Text
Gesprek in Bergen aan Zee
Op de levens van dichters bespreken wij het onze.
Over uitgestorven liefdes, een open wond
van een verhaal dat je nooit geschreven hebt.
Over de ondraaglijke lichtheid van het bestaan,
het boek maar eigenlijk met name de dagelijkse waan.
Over ouder zijn, ouder worden en als vanouds
tweemaal zoveel stappen als de jouwe
Over bekende en minder bekende wegen, over dat wensen,
wat je af en toe liever woedend wegstoppen zou.
En over ondanks of dankzij dat, gelukkig zijn.
0 notes
Text
27 - 30 december (in limbo)
December reikt de leegte aan,
die ik voor eenmaal liefdevol omarm
In deze dagen word ik vergeten
door diegene die normaal naar mij verlangt
En voor zover ik weet
geldt dit voor iedereen die belandt
In deze dagen zonder gezicht
tot het nieuwe jaar hen gehaast ontvangt.
0 notes
Text
Zomer zonder het te zeggen
Tussen de geur van versgemaaid gras en Hooibalen ongehaast langs de kant Hittegrillen boven het asfalt maar op geruststellende wijze.
Blote voeten die tussen de halmen omhoog wijzen tussen de meepratende platanen, met als bestemming het zalige niets Een gedachte aan diegene misschien.
Klavertjes vier groeien op je arm, Niet wakker door een wekker of alarm, maar allang kietelt de zon je, of je komt spelen
En de kleuren zijn zoals thuis, maar dit keer schuilt de zon niet huiverig achter haar zuinige principes, Zelfs je eigen huid, gebruind, zie je met nieuwe ogen.
En als de avond valt, de sterren die zich schikken naar hun plicht, zichtbaar in afwezigheid van lantaarnlicht staar je gissend in alles wat je onbekend, alles wat je lief is
Je denkt aan niets, want een doemend weerbericht is direct gevaar voor het doen breken van de premisse dat dit gevoel niet in woorden te vangen is.
0 notes
Text
Dit is een ongeschreven gedicht
De pen of mijn hoofd is leeg zoals ik blindelings woorden reeg is het nu gissen naar gedachten en dan wachten tot ze verlegen aan elkaar plakken met uitgedroogde lijm. Maar hoe moet ik zonder de woorden een schrijver zijn. Als ik rondloop op een leeg papier, wetende dat ik hier thuis was en zonder de woorden verveel ik mij stierlijk het paper staart me vragend aan, in afwachting van een op zijn minst inktblauwe traan Maar hoe kan ik zonder de woorden verdrietig zijn.
Is het schrijven dan niet geworden tot het praten, het ontwaken op een doodgewone woensdag en het laten, de leegte, het lezen van de incomplete regels, het kan vast geen kwaad dit schrijven te staken Maar hoe kan ik zonder de woorden doodgewoon zijn. En totdat niet de anderen, maar ikzelf begin af te vragen of ik ervanuit was gegaan dat iemand anders een poging zou wagen eens zou snuffelen door mijn eindeloze voorraad eerste zinnen en vol tevergeefse moed aan dit ongeschreven gedicht zou beginnen.
Maar hoe kan ik iets anders dan het schrijven beminnen in de tussentijd.
0 notes
Text
Zeeland
Men kijkt in de verte en ziet verder niets dit niets, zit zilt en zichtbaar verankerd in dit geliefd niemandland. Dit niemandsland waar een vertwijfeld iemand even niets meer dan niemand hoeft te zijn behalve iemand, die als men goed in de verte kijkt lijkt op iemand die men onvertwijfeld mist, maar ijlings in de mist verdwijnt.
0 notes
Text
Wat ik je nog wilde zeggen
Dat de kastanjes hun kaarsen hebben aangestoken,
droevig maar kop omhoog
Troostrijk hun bladeren over mijn schouders.
Dat ik een ringslang zag in het bos
Gebiologeerd was ik door alles wat ik zag
Dat dat een herinnering is aan jou.
Dat er dagen zijn die lamlendig langer zijn dan de zon op is
Waarop simpel geluk ingewikkeld werd
Elke seconde zwaarder in gewicht.
Dat Rome steeds wederopbouw behoeft
Maar dat de duiven ondanks de gebroken stenen
Nog steeds dartelen op het plein.
