Deze blog is onderdeel van de opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving ArtEZ hogeschool voor de kunsten Zwolle
Don't wanna be here? Send us removal request.
blog-dbkv-artez · 6 years ago
Text
Tumblr media
Poster ontwerp: Studio Boot 
0 notes
blog-dbkv-artez · 6 years ago
Text
Rouw in beeld
Beste Lezer,
 Mijn naam is Lyke Buijsman en ik ben afgestudeerd ‘Docent Beeldende Kunst en Vormgeving’ aan ArtEZ Hogeschool in Zwolle.
Vorig jaar juni ben ik beeldend afgestudeerd met mijn werk ‘Het Overblijfsel’, waarin het maakproces en de vergankelijkheid van materiaal en leven centraal stonden.
Afgelopen januari studeerde ik educatief af met mijn ontwerponderzoek ‘Rouw in beeld’. In dit onderzoek heeft de vraag: ‘hoe kan kunst helpen bij het integreren van verlies, in een rouwproces van een volwassene’, centraal gestaan.
 ‘Rouw in Beeld’ is verricht in opdracht van Ans Dohmen. Zij is verlies begeleider en uitvaartspreker en gevestigd in de Noordoostpolder. Uit haar praktijk bleek dat het inzetten van beeld erg helpend is om de rouwenden kritische zelfinzichten te verschaffen, maar dat hier niet altijd een juiste vorm voor te vinden is. Een tool die ik hiervoor ontwikkeld heb; ‘VIA - Verbeelden/ Interpreteren/ Associëren’, waarbij ik beeldende kunst en kunstanalyse inzet, heeft hierin een uitkomst geboden. Deze tool kan gebruikt worden in serie gesprekken tussen een (rouw)coach/therapeut en een rouwende.
Om dit product te ontwikkelen heb ik onderzocht wat verlies en rouw is, wat kenmerkend is in een proces van rouwintegratie en welke instrumenten er reeds worden gebruikt om als ondersteuning te dienen in deze periode. Ik heb gekeken naar de functie van kunst, naar hoe de analyse van beeld en kunst in een gesprek kan functioneren en hoe je het beste met beeld kunt werken ... en hoe niet. Passieve kunstbeoefening (het kijken naar kunst) speelt in dit onderzoek een belangrijke rol.
 Mijn tool ‘VIA’ bestaat uit 26 beeld-kaarten (A5-formaat kaarten set met op elke kaart een bekend kunstwerk) en een set van 26 kleine kaartjes met op elk kaartje één verliesgericht of herstelgericht rouwwoord (emoties/ gevoelens die volgens W. Worden en Stroebe & Schutt binnen een rouwproces voorkomen), zoals bijv.; angst, aangetast, verdriet, schuld, leegte. Maar ook strijdbaar, verlangen, verkennen, vreugde, groei.
De bedoeling is om a.d.h.v. één of meerdere beeld-kaarten in gesprek te raken over hetgeen de rouwende voelt rondom het geleden verlies. In de kunstwerken kan iets van zichzelf gevonden worden, wat als verbeelding van de emotie kan dienen. Door de beeld-kaarten te combineren met de rouwwoorden, door het bijv. te groeperen, wordt deze verbeelding nóg concreter. Er ontstaat een eenheid van woord en beeld wat de emotie omvat.
 Door verschillende testfases heen is gebleken dat deze tool voor verheldering, inzichten en zelfreflectie bij de rouwende zorgt. Gesprekstechnieken op zichzelf zijn waardevol, maar door actief via een beeld van kunst het rouwproces vorm te geven, vindt het gesprek tussen de behandelaar en de rouwende plaats op een meer verdiepend niveau.
Mijn conclusie van dit ontwerponderzoek is dan ook dat door in gesprek te gaan over kunst, m.b.v. mijn ontwikkelde tool ‘VIA’, persoonlijk gevoelens rondom rouw herkent en vervolgens erkent kunnen worden door de rouwende. De opgedane inzichten en de kritische zelfreflectie is vervolgens helpend geweest voor de rouwende om tot rouwintegratie te komen.
Met dit ontwerponderzoek sluit ik een bijzonder mooie periode aan ArtEZ Hogeschool af. De studie heeft mij verrijkt als mens, in vele opzichten. Ik heb veel geleerd over het docentschap, over kunst en over hoe ik mijn eigen makerschap op een authentieke manier inzet. Het ontwerponderzoek, waarin weer de vergankelijkheid een rol speelde, heeft mij doen laten beseffen dat ik dankbaar mag zijn voor elke nieuwe kans die zicht voordoet.
 Lyke Buijsman
23-02-2019
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
0 notes
blog-dbkv-artez · 6 years ago
Video
youtube
DBKV-student André Broens is voor zijn educatief afstuderen onderzoek aan het doen naar de status van kunstonderwijs binnen het Primair Onderwijs.
André signaleert dat er op scholen steeds minder ruimte is voor creativiteit en kunstonderwijs. Vaardigheden die je ontwikkelt bij kunstvakken worden nou eenmaal niet beschreven in de eindtermen. Terwijl het aansporen van creativiteit juist noodzakelijk is voor de ontwikkeling van kinderen. André laat in dit filmpje zien dat schoolprestaties, persoonlijke ontwikkeling en deelname aan de maatschappij allemaal in verband staan met kunstvakken en creativiteit. 
1 note · View note
blog-dbkv-artez · 7 years ago
Audio
Wonen & Bouwen met Heidegger een podcast van Anne Eva Kuper.
0 notes
blog-dbkv-artez · 7 years ago
Text
De uitvoering van onwetendheid
Korsten & De Jong brengen kunst, wetenschap en docentschap in gesprek. Niet keurig na elkaar maar in een synergetische kakofonie die deze gebieden verbindt. Deze kakofonie kan een lessituatie zijn, maar dat hoeft niet.  
