literairfrietkot
literairfrietkot
Literair Frietkot
20 posts
groot of klein met of zonder
Don't wanna be here? Send us removal request.
literairfrietkot · 3 years ago
Text
(Work in progress)
Je weet toch dat ik hier eigenlijk niet thuishoor? Verwacht je nu echt dat ik hier beter word? Gisteren heeft die van 701 naakt in de gang haar gevoeg gedaan. Wie heeft de nachtwaker geroepen? Ik! Filip was trouwens van dienst. Schitterende verpleger, knap. Na de opkuis kwam hij nog even langs. Hij keek vol ontzag naar mijn Golden Gate Bridge. 7983 lucifers gebruikte ik tot nu. Neen, ik ben er nog niet klaar mee. De stabiliteit moet perfect zijn, haar draagkracht ook. Slapen doe ik morgen wel. Eigenlijk wil ik overdag gewoon aan de brug werken maar jij, jij schreef therapie voor. Muziektherapie om het andere deel van mijn brein te stimuleren. Weet je Professor wat er eigenlijk gestimuleerd mag worden? Mijn lijf! Al die pillen leggen mijn lijf lam. De tram staat in de stelplaats. De klok mist zijn klepel. Ik ben gefrustreerd. 21 jaar en het schoonste gerief van het Guislain krijgt er geen beweging meer in. Opgedroogd, uitgezaaid, ‘t stekske is opgebrand.
Tumblr media
10987 is de te nemen horde. Mijn reuzenrad, mijn trots. Geen bouwplannen, geen tekening. Perfecte stabiliteit, draaiend, prima balans, … Elf jaar was ik, ongezien. Hou oud is jouw dochter Professor? Juist, elf jaar en 3 dagen. Kan je je voorstellen dat ze binnen 9 jaar en 362 dagen verlangt naar de dood? Smacht naar het koude verlossende gitzwarte water. Zich bevrijd weet door de druk op haar hoofd, het water in haar longen, de hitte in haar neus. Kan jij geloven dat zij hiernaar verlangt?
De Professors geur blijft hangen in de kamer. Pioenrozen met een vleug vanille en een hint sandelhout. De crème van mémé Thérèse. Het hulpeloze wakke koekje. Meergranenspeculoos met ongekende elasticiteit zwemmend in het geel met zwarte stipjes. Even verfoeilijk als de sproeten op mijn hand die plots stoppen aan de glanzende witte lijn. De witte lijn, de ononderbroken lijn. Het is geen zebrapad. Stop, stop nu, stop! Pioenrozen, pioenrozen, pioenrozen en vanille. Daar ben je weer.Frederik is de naam, Frederik De Schrijver.
De kamer is 4 meter 26 centimeter op 5 meter en 8 centimeter. Ik heb een bed, een tafel, een stoel en een kleerkast. Mijn tafel is heilig en op maat gemaakt.
Zes minuten over zes op de zesde dag. Morgen is het de dag des Heren. Onkuisheid doen is dus voor vanavond. Het is zes minuten geleden dat de Professor de ruimte verliet en de geur hangt er nog steeds. Geurmoleculen zijn iets uitzonderlijk. Ik vraag me af of ik hen kan bouwen. Bouwen, vertrouwen, stevig staan als een huis zegt mama.
1 note · View note
literairfrietkot · 3 years ago
Text
Krim
 gecamoufleerde angst verzamelt zich
aan beide kanten van een ingebeelde lijn
 bevelen ratelen voorwaarts
een volksverhuizing van laarzen
van rupsbanden van stalen pijpen die nonchalant naar het westen wijzen
 verwonderd om de stilte stoppen we
een sprinkhaan in het gras
bijna onzichtbaar in deze grasvlakte van bloed
wat doe ik hier in godsnaam
waarom ben ik gevolgd in dit onbegrijpend staal
 ik ben een periscoop
mijn wereld een vizier
ik zie die avond op de Krim
de zee niet zwart maar hel blauw als je ogen
je spieren een gespannen zoutvlakte
 vooruit nooit achteruit
woel ik me dichter naar jou
zaai ik je ledematen op deze kaart
mijn ogen leeg als naakte huizen
 aan het einde van de dag
in platgedrukte vaalbruine kleren
modder tussen mijn tanden
vind ik jou stuk voor stuk
stel ik je opnieuw samen als een pointillistische god
 ik wou alleen maar bij jou zijn mijn vriend
in dit land van ongevoelige bedden
2 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Text
Het venijn zit hem in de... Succulente sequoia's nog aan toe.
(Eerste alinea van een nieuw verhaal uit het Grote Bos)
Rattenkwaad, daar waren alle jonge muskusratjes van het Grote Bos altijd wel voor te vinden, en voor studentikoze grapjes en allerhande soorten braspartijtjes. Alle jonge muskusratjes? Nee, altijd was er wel een kwezeltje dat niet meedeed, een nuffig ratje, een angsthaasje, een braaf Hendrikje dat altijd thuis op de kamer bleef om te studeren, of erger nog, om mee te helpen met de huishoudelijke taakjes waar normaal gezien alleen een volwassen wijfje zich om zou bekommeren: het onderhouden van het nestkamertje, het boenen van de vloer, het lappen van de winterkamerraampjes, de bedjes opmaken en een patchwork dekbedje weven van takjes en mosjes, het instoppen van de babyratjes, het aannaaien van afgerukte ledemaatjes, oortjes en staartjes, