chxsd
2K posts
de tussenstop nu ben ik nimmer nooit de eindhalte
Don't wanna be here? Send us removal request.
Note
De rustigste manier van zelfmoord, is houden van een vreemdeling
17 notes
·
View notes
Text
Tijdcapsule: oraal innemen
Een nieuwe tijdcapsule. Veertien december. Na middernacht. Van bioritmes en routine had ik nooit veel pap gegeten.
Weer een praatje. Geen edits. Beloofd.
Ik leef op koffie en ritalin. Mijn bedtijd was een paar dagen geleden, denk ik. Gescharrel is vandaag beeindigd. Sociale stagnatie is opgeschud, er is veel verandering. Veel drama. Ik heb de provinciale middelbare school ingeruild voor een intellectuelere, internationale variant. Zo voelt het.
De universiteit. Met volwassenen, mensen die dingen willen en weten. Wat een grap. Niemand weet hier wat ze doen. Deze omgeving is manisch van ellende en van genialiteit. De grens tussen genialiteit en gestoordheid bestaat niet. Dat heb ik ook bij mijzelf ondervonden.
Sinds de laatste capsule heb ik er vooral op los gedronken, geneukt en gedrugst. Scrupules aan de kapstok gelaten. Dagen de zon niet gezien. Misschien niet het beste, maar ook niet het slechtste. Uitrazen is therapeutisch. Het staan op een dansvloer. Ik weet niet waar ik ben. Ik voelde beats door mijn lichaam dreunen, dreunen die gedachten wegduwen die je liever niet ziet.
Het werk goed, heus. Een muziek-cleansing van een paar maand. Drums, bass, deuntjes, dansjes. Als het tikken van de tijd. Om dat andere tikken te vergeten, dat van die verdomde klok die mij altijd inhaalt. Deadlines, sure, waar de meeste mensen zich zorgen om maken. Op tijd op school komen, whatever.
Ik wil het getik van mijn ouderlijk huis vergeten.
Ik ben nu hier, ver weg. Ik had verder weg moeten gaan. Ik hoor het getik, nog vaak, in de kamer naast mij. Geen verbetering.
Mijn echte ouders, hun getik is al wat verzwakt. Ze gaan achteruit, allebei. Ik wil hun klok weer opwinden, de radertjes afstoffen en olie toevoegen, de wijzers ontsmetten en het geheel in een mooi vitrinekastje leggen. Maar de radertjes beginnen te verslijten. Het glas in de vitrinekast is gebroken. Niks dat ik daar aan kan doen. Het enige is afwachten, tot eerst de tijd foutief aangegeven wordt, een second afwijking, dan twee. Uiteindelijk tot een oorverdovend halt wordt toegeroepen -- de dood.
Het getik wil ik niet meer horen, geef mij maar dreun. Geef mij de schaterlach van mijn beste vriendin, het geluid van de koude biertap, een gele ballon die opgeblazen wordt, een sigaret die aangestoken wordt, een pil die gebroken wordt. Krak. Slik. Krak. Slik.
Dans.
Vergeet.
8 notes
·
View notes
Text
doemdenken voor optimisten
Als ik op de trein sta te wachten, weet ik dat ik kan springen.
dus dan zou het over zijn
Op hoge gebouwen kijk ik naar beneden. Ik weet dat ik niet kan vliegen.
dus dan zou het over zijn
Als ik met mijn met mijn moeders auto reed, kon ik het stuur een zwaai geven
de bomen zouden dichterbij komen. De ruiten gebarsten, de motorkap bezweken
het zou over zijn
maar toen ik terug reed, door het bos
haalde ik fantasieën voor de geest waarin ik me
niet langer kon voorstellen dat ik doodging.
ik wil alleen nog maar leven
de realisatie slaat plots in
1 note
·
View note
Text
column over de tijd: de eerste barsten
Hallo lezer. Dit is een tekst, met zinnen, waarvan ik niet weet waar ik er mee naar toe moet gaan. Ik weet niet of dit nut heeft, of zin, of van dat soort menselijke dingen. Utilitarisme was nooit mijn ding. Misschien schrijf ik straks in het engels, of niet. Wie weet. In deze zinnen zal geen structuur zitten. Ik heb soms van die dagen dat ik ineens een opborreling voel. Dan moet ik schrijven, over iets. Schrijven is dan als ademen. Door blijven tikken, niks schrappen, door blijven gaan. Het voelt alsof de druk in mijn brein een klein beetje verlicht kan worden. Alsof er een tap in de boom van mijn bewustzijn wordt geslagen, en er een beetje drinkbaar water uit komt, dat leven geeft.
Het creative deel van mijn vreemde brein is nu in extase, denk ik. Het is moeilijk te zeggen. Ik denk beter als ik schrijf, zo voelt het. Alles leidt mij alleen maar af van die creative drang. Afleidingen zoals muziek, converseren en studeren zijn niet welkom. Het enige geluid wat ik tolereer is dat van de wind dat langs mijn appartement waait.
De laatste keer dat ik dit gevoel had was het nog zomer. Het is nu al vijf oktober, maar Ik weet het nog goed, ik was alleen op de bovenste verdieping van mijn ouderlijk huis. De zolderkamer, met een leuk uitzicht over grasje, bosje, watertje. Ik hees uit een sigaret terwijl ik op papier in een moordend tempo gedichten schreef.
