Tumgik
#maar echt de beste wensen enzo
nedermemes · 9 months
Text
een gezond en gelukkig nieuw jaar iedereen!!! mijn hele slaapkamer stinkt naar buskruit
15 notes · View notes
freckleparty · 8 years
Text
4.1 Terug van weggeweest
Of eigenlijk weg van teruggeweest
10′02′17 
Daar ben ik weer, na ongeveer een half jaar… Zoals je kunt zien is dischipline niet mijn sterkste eigenschap en daar moet ook nodig aan gewerkt worden. Alleen, ik ga jullie er niet mee lastig vallen. De foto’s staan onder dit bericht!
Amsterdam in het kort
Eind september hebben jullie nog kunnen lezen over hoe de eerste weken in Amsterdam mij afgingen. De rest van mijn periode daar is ongeveer net zo verlopen. Veel vrienden heb ik er niet gemaakt, maar ik ben heel veel interessante dingen en mensen tegengekomen. De eerste maand moest ik erg wennen aan de eenzaamheid in zo’n grote stad. Het feit dat je midden op de straat al zingend op je hoofd kunt gaan staan en 90% van de voorbijgangers je gewoon zal negeren (op de boze fietsers/trambestuurders en andere verkeersdeelnemers na) heeft zo zijn voor- en nadelen. De voordelen had ik al verzonnen ver voordat ik überhaupt kon dromen daar een tijdje te wonen, de nadelen had ik met mijn ietwat naïeve hoofd niet echt in beraden genomen. Dat maakt ook niet uit, anders was het allemaal wel heel saai uitgepakt. Verder was ik natuurlijk nog geen 18 (ben ik ook nog altijd niet), dus was het verboden alcohol te kopen of clubs in te komen. Jeetje wat saai word het leven in dé stad van het uitgaan daarvan. Gelukkig is er een ongeschreven regel in Amsterdam, die ik nu wel even opschrijf: ‘’Mooie meisjes komen altijd de club in’’. Handig he?! Nee grapje, ze zijn gewoon allesbehalve streng in de meeste clubs. De gehele periode van 3 maanden heb ik natuurlijk ook nog mee kunnen lopen bij het nieuwsmedium De Correspondent. Ik kan niet helemaal in woorden uitdrukken hoe gaaf en speciaal ik dat vond dus laat ik het even hierbij, maar voel je zo vrij er wat over te vragen als ik je ooit tegen kom in levende lijve J. Als mijn discipline wat beter was geweest had ik tussendoor nog een keer kunnen schrijven en vertellen wat ik er allemaal deed, maar daar is nu echt geen ruimte voor. Ik moet namelijk zo langzamerhand gaan beginnen met vertellen over mijn volgende avontuur, waarover ik al wat heb voorgekauwd in mijn vorige blog.
Ik zit namelijk nu, precies een maand al, in IJsland!!!
Wat er aan vooraf ging
Het is heel lastig om aan dit gedeelte te beginnen, omdat ik niet helemaal weet waar ik moet beginnen. Zie hier mijn beste poging: Dit jaar zijn mijn beide ouders 50 geworden. Dit jaar ja, ze zijn namelijk in januari en februari jarig. Hoog tijd voor een feessie dus. De gehele familie (wat in ons geval best speciaal is) werd uitgenodigd om op de 7e van januari te komen eten bij Huize Welgelegen in Koekange. Een mega goed geslaagde avond was het, met als kers op de taart voor de twee oudjes een tripje naar Ierland voor een week(!). Voor mij persoonlijk was het ook een soort afscheidsdinertje, want ik zou de 10e vertrekken en iedereen hoogstwaarschijnlijk voor een half jaar minimaal niet meer zien. Maandag at ik mijn laatste echte Nederlandse stamppot en dinsdag was het dan echt tijd om iedereen een dikke kus/knuffel te geven en met Joni en een veel te grote koffer naar het vliegveld te rijden. Eenmaal aangekomen waren we natuurlijk alweer veel te laat en konden we ook de gate nog eens niet vinden… Uiteraard kwam alles helemaal goed, maar ik was inmiddels zo zenuwachtig dat ik echt heel hard op mijn tong heb moeten bijten bij het afscheid.               