari ontmoet en netto kenden we elkaar nog maar 3 weken maar toch waren ze zo lief om ons uit te nodigen. De verkoop van de camper ging niet van een leien dakje. Het bleek een stressvolle onderneming, vooral voor mij. Afwachten, onderhandelen, duimen draaien, hopen op een telefoontje. En dan zit je wel in Sydney, maar echt genieten lukte niet meer. Dan maar een beetje zakken in de prijs en uiteindelijk zegt er een koppel ja. Feest!! En snel tickets boeken naar Kuala Lumpur.
En zo is de cirkel (half)rond. Begonnen in een zomers Sydney en geëindigd in een koud Sydney. Bijna 20.000 kilometer, iets meer dan 5 maanden, 74 verschillende plekjes. Van iets boven nul in Tasmanie tot 40 graden in Shepparton en gevoelstemperatuur 68 in Darwin! Ontzettend veel hoogtepunten: John Legend in The Operahouse, NYE in Sydney met Wouter & Jamie, bijna het zweetbandje van Roger Federer gevangen op de Australian Open, perenplukken in Shep-East, klaar zijn met perenplukken in Shep-East, de Great Ocean Road, een week in een luxe villa op Tasmanie, de goudmijn in Bendigo, koala knuffelen bij Adelaide, Uluru (wow Uluru!), het krokodillen tourtje in Darwin, Whitehaven Beach, surfen in 1770 en relaxen in Noosa. En alles daartussen! We doen Australië tekort met alleen dit lijstje…
Zoveel geleerd, zoveel wijzer geworden, zoveel mooie mensen ontmoet, zo blij met elkaar!
En we gaan nog niet naar huis.  Next stop: Maleisië!
xx
Foto’s: Kamperen in de Red Desert, Daintree NP, cassowary in Daintree NP, Whitehaven Beach Lookout, Maaike bij Whitehaven Beach, samen bij Whitehaven Beach, stingersuits aan om te snorkelen, snorkelen, Vivid lichtshow in Sydney, zonsopkomst bij Cronulla. 
3 notes · View notes
woutermaaike · 10 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Van Breakdown tot Brisbane. En beyond...
Na ons breakdown avontuur in sunny Richmond zijn we via Cairns naar Port Douglas gereden. Dat ligt een uurtje boven Cairns. Net zo warm, net zo vochtig, maar veel gezelliger. Hier hebben we onszelf even in de relax stand gezet om de spanning van de autopech te laten wegvloeien. Dat ging prima. Even 3 dagen op een camping met zwembad. Port Douglas ligt naast Daintree National Park, dus een uitstapje naar het oudste regenwoud ter wereld was zo gemaakt. Prachtig, bizar, zweterig.
Na een paar dagen zijn we zuidwaarts gereden. Terug naar Townsville, door naar Airlie Beach waarvandaan tripjes naar de Whitsunday eilanden gaan. Een must-see aan de oostkust. Arlie Beach vonden we verschrikkelijk. Teveel party dorp, teveel 18-jarigen. Daar zijn we blijkbaar te oud voor. Dus snel een zeilboot op om 2 dagen en 2 nachten door de eilanden te cruisen, te snorkelen en ook actief te zeilen. De boot deed een paar jaar geleden nog mee aan echte zeilwedstrijden. Een echt racemonster dus. Helaas bleek het boekingskantoortje ons niet helemaal begrepen te hebben en was ook deze boot gevuld met jonkies. Maar ach, daar hebben we het beste van gemaakt en het was een geweldige trip. Whitehaven Beach is populair en daar hoorden we zoveel goeie dingen over dat het eigenlijk alleen maar tegen kon vallen. Maar het witte zand en de geweldige kleuren blauw in de lagoon waren echt zo mooi als de reisgidsen je doen geloven. Het snorkelen in de diverse baaitjes bij de Whitsundays was ook fantastisch. De hele cast van Finding Nemo is voorbijgekomen, op Nemo na. Die was op vakantie. Zeeschildpadden hebben we ‘helaas’ alleen vanaf de boot gezien. Maar ook dat was behoorlijk gaaf! Verwaaid en gezout kwamen we 2 dagen later terug in Airlie Beach.