Gedichten over die man. Degene die mij zo goed begreep. Onze verhouding was hecht, intiem. Niet romantisch of dat soort dingen. Een mentale vonk, dat wel. We hadden vele verschillen, dat deerde niet. Een andere achtergrond, allebei een vreemd verleden. Een intrinsiek verpestte familie, die ons beide geen goed deed. In verschillen kwamen wij overeen in het feit dat wij eigenlijk in veel dingen hetzelfde stonden. We begrepen het allebei niet. Een vreemde connectie.
Maar deze connectie is niet meer. Hij is dood en ik leef nog. Mijn longen zuigen nog lucht en mijn hart klopt. Ze zeggen dat hij op het laatst in god geloofde. Misschien is hij in een hemel. Ik zou daar in ieder geval nooit komen. Hij is gestorven aan de eenzaamheid. Mijn taak als vriend, in het levende, is onvervuld en verzaakt. Ze zeggen dat ik een trauma heb. Zielig. Een jonge jongen zoals ik. Och. Getraumatiseerd door de dood van iemand die mij begreep. Ik moet terug gaan naar mijn vroegere, onverwende staat. Ik ben verwend door het hebben van iemand die mij begreep. Het is tijd weer te leren om niet begrepen, en teleurgesteld te worden. Ik ben verwend met een rad van fortuin waar mee gemorreld is. Steeds als ik er aan draai leek ik de prijs te winnen.
Mijn geluk is nu voorbij. Mijn rad is roestig geworden en de prijzen zijn op. Wat ik nog heb van mijn goede vriend is een blikje met thee en een boekje ter nagedachtenis. Stomme zooi. Heb ik er wat aan? Nee. Laatst heb ik zijn broertje ontmoet. Toen gebeurde er wat. Lezer is slim genoeg om te raden wat dat is. Dus ja. Ik ontmoette hem vaker. Ik weet niet of het wat goeds is. Het voelde als thuiskomen, maar als die keer thuiskomen nadat mijn huis in brand stond en alle meubels weggehaald waren en de woonkamer gestript was en ik me vervreemd voelde.
Dit is de eerste keer dat ik weer schrijf na de dood. De dood van degene die mij begreep. Wellicht de enige die mij zo begreep. Laatst zei ik per ongeluk, tegen iemand die ik amper ken, dat ik me afvroeg of ik ooit wel iemand tegen zou komen die mij nog zo goed kon begrijpen. Het was niet de bedoeling om verdrietig te klinken. Toch voel ik mij onbewust, en nu steeds in meerdere mate bewuster, wel zo.
Het broertje is weg, hij heeft geen tijd voor mij. Het thuiskomen was blijkbaar niet wederzijds, en daar moet ik mee leven. Zelf weet ik ook niet of ik hem nou leuk vond het ‘broertje van’ .Misschien zag mijn brein hem als de tijdscapsule van de verloren bloedverwant. Ik mis ze allebei. Ik dacht een veilige noodlanding bij hem te kunnen maken. Het werd een rommelige doorstart. Toch maar weer wegvliegen.
Ik weet niet waarover ik nog zal schrijven. Er is veel aan de hand in mijn nieuwe grootstedelijke leven. Het voelt hol. Leuk, maar ook hol. Eigenlijk ken ik helemaal niemand. En niemand kent mij, dat lijkt mij dan weer goed te doen. Een vreemde kronkel in mijn brein. Niks voelt bekend, hetgeen dat wel bekend voelde wil niet genoeg met mij te maken hebben. De personen in deze vreemde stad die ik langer ken, hebben blijkbaar niet dezelfde nostalgie.
Het doet mij pijn om te zien dat ik het oude meer waardeer en dat het nieuwe het oude niet is. Ik dacht altijd dat ik hier gelukkig zou zijn, en op een bepaalde manier ben ik dat ook. Maar toch mis ik het oude, mijn vader, de middelbare school en mijn beste vrienden. Mijn vroegere beste vrienden. Het begrip lijkt niet veel meer waard te zijn. Mijn nieuwe beste vrienden? Ik ken ze niet.
Ik mis het oude maar het oude mij niet. Het nieuwe wil mij binnenhalen maar ik het nieuwe niet.
Gedesillusioneerd door het leven. Ik wou mijn dromen nooit verkopen. Ik heb gevochten om op de plek te komen waar ik nu ben, hard gevochten. Ik leef nu in mijn dromen, in de wolken. Maar mijn wereld staat op zijn kop, en die oude vaste grond is nu een nastreefwaardige wolk geworden. Hier in de wolken schijnt de zon veel harder. De zon is als de realiteit waarin ik nu leef. Het is fel en het brandt. Ik wou dat ik mijn zonnebril had meegenomen.
1 note
·
View note
Quote
In my eyes, good conversation is the birthplace of true attraction. So open up and share with me every encounter and experience that shaped you into who you are today. Tell me all about your hopes and dreams and captivate me with your passions. Arouse my curiosity and you’ll have my attention.
Beau Taplin (via leohearts)
2K notes
·
View notes