Tumgik
Text
NIET BIJ TOEVAL IS SHAPE STOEIEND ONTSTAAN
Tumblr media
"Toeval is een gebeurtenis zonder oorzakelijkheid of zonder bekende oorzaken. Voor natuurkundigen geldt dat gebeurtenissen voor ons ogenschijnlijk toevallig zijn als wij de begincondities niet precies kennen en ook niet goed genoeg kunnen rekenen en voorspellen. Volgens de klassieke natuurkunde is het bestaan van toeval dus eigenlijk een puur menselijke illusie!"
Bestaat toeval? Werkelijk niet. Het is een abstracte hoedanigheid. Wij kennen de oorzaak niet, dus zullen wij de ons overkomende of de vanwege ons ontstane gebeurtenis als toevallige omstandigheid aanmerken. Om toeval uit te sluiten kun je de formule van Laplace daarvoor ter hand nemen. Deze berekent de kans wanneer een gunstige uitslag mogelijk voorhanden is, zodat van een onvoorzien voorval geen sprake kan zijn. Met deze formule bereken je oorzaak en gevolg. De omstandigheid is dan geen lotsbeschikking. Het is geen toeval dat mijn staatslot nooit een prijs krijgt toegedeeld. Het zou toevallig zijn wanneer ik weleens deel heb in de prijzenpot. Maar toeval bestaat niet en Laplace berekent het mij anders voor. Dus nee, dat gaat niet gebeuren.
Tumblr media
Voor een eigenaardige uitgave van Ankie van Dijk heeft Harry van Doveren een tekst geschreven en het ontwerp gemaakt daarbij. Bij toeval blijkt die tekst een gedicht te vormen, dat toevalligerwijs vierkante vormen en kromme lijnen beschrijft. Dus niet, want toeval bestaat immers niet heb ik zojuist wetenschappelijk vastgesteld. Iedere strofe van het gedicht begint met toeval, het woord toeval. Dat woord wordt daarna meervoudig omschreven, gesynonimiseerd in deugden. Maar ook enkelvoudig geantonimiseerd als ondeugden. Het toeval reflecteert het bestaansrecht. Kijkt in de spiegel en ziet zichzelf niet, want het bestaat immers niet. Is niet onzichtbaar of zonder figuratie, het is normaalgesproken niet aanwezig. Toch kent het veel omschrijvingen en toedichtingen. Het toeval wordt een zijn toegeschreven door mensen die dus kop noch staart kennen. Het enige wat zij weten is dat ze niets weten. Die denken dat het ei er eerder was dan de kip, dat het toeval is dat het ovum ooit uit de lucht is komen vallen.
Tumblr media
Wat voorzien is en willekeurig dat kunstenaar en dichter elkaar in deze vorm hebben ontmoet en samen optrekken in dit eerste kunstenaarsboek van Ankie van Dijk. Het presenteert zich als een pop-up boekje met een harmonica-effect. Voordat het beeld zich toont is er het woord. Dan valt het drukwerk verticaal te lezen in drie kolommen door de facetten om te slaan. Aldus kunnen afwisselend diverse werken naast elkaar gezien en in relatie worden gebracht. Voortdurend in een gewijzigde volgorde, terwijl de toonzetting van het woord hetzelfde blijft.
De bundel is tweetalig, terwijl de beelden geen grenzen hebben. De dichter dicht dan in de taal van de lage landen, het Nederlands. Een en ander betekent niet dat de bundeling enkel op het Hollandse veld terecht is. Ervan uitgaande dat de poëzie enkel op de manier waarop het is geprint is gedicht, betreft het klanken zonder betekenis te geven aan de uitdrukking. Deze toonzetting is als muziek, een taal die iedereen spreekt. Op die manier wordt het gebied voor deze vorm van kunst welhaast grenzeloos. Ankie van Dijk verwoordt dat zelf zo: "a visual poem demonstrating shapes liberated from perfectness. a combinatoric play of forms made for playful readers".
Beider zicht op de werkelijkheid is geen lot, maar heeft kans van slagen. Het gedicht is geen onderschrift van de vorm en de vorm is geen illustratie van het gedicht. Beiderlei kunne als homo ludens sluiten nauw op elkaar aan. De woorden zijn het logo van het inzicht, het embleem van de spelende mens. Want al dollend en dartelend, frutselend en friemelend, lijkt mij deze woordenschat en die beeldentaal ontstaan. De vormen werden daarbij beeldmerk van de gedachte. Het schept eenvoud in meervoud. De woorden zijn opzettelijk trefzekere vooruitzichten, niet ongedwongen lukraak en onvoorzien. Van Doveren heeft verwoord wat hem inviel bij de drukwerken en de collages van Van Dijk. Zij speelt met de vorm zoals hij stoeit met de taal. Het geeft in beider geval een meer dan speelse uitkomst, een zichtbaar prettig resultaat.
Tumblr media
Ankie van Dijk drukt zich uit in lettervormen, een beeldende taal. Eenvoudige figuraties met meervoudige zeggingskracht. Verbeeldingen die mij doen denken aan de grafische vormen van Hendrik Werkman. Deze boekdrukker liet onder meer loden letters het werk doen in zijn expressionistische kunst. Op die manier wist hij sterke uitdrukkingen te componeren. Het is niet toevallig dat Ankie van Dijk in zijn voetsporen treedt, of is het dat nu juist net wel? Of zij zijn werk kent is mij niet duidelijk. Dat het op elkaar aansluit berust dan misschien toch op toeval. Maar volgens natuurkundige wetten en regels zal hiervan geen sprake kunnen zijn.
De krachtige symbolen zijn het handelsmerk van Ankie van Dijk, zoals de axiomatische poëzie de vlag is waaronder het schip Van Doveren koers zet. Deze bewering is niet bewezen maar als grondslag aanvaard. Van Doveren is een bèta, dus voor hem is er geen toeval. Daarom kan hij er wel met alle stelligheid over schrijven. Met minimale middelen geeft de retro-avangardist Van Dijk commentaar op de omgeving. Ze laat zich in haar werk leiden door Bauhaus en Dada. Dat moderne constructivisme vind ik inderdaad terug in "shape".
Tumblr media
Dat beeldende kunst en poëzie samengaan blijkt uit haar uitgave, een kunstenaarsgeschrift in eigen beheer uitgebracht. In woord en beeld, het design waarin het is uitgevoerd, is het opzettelijk irrationeel en ondergraaft het de algemeen geaccepteerde standaard. Toeval? Welnee, dat is de stijl van de dadaïst. De regels van Van Doveren kun je benaderen als klankuitingen zonder betekenis en bedoeling, enkel met een herkenbaar geluid en tongval. Zo zijn de assemblages van Van Dijk beelduitingen zonder betekenis en bedoeling, enkel met een herkenbare vorm en gestalte.
Dichtte Kurt Schwitters in 1923 al treffend poëtisch: "Wij w88888888 / Wij w88888888 / W88888888 / Wij tr88888888 / Wij tr88888888 / Te blijven w88888888 !!! / Stelt men ons opnieuw teleur / Dan hebben wij nog een 8erdeur / Wij w88888888 / W88888888 / Tot? ". Diezelfde typografie en geestigheid vind ik terug bij dit duo Doveren en Dijk. Dat kan geen toeval zijn.
shape. Ankie van Dijk, graphics. Harry van Doveren, word & design. Uitgave in eigen beheer, 2023. Presentatie 28 april 2024.
https://avandijk.exto.nl/
1 note · View note
jurjenkvanderhoek · 2 days
Text
MARJO POSTMA SCHUILT HAAR WERK IN BESTAANDE TEKENINGEN
Tumblr media Tumblr media
Over het algemeen en doorgaans wil ik objectief een tentoonstelling ingaan. De werken zonder vooroordeel en kennis van zaken bekijken. Ofwel wil ik niet vooraf geïnformeerd worden over wat ik sta te gaan zien. Ik laat me verrassen, althans dat is de bedoeling. Het gaat niet altijd op, want ik kom natuurlijk ander werk van eenzelfde kunstenaar weer eens tegen. Dan ken ik het verhaal van die maker vooraf en heb misschien op voorhand al een mening klaar. Natuurlijk zijn er kunstenaars die mij met nieuw werk kunnen intrigeren. Dat er een nieuw verhaal te vertellen is of dat er een andere ingang is tot hetzelfde verhaal.
Overwegend heb ik geen moeite met de werkelijkheid evenmin als met de abstracte wereld en veel wat daar tussenin en -door zweeft. Ieder isme en elke stijl kan me boeien en daar kan ik iets van vinden. Maar het werk dient te spreken, de compositie heeft het verhaal. Hoe het tot stand komt is van minder belang. Hoewel het wel fascinerend is. Het werk is het resultaat van het maakproces, het eindproduct. Daarin is de idee en de inspiratie van de kunstenaar samengebracht. Het verhaal ligt opgesloten in het kunstwerk en met het juiste woordenboek kan ik dat lezen. Maar een handleiding heb ik niet nodig. Spreek ik de taal niet, dan doe ik moeite deze te leren. Door te kijken kan ik ervaring op doen. Het zien geeft gevoel.
Tumblr media
Laat ik ervan uitgaan dat ik me niet tevoren heb ingelezen. Dat ik me onbevangen en vrijmoedig begeef in de wereld van Marjo Postma. Dat ik pas op een ander moment in een volgend blog inga op achtergrond en reden. Wanneer ik de catalogus bij deze tentoonstelling in Galerie Getekend bespreek. Eigenlijk is dat boek het beeldverslag van een tijdelijke werkplek, een artist in residence, in Pergola, Italië. En is de expositie daar dan een keuze uit, aangevuld met nieuw werk. Beide kunnen dus heel goed zonder elkaar gaan. Het ene heeft minder meer met het andere van doen. Het boek is een verwerking, de expositie een nawerking. Want de kunstenaar moet door.
Dwelling in Drawing. Een schuilplaats vinden in het tekenen. De tekening is onderdak voor de idee. Postma gebruikt oude architectuurtekeningen om op te werken. Deze bestaande ondergrond is het onderkomen waar haar tekening in verblijft. Een huis om de kunst in te laten schuilen. Die bestaande tekeningen hebben gebruikssporen, zijn verkleurd en beduimeld. De kunstenaar geeft deze als het ware een nieuw leven door daar een kleurig motief op aan te brengen. Een abstracte gedachte uitgewerkt in een non-figuratieve figuratie. Een vorm die wel verbinding maakt met de werkelijkheid, maar deze daarna meteen weer loslaat en een eigen realiteit laat zien.
Tumblr media
De bestaande lijntekening, een technische uitwerking van de idee voor een bouwwerk, wordt door Postma wel gebruikt om op te reageren. Maar ook is de reactie wel tegendraads en heeft weinig van doen met wat er aan ten grondslag ligt. Toch is deze eigenzinnige tegenbeweging ook een antwoord op de retorische vraag van het gedateerde document. Het zet bestaande belijning scherp aan, vult gekadreerde vormen kleurig in. Maar laat niet wat eerder op papier werd gezet helemaal verdwijnen. Het verleden blijft doorschijnen in het heden. Zo verbindt Postma het zijn van de tijd. Legt een relatie met wat was en wat er nu is. Want zo is het, zonder verleden is er geen heden. Ze laat zich leiden door de vroegere tijd, het is de achtergrond van haar tegenwoordige tijd.
De composities doen mij denken aan de krabbels die ik wel in de kantlijn tekende tijdens een suffe les op school of een slome vergadering. Dromerig ging mijn rede dan met me aan de haal en verliet de tijd om in een andere dimensie terecht te komen. Dan schetste ik mijn gedachte op papier. Zo lijkt Marjo Postma te werk te zijn gegaan. Haar gedachten dwalen echter van het bestaande papier af, stijgen uit boven het verdwenen moment en vormen een nieuwe tijd. In afzondering buiten het rumoer is het een toevluchtsoord voor de idee. Terug geworpen op haarzelf uit ze zich op een eigen bijzondere manier. De onderliggende tekening biedt haar houvast, het resultaat geeft mij te denken.
Tumblr media
De tekeningen zijn zoekplaten. Een ontdekking om te achterhalen waar de oorsprong van de uitkomst ligt. Maar eigenlijk is dat van geen belang, om zo diep in de materie te duiken. Om precies te weten wat je bekijkt. De mens zoekt altijd een houvast, een verbinding met de werkelijkheid. En wanneer deze er niet is vult de gedachte die als vanzelf in. Associatief leg ik verbindingen. Gaat mijn blik relaties aan met wat ik zie. Knoop loszittende draadjes aan elkaar. Volg ik geschetste lijnen tot mijn zicht een complete voorstelling heeft gemaakt. Verlicht is mijn geest gehelderd, heb ik antwoord op mijn vraag: wat zie ik?
Dwelling in Drawing. Marjo Postma, tekeningen. Expositie bij Galerie Getekend, Stationsstraat 6 in Heerenveen. 17 maart tot en met 5 mei 2024.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 4 days
Text
HUT IN HET BOS ALS WIJKPLAATS IN DE NATUUR
Tumblr media
Een wondere wereld is het, die ik binnenga in Museum Galerie Heerenveen, op dit moment. Een mysterieus bos betreed ik, een magisch woud. Maar is het wel een boomgaard dat ik zie, een veld met oprijzend gewas. Ik kijk in de donkerte van de duisternis, de nachtelijke uren waarin de betovering van het onzichtbare op een hoogtepunt is. Want er is niets te zien achter de stakerige boomstammen, zo zolang het niet wordt aangelicht. Zo zolang er geen lichtpunt is die de omgeving waarneembaar maakt. Rob Regeer ontsteekt daarom een licht op dat schijnt vanuit een verborgen bron in zijn donkere werken. Is dit het heldere licht van een volle maan of de jager met zaklamp op zoek naar een prooi, jongelui die gedropt zijn en verbeten een uitweg zoeken. Het geeft althans een onwerkelijke sfeer, zet een surrealistische werkelijkheid.
In dat decor spelen oranje stippen een bijrol waar een eenzaam huis de dubieuze hoofdrol krijgt toegeschreven. Die oplichtende punten lijken vuurvliegjes, die het licht van de dag aten om het uit te spuwen in de nacht. Het daglicht klinkt zo door in de nachtelijke duisternis. Yin en yang. Maar het blijken geen puntjes te zijn, maar putjes in de compositie. Wie het werk tot op armlengte nadert ontdekt dat de schildering eigenlijk een reliëf is. De materie ligt dik op het doek. De stammen verheffen zich waarin de putjes verf zich verlagen. De vuurvliegjes blijken kleine klankschalen. Het licht echoot zo geluidloos door het bomenbos.
Tumblr media
Die hoogdruk in de verflaag geeft de sfeer een werkelijk voelbare diepte. Het is geen geschilderd perspectief, maar een opgelegde tastbare derde dimensie. Regeer laat overigens geen vergezicht zien, de omgeving is plat tweedimensionaal weergegeven. Er is geen doorkijk naar een einder. Maar door te werken in beeldverhoging en met zichtverlaging wordt een natuurlijke ruimte gecreëerd. Een vierde dimensie is gemaakt door kleurspeling en lichtverhouding. In deze ruimte komt alles samen, voert het gevoel de boventoon. Is de werkelijkheid abstract, versimpeld de realiteit. In de derde worden vragen gesteld die in de vierde dimensie lijken beantwoord.