Tumblr media
Samen dragen ze een kostuum met ieder een mouw. Op beide mouwen zitten achttien knoppen. Met deze knoppen zijn door de deelnemers 36 audio samples te bedienen. In duo's (ieder aan weerszijden aan een van de mouwen aan het kostuum) kon het publiek zinnen formuleren aan de hand van het aanraken van knoppen en het activeren van audiosamples. De audiosamples zijn afgeleid van het voorstel dat Korsten & De Jong geschreven hadden Velon congres. Deze ‘Paper-Performance’ vertelde over hun ervaringen als kunstenaars (ruimtelijk, conceptueel en performance), onderzoekers (Nieuwe Media, Technologie, Artistic Research en Filosofie) en lerarenopleiders (DBKV). Centrale vragen: wat is leren en hoe perform je onwetendheid?  Voor het beantwoorden van deze vraag putten Korsten & De Jong uit hun eigen ervaringen en de inzichten van Biesta, Chantal Mouffe en Jacques Rancière.
Tumblr media
Biesta en Osberg stellen in Complexity Theory and the Politics of Education (2010) dat het menselijk leren niet iets natuurlijks is maar iets dat is geconstrueerd. De complexiteit van zo’n constructie in zichzelf wordt maar weinig onderzocht, terwijl juist de poging om complexiteit in het onderwijs te reduceren over ‘control’ gaat; wat daarmee een vorm van politiek is. Dit ondersteunt Biesta’s kritische reflectie op het zogenaamde verborgen leerplan dat de student inwijdt in sociale, culturele en politieke ‘ordes’. Een manier om de complexiteit niet te reduceren, en daarmee de dominantie van de heersende sociale en politieke orde mogelijk te doorbreken,  is het toelaten van een zogenaamd open systeem in plaats van een mechanistisch systeem. In het laatstgenoemde systeem wordt een staat van zijn bepaald door de voorgaande staat, terwijl in een open systeem deze staat ‘ontstaat’.  Dus zou er in een open systeem meer ruimte zijn voor handelen naar wat op dat specifieke moment pedagogisch gezien juist is. In dit open systeem zou vervolgens ruimte moeten zijn voor ontmoetingen die wrijving veroorzaken. Biesta is op zoek naar de andere gemeenschap: the community of those who have nothing in common, die tot stand komt uit een interruptie van de ondernemingen van de rationele gemeenschap. Dit linkt aan Biesta’s notie van de pedagogiek van de onderbreking. Wanneer je de gang van zaken onderbreekt, ontstaat ruimte voor persoonsvorming en inzicht. Dit denken van Biesta koppelen ze aan het idee van een agonistische benadering waarin volgens Chantal Mouffe de kunsten een rol spelen.
‘’If it is the result of a discursive articulation, common sense can be transformed through counter-hegemonic interventions, and this is where cultural and artistic practices can play a decisive role. En aan het idee van de onwetende meester van Jacques Rancière.’’
Deze poëtische vertaalslag vormt de kern van elke leertijd. Hij vormt de kern van de emancipatoire praktijk van de onwetende meester. […] De onwetende meester […] wordt niet zo genoemd omdat hij niets weet, maar omdat hij de ‘kennis van de onwetendheid’ heeft afgezworen en daarmee zijn meesterschap gescheiden houdt van zijn kennis. Wat hij zijn leerlingen bijbrengt is niet zijn kennis […].”
Tumblr media
Op het VELON congres werden deze ideeën in de praktijk gebracht. Korsten & De Jong schepten ‘leervoorwaarden’ voor hun collega’s, de deelnemers. Die werden' aangesproken op hun zelfstandigheid, hun speelsheid, lef, samenwerkingsvermogen en observatie talent. Korsten & De Jong legde niet uit wat ‘ de bedoeling’ was, nog gaven ze directe instructies. Maar deelnemers werden uitgedaagd om een spel met elkaar aan te gaan door samen te werken om tot zinnen te komen. De regels van dit spel stonden niet helemaal vast maar konden door de deelnemers zelf ontdekt en aangepast worden. Zo creëerden de leerlingen hun eigen speelveld en les. Na de interactie werd een gesprek aangegaan over de ervaring en konden deelnemers veelal zelf antwoorden geven op vragen die andere deelnemers stelden en was er ook ruimte voor de ervaring van je afgewezen voelen wanneer je niet direct begreep wat er van je verwacht werd. Het doel was om zo een agonistische ruimte te creeëren. De samenwerking die werd aangegaan met 'De ander' aan de overkant van een mouw kon niet gevoerd worden met de gebruikelijke omgangsvormen en bekende taal (Mouffe). Al spelende ontdekten de deelnemers wat de vorm en de regels van het spel waren wat zij deden. Het systeem was gedeeltelijk open maar de spelregels al spelend ontdekt konden worden en aangepast aan de hand van het huidige gebruik (Biesta). Er was niet zozeer sprake van kennisoverdracht omdat Korsten & De Jong geen invloed hadden op de gevormde zinnen maar eerder een zoektocht naar mogelijke zinnen aanreiktten  en faciliteerden. In die zin hebben ze gepoogd een rol aan te nemen van een onwetende meester (Rancière). Om zo te onderzoeken wat een les ook zou kunnen zijn. Want hoeveel kaders heeft een les nodig? En wat is eigenlijk de rol van de docent in het stellen van deze kaders?
Tumblr media
1 note · View note
blog-dbkv-artez · 7 years ago
Text
Polderstage
Hij frommelt een papiertje in elkaar. Zijn stagebegeleider zit tegenover hem, ze slaat haar notitieboek open en zoekt koortsig naar de juiste bladzijde. Hij kijkt naar haar leesbril die over haar boezem bungelt.
‘Nou,’ zegt ze. ‘Dat was een roerige stage.’
Hij knikt. Ze kijkt naar zijn gesloten notitieboekje. Hij slaat de eerste bladzijde open.
‘Hoe vond je het zelf gaan?’
Hij kijkt naar buiten. Een meisje gooit haar flesje leeg over de jongen naast haar.
‘Ik vond het erg leerzaam.’