Ik heb mijzelf voor een hele lange tijd niet zo zielig gevoeld, als dat moment dat het vliegtuig afscheid nam van ons landje en de rest van die week. De vlucht was trouwens wel erg mooi, boven Schotland was het bijna niet bewolkt, dus ik kon alles perfect zien. Voor IJsland gold hetzelfde. De man die naast mij zat bleek de weerman van Keflavik airport te zijn (hij had zijn dochter bezocht voor kerstmis). Hij kon mij precies vertellen waar we overheen vlogen (o.a. Blue Lagoon en een hoop gestolde lava).               Eenmaal aangekomen in Keflavik moest ik de bus naar Reykjavik pakken. In die bus ontmoette ik Claudio, een jongen uit Duitsland die ook een tussenjaar deed, maar nog zoekende was naar een bestemming in IJsland. Hij besloot na een leuk gesprek met mij mee te gaan naar het guesthouse dat ik had uitgezocht. Daar werden we met zijn tweetjes op een kamer gezet, beetje gek voor iemand die je net kent, maar het was wel ineens 30 i.p.v. 70 euro, dus mij hoorde je niet klagen. Die avond zijn we samen even wat gaan drinken in een erg leuke pub ergens in Reykjavik. Daar ontmoetten we tevens een aantal internationale studenten die daar een masterprogramma sustainable energy volgden. Heel leuk en interessant en ik heb er ook een plezierige avond aan overgehouden. Voor Claudio heb ik een berichtje gestuurd naar de stal Flughestar Flugumýri in Skagafjörður (de fjord naast die van Akureyri). Een week later kreeg ik een berichtje van hem dat hij daar veilig was aangekomen en het erg naar zijn zin had, we hebben afgesproken nog eens koffie te gaan drinken.
Op naar Akureyri
Dinsdagochtend ben ik heel vroeg op de bus gestapt voor een 6,5uur durende bus-tour naar de andere kant van het eiland. Dat ga ik dus echt nooit van mijn leven meer weer doen. (hoe ik naar huis kom zien we nog even). Alles deed pijn, en dan bedoel ik ook echt alles. Ik kon niet meer zitten, niet meer nadenken, niet meer normaal lopen en ik was met name erg moe. Maar om 15:30 kwam ik dan wel aan in een volledig besneeuwd Akureyri (de twee-na-grootste stad van IJsland).                Ingveldur, de vrouw van Baldvin (mijn ‘werkgever’) kwam mij oppikken van het busstation. In de auto naar de stal kwam ik er achter dat ze niet op hun boerderij (Efri-Rauðalækur) woonden, maar in de stad. Wegens de notenallergie van hun zoon hebben ze de afgelopen jaren zo dicht mogelijk bij een ziekenhuis moeten wonen. Omdat hij nu een programma volgt om de allergie te verhelpen zijn ze nu wel een huis aan het bouwen op de boerderij. Nu hebben ze echter de trainingspaarden op een stal staan in een soort paardensportpark net buiten Akureyri.
Wat dat inhoud? Ga ik nu proberen uit te leggen. Hier in IJsland worden er stukken stadsgrond vrijgemaakt voor de paarden. Daar kun je net als dat je op een bouwkavel een huis kunt bouwen, een stal bouwen (dat is het bestemmingsplan van die grond). Er staat op dat gebied ook een megagrote rijhal, en er word gezorgd voor het onderhoud van de ruiterpaden, net als dat er word gezorgd voor het onderhoud van onze sportparken.               Op die stal staan zo’n 20 trainingspaarden, jong, wat ouder, merries, hengsten en ruinen. En stuk voor stuk allemaal heeel mooi. De rest van de paarden (ik denk een stuk of 70) staan op de boerderij. Dat zijn de jonge paarden en de drachtige merries of merries met veulen. Even alle personen die voorkomen op een rijtje: Baldvin (ofwel Baddi): mijn ‘baas’ en een van de betere ruiters uit IJsland, Ingveldur (ofwel Inga): Baddi’s vrouw, Bergsveinn (ofwell Bessi, 14): Baddi’s zoon, Ágústa(19): Baddi’s dochter, Michelle(18): een Duits meisje dat al sinds september werkt bij Efri-Rauðalæku en Gulli: Baddi’s vader.