Regeer maakt niet zomaar ondefinieerbare platen van de realiteit. De kunstenaar wil mijn verbeelding prikkelen door ongerijmde voorstellingen te maken. Mij op een verkeerd been zetten zodat ik ga nadenken over wat ik zie. Mij ga bezinnen op de actualiteit. Maar eerlijk gezegd zie ik het wereldnieuws en de huidige problemen in het ecosysteem niet terug in zijn betrekkelijke schoonheid. De hut in het bos schept vooral een unheimisch gevoel, maar misschien is dat juist ook wel het moment van bezinnen. Nadenken over hoe leeg en onwerkelijk de werkelijkheid straks zal zijn, wanneer wij niets doen aan de afbraak van de natuur door ons toedoen. Want het bos van Regeer is ontbladerd, zelfs kijk ik wel dwars door stammen heen. De afbraak heeft hij in zijn schilderijen ingezet. En daarin huist de mens in  een gezellig aangelichte sfeer in een huisje midden in het bos. Als een Bijbelse Noach, van God verlaten maar toch zo dicht bij het antwoord op de vraag.
Tumblr media
Regeer verheerlijkt deze verlatenheid door de intieme toevlucht, het huiselijke asiel, meermalen in 24-delig tableau te plaatsen. Voortdurend hetzelfde huis van onder gezien, in een gewijzigde kleurstelling en een helder tot duister licht. De aldoor veranderende weersomstandigheid ter plaatse. Een eenvoudige opzet die zich telkens herhaalt, een weerklinkende sfeer. Diezelfde optrek komt terug in andere hoedanigheid met een meer uitgewerkte omgeving. Maar aldoor blijft het vreemde en vage gevoel. Het is wel een wijkplaats, maar je weet niet wat je kunt verwachten van de inhoud. Wat daarbinnen achter dat verlichte venster zich afspeelt blijft de vraag. Zo stelt Regeer in zijn werk vragen die onbeantwoord blijven. De oplossing moet ik zelf aangeven. Zo zoals dat meestal werkt in en door een kunstwerk. De beschouwer geeft bescheid.
Tumblr media
Een apart onderdeel in deze opstelling bij Museum Galerie Heerenveen is het plateau met ruimtelijke bouwwerken in MDF. Op klein formaat zijn deze huizen modellen van hutten en kappellen. Onderkomens belangrijk in de omgeving van Kellerjoch in Oostenrijk. Voor Regeer ter inspiratie een geliefde plek. In de bergen en door de bossen. Om de sfeer raak te treffen was het voor hem niet genoeg enkel de omgeving weer te geven op het geschilderde vlak, maar wilde hij ook de ruimte in. Daarvan is het dorp de weerslag. Zijn dorp, het Regeer. Aldus wordt de bezoeker van deze kunstruimte de wereld van Rob Regeer in getrokken. Ervaart de schoonheid die niet schijnt te kloppen. De verbeelding krijgt er de ruimte zich te uiten. Het werk ontroerd op een onbestemde manier. Het past esthetisch juist, maar achter die luister klinkt een duister geluid. Het gebeelde mysterie is onheilspellend.
Expositie “Into the Woods”. Schilderijen en ruimtelijk werk van Rob Regeer bij Museum Galerie Heerenveen (MUGA), Minckelersstraat 11 in Heerenveen. 24 maart tot en met 5 mei 2024.
2 notes · View notes
jurjenkvanderhoek · 10 days
Text
VORMEN ZONDER VERMEEND DOEL BIJ AFSLAG BLV
Tumblr media Tumblr media
Wanneer ik de ruimte binnenloop is het alsof ik over de drempel  van een stoffenzaak stap. In deze ruimte geurt het als in die winkel, vergeven van raam- en vloerbekleding. Het ruikt er geurig natuurlijk naar wol. Niet naar schaap, maar naar het bewerkte product van deze viervoeter. Het ruikt zoet en huiselijk. Na enige tijd is de neus er echter aan gewend en lijkt de lucht neutraal te geuren, ruik ik niets meer. Of het moet de vers gezette koffie in het naast deze kunstruimte gelegen museumcafé zijn. Ik ben de drempelloze dependance van Museum Belvédère binnen gelopen. Zonder drempel is de kunst die daar wordt getoond echter niet. In Afslag BLV, gelegen in het centrum van Heerenveen, laat het museum hedendaags werk zien om podium te zijn voor jonge talentvolle kunstenaars. Talent wordt bewezen door afgestudeerd te zijn en werkbijdragen te ontvangen. Het talent heeft een voedingsbodem gevonden, maar moet nog groeien en bloeien. Heeft nog niet altijd de vaste vorm gevonden. De kunstenaar zoekt naar een bij hem of haar passende duiding, die sluit aan de idee van de bezoeker – de kijker naar het werk.
Tumblr media
Terug naar de geur die de ruimte bij eerste betreden vult. Het blijkt te komen van de getufte wol die is gebruikt door de daar op dit moment exposerende kunstenaar voor een eigentijdse wandbekleding. Uiteraard bekleedt tweedimensionale kunst altijd de wand. Dit getuft wollen werk heeft echter het karakter van een reliëf dat in elementen uiteen kan vallen. De abstracte uiting beschouw ik als losse vormen, niet als beeltenis op zich. Dat betekent niet dat het niets voorstelt, van die simpele gedachte over een abstract werk moeten we af. De voorstelling is ongrijpbaar. In de gegeven vorm is een beeltenis te zien, maar die verstandelijke vanzelfsprekendheid geeft het objectief kijken een rugzak. Een last om vrijuit van de compositie te genieten, zonder meer. Het menselijk verstand wil herkenning, wenst iets tastbaars te zien dat schakelt aan een begrip. Maar dat bevatten, dat inzicht, wordt in deze vervangen door gevoel. De presentatie is ongrijpbaar, hoewel de inspiratie grijpt aan de werkelijkheid. De realiteit is het water waaruit geput wordt, de grond waarin gewoeld wordt, de lucht waarin de bezieling zweeft. De ervaren beelden worden opgeslagen en komen als beeldend kunstwerk tevoorschijn, wanneer de tijd er rijp voor is. De abstractie heeft daarom een kern van waarheid, een werkelijkheid in zich. Dat is de waarheid van de kunstenaar. De kijker naar het werk moet een vertaalslag maken om de essentie te achterhalen, te sluiten aan de duiding om het te begrijpen.
Tumblr media
Om mijn verstand te vriend te houden wens ik datgene wat ik bekijk te benoemen, te identificeren. Mijn ogen zoeken onderscheid, dat is een natuurlijk proces – het valt niet tegen te houden. In eerste blik kan ik daarom niet onbevangen kijken. Het verstand tuurt naar invulling, zingeving, verklaring. Deze drang naar interpretatie moet ik uitschakelen om fris en afstandelijk te kunnen beschouwen. Verstand op nul, blik op oneindig, zoiets. Echter, geeft de maker mij wel een handvat door het werk een titel te geven. Lastig, want dan word ik een richting in gestuurd die ik misschien helemaal niet wil. Leidt de kunstenaar mij naar een besloten duiding, een afgesloten toelichting. Gaat de compositie zonder titel dan kan ik neutraal kijken. Kan ik zien wat ik wil zien. En dat is in het geval van Dieke Venema een verademing.
Tumblr media
Naast de zacht aanvoelende composities in getufte wol heeft Venema enkele metalen objecten en een tweetal monotypes op canvas in de ruimte gebracht. De verwerking van het wandkleed in aan elkaar gerelateerde elementen is monumentaal maar weinig indrukwekkend. Het materiaal geeft niet de degelijke fijnheid die de figuratie verlangd. De groots bedrukte canvas vormgeving heeft wel van een imposante kwaliteit. De werken met een enkele drukgang getekend toont een sferische massa kolkende non-figuratie. Daarin figureren vormen die niet getekend lijken. Ik zie ze, maar kijk ik anders dan zijn ze verdwenen. Het aluminium, brons en betonstaal heeft eenzelfde structuur als het wol. In abstracte zin dan wel te verstaan. Het zijn vormen zonder een vermeend doel, buiten een denkbeeldige betekenis. Ze vullen de ruimte maar hebben er geen band mee. De vormen staan op zichzelf, maken geen verbinding met de omgeving. Kunnen echter wel aanleiding zijn voor een reactie en een vervolg, lees ik in de bijgeleverde tekst. Maar is dit niet altijd het geval, dat de kunstenaar werk laat groeien op wat hij of zij daarvoor heeft gemaakt. Dat ieder volgende compositie een reactie is op het vorige, dat het eerdere aanleiding is om nieuw werk te maken. De expositie in Afslag BLV is te klein van omvang om die voortgang in de beleving van Venema te onderkennen.
paper, scissors. Expositie werk van Dieke Venema bij Afslag BLV, Minckelersstraat 11 in Heerenveen. 3 maart tot en met 19 mei 2024.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 14 days
Text
IN STILTE VAN DE DIALOOG HOOR IK MEZELF ADEMEN
Tumblr media
In de door zonnestralen aangelichte stilte van Kunstlokaal No.8 is het sereen rumoerig. De werken in die ruimte zijn zwijgzaam onderling in gesprek. Roezemoezig staan ze elkaar in beeld te woord. Als bezoeker aan de tentoonstelling voel ik mij een indringer. Echter probeer ik niet al teveel onrust te brengen. Ben ik angstvallig afzijdig. Loop op kousenvoeten zodat mijn schoenzolen niet piepen op de krakende houten vloer. Het storende geluid zal de werken opschrikken uit hun samenspraak en mij geen toegang tot hun duiding geven. Daarom ben ik contemplatief aanwezig, zoek de rust als van een kloosterling in mezelf om de kunst te kunnen beleven. Meditatief beschouw ik wat het kunstlokaal mij doet zien. Kijk ik in gedachten verzonken om het gesprek te volgen tussen de werken onderling. Dan richt het werk zich als vanzelf tot mij, word ik één met de tentoonstelling. Dan hoor ik zoals ik nog nooit gezien heb.
Ditmaal converseren de foto´s van Hans Sas met de tekeningen van Bowe Roodbergen. Bevraagt de stilte het vergezicht. Beantwoordt een tijdloos weidse horizont een zinnig diep-kijken. Hans Sas beziet met zijn cameralens objectief de natuurlijke ruimte. In de grootsheid vangt hij net het detail dat ongezien is maar hem de aandacht trekt. Met een scherp oog voor het creatieve element in de verder gewoon zakelijke omgeving. De creatie wordt recreatief ingevuld. In wat we dagelijks om ons heen zien merkt Sas de spannende ondertoon. Wij kijken wel maar zien niet, wij horen wel maar luisteren niet. De fotograaf ziet voor ons waar wij allang overheen en -langs kijken. Afgevallen blad op bewortelde grond. Bekalkt krathout. Naambordjes in bloembed zichtbaar door het glas van een antieke tuinkas. Je merkt het niet op, maar wordt er door Sas bij bepaald. Hij trekt mij in de sfeer van het landschap. Hij laat mijn blik bewegen over zijn uitzicht. In stille gewaarwording roept de bevroren stemming spanning op. De meerpaal lijkt de einder te stutten, laat zich spiegelen in het water en vormt met een dijkje een rustig perspectief.
Tumblr media
Het werk van Hans Sas rijmt met dat van Bowe Roodbergen. Het vormt geen kwatrijn of sonnet, heeft geen refrein of rondeel. Maar is een vrij vers waarin de beeldspraak het ritme bepaald. De gestileerde ollekebollekes en haikus zijn in balans. Er is halfrijm, volrijm en eindrijm. En, dat is het meest interessant, er is binnenrijm. In de versregels van de fotografie bijvoorbeeld rijmen twee gelieerde prenten. Dat uit zich vooral in de beelden van het landschap. Groene basaltblokken van een pier weerklinken in de groene greppel tussen geploegde aarde. Verrotte dubbele rij palen waaieren naar de einder zoals een stroompje meanderend een weg zoekt in het waddenslik. Het rijm schept rust, de stilte is niet ver weg. De werken zingen samen een woordloos lied, declameren zwijgzaam een regelloze volzin.
In zijn werk maakt Bowe Roodbergen de stilte voelbaar zoals Hans Sas het zichtbaar maakt. Vooral in de tekeningen van Roodbergen is de poëzie nooit ver weg. Ritmisch bewegen vlakken zich over de ruimte op papier. De vijftig tinten grijs worden onderbroken door zwarte lijnen of een lichte kleurtoets, welke de compositie spannend maken. Het breekt schreeuwend de fluisterende sfeer van het potlood open. Het stileert de werkelijkheid in abstracte vormgeving. De realiteit laat zich vertalen door een aandachtig opmeten van vormen, uitmeten van vlakken. Het landschap is verkaveld, de omgeving is opgedeeld in segmenten aarde. De wereld gerubriceerd. In ´BR 24-5´ geeft een rasterende ruitvorm een nieuwe kijk op een plantaardige vorm en rijmt op de gouden en zilveren ´Vierkantjes Ag´, die zich spiegelt in het papieren object ´BR 21.12´. Ook hier heeft de dichter, samensteller van de expositie, gezorgd voor een beroerende binnenrijm.
Tumblr media
En natuurlijk grijpen de foto´s de aandacht, waar de tekeningen een dieper inlevingsvermogen eisen. Wanneer beide kunstenaars zich spiegelen aan een voorganger wordt de poëtische inslag meer dan voelbaar. Het landschap van Willem van Althuis vertaalt zich in enkele composities van Roodbergen, terwijl Sas de visafslag van Laaxum ter hand heeft genomen. Nevel omhult het met een filter opgenomen gebouwtje. Het vervallen pand is meermalen door Van Althuis geportretteerd, gerenoveerd door olieverf in een serie stillevens. Daarop sloeg Hans Sas aan en heeft een rij foto´s bewerkt waarop de afslag letterlijk beeldend in de vergetelheid schijnt weg te zakken. Bowe Roodbergen raakte onder de indruk van het consequent reduceren van de werkelijkheid. Van Althuis liet op meerdere van zijn werken alles verdwijnen in een waas, alleen de essentie van de atmosfeer bleef over. De wereld is klein op zijn schilderijen, zoals deze beperkt is in mist met 50 meter zicht. Maar ondertussen mysterieus groot, omdat je niet weet wat er achter dat begrensde zicht zich afspeelt. Roodbergen legt over de zwarte nevel op de einder een witte lijn, daarmee tekent hij een horizon waardoor de omgeving handzaam blijft, tastbaar en begrijpelijk.
Stilte, ademen. Expositie werken van Bowe Roodbergen en Hans Sas bij Kunstlokaal No.8, Schoterlandseweg 55 in Jubbega-Schurega. 6 tot en met 28 april 2024.
