indulginginlife-blog
8 posts
Don't wanna be here? Send us removal request.
Text
Consulenten zijn ook maar mensen
Een doordeweekse dag op kantoor
Trajectbegeleider, jobcoach, arbeidsconsulent, werkplekarchitect zijn maar enkele van de vele jobtitels die mijn dagdagelijkse bezigheid definiëren. Maar noem me ook gerust psycholoog, sociaal assistent, klaagmuur, lifecoach en professioneel speelbal van mensen van gevarieerd allooi en met verschillende gradaties van motivatie naar een nuttige dagbesteding toe. Hierbij dienen we expliciet te vermelden dat voltijds gamen, al bingewatchend op de zetel hangen en het professioneel doppen uitgesloten zijn van wat onder een nuttige dagbesteding kan vallen.
Klanten, cursisten, cliënten, werkzoekenden, werklozen, doppers heten de mensen waarmee ik werk.
Versta me niet verkeerd, ik doe mijn werk graag. Gelukkig. Anders hield ik het geroep en getier en geklaag op dagen als vandaag niet vol. Ik geloof nog steeds in mensen, in talenten van mensen en in het kansen geven aan iedereen, believe it or not.
Maar er zijn zo van die dagen.
De eerste afspraak van de dag, noem hem Marcel. Reeds een jaar werkloos nu, de twee laatste afspraken heeft hij gemist. Ik vraag hem ernaar. Ik heb een nieuw telefoonnummer, mijn vrouw is vertrokken. Hij zegt het op een schijnbaar emotieloze toon. Voor ik de kans krijg om een volgende vraag te stellen, begint hij het ganse verhaal te vertellen op een tempo dat indien het een Olympische sport was wel eens voor een medaille zou kunnen zorgen. Ze bleef me maar lastig vallen, dus ik heb nu een nieuw nummer en heb ze ook geblokkeerd op facebook. Haar kinderen zijn nu ook kwaad op mij, maar haar oudste dochter is geplaatst, dus haar adres staat nog bij mij. Met haar heb ik trouwens nog altijd een goeie band. Dat was de reden van onze breuk. Het wijf was godverdomme jaloers op haar eigen dochter.
Ik krijg er geen speld tussen. Als ik uiteindelijk kan vragen naar zijn huidig gevoel bij deze situatie, bekijkt hij me alsof ik van Mars kom en begint warempel in een nog sneller tempo af te ratelen bij welke interimkantoren hij overal is langsgegaan en welke jobs ze hem hebben aangeboden, maar telkens lieten ze achteraf niets weten of ze belden een halfuur voor hij ergens moest starten en alsof zijn leven ervan afhangt, gaat hij als een goedwerkende fyra verder: ze weten toch dat ik geen auto heb en dat ik daar niet geraak, dus waarom houden ze daar dan geen rekening mee, het is altijd hetzelfde, ik begin het stilaan beu te worden, … Ik wil schreeuwen: ik ook! Ik ben je gezaag kotsbeu man. Alsof het onze verdomde schuld is dat jij geen rijbewijs en geen werk hebt. Maar ik blijf rustig en vraag hem alles nog eens te herhalen zodat ik het kan noteren.
Noteren in een verslag, een opvolgfiche, een tok, een pap, mlp, op papier, in word, online. Wat dan ook. Als het maar genoteerd, geregistreerd, geadministreerd (is dat een werkwoord), te boek gesteld wordt. En alsof dat nog niet genoeg is, moet het dan nog eens worden geupload en ingescand en gekopieerd en gefaxt en gemaild worden. Edoch, mij hoor je niet klagen.
Ook ik ben in een ver verleden werkzoekende geweest en weet voor welke Kafkaiaanse papiermolen dit kan zorgen.
Nadien probeer ik mijn 400 mails en 20 gemiste oproepen te doorworstelen die zich hebben opgestapeld tijdens mijn afwezigheid van welgeteld drie dagen. Veel technische vragen , weinig antwoorden. Brandjes blussen. Veel administratieve rompslomp. Zou administritis een erkende beroepsziekte zijn?
Ik ga een broodje halen omdat ik weeral eens geen brood in huis had; ben stiekem jaloers op de immer georganiseerde carrièrevrouwen die daarnaast ook nog eens fantastisch kunnen koken met zelfgekweekte groenten in hun eigenhandig gestikte hippe keukenschort en haast me terug voor mijn tweede afspraak die niet komt opdagen.
