Tumgik
#douane
francepittoresque · 5 months
Photo
Tumblr media
HISTOIRE/ACTUALITÉ | Exaspération du monde paysan face à la politique de subventions ➽ https://bit.ly/Colere-Politique-Agricole En 1924, dénonçant une politique agricole se résumant en l’octroi de subventions plutôt qu’en la mise en place d’un dispositif permettant au monde de l’agriculture de percevoir la juste rémunération de son labeur, un chroniqueur de La Terre de Bourgogne s’interroge sur une « hérésie économique qui place le paysan en dehors de l’économie générale du pays », et estime qu’à force de sacrifier éternellement celui-ci, nous ne verrons plus « que volets clos et masures en ruines » dans nos villages
3 notes · View notes
lavandin · 9 months
Text
Tumblr media
Rijeka, 17 December 2023
5 notes · View notes
Text
Écon@t¡on & !nterrestre
La nécessité de cet achèvement du Zollverein est si généralement sentie en Allemagne que l’auteur du rapport ne peut s’empêcher d’en faire la remarque : « Un littoral plus étendu, un plus grand nombre de ports, une navigation plus considérable, un pavillon fédéral, une marine militaire et marchande, voilà ce que désirent généralement les partisans du Zollverein ; mais l’Union a peu de chances de…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
fucknewsfrance · 1 month
Text
Tumblr media
Les trafiquants de #drogue cachaient de la #cocaïne dans des cordes d’#escalade
L'article sur bit.ly/3BpAdZO
Toutes nos fucknews sont tirées de faits réels
0 notes
Text
Requiem voor een mislukkingskunstenaar: Koenraad Goudeseune (1965-2020)
Tumblr media
Schrijver Koenraad Goudeseune (1965) koos op 9 december 2020 voor euthanasie nadat een ongeneeslijke kanker bij hem was vastgesteld. Vandaag zou hij 56 geworden zijn. Portret van een nukkige dwarsligger en onversneden romanticus, een nicheauteur die ondanks alles toch een poëtisch oeuvre schiep dat er staat.
Koenraad Goudeseune bleef schrijven tot net voor zijn zelfgekozen sterfdag. Op Facebook, sinds jaar en dag zijn favoriete publicatieplatform, postte hij in allerijl nog verschillende afscheidsgedichten, het gros sonnetten, de dichtvorm die hij zich het liefst toe-eigende.
Het laatste gedicht dat hij schreef, heet ‘Excellent’: een elegisch sonnet dat zich laat lezen als een aangrijpende samenvatting van zijn dichterschap. Het is een strak gecomponeerde, ultieme schreeuw en misschien wel een van de mooiste gedichten die hij nalaat. Zoals hij gebekt is, zingt de dichter zijn zwanenzang, met een kwinkslag, maar ook met geheven hoofd, vol gratie en branie:
Excellent
Dit moment vreesde ik van meet af aan: de pen die wordt dichtgeschroefd, het kladschrift dat wordt dichtgeklapt. Woordenboeken finaal in de kast. Alles gezegd wat er te zeggen valt, op tijd een punt gezet. Ik nam mij voor: ik maak er nog een drieluik van, dat geeft me extra tijd. Waarom haast
als slenteren kan? Maar in poëzie is er niks doorzichtiger dan een dichter met maar één troef: meanderen. Niet het meanderen zelf natuurlijk, De Schelde meandert nabij Zevergem en dat is mooi, maar dat doet de rivier niet zelf, zij kan enkel stromen naar de fysica van het land,
het getij, het debiet dat berekend kan. Meanderen in een vers — indien alleen dát gezocht, is koketteren met een kunde die er eigenlijk geen is. Is schoonschrijverij en slaapverwekkend. Ja, ook in traagte
moet er vaart. Welnu, ik rep me. Laat mij, bij wijze van spreken, een kwieke terdoodveroordeelde zijn die eerder dan zijn beul klaar staat op ’t schavot en hem nog grijnzend vraagt: ‘Waar bleef je, excellentie?’
Goudeseunes schrijversloopbaan omspande bijna dertig jaar. Hij was de auteur van negen dichtbundels, twee verhalenbundels, drie brievenboeken en een roman. Allemaal boeken met naar mijn gevoel enkele van de mooiste titels uit de Nederlandstalige letteren, zoals Wat duurt op drift zijn lang of Onuitsprekelijk is wat wij over de liefde zeggen.