En dan aan het werk
En dag bestond uit opstaan (natuurlijk), ontbijt bestaande uit cornflakes en melk, met de auto Michelle en Gulli oppikken en naar de stal. In de stal zal er eerst gevoerd worden om vervolgens een box uit te mesten. Er zit een kelder onder het gebouw, dus je veegt alle mest heel makkelijk naar beneden, zonder het gezeur met een kruiwagen enzo. De paarden krijgen houtsnippers in hun box, dat misschien wel de duurste aankoop is van alles, daar er bijna geen bomen groeien in IJsland.               Vervolgens beginnen we met het trainen(beleren) van de jonge paarden en daarna het rijden van onze paarden. Baddi rijd de hele dag door zijn eigen paarden en is zo nu en dan in de stal. Rond 12 krijgen de paarden hun lunch portie en kunnen wij aansluitend ook wat súrmjólk met fruit uit een pak (iets Scandinavisch)  naar binnen werken. Na de lunch gaan we weer verder met rijden en tegen een uur of 4 mogen alle merries en ruinen in 3 groepen naar buiten. Wij hebben dan tijd om de stal schoon te maken en de voerbakken weer te vullen met wat hooi. Dan de paarden weer naar binnen, de boel afsluiten en klaar is kees.               Zo’n twee keer per week is Rekstur. Dat houd in dat alle paarden (merries+ruinen), inclusief die van de buren naar buiten gaan. Dus een stuk of 40 paarden. Ongeveer 10 man rijd mee, voor en achter de kudde. Het is de bedoeling dat de paarden goed rennen zodat hun conditie een beetje op peil blijft. Ik zal een filmpje toevoegen van hoe dat er aan toe gaat, maar ik kan je vertellen: het is heeeeel gaaf!!
De verhuizing
Omdat ik op Ágústa haar kamer verbleef, en zij niet eeuwig bij haar vriend kon blijven slapen werd er druk gezocht naar een ander plekje voor mij ergens in de stad. Na zo’n 2,5 week bleek dat door het nog steeds toenemende toerisme er voor mij geen kamer gevonden ging worden (even voor een beeld, momenteel wonen hier 320.000 mensen, en er komen jaarlijks zo’n 2,5 miljoen toeristen). Het kwam er op neer dat Baddi mijn om die reden moest ‘laten gaan’. De volgende dag (maandag) zijn Baddi en ik naar een boerderij net buiten Akureyri gereden om een kijkje te nemen. De goede man (Ríkarður, ofwel Ríki) is een vriend/collega van Baddi en was eigenlijk al sinds Augustus op zoek naar extra hulp. Het klikte en de volgende dag rond een uur of 6 was ik voor de tweede keer mijn spullen aan het uitpakken, in een nieuw huis, op een nieuwe plek.                Ik moet zeggen, ik heb het me niet beter kunnen wensen. Glæsibær 2 ligt vlak aan de fjord, zo’n halve km bij het water vandaan. Riki woont in zijn eentje in een heel groot huis, dus ik heb een kamer en badkamer voor mijzelf. Hij heeft naast zijn eigen paarden ook trainingspaarden van andere mensen en beslaat ook nog eens zo’n 1000 paarden per jaar. Een heel druk leven dus, en mijn hulp was hard nodig hier. Ik rijd nu bijna al zijn paarden en soms wat trainingspaarden (de paarden die beleerd moeten worden doen we samen). Dit komt neer op zo’n 6 rijpaarden en 3 jonge paarden. Zelfs met zijn tweetjes is het nog hard werken om al die paarden dagelijks beweging te geven, dat maakt dat ik aan het eind van de dag echt wel versleten ben en na het eten mijn bed bijna direct inschuif.