De telefoon gaat. A vraagt in vrij onverstaanbaar Nederlands of ik al werk voor hem gevonden heb. De laatste werkgever waar ik hem naartoe stuurde, liet me weten dat hij zich agressief en racistisch uitliet over vroegere werkervaringen alsook werkgevers. Ik probeer hem dit duidelijk te maken, maar hij luistert niet en stelt me opnieuw dezelfde vraag, dit keer luider. Ik doe een tweede poging hem te vragen naar het sollicitatiegesprek van vorige week, maar hij walst over me heen en lijkt het concept van een telefoon even te vergeten, want nu staat hij bijna te roepen. Uiteindelijk kalmeert hij en lukt het me om een nieuwe afspraak te maken. Het lijkt me toch beter om irl (in real life voor mensen ouder dan 30) te praten met deze 50jarige man die al dito jaren in het zwart werkt.
Het is nu 13u45. de jobclub gaat zo starten. Ik zorg ervoor dat in de keuken die even als computerlokaal zal dienen, alles volledig klaar staat voor de 8 personen die ik verwacht. Drie mensen zijn op tijd. Twee te laat, de rest heeft blijkbaar zijn kat gestuurd.
Terwijl ik de drie afwezigen probeer op te snorren, steevast tegen een antwoordapparaat moet praten, krijg ik drie miljoen vragen gaande van dezelfde tweewekelijkse vraag: wat is het paswoord tot de hulpeloze: wat moet ik eigenlijk doen? Na twee uur heen en weer geloop tussen mensen aan computers door, een cv opstellen hier, een telefoontje daar, staat mijn hoofd bijna op springen.
Net voor ik wil vertrekken, vibreert mijn telefoon. Werkgever X waar ik gisteren telefonisch contact mee had aangaande werzoekende Y heeft warempel (eindelijk kan ik dit fantastische woord eens gebruiken) interesse om haar te ontmoeten. Liefst morgen nog als het kan, daarna een weekje verlof gepland. Geen probleem zeg ik, ik bel haar onmiddellijk.
Het antwoordapparaat begroet me met een luid schurend geluid als een slecht ingestelde radiofrequentie. Dag Y, kan je mij terug bellen zodra je deze boodschap hoort, hoor ik mezelf blij als een kleuter dat net een ijsje heeft gekregen, vragen? Ik heb goed nieuws voor jou. Je mag morgen op gesprek gaan bij X.
Onderweg naar huis, ben ik de hele tijd gefocust op mijn mobiel. Maar geen gerinkel of gevibreer.
Thuis aangekomen, probeer ik Y nogmaals tevergeefs te bereiken. Ik mail terug naar werkgever X om uitstel te vragen. Hopelijk bijt hij nu nog. Mijn eerste reflex als werkzoekende zou zijn om ervoor te zorgen dat ik steeds bereikbaar was. Maar wie ben ik? En wie beweerde weer dat dit een 9-5 job was?
Morgen meer. Mensen motiveren.
Iemand moet het doen.
0 notes
Link
0 notes
Text
Burenfeest
Ik heb een universitair diploma. Twee zelfs. Ik woon in een ruim rijhuis met een grote tuin aan de rand van een welgestelde academische stad. Deze buurt wordt gekenmerkt door linkse tweeouderbakfietsgezinnen met een voorliefde voor alles wat biologisch en ecologisch is. Vensterbanken worden geheel in het licht van de huidige deeleconomie getooid met allerlei overtollig speel- en ander goed en een bordje gratis mee te nemen. Gevels krijgen een nieuw kleedje dankzij kleurrijke levensechte muurstickers. Evenementen waarbij inclusie, diversiteit en zelfgebakken cakes de plak zwaaien, zijn alomtegenwoordig, met het jaarlijkse buurtfeest als de rode kers op de taart. Het concept buurten leek hier uitgevonden te zijn.
Tot afgelopen editie, toen het burenfeest dreigde te ontaarden in een regelrechte burenoorlog.
Sta me toe om eerst de hoofdrolspelers in deze, nader (en volledig realistisch) te belichten:
Bruno is een vreemde eend in ‘het buurtcomité’. Hij houdt van alles dat op vier wielen rijdt en steekt zijn aversie voor tweewielers niet onder stoelen onder banken. Elke gelegenheid die hij krijgt om deze laatste een loer te draaien, grijpt hij dan ook aan en zelfs de recente files dankzij sluipverkeer in onze straat zijn onrechtstreeks hun schuld. Bruno is al jaren mede organisator van dit bacchanaal en zijn taak is steevast alles wat met de barbecue te maken heeft.
Jeanine is buiten mijn bemoeizieke en praatzieke overbuurvrouw ook één van de oudste bewoners van deze buurt. Zij heeft nog nooit een editie van het buurtfeest gemist.