Dat wilde ik nog zeggen.
0 notes
Text
Terugdenkend
Verloren matroos,
Wie was je in mijn armen?
Golven van warmte,
De wind droeg ons huiswaarts
Maar je wordt zeeziek van de haven.
Verloren matroos,
Wie kan je storm temmen, anders dan het water?
verbleekt haar als kroon,
De beloning is mijn afwezigheid later
De zeilen zijn wolkenkrabbers, jouw enige stad.
Verloren matroos,
Duik je jezelf op als je verdrinkt?
Je zal zinken,
Eenzaamheid heeft een hoge dichtheid
En de zee kent geen wegen naar mij.
Verloren matroos,
Wie weet wat de zee kent van jouw verdriet?
De wind echoot zacht je tranen,
Thuis wordt nog altijd op je gewacht
De koffie; de liefde inmiddels bijna koud.
0 notes
Text
De fiets
Je fietshelm in de kast,
Schoenen in de la. In gedachten
Draaien de wielen nog steeds ronden
Door de mist, maar daarbij denk je bewust niet aan de kou.
Geruis is je enige muziek,
Je blik op de stip op de weg
Niemand zei dat je hoefde te gaan,
Jezelf moest uitsplitsen in groen en blauw,
Een rechte lijn snijdt de wereld die je misschien wel te snel voorbij laat gaan.
Een bries als een kus in de nek.
Driemaal om de rotonde,
Niemand zei dat je het vluchten nodig had
Om de weg te vinden
Steevast vernauw je tot je slechts
De weg bent waar je op fietst,
De haast van achterstand haalt je in,
In verbeelding schreeuwen vrienden je vooruit.
De polder is je zolderkamer vol gedachten,
Ongeremd leef je vooruit,
niemand zei dat je op tijd thuis moest zijn.
0 notes
Text
Overpeinzing
Ben ik dan bang,
Dat alles is zoals het is
Het lijkt, de wereld en mijn spiegelbeeld
En jouw tranen.
Ben ik dan bang,
Dat ik niet herken wie de dag wekt
Dat ik wakker word in een koud bed
En dat de andere kop koffie blijft staan.
Ben ik dan bang,
Dat de zwaluwen laag blijven vliegen
Onverwachte minuten blijven langer op het netvlies
Starend naar de rimpeling op het water
Ben ik dan bang,
Dat niet jij, maar een ander
Dat ik blijf zoeken naar gouden bergen
Bang voor vroeger of misschien wel later.
0 notes
Text
Niemandsland
Wie kent de taal van onbekendheid slechter dan de mens
Een gedeelde glimlach onderweg,
Romantiek van vreemdelingen
Is een zeldzame vondst.
Een man fronst,
De woorden op haar scherm een inkijk in de dagen
Die hem vreemd zijn in een niemandsland
vol zachte fluisteringen en harde stiltes
De trein bommelt nietsvermoedend door. Zijn hete adem,
Op het puntje van zijn tong bungelt een vraag
die weet nooit een uitroepteken terug te verwachten
Of tenminste: verslikte hij zich maar in zijn nieuwsgierigheid.
Wie bepaalt de lengte van de dagen?
Wie doorbreekt de stilte met open mond?
Wie kijkt verder dan ongemak in een niemandsland van blikken omlaag?
Romantiek tussen vreemdelingen
Is een zeldzame vondst.
0 notes
Text
Zonder afzender
Schrijf niet, want nooit zal liefkozing blijven tot de middag zoals het in de woorden verstrikt zit
Schrijf niet want liever schets ik woorden in het ochtendlicht op je rug als je naast me ligt
Schrijf niet, schrijf geen scenario’s uit die gedoemd zijn te mislukken want altijd delft de verwezenlijking het onderspit
Maar schrijf me, wanneer je me nooit meer spreken zal hoewel nooit gelezen, is het geschreven op zijn minst.
0 notes
Text
-
Het gaat mij hierom; Er komt een dag dat deze woorden de enige tastbare overgebleven delen zijn van mij.
Je kunt ze voorlezen, vasthouden, de woorden hebben onzichtbare armen die zich voorzichtig om je heen zullen vouwen zoals ik.
Het gaat mij hierom; de woorden zijn onsterfelijk, mijn gedachtegoed slechts erfelijk in de zinnen die ik vereeuwig en daarmee niemand sterfelijker laat zijn dan ik.