Dat was het zeker. De eerste maand lag hij ‘s avonds half acht in bed. Om vervolgens een paar uur later met buikpijn op te staan. Een keer had hij huilend in de bus gezeten. Hij had de nachtmerries gehad over 3vwo. Een voorbode, bleek achteraf. Toen hij het lokaal binnenkwam stond zijn foto op de muur geprojecteerd en waren de meisjes bezig met een Hitler snorretje op zijn gezicht tekenen. Angstig had hij een blik achter in de klas geworpen. De stoel waar zijn stagebegeleider normaal gesproken zat was leeg.
Tien minuten lang had hij zonder iets te zeggen voor de klas gestaan. Toen de leerlingen propjes begonnen te gooien kwam ze binnen. Vragend keek ze hem aan. Hij voelde de tranen branden prikken.
De leerlingen schoten terug naar hun plek en gingen met hun armen over elkaar zitten.
‘Wat vond je er precies leerzaam aan?’
‘Nou, gewoon,  hoe dat gaat, lesgeven.’
Ze kijkt naar het rijtje leerdoelen, dat ze aan het begin van zijn stage hebben opgesteld.
‘Waarom wil je het onderwijs in?’
Telkens als hem deze vraag gesteld wordt, begint er van binnen iets te gloeien. Hij wil kinderen helpen. Hij wil kinderen laten voelen wat kunst kan doen. Hij wil kinderen inspireren. Hij wil ze laten zien dat je je leven anders kan leven. Dat niets vast is, maar dat alles constant beweegt. Hij wil het onderwijs veranderen.
‘Ik wil graag iets met mensen.’ Hij schuift zijn notitieboek heen en weer.
Ze knikt. ‘Ik zou je graag een voldoende willen geven, maar ik vind niet dat je die hebt verdiend.’
Me dunkt, verdiend.
De conciërge had hem verbaasd aangekeken.
‘Nee, dat heb ik allemaal weggegooid, een aantal dingen stonden voor de branddeur.’
Van het woord kunstroute had hij nog nooit gehoord. Hij haalde zijn schouders op.
‘Ze liggen in de container. Moet je nog maar even kijken of ze nog te gebruiken zijn.’
Hij had alle werkstukken uit de container gehaald en weer op hun plek gezet. Hij wist niet wat hij erger vond. Het feit dat de conciërge het in de container had gegooid of dat de leerlingen niet hadden opgemerkt dat hun werk beschadigd was. Althans. De meesten niet. Een aantal hadden wat zorgelijk naar hun project gekeken. De helft van de klas was na een uur verdwenen, de andere helft had ijverig de route gelopen. Aan het eind van de middag was een brugklasser naar hem toegekomen en had hem bedankt. Hij had het leuk gehad vandaag.
Het polderlandschap op de terugweg leek opeens een stuk mooier.
‘Nu ja. Niks aan te doen.’
‘Nee, inderdaad. Je moet met je opleiding maar overleggen hoe je dit gaat oplossen.’
‘Ga ik doen.’ Hij knikt en staat op, geeft haar een hand en loopt het lokaal uit. Hij staat nog even te twijfelen of hij nog even de koffiekamer binnenloopt. De deur staat open, hij ziet een stukje van de kamerplant en een gym collega. Hij glimlacht, draait zich dan om en loopt naar de uitgang.
‘Komt goed hoor,’ hoort hij achter zich. Hij draait zich om. Daar staat zijn wiskunde collega.
Hij knikt. Daarvan is hij overtuigd.
Tumblr media
0 notes
blog-dbkv-artez · 7 years ago
Audio
De bomen zijn in de knop, de zon komt langzaam door, kortom het wordt weer lente. Om dit te vieren vandaag een podcast over het werk Springtime van Jeroen Eisinga. Een podcast over kunst, sterfelijkheid, dierenleed en geestelijk voedsel. Door deeltijd student Eljo Veenstra.
1 note · View note
blog-dbkv-artez · 7 years ago
Video
youtube
Het is februari, voorjaar en afstuderen komen dichterbij.
Vanaf deze week daarom vierdejaars studenten over hun werk en hun visie op het onderwijs. Ella Sangster bij de spits af.
0 notes
blog-dbkv-artez · 7 years ago
Text
The Body Decides
Elke maand stroomt de mediatheek weer vol met prachtige nieuwe boeken. Vanaf vandaag tippen we elke maand één van deze boeken. Deze maand de catalogus Franz Erhard Walther: The Body Decides.
Tumblr media
Marieke vertelt waarom: “Dit prachtige pop-up boek voor volwassenen is een publicatie die de analoge vorm, het innemen van ruimte en de centrale rol van de actie in het werk van Walter onderstreept. Gelukkig gaat Johan het boek niet plastificeren, waardoor je het textiel kan aanraken.”
Franz Erhard Walther: The Body Decides is een tentoonstellingscatalogus uitgegeven bij de overzichtstentoonstelling The Body Decides bij WIELS in Brussel. In deze tentoonstelling waren zowel vroege als recente werken van Walther te zien. Voor het lichaam en de toeschouwer zijn in het werk van Erhard Walther (1939) een centrale rol weggelegd. Want kunst is voor Franz Erhard Walther geen object maar een activiteit. De toeschouwer geeft vorm aan deze activiteit, volgens de nauwgezette protocollen die Walther hier voor opstelt. “Sculptuur heeft het oog niet nodig,” schrijft Walther op een schets. Het lichaam des te meer.
        Het werk van Walther beweegt zich tussen minimalistische sculpturen, conceptuele kunst en performance. Kenmerkend is bijvoorbeeld de Wallformation serie. Deze serie bestaat uit sculpturen in heldere kleuren geel, oranje en rood. De sculpturen zijn opgebouwd uit katoenen lappen die veelal aan de muur hangen, sommige lappen steken een beetje uit waardoor er architectonische vormen ontstaan. In sommige Wallformations zijn ook jas-achtige vormen geplaatst. Bij het passeren lijkt het werk wandkleed en sculptuur ineen. Maar echt tot leven komt het pas als de toeschouwer zich actief tot het werk verhoudt. Bij nadere bestudering blijkt in sommige vormen precies een lichaam te passen, blijk je de jassen in het wandkleed ook aan te kunnen trekken. De toeschouwer ontdekt dat hij onderdeel kan worden van het werk.