Hilde is het prototype van de nieuwe linkse garde in het buurtcomité, een fiere lesbienne alsook fervent vegetariër met moestuin, okselhaar en een 30tal katten, in die volgorde van weelderigheid.
En zo gingen er stemmen op om de traditionele mix van rommelmarkt, barbecue en kinderanimatie volledig om te gooien. Onder leiding van Hilde werd het idee geopperd om de lichtjes naar kapitalisme ruikende rommelmarkt te vervangen door een geefplein en de kankerverwekkende barbecue te vervangen door een eigentijdse potlatch waarbij iedereen kon meebrengen wat hij/zij wou al of niet met of zonder gluten, lactose of dierlijke producten. Wereldschokkend als dit was en omdat er geen eensgezindheid werd gevonden, diende er gestemd te worden. En zo geschiedde het. Een buurtfeest zonder barbecue. Dit schijnbaar onschuldig feit leidde ertoe dat Bruno, ook nooit echt een voorstander van democratie, weigerde verder mee te werken aan dit communistisch schandaal. Meer nog, er ontstond een echte afscheidingsbeweging waarbij veelal oudere leden van het buurtcomité zich schaarden achter Bruno en zijn worstenfestijn, terwijl de jongere generatie eerder in het Hilde kamp zat. Als bewoner hield ik me wat afzijdig, maar al gauw zou blijken dat ook ik een keuze zou moeten maken. Zoals andere jaren kreeg ik een flyertje in mijn bus van Het Bewuste Feest. Terwijl dit andere jaren niet meer dan een korte blik op de datum waard was, las ik het nu van a tot z en van onder naar boven.
24 augustus
geefplein vanaf 14u
potlatch vanaf 17u
kinderanimatie doorlopend
Alles leek volgens plan te gaan verlopen. Tot ik een tweede flyer tussen de reclamefolders zag liggen. Bijna net even groot; een verziend persoon had het zonder leesbril waarschijnlijk voor een exacte kopie aanzien. Ik las het volgende:
24 augustus
Lekkere barbecue
Vanaf 17u
Zoals elk jaar
Inschrijven bij Bruno
Dat Bruno het hier niet bij zou laten, had ik ergens verwacht. Maar op dezelfde dag, op hetzelfde uur zelfs? Dat ging wel erg ver.
Niet veel later deed ik geheel volgens plan mijn voordeur open zoals mensen die ergens heen willen gaan, doen, toen ik Jeanine de straat zag oversteken en met stevige tred mijn richting uitkomen. Hoe graag ik op dat moment ook wou geloven in teleportatie, voor ik ook maar kon focussen op mijn doel, stond ze al voor mijn neus met in haar hand twee flyers. Uit de woordenstroom die uit haar mond kwamen, viel onmiddellijk haar ongenoegen op te maken. Ze sprak aan een uiterst luid volume en ik merkte zonder het te willen enkele gore speekseldraden in haar mond op, die op en neer gingen en zich leken te vermeerderen tijdens haar vurig betoog waarbij ze duidelijk de tijd vergat te nemen om te slikken. Ik nam mijn beste luisterhouding aan en probeerde mijn ogen af te wenden van het hele speekselgebeuren dat zich net iets te dicht bij voor mijn ogen afspeelde. De woorden ‘linkse rakkers’, ‘modern gedoe’ en ‘kruistocht tegen vlees’ ontspoten uit haar mond. Aan de andere kant van het woordenspectrum passeerden ‘de oude van dagen’, ‘wij, die hier al het langst wonen, gaan ons niet laten doen’. Tot dan, kon ik een vrij neutrale grijns op mijn gezicht houden. Maar toen kwamen de onvermijdelijke vragen en schoot ik in een eerder pijnlijke grijns. Wat vind jij ervan? Je gaat je toch inschrijven bij Bruno? Of ben jij ook zo’n linkse rakker?
Mijn tong plakte aan mijn gehemelte en het leek of de krop in mijn keel zichtbaar was voor mijn buurvrouw nu, zo groot voelde hij aan. Ik stamelde dat ik het toch jammer vond dat er geen eensgezindheid was, dat ik nog ging zien wat ik ging doen en gebaarde op non-verbale wijze dat ik dringend weg moest.
Al bij al is het buurtfeest dit jaar goed verlopen. Ja, er waren twee kampen met elk een eigen feest. In dezelfde straat. Op dezelfde dag. Op hetzelfde uur. Toegegeven, het ooit zo eensgezinde buurtgevoel was ver te zoeken. Er waren in feite twee parallelle feesten, eentje met veel vlees, een gemiddelde leeftijd van 65 en lichtjes naar rechts neigende politieke voorkeur en eentje met enkel biologisch vlees als bijgerecht en veel jonge mensen al of niet op geitenwollen sandalen. Bevreemdend om deze mensen naast elkaar te zien staan. Maar de sfeer zat erin. En voor en na het eten mengden enkele waaghalzen zich. Er werd gelachen zoals anders, er werd gedronken zoals anders. En één ding had iedereen gemeen: het voornemen om te zwijgen over het hele gedoe en zich te amuseren.