De woorden zullen troosten, de tranen van je wangen vegen met het papier waar ze onlosmakelijk op leven, door mij.
Het gaat mij hierom; De dood is een spookrijder op de weg vol woorden die verlichten waar stemmen uitsterven, het nooit uitgesprokene laten spreken voor jou.
0 notes
Text
Vuistregel voor de poëzie
Ze willen weten wat hij schrijft hoe de woorden zich schikken, schrappen en wat er overblijft.
Maar hij schrijft niet.
Poëzie schrijft zichzelf, hij moet haasten om het bij te houden.
Vraag hem eerder hoe hij schrijft, in flarden, net leesbaar, zichzelf schrappend tot er niets van hem overblijft.
0 notes
Text
Zeemanskind
Noem het vervangbaar,
je wist de sporen van mijn lippen van je wangen
handen nog brekend op je huid maar,
er is nog zo veel, nog zo veel anders
Noem het weggegooid plezier,
je overziet je eigen zondes zonder zwaarmoedigheid
door afstand houd je me warm, houd je je armen
om me heen maar raak je me kwijt
Noem het achteloos zwijgen
Je breekt twijgjes, geen harten met je stilte
als een oceaan in nachtlicht, je ogen een vuurtoren
kiest zoete verleiding over de zee, het zilte
Noem het vrijheid, toch, in mijn nabijheid
was je, lijkt het, bijna gelukkig,
waarom zo nukkig, wilde ik vragen maar zwijg
Want wat is er nog dat na een antwoord overblijft.
0 notes
Text
Ons gesprek, een schaakspel
Je bent aan zet. Je maakt paardensprongen, leunt ongedwongen naar achter in de verwachting ongeschonden te kunnen wachten een half glas whiskey, iets na half acht en
Ik ben aan zet. Ik wil je nog niet schaakmat zetten vanwege je zwart-wit denken Maar op het spel staan mijn verlies en de liefde voor het spelen en
Je bent aan zet. Torenhoge verwachtingen maar andermans mogelijkheden ondermijnen jouw provocaties lijnrecht tegenover de mijne niet zo zwart-wit als het lijkt en
Ik ben aan zet. Naar jouw zetten, naar jouw zeggen, naar jouw zin schik ik mijn zinnen tegen je verwachtingen in poog je van je voetstuk te plaatsen, je stukken te wankel maar je ego staat standvastig tussen lege glazen en
Je bent aan zet.
Tactisch kiezen gebied te winnen of tenminste niet te verliezen want vaak genoeg verwar je conclusies met premises Zo schik je het schaken, zo staak je je blikken vergis je in het zeker zijn van je zaak en
Ik ben aan zet, zet je schaak als je even niet oplet. (Je bent aan zet.)
0 notes
Text
Schrijf niet over de morgen
Je schetst de nacht Al schrijvend in het toelachend lantaarnlicht Op een perron waar de trein je net heeft gemist terwijl je op de volgende trein, op de morgen wacht schrijf je met de rest van de nacht een nieuw gedicht
Je schrijft over dat de morgen, Ook al eigenlijk altijd veel te vroeg, altijd vraagt om een tot-later-blijven-liggen-smoes want tussen ochtenduren voel je je geborgen Verwarring, warmte, gewenning geeft de morgen nooit genoeg
Je schikt de nacht, een moment voor jezelf, je eigen gedachtegoed En na de nacht alsof je de morgen opnieuw ontmoet schuchter de kussens opschudden, een slaperige lach ontvouwt zich in het schikken van het beddengoed
Je schijnt de morgen te zien als de betekenis tussen de zinnen als zon tussen de gordijnen, liefde tussen de lippen, en ook al vier je de nachten zonder de ochtend te achtervolgen toch zal je als de morgen komt, altijd de morgen weer beminnen
Maar als je ‘s morgensvroeg deze schetsen terugvindt en ze terugleest, haast opgelucht beseft dat je je hebt vergist dat je ideaal van de morgen verdraaid is dat de schetsen, ze berusten in niks Op de waarheid. Toch,
Toch versnipper je ze, want vervang je de morgen met een naam dan is de waarheid in de schetsen het grootste gevaar.
1 note
·
View note