1 note · View note
jurjenkvanderhoek · 16 days
Text
WINTERFLARDEN DWARRELEN OP TINTELENDE GEDACHTE VOOR MIJ UIT
Tumblr media
Het is als kijken door een beslagen ruit, wanneer ik de nieuwe bundel van Jan Kleefstra open en zijn teksten lees. De beslagen ruit weerhoudt mij van zien. Ik zie de ruit, maar niet wat er achter zit. Schimmen zie ik, geen scherpe contouren. In het doffe venster wordt de wereld gesmoord. De realiteit is gesluierd zoals de bruid voordat het bevrijdende ofwel het verbindende ja-woord heeft geklonken. Op die manier maar dan anders treed ik de gedichten van Kleefstra in de bundel "Winterflarden" tegemoet. Na eerste lezing helderen de woorden niet. Blijft het raam vaag, het perspectief onduidelijk. Dieper moet ik gaan, de woorden wegen. De ogen van de pagina's afhouden om de blik in het oneindige te laten vertrekken. Geen verstand op nul echter, want de rede dient tastbaar te blijven. Ik dien de gedachten over wat ik lees laten gaan. En dan komen als vanzelf beelden naar boven. Beelden die bij woorden passen. De film die draait bij zinnen. De regels treffen doel. Het ja-woord klinkt, de ruit schoon geveegd. En dan worden opeens de woorden duidelijk, kijk ik er naar en zie waarde en betekenis. De bruikbaarheid, de draagwijdte. Weegt het zwaar of blijft het licht als een veer.
De woorden werden door Kleefstra gewogen en in zijn samenstelling niet licht bevonden. Volgens Uitgeverij Aspekt, waar deze zesde bundel onlangs verscheen, veegt de dichter wat flarden winterrestjes bijeen en staart naar de wolken. En dat is precies wat ik doe. Ik lees snippers tekst om mij een beeld te vormen. En tuur dan in de verste verte door het raam van mijn kamer. Ins Blaue hinein laat ik onvoorbereid de woorden in mijn geest indalen. Om boven mijn verstand te komen met het vermoeden welke betekenis Kleefstra aan de compositie heeft gegeven, aan het gedicht heeft opgedragen. Want de precieze strekking valt lastig te achterhalen. Kunst is geen exacte wetenschap. Een werk zal zichzelf moeten verantwoorden, een gedicht verdient geen uitleg. De verdienste is juist dat het geen toelichting nodig heeft. Het verklaart zichzelf voor wie de tijd neemt het uitzicht tot inzicht te laten indalen, zodat het duidelijk wordt.
Tumblr media
Dus de bundel nog eens ter hand genomen. De zinnen langzaam voor mezelf uitlezen, hardop als betreft het een luisterboek. Ik hoor mezelf spreken. De hond schrikt verbaasd op vanuit zijn rustende slaap, spreekt de baas daar een bekend woord? En bij dat aanhoren, tijdens dat luisteren ondertussen, vorm ik in gedachten beelden. De hond, laat ik hem Malin noemen, staat kwispelend naast me. Met een verlangende blik: hoorde ik daar ´uit´. De gelezen en uitgesproken woorden – nee, daar was geen uit bij – representeren zich als voorstelling in mijn brein. In de schedel is een filmhuis ingericht om die indruk te projecteren. Want beelden beklijven meer dan omschrijvingen, beschrijvingen verdienen voorstellingen. De beeldspraak van Kleefstra geeft mij een denkbeeld.
De dichter speelt met de taal. Zijn vrije verzen vervliegen echter niet. Metrum en rijm zijn geen handboeien of benauwen niet als een dwangbuis. Wel blijft er eenheid van idee en speelt ritme een rol. Het is geen rommeltje, het is meer overdacht dan de orthodoxe dichtvorm. Zoals het abstract meer reflectie verdient dan de realiteit nodig heeft. De werkelijkheid spreekt voor zich, het non-figuratieve ofwel het bovenzinnelijke doet beroep op het gevoel. De dichter geeft, zeg maar, een half woord en daaraan zal ik genoeg hebben. Hij suggereert en ik vul in. De zinnen worden nauwelijks afgemaakt, maar hij geeft voldoende aanleiding om er als lezer op aan te slaan.
Tumblr media
Dat Kleefstra een natuurmens is klinkt tussen de regels door. Hij zet in liefde een boom op voor het bos. Met Christiaan Kuitwaard trekt hij het veld in om zijn wezen aan de planten te verbinden, waar de kunstenaar deze in getekende beelden portretteert. Jan hangt een gedachtewolk aan een tak van de tekenboom. Misschien vind ik daar het verhaal, dat voorzichtig op tintelende lucht voor mij uit zal dwarrelen. In de lege regels, de witte zinnen als bezinning. Kleefstra neemt de woorden van me over en schrijft `in het kristal van schimmelende melk / op het achterlijf van de vuurjuffer / heb ik het pad al bijna afgelegd`. Dat pad zal ik nog vinden.
Het is dat ik tussen de regels door de betekenis en reden vind. In het vrije vers is de leegte van belang. De rust om op gedachte te komen, bij zinnen te komen. Kleefstra schrijft in die lege regels zijn waarheid. In woorden vindt hij de werkelijkheid, die ik zonder woorden abstract beleef. Niet met zoveel woorden omschrijft hij datgene wat hij wil zeggen. Maar door die zin open te laten vul ik deze zelf in. Vooral door meermalen te lezen en de stilte te vinden tussen de zinnen in mijn gedachten raak ik aan de strekking. Inzicht, doorzicht, beleven. ‘Waarom er bomen groeien / het water om de kleinste vlinder vecht / / ik draag er een heldere nacht naartoe / / half onder het waas / waarin druppels gelijk wespen / in de wangen steken / / om de diepe slaap te verontrusten moet ik recht / in het oog van de maan blijven staren / / om stil te zijn heb ik / de schaduw van mijzelf nodig / / om het daglicht te weerkaatsen / moet er iets verloren gaan’
Tumblr media
De bundel vindt de afsluiting in een handvol Beschouwingen, als zou het voorgaande in Parelzang, De nabootsing, Ochtendragen en Laatbloeiers geen reflectie op de overdachte werkelijkheid zijn. Kleefstra ziet het zich aan en in raadselachtige gedichten probeert hij uit de warboel van het zijn de schoonheid te pakken. Maar beschouwingen zijn het, alle. Als kloosterling zit hij contemplatief in meditatie tussen wat hij voor zichzelf en de wereld waardevol acht. Trekt de natuur in en beschrijft deze op een wijze om over na te denken, diepzinnig te bespiegelen. En in die spiegel doemt mijn eigen zijn op wanneer ik de waas van het raam veeg. En zoals Kleefstra weleens gedacht heeft en vanuit die gedachte geschreven heeft, zo drijven mijn gedachten als wolken langs de hemel, verwaaien tussen de takken van de boom, vliegen alle kanten uit op de vleugels van de ganzen, de kievit en de ooievaar.
‘Telkens als de weemoed zich aan de seconden vertilt, ontbreekt er wel een verhaal. En toch wordt er gezongen, blijft niemand er bij stil staan. Een bos dunt zichzelf wel uit. Maar wij hebben het geduld niet’, las ik eerder. Dat geduld moet ik hier en nu opbrengen tot het raam droog is en doorzicht geeft, de woorden indalen, de taal zichzelf uitdunt. Daar wacht ik op, maar ‘het wachten komt simpelweg tijd tekort’. In Winterflarden veegt Jan Kleefstra de laatste restjes ijs, sneeuw en kou bij elkaar om welgemoed de lente te begroeten. Het voorjaar nodigt hem uit tot een beschouwelijke reflectie. En ik zie zijn spiegelbeeld in het raam, het venster duidt een weemoedig wezen met een twinkeling in de ogen. Want ‘de lange reis van het woord heeft niet tot bewonderenswaardig zwijgen geleid’. Dat woord mag ook niet zwijgen, want het moet gezegd, het verhaal uitgesproken. De vertelling van de planten, zodat de liefde vanzelf terug keert en het weten nergens meer voor nodig is. Dan lig ik languit in het gras en staar naar de wolken. De blik op oneindig, het verstand op nul.
Winterflarden. Jan Kleefstra, gedichten. Illustraties van Christiaan Kuitwaard. Uitgeverij ASPEKT, 2024.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 19 days
Text
MEESTERLIJKE MENSELIJKHEID IN DE RUIGHEID VAN MALAGA
Tumblr media
“Nog steeds ga ik graag naar Malaga. We verblijven er iedere winter een paar maanden. De sfeer is aan het veranderen, dat wel.” Mariët Meester trekt met levensgenoot Jaap de Ruig graag de grens over de wijde wereld in. Dat is wat zij het liefst doen: rondreizen, onderweg schrijven, fotograferen en tekenen. En als het even kan daarvan leven. Een nomadenbestaan met ‘vrijheid’ in het vaandel. Het beleven van een andere streek wordt genoteerd, de beschrijving is echter geen reisverslag. Beeldend verhaalt Meester over haar verblijf in de voor mij als lezer vreemde omgeving. Uit bestaande taal met gangbare woorden houwt zij als het ware haar vertelling. Met beschrijvende details stelt zij de sfeer van leven en werken vast. Het is alsof ik als derde wiel aan de wagen de dingen uit de eerste hand mee beleef, getuige ben. Meester wijst mij niet op zonnige stranden en de beste restaurants, maar laat mij het dagelijks zijn in de smalle straten zien. De armoedige maar gelukkige omstandigheden van de plaatselijke bevolking waarvan zij op dat moment onderdeel uitmaakt. Want het beeldend schrijven geeft mij een lezend kijken. Ik zie voor mijn ogen het alles gebeuren, als in een film trekt het aan mij voorbij.
Mariët Meester is op zoek naar de waarde van het leven. In armoede worden zij en haar partner als allochtonen opgenomen door de autochtonen. Op zoek naar woonruimte stuurt men het duo in eerste instantie van het kastje naar de muur. De bewoners van Malaga moeten wennen aan deze nieuwkomers. Maar al snel worden ze geïntegreerd in de eigenheid van Andalusië. Hoe dat gaat en op welke manier Mariët en Jaap aansluiten in handel en wandel van hun thuis voor enkele maanden per jaar, beschrijft het boek “De tribune van de armen”. Waar deze titel de herkomst vindt blijkt gaandeweg de uitgave. Het boek heeft een eerste druk in 2017. Deze mij voorliggende heruitgave, de derde druk in 2023, heeft een verklarende ondertitel gekregen, namelijk “Menselijkheid in Malaga”. Want, lees ik in het nawoord bij de nieuwe uitgave, “nog steeds is de menselijkheid het belangrijkste dat mij naar Malaga trekt”. In de vriendelijke, ontspannen manier waarop de mensen elkaar er behandelen ga je als buitenlander vanzelf mee, schrijft Meester. Op je medemens letten in het besef dat het leven voor niemand makkelijk is.
Tumblr media
Door haar beschrijvende en verbeeldende manier van vertellen, leer ik al lezende de mensen van de straat kennen. Het echte leven van in dit geval Spanje. Ik bezoek geen hotel of boulevard, maar ga op in kleine winkels en smalle straten. Dat leven dat de toerist niet zoekt, maar wel een land levend maakt. Het verhaal over een voettocht door Andalusië heeft als kern het vrijlaten van een gevangene tijdens een processie met Pasen. Het is een ritueel dat mijns inziens stamt uit het lijdensverhaal van Jezus in de bijbel. Waar moordenaar Barabbas vrij man is en Pilatus de onschuldige Jezus laat kruisigen. Dit religieuze gebruik, dat in deze een meer seculier karakter heeft, wordt in het boek gedetailleerd beschreven. Van voorbereiding tot uitwerking. Ik ben erbij, bij de Semana Santa.
Het boek is niet enkel een beschrijving van de omgeving, een omschrijving van de gebruiken, het heeft tevens autobiografische elementen. De jeugd doorgebracht in gevangenisdorp Veenhuizen schuurt aan de gebeurtenissen rondom de processie in Malaga. De ziekte en het sterven van haar broer krijgen plaats door datzelfde Semana Santa. De heilige week roept emoties op.
Tumblr media
Meester en De Ruig trekken rond en proeven van de omgeving. Ezel Sevillana draagt de lasten terwijl Mariët en Jaap zich laven aan de lusten. Om de kosten van hun verblijf te dekken verkoopt Mariët door haar geschreven artikelen en columns aan Nederlandse tijdschriften en maakt Jaap illustraties voor een Spaans blad. Ze moeten wennen aan de omgeving en de gebruiken in deze totaal andere wereld, maar haken aan door meerdere malen terug te komen omdat de plek magnetisch trekt. De verschillende gebruiken en diverse gewoonten worden eerst met verbazing, met afkeer en in bewondering, tegemoet getreden. Ook bij mij valt tijdens het lezen de mond meerdere keren open. Want, ik zie het al voor mijn ogen gebeuren, sta in de rij achter Meester en de Ruig. Vergaap me dus aan het onbeschaafd beschaafde, het alledaags dagelijkse, de ordinaire banaliteit. Die onopvallende doorsnee is door Mariët Meester in een gebeeldhouwde roman gegoten. Maar zonder versieringen, het gewone leven is zonder opsmuk uitgeschreven. Enkel de decoraties die een jaarlijks ritueel kenmerken hebben de pagina’s van de tribune van de armen gehaald.
“Olijfbomen, een weids uitzicht op een stuwmeer. Oleanders in bloei. Een kloof met loodrechte wanden, een trein die zich als een worm door de rotsen bewoog. Vervallen huizen, een vervallen kerk. Amandelbomen, braamstruiken, kruiden, grote gele distels. Wonden op een eucalyptusboom die waren vergroeid tot schaamlipachtige vormen.” (…) “Vanaf de balkons van het sociale complex werden met regelmaat papiertjes en blikjes naar beneden gegooid, en eenmaal zag ik uit een open raam een heel pakket naar buiten zeilen dat neerplofte op het plaveisel: een volle luier.” Wanneer ik me losmaak van de regels en opkijk uit het boek zie ik dat zo voor me; de volle luier die langs mijn raam zeilt, de bloeiende oleanders in mijn voortuin. De film die buiten werd afgedraaid verveelde nooit merkt Meester ergens op. De rolprent waarvan haar boek het script is verveelt niet maar prikkelt juist de fantasie.
De tribune van de armen. Menselijkheid in Malaga. Mariët Meester. Uitgeverij Caprae, 3e druk 2023 (Uitgeverij De Arbeiderspers, 1e druk 2017).
0 notes
jurjenkvanderhoek · 30 days
Text
DE NEDERLANDER IS NEDERLANDS, NOU EN
Tumblr media
Is de Nederlander onverschillig? Lapt de man of vrouw het aan de laars wat men van hem of haar denkt? Je zou het denken bij de titel van het boek van Patrick van Gompel, waarin hij onderzoekt waarom de Nederlanders zo Nederlands zijn. Nou en. Door verschillende deskundigen uit binnen- en buitenland te bevragen probeert de auteur het antwoord luid en duidelijk voor eens en voor altijd vast te stellen. Journalist Van Gompel, met zijn neus tegen de grens in België geboren en getogen, is geboeid door dat land van kikkers, klompen en koeien. In het laatste hoofdstuk net voor het slot van het boek, beschrijft hij zijn onweerstaanbare drang om een beeld te geven van de Nederlanders. “Nederland is een mooi en boeiend land met fijne mensen.” Maar voor het zover is licht de schrijver met hulp van anderen de Nederlander en het Nederland door.