Whitsundays: check. Op naar Town of 1770.
Seventeen Seventy is een surfdude-stadje waar het woord ‘haast’ niet voorkomt. Vooral ‘No Worries' en chillen maar. En surfen! Dat deden we. Nou ja, vooral peddelen en proberen op een plankje te staan zonder er vanaf te vallen. Surfen is dus niet helemaal het woord. JD de coach staat gelukkig altijd in de chill-stand, maar wat moet het frustrerend zijn om ons prutsers te leren surfen. Toch maakte hij het ons makkelijk. Stap 1: lachen (dat konden we). Stap 2: peddelen wanneer hij zei ‘peddel!' (yes, onder de knie). Stap 3: staan (toch een paar keer). Stap 4: armen in de surfstand en surfen maar (mhoah, hier hield het wel zo’n beetje op voor ons). We waren het beste in stap 1. Zelfs met aanmoedigingen als 'Go Dutchies' en 'Good Job Groovers’ lukte het niet om langer dan 3 seconden op die verdomde plank te blijven staan. Toch kregen we beide een echt diploma. Ik was geslaagd voor Level 1 en omdat de Level 1 diploma’s op waren is Wouter geslaagd voor Level 2. Tsss, alsof hij beter was dan ik. Dacht het niet, lieve lezers!
Van 1770 was het een paar uurtjes rijden naar Noosa. Een chique stadje, uiteraard aan de kust. Een mooi strand, waar we 2 heerlijke dagen hebben gehad. Wouter had 1 dag een beetje mannengriep. Dat was dan ook zijn excuus voor zijn slechte beachball-vorm. Gelukkig duren mannengriepjes niet zo lang en was hij al snel weer de oude. In Noosa besloten we ook de advertentie van onze camper, die al enige tijd op de Australische Marktplaats in Brisbane stond, te proberen in Sydney. Dat leverde binnen een uur 2 serieuze reacties op. Daar hadden we even niet goed over nagedacht. Wat nu? We wilden best nog wel even chillen aan de oostkust, maar we wilden ook heel graag de camper verkopen en onze volgende stap in ons avontuur maken. En het liefst op korte termijn, want dan kon mijn lieve moeder ons komen opzoeken ergens in Azië. Het voelde vreemd, maar daar in Noosa besloten we om in 1,5 dag naar Sydney te rijden. Zo gezegd, zo gedaan. Mazzelaars als we zijn konden we in Sydney terecht bij onze lieve vrienden Sarah & George. In januari ontmoet en netto kenden we elkaar nog maar 3 weken maar toch waren ze zo lief om ons uit te nodigen. De verkoop van de camper ging niet van een leien dakje. Het bleek een stressvolle onderneming, vooral voor mij. Afwachten, onderhandelen, duimen draaien, hopen op een telefoontje. En dan zit je wel in Sydney, maar echt genieten lukte niet meer. Dan maar een beetje zakken in de prijs en uiteindelijk zegt er een koppel ja. Feest!! En snel tickets boeken naar Kuala Lumpur.
En zo is de cirkel (half)rond. Begonnen in een zomers Sydney en geëindigd in een koud Sydney. Bijna 20.000 kilometer, iets meer dan 5 maanden, ….. verschillende plekjes. Van iets boven nul in Tasmanie tot 40 graden in Shepparton en gevoelstemperatuur 68 in Darwin! Ontzettend veel hoogtepunten: John Legend in The Operahouse, NYE in Sydney met Wouter & Jamie, bijna het zweetbandje van Roger Federer gevangen op de Australian Open, perenplukken in Shep-East, klaar zijn met perenplukken in Shep-East, de Great Ocean Road, een week in een luxe villa op Tasmanie, de goudmijn in Bendigo, koala knuffelen bij Adelaide, Uluru (wow Uluru!), het krokodillen tourtje in Darwin, Whitehaven Beach, surfen in 1770 en relaxen in Noosa. En alles daartussen! We doen Australië tekort met alleen dit lijstje...