En dan het eten
IJsland ligt behoorlijk noordelijk en het zou hier dus heel koud moeten zijn. Dankzij een warmwaterstroom in de Atlantische Oceaan (de Atlantische Golfstroom) ten zuiden van het land is het hier echter niet super koud. Hier in het noorden van het land zijn de zomers rond de 15 graden en de winters  gemiddeld net onder het vriespunt met een dik pak sneeuw. Echter mist dat dikke pak dit jaar en vriest het (bijna) niet.               Door deze vrij koele zomers en milde winters, is het moeilijk een gevarieerd dieet samen te stellen. Vroeger, toen er nog niet zo veel tot geen voedsel geïmporteerd werd, bestond het eten in de donkere winters hier dan ook uit de meest rare dingen. Door de zee was er natuurlijk veel visvangst en vis was erg goedkoop. Ook werd er haai en walvis gegeten. Daarnaast zijn er altijd al heel veel schapen geweest op IJsland, daarvan word (op het wol na) alles gegeten. Ook paarden waren hier normaal om op te eten. Koeien waren schaars, maar van de koeien die er waren kwam melk voor kaas en skyr.                Dankzij onze nieuwe vervoerstechnieken is het aanbod van groenten en fruit uit het buitenland in de supermarkten gestegen, maar ga er maar niet vanuit dat zo’n kropje sla goed is voor ons klimaat. Ríki kookt nog vrij ouderwets, schaap staat hier dus vaak op het menu, al worden de ballen, hersenen en ogen gewoon weggegooid. Ook paard en vis word nog veel gegeten. Verder heb je aardappels en zuivel. Op een één of andere manier is rijst hier in veel gerechten geslopen, rijstsoep met schapenbotten, rijstepap, gewoon rijst, etc. Veel zuivel en dierlijke producten dus. Haai (Hákarl) en walvis (hvalur) zijn van de dagelijkse menukaarten verdwenen, ze worden wel, inclusief alle gekke schapenproducten, fanatiek gegeten de midwinterfeesten: Þorrablót.               Þorrablót word gevierd in de oud-ijslandse maand Þorri, dat plaatsvind van ergens half januari tot half februari. Er word op die feesten dus gegeten van oude gerechten, daarnaast word er veel gezopen (brennivín met name) en gedanst. Vorige week zaterdag was er zo’n feest hier in de buurt. Het was heel bijzonder om mee te maken, want het gaat in op een manier die wij in Nederland niet kennen. Er was zo’n 150 man (misschien wel meer). We zaten in een grote zaal, voorafgaand aan het eten werden er grappige blunders van het afgelopen jaar verteld. Vervolgens ging iedere tafel langs het lopend buffet. Wat er op mijn bordje lag? Schapenhersenen, schapenballen, walvis, haai en heel veel brood. Het was natuurlijk allemaal in IJslands, dus ik verstond er maar weinig van, maar Ríki kon voor mij het een en ander vertalen. Tegelijkertijd werd er flink gezopen. Na het eten was het nog een keer tijd voor de grappenmaker en tegen een uur of half 12 was het ijslandse bandje aan de beurt. Dat was wel het meest bijzondere aan de hele avond. Jong en oud stonden op de dansvloer. Dat had ik nog nooit echt eerder gezien. Wij dansten zoals we dat als mensen in onze tijd doen, maar zo deden ouderen dat ook, dus zo nu en dan kwam er een stelletje van 70 voorbij schuivelen. Hoe lief…
Gister begon de Champions league. Dit is een indoor teamcompetitie waarin het hoogste niveau IJslanders rijden. Wij keken Meistaradeild live samen met andere leden van de paardenclub, in de rijhal. Grappig, dat wat voetbal doet met Nederland, doet de paardensport met IJsland.
Goed, dat zijn zo in het kort (maar niet heus) wel alle belangrijke dingen die ik hier heb meegemaakt afgelopen maand. Verder gaat het nu met mijzelf heel goed. Ik heb geen heimwee oid meer en dankzij de vele beweging ben ik al weer 5kg kwijt van al mijn in Amsterdam opgebouwde reserve. Ook heeft de zon mijn prachtige sproeten weer teruggebracht. Ik zal mijn uiterste best doen jullie deze keer wat minder lang te laten wachten op mijn volgende post.
Dikke kus,
R
1 note · View note
9142km · 6 years
Text
Als het noodlot toeslaat
Het is waarschijnlijk ieders grootste angst wanneer we voor langere tijd naar het buitenland vertrekken dat er thuis met een dierbare ‘iets’ gebeurt. Het is een van de dingen waar je zo min mogelijk aan probeert te denken. Maar je ontkomt er vaak niet aan. Mensen gaan door een moeilijke periode, raken betrokken in ongelukken, worden ziek of komen te overlijden.. Vele gebeurtenissen komen hard binnen als je aan de andere kant van de wereld zit. Je kan weinig van zo’n afstand. En vaak kom je snel tot de realisatie dat er niets is dat je kan doen. Het enige dat je kan doen is luisteren naar je gevoel en zorgen dat je genoeg geld achter de hand hebt om terug te vliegen als je daar behoefte aan hebt of een goede verzekering afsluiten die die last (grotendeels) op zich neemt. Je begrijpt het al.. dit blog is geen ode aan ANWB verzekeringen maar meer een testimonia over hoe het ondenkbare werkelijkheid werd.