Tumblr media
Schrijven kwam hoe dan ook altijd op de eerste plaats. Nagenoeg al zijn boeken zijn autobiografisch, of hebben op zijn minst een protagonist die verdacht veel op Goudeseune lijkt, zowel in de gedichten als in het proza. De ik-figuur is meestal een nukkige dwarsligger, een klungelige loser of een onbegrepen buitenstaander, maar tegelijk ook een onversneden romanticus, die zijn hoge idealen gefnuikt ziet en zijn geloof in het absolute steeds harder moet aansterken.
Tijdens zijn leven verkochten Goudeseunes boeken “voor geen meter”, zoals hij het zelf sappig uitdrukte, en met de jaren moest hij steeds meer moeite doen om zijn literaire productie gepubliceerd te krijgen. Tegen wil en dank werd hij een nicheauteur, een writer’s writer. In 2011 verscheen een laatste dichtbundel bij Atlas, Dichters na mij, nadien hopte Goudeseune van uitgever tot uitgever.
Publiceren in literaire tijdschriften deed hij slechts een aantal keer en alleen in het begin van zijn carrière. De meeste tijdschriften vond Goudeseune te elitair, of zoals hij in een interview liet optekenen:
Negentig procent, en als het dik tegenzit negenennegentig procent van de gedichten die in literaire tijdschriften verschijnen, begrijp ik eerlijk gezegd niet. Er is in mij geen verlangen daar tussen te gaan staan.
Zijn houding ten aanzien van poëzie kan worden gevat in twee citaten: “Poëzie, die schrijf ik niet, die krijg ik.” En: “Ik associeer sonnetten altijd met de Pruikentijd en ook een beetje met kroketten.”
Tumblr media
Miskenning en mislukking zijn twee van de grote thema’s in Goudeseunes werk. Mark Cloostermans beschreef een van zijn brievenboeken als “een 351 bladzijden durende valpartij”. Vaak vergelijkt Goudeseune zijn uitzichtloze situatie met die van anderen of legt hij de schuld van al zijn tegenspoed bij iemand anders. Dat voortdurende gevoel uit de boot te vallen, omschreef hij prangend in zijn eerste brievenboek, Onuitsprekelijk is wat we over de liefde zeggen (1999), in een passage waar hij het heeft over het Groot Beschrijf in Brussel:
Luuk Gruwez las in de gebouwen van het Leger des Heils kankergedichten voor. Eriek Verpale schilde patatten. Koenraad Goudeseune was er weer niet bij.
Foeteren tegen hem weinig genegen subsidiërende instanties en schoppen tegen de schenen van collega-auteurs die in zijn ogen onterecht succesvol waren, kon Goudeseune als de beste. Breed uitgesmeerde, vlammende ruzies met vrienden (later vijanden of “graftakken”) als Dimitri Verhulst en Benno Barnard zijn inmiddels bijna legendarische staaltjes van zijn beruchte en gevreesde toorn. Ook zijn dronken uitvallen op Facebook zinderen bij velen nog na.
Goudeseune werd geleidelijk aan the man you love to hate en voelde zich meer en meer “gekoenraad”, door zichzelf “gearresteerd”:
koenraden, het wentelen in onzekerheid, het raden hebben naar het koene, het dappere, het onversaagde in de te voeren strijd.
Dat hij het zichzelf in het heetst van die strijd soms erg moeilijk maakte, om niet te zeggen onmogelijk, nam hij er voor lief bij.
Goudeseune debuteerde in 1987 met het gedicht ‘Populieren’ in ‘Dietsche Warande & Belfort’. In datzelfde jaar bracht hij in eigen beheer Album uit, een mooi staaltje huisvlijt met tien gedichten. Als twintigjarige was hij het ouderlijk huis in Boezinge, bij Ieper, ontvlucht en werkte in een hotel in Koksijde. Een periode die hij omschreef als naargeestig maar ook vreugdevol, want toen begon hij pas echt met schrijven.