Zoveel geleerd, zoveel wijzer geworden, zoveel mooie mensen ontmoet, zo blij met elkaar!
En we gaan nog niet naar huis.  Next stop: Maleisië!
xx
Foto’s: Kamperen in de Red Desert, Daintree NP, cassowary in Daintree NP, Whitehaven Beach Lookout, Maaike bij Whitehaven Beach, samen bij Whitehaven Beach, stingersuits aan om te snorkelen, snorkelen, Vivid lichtshow in Sydney, zonsopkomst bij Cronulla. 
3 notes · View notes
woutermaaike · 10 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Dwars door het midden: Uluru & Darwin
Na een blik op de kaart van Australie zijn we erachter gekomen dat we in bijna 5 maanden maar een heel klein hoekje van het land hebben gezien: van Sydney naar Melbourne plus Tasmanie. De meeste kilometers zouden nog komen, namelijk van Melbourne naar Adelaide en via Uluru naar Darwin en door naar de oostkust. En dat in 6 weken tijd. Appeltje eitje. De eerste etappe naar Bendigo was nog makkelijk. We wilden graag iets van de goudkoorts van vroeger meekrijgen en daar is Bendigo zeer geschikt voor: het meeste goud is hier vandaan gehaald. En als dat nog niet genoeg reden was geweest om daarheen te rijden, was het wel het feit dat we op Tasmanie tijdens een wandeling een Nederlandse vrouw en haar Australische man tegen kwamen. Dat ging ongeveer zo: ‘Hey, i think they speak Dutch’. En vervolgens hadden we een uitnodiging in de zak om naar Bendigo te komen en bij hun te verblijven. Opnieuw een bewijs van de vriendelijkheid van de Ozzies!! Ook hier hebben we ons weer afgevraagd of dit niet teveel was om aan te nemen, maar achteraf zijn we erg blij dat we het hebben gedaan. Bendigo was ontzettend leuk en interessant, en bovendien waren het huis en Irene en Neill fantastisch. Een mooie herinnering voor onze lijst.
Met een zak muntdrop die we in Bendigo hadden gescoord, zijn we vervolgens echt aan de lange reis begonnen. Via Adelaide en Cooper Pedy (waar 80% van de mensen onder de grond woont ivm de zomerse hitte) zijn we naar Uluru en Kata Tjuta gereden. Een magische plek, vooral wanneer je de verhalen en de betekenis voor de Aboriginals hoort. In Cooper Pedy hebben we een lifter opgepikt en deze is via Uluru helemaal naar Alice Springs met ons meegereisd. En hoe gezellig we Knuis de Muis ook vonden, toch hebben we een vreugdedansje gemaakt toen hij in Alice Springs de brute krachten van de muizenval ondervond. Vaarwel Knuis.
Alice Springs vonden wij geen highlight, alhoewel een bezoekje aan School of the Air erg interessant was. Dit is de grootste school van de wereld, het heeft namelijk een oppervlakte van 10x Engeland. 122 leerlingen, verspreid over boerderijen tussen 80 en 900 km van Alice Springs, krijgen via de satelliet les vanuit deze school. Heel bijzonder. Een live les van Mrs. Dunn heeft ons bovendien een paar interessante woorden met een G geleerd. Green truck, green hat, grass en gun. Die laatste vond Wouter de Pedagoog een beetje verontrustend voor een 4 jarige.