Na mijn ‘vakantie’ naar Taiwan ontmoette ik mijn zus in Ho Chi Minh City. Ze had in totaal 3 weken om Vietnam te verkennen. Ondertussen had ze er al ruim een week op zitten en Veranderden de plannen vanwege veel regenval, water tot de knieën enzo. In HCMC was het, zoals gewoonlijk, droog en boven de 30 graden. Dus spendeerde we eerst een paar dagen daar. De waanzinnig grote stad, waar ik me steeds meer thuis ga voelen, liet ik vol trots zien. Alle toeristische attracties af, massages, shoppen.. We bekeken van dag tot dag wat mogelijk was en zodoende kozen we om heen en weer te vliegen naar Dalat. we hadden heel erg geluk met het weer, volop zon. Dit gebied staat bekend om de berglandschappen en is vrij bekend onder toeristen. We crosste rond op een scooter en bezochten enkele watervallen in de regio. Klauterde over wat rotsen om een waterval van dichterbij te bekijken en zelfs even te zwemmen. We waren hier helemaal alleen, heeeerrrrlijk. Shanika maakte wat foto’s, zette haar camera even neer, draait zich om.. ‘plons’. Paniek. Camera op de bodem van de waterval.. gelukkig kwam er precies op dat moment een groepje jongens aanlopen. Dus begon ik een smeekbede en een paar tellen later lagen we met z’n allen in het water te zoeken naar mijn camera. Met succes! Note to self: koop verdorie toch een keer een floaty zodat je camera blijft drijven. De volgende dag bezochten we oa het crazy house. Dit huis doet zijn naam eer aan, en eerlijk weet ik niet goed hoe ik moet beschrijven wat we daar hebben gezien. Beeld je in dat Gaudí en Disney een kindje maken, van beide kanten komt het meest excentrieke naar boven en dat is dan ‘crazy house’. Bruggen van hier naar daar, uitsteeksels, kamers in thema’s, klimmen, klauteren, grote ramen, kleine ramen.. in een woord bijzonder. Tot op dit moment heb ik me nog niet besloten of ik het nou leuk vond, raar.. bijzonder.. interessant.. we hebben ons in Dalat in ieder geval prima vermaakt. We vlogen weer terug naar hcmc (opgestegen en gedaald duurt echt maar een half uurtje) en kort daarna vertrokken we naar Phu quoc.
Phu Quoc is een eilandje in het zuiden van Vietnam. Als je het Googled krijg je geweldige foto’s te zien. Maar in werkelijkheid is het niet zo heel bijzonder. Wij gingen er heen om gewoon even lekker lui in de zon te liggen, daar is het ideaal voor en zijn we ook zeer zeker in geslaagd. We zijn dan ook niet veel verder gekomen dan het strand en het zwembad. Normaal ben ik daar heel slecht in, geen geduld enzo. Maar doordat ik niet helemaal fit was was het ideaal! Zondagavond vlogen we weer terug en na wat handig inpakwerk ging mijn zus de volgende ochtend terug richting Nederland, precies op tijd voor kerst, met behoorlijk wat meer bagage dan op de heen weg. En ik had opeens een stuk minder souvenirs om rond te sjouwen.