Niet veel later en na behoorlijk wat aandringen publiceerde Herman de Coninck enkele van Goudeseunes gedichten in zijn Nieuw Wereldtijdschrift. De Coninck was voor Goudeseune zijn poëtische leermeester (voor proza waren dat Hugo Claus en Jeroen Brouwers):
Tumblr media
Goudeseunes officiële debuut kwam er met Vuile was in 1993, uitgegeven door het pas door Emile Brugman opgerichte Atlas, een fonds dat zich specialiseerde in Vlaamse auteurs én reisliteratuur. Goudeseune werd toen met veel bombarie binnengehaald als een veelbelovende debutant. In sappig geschreven vignetten portretteert hij in Vuile was zijn vrienden, excentrieke familieleden en zichzelf. De dialogen zijn grotendeels in een vervlaamst patois, een register dat Goudeseune perfect beheerst maar dat tevens de onmiskenbare invloed van Claus verraadt (niet voor niets komt het motto van Vuile was uit diens Het verlangen).
Goudeseune is meedogenloos voor de kleinburgerlijke “achterlijkheid” van Boezinge, maar tegelijk zit zijn verhaal vol ironie en humor. Opvallend is ook de koelheid en afstandelijkheid waarmee hij de relatie met zijn ouders en andere familieleden beschrijft, in het bijzonder met zijn moeder die zijn hele jeugd sukkelde met haar gezondheid en overleed toen Goudeseune pas eenentwintig was.
“Een gedicht schrijven, dat lukt me wel af en toe. Dat is ook helemaal niet zo moeilijk als iedereen doet voorkomen”, schreef Goudeseune in Vuile was. Toch was het vijf jaar wachten tot hij met nieuw werk kwam. Dat zij mij leest, zijn officiële poëziedebuut, verscheen in 1998 bij Atlas: met nauweljiks vijftig pagina’s was het een behoorlijk korte bundel, die bovendien matig werd onthaald. Sommige criticasters vonden Goudeseunes gedichten te eenvoudig, te toegankelijk, te prozaïsch.
Zijn woordspelletjes zijn inderdaad vaak nogal doorzichtig en zijn humor is geregeld wat aan de flauwe kant. Maar in Dat zij mij leest staan meer dan een handvol geslaagde uitschieters, zijn vaak geciteerde gedicht ‘Gent’ bijvoorbeeld, over de stad waar hij zich in 1989 definitief vestigde, met de fraaie slotregel: “Ik loop zo vaak verloren dat ik dat nauwkeurig kan.”
Er zouden in totaal nog acht bundels volgen, met sprekende titels als Zen uit eigen werk (2005), Atletiek van snijbloemen (2012) en Het probleem met mensen die naar zee gaan (2014). Goudeseunes verzen zijn authentiek, meteen herkenbaar en hebben ontegensprekelijk een eigen stem. Het is speelse, toegankelijke poëzie, die focust op metaforen, anekdotiek en een gelijkaardige mengeling van ironie en sarcasme als in zijn proza. Het lyrische ik is vaak een geromantiseerde Goudeseune-achtige figuur die even graag de vergeefse liefde bezingt als de harde dichtersstiel. Zijn gedichten teren meestal op spitsvondigheden, snelle beeldrijke taal en ongecompliceerde dichterlijke observaties. Het lijken wel woordgeworden pleidooien tegen de door Goudeseune zo verguisde intellectualistische poëzie.
Omdat hij die poëtica consequent bleef aanhangen, werd hem soms een gemis aan diepgang en sérieux aangewreven. Maar wie dat beweert heeft zijn dichtwerk mijns inziens maar deels gelezen: er zijn meer dan voldoende goede of “ernstige” gedichten om te kunnen spreken van een poëtisch oeuvre dat er staat.
In Onuitsprekelijk is wat wij over de liefde zeggen (1999), Goudeseunes eerste brievenboek, klinkt het combattief:
Elke dag schrijf ik, naast enkele aanzetten voor een gedicht en een dagboekbladzijde, vijf brieven. Soms zeven! En geen kattebelletjes, vijf kloeke epistels. Om de stiel te leren, het métier, pardon.
De brief is een genre waarin hij excelleerde en dat hem in schrijverskringen een bescheiden maar stevige reputatie bezorgde. In ongedateerde brieven gooit hij met modder naar wie hem in de weg staat en strooit kwistig met autobiografische ontboezemingen over het nachtleven in Gent, de perikelen met zijn uitgever, de muziek die hij beluistert en de boeken die hij leest. Als voorbeelden neemt hij de brieven van Gustave Flaubert en dichter bij huis het brievenboek van een andere kluizenaar, Jeroen Brouwers’ Kroniek van een karakter (1986-1987).