Als een röntgenoloog legt Patrick van Gompel het land onder een vergrootglas. Alle kanten worden uitgelicht, iedere hebbelijkheid en onhebbelijkheid belicht, iedere aardigheid en elke eigenaardigheid doorgenomen. Om een vinger te krijgen achter de delta en de polderbewoner, gezien vanuit het perspectief van de zuiderbuur, de Belg die hij is. Door er ervaringsdeskundigen bij te halen wordt de lezer van zijn boek een compleet beeld voorgeschoteld. Hij is daarbij niet over één nacht ijs gegaan. Figuren die Nederlander zijn bekijken de zaak van binnenuit of hebben geven met helicopterview in vogelvlucht een standpunt. Niet als WC-eend of de slager die zijn eigen vlees keurt. Als tegenwicht beschouwen buitenlanders die binnenlanders werden en andersom de Nederlander op een steenworp afstand.
Tumblr media
Is het boek van Patrick van Gompel een handleiding vraag ik mij af. Weet ik na het lezen ervan mijn eigen identiteit, ken ik nu mijzelf. Van Gompel spreekt in eerste instantie niet mij aan als Nederlander. Ik ben tenslotte een Fries. Hij wil de doorsnee maken van dit type mens voor alle andere bewoners van deze aardbol. Daarmee komt zijn uitgave op een hoger plan, wordt van onderzoeksboek met analyse en research een geschiedenisboek door historische feiten helder te stellen en aanschouwelijk te maken. Het leert mij niet alleen al de bijzonderheden van mijzelf te kennen, maar ook de historie waarom ik en met mij alle Nederlanders ons gedragen zoals wij ons in dit land opstellen.
De Nederlander bestaat niet stelde Máxima vast. De Nederlanders struikelen massaal over de uitspraak van de toen kersverse prinses, ze voelen zich in hun diepste waarde aangetast. Maar natuurlijk is dè Nederlander een farce. Iedere streek, provincie en gewest heeft de eigen gewoontes en karakteristiek, daar kun je geen grote gemene deler van maken, hoogstens een doorsnee van geven. En dat gemiddelde, die generale identiteit, probeert Van Gompel aan te tonen. Hij krijgt hulp van een legertje wetenschappers op het gebied van ziel en karakter van het Nederlands-zijn. Van Abdelkader Benali tot Lale Gül en van Arnon Grunberg tot Tommy Wierenga.
Tumblr media
Deze mensen, de geïnterviewden, worden eerst kort aan de lezer voorgesteld voordat Van Gompel met hen in gesprek gaat. Dat ik weet op welke manier deze ter zake kundig zijn en aangevoerd kunnen worden als getuige a charge. De Nederlander krijgt in de beklaagdenbank veel karakteristieken aangemeten. Beschrijvingen die hem niet persoonlijk beoordelen, maar als groep kenmerken. Op zijn (en haar) beurt is daar niets tegen in te brengen, het wordt gezegd. De gedraging hoeft geen weerwoord, het is algemeen bekend en staat als zodanig te boek. De geschiedenis heeft het volk getekend. De religieuze tweedeling Luther en Calvijn het land gekwalificeerd. Van die kerkelijke historie is echter weinig heel gebleven, de genootschappen zijn als een kaartenhuis ineen gevallen. In het voorheen christelijke Nederland worden kerken voor andere zaken dan de zondagse diensten ingericht. Maar de geest van de theologen en reformatoren waart nog wel door het land, zit in het DNA van het volk.
Veelal kijkt de Nederlander van zich af wanneer deze op doen en laten wordt aangesproken. Hij en zij is vervult van zichzelf en sluit maar al te graag de ogen voor de historie, schijnt maar niet te willen leren van de geschiedenis. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het slavernijverleden en de Zwarte-Pieten discussie. Patrick van Gompel schrijft hierover zeer verhelderend in zijn boek “Nou en”. Het waren de Nederlanders die mensen vanuit andere landen tewerk stelden. En dit onder valse voorwendselen nog tien jaar volhielden nadat globaal de slavernij was afgeschaft. In de oorlog keek men opzij toen duizenden Joden werden afgevoerd. Men hielp de bezetter zelfs in hun poging een bevolkingsgroep uit te roeien. Ze wisten het niet of wilden het niet weten. Kort door de bocht is Zwarte Piet minder historisch correct als hij wordt opgevoerd. In calvinistische kringen werd niet Piet geweerd maar de katholieke Sinterklaas.  “Als je er over nadenkt zijn het natuurlijk wel symbolen van misstanden uit het verleden”, lees ik ergens in het boek. “Als daar zoveel mensen onder lijden ga ik daarin mee.” Patrick van Gompel wil zich in zijn boek niet mengen in de verhitte discussie. Hij wil geschiedenissen en achtergronden uitdiepen om te ontdekken waarom Nederlanders zich zo gedragen als dat ze doen. En vooral op welke manier de niet-Nederlander daarnaar kijkt.
Tumblr media
Het is een leerzaam boek. Niet alleen voor de buitenlander die de Nederlander als bijzonder mens in deze wereld wil leren kennen, maar ook voor die Nederlander zelf om te weten hoe er naar hem en haar wordt gekeken, en belangrijker wat er over hen gezegd wordt. Zijn het aannames of beoordelingen, vooroordelen of vanzelfsprekendheden. Naar aanleiding van geraadpleegde literatuur, gelezen boeken en geopende bronnen kon Van Gompel dit standaardwerk maken. Maar van meer waarde zijn de mensen waarmee hij heeft gesproken, die hem uit de doeken hebben gedaan waarom de Nederlanders zo Nederlands zijn. Het is een interessant naslagwerk om de Nederlander te leren kennen. Om te weten waarom hij zich zo presenteert. Hoe de wereld naar hem kijkt en hoe hij naar de wereld kijkt, én hoe men onderling naar elkaar kijkt.
Een aantal landkaarten ontvouwt het leefgebied van de Nederlander. De omgeving waar hij zich veilig voelt en dat met hand en tand schijnt te moeten worden verdedigd. De Nederlander is trots op Nederland en dat mag iedereen weten. Hoe dit zo is gekomen en waarom dat zo door de tijden klinkt, op die vraag geeft Patrick van Gompel het antwoord. Verschillende antwoorden, want geen mens is gelijk – ook de Nederlander niet. Het boek leest prettig, vlot zonder voetnoten en verwijzingen. Tussen de tekst door zijn liedteksten gestrooid, songs waarin Nederland op muziek is gezet. Deze liedjes staan in een speellijst achterin het boek opgesomt. Te beluisteren via het digitale Spotify. Nog eens bladerend door het boek hoor ik op de achtergrond ‘Veerpont’ van Drs.P en ‘Pa’ van Doe Maar of ‘Ben ik te min’ van Armand en ‘Zwart wit’ van Frank Boeijen.
NOU EN. Waarom de Nederlanders zo Nederlands zijn. Patrick van Gompel. Uitgeverij Vrijdag, 2023.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 1 month
Text
HOE COMPLEET TE VERDWIJNEN IN DE KUNST VAN EDWIN SMET
Tumblr media Tumblr media
De kunst van Edwin Smet duiden is een hachelijke zaak. De abstracte composities geven niet meteen oorzaak en gevolg prijs. Het blijft vaag wat de reden is dat het er is. Toch doe ik een poging. Ik neem de moeite om de beelden in de zorgvuldig afgewerkte uitgave tot me te nemen en er iets in te zoeken, van te vinden. Het boekje is handmatig gebonden in een oplage van slechts 60 genummerde exemplaren. Het touwtje dat de bladen bijeen houdt is met aandacht geknoopt. Met net zoveel concentratie gevlochten als dat het werk erin opgenomen is vervaardigd. Het boekje geeft een klein inzicht in de portfolio van de kunstenaar. Dat inzicht verhaalt in beeld over de thema's precariteit en solidariteit. Onzekerheid en saamhorigheid.
Schildertape is het handelsmerk van Edwin Smet. Niet als grossier in verfmaterialen, maar in de hoedanigheid van kunstenaar. Hij gebruikt het plakband gemaakt van houtpulp en kleefstof niet waar deze oorspronkelijk voor bedoeld is. Hij plakt het niet langs de rand van een venster om het glas te behoeden voor spatten en streken wanneer het kozijn geverfd wordt. Smet is geen huisschilder, hij is kunstschilder. Met de tape beplakt hij zijn werk om het in principe waardeloze materiaal onderdeel te laten zijn van de compositie, het waardevol te maken. In zijn visie heeft het onbelangrijke materiaal betekenis. Voor de huis-, tuin- en keukenschilder is de tape afgerold enkel van waarde bij het verven, zolang maar daarna niet meer en wordt het onbruikbaar weggegooid. Zo niet bij Smet. Het overleeft de kliko nadat het geplakt is, het behoudt een functie. In onder meer het mij voorliggende boekje laat Smet zien hoe de tape door zijn handen geconserveerd is.
Tumblr media
In coronatijd bleek het volk solidair. Stond men als homogene groep massaal op tegen het virus. Een klein aantal evenwel sloten zich heterogeen daarvoor uit en af. Want blijken er niet altijd uitzonderingen op de regel te zijn? Terwijl veel deuren gesloten bleven en er weinige nog opengingen, trok men zich schijnbaar gehoorzaam en gedwee terug in de huizen. Op enkele dwarsliggers na. Maar zonder dwarsliggers ontspoort een samenleving, zij houden de maatschappij bij de les ondanks dat ze meestal uit hun nek kletsen. Zonder bielzen onder de rails ontspoort de trein. 
Het is niet die solidariteit welke Smet voor ogen heeft in zijn werk, veronderstel ik. Hij werd geïnspireerd door gestapelde tafels en stoelen in het café om de hoek. Werkloos werden deze in de pandemie aan de kant gezet, wachtend op betere openingstijden. Niemand kon er aanschuiven, niets mocht er zijn, geen activiteit, geen plezier. Niets, deuren op slot en lichten uit. Die metafoor van saamhorigheid in de gestapelde meubelstukken was voor Smet reden deze in min of meer abstracte composities te verwerken. De tafel is inspiratie, in het beeld van Smet heeft het nog de functie van dragen en schragen. Evengoed kan ik langs de poten kijken, en als door een poort ziende ontvouwt zich het landschap daar achterliggend. Geen landschap zoals dat zich normaal gesproken voor mijn ogen uitstrekt, maar een onherbergzame omgeving waarin een onheilspellende toekomst opdoemt. Helemaal in stijl van de huidige toestand in de wereld. 
Tumblr media
Het is zo, zoals het is. De kunstenaar schouwt zijn wereld. Overziet en overdenkt. Geeft commentaar in beelden. Niet meteen wordt het zo opgevat als dat het zich openbaart, maar wie anders kijkt en doorziet zal de boodschap ofwel het verhaal herkennen. In de achterliggende periode van covid bleek de bevolking opeens het Nederlandse volk. Kende de Nederlander geen verschil meer onderling en werden hindernissen geslecht, want het virus overkwam ons allemaal. Maar na die crisis viel alles weer weg en trokken de muren opnieuw op. Werden de oude gewoonten en manieren haastig opgepakt en nagelopen. Edwin Smet zag dit allemaal aan, bezag zijn omgeving en zette daarbij kanttekeningen en voetnoten. Verbeelden zijn schilderijen eerst het samenwerken, het ondersteunen van zwakkeren, dat hij inspireerde op dus de gestapelde tafels in de horeca. Verticale poten die een horizontale dwarsligger ondersteunen. Daarna beeldt hij de onzekere toekomst uit. Een zwart gat zuigt de omgeving naar zich toe. Want de toekomst is onzeker.
De kunstenaar heeft een voorkeur voor de boom als onderwerp in zijn schilderijen. Nadat de tafel uitgebreid is doorgezaagd, zet Smet gedreven een boom op. De tape in het beeld vormt het bos, zetten de stammen en maken de takken. Het is een lawaaiig woud, het hout staat niet netjes in het gelid. Op rijen zoals de Nederlandse bossen zijn aangeplant. Het is in de geest van Smet een wirwar aan laag houtgewas, een sprokkelbos. En veelal verzamelen de dunne stammen zich rond een open plek of een kleine plas. Zag ik tussen de tafelpoten in schemer de morgen gloren, de komende tijd opdoemen, in het bos is de dageraad ongewis. Er ligt een onheilspellende sfeer op de loer tussen de bomen. Spiegelt het hout zich in water, op andere plekken ligt het voor dood aan de voeten van stammen. Hoewel het beeld klaar en helder is, is de sfeer duister en dreigend. 
Tumblr media
Smet weet die onzekere toekomst, het wankele kompas waarop de wereld koerst, in schimmige composities te duiden. In het acryl en de vernis op doek vergeet ik dat tape is gebruikt voor de afbeelding. Het is de zetting van de schildering, het gebruik van kleurcombinaties, die de sfeer bepalen. Daarover strekken rechte lijnen zich uit. Krommen inkt en houtskool zich in speelse strepen. In het essentiële surrealisme is een werkelijk gevoel weergegeven. De sfeerbeelden drukken onmiskenbaar de actualiteit af en uit. Het is minder een abstracte vormgeving, en meer een gelaagd opgebouwde en schematisch beschouwde realiteit. Waarin een kwetsbaar wegwerpproduct een belangrijk element is geworden. Ik kan beschutting zoeken onder de tafel, veilig beschermd door het blad wanneer de hemel naar beneden komt. Of ik kan me terugtrekken tussen het hout en me concentreren in stilte. Mij beraden op de neergang van de aarde. Filosoferen over opbouw en afbraak, over de afgrond waarnaar wij met zijn allen onderweg zijn. De kunst van Edwin Smet houdt mij dan nog even op de been. In zijn composities kan ik mentaal beschutting vinden. Het werpt een nieuw licht op de zaak wanneer hij voor mij een wereld inricht: een plek om te landen en naar de hemel te reiken. “How to disappear completely”, voor het moment van de beschouwing verdwenen in de tijd van Edwin Smet. Volkomen volledig. Dat is mijn duidng.
Precariteit / Solidariteit. Recent werk 2022-2024. Edwin Smet. Publicatie in eigen beheer uitgegeven. Gelimiteerde editie bij solo-expositie in CaroArtGallery Deventer, februari-maart 2024.