Wat er in de dagen daarna gebeurde is nog altijd niet helemaal te bevatten. Op kerstdag kreeg ik te horen dat mijn opa de dag ervoor te horen had gekregen ziek te zijn. Zo in een keer. Heel erg ziek. De beste man liep weken daarvoor nog hardloopwedstrijden en had net zijn 73e verjaardag gevierd. Op die dag hadden we nog even gewhatsappt, hij had een hele leuke dag gehad en was goed verrast door mijn oom die als verrassing naar Nederland was gekomen. Dolblij. Hij vroeg nog of ik wel genoeg vrije tijd had naast mijn studie in Vietnam. Ik stelde hem gerust.. ‘ik heb het reuze naar mijn zin!’ Afgesloten met ‘tot snel en een knuffel aan oma’. Daar zat ik dan, op de bank bij vrienden met het nieuws dat opa waarschijnlijk nog maar dagen te leven had. Ik bevatte het niet. Ik snapte het niet. Ik verwerkte het niet. De jongens besloten me af te lijden en dat werkte. Ik had het moeilijk maar het was fijn mensen om me heen te hebben. Mijn familie dook de auto in om afscheid te nemen. En ik zat aan de andere kant van de wereld. Het was het moment waarop ik me besefte hoever weg dat was. Ik kon niet even in de auto stappen en binnen een paar uur bij hem zijn. Nee, ik zat bijna 10.000km verderop. Met een paar mensen om me heen die ik pas 3 maand eerder voor het eerst de hand had geschud. Een paar uur later FaceTime-de mijn familie mij om ook afscheid te kunnen nemen van opa. Het was het beste dat er op dat moment te bedenken was. Tranen, huilen en janken. Hoe lief en mooi de woorden ook waren die hij zei het was verschrikkelijk. ‘Je kan nooit meer langskomen’ zei hij ‘maar ik vond het altijd fijn als je er was’. Ik was hartgebroken na dit gesprek. En alles in me schreeuwde dat het verkeerd was. Het voelde van geen kant goed. Mijn huisgenoten probeerde me te troosten en op te vrolijker. Tegelijkertijd hadden we het over wat ik nu wou.. ik kwam snel tot de conclusie dat het simpelweg niet goed voelde daar te blijven. En dat ik liever spijt had dat ik terug was gegaan dan spijt omdat ik niet geprobeerd had nog afscheid te nemen. De volgende dag probeerde ik alles op school te regelen, de laatste paar weken zitten gevuld met deadlines en presentaties. Via een omweg kreeg ik van 2 van de 4 docenten toestemming weg te gaan, realiseerde me dat het me eigenlijk niet uitmaakte wat de andere zouden zeggen. Ik belde mijn verzekering en binnen een uur had ik een vliegticket in mijn inbox. 4uur later zat ik in het vliegtuig. 20u later stond ik op de koude aankomsthal van Schiphol. Nog ruim een uur later stond ik in de woonkamer, bij opa en oma, in sintmaartensbrug. Mijn opa keek op van het gesprek dat hij had met de mensen die naast zijn bed zaten. Hij keek me aan en keek weer weg. ‘Ik zie mijn kleindochter staan, maar dat kan niet want die zit in Vietnam’ zei hij tegen deze mensen. Hij wende zijn hoofd nog een keer mijn kant op. ‘Ik ben er echt opa’ zei ik. En zo begon het mooiste afscheid dat ik me had kunnen wensen.
De afgelopen week is een soort wirwar aan emoties en ervaringen geweest. Het voelt tot op dit moment zo onrealistisch dat dit allemaal is gebeurt. Vanaf het moment dat ik wist dat ik naar huis ging was ik heel rustig. Het voelde goed. Ik was nog wat gespannen omdat ik niet wist wat ik aan ging treffen. Maar ik heb het gered, ik heb afscheid genomen. Ik heb hem nog twee keer kunnen zien. Nog kunnen spreken, zijn adviezen op Mn hart gedrukt gekregen. ‘Problemen moeten bij de bron aangepakt worden. Alles daaromheen is tijdelijk, lijkt misschien te helpen maar de oorzaak verdwijnt niet.’ Ook bleef hij maar benadrukken hoe trots hij wel niet is op ons allen, zijn kinderen en kleinkinderen. Hoe iedereen zo sterk is. En hoe geweldig mooi het toch is dat ik de wereld zie. Dat ik nooit moet stoppen met ontdekken. En hoe vreselijk jammer hij het vind dat hij nooit meer kan meegenieten van mijn reizen, vooral de foto’s. Met een dubbel gevoel zit ik nu in het vliegtuig.. Ik weet dat mijn opa is overleden. Maar het dringt allemaal nog niet helemaal door. Ik land zo weer in Ho Chi Minh City. Mijn leven daar zal weer verder gaan zoals ik het achterliet. 12u nadat ik ben geland moet ik alweer een presentatie geven. Ik heb er voor gekozen om terug te gaan naar HCMC, net als dat ik koos terug te gaan naar Nederland. Het voelt raar, maar dat gevoel heb ik al sinds het nieuws mij bereikte. Ik ben niet bij de begrafenis. Daar heb ik meer moeite mee dan verwacht, ik denk juist doordat het ook nog zo onwerkelijk voelt. In plaats daarvan zit ik dinsdag een examen te maken. Maar nu heb ik wel de kans om alles zo goed mogelijk proberen af te sluiten. De vakken voldoende af te sluiten zonder een boete, zonder een hele stapel papierwerk achteraf. Om alle laatste dingetjes in Vietnam nog te doen. Om afscheid te nemen van alle mensen daar. Simpelweg om mijn leven daar af te sluiten. Hoewel het dubbel voelt sta ik daar wel achter. Opa heeft me doen beloven dat ik zou blijven genieten, dat ik zou blijven reizen en de wereld ontdekken. Het gaat gek zijn wetende dat hij nooit meer onder mijn foto’s zal reageren. Wetende dat hij de foto’s überhaupt nooit meer zal zien..