Brouwers schreef ooit aan Goudeseune: “In al je proza is er sprake van slechts één continent: jij.” “Kruidenierskritiek” die hij pareerde in een prachtige lange brief aan zichzelf, waarin hij stelde dat hij er goed aan deed te wachten tot zijn veertigste om zijn eerste roman te schrijven. Wat hij dan ook deed, met Herman Knudde, een pastiche op Herman Brusselmans, in het kader van een weddenschap met zichzelf geschreven in twee maanden tijd en als feuilleton verschenen op De Contrabas.
In Wat duurt op drift zijn lang (2010), zijn derde “roman in brieven”, bejubelde hij nogmaals de epistolaire traditie en plaatste die in één klap op dezelfde hoogte als fictie: “Maar brieven! O la la. En op den duur leest het als een roman, toch? Waarom is dat niet genoeg? Waarom wordt het briefgenre zo weinig serieus genomen in de lage landen?”
Na de brievenboeken verschoof Goudeseunes actieradius stilaan richting de zelfkant van de literatuur. Dichters na mij maakte in 2011 zijn titel waar: hij moest op zoek naar een nieuwe uitgever. Goudeseune verliederlijkte, hij liet zich geleidelijk aan gaan, zoals onder meer blijkt uit een brief aan collega-dichter Herman Leenders:
Ik denk niet dat ik er nog eens dertig jaar tegenaan plak. Toch niet in mijn eentje op een studio. Mijn linkerlong zegt me al een paar jaar dat ik de vijftig niet haal.
Goudeseune vond nog onderdak bij de Antwerpse uitgeverij Vrijdag, maar ook de bundel Atletiek van snijbloemen passeerde zo goed als ongezien en kreeg geen of nauwelijks persaandacht.
De immer inventieve Goudeseune veranderde het geweer van schouder en zocht zijn heil in Amsterdam, bij uitgeverij Leesmagazijn. Die publiceerde in 2014 de dichtbundel Het probleem met mensen die naar zee gaan, in het televisieprogramma VPRO-boeken dé tip van Wim Brands. Hoogtepunten zijn de hommage aan de door Goudeseune bewonderde ‘Rutger Kopland’ en het gedicht ‘Oostende’.
Een goed jaar later brengt dezelfde uitgever Een verdomd goede jeugdschrijfster & andere verhalen (2015) uit. Goudeseune roept opnieuw weerstand op, omdat zelfbeklag nog maar eens de rode draad in alle verhalen vormt. Zo opent de bundel met een giftige ‘Brief aan uitgever’:
Ik ben ervan overtuigd dat mijn verhalen wel degelijk literaire kwaliteit bezitten en dat de njet die ze krijgen, gestuurd wordt door allesbehalve liefde voor de literatuur. In dezen voel ik mij onheus bejegend.
Het laatste verhaal is dan weer een absurd interview met een auteur die niets heeft geschreven. Op de vraag hoe dat voelt, antwoordt die laconiek: “Een unieke ervaring.”
Tumblr media
Vet hart is een lijvige bundel met een zeventigtal gedichten, alle geschreven vanuit de onderbuik en het ene al scabreuzer dan het andere. Het weinig verfijnde titelgedicht bijvoorbeeld gaat over seks met volslanke vrouwen en een vroege dood door ongezond leven.
Het tweede boek bij Bokeh, De dood van Prince, bevat twee verhalen. Het titelverhaal is groots en meeslepend, wat mij betreft een van Goudeseunes topstukken. Het verhaalt over een ‘ik’ die een selectieproef aflegt om als arbeider aan de slag te gaan bij de stad Gent. De verteller droomt ervan ooit een boek te schrijven, eentje dat in de schaduw kan staan van het oeuvre van zijn grote voorbeeld en idool Marcel Proust: “Had Proust maar de boeken van bijvoorbeeld Koenraad Goudeseune geschreven!”
In ‘De dood van Prince’ parodieert Goudeseune op een heerlijke manier de uitgesponnen stijl van de Franse grootmeester (zelf spreekt de verteller van ‘proustificeren’). Het tweede verhaal is ‘De nuttige last van tragiek’, dat met zijn lengte van meer dan honderddertig pagina’s lang, eind 2020, vlak voor Goudeseunes dood, als aparte ‘roman’ werd uitgegeven door Douane uit Rotterdam, zijn laatste uitgever.