        Door de toeschouwer zo in te zetten bevraagt Walther het traditionele idee van het statische kunstwerk. Want wat en wanneer is het werk alleen als de toeschouwer hier onderdeel vanuit maakt? Of is het kunstwerk, de sculptuur per definitie statisch? Kortom hoe kunnen beweging en ervaring een rol spelen in relatie tot het kunstwerk. Ruimte en actie, het boek zelf slaagt er met zijn pop-up elementen en zachte katoenen kaft in ons visueel en in tekst diezelfde vragen te stellen.
Tumblr media
0 notes
blog-dbkv-artez · 8 years ago
Text
Hoe functioneert design binnen de kunstwereld?
Deel 2 van het tweeluik over social design door Floor Mijland.
Om dit te beschrijven wil ik ingaan op de theorie van socioloog Pierre Bourdieu. In de jaren ’70 van de vorige eeuw bracht hij zijn theorie uit over hoe de kunstwereld werkt. Volgens Bourdieu kun je de kunstwereld vergelijken met een voetbalveld. In het veld zijn bepaalde spelers, die zich in vaste patronen ten opzichte elkaar bewegen. Er is altijd een groep binnen het veld die bepaald hoe er gespeeld wordt, zij zijn de heteronome pool, zij bepalen de conventies. Deze groep is ook het meest bezig met contacten met andere velden, zoals het veld van de economie of de politiek. Wanneer een club bijvoorbeeld een bepaalde speler aanschaft, heeft dit niet alleen te maken met diens voetbalkwaliteiten. Als de speler heel populair is, heeft dit een positief effect op de kaartverkoop. Op deze manier heeft het voetbalveld te maken met het economische veld.
Er zijn ook altijd mensen die niet mee willen in de vaste regels, die gewoon willen voetballen. Zij ontkennen de politiek en de economie. Dit noemt Bourdieu de autonome pool, in de kunstwereld kennen we ze als de avant-garde. Deze groep heeft veel aanzien in het veld vanwege hun houding, maar dit maakt ook dat ze weinig geld verdienen. Ze willen immers geen invloed van andere velden, al helemaal het veld van de economie.
De heteronome pool en de autonome pool zijn voornamelijk gericht op de makers in het kunstenveld. Naast de makers schrijft Bourdieu ook over het publiek. In de samenleving worden er verschillende klassen onderscheiden. De hogere klassen oefenen altijd controle uit op de lagere klassen, omdat zij meer geld en invloed hebben. Hierdoor ontstaat een onzichtbare barrière tussen de hogere klassen en de lagere klassen. Door de grote invloed van de hogere klassen wordt hun cultuur gezien als de juiste cultuur. Dit wordt op een subtiele manier in de samenleving geïnjecteerd, bijvoorbeeld kunst. De vraag is alleen hoe dit gebeurt. De werking van kunst in de samenleving kan namelijk op twee manieren worden beschreven.
Volgens de reflectiebenadering zegt kunst altijd iets over de samenleving. Het werk bevat informatie over de tijd waarin het is gemaakt. Het is als het ware een weerspiegeling van de samenleving, het is de samenleving die de kunst vormt. Volgens de creatiebenadering is het juist de kunst die de samenleving vormgeeft. De kunstenaar zegt in zijn werk iets over hoe hij of zij vindt dat de samenleving zou  moeten zijn. De kunstkijker neemt deze idealen via het kijken over en zo vormt de samenleving zich naar de kunst.
Bourdieu onderscheidt twee uitersten in de kunstvormen die het publiek kan zien: hoge kunst of beaux-arts en lage kunst of massacultuur. De autonome pool richt zich vooral op het maken van hoge kunst. De heteronome pool houdt zich bezig met beide, ook al zullen zij ontkennen dat er met de hoge kunst geld wordt verdient. Vooral de hoge cultuur wordt gezien goed voor mens en samenleving. Massa-cultuur wordt gezien als slecht, het zou het volk dom houden. Het gaat om de winst, het is gestandaardiseerd en voorspelbaar consumptiegoed. Het zou kritisch denken van individuen tegen gaan. Hier komt volgens Bourdieu bij dat de hogere klassen naar de hoge kunst gaan, maar naar massa-cultuur. Daar tegenover staat dat een lage klasse niet zo snel naar een beaux-arts museum zal gaan. Naar beneden is gemakkelijker dan naar boven.
In de veldtheorie komt het woord design niet voor, waarschijnlijk omdat we de huidige invulling van het begrip nog niet heel lang gebruiken of Bourdieu laat design onder kunst vallen. Ik denk dat er ook binnen design is er sprake van een soort ‘hoog design’ (Maarten Baas, Daan Roosegaarde) en ‘laag’ design (Ikea). Hoog design functioneert hetzelfde als de hoge kunst, het is iets voor elite en ontkent de markt. Laag design is iets voor iedereen, het is massa-cultuur en dient de markt.
Wat ik wel opvallend vind is dat het zogenaamde social design eigenlijk niets te maken lijkt te hebben met hoog of laag design. Zowel Ikea als designers met grote namen houden zich bezig met projecten voor de samenleving. Zo heeft Ikea een huis ontworpen voor vluchtelingen, maar denkt Daan Roosegaarde na over een smogg stofzuiger. Het verschil is misschien dat Roosegaarde er sieraden van maakt die hij duur kan verkopen, maar zijn design is wel ontstaan vanuit een sociaal probleem.
Dit inzicht maakt voor mij wel duidelijk wat het verschil is tussen design en social design. Social design ligt in een heel ander veld. Het zit niet in het kunstenveld, maar veel meer in het sociale veld. Er worden misschien middelen gebruikt uit het kunstenveld, maar deze zijn altijd ter ondersteuning van het sociale doel.