Van Alice Springs hadden we een slordige 2000 kilometer te gaan naar Darwin. Opnieuw, appeltje eitje. Met iedere 100 kilometer steeg de temperatuur en de vochtigheid. Totdat we in Darwin uitstapte in een sauna, en dan was het nu nog aangenaam volgens de locals. Van Darwin zijn we snel naar Kakadu National Park gereden waar we begonnen met een krokodillen-voeder-tourtje. Een volledig door vrouwen gerund bedrijf, overigens. Girl Power! Bij het instappen hielden 2 mannetjes van 4,5 meter ons al in de gaten, zei de kapitein achteraf. Met een malse rib-eye werden deze dinosaurussen verleid tot het maken van een paar sprongen. Bizarre prehistorische beesten, beter kunnen we het niet beschrijven. Fluffy - een klein krokodilletje van 70 cm die de komende 5 jaar moet vechten voor zijn leven om groot genoeg te worden - was een favoriet van de dames in charge, net als Hannibal. Hannibal is ongeveer het omgekeerde van Fluffy. Hannibal werd als eerste gespot door de kapitein, maar toen iedereen op de boot omkeek was hij al onder water. Wachtend bij de oever met een stuk vlees stond het klamme zweet al in onze handen. Na een paar minuten dachten we dat hij de benen had genomen. Totdat de kapitein de boot iets naar achter manoeuvreerde en Hannibal tevoorschijn kwam, onder de boot. Een monster van 100 jaar oud en 6 meter kwam tevoorschijn! Slik. En nog eens. Slik. Ik stel voor dat je nu even achter je computer vandaan komt en 6 meter uitmeet. Tel daar een bek met 100 scherpe tanden bij op. Dat dus. Kakadu vonden we fascinerend. Natte wetlands met krokodillen en vogels, droge woodlands, rotsig stonecountry met duizenden jaren oud artwork van Aboriginals en veelzijdige bossen. Prachtig allemaal. De temperatuur en de miljoenen muggen zorgden er wel voor dat het een vermoeiende trip was, maar we hadden het niet willen missen.
De laatste grote etappe brengt ons naar Cairns, 2300 km verderop. Muntdropjes, muziek en een boek slaan ons hier doorheen. Na 7 maanden samen reizen heb je elkaar niet heel veel meer te vertellen. De vraag van Wouter ‘Heb jij nog nieuws?’ - ergens onderweg in het vele niks - moest ik dan ook negatief beantwoorden. Maar ik bewonderde hem dat hij het nog probeerde. Het uur daarna zat hij weer verstopt in zijn boek en ik in mijn gedachten. Wat zijn we toch een leuk stel, moet ik gedacht hebben.
500 kilometer voordat onze tenen het zoute water konden voelen ging het mis. Toen deed ons autootje iets wat autootjes niet horen te doen, namelijk vloeistof lekken. En qua timing is het net een boerenpummel die probeert te dansen: het was zaterdagmiddag 4 uur en er was een rodeo aan de gang in het dorp. Dan weet je het wel. Gelukkig waren er 4 locals die niet dronken waren, namelijk de mensen van de benzinepomp en een monteur. Om een lang verhaal kort te maken: de radiator was stuk. Die moest uit Townsville komen - waar wij naar op weg zijn. Dat duurde even. 4 dagen later en 1000 dollar lichter reden we weg. Je kan ook niet een jaar lang alleen maar geluk hebben. Gelukkig is de operatie succesvol verlopen en we zijn inmiddels in Cairns waar we ons Oostkust avontuur gaan beginnen.
See ya!  
Foto’s: Cooper Pedy, koala knuffelen in Adelaide, de Route, Uluru met melkweg, Uluru zonsopkomst, selfie bij Devils Marbles, white bellied sea eagle, kroko Hannibal, Rock art in Kakadu, Ubirr zonsondergang. 
2 notes · View notes
woutermaaike · 10 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Terrific Tassie
Op 15 maart zijn we in 10 uur door een ferry via de Bass Strait naar Tasmanie gebracht. De staat die door de meeste Australiërs wordt beschreven met ‘die voor de bejaarden’ en ‘het is er altijd koud’. Wij hadden een woordenboek nodig om een goed superlatief te vinden voor de afgelopen weken. We hebben niks kunnen vinden. Dus laat ik maar proberen te beschrijven wat we ervan vonden.