2 notes · View notes
jurjenkvanderhoek · 1 month
Text
AANWEZIG BIJ PETER VAN LIER VOEL IK MIJ AANGESPROKEN
Tumblr media
Het is mijn gewoonte om tijdens het lezen van een boek alinea's van belang aan te strepen. Fragmenten in de tekst die ik belangrijk acht om achteraf nog eens over en door te lezen. Om op die manier mijn bespreking van het boek inhoud te geven. De uitgave “Geachte afwezigen, Het verweer van de poëzie” door Peter van Lier ziet er na lezing nogal gestreept uit. Vrijwel elke alinea is steekhoudend om nog eens te lezen. Daarom las ik het boek tweemaal voordat ik me ertoe kon zetten er een eigen tekst tegenaan te schrijven. Eenmaal om de woorden te lezen, andermaal om de tekst te doorzien en toen was ik verkocht. Om de aanwezigheid van de werkelijkheid van twee kanten te bezien las ik het boek eens en nog een keer. Door opnieuw en weer te lezen namelijk zie je details, merk je meer of zelfs andere werkelijkheden op dan dat je eerst zag.
Het verweer van de poëzie. Dat is op diverse manieren uit te leggen. Is het oppositie of juist defensief. Moet de poëzie verdedigt worden, en tegen wie dan. Of komt het in opstand, geeft het weerstand. Kan het zich persoonlijk verdedigen, met woorden betekenissen om zichzelf slaan. De vitters en de hekelaars, de muggenzifters en de mierenneukers, ofwel de critici een hak zetten. Van Lier hijst zich op de spreekkist, gaat op de praatstoel zitten en richt het woord tot mij de lezer. “Geachte afwezigen,” heft hij aan. Ik kijk om en inderdaad ik ben alleen in de ruimte, mijn kamer. Hij spreekt mij dus niet aan, maar de mensen die er niet zijn; de afwezigen. Ik voel me niet aangesproken daarom en ben een en al oor, zeker nadat ik tot tweemaal toe de aanwezige was. Maar ik zal beter moeten weten, want ik was afwezig en raak door de schrijver bij de les. Ik dagdroom niet langer uit het vensterraam van de taal, maar wordt wakker geschud door Van Liers’ filosofische intuïties en poëtische bevindingen.
Tumblr media
Het verweer is niet de individuele verdediging van Peter van Lier om de poëzie terug binnen de werkelijkheid te plaatsen. Het zijn de wapens van anderen die hij in de strijd gooit. Door de gedichten van een voorgaande generatie dichters en van dichtende generatiegenoten voor mij door te lichten en uit te leggen scherpt Van Lier mijn geest. Pas in het laatste essay besef ik zijn reden dit boek geschreven te hebben. Dan is hij niet meer de onderwijzer, de onderzoeker die zijn eigen poëtische fascinaties in een ruimere context plaatst, de leegte bestrijdt. Hierin blijft hij bij zichzelf en plaatst zich terug in de opvoeding. Komt in verweer tegen zijn constructief aangelegde vader, of maakt paradoxaal een buiging voor ‘ons’ pap. Toch achteraf. “…mijn vader het had over de vele jaren die het licht van verre sterren erover doet om ons te bereiken en dat een ziel dus ook wel heel lang onderweg zal zijn om de hemel te bereiken.”
Aldus is de hele bundel in 24 korte verhalen geen verweer. Van Lier hoeft zich als dichter niet te verdedigen voor het dichtwerk. Het is veeleer een eerbetoon aan het vrije vers, de moderne poëzie. Deze dichtkunst heeft een grond, een groei en een bloei. Peter van Lier is de tuinman die mij wijst op prachtige bloemen, geurend en kleurend in de ochtendzon. Hij geeft aanwijzingen hoe de tere planten te determineren, deze met zachtheid te behandelen om een bloeiend en voor mij boeiend resultaat te creëren. Niet filosofisch onderlegd leest het boek van Peter van Lier voor mij toch niet onbekend. Ik kan een lange wandeling met de schrijver ervan meedenken, maar soms slaat hij een pad in dat mij welhaast doet verdwalen. Ik raak hem kwijt, tast in het niets buiten de werkelijkheid, maar hij vindt mij terug binnen woorden die zijn zinnen vormen. Waar ik de richting kwijt ben en telkens op een doodlopende weg stuit, neemt hij mij in zijn tekst weer bij de hand en leidt mij bijdehand terug op het juiste pad.
Tumblr media
Het ‘Geachte afwezigen,’ is verre van een droog boek, niet ‘geen doorkomen aan’, geen harde noot die gekraakt moet worden. Hoewel de taal gangbaar is zweeft het gevoel nog weleens boven mijn werkelijkheid weg. Geen vaktaal, maar wel filosofische redes. Van Lier is een boeiend verteller, geen docerend uitlegger. Ik lees bij hem niet de les, maar hij geeft mij wel uitleg over zijn visie. Leest de dichter en bespreekt het werk. Probeert de woorden voor mij duidelijk te maken. Zijn filosofische achtergrond staat hem daarbij terzijde. Maar het is en blijft zijn visie en uitleg, hoewel hij wel andere uitleggers citeert om zijn standpunt te waarborgen. Soms in wat wollige uitspraken, een diep denker eigen. Maar niet vanaf een ivoren toren uitgesproken. Hij komt naast mij staan en wijst me op de elementen die zijn wereld kleuren en duiden. Op welke manier ik volgens hem de omgeving geschetst in poëzie kan benaderen en bewonderen. Dat is niet die van de rijmelarij, maar van de poëzie met een grote P. De dichter die de werkelijkheid buiten de realiteit beziet en in eigen ervaringstaal omschrijft. Daar kan ik op eigen houtje een weg in vinden, echter Van Lier reikt mij een gids aan zodat ik niet zal verdwalen in taal en betekenis.
Hij haalt het werk van dichters aan die voor zijn werk van belang zijn. Waarop hij zijn werk kan gronden. En tussen neus en lippen door verklaart hij dat werk van deze dichters. In zijn bewoordingen, zoals hij hun teksten opvat en van betekenis acht. Geen recensie maar een uitleg. Hij zit niet op de stoel van de criticus maar veeleer op de zitplaats van de leraar die niet belerend wil zijn. Hij geeft uitleg aan en legt lijntjes neer, knoopt combinaties en relaties aan elkaar. Zodat ik met andere ogen naar de woorden kijk, met rode oortjes de zinnen lees. Wist ik niet wat ik las. Was ik afwezig in mijn gedachten omdat andere zaken mijn aandacht afleiden van de moeilijkheidsgraad van deze door Van Lier aangehaalde poëzie.
Tumblr media
Foto: "De Zwartewaaldam bij Spijkenisse, met rechts het Hartelkanaal", Jannes Linders, 1990.
Gaat de magie ervan niet verloren wanneer het gedicht wordt uitgeplozen en op de zin en het woord wordt verduidelijkt. Peter van Lier lijkt dit nodig te vinden om de poëzie te verdedigen. Om het te kunnen plaatsen in en wapenen tegen de proza. In de eerste plaats dat van anderen en in het bijzonder zijn eigen dichtkunst. Het is schrijvers uitleg, ik kan het daarentegen anders interpreteren. Maar na lezing wordt mijn gedachte wel die kant op gestuurd. Ik kan het gedicht niet meer objectief en onbevangen tegemoet treden: het leest zoals Peter de uitleg eraan gegeven heeft. Eigenlijk zal ik eerst de geciteerde gedichten moeten lezen voordat er de uitleg van Van Lier op los gaat. Nu weet ik soms de strekking niet en begeef mij koud in de kennis van de schrijver. Hij weet mijn onkunde te omzeilen door op een leesbare manier te schrijven. Hij verlaagt voor mij drempels, opent deuren. Ik krijg een inkijk in de filosofisch getinte poëzie. Maar het is slechts een glimp van waarde, de echte parels blijven in de schelpen. Ik zal mij de albums aanschaffen, mij inlezen in de overgenomen en toegewijd uitgeweide poëzie. Om zo de hogere dichtkunst mij enigszins eigen te maken. In het verweer schoot Peter van Lier met scherp en raakte wat mij betreft doel.
Geachte afwezigen, Het verweer van de poëzie. Peter van Lier. Poëziecentrum, 2017.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 1 month
Text
BE RARE: ZELDZAAM GOEDE MUZIEK
Tumblr media
Het is jammer dat de muziek van Eddy Koetsier en zijn compagnon Ad Bos niet meer airplay krijgt via radiostations en muziekzenders. Dat het werk van de vrienden, musicerend onder de pseudoniemen Eddy O'Kaye en Whizzy Adrian, daardoor nauwelijks aandacht krijgt onder het publiek. Het heeft de potentie om dansvloeren zwetend bemenst te krijgen. Met muzikale makkers heeft het duo een muziekgroep gevormd, de Blue Tape Band (BTB). Daarmee is een muzieklandschap gecreëerd dat staat als een huis. Door de jaren heen zijn de klanken bij geschaafd, de tonen recht gezet en de teksten diepzinnig geschreven. Eddy tikt inmiddels ruim de 70 aan en weet van toeten en blazen, kent het klappen van de zweep en zet haren op snaren.
BTB, dat is vrolijke muziek die voor een glimlach kan zorgen in deze pessimistische tijden. Het is echter niet commercieel, want geld verdienen met de muziek hoeven de heren niet meer. Uit de onkosten komen is genoeg. Daardoor kunnen ze een eigen koers varen, hoeven niet mee te zeilen met de winden die gangbaar en hedendaags zijn. Kunnen door de brede smaak en kennis van de popmuziek een legio aan bekende klanken invoegen. Als muzikale kunstenaars staan ze in de tradities van hun voorgangers en collega’s die hen inspireren om tot eigenstandige ideeën te komen. Deze ingevingen zijn niet oubollig of achterhaald, eerder is het aan te merken als klassieke muziek binnen het idioom van de populaire muziek.
Tumblr media
Gebruikmakend van alle gemakken die een studio biedt om een muur van muziek te creëren waartegen de zang als behang geplakt is. Maar deze omschrijving doet hieraan geen goed, want dan zou de muziek welhaast muzak worden en dat is het zeker niet. Het is muziek om naar te luisteren, met aandacht om iedere component op de juiste plek te zetten. Geen klanken voor de achtergrond tijdens het winkelen of iets dergelijks. Eddy en zijn muzikale vrienden dienen gehoord te worden, beluisterd, met aandacht.
Be Rare!, een album van 2016, uitgebracht in eigen beheer zoals vrijwel al zijn werk dat is, brengt mij in sferen van weleer, een stemming die ik nog weleens mis in de huidige muziekscene. Dat wil niet zeggen dat het oeuvre van Koetsier stof verzameld, dat het niet langer van hier en nu is. Het klinkt zeker eigentijds, het combineert kennis met realiteit. De kennis, de wetenschap opgedaan over en met de muziek in de voorbije decennia, brengt hij samen met klanken die nu uit radio en van playlists komen.
Het album opent met een ballroom gelijkende song, meteen ben ik binnen in de studio van Blue Tape. Ik hoef niet te acclimatiseren, gelijk al heeft de band mij bij de kladden. Rock’n’Roll Remedy is geheel in stijl om het feestalbum te openen. Optimistisch en vrolijk kan ik de sfeer op de plaat het best omschrijven. De arrangementen zitten vol creatieve vondsten, overgangen en opvullingen die bij meerdere keren beluisteren komen bovendrijven. Want dat heeft BTB nodig, een serieus oor dat te luister wordt gelegd.
De teksten zijn veelal autobiografisch, want het is Eddy waar Koetsier mee van doen heeft. Het dicht bij zichzelf blijven maakt de songs herkenbaar. De zangstem is transparant, te dun en nauwelijks dragend in het gestroomlijnde geweld van toetsen en gitaren. Het vocale geluid van Eddy past beter in de ballads, de liedjes waarin het verhaal de meest belangrijke component is. Geen uptempo, de zanger moet de tijd hebben de muziek vocaal in te vullen. Anders wordt het te schreeuwerig en is minder melodieus.
Tumblr media
De verzamelde muzikanten zijn gepokt en gemazeld, hebben veel zalen gezien en podia beklommen. Maar ze zijn vooral op hun plek in de studio waar ze zich kunnen wijden aan het vakkundig muzikaal versieren van de nummers. Door ervaring kunnen ze experimenteren, maar voortdurend blijft daarbij de melodieuze versiering intact. In de arrangementen klinkt het verleden, er is dankbaar gebruikt gemaakt van melodieën die al eens eerder werden getoonzet. Niet dat de composities daardoor samenraapsels aan ideeën zijn geworden, geenszins een muzikale collage. Eddy en Ad hebben wat ooit door anderen de ether is ingestuurd perfect gepast in de eigen sound. Daardoor zijn er flarden herkenning in de voor het publiek, door voornoemde redenen, onbekende muziek. Het is alsof je het ergens ooit eens eerder hebt gehoord, een soort van muzikale déjà vu.
BTB is een ongewoon Nederlands product dat met kop en schouders boven de Friese bries uitsteekt. Muziek die over de grenzen gaat, wanneer de autoriteiten van de media deze maar op zouden pakken. Onbekend maakt onbemind gaat helaas letterlijk op. Eddy Koetsier maakt zijn werk zelf dan maar wereldkundig door het op diverse digitale playlists te plaatsen en het te laten klinken op een website van de eigen uitgeverij. Want dat is het wel, uitgebracht in eigen beheer. Hij heeft alles zelf in de hand. Het voortraject van inspiratie, uitwerken, schrijven en componeren. De gespeelde klanken in de vingers en het gehoor krijgen, arrangeren en orkestreren, bijschaven en versieren. Gastmuzikanten vragen en het resultaat opnemen. De productie zelf ter hand nemen. Maar ook de distributie vanuit het woonhuis organiseren. Zelf bij de omroep aankloppen.
Optreden hoort echter minder bij deze verspreiding van zijn muziek. Dat stad en land afreizen was van toen, nu wordt er meer gewerkt vanuit de studio en zal de muziek via cd en het wereldwijde web de openbaarheid in moeten. En zolang het geen steun krijgt van de mensen die invloed hebben op de scène blijft het een randverschijnsel, een aantekening in de marge. Maar Eddy en Ad laten zich niet uit het veld slaan, ze gaan onverdroten door met hetgeen ze het liefst doen. En natuurlijk maak je niet alleen muziek voor jezelf, zoals een kunstenaar een compositie voor het volk maakt. Het moet de wereld in, de aarde over. Het moet gehoord worden. Kan het niet linksom dan moet het maar rechtsom. Het is zeldzaam goede muziek: be rare. Dat blijft het, helaas.
BTB Be rare! Blue Tape Band. Eddy O’Kaye en Ad Bos. Beaty Bee Publishing, 2016.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 2 months
Text
ADRI DE BOER IS DE FRYSKE STEF BOS
Tumblr media
Meer nog dan liedjeszanger is hij een verhalenverteller. Natuurlijk, de zang neemt het grootste deel van zijn repertoire in, maar wie eens een optreden van Adri de Boer heeft meegemaakt weet dat de man goed van de tongriem gesneden is. Een kort verhaal leidt ieder lied in. Een autobiografische anekdote met meestal een kwinkslag om zijn optreden op te vrolijken. Hoewel Adri graag liedjes brengt die mensen in het hart raken, doet hij dat opgewekt en welgemoed. Aardigheden over zijn jeugd bijvoorbeeld. Over wat hij heeft meegemaakt in leven en werk. Natuurlijk is altijd het verleden onderwerp, de reden waarom het lied dat gezongen wordt er is. Het verleden, daar groeit het heden op naar de toekomst. Wat gister was weet je vandaag, morgen is aanstaande.