0 notes
Text
Exhibition
Ik ben geen exhibitionist. Integendeel. I cross an invisible line by doing this. And I’m throwing myself to the lions.
Ik ben nooit echt een extravert geweest. Ik was eerder het stille type. In de kleuterschool liet ik af en toe nog eens van me horen. Maar vanaf het moment dat het gevoel van schaamte me niet langer vreemd was, zei ik nog weinig. Ik hoopte dat mensen me niet zouden opmerken en als ze dat dan toch deden, kreeg ik een rode kop.
Ik heb dan ook nooit de aandrang gevoeld om mijn persoonlijke emoties te delen met mensen die ik van haar of pluim ken. Noch vind ik het nodig om mijn mening te pas of te onpas te spuien, hoe gefundeerd ze ook moge zijn. Nochtans is dit sedert enkele jaren, ja ik heb al een volwassen leven gehad voor de start van dit alles, in de mode geraakt. Meer nog het is sociaal aanvaard. Meer nog, het lijkt erop dat iedereen meedoet, dat het de normaalste zaak van de wereld is en je bent bijna wereldvreemd en asociaal als je niet elk moment van je doordeweekse leven deelt. Als je niet je ontbijt, lunch en diner op instagram zet omdat het er toch zo lekker (en gezond ook) uitziet. En brunch ook nog als het even kan. Als je niet je mening tweet over een nieuw tv-programma, wat je vindt van het liedje dat ze momenteel op de radio spelen, of je ongenoegen post op facebook over een totaal triviaal nieuwsfeit of misschien zelfs over een allesbehalve triviaal nieuwsfeit.
Alsof iemand zit te wachten op je ongepeperde mening. Alsof het iemand een fuck interesseert wat jij vindt van dit of dat. En wie zit er te wachten op foto’s van je kinderen op elk moment van de dag, van je eerste echo, van je huisdieren in alle mogelijke schattige poses, van de eerste drol van je eerstgeborene, van je vieze etterende kwetsuren na een val van je gevlekte pony met drie poten, van je nieuw lief dat vastplakt aan je lippen, liefst met nog net een stukje zichtbare tong, van jullie grootse verbouwingen voor en na (liefst een heel album), van je perfecte vakantie of het nu Blankenberge of Cannes is, je moet toch tonen dat je op vakantie bent geweest?
Konden wij ons enkele jaren geleden inbeelden dat we onze vakantiefoto’s, toch iets intiem, iets privé, laat staan een foto van ons pasgeboren kind (al dan niet nog met navelstreng) zouden tonen aan talloze vreemden? Je mag me gerust ouderwets noemen, al ken je me dan helemaal niet, maar dat heb ik zelf gezocht door dit te schrijven aan jullie vrienden van vrienden, ik vind dat raar. Ik heb die neiging ook helemaal niet. Wat is de reden van mijn nutteloos betoog? Er is er geen. Net zoals er geen enkele reden is waarom we allemaal kleine exhibitionisten geworden zijn. Of toch?
Het zou pathologisch kunnen zijn, een ziekte, zoals de old-school potloodventers uit mijn studententijd. Die hadden een duidelijk doel: shockeren.
Of zoals een vriendin van me onlangs zei, vroeger telden we toch ook hoeveel verjaardagskaartjes we gekregen hadden, schepten erover op tegenover onze vriendinnetjes op school en hoopten stiekem dat we er het jaar erop nog meer zouden krijgen. Ja misschien, maar dat waren tenminste (echte) kaartjes van (echte) vriendinnen. Van mensen die we op zijn minst af en toe in het echt zagen. Bij mijn vrienden op facebook zitten echte vrienden, maar evengoed klasgenoten van eeuwen geleden, ex-collega’s die ik nooit meer zie, mensen die ik ooit ergens eenmaal ontmoet heb en om één of andere reden is het bij die ene keer gebleven. En dan zijn er nog de vage kennissen en de vrienden van vrienden. Call me old-fashioned, maar er is een subtiel verschil.
Ik weet van vele van die mensen hoe ze zich voelen op een doordeweekse dag, dat ze een burn-out hebben, of een andere stoornis, dat de co-ouderschap regeling waar ze zo tegen gevochten hebben, toch in voege zal gaan, dat ze weeral es zijn opgestaan met pijn, dat hun zoon met zijn 92% procent de tweede van de klas was, dat ze eindelijk van t straat zijn (sinds daarnet) via digitale weg.