Allereerst zijn we het eiland overgestoken van Noord naar Zuid om een vriend in Hobart op te zoeken die 4 jaar geleden naar Down Under is vertrokken. Wij mochten daar een weekje logeren. Even een echt bed, een echte keuken. Het was heerlijk! In de hoofdstad hebben we vooral genoten van de wijk Salamanca. Heel authentiek, heel gezellig. Rond Hobart heb je al ontzettend veel te doen. Mount Wellington ‘bewaakt’ en biedt een prachtig uitzicht over de stad en de baaien. De Tasman Peninsula is ook maar een uurtje rijden en kan je al het idee geven dat je heeel ver van de bewoonde wereld bent. Wouter kon hier weer eens los gaan met 1 van de eerst kampvuren op Tasmanie - er zouden er nog veel volgen. Op een camping in Fortescue Bay kregen we ’s avonds verse Tasmaanse zalm van een hobby visser die met iedere worp beet had. Op het vuurtje en eten maar. Heerlijk. De restjes van de vissen werden erg gewaardeerd door een aantal gigantische stingrays. Ja, zo eentje die Steve Irwin heeft vermorzeld. Bijna 2 meter breed, wat een beest! Toen besloot ik dat zwemmen ook wel een andere keer kon. Het feit dat het 10 graden was had daar ook iets mee te maken.
Tasmanie staat sinds de opening van MONA (Museum of Old and New Art) - een hobby project van een succesvolle Tasmaanse gokker -  in 2011 internationaal op de kaart. Mensen komen speciaal naar Tasmanie voor dit museum. Wij vonden dat we ons cultureel gezien ook eens van onze beste kant konden laten zien en gingen vol goede moed naar deze trekpleister. Van buiten was het museum prachtig. Van binnen, tja… smaken verschillen. Na een kwartier hadden we elkaar al 10 keer verdwaasd aangekeken en gingen Wouter z’n wenkbrauwen van hot naar her. Verbazing, verbijstering. Waar waren we in godsnaam naar aan het kijken? Ik deed nog een poging om het te vragen aan een medewerker. Of hij vond mij een dom blondje of hij snapte er zelf ook niks van. Ik ga uit van het 2e, uit zelfrespect en door de blik in zijn ogen. Afijn, na een half uur vroegen we ons allebei al af wanneer we naar het cafe konden - onafhankelijk van elkaar, want we wilden het niet te snel opgeven. Na een uur hadden we beide de moed om ook echt uit te spreken dat we dit niet meer trokken. De cappuccino en cheesecake hebben nog nooit zo lekker gesmaakt. We konden het niet laten om de serveerster - die toevallig Nederlands was - te vragen naar haar mening. Dat hadden we beter niet kunnen doen, want uit haar verhaal bleek dat we nog heel veel niet hadden gezien. En dat konden we niet laten gebeuren. We wilden wel alles gezien hebben voordat we een echt oordeel konden vellen. En dus gingen we terug om de muur met 84 gipsen vagina’s te bekijken, de vissenkom met een mes erin en de muur met touwen. Tja, het werd er niet beter op. Was er dan helemaal niks wat we leuk vonden? Jawel. De trampoline buiten met uitzicht over het meer vond ik fantastisch! Volgende keer gaan we naar een gewoon museum met oude dingen.