Een paar jaar geleden verbleef ik een paar dagen bij opa en oma in huis. Toen heb ik geleerd en ervaren wat een bijzonder sterk persoon mijn opa was. We hadden hele goede gesprekken waarin hij uitlegde dat hij had gewild bepaalde dingen anders gedaan te hebben. Maar, en dit drukte hij me op het hart, ik heb geprobeerd te doen wat ik dacht dat het beste was voor iedereen. Nu weet ik dat een keuze die niet goed voelt op de lange termijn niet goed te praten is. Want je stond er zelf nooit volledig achter. Hoe moeilijk een keuze ook kan zijn wees je ervan bewust dat je een eigen keuze hebt. Dat als iets niet goed voelt je vrij bent om er iets aan te veranderen. Je moet je keuzes uiteindelijk aan jezelf verantwoorden, niet aan een ander, dus beter sta je er zelf achter. Doe het niet omdat je denkt dat het van je verwacht wordt. En al helemaal niet als je weet je er op de lange termijn slecht door te gaan voelen. Het leven gaat je al genoeg pijn, zorgen en geld kosten dus doe het zelf niet. Neem je verantwoordelijkheid en laat het los, maak jezelf niet kapot. En verdorie hij had gelijk. Bitterzoet, maar goedenavond Vietnam.. Als kind al kwam ik graag bij opa en oma. ‘Vroeger’ was het een hele opgave met de trein vanuit apeldoorn naar sintmaartensbrug, of all places. Toen mama haar rijbewijs haalde werd het makkelijker. En de laatste jaren was het vanuit school, in Amsterdam, niet eens zover meer. Het voelde als een andere wereld. Ik had mijn eerste kennismaking met de duinen, het strand en de zee vanuit daar. Ze woonden hier vlakbij en zodoende kregen zij de naam ‘Opa en Oma Zee’. Tot op de dag van vandaag gebruiken wij deze naam. Hij was zo trots op deze plek. En het leek in niets op ons mooie Apeldoorn. Gelukkig blijft die plek bestaan. Het fysieke huis, de tuin en de winkel zullen snel veranderen en uit ons leven verdwijnen. Maar de herinneringen blijven. De duinen, het strand en de zee zullen mij voor altijd herinneren aan deze bijzondere man. Niet alleen daar, overal ter wereld zal het een speciaal iets blijven. De bergen zullen me doen denken aan zijn droom om die nog een keer te bewandelen. Ik zal extra genieten, van elk mooi uitzicht dat ik tegen kom. En wie weet mocht ik ooit oma worden herken ik hem in mij, wanneer de kleinkinderen niet van tafel mogen voordat het glas karnemelk is leeggedronken..
Vaarwel opa, bedankt voor alles.
0 notes
Text
Work work work work work work
Ja daar ben ik nu steeds mee bezig. Werken. Laat ik even vertellen wat er tussen nu en mijn laatste bericht is gebeurd. Het begon allemaal….
Met het PWS. Wat een verrassing hè. Mijn laatste blogbericht is nu al een maand geleden online gekomen, en toen moest het PWS bijna ingeleverd worden. Het was heel spannend en heel veel stress, omdat we nog maar twee dagen hadden en nog wel een aantal hoofdstukken en conclusies enzo moesten schrijven. Uiteindelijk is het gelukt, en is het iets geworden waar we echt trots op kunnen en mogen zijn.