De grenzen worden ook steeds verlegd. Tegenwoordig wordt er respect betuigd (een duim omhoog dus) als mensen totaal ongevraagd, zonder gène hun diepste zielenroerselen te grabbel gooien. Het zou al moeilijk zijn om nog verder te gaan, de aandacht van scrollers langer dan 30 seconden vast te houden of echt te shockeren zoals die potloodventers . Maar hey, een klein beetje aandacht, is dat niet alles wat we allemaal willen?
De mens is uiteraard in se een sociaal wezen. En aangezien de straten met bankjes waarop buren gezellig met een glas rosé in hun hand ’s avonds zitten praten over koetjes, kalfjes en andere runderen, niet echt dik meer bezaaid zijn, kruipen mensen dan maar achter een scherm om de chronologie van hun doorgaans saaie dag iets minder saai te laten uitschijnen op virale wijze. En als er dan toch een hippe edoch klimaatneutrale stadspotluck met artisanale producten doorgaat, is facebook dan niet de ideale manier om dit 1 te weten te komen, 2 te laten weten aan de wereld of je er al dan niet bij zal zijn en 3 in te checken van zodra je ter plaatse aangekomen bent?
Hoe komt het dat mensen vooral een overdreven ‘happy’ beeld van zichzelf willen schetsen, waarin ze zich profileren als creatieve, hippe supermama’s die bezig zijn met hun zelfgekweekte groenten in te maken zodat ze binnenkort twee weken naar een originele reisbestemming kunnen gaan glampen? Het andere uiterste geldt ook. Sommigen lijken dan weer ontzettend goed in het willen benadrukken van de negatieve zaken in hun bekrompen leven om zo toch de cyberbevestiging te krijgen die ze nodig hebben en zich zo minder alleen te voelen en- wie weet- sociaal over te komen. Of een paar uur van hun lege nutteloze dagen hiermee te kunnen vullen.
Het lijkt erop alsof ik mijn misantrope zelf even de vrije loop laat, maar ik wil hier niemand viseren. Live and let live. Het is niet omdat ik er zelf geen enkele meerwaarde in zie om mijn privé leven op het wereldse wijde web te gooien, ervan overtuigd ben dat –hoe interessant ook- niemand hierop zit te wachten, dat anderen dat niet mogen doen. Ik word niet gedwongen om al die nutteloze info te lezen. Ik weet wat je denkt nu. Waarom lees ik het dan? Waarom zit ik er dan op? Enkel om dit te kunnen schrijven natuurlijk J
����|'t�
0 notes
Text
Dates part II
Mijn empirische studie ging verder. Ik verdiepte me in 1 enkele website waar ik mijn profiel iets beter invulde; ik geef toe dat ik wat lui was op dat gebied tot dan toe. Ik zette mijn trots ook opzij en reageerde zelfs op (een minderheid van de ) berichten. Ik kan niet vergelijken, maar als vrouw krijg je vrij veel bezoekers, likes en als het even meevalt, berichten. Die laatste gaan van het beknopte Hey tot het al iets directere Ben je nog op zoek? Tijd om te babbelen? of mooie foto, passeren ook regelmatig de revue. Af en toe zijn er ook pareltjes zoals Wat zou er gebeuren als ik een hond was? of het net iets minder subtiele Hoe lang zou het duren voor ik je nat kreeg?
Zoals ik al eerder zei, dit is entertainment van de bovenste plank en voor sommige preutse puriteinen onder ons, moesten die nog bestaan, best wel een openbaring. De meeste mannen bleken opvallend direct en rechtuit als ze veilig achter een scherm zaten. De meest gestelde vraag was dan ook wat ik zocht, waarna al snel duidelijk werd wat de beweegreden van de ander was. De meest omfloerste omschrijving was enkel korte termijn relaties, meestal verschenen de woorden seksrelatie of seksvriend onmiddellijk op het scherm.
Zo geraakte ik aan de babbel met een jongeheer van 32 die er al tijdens de eerste avond eerlijk voor uitkwam dat hij aan een seksverslaving leed. Of hij dit als een niet voor de hand liggende strategie zag om zijn verslaving te bevredigen, was me niet volledig duidelijk. Ik koos ervoor om het in het ongewisse te laten.