Na ons eerste Tasmaanse weekje volgde een week van luxe. In Sydney hadden we een huis via AirBnB gehuurd en werden we uitgenodigd voor het kerstdiner door de eigenaren van dat huis. De ouders van de heer des huizes waren daar ook en deze mensen nodigden ons al vrij snel uit om gebruik te maken van een van hun twee huizen op Tasmanie. Want ze hadden een appartement in Hobart, maar ook nog een cottage aan de oostkust bij Little Swan Port. Beleefd als we zijn sloegen we deze uitnodiging natuurlijk af, maar na ongeveer 20 keer aandringen namen we toch het briefje met telefoonnummer aan. En dat telefoonnummer zorgde ervoor dat we op maandagmiddag een oprijlaan op mochten rijden van een landgoed aan een baai. De mooiste baai die we ooit hebben gezien. En het huis bleek geen cottage, maar een dikke villa. We konden het niet geloven en voelden ons natuurlijk vreselijk bezwaard. Maar deze mensen, Annie en Geoff, lieten ons ontzettend snel thuis voelen. Twee dagen hadden we het rijk alleen, daarna waren we met z’n vieren. Geoff heeft ons meegenomen om te vissen - met 9 flatheads als resultaat - en Annie bleek een ontzettend goeie chef. De flatheads waren heerlijk. Het huis en de omgeving waren onbeschrijflijk en dus hebben we die week niet echt veel gedaan. We waren zo relaxed als koala’s en hebben gewoon ontzettend genoten van de tijd op die prachtige plek. Natuurlijk voelden we ons af en toe nog steeds bezwaard, maar Annie en Geoff bleven ons maar beloven dat zij het gewoon ontzettend leuk vonden om jonge mensen over de vloer te hebben. En dus probeerden we dat van ons af te zetten en te genieten. En dat deden we. Met tranen in de ogen reden we na een week weer weg. Maar het besef dat we nog niet naar huis hoefden en dat het alleen maar geweldig was dat we deze mensen hadden ontmoet, zorgden ervoor dat we weer veel zin kregen in nieuwe avonturen.
Via de oostkust zijn we naar de andere grote stad van Tasmanie gereden, Launceston. Hier wilden we nog wat werk doen omdat we hoorden dat het erg goed betaald. Via via kwamen we in contact met iemand die vertelde dat we na Pasen wel wat druiven konden plukken. We hadden dus nog een paar dagen ‘vrije tijd’ en besloten naar Cradle Mountain en Strahan (in het westen) te rijden. Een afgelegen plekje aan een meer vlakbij het park was ons tussenstation. Het werd een van de koudste nachten die we hebben gehad, maar tijdens het ontbijt in de vroege morgen werden we wel vergezeld door een zeldzame Platypus (vogelbekdier). Erg speciaal om zo’n zeldzaam beest te zien. En of dat niet genoeg geluk op een dag was, was Cradle Mountain ons goed gezind en gaf ons een zonnige dag waarin we een pittige hike van 6,5 uur hebben gedaan. Ge-wel-dig! De hike kwam met stip binnen in onze Activiteiten Top 10 van deze reis. De spierpijn trouwens ook. Poeh he! De route naar het westen - de volgende dag - was prachtig, maar de toeristische tourtjes die je daar kon doen waren ons iets te prijzig. Je kan nou eenmaal niet alles doen… En dus reden we terug naar Lake St. Clair, de onderkant van Cradle Mountain National Park. Daar hadden we een nog koudere nacht dan aan het Platypus-meer: vorst op de voorruit! Toch hield ons dat niet tegen om heel vroeg naar het meer te gaan en te ontbijten op een steiger met een opkomend zonnetje. Magisch!
Op Tweede Paasdag kwamen we weer terug in Launceston, waar onze druivenplukcarriere begon. Een verademing vergeleken bij de peren. Niet alleen omdat het veel minder warm was en je niet met een ladder hoog de boom in moest, maar vooral omdat je zonder je in het zweet te werken de dollars hoort rinkelen. Want we kregen hier niet betaald per emmer of bin, maar per uur. Heerlijk! Natuurlijk hebben we wel ons uiterste best gedaan, toch een beetje bang voor de gevolgen als we dat niet zouden doen. Helaas eindigde onze carrière al na 4 dagen. Want in tegenstelling tot de perenplukbranche hebben ze hier gewoon weekend, en op maandag zou onze boot naar het vasteland vertrekken. Die wilden we heel graag omboeken, maar dat kon alleen als we tot 17 juli wilden blijven. Dat vonden we iets te lang… Dus op vrijdag 15 uur waren we weer werkloos en konden onze ruggen weer herstellen (want voor ons Lange Slungels is dat wel een pijnpuntje in de druivenindustrie) en onze wonden helen, want in 4 dagen tijd heb ik het gepresteerd om 2 keer in de verkeerde stokjes te knippen. Die tangetjes zijn goed scherp, kan ik je zeggen.