Die vermakelijke verhalen, om gezang af te wisselen met gesproken woord en in het optreden een doorgaande lijn te bewaren, gaan natuurlijk niet mee op cd. Jammer eigenlijk, want deze achtergronden geven de songs meer sfeer. Dan weet je wat de inspiratie is voor de liedtekst. Eigenlijk kan De Boer niet zonder optreden en is de opname bijzaak. Als archivering van zijn kunsten. Het podiumvirus en de plankenkoorts houden hem scherp. Het contact met zijn publiek is van belang voor inhoud en boodschap. Adri verkoopt de cd's na afloop van een optreden, zodat de bezoeker het verhaal dan al mee gekregen heeft. In gedachten heeft, terugdenkend aan dat concert. Zich eraan herinnert wanneer de schijf in de speler gaat en de titels één voor één of random worden gespeeld. Het optreden is daarmee onlosmakelijk verbonden met de geluidsdrager.
Tumblr media
Maar Adri de Boer is geen podiumbeest, hij springt niet als Mick Jagger over de bühne. Hij zit rustig achter het keyboard of staat met een gitaar om de nek. Van huis uit is Adri organist, maar omdat hij het op den duur lastig begon te vinden om statisch zittend achter de toetsen te zingen leerde hij zichzelf het gitaarspel. Dat geeft hem meer vrijheid, hoewel hij nog regelmatig achter het keyboard kruipt. Vol vuur brengt hij zijn repertoire ten gehore. Dat vuur van de liedjessmid smeult van binnen en geeft hem elan als zanger en muzikant. De Boer heeft zichtbaar en hoorbaar plezier in zijn werk dat voor hem een hobby is.
In het Friese muziekland heeft hij met zijn eigen repertoire en vertaald werk van over de grens zijn naam wel gevestigd. Het bracht hem prijzen en opdrachten. Komend vanuit de gospelhoek via hardrock werd hij troubadour. Hij ging toeren met een eigen Friestalige band: Adri en Sa. En zo rolde hij als vanzelf in het Friese circuit, in het Friestalige lied. Hij vond zichzelf in die taal, want de liedjes konden nu zo uit het hart komen, zijn hart. Melancholische luisterliedjes, maar ook luchtig en vrolijk.
Tumblr media
De vertaalslag van memmetaal naar moerstaal hoeft niet meer te worden gemaakt. Zo blijft het gevoel, de emotie, in de oorsprong behouden. En legt deze intuïtie naast liedjes van anderen, door dezelfde golflengte vertalen deze zich als vanzelf naar de taal waarin De Boer zichzelf is. Eenzelfde sfeer waarin hij zich thuis voelt. Daarom past het werk van Stef Bos hem ook zo goed. Als een warme jas trekt hij deze aan. Het straalt eenzelfde gemoedelijke stemming uit, weemoedig bijna. Maar gelaagd in duiding met een sociale moraal. Niet om stichtelijk te zijn, geen heilige boodschap maar wel diepzinniger dan het 13 in een dozijn liefdesliedje. Stef Bos heeft ook die inslag van verhalenverteller. Meer willen zeggen dan de woorden uitdrukken, meer brengen dan gehoord is. Tussen de regels door, in het ritme en de rijm, is de kerngedachte van het lied te vinden. Het is een opdracht die hij zichzelf heeft opgelegd om zijn steen bij te dragen aan een meer leefbare wereld. Ook Adri de Boer heeft die zendingsdrang om de harten van zijn toehoorders te raken.
Bos en De Boer gaven elkaar de hand. Vriendelijk en eensgezind. Adri zoekt uit het omvangrijke oeuvre van Stef de voor hem meest aansprekende verzen om te vertalen. Dat levert een beluisterbaar repertoire op om ermee langs uitverkochte zalen in Friesland en daarbuiten te trekken. En het betekent een bijzonder album, een muzikaal opgeruimde cd waar De Kast-basgitarist Sytse Broersma voor de productie tekent en -drummer Nico Outhuijse de mastering doet. Ook verzorgt Broersma samen met slagwerker Richard Veltman de ritmesectie. Terwijl Sido Post de nummers muzikaal versiert met diverse instrumenten. Dochter Lotte Broersma vult de zang in het slotnummer op, waar Stef Bos zelf het eerste nummer mee inzingt. Daarvoor leerde hij fonetisch een Fryske zin en sluit de song af in zijn moedertaal. Zoiets als Bløf en The Counting Crows, maar dan heel anders.
Tumblr media
De Nederlandse teksten laten zich goed overzetten in het Frysk. Waar Bos zingt over de taal van mijn hart kan De Boer dat, in dit geval met hulp van Andries Jelle de Jong, best zingen als de taal fan myn hert. En natuurlijk vind ik de hit van Stef Bos ook op dit album terug. De vertaling Papa is geen Heitie geworden, want dat riep Adri naar zijn vader wanneer hem iets niet zinde. Dus is het gewoon Heit geworden, maar heeft het verder dezelfde woorden en de eendere tendens gehouden. En natuurlijk is "Is dit nu later" landelijk net zo'n succesnummer als "Is dit no letter" in de provincie zal worden.
Adri de Boer brengt het werk van Bos in eigen arrangementen. Wanneer ik zijn cd beluister en een optreden bijwoon hoor ik niet Stef Bos die in de Friese taal zingt, maar ik beluister Adri de Boer die de woorden van Bos in het Frysk zingt. Op de bestaande melodie is een nieuwe instrumentatie gezet. Het maakt de liedjes tot vrolijke provinciale versies. De Fryske taal leent zich voor goedgehumeurde liederen. Droefgeestig verandert in die volksmond tot vrolijkheid. De Fries is geen zwartkijker, maar ziet de zonnige kant van het leven, de ljochte kant fan it libben, the bright side of life. Achter iedere wolk die over Friesland trekt ziet men de zon oplichten. In dat stralende humeur zingt Adri de Boer zijn liedjes. Hij heeft die verzen van Bos gekozen die deze stemming hebben. En in vertaling zelfs beter uit de verf komen. Want ook Bos vindt het een prachtige taal, die hij wel verstaat maar niet spreekt.
Tumblr media
De instrumentatie sluit naadloos op de zang aan, is een perfecte ondersteuning. De arrangementen zijn even opgeruimd als de zang die daar overheen is gezet. Blijmoedig dartelt De Boer door het repertoire. Hij is een opgewekte zanger, die hoorbaar muzikant is in hart en nieren, yn hert en siel. Stef Bos is content met de vertaling van zijn liedjes, zelfs positief jaloers. "Niets mooier voor een liedjesschrijver dan wanneer een ander in een andere taal een lied een ander leven geeft." Hij houdt van de vrije vertalingen, laat hij zijn mening afdrukken op de hoes van de cd, en houdt van de stijlvolle muzikale invulling. Het gaat niet om de zanger maar om het lied. “Het is een eer voor mij om met deze songs ook een beetje in het Fries te bestaan.”
LETTER. De Boer sjongt Bos. Adri de Boer zingt werk van Stef Bos in het Frysk. Uitgave in eigen beheer, 2023.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 2 months
Text
EEN ALBUM AMICORUM, HET VRIENDENBOEK VAN DINAH KOHNSTAMM
Tumblr media
Het is schatgraven in een verborgen verleden. Het openen en doorbladeren van het album amicorum van Dinah Kohnstamm. Het boek, als rapport van het onderzoek, leest alsof ik kijk naar het populaire televisieprogramma. Daarin worden verbindingen gemaakt en dwarsverbindingen gelegd om tot een stamboom van de persoon in kwestie te komen. Die persoon in kwestie is in dit geval de schrijver van het mij voorliggende boek. Maar wetenschappers leggen voor haar niet de onderste steen boven, Annejet Leupen-Kohnstamm graaft zelf een voor haar verborgen verleden op. Het leven van haar oudtante via een vriendenboek, waarin een keur aan kleinoden zitten verborgen zo blijkt bij onderzoek. De map is op wonderbaarlijke wijze ontsnapt aan vernietiging tijdens de holocaust in de tweede wereldoorlog. Kohnstamm is van joodse afkomst en gaat in 1942 via Westerbork op transport naar haar eindpunt Auschwitz.
Het album amicorum is een al eeuwen oud literair genre. Met dat boek, dat nu een archief mag heten, heeft Dinah Kohnstamm een klein monument nagelaten. Het unieke document met bijdragen van kunstenaars en schrijvers geeft zicht op de wereld waarin Kohnstamm leefde en de mensen die zij in de periode aan het begin van de 20e eeuw in Nederland en Duitsland ontmoette. Volgens haar nicht misschien wel de meest creatieve tijd van haar leven. Een album amicorum kan een rijke bron zijn voor cultuurhistorisch onderzoek, stelt Leupen, voor informatie over sociale netwerken, literaire modes en ideeën van vriendschap. Het vriendenboek is een literaire voortzetting van het bekende poëziealbum, in de volksmond het poesiealbum waarin korte gedichten staan en schitterende plaatjes werden geplakt.
Tumblr media
De uitgave “Dinah Kohnstamm en haar album amicorum” is het verslag van het speurwerk in dat vriendenboek. In eerste instantie dacht Annejet Leupen het werk alleen te presenteren aan de familie. Sommige van haar neven en nichten raakten geïnteresseerd in het onderzoek, en onderzochten welke schilderijen en tekeningen bij hen aan de muur hingen en door wie ze gemaakt zijn. Gaandeweg haar onderzoek vond Leupen dan ook dat haar oudtante recht zou worden gedaan door de levensbeschrijving publiekelijk te publiceren. De getuigenis van het leven van Dinah Kohnstamm verdient het gelezen te worden. Door haar vrienden leren wij de mens kennen. Want welke zijn die vrienden en wat is hun relatie tot Dinah. Welk zicht geeft het op haar leefwereld en haar kunstenaarschap. Leupen merkte dat zo’n speurtocht door het verleden leuk en spannend is. Haar onderzoek brengt de wervelende tijd op het breukvlak van twee eeuwen tot leven. Op het gebied van economie, politiek, cultuur, kunststromingen, emancipatie van vrouwen en arbeiders wordt de oude wereld in die nieuwe tijd opgeschud.
Tumblr media
In het boek beschrijft Annejet Leupen eerst het leven van Dinah Kohnstamm voordat ze het vriendenboek voor de lezer openslaat. Haar afkomst, haar familie, haar opleiding en de toestand in de wereld. Voor Annejet kreeg haar oudtante langzamerhand steeds meer een gezicht, hoewel ze een figuur op afstand bleef. “Ik zag als het ware contouren van iemand die plotseling opduikt in dichte mist. (…) Ik werd gaandeweg nieuwsgieriger naar die karaktervolle vrouw met haar vele contacten. Hoie vaak heb ik mij niet afgevraagd: wie was zij, hoe leefde zij, wat dacht zij?” De kunstenaar Dinah was vooral vaardig op het gebied van kunstnaaldwerk, maar had ook talent voor de schilderkunst en het tekenen. Van haar hand zijn 15 schilderijen bewaard gebleven die getuigen van een traditioneel vakmanschap. Of zij een penseelprinses van gegoede komaf was of een broodschilderes die van haar kunst moest leven laat Leupen in het midden. Dinah was lid van kunstenaarsverenigingen en was sociaal en maatschappelijk betrokken. Het geloof speelde een grote rol in haar leven. Ondanks haar joodse achtergrond stapte zij op latere leeftijd over naar het orthodox protestantisme. Het kon de reden zijn waarom zij in 1942 niet op transport hoefde. Sociaal bewogen als ze was stapte ze echter met Godsvertrouwen en uit zorgzaamheid wel op de trein. “Sie steht auf den Standpunkt, dass sie den drei anderen Damen eine Stütze sein müsse. Dass sei sie verpflichtet. Sie glaubt, dass Gott ihr dieses aufgetragen habe.” Uit een bewaard gebleven brief, geschreven en gepost kort voor haar dood, spreekt de spanning en is de dreiging van het onomkeerbare voelbaar: kippenvel!
Tumblr media
Het album dat bewaard bleef door bemoeienis van de vader van de schrijver bevat tekeningen, gedichten, briefjes en briefkaarten, portretfoto’s en een concertprogramma. “Soms krijgt men in het atelier, / Een aangenaam bezoek op thee. / Men kijkt, men praat, de tijd is om, / Men zucht: och lieve tijd, waarom / Houd ik nu hier niet van mijn gast. / / Een zichtbaar souvenir, al was’t / Een woordje maar, een kreupeldicht, / Een krabbel of een schets wellicht, / Of, vol beteeknis door zijn faam / Niets als een neergeschreven naam. / / Daar is dit boek voor aangelegd, / Hier kan men makkelijk in terecht / Met pen of potlood of penseel, / Elk brengt zijn deel aan in ’t geheel / Elk vult een blaadje naar zijn aard, / En ’t wordt hier dankbaar in bewaard.” Dit gedicht van etser, lithograaf, vooraanstaand portretschilder, kunstcriticus en dichter Jan Veth opent het album amicorum van Kohnstamm. In dit poëtische vers geeft hij exact weer waartoe een dergelijk album kan dienen. En in de manier waarop het is gerijmd klinkt nog het minder intellectuele poesiealbum door.
Tumblr media
In haar boek beschrijft Annejet Leupen nauwgezet de inhoud van dat vriendenboek met naam en toenaam. Zij vindt diverse bijzondere documenten in het album. Omschrijft gedetailleerd de schilderende, schrijvende en musicerende vrienden die een bijdrage leverden. En van haar eigen, grote familie. Feitelijk is het een korte biografie die door Leupen bij iedere inbreng is gemaakt. De tekeningen en briefjes zijn weliswaar momentopnamen, stelt zij in haar boek, maar ze staan voor een specifieke tijd die weleens de belle epoque of het fin de siècle genoemd wordt. De horizon van Dinah Kohnstamm was breed blijkt uit haar vriendenboek. Ze kende veel bekende mensen en had een grote interesse. Het album is een momentopname waaruit valt op te maken hoe Dinah in het leven stond. Voor Leupen is het album een kijkdoos met kleurrijke decors. Voor de lezer van haar boek geeft het zicht op de periode tussen 1900 en 1920.
Vertrouwde namen passeren de revue, namen waarvan de levens bekend zijn. Maar ook minder grote namen, waarmee Leupen moeite had deze uit de archieven omhoog te halen. Maar haar enthousiasme maakte de stoffige zoektocht tot helder speurwerk. Voor mijn ogen komt het sociale en culturele netwerk waarvan Dinah Kohnstamm deel uitmaakte via haar boek aan het licht. Hoewel de schrijver veel zaken aan de documenten weet te koppelen, blijft zij in sommige gevallen toch met vraagtekens zitten. Zo is een vraag hoe de vriendschappen tussen Dinah en de deelnemers aan het album zijn ontstaan. In welke omgeving kwamen zij elkaar tegen? Voor de nog onbeantwoorde vragen is verder onderzoek nodig omdat de uitkomst ervan interessant schijnt om het verhaal sluitend te maken. Je zou kunnen stellen dat dit boek over deze album amicorum een levend document is, waaraan in een volgende druk en een daaropvolgende herziene uitgave nog feiten kunnen worden toegevoegd.