Verder had ik een aparte, doch zeer korte babbel met iemand die me reeds enkele malen een hello of hey had gestuurd, maar die ik dan weer verkoos te negeren in plaats van het vrij voor de hand liggende sorry geen interesse of iets dergelijks alsof je tegen een verkoper van stofzuigers bezig bent, te sturen. Hij hield het toch wel drie dagen vol en koos er dan voor om mij te gaan beledigen om me uit mijn kot te lokken. Een onbeleefde koe genoemd worden door een totale vreemde heeft weinig impact, maar ik vroeg me toch af hoeveel kostbare tijd ik kwijt zou zijn, moest ik echt op alle berichten reageren.
Het leek er ook op dat de meeste mensen dit niet als een kortstondig tijdverdrijf zagen naast hun echte hobby’s, doch eerder als een fulltime of toch minstens parttime bezigheid. Op alle uren van de dag, ook op zon- en feestdagen, kwamen er mensen piepen, al was het aantal bezoekers tijdens de avonduren aanzienlijk hoger.
Hoe vaker je er zelf online was, hoe sneller je populariteit ook de hoogte in steeg en ondanks het feit dat ik dit als tijdelijk vermaak zag, kon ik niet anders dan toegeven dat het mijn ego ergens toch streelde. Het systeem werkte wel degelijk. Ik kon het niet laten om zelfs tijdens de werkuren even te kijken wie mij bezocht had. Mijn slaap beperkte zich en ik veerde vaker op dan voordien wanneer ik het zoemend geluidje van mijn gsm hoorde ergens in huis.
En dit alles zonder dat er ook maar één iemand was die mijn unieke aandacht kreeg of waarvan ik dacht dat het misschien iets meer kon worden dan wat oppervlakkig virtueel praten. Maar een pertinente vraag begon zich op te dringen? Wanneer beslis je eigenlijk om IRL te gaan en effectief op date te gaan? In een ideale wereld voel je al snel een klik dankzij de gesprekken die in intensiteit en kwantiteit vermeerderen met de dag. Ach, in een ideale wereld heb je geen internet nodig om een partner te vinden natuurlijk. Maar mijn kortstondige ervaring leerde me dat in het echte leven van een internetdater de gesprekken vaak stroef zijn, eerder aan de oppervlakte blijven en vooral onnatuurlijk overkomen. Laat spontaneïteit en uitstraling nu net de belangrijkste ingrediënten zijn om een liefdesrelatie te laten lukken.
Ik overdacht mijn strategie en besloot dat snel afspreken de beste in deze was. Op die manier weet je direct welk vlees je in de kuip hebt en dus ook in je bed. En het voorkomt de mogelijke teleurstelling na een langdurende chatrelatie.
Dus voegde ik de daad bij het woord en ging een eerste maal op een echte date.
.�|��
0 notes
Text
Women
Over vrouwen kan ik minder zeggen. De enige vrouwen die ik te zien kreeg, leken zo weggeplukt uit een obscure Gothic fuif en hadden vaak hobbies als tattoos (ik wist niet dat dit een erkende hobby was) en activiteiten met slangen. Ook sm meesteressen kwam ik tegen. Toegegeven, deze vrouwen waren niet enkel geïnteresseerd in mannen, maar zelfs dan nog, huiverde ik bij het gedacht dat dit de enige ruimdenkende vrouwen te vinden waren op de digitale datingscene.
Waarom vindt iedereen het toch zo broodnodig om alles en iedereen in een afgebakend vakje te steken? En waarom worden mensen onrustig bij de gedachte dat er mensen zijn die niet in zulke vakjes passen; meer nog, dat deze zogenaamde vakjes misschien wel eens deurloos zijn en men dus vlot van het ene naar het andere kan overstappen en er albeit geen vakjes bestonden?
Ik durf te stellen dat ik niet in zulke kunstmatig gecreëerde vakjes thuishoor. Noem me biseksueel, heteroflexibel, nymphomanisch of hedonistisch. Noem me de eeuwige twijfelaar, de experimentele hippie of de vrijgevochten feministe, I don’t care. Maar in een vakje zal je me niet krijgen. Zelf heb ik hier niet zozeer een probleem mee, de maatschappij des te meer. Dat mijn bloedeigen ouders die tegen de 70 aanleunen hun dochter niet begrijpen, daar kan ik inkomen. Maar zelfs mensen van mijn eigen generatie en jonger, kijken raar op als ik hen weer eens probeer uit te leggen dat ik vlot afwissel tussen partners van hetzelfde geslacht en de rest, dat mijn ex-partner een vrouw is, maar de volgende evengoed een man zou kunnen zijn. Ik zie ze dan denken en de progressiefste onder hen het proberen te vatten, maar zelfs zij blijven me vragen stellen omdat ze geen rust vinden vooraleer ze me in dat vak kunnen steken.