Bij Douane leek Goudeseune zich goed thuis te voelen. De uitgeverij bracht in twee jaar tijd evenveel omvangrijke dichtbundels op de markt; de Gentse bard zat duidelijk in een productieve fase. In Merkwaardige producten (2018) en Vrachtbrief (2019) vierde Goudeseune zijn voorliefde voor het sonnet bot, of liever zijn interpretatie van het sonnet, want aan de regels van die dichtvorm hield hij zich nauwelijks. De thema’s zijn bekend: morsige liefde, de dood, eenzaamheid, vrouwen, drank en het schrijven van poëzie.
Zoals gezegd, bracht Douane kort voor Goudeseunes overlijden De nuttige last van tragiek (2020) uit, eigenlijk het tweede verhaal uit het eerdere De dood van Prince. Als hommage staat deze keer het woord ‘roman’ expliciet op de cover, een primeur voor een Goudeseune-boek.
Naar verluidt zal Douane in de nabije toekomst alle Facebook-gedichten van Goudeseune verzamelen en uitgeven. Dat is heuglijk nieuws, want afgaand op onder andere ‘Excellent’ zit daar vast en zeker sterk werk tussen.
Op de vraag waarom hij schreef, antwoordde Goudeseune:
Omdat niet zozeer schrijven, maar geschreven hebben enkele tellen verlichting brengt. […] En om sporen na te laten.
Dat heeft hij gedaan, en hoe. Het op drift zijn zit er voorgoed op.
Verschenen op: De Lage Landen, 23 februari 2021
0 notes
malibuzz · 9 months
Text
RELATION COMMERCIALE SINO-MALIENNE : La balance est toujours déséquilibrée pour le Mali malgré la suppression des droits de douane
Le Conseil d’État chinois a déclaré le 6 décembre 2023 (par voie de communiqué) que, à partir du 25 décembre, 98 % des produits taxables en provenance de l’Angola, de la Gambie, de la République démocratique du Congo, de Madagascar, du Mali et de la Mauritanie seront exemptés de droits de douane à l’entrée en Chine. Pour des économistes, la portée de cette mesure sera très limitée pour l’économie…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
atevegter · 1 year
Text
3056 Katapulthouellebeltveld
Ik droom dat ik naar Denemarken ga. Ik ga eerst naar de ambassade om een visum te regelen. Ik weet wel dat ik geen visum nodig heb voor Denemarken, maar in mijn dromen moet je wel een visum voor Denemarken hebben. Ik krijg een visum vanaf Kolding. Waarom niet gewoon van de grensplaats Katapulthouellebeltveld, vraag ik nog, maar die plaatsnaam is te lang voor het formulier, vandaar, dat snap ik…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
2t2r · 3 years
Text
Schengen - des postes frontières abandonnés de Shengen par Andrés Gallardo Albajar
Nouvel article publié sur https://www.2tout2rien.fr/schengen-des-postes-frontieres-abandonnes-de-shengen-par-andres-gallardo-albajar/
Schengen - des postes frontières abandonnés de Shengen par Andrés Gallardo Albajar
Tumblr media
1 note · View note
doormarjo · 1 year
Text
Vliegen met je fotografiespullen
Een vliegvakantie vind ik altijd weer een hele uitdaging. Het vliegen zelf kan best spannend zijn, en je moet goed nadenken over de bagage die je meeneemt. Wat gaat er in de handbagage, wat gaat er in het ruim etc. Vandaar deze blog. Hopelijk kan ik jullie wat tips geven over hoe je de kostbare fotografiespullen veilig meeneemt naar het land van de bestemming.
Tumblr media
Vooraf is het belangrijk om te bedenken welke bagage je mee gaat nemen. Wat is de bestemming? Welke vliegmaatschappij kies je uit, en wat zijn de regels voor de bagage? Op die manier kun je vooraf al bepalen hoe je gaat inpakken. Bij sommige maatschappijen krijg je standaard ruimbagage en handbagage, maar er zijn ook maatschappijen die dat niet aanbieden, dan mag je vaak enkel handbagage meenemen.
Goed, zodra je hebt besloten welke bagage je hebt en hoeveel je kan inpakken, is het belangrijk om te bepalen welke apparatuur je meeneemt en wat je thuislaat. Bekijk dus ook van te voren goed wat je gaat fotograferen. Ga je een stad in en wil je vooral architectuur en gebouwen fotograferen, dan volstaat een kleine lens of een groothoeklens al gauw. Trek je de natuur in en wil je ook wilde dieren fotografen, dan is een zoomlens ook van belang.