Dinah Kohnstamm en haar album amicorum. Tekst: Annejet Leupen-Kohnstamm. Illustraties: documenten en tekeningen uit het album. Uitgave: Van Spijk Art Books, 2023.
Van 18 november 2023 tot en met 14 april 2024 maakt de bezoeker van het Noord-Veluws Museum kennis met de diepgelovige, dappere, joodse vrouw Dinah Kohnstamm. De expositie toont het weinige werk dat van haar bewaard is gebleven, maar vooral ook haar album amicorum, het vriendenboekje waarin familieleden en bevriende kunstenaars een bijdrage leverden in de vorm van een tekening, schilderijtje, tekst of zelfs van een compositie.
1 note · View note
jurjenkvanderhoek · 2 months
Text
EEN LEGERING VAN HUMOR EN GEESTIGHEID
Tumblr media Tumblr media
Het tekenen is allang geen ondergeschoven kindje meer in de kunst met een grote K. Was het eerder de aanzet voor een kunstwerk, in schets de opzet van een schilderij of beeldhouwwerk, nu is het een volwaardige solitaire compositie in zichzelf. De tekening kan nog wel de opstap zijn om een vorm in de vingers te krijgen, maar het kan tevens de resulterende uitdrukking best al zijn. Het tekenen is een volwaardige kunstvorm. De tekenaar is een professionele kunstenaar.
Tekenen kan in alle stijlen en binnen alle stromingen plaatsvinden. Maar het isme van Peter van der Weij is nauwelijks in een vakje beschikbaar, daarom heeft hij zelf een stroming bedacht en daaraan een naam gegeven: inkisme. Want alle tekeningen die hij produceert worden getekend met kroontjespen en inkt, zwart dan wel wit. Ook wel maakt hij gebruik van een penseel om zwarte vlakken in te kleuren. In zijn uitgave INKISME heeft Van der Weij een selectie tekeningen samengebracht, die hij in de afgelopen drie jaar heeft gemaakt. Het zijn realistische composities overgoten met een dikke vleug sur. Deze surrealistische kunstwerken komen uit de pen van de morosoof, zoals hij zich in het boekwerkje aan mij voorstelt. Hij is een waangeleerde, zijn tekeningen zijn van een bizarre en ongerijmde kwaliteit. Niet ontsproten uit zijn brein. Daar heeft zich een vogelpaar met drie kuikens gevestigd, althans in zijn weelderige haardos. Zijn brein spuit uit een inktpot en Peter meldt zich als een duvel uit een doosje.
Tumblr media
Het brein, de klomp hersenen, is wel een inspiratie voor deze tekenaar die met zijn werk uitstekend zal passen in een satirisch stripblad als MAD magazine. De hersenen krijgen uit zijn pen verschillende functies en gedaanten. Niet alleen is het een orgaan om handelingen mee aan te sturen, om te beseffen dat je er bent, om gedachten te lezen en om zaken te onthouden voor deze vergeten zijn. De hersenen kortom zijn het hart van het lichaam. Maar Van der Weij neemt die harde schijf uit de behuizing en geeft het de ruimte in de cloud. In zijn gedachten, of moet ik schrijven in zijn waanideeën, is het brein een brain fish. Een nieuwe loot aan het geslacht van straalvinnige vissen uit de familie van hengelaarvissen, levend in de diepere zeeën. Nogal haatdragend met zijn scherpe tanden. Het brein lijkt verder een kazige lekkernij voor muizen, echter het gepieker en getob over kleinigheden trekt de ongediertjes juist aan. Het brein is geen kip zonder kop, maar een hond zonder hoofd die zijn meningen overal stinkend uitpoept. Het brein steekt als een struisvogel de kop in het zand: "This is my point of view! Do your own research!"
Ik kan het zo gek niet bedenken of Peter van der Weij doet het voor mij. Want woont het brein in een slakkenhuis dan is dat langzaam denken. Hersenen kunnen gegeten worden als rijkgevulde Big Mac. Want het consumeren van hersenkronkels zal een mens slimmer maken, vooral wanneer er een boek tussen sla en komkommer steekt. Een gestreepte trui hangt aan de lijn of is in gevecht met een knaapje. Ook verpleegt de trui gedachten en geeft het brein de fles. Van der Weij is kortom geobsedeerd door het intellect dat huist in de bovenkamer. In zijn idee kan het meer dan opgesloten acteren en produceren. De tekenaar is hersenchirurg en bevrijdt de kronkels om er paddenstoelen mee te potdekselen, een brood van te bakken dat aangesneden zicht geeft op de sterrenhemel.
Tumblr media
Op verschillende bladen portretteert de tekenaar zichzelf gestoken in die eerder genoemde gestreepte trui. Heel bedachtzaam is de plaat waarin hij uit een schilderijlijst probeert te breken, want trekt hij mij in de tekening of trek ik hem eruit. En hij voelt zich de tovenaar van verveling wanneer de inspiratie niet wil vlotten en het blad maagdelijk leeg blijft. De lusteloosheid is eentonig. De kunstenaar denkt evenwichtig en jongleert met het penseel. Peter van der Weij benadert het vak ambachtelijk. Als tekenaar zwart hij de witte vellen. Maar hij is ook kunstenaar in het hier en nu, dus kleurt hij tekeningen digitaal in. Niet alle, alleen die welke deze invulling nodig hebben om meer dan normaal aan te spreken. Het ontwerp voor een affiche ter promotie van een tournee van enkele gitaristen bijvoorbeeld. Een surrealistische afbeelding van een locomotief die met een rij wagens over het spoor van een gitaarhals uit een veterschoen vertrekt. Een andere plaat geeft een blik in de ruimte met rondvliegende kledingstukken en sportschoenen. Het tilt op van puin in het heelal, een even groot probleem als de plastic-oceaan. Hoewel ingekleurd zijn het trieste platen.
Tumblr media
Het is natuurlijk not done om het geheim van de tekeningen te ontrafelen. De afbeeldingen van Peter van der Weij moeten gezien worden en kunnen spreken zonder woorden, schreeuwen zonder geluid. Van der Weij heeft van het boekwerkje 500 exemplaren laten drukken; ze gaan als zoete broodjes laat hij me weten. Dus wees er snel bij om een exemplaar van dit kunstwerk, want dat is het boek op zichzelf al, te bemachtigen en te bezitten. Het is de moeite en het geld waard. De tekenaar heeft bij de tekeningen overigens zelf titels geschreven om deze toch nog enige duidelijkheid te geven. Maar feitelijk zou het zonder die naamgevingen moeten kunnen. Van der Weij heeft zo'n eenduidige manier van werken dat de betekenis in een enkele blik vanzelfsprekend zonneklaar kan zijn. Mits de beschouwer een fantastische manier van kijken heeft. Fantastisch in de zin van met een grote dosis fantasie. Want Van der Weij als rechtgeaarde morosoof heeft een ongebreidelde verbeelding. Zijn imaginaire droomwereld kent nauwelijks grenzen. En is daar al een limiet aan dan passeert hij deze met een visum. Op reis in het onbewuste of beter het onderbewuste om gekte met wijsheid te verbinden. Deze legering smelt humor en geestigheid samen.
INKISME. inkttekeningen met kroontjespen 2020-2023. Peter van der Weij. Eigen uitgave, februari 2024.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 2 months
Text
THE MAUREENS TOVERT EEN GLIMLACH OP IEDERS GEZICHT
Tumblr media
Op het moment dat ik de cd in de speler schuif schijnt de zon mijn kamer binnen. Ja, werkelijk. Het is voorjaar. Niet de meteorologische lente, maar muzikaal breekt de zon door het grijze wolkendek. Het is begin maart. Het album "Everyone smiles" van The Maureens is net anderhalve maand uit. Bij het ontluiken van de eerste sneeuwklokjes was deze er. Maar de muziek brengt nu al de zomer dichterbij. Met de aanstekelijke gitaarpop sla ik de lente makkelijk over. Wanneer ik de hoes bekijk kan ik een glimlach niet onderdrukken. Dat grappige rode figuurtje op die metalen raamuitzetter zet een vraagteken. Waar kijk ik naar. Is het een gimmick, een beeldgrap? De sound op de schijf is minder mysterieus.
De min of meer gedateerd klinkende klanken die uit mijn boksen komen zijn echter meer dan op de plek in het hedendaagse muzieklandschap. De bandleden hebben als het ware de stoffige muziek opgepoetst en er de eigen opgeruimde sound tegenaan gezet. De songs liggen prettig in het gehoor. Na enkele keren luisteren zing ik in elk geval de refreinen en neurie zo met de muziek mee. “The Maureens are the perfect soundtrack for a late summer night, though the band gives you that feeling just as easily on a sunday afternoon in February. Guitar pop inspired by the greats of the golden 60s and 70s; songs you hum along to after one listen!”, lees ik ergens op het internet. Ik had de sound van The Maureens niet beter kunnen omschrijven.
Tumblr media
De gitaarpop klinkt gelikt, maar heeft niet die geschaafde samenzang van The Beach Boys of Crosby, Stills and Nash. Het laat schijnbaar nog weleens een steekje vallen, maar het steekt daarentegen wel goed genaaid en gebonden in elkaar. Dat er eens een naadje los zit maakt de stijl juist heel wel te beluisteren. Niet alles hoeft zo perfect, het streven daarnaar kan alleen maar de ondergang van een dergelijke band betekenen. Waar die jaren 60 bands in dit genre als The Mama’s and The Papa’s en The Byrds nog transparante muziek maakten, dat jong oogde en nieuw klonk voor die tijd, is de muziek in handen van The Maureens volwassen geworden. Natuurlijk is daar de manier van opnemen in de studio mede debet aan.
De opnametechniek is in die 60 jaren vooruit gegaan en bij geschaafd. Daarom klinkt de klassieke westcoast nu modern en hedendaags. In het spel laat het oude tijden herleven, vooral voor de oude knarren die hun roots als luisteraar en muziekliefhebber vinden in die woelige jaren 60 van de vorige eeuw. Toen schijnbaar alles anders moest en niets houdbaar leek. The Maureens hebben net als hun illustere voorgangers in deze muziekstijl softrock en folkrock gecombineerd met country & western waar overheen strakke vocale harmonieën zijn gezet. Melancholische zang in de meeste songs. Lekker in het gehoor liggend, pakkend in sound en tekst. De jaren 60 klinken er waarlijk in door. Niet alleen die van de Amerikaanse westkust, maar ook van het Engelse Liverpool. Nog voor de beat zich ging toeleggen op het experiment. Gewoon het authentieke geluid van welhaast aan de wortels van de popmuziek. Ongecompliceerd.
Tumblr media
The Maureens brengt een compacte, weinig volgespeelde en gezongen stijl met korte en puntig door surfpop en jaren zestig garagerock beïnvloede nummers, met wel melancholieke teksten over vroeger. Met de jeugd en jeugdherinneringen als thema en rode draad. Maar dat wil niet zeggen dat het zwaarmoedig wordt, de band probeert altijd een hoopgevende, positieve draai aan de teksten te geven. De songs zijn autobiografisch, de tekstschrijver diept uit zijn eigen verleden en zet dat vrolijk in het heden. Natuurlijk speelt de liefde een rol, het is een vast gegeven, maar het zijn allesbehalve afgezaagde liefdesliedjes van 13 in een dozijn. Er is wel smart en treurnis, maar ergens raadt het mij aan de slechte dingen te bewaren voor een regenachtige dag.’ Always look at the bright side of life’, schijnt ook de lijfspreuk van The Maureens te zijn.
In de instrumentatie ondersteunt de basgitaar treffend de gitaren. Waar de slag de solo bijstaat. De sologitaar soleert niet om de virtuositeit in het spel te laten horen, maar neemt in de instrumentale gedeelten de zang over. Zingt de melodie. Zo zijn er gezongen woorden en woordloze teksten. De drums onderwijl zetten een duidelijk ritme dat de maat houdt. Strak en stevig, zonder veel opsmuk en tromgeroffel. Niemand in de band treedt op de voorgrond, niemand hoeft uit te blinken. Alle vier hebben ze evenveel inbreng. Natuurlijk komt de zang het meest sterk naar voren, anders zou deze wegzakken in het behang van geluid.
Tumblr media
De songs zitten degelijk in elkaar en zijn creatief dichtgetimmerd. Hoewel het uitstekende dansmuziek is hebben de songs zeker een diepere laag, een contemplatieve achtergrond. Mag The Maureens een Nederlandse band zijn, met wortels in Utrecht, het heeft een Amerikaanse sound. Het is zo open en transparant als de bands van de westcoast. Geen overproductie wat de speelsheid van de muziek tot een hoger niveau brengt. The Maureens hadden ook uitstekend uit San Francisco naar hier overgewaaid kunnen zijn. Maar eigenlijk is het wereldse muziek, overal op de plek waar de zee is en een strand aan de kust, een stralende zon en een cocktail binnen handbereik. Overigens zullen ze deze sfeer uitstekend in de binnenlanden van Afrika kunnen brengen, of op de toendras in Rusland. Het is niet de omgeving die de sfeer maakt, maar de muziek die de streek kleurt.
De band heeft met 'Everyone Smiles' een uitstekend werk verricht. Met deze muziek op de koptelefoon of door de oortjes zal het iedere luisteraar een glimlach rond de mond tonen. Wat zal het een vrolijke sfeer geven in trein, bus en langs de winkelstraat. Het brengt de zonnige westcoast naar het klagende lage land. Optimisme geeft waar de pessimisten welhaast de leiding nemen. Laat The Maureens los in de Kamer en de sfeer zal meteen omslaan. Laat het de huisband zijn in het torentje. De herkenningstune van het land. Volgend jaar op het Eurovisie in Utrecht wanneer Joost dit jaar het festival wint? Het zal wat mij betreft maar zo kunnen. Een Nederlandse band met een professioneel Amerikaans geluid. Hoe werelds wil je het hebben.
Everyone Smiles. The Maureens. Meritorio Records, 2024.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 2 months
Text
IN HET RITME VAN DE FRIESE POËZIE
Tumblr media
‘Rixt, pseudoniem van Hendrika Akke van Dorssen, was een Nederlandse dichteres die in het Fries publiceerde. Hoewel haar oeuvre gering van omvang is, heeft het niettemin een grote invloed gehad in het Friese taalgebied.’ Dit is de aanhef op Wikipedia, de online encyclopedie met op bijna elke vraag een antwoord, over de dichteres Rixt. Zij is de postume naamgever van het Friese dichterscollectief RIXT. Het collectief, in 2018 opgericht als voortzetting van de actiegroep Dichters fan Fryslân, laat zich inspireren door Van Dorssen: “Wa binn’ myn maten op dy wylde feart? Wa binn’ mei my, dy’t wyn noch romte keart?” De dichters van it Fryske Dichterskollektyf voelen zich vrienden in de letteren, daarom dragen zij in vereniging met trots de naam Rixt.