Zo kwam ik laatst een meisje tegen op een feestje die ik al enkele malen voordien op zulke sociale gelegenheden had gezien, maar nooit meer dan 5 woorden mee had gewisseld. Ze was er met haar vriend die duidelijk een ondergeschikte positie bekleedde in de lichtjes door sleur getekende relatie. Ze viel net niet van haar stoel toen ze hoorde over mijn uiterst ongewone levensstijl. Al was ze zo burgerlijk als maar zijn kan, ze was een pak jonger dan ik en vertoefde om de een of andere mysterieuze reden toch in dezelfde ruimdenkende omgeving als ik. Haar veelheid en vooral zeer nieuwsgierige aard van vragen verrasten me dan ook. Op den duur zag ik haar vriend die af en toe een paar woorden van onze intieme conversatie opving, ongemakkelijk op zijn stoel schuifelen. Ze had er totaal geen oog voor. Ik kon niet anders dan denken dat ze die avond misschien iets op te biechten had aan haar lief.
Mannen reageren dan weer op een hopeloos voorspelbare manier als ik ze vertel over mezelf. Zo is een typisch mannelijke denkfout dat biseksualiteit gelijk staat aan losbandig gedrag. Het aantal mij voorgestelde trio’s is dan ook serieus disproportioneel sindsdien. Een andere veelvoorkomende mythe is dat mensen die afwisselen nog geen keuze hebben gemaakt. Het is een fase. En bij mannen leidt dit doorgaans tot het overmatig willen overtuigen om voor hun dominante geslacht te gaan.
Maar we wijken af. Om terug te komen op het boeiende onderwerp van datingsites.
Er bestaat een aparte datingsites voor homo’s; grinder genaamd. Uit goede en betrouwbare bron, hoor ik dat de zaken er daar iets rechter voor de raap (letterlijk te nemen) aan toe gaan dan op de heterovariant . Foto’s van geslachtsdelen in erecte stand worden vlot heen en weer gestuurd. De begrippen volspuiten en lekker pijpen blijken er ook erg in trek tijdens de informele kennismaking. Het is niet minder dan cliché om homo’s af te schilderen als rondneukende ontrouwe achter hun pik lopende mannen, maar als je de verhalen over deze site hoort, dan kan je het beleid van mega Maggy dat poogt niet-discriminerend te zijn voor homoseksuele bloeddonoren bijna begrijpen.
Brenda (nu wapa) is de vrouwelijke tegenhanger hiervan, bedoeld voor lesbiennes. De naam alleen al. Mensen die eraan denken om hun toekomstige dochter te Brenda noemen, zouden op zijn minst de keuze van abortus explicieter moeten voorgesteld krijgen.
Brenda dus. Het gaat er op het eerste gezicht iets gematigder aan toe dan op de losbandige geile homoversie. Zo moet je voor je kan starten eerst met een tekst akkoord gaan waarin letterlijk staat dat er een veilige en vriendelijke omgeving wil gecreëerd worden voor vrouwen die zich tot andere vrouwen aangetrokken worden om vrienden te worden, een vriendin te vinden of gezellig kan chatten. Seksuele foto’s mogen ook al niet. Het begint dus eerder als de hedendaagse van een theekransje dan van de voorbode van een spannende date.
Maar dat is het allerminst.
als O�|�
0 notes
Text
Dates part I
Ik ben vast niet de eerste en ook niet de laatste die erover schrijft en pretendeer allesbehalve een expert terzake te zijn, maar toch wil ik hier even wat kwijt over het fenomeen internetdating.
In een niet zo ver verleden, ging ik op avonden van verveling wel eens snuisteren op zogeheten datingsites. Ik besefte al snel dat het op zijn minst entertainender was dan een zaterdagavondje naar vtm kijken. Ik heb goed gelachen, soms ook wel eens mijn wenkbrauwen gefronst of zelfs even naar adem gehapt, maar het bleef vooral bezigheidstherapie. Ik besefte ook al snel dat het toch niet echt mijn ding was en ik op die manier waarschijnlijk nooit van straat zou geraken. Maar dat zal ik natuurlijk nooit geheel zeker weten.
Met een paar gelijkgestemden sprak ik af om een vergelijkende studie terzake te doen. We schreven ons alledrie op enkele van dergelijke sites in en deelden onze ervaringen. Als een volleerd antropoloog deed ik aan participerende observatie en dook ik midden in het veldonderzoek. Onder een valse naam meldde ik me aan op tinder, plenty of fish, okcupid, parship, lovoo en twoo. Ik ontdekte naast subtiele en minder subtiele verschillen vooral veel gelijkenissen tussen de verschillende sites. Van een foto en één slagzin tot een zeer uitgebreid profiel, van een matchingsysteem gebaseerd op ja –nee stellingen tot een ware vleeskeuring op basis van maximum 4 foto’s zonder tekst.