Nog 1 Tassie weekend hadden we voor de boeg. Via een ijzig koud Ben Lomond National Park - gelegen op 1200 meter - zijn we richting de Noord-West kust gereden om op een magisch plekje (Boat Harbour Beach) te overnachten. Vooral magisch tijdens het ontbijt, toen er een groep van minstens 30 dolfijnen voorbij kwam. Daar gaat je broodje jam toch beter van smaken.
Dat was het dan, 4 weken Tasmanie. Ja, het was er koud. Ja, we hebben heel wat oudjes gezien. Maar wij vonden het hier fantastisch!
Next stops: Bendigo - Ayers Rock - Darwin! Dat worden heel wat kilometers...
Foto’s: MONA, uitzicht van de villa, het land waar de villa op staat, wallaby, Rocky Point NP, Fortescue Bay, Bicheno, Cradle Mountain hike, Ronnie Creek (Cradle Mountain hike), gallah.
5 notes · View notes
woutermaaike · 10 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
De Superlatieven Ocean Road
Leuk. Geweldig. Fantastisch. Prachtig. Maar in de volksmond gewoon de Great Ocean Road. Daar gaan we ook mee akkoord. Great was het. Na een maand tussen perenbomen op een stoffige boerderij zijn we natuurlijk al snel tevreden, maar het rijden van deze weg is op ieder moment wel een stukje beter dan de N246. De Road start bij Torquay, een plaatsje even ten westen van Melbourne die vooral in het teken staat van surfen. Surfdudes, surfscholen, surf outlet stores (oei…) en goeie golven. Op Bells Beach wordt met Pasen de Rip Curl Pro gehouden (waar we hopelijk bij kunnen zijn). Dan weet je wel wat voor strand het is. Het enige dat ontbrak toen wij er waren was de zon. 4 dagen hebben we er op gewacht - beetje rondlopen, cafeetje in, boekje lezen, nog bijkomen van de peren - en toen vonden we het welletjes.
7 maart was onze laatste avond in Torquay. 7 maart is sinds 4 jaar een speciale dag voor ons. Dat is de dag waarop mijn lieve vader het verloor van zo’n stomme ziekte. Uiteraard stonden we daar bij stil. Blijkbaar is zo’n dag in de hemel wel reden voor een feestje, want we werden getrakteerd op de mooiste zonsondergang tot nu toe in Australië. Voor ons weinig feest, maar wel erg bijzonder.
Afijn, toen de borrels gedronken werden en wat traantjes waren opgedroogd zijn we zondags echt gaan rijden. Eerste halte was Lorne. Retedruk toen wij er waren omdat het in Australië een lang weekend vrij was. Dat betekent veel mensen, maar ook sky high prijzen van campings. Nu zijn we al niet meer zo van de campings en staan we liever gratis, dus ook dit keer gingen we op zoek. Een geweldige plek - niets meer dan een parkeerplaats langs de weg - vonden we aan zee. Nog een meter verder en de wielen hadden op het strand gestaan. Een prachtige melkweg ’s avonds en een geweldig ontbijtplekje waren het gevolg. Next stop: Apollo Bay - net zo’n leuk dorpje als Lorne - en Cape Otway. Voor ons gevoel bestaat de Great Ocean Road uit 3 delen: Torquay tot en met Apollo Bay is sufwalhalla, Cape Otway is groen, wild en koala’s overal en het laatste deel staat vooral in het teken van de 12 apostels. Wij vonden het Cape Otway deel erg mooi. We hebben een nachtje bij de Cape Otway Lichthouse gestaan en op een camping (goedkoop :) ) waar de koala’s naast onze camper in de boom hingen. Hier hebben we ook voor het eerst kennis gemaakt met het geluid van een koala. Je denkt fluffy, schattig beestje dus een mooi geluid. Nou, nee hoor. Het gebrul valt vreselijk tegen en is alles behalve schattig.