In 2023, het eerste lustrum van het collectief en een eeuw nadat Rixt als dichteres werd opgemerkt, zijn de leden van RIXT gevraagd werk te maken van en voor een te publiceren dichtbundel om deze feiten te vieren. Het collectief wil als vereniging en met de bundel het ideaal van zoals zij dat noemen ‘Fryslân en de wrâld’ waar maken en om de Friese poëzie te inspireren door het in de internationale kring van dichters te plaatsen en op de kaart te zetten. “Wy fine”, aldus RIXT, “dat de Fryske poëzy de kwaliteit hat om te klinken op poadia bûten Fryslân. Wy leauwe dat mear kontakten en ûtjeften de Fryske poëzy fitaal meitsje sille.”
Tumblr media
En natuurlijk lijkt proza en poëzie in de taal van de streek enkel op de plek tussen deze provinciale grenzen, maar het kan uitwaaieren verder het land in en de wereld over voor wie zich wil inleven in taal en streek. Hoewel de Friese dichter niet enkel in de Friese taal schrijft. Het collectief geeft ruimte aan dichters die wortels in Fryslân hebben of er van elders zich hebben gevestigd en zijn ingeburgerd. Daarom kent het Friese poëzielandschap een brede horizon. Zijn er uiteraard volop gedichten in het Frysk in de mij voorliggende bundel te vinden, maar lees ik tevens het Nederlands, Stellingwarfs en het Liwwadders dan wel een andere vorm van het stadsfries.
Voor de bundel hebben een vijftigtal dichters werk ingestuurd, waaruit een redactie een enkel gedicht per dichter heeft gekozen. Het is daardoor een bloemlezing geworden van wat er aan poëzie in het Friese wordt gecreëerd en geproduceerd. En of het een representatieve dwarsdoorsnede van het dichtveld is laat ik in het midden. Natuurlijk zullen er namen gemist worden, niet elke vereniging en ieder collectief is compleet. Er zullen altijd figuren in het moeras der vergetelheid weggezakt zijn, of anderen die zich niet wensen aan te sluiten bij een of ander gemeenschappelijk initiatief. Het Fryske Dichterskollektyf RIXT heeft met de lustrumbundel een poging gedaan het Friese dichten en de Friese dichters voor het voetlicht te brengen. Het is een selectie van werk van hun leden. Het is speciaal voor de bundel geschreven of al eerder gepubliceerd op de website van het collectief.
Tumblr media
Die dichtbundel waarover ik hier schrijf heeft de titel ‘It ritme van Rixt’ gekregen. Het ritme is belangrijk in de poëzie, net als het metrum. De termen overlappen elkaar in betekenis. Maar het metrum kan verschillende ritmes bevatten. De begrippen zijn nauw verbonden met de muziek, de poëzie schurkt aan tegen het gezongen lied. De driekwartsmaat bijvoorbeeld is de dactylus in het gedicht. Het ritme is het patroon van zware en lichte lettergrepen, ofwel lange en korte noten. Het metrum is dan het schema van sterke en zwakke lettergrepen, de versvoet. In de muziek de tijdsindeling van sterke en zwakke noten, de maat.
Het ritme is een vast onderdeel van het gedicht, niet weg te schrijven en te denken. Het rijm kan worden losgelaten, maar het ritme maakt een gedicht tot vers. Het laat een gedicht voor de vuist weg lezen, a prima vista. Het laat de woorden zingen als in een lied. Het maakt dubbelzinnigheid tot enkelvoud. Rijm en ritme is terug te vinden in de poëzie van H.A. van Dorssen (Rixt), maar het eerste wordt veelal weggeschreven in de gedichten van RIXT. Het veld is breed, zoals het Friese land hoge luchten kent, en loopt makkelijk van sonnet tot light verse. Het is hedendaagse poëzie waarin de moderne tijd reflecteert.
Tumblr media
Tussen de gedichten door is poëtische fotografie geplaatst. Deze geven in beeld commentaar op het woord. Waar de poëzie kleurig is in het beschrijven van zielenroerselen en belevingen, geven de foto’s een figuurlijk kleurloze kijk op het Friese landschap. Maar juist het scala aan grijze tinten geven de platen sfeer en maken het boek compleet. “dichtsje is dreame, dreame is dichtsje, is in dream fan taal” is de wapenspreuk van deze dichtbundel. En ergens lees ik dat dichters verhalenvertellers zijn, maar de saaie stukken mogen weggelaten waar de boekschrijvers deze gebruiken als sfeerbeeld. Het gedicht is een kernachtig en treffend verhaal, to the point. Vooral de spaties en lege regels spreken, daar woont de leegte, daarin vindt de lezer rust en kan beschouwend beredeneren. Poëzie is contemplatie, het geeft de taal verdieping. Het zegt meer met minder woorden. Geeft soms andere termen aan hetzelfde gevoel. De waarheid zweeft boven het papier zonder surrealistisch te willen zijn. Het woord speekt de emotie aan en ik verdrink in gepeins.
Tumblr media
“Skriuwerke op it wetter, / makkest do in letter? / Makkest do in wurd? / Skriuwerke op it wetter, / wat giest hurd.” Eenvoud in beschouwing, meervoud in begrip. En als de volwassene zich kind voelt, nog, dan “safolle knuffels by myn holle, / dat is fierste folle. / Ik pak myn alderleafste knuffelbear / mei de oaren koes ik in oare kear”. Poëzie kan eenvoudig zijn, het hoeft niet altijd zwaar op de hand of wereldproblemen uit te diepen. Het nieuws ligt op straat, de proza op het nachtkastje en de poëzie onder mijn kussen. Hoe meer persoonlijk het gedicht is, des te beter kan ik mij er in verwoorden, het beleven. Sluiten de woorden op mijn denkwereld aan. “Se sizze dat it maitiid is, ik fiel it net / ‘k wol it grien de grûn wol ynwâdzje / en snau tsjin de fûgels fan hâld jim de bek.” Want moeder is haar verleden vergeten, gister was ik nog haar kind en vandaag ben ik haar moeder en morgen misschien een vrouw.
It ritme van Rixt. 5 jier Dichterskollektyf RIXT, in seleksje mei 50 gedichten fan dichters út Fryslân. Redaksje Henk Dillerop, Nika Stefan, Bert Looper. Utjouwerij Louise, 2023.
1 note · View note
jurjenkvanderhoek · 2 months
Text
MARCEL REIJERMAN LAAT MIJ OVERAL WEL WAT IN ZIEN
Tumblr media
Met de uitgave ‘overal wel wat inzie’ van Marcel Reijerman ga ik terug in de tijd, zijn tijd. Bekijk ik nu nog tot 10 maart zijn werk in Galerie Getekend en leg daarnaast dit cahier dan vallen daar dingen in op. Uiteraard. Hoewel Reijerman een duidelijk eigen handschrift heeft, was dat 10 jaar geleden nog meer persoonlijk dan dat waar het nu op uit komt. De uitgave dateert van 2014 en lijkt in vergelijking met wat ik nu live kan zien inderdaad gedateerd. Maar het geeft wel een mooie inkijk in zijn groei als kunstenaar, net als de schetsboeken dat doen bij de tentoonstelling.
In vergelijking met waar hij nu staat in de kunst heeft dat oudere werk minder beeldcitaten. Marcel blijft meer bij zichzelf, bij het uitdrukken van zijn eigen indrukken. Waar hij vervolgens door kijken en beleven op uitkomt is het in zijn kunst gebruiken van beeldtaal door anderen gebezigd. Aan een eens eerder door een ander gemaakt beeld zijn eigen nieuwe gedachten koppelen en daaraan toevoegen. Of eigenlijk een hergebruiken van bestaande beeldelementen die passen in het verhaal dat Reijerman heeft te vertellen. Recycle kunst, niet op materiaal maar in beelden. Zo maakt hij nieuwe waardevolle beeltenissen door oude te bewerken. Het versterkt zijn kunst, want waarom zou je het wiel opnieuw uitvinden.
Tumblr media
Het is als het componeren van een muziekstuk. Er is gebruik te maken van bestaande maten en ritmes, maar deze net even een andere draai geven. De luisteraar hoort een bekende melodie, maar het klinkt toch precies iets anders. Zo krijgen de eens door een ander gemaakte beeldelementen in handen van Reijerman een nieuwe betekenis. Er valt iets te herkennen wanneer je deze in de overvloed van de enkele compositie ontdekt, maar heeft een wisselende indruk in combinatie met de elementen er omheen. Het is onderdeel geworden van een nieuwe compositie, klinkt anders en geeft een nieuwe blik. Dat is wat het nu is in de kunst van Reijerman. Dat vroegere werk wat nu in boekvorm mij voorligt heeft dit niet. Het is nog niet beïnvloedt door de buitenwereld en geeft een persoonlijke kijk op something in everything, op wat in overal.
‘Overal wel wat in zien’ omvatten 28 scheppende aanzetten, maar het hadden er eenvoudig meer kunnen zijn. Het is te zien als een inleiding op wat nog komen gaat. Op te merken als de aanleiding om op voort te borduren. Strikt naar de letter is deze met cahiersteek gebonden uitgave feitelijk een schetsboek. Het is de opmaat tot wat op dit moment te zien is bij Galerie Getekend of in Kunstgalerie De Bleyenhoeve. Wel uitgewerkte ideeën, maar geen snelle schetsen om de vorm in de vingers te krijgen. Op deze voorstellingen en denkbeelden kan Reijerman verder. Deze kan hij erbij pakken om nieuwe composities te creëren. Zoals hij later zal doen met werk van andere kunstenaars, kan hij zijn eigen ingevingen ook weer gebruiken, laten reïncarneren.
Tumblr media
De vormen in zijn tekeningen acteren synchroon aan elkaar. In zijn werk heerst geen hiërarchie. Alle onderdelen van de voorstelling zijn van betekenis, niets is meer belangrijk. De kijker kan door zijn oog te laten dwalen voor zichzelf wel iets meer naar voren laten komen waar wat anders in de achtergrond blijft. Maar zo heeft Reijerman het niet bedoeld. Dwalend door een verhaal dat geen begin heeft en geen einde kent met elementen uit de werkelijkheid vermengd met en gefilterd door dromen, fantasie en hallucinaties. Er is geen perspectief in de tekening, een werkwijze die verwijst naar de manier waarop in de Middeleeuwen en de Renaissance de schilders te werk gingen. Een tijd waarnaar Reijerman in zijn werk terug verlangt en dat hij als voorbeeld neemt. Expressief en sterk verinnerlijkt tegelijkertijd.
Vooraf aan de werken in “overal wel wat in zien” gaan enkele gedachten van de maker. Ook deze, net als de composities zelf, geven een inkijk in het proces van maken en scheppen. Voor Reijerman zit daarin een significant verschil. Maken is het boren van vijf gaatjes in een bot – met een blaasopening is het een fluit. Daar een klank uithalen is scheppen, het componeren van een lied. Feitelijk iets maken van niets. Datgene scheppen wat er voorheen niet was. Seeing something in everything, de Engelsman kan het niet beter zeggen. Marcel Reijerman filosofeert in zijn inleiding tot het beeld over het fenomeen taal. Taal is handig als communicatiemiddel, maar dieren redden zich uitstekend zonder woorden. Maar de mens wil meer – altijd, deze wil vertellen, iets kenbaar maken. Om het besef te bezweren dat ‘we er zijn’ en op een moment ‘er niet meer zijn’ werd de mens volgens Reijerman een maker. De kunstenaar echter maakt niet, deze schept. “De beeldhouwer is een houthakker met pretenties”, schrijft Reijerman. Als kunstenaar wil hij laten zien hoe grillig het begrip ‘maken’ is.
Tumblr media
Niet de inspiratie voor een tekening vindt hij belangrijk, het proces naar een eindresultaat is voor hem van betekenis. “Tekeningen ontstaan al handelend. Een idee hebben is iets anders dan een tekening maken. Tekenen is vooral een proces. (...) Vaak groeit een tekening door een beslissing die genomen wordt op een enkel moment. Tekenen kan uiteindelijk kunst blijken te zijn, maar het is deels motorische training.” Het juiste doen op het juiste moment vindt Reijerman heel opwindend. Het letterlijk kijken naar en het figuurlijk dwalen door zijn tekeningen is voor de toeschouwer ook heel spannend. Des te langer je kijkt hoe meer je ziet in een enkele compositie. En vooral in het latere werk moet je als kijker oppassen niet te verdwalen in het aanbod van beeldelementen.
Reijerman schrijft in zijn inleiding over het eigen maakproces, over het ontstaan van een tekening. Op welke manier komen zijn vormen tot stand. Zet hij een lijn dan is de beslissing daarna op welke manier door te gaan. Zijn tekenen ontstaat intuïtief vanuit een onbewuste beredenering. Hij merkt voorwerpen op, hoort zaken aan en doet daar gevoelsmatig iets mee. Verbindt details en elementen die normaal gesproken vreemd aan elkaar zijn. Of althans de kijker eigenaardig en onwaarschijnlijk voorkomen. Juist dat uitzonderlijke maakt zijn werk wonderlijk en mysterieus. Hij verbeeldt de vormenleraar, maar is het zelf ook. Hij gaat over de vormen. Reijerman speelt met vormen, door lijnen en kleur zichtbaar gemaakt. En die vormen komen als objecten overal vandaan, want de kunstenaar ziet overal wel wat in. Hij is een observator, hij neemt waar.
Tumblr media
De tekeningen die ik in het cahier zie zijn van een surrealistische werkelijkheid. Deze spelen op mijn gevoel door herkenbare vormen los te maken van hun betekenis. De figuren spelen een bijzondere rol en maken het beeld. Zij scheppen een situatie die alledaags lijkt maar dat bij lange na niet is. De enkele tekening is een podium om een parabel uit te beelden, een gelijkenis te vertellen. En meestal is er een moraal aan dat verhaal. Ik kan niet luchthartig in een landschap kijken, het stilleven laat mij niet onverschillig. Er is zoveel te zien en een meervoud op te merken, het verhaal van Reijerman is groter dan ik in een enkele namiddag tot me kan nemen. Marcel Reijerman is zichzelf in zijn tekeningen. Elke keer neemt hij een verschillende houding aan. Maar hij is de grote houthakker, de verlegen beeldhouwer, de schenker en de schepper. Hij is de tuinman en de metselaar tegelijk, de smid en de egoïst. Hij is alles in één en houdt mij een spiegel voor. Dus…, kijk ik naar mezelf.
overal wel wat in zien / seeing something in everything. 28 scheppende aanzetten. Marcel Reijerman, tekst & tekeningen. Uitgeverij Boekschap, 2014.
https://boekschap.nl/portfolio/marcel-reijerman
0 notes