De tijd dat dit gebeuren iets was om allesbehalve trots op te zijn, iets voor hopeloze nerds, perverts en sociaal gehandicapten die op geen enkele sociaal aanvaardbare wijze aan sociaal contact laat staan aan een lief zouden geraken, ligt al een tijdje achter ons. Heden ten digitale dage is het de normaalste zaak van de wereld dat je je wederhelft leert kennen via internet. Net zoals chatten met wildvreemden niet raar meer is. Je kan vrienden voor het leven leren kennen op deze manier of een one night stand scoren, voor ieder wat wils op het net.
Wat ik me altijd afvroeg was wie op die datingsites zit. Want ik stam wel nog uit de vervlogen tijd dat dit not done was, dat je deze hobby best verborgen hield voor je vrienden. Een deel van mij kan het dan ook niet laten om het nog steeds als een forum voor wanhopige zielen te zien.
Al snel bleek dat ik de mannen in verschillende categorieën kon indelen.
De man met hond/kat: er bleken verrassend veel dierenliefhebbers op zulke sites te vertoeven. Of ze hadden speciaal voor deze gelegenheid een viervoeter aangeschaft. Ze zijn te herkennen aan een profielfoto met huisdier, liefst al knuffelend en in close-up. Subcategorie zijn de gasten met een pitbull; niet zo knuffelend en liefst in legerbroek.
De man met veel vrienden: Als er meer dan één persoon op je profielfoto staan, kan je toch niet anders dan je afvragen waarom dat zo is. Ten eerste weet je dan niet met wie je nu juist te doen hebt. Ten tweede vraag ik me dan af waarom iemand van ouder dan pakweg 20 persé wil laten zien hoeveel vrienden hij heeft, en op elke foto aan het feesten is. Ten derde zorg je je er toch best voor dat je vrienden niet knapper zijn dan jij zelf. Ouch.
De man met kind: voor alle duidelijkheid, ik heb niks tegen kinderen. Integendeel, ik heb er zelf. Maar hou die familiekiekjes toch voor je vakantiealbum of desnoods voor je instagram en facebook als je je kroost absoluut wil delen met de wereld.
De avontuurlijke man: nooit geweten dat er zoveel mannen waren die aan parachute springen, waterskien of paragliding deden tot ik op een datingsite terecht kwam. Wederom, was dit misschien een eenmalig gebeuren met het doel een foto te kunnen posten die als vrouwenmagneet zou werken. Maar dat zou natuurlijk al snel duidelijk worden na een paar dates.
De nerd: het type dat effectief geen andere kans heeft om mensen te leren kennen. Behalve de bibliothecaresse. In de jaren 90. Want nu zit hij vooral achter zijn pc.
De allochtoon: Ik wil allerminst in clichés vervallen of erger, maar ik moet natuurlijk wel een naam hebben voor deze categorie. Het viel me op dat hun aandeel op bepaalde sites enorm groot was.
De sexual pervert: Deze categorie kan uiteraard ingedeeld worden in verschillende subcategorieën: de voetfetisjist (eum een foto met een teen van een vrouw in je mond?), het ‘ik wil nu seks’ type en ga hier ook niet over liegen en dus direct met de deur in huis vallen en het ‘ik wil nu seks’ type, maar ga eerst toch nog rond de pot draaien om meer kans te maken om je in bed te krijgen.
De domme man: één gouden raad voor deze bloak: zet geen Engelstalige quotes op je profiel als je kennis van de Engelse taal uit de films komt. Hetzelfde geldt uiteraard ook voor je moedertaal: het Nederlands.
De fitnessfreak: neemt vaak selfies voor de spiegel, meestal heel erg slecht gefotografeerd, ook vaak enkel een bloot bovenlijf zonder hoofd.
De man met ex: ofwel heb je echt geen enkele foto’s van jezelf zonder je ex erbij en kan je heel slecht photoshoppen of je hebt echt geen enkele betere foto van jezelf en je kan heel slecht photoshoppen of je bent stiekem nog verliefd op je ex en hoopt haar op deze manier tegen te komen en opnieuw te strikken. In alledrie de gevallen een hoog zieligheidsgehalte en niet erg effectief.
De grappige man: Humor is belangrijk. En aantrekkelijk. Maar als een clownesque foto of semi-grappige slagzin het enige is dat je over jezelf te vertellen hebt, wordt het opeens iets minder aantrekkelijk.
Tot zover mijn voorlopige conclusie.
1 note
·
View note