Vanaf Cape Otway hebben we onze Toyota Spacia een dirt road opgestuurd om via een prachtige jungleweg naar een Sequoia bos te gaan. Sequoia’s? Die zie je toch alleen in Amerika? Dat dachten wij ook. Maar in de jaren 30 hebben ze bedacht dat die hier ook mooi zouden kunnen groeien. En dat doen ze zeker. Zowel mooi zijn als groeien. Veel toeristen vergeten af te slaan van de Great Ocean Road om deze plekken te bekijken. Zonde.
Vervolgens zijn we aan het 3e deel van deze Road begonnen: de Apostels. ’s Middags hebben we een soort pre-bezoek gemaakt aan deze trekpleister en het was erg mooi. Druk, maar mooi. Niet alleen de 12 Apostels zijn een bezoek waard, maar ook zeker Lock Ard Gorge, London Bridge en Bay of Island. Misschien wel net zo mooi. Jammer voor alle toeristen in de bussen die omdraaien na de 12 Apostels. ’s Avonds hebben we gewacht op de zonsondergang bij de 12 Apostels. We werden helaas niet beloond. Bij terugkomst op de camping in het donker was ons plekje enigszins in beslag genomen. Door een mega-giant kangaroo! Ze lijken zo schattig maar als ze bijna 2 meter zijn en boos kijken omdat je ze stoort tijdens hun diner is het andere koek. Wouter heeft met gevaar voor eigen leven onder het wakende oog van de kangaroo zijn badslippers kunnen pakken. Beide zijn heelhuids uit de strijd gekomen en Wouter heeft het angstzweet eraf kunnen douchen. Omdat we de zonsondergang maar zozo vonden zijn we ook om half 7 de volgende ochtend weer naar de 12 Apostels gereden. We waren de 1e. Iets te vroeg, bleek later. Pas om 8 uur kwam de zon boven wat lage wolken vandaan en konden we pas echt genieten. Prachtig.
Vorige week vrijdag zijn we weer teruggekeerd naar Melbourne om daar zaterdags nog een dagje in de wijk Fitzroy rond te banjeren. Een creatief wijkje waar genoeg te doen was. Onder andere graffiti op de muren voor Wouter zijn foto’s en een stoffenwinkel voor mij.
Zondag de 15e zaten we om 9 uur ’s ochtends op een boot die ons in 10 uur naar Tasmanie heeft gebracht. Het land met de schoonste lucht op aarde. Onze eerste indruk is erg goed: kleuren die al een beetje herfstig voelen, mooie stranden en als we veel geluk hebben zien we misschien wel een keer het zuiderlicht. We hebben ook de luxe om een paar dagen bij een vriend die 4 jaar geleden uit Nederland is geëmigreerd te kunnen logeren en om op een ander huisje aan de oostkust te ‘passen’. In totaal gaan we ons hier 3 weken vermaken. Misschien ietsje meer als we nog een weekje werk kunnen vinden. Het schijnt hier nogal goed te betalen. We like!
Goodbye fellas! x
Foto’s: 2 Apostels bij zonsopkomst, Apostels bij zonsopkomst, Redwoods (sequoia’s), onder de sequoia’s, London Bridge, momentje op het strand bij Torquay, de Great Ocean Road, koala, 12 Apostels, Fitzroy graffiti. 
6 notes · View notes