Bourdieu geeft aan dat contact met andere velden slecht is, maar is dat wel zo? Misschien wel wanneer het alleen gaat om de winst, maar ik zie wienig problemen in het contact met het sociale veld. Hier zit de ruimte voor social design, of voor design gericht op het sociale, maar daar hoort wel een waarschuwing bij.
Theoriticus Marshall McLuhan schreeft ooit het boek The Medium is The Message. Zijn belangrijkste punt was: First we shape our tools. Then our tools shape us. Denk hierbij aan Whatsapp: de app is ontworpen en wordt door iedereen gebruikt. Wanneer iemand de app niet heeft, wordt deze persoon gemakkelijk afgesloten van de communicatie. De consequentie is dat Whatsapp als een soort poortwachter functioneert, want zonder kom je er niet in.
Daarnaast lijkt men niet meer te weten hoe je moet communiceren zonder de app; de app vormt ons. Dit misschien wat overdreven gesteld, maar het valt mij wel op dat we tegenwoordig nauwelijks nog afspraken maken zonder sociale media. Dit is niet per se negatief, maar ik vraag me wel af in hoeverre wij ons er bewust zijn dat de sociale media ons zo vormen. Of in termen van Bourdieu: dat de hogere klassen met macht en geld zo’n invloed heeft op hoe wij leven.
Ik denk dat we van design niet kunnen zeggen of het goed of slecht is. Het is niet binair in te delen. Wat ik wel belangrijk vind is dat design altijd de mens als uitgangspunt moet nemen. De mensen voor wie het design bedoelt is horen op de eerste plaats te staan, niet het geld of de politiek. Zodra een ontwerp is gemaakt zal dit een effect, maar dat is niet altijd te overzien en het kan (onbewust) sturend gaan werken. Hier moeten we ons bewust van zijn en we moeten bewustwording stimuleren. We moeten voor ons zelf denken en kritisch zijn als gebruiker. Waar stemmen we mee in als we de terms en conditions accepteren? Waar krijgt de app allemaal toegang toe? En denken we nog aan de mensen die de app niet gebruiken? We moeten zorgen dat de makers altijd de gebruikers in het oog houden. In deze zin is design altijd sociaal, of in elk geval pleit ik voor social design. Kortom: Humans design. Design for Humans.
0 notes
blog-dbkv-artez · 8 years ago
Text
Humans design. Design humans.
Over (social) design, consequenties en bewustwording een essay in twee delen.
Door Floor Mijland, DBKV1
Tumblr media
In het tweede semester van DBKV1 staat design centraal. Hierbij worden vragen gesteld als: Wat is design? Wat houdt dat begrip in? Is social design iets anders dan design? Of is design altijd social? Het zijn ingewikkelde vragen, zeker wanneer je je daar nog niet eerder in hebt verdiept. Om voor mezelf helder te krijgen wat ik onder (social) design versta, ben ik op zoek gegaan naar een manier om design te beschrijven. Hierbij vraag ik mij af hoe design functioneert in de kunstwereld. Hiervoor zijn er verschillende sociologische theorieën beschikbaar die me hierbij zouden kunnen helpen. Dat is waar ik eerst aandacht aan besteed, daarna geef ik mijn eigen visie op design.
Laten we beginnen bij het begin: wat is sociologie eigenlijk? In dit essay zal ik vooral gebruik maken van het boek The sociology of the arts van Victoria D. Alexander. Zij beschrijft sociologie als de wetenschap die kijkt naar systemen, structuren, cultuur, verbindingen en relaties tussen individuen en objecten. Sociologie is ontstaan als een soort crisiswetenschap, omdat de samenleving na de Industriële Revolutie niet meer goed functioneerde. Sociologen probeerden de samenleving te begrijpen door mensenlijke interactie te omschrijven. Door patronen te ontdekken hoopten zij oplossingen te kunnen vinden voor sociale problemen. Een sociologische theorie is dus een manier om naar een sociale werkelijkheid te kijken.
Wat is dan kunstsociologie? Bij kunstsociologie worden de interacties omschreven van mensen en kunstwerken om zo te ontdekken hoe de kunstwereld in elkaar steekt. In de kunsten zijn kunstenaars, publiek en critici belangrijk, maar ook de kunstwerken. Wat is dan kunst? Alexander beschrijft kunst als een tastbaar, zichtbaar en/of hoorbaar product of een creatieve activiteit. Dit is een zeer brede definitie, maar Alexander perkt hem in door aan te geven dat cultuur in de brede zin, informatieve media, sport, private expressie, impliciete cultuur (gedrag, gewoonten van mensen) en expliciete cultuur (alles wat mensen maken) geen kunst is.
Dit essay gaat echter niet over het begrip kunst, maar over het begrip design. De vraag is of design kunst is. En als het geen kunst is, wat is dan design? Meestal wordt design beschreven als toegepaste kunst. Van alle mogelijke kunstzinnige uitingen is design het meest gericht op gebruik door mensen. Ten minste: dat is een heersende opvatting. De Rietveld stoel is echter een goed voorbeeld van design, maar absoluut niet een goed voorbeeld van een bruikbare stoel. De stoel zit namelijk alles behalve lekker. En toch is het design.
Is dit dan het verschil tussen design en social design? Datgene wat ontworpen wordt, moet ook daad werkelijk sociaal zijn. Het gebied van social design wordt echter vaak omschreven als community projecten, gericht op het oplossen van sociale problemen. Hierbij worden er ook zaken ontworpen, als ondersteuning van de oplossing. Is een lekker zittende stoel dan wel social design? De stoel zal voornamelijk ontworpen zijn door iemand die graag lekker wilde zitten, niet omdat hij merkte dat veel mensen geen comfortabele zitplek hebben. Hierbij komt de stoel voort vanuit de behoefte te ontwerpen, niet vanuit de behoefte om bijvoorbeeld sociale cohesie in een achterstandswijk te bevorderen.