Bedenk je vooraf ook wat je gaat doen. Een wandeling maken met een zware lens om je nek is niet heel comfortabel. Ga je echt op één plek zitten om bijvoorbeeld vogels te spotten dan is de 150-600mm lens juist wel weer praktisch om mee te nemen. Maar met zo'n grote lens komt wel het feit dat je daar een statief bij nodig hebt. Een statief mag echter niet in je handbagage zitten, dit wordt gezien als een stomp voorwerp en zal dus in je ruimbagage moeten.
Nu je hebt besloten wat je gaat doen en welke apparatuur je daarvoor nodig hebt, is het belangrijk om dit verstandig in te pakken. Kies voor een stevige fotografietas, die de afmetingen heeft om mee te mogen als handbagage. Persoonlijk ben ik altijd doodsbenauwd dat mijn spullen gestolen worden, of kapot gaan (we weten allemaal hoe onvoorzichtig bagagehandelaren met je tassen en koffers omgaan). Vandaar dat ik mijn tas altijd meeneem als handbagage.
Op sommige vliegvelden zul je de elektronica bij de douane nog uit je tas moeten halen. Wees hierop voorbereid! Niets is zo vervelend als last-minute gestress omdat je de tas niet goed uitgepakt krijgt. Reis je met iemand? Vraag dan of die jouw spullen ook goed in de gaten houdt. Het kan voorkomen dat je bak met camera's niet voor controle hoeft, maar de tas zelf wel. Gelukkig zit er al een mooie vooruitgang in. Op Schiphol hoef je de tas al niet meer leeg te halen gelukkig.
Alles door de douane heen? Pak een karretje voor je handbagage, want die tas is waarschijnlijk ontzettend zwaar. Nu kun je wel weer rustig ademhalen en je voorbereiden op de reis die gaat komen. In een latere blog zal ik nog ingaan op welk objectief onmisbaar is op reis, en welke je wellicht beter thuis kan laten. Voor nu, fijne reis!
Groetjes, Marjo
0 notes
photos-de-france · 2 months
Text
Tumblr media
Douane française, Villerupt, direction Esch, Alzette, Meurthe-et-Moselle, 1960.
22 notes · View notes
goalkepa · 2 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
❝Spain are one of the best teams in the world and we knew before the game that this was going to be very difficult, and indeed it was. But the players persisted and they persevered and they turned the tide of the game. Everybody was excited that we were able to play as one again. There were many fans who came all the way from Japan, as well as those that stayed at home. We are gifting this win to the people of Japan, and we are very happy about it. With a minute to go, I was thinking about the 'Tragedy of Doha' but exactly at that time, the players came aggressively to challenge for the ball. I could feel that the times have changed. These players are playing in a new age of Japanese football.❞ — Moriyasu Hajime
122 notes · View notes
Text
Écon@t¡on & !nterrestre
Les propositions (libre-échange) de l’Angleterre ne tendent à rien moins qu’au renversement de tout le système protecteur allemand, afin de rabaisser l’Allemagne à l’état de colonie agricole de l’Angleterre. À quel point l’unité commerciale importe à la nationalité, et combien, abstraction faite des intérêts matériels, elle est utile aux gouvernements.
Il est évident qu’au moyen de ce rapport le ministère anglais désire obtenir l’admission en Allemagne des tissus communs de laine et de coton, soit par la suppression ou la modification des droits au poids, soit par l’abaissement du tarif, soit par l’admission sur le marché anglais des blés et des bois allemands ; ainsi serait ouverte la première brèche au système protecteur de l’Allemagne. Les…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
vieillesboutiques · 3 months
Text
Tumblr media
Commerce, douane française et ancienne place du marché, Bellegarde sur Valserine, Ain.
4 notes · View notes
t-u-i-t-c · 1 year
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Future Kamen Riders (Zi-O)
5. Favorite Minor Characters
53 notes · View notes
perduedansmatete · 1 year
Text
est-ce que votre mamie c'est aussi la dealeuse de médocs de toute votre famille ou bien c'est juste la mienne ?
11 notes · View notes
rabbitcruiser · 1 year
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Louis XIV of France marched into Strasbourg unopposed on 30 September 1681 and proclaimed its annexation.
11 notes · View notes