Bijna twee weken later moesten we ons PWS presenteren. Oooeeeehhh stress. Want je kent Lyanne en mij nu toch wel een beetje denk ik, en dan weet je dat we niet heel erg snel zijn met zulk soort dingen. De presentaties waren op donderdag en op woensdag kreeg je het cijfer voor je schriftelijk PWS. Wij hadden een 7,8. De presentatie was op dat moment alleen nog niet helemaal af, en om heel eerlijk te zijn was de presentatie ook pas donderdagavond om 6 uur klaar (7 uur was volgens mij inloop), omdat we al wel geoefend hadden met onze begeleider (diezelfde dag), maar onze presentatie veel te lang bleek. Uiteindelijk was onze presentatie van perfecte lengte, heel leuk om te doen, en hadden we een totaalcijfer van een 7,9. Reden voor een feessie dus.
En wat een feest: de volgende dag hadden we al vakantie, en daar was ik wel aan toe. De dag voor de PWS-presentaties hadden we namelijk ook nog het karaokefest: een geweldig feest georganiseerd door twee docenten, Mart, Steven, Lyanne, Julian en mij, met veel karoke en ook wat livemuziek (door Mart, Steven, Lyanne, Julian, Mick en mij (en een docent bij 1 nummer)). Het was superleuk, maar we waren na afloop helemaal kapot (we zaten van kwart over 8 tot +- 10 uur op school, en Lyanne en ik de dag daarna weer).
Dan nog even voor ik verder ga naar de vakantie: het kunstproject. Even heel kort, het mocht niet buiten (had ik eigenlijk al verwacht), dus ik heb het uiteindelijk op doek gemaakt, en een week te laat ingeleverd (kostte me een halve punt, maar heeft me waarschijnlijk ook zo’n 2 punten opgeleverd), en ik ben best trots, want het was nogal moeilijk om de figuren in het doolhof ook in het goede perspectief te krijgen. Ik heb uiteindelijk de wezens uit het doolhof van Harry Potter en de Vuurbeker in het doolhof gedaan, samen met de beker, maar dat was wel een heel gedoe.
En dan nu eindelijk: de vakantie. Net zoals heel veel andere leerlingen uit mijn klas was ik van plan superveel te gaan doen in de vakantie, en net zoals heel veel van diezelfde leerlingen heb ik helemaal niets aan school gedaan. Wel ben ik naar Roodkapje de musical geweest met twee neefjes (van 6 en 7 ofzo), ben ik naar de dermatoloog geweest (vanwege de wratten op mijn handen), ben ik een dag gaan shoppen met twee tantes en twee nichten en heb ik mijn moeder geholpen met lesgeven in groep 3 (de eerste dag, dus die vrijdag dat ik al wel vrij was maar de meeste scholen nog niet). Allemaal leuk, maar niet productief. Gewoon lekker uitrusten van ongeveer een maand constant stress op school.
Dat was het denk ik voor vandaag, de volgende keer ga ik het nog hebben over: het muziekcafé (dat was afgelopen donderdag), een excursie naar de rechtbank in Utrecht (ook diezelfde donderdag) (ik was een beetje kapot vrijdag), de examens die toch steeds dichterbij komen, aanmaakhout en alle deadlines waar ik nu mijn werk voor aan het uitstellen ben.
Joehoe!
Jarina
P.s. hier het nawoord van ons PWS (zijn we wel echt het meest trots op van allemaal)
Het pws-proces was
om in negen woorden samen te vatten
interessant
leerzaam
stressvol
leuk
gaaf
stressvol
tijdrovend
stressvol
zwaar
toch kregen we het voor elkaar
iets moois neer te zetten
wel moesten we hiervoor
veel bellen
en veel chatten
zo spraken wij met Pim van der Kolk
echt een toffe gast
Pim, wij zijn je nu aan het bedanken
dat vinden we gepast.
ook willen we je bedanken
voor de warme chocomel
dus bij dezen:
dankjewel
ondanks dat sommige factoren
wat te wensen over lieten
kunnen we nu van onze vrijheid
en wat biertjes gaan genieten
(Nou ja, Lyanne dan)
we’ve had the time of our lives
ookal heeft het vooral
heel
veel
tijd
gekost.
Jarina en Lyanne
Titel van Rihanna’s nummer Work of Work from home van weet ik veel hoe die groep heet het is laat oke en ik vind t sowieso echt een kutnummer
0 notes