Wat is dan precies design? Of social design? Ik denk dat de twee niet hetzelfde zijn. Er is een soort schaal tussen de twee, van design naar social design zijn meerdere gradaties. Als het uitgangspunt een eigen behoefte is om een product of dienst te ontwerpen, zou ik het design willen noemen. Als het design ter ondersteuning van een sociaal project onstaat, zou ik het social design willen noemen. Hoe past deze opvatting over design of social design dan in de sociologie? Of: hoe functioneert design binnen de kunstwereld?
Waarover volgende week meer.
0 notes
blog-dbkv-artez · 8 years ago
Text
Samen een wereld creëren
Een kort verhaal over de roomdag
Je studeert af. Je hebt tijdens je studie gesproken over kunst, nagedacht over hoe het zich verhoudt tot je eigen leven en je bent grotendeels af van je ‘teenage angst’.  Je hebt aan het eind van je studie je werk op een andere locatie zien staan/liggen/hangen dan binnen de academie. Je hebt het naar buiten gebracht. Je bent trots, want wat hangt het mooi in de wereld. Of, de volgende onaangename vraag bekruipt je: ‘wie heeft hier om gevraagd?’ of: ‘heeft het wel enig nut en zo ja, welk nut?’ Is het iets wat je je zou moeten afvragen als je aan het afstuderen bent? Moet je je hier al zorgen om maken?
Homo bulla est. De mens is een zeepbel, schreef Erasmus zo’n vijfhonderd jaar geleden. We zien er substantieel en solide uit, maar we zijn bijzonder fragiel. Zeepbellen werden veel gebruikt in de Vanitas schilderijen uit de zeventiende eeuw, om ons eraan te herinneren dat het leven tijdelijk is. Dus; richt je op het eeuwige leven. Maar, redden we het daar mee, in deze tijd? Om ons enkel en alleen te richten op het eeuwige leven? Laurens ten Kate, bijzonder hoogleraar Vrijzinnige Religiositeit en Humanisme, Universiteit voor Humanistiek, beschrijft het verschuiven van religie. Door de geschiedenis heen namen we afscheid van religie, maar kwam het ook terug. Men breekt met de goden, maar er ontstaan tegelijkertijd ook nieuwe godsdiensten. Een afstandelijke God (middeleeuwen), menselijke God (Zoon van God, op aarde). De kracht bij de mens weghalen, of inzoomen op waar de mens zelf toe in staat is? Want de mens gaat niet altijd meer akkoord met het feit dat goden alles maar te zeggen hebben, de mens wil zelfstandig in de wereld staan. Men wil zelf scheppen. Schilder Millais schildert in 1883 ‘bubbles’. Een jongetje staart dromerig naar de zeepbel die hij zelf geblazen heeft. Een zelf geschapen wereld waarin je wonen wil. De weg naar binnen, de wereld van verbeelding.
Robbie Cornelissen is tekenaar. Als kind begon hij met tekenen en ontdekte dat je als tekenaar je in je eigen tekening kan bevinden. Dat je door te dagdromen je in een andere realiteit kan bevinden. Hij spreekt over de magie van het kunnen zijn in zowel een binnen- als een buitenwereld. Dat je als kunstenaar zo nu en dan, als een postbode, een pakketje naar de andere wereld verstuurt. Het tekenen is een meditatieve en rustgevende handeling. In de tekeningen worden ruimtes getoond, vaak lege ruimtes zonder mensen. Elke ruimte heeft zijn eigen karakter. Benauwend, beperkend. Optimistisch, open. Stemmingen die hij ook in zichzelf ervaart. Een individueel proces. Wat gebeurt er als je mensen uitnodigt mee te tekenen? Dit ervoer hij tijdens zijn tentoonstelling ‘Vertigo’ in het Centraal Museum. Een stuk papier met de lengte van zeventien meter, met daarvoor een platform. Om te voorkomen dat Cornelissen en de assistenten kruipend de onderste lijnen moesten zetten. Op de opening besloot hij de bezoekers mee te laten tekenen. Het was een feest, er ontstond een hoop reuring en iedereen raakte met elkaar in gesprek. Na de opening begreep hij wat het tekenen van een eenvoudige rechte lijn voor mensen kan betekenen. Sommige mensen vertelden hun levensverhaal, anderen bleven uren meehelpen.
Virginia Tassinari is filosoof en design researcher. Ze is verbonden aan Desis network, design for social innovation and sustanibility. Want, wat is de rol van design in de samenleving? Kan het, naast de wereld verfraaien, deze ook beter maken?
Als mens worden we door elites geregeerd, de macht wordt bij de mens weggehaald.  Kunnen we met behulp van design hier iets aan doen? Social design zoomt in op waar de mens zelf toe instaat is. Een maatschappij die geregeerd wordt door elites is gevaarlijk, want, het sluit participatie uit. We besteden onze gesprekken uit, Social design, of design activisme, is juist gericht op participatie.
Ze refereert aan Hannah Arendt, naar de empowerment van de mens. Arendt waarschuwde voor een maatschappij waarin produceren en consumeren het hoofddoel worden en waardoor het publieke en sociale domein steeds meer uit ons bestaan verdwijnt. Dit dreigt te gebeuren (of heeft zich al voltrokken) en vraagt om een krachtige tegenbeweging, we moeten als mens weer een collectief zien te worden.
Tassinari organiseerde projecten in moeizame wijken. Zo heeft ze, samen met buurtbewoners, een museum opgezet. Iedere bewoner moest iets in zijn of haar vensterbank zetten. Dit om de bewoners met elkaar in contact te brengen en het gesprek op gang te brengen. Hoe zorg je nu dat zo’n project slaagt? Dat het op langere termijn iets teweegbrengt? Tassinari geeft aan dat dit staat of valt met zelf aanwezig zijn. Niet na een paar maanden verdwijnen, maar een vinger aan de pols houden en vervolgens kunnen aanvoelen wanneer het tijd is om te vertrekken. Om vervolgens weer eens terug te keren en te kijken of het gelukt is om interesse te wekken tussen de buurtbewoners.
Dus, je bent afgestudeerd. Je hebt misschien al een baantje en je KVK-nummer alvast maar aangevraagd. Je hebt een website, en een bescheiden atelier bemachtigd en je werkt hangt in dat leuke koffietentje. Of je hebt een baan aangeboden gekregen op je oude stageadres. Je zit elke dag in de bus naar Dronten om 4havo een paar uur les te geven. Dit voelt goed, dit voelt volwassen. Dit is wat je doet, na je afstuderen en het voelt fijn. Totdat het onaangename gevoel je ’s nachts weer gaat bekruipen. Want je doet niet genoeg. Ja, je werkt hard. Maar wat betekent het?  Het is makkelijk te verzanden in routine. Dus wat ga je doen? Ga je zelf aan het werk, of laat je je leiden door religie, politiek of elite? We zijn opgeleid tot beeldmakers, dromers en visionairs. Constateren is niet genoeg, er moet gehandeld worden, we moeten de macht niet uit handen geven. Samen moeten we die wereld creëren waar we allemaal in kunnen en willen wonen.
1 note · View note
blog-dbkv-artez · 8 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Van 6 tot 16 juli is op Finals, het werk van de afstuderende studenten DBKV te bekijken. Vandaag op de DBKV-blog een kleine sneak peak. De expositie is geopend van 6 juli t/m 16 juli 2017 in de Grote Kerk Zwolle, Grote Markt 18, Zwolle.
Maandag t/m vrijdag: 11.00 - 21.00 uur
Zaterdag: 11.00 - 18.00 uur
Zondag: 11.00 - 15.00 uur
0 notes
blog-dbkv-artez · 8 years ago
Text
Scouten op eindexamenexposities: Galerie Pouloeuff
Door: Laura Brouwer
Tumblr media
Het is alweer een jaar geleden dat ik mee mocht om jong talent te scouten op de preview van de afstudeertentoonstelling Fine Art van de HKU. Ook is het alweer bijna een jaar geleden dat ik zelf afstudeerde als Docent Beeldende Kunst en Vormgeving aan ArtEZ. In deze korte blogpost vertel ik je over mijn ervaringen van die dag, wat ik er geleerd heb en welke tips ik mee heb gekregen om bij ‘mijn eigen’ Finals te gebruiken.
Ongeveer een week voor mijn afstuderen werd ik benaderd met de vraag of het mij tof leek om eens mee te lopen met een galeriehoudster om mee te kunnen kijken naar hoe het ‘scouten’ van talent op eindexamenexpo’s nu eigenlijk in zijn werk gaat. Een ervaring waar ik zeker geen ‘nee’ op wilde zeggen.
Zodoende ben ik op vrijdag 17 juni mee geweest naar de preview van de richting Fine Art op de HKU in Utrecht. In het gebouw aan de Tractieweg vond de expositie plaats. Wat opviel was dat er vooral veel installaties waren. De studenten hadden de ruimte meegenomen in hun werk, heel bijzonder om te zien en zo anders dan de afstudeer expositie in de grote kerk in Zwolle, waarbij de ruimte amper gebruikt of aangepast kon worden. Bij binnenkomst kregen we een plattegrond met namenlijst van alle deelnemende studenten. Heel handig, want we zouden echt álles gaan bekijken. Zo’n lijst is dan ook perfect om aantekeningen op te maken bij de namen van studenten die interessant werk hebben. Samen met Ine van Galerie Pouloeuff ben ik alle ruimtes langsgegaan en hebben we heel veel verschillend werk bekeken.
Galerie Pouloeuff is niet zomaar een galerie, maar onderdeel van de stichting ‘Keep an Eye’. Bij de Keep an Eye Foundation gaat het om gezien worden en je talenten kunnen ontplooien. Samen met toonaangevende opleidingen in heel Nederland en daarbuiten, ondersteunt Keep an Eye startende, (jonge) getalenteerde kunstenaars, designers, musici en andere artistiekelingen. Door hen een springplank te bieden naar het grote publiek, zoals grote galeries en musea. De stichting is onafhankelijk en heeft geen enkel commercieel belang. Keep an Eye werkt samen met het Prins Bernhard Cultuurfonds.
Galerie Pouloeuff is ontstaan ('bedacht') in 2010. Midden in het pittoreske vestingstadje Naarden krijgen studerende en/of opkomende talenten hier de gelegenheid om te exposeren in een professionele omgeving. Omdat deze opzet van de galerie een initiatief is van de Keep an Eye Foundation, betalen geselecteerde exposanten geen vergoeding bij de eventuele verkoop van hun werk. Het enige dat de galerie van hen vraagt, is dat zij de afhandeling van de (fysieke) verkoop voor hun rekening nemen. Met andere woorden: betaling van het werk vindt plaats aan de kunstenaar zelf en deze zal ervoor zorgen dat de kunst bij de nieuwe eigenaar wordt afgeleverd.
Tumblr media
Ine van der Horn is de galeriehoudster van Pouloeuff. Zij gaat alle eindexamenexposities in heel Nederland af om jong talent te scouten. En dat zijn er heel veel, wat een hele strakke planning vereist. Zelf houdt ze van werk waar een bepaalde ruigheid in zit. Waar ze onder andere naar kijkt op eindexamenexposities is of iets vernieuwend is en of ze niet eerder al eens iets soortgelijks gezien heeft. “Kunst moet een reactie opwekken zonder dat daar iemand anders aan te pas komt. Het moet je ergens raken.” Het zogenaamde wow-moment als je ergens binnenkomt, waarna je het werk op je in laat werken, daar draait het vooral om. Wat voel je wanneer je naar een werk kijkt, wat is de beleving van het werk en welke emotie brengt het teweeg. Dat is belangrijk. “Wanneer ik binnenkom en ik heb zoiets van ‘aaahh’, dan zit het goed. Soms moet je echter langer kijken naar het werk, voordat het een emotie teweegbrengt. Daarom is het belangrijk om veel foto’s te nemen. Een week later kan je dan bij jezelf nagaan welk werk nog is ‘blijven hangen’.” Deze foto’s zoekt ze vervolgens weer terug, om de kunstenaars alsnog te kunnen benaderen. Daarom is het ook zo belangrijk dat je als kunstenaar je gegevens bij je werk hebt liggen, bijvoorbeeld in de vorm van een visitekaartje.
Bij de HKU waren er mooie kaarten van a5-formaat gemaakt voor elke deelnemende student. Op deze kaart stond op de voorkant een foto van het werk en op de achterkant was er ruimte voor eigen invulling qua tekst. Voor galeriehouders is dat ideaal om mee te nemen. Ook wij namen verschillende van deze kaarten mee en namen veel foto’s van verschillend werk. Ine bewaart alles. Zelfs een jaar later kijkt ze nog terug en zoekt ze naar betreffende kunstenaars om te kijken wat ze in het afgelopen jaar gedaan hebben.
Het is daarom heel belangrijk dat je als (beginnend) kunstenaar een eigen website actief bijhoudt en dat je blijft exposeren. Zet jezelf op de kaart op het gebied van kunst en cultuur. Bezoek zelf veel exposities en ga gesprekken aan als je het werk van een bepaalde kunstenaar bijvoorbeeld herkent. Netwerken is zo belangrijk! Zoek bijvoorbeeld eens een kunstenaar die op eenzelfde manier als jij werkt eens op en praat met elkaar over het maken van werk. Zelf doet Ine dat ook nog steeds. Zo vindt ze het bijvoorbeeld moeilijk om fotografie op kwaliteit te beoordelen. Daarom belt ze met fotografen en overlegt ze met andere mensen over werk. Het is soms zo verfrissend om een ander te vragen om een visie op jouw, of een, kunstwerk.
Wanneer je verbonden bent aan een galerie, zit je als het ware in de ‘stal’ van de galerie. Daarom kan de wereld van de kunstgaleries een hele harde wereld zijn. Bij Galerie Pouloeuff ben je als kunstenaar echter niet verbonden aan de galerie, deze galerie probeert, zoals eerder in het artikel te lezen is, juist als springplank te fungeren naar het grote publiek. Het is daarom onder andere ook de taak van Ine om een kunstenaar eventueel door te schuiven. “Als ik werk zie dat me aanspreekt, maar we het zelf niet kunnen plaatsen, onthoud ik het voor andere mensen. Of ik ga samen met de kunstenaar kijken of er een vertaling mogelijk is zodat het wel bij ons gepresenteerd kan worden.” Het is haar droom om een grote hal te hebben waar ook allerlei installaties gebouwd kunnen worden. Nu kan dat helaas nog niet in de galerie.
Na twee uur hadden we alles van de expositie gezien. Er zijn heel veel foto’s gemaakt, die allemaal in de zelfaangelegde databank van Ine zullen verschijnen. Verschillende (ex)studenten hebben een kaartje van haar gekregen, met de suggestie om eens contact met ze op te nemen. Want dat moet je natuurlijk zelf doen, je contacten leggen en onderhouden!
Tumblr media
Ine had verschillende tips voor me voor mijn eigen afstudeerexpositie. Het is bijvoorbeeld belangrijk om zelf zoveel mogelijk aanwezig te zijn om je werk te kunnen toelichten. Praat met de bezoekers, want niet elke bezoeker is de opa of oma van een studiegenoot. Er wordt gescout op deze exposities, en veel ook. Het is dus zaak dat je jezelf open en spontaan opstelt. Wanneer je zelf niet altijd aanwezig kunt zijn, is het belangrijk dat je visitekaartjes bij je werk hebt liggen. Ook is het verstandig om goed na te denken over een prijs. Het lijkt nu misschien nog een ver-van-je-bed-show, maar er kunnen zo belangstellenden tussen zitten die je werk zouden willen kopen. Probeer daarom al een richtprijs in gedachten te hebben.
En dan nu na de studie? Dan is het belangrijk dat je naast je eventuele andere werkzaamheden energie overhoudt om je eigen werk te blijven maken. Zorg ervoor dat je een plek hebt waar je in alle rust kunt werken, zoals een atelier. Een plek waar je jezelf helemaal kan afsluiten en waarvan de deur dicht kan. Geen telefoon, geen huishoudelijke klusjes, niets. Alleen jij en je beeldend werk.
En verder?
Netwerken! Dat is uiteindelijk het toverwoord.
Zorg dat je niet vergeten kán worden.
Beeld: werk van Josha Potgiesser, Julia Geerlings en Herman Brink ArtEZ DBKV Zwolle 2016.
1 note · View note
blog-dbkv-artez · 8 years ago
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Vandaag een sfeer impressie van het DBKV Symposium Spectrum. Tijdes dit Symposium deelden Marja Reniers en Eva Vesseur ideeën uit hun praktijk en belichten vierdejaars studenten van ArtEZ Zwolle de diverse kleuren van het spectrum vanuit hun ontwerp onderzoek. 
0 notes
blog-dbkv-artez · 8 years ago
Video
youtube
De Finals komen er weer aan. Nieuwe docenten beeldende kunst en vormgeving betreden vanaf juli weer het werkveld, Jeffrey Brok 4e jaars student ArtEZ DBKV Zwolle is één van hem. Hij vertelt over wat kunstenaar en docent zijn voor hem betekent.
0 notes
blog-dbkv-artez · 8 years ago
Text
Tumblr media
Samen met het Art Business Centrum presenteert ArtEZ Docent Beeldende Kunst & Vormgeving Zwolle  op 18 mei het symposium ‘SPECTRUM’.
Centraal staat deze middag de hybride beroepspraktijk in de beeldende kunsteducatie.Wat houdt een hybride beroepspraktijk in? Waar sta jij als kunstenaar-docent of docent- kunstenaar? We belichten verschillende kanten van de hybride kunstpraktijk: pedagogisch/ didactisch, praktijkonderzoek, kunstenaarschap, ondernemerschap en sociaal maatschappelijk. Een goede aanleiding om je collega’s te ontmoeten, kennis en ervaring uit te wisselen en op de hoogte te blijven van deze ontwikkelingen.
Meld je nu aan voor deze middag (13:30 tot 17:00) via [email protected].
Tumblr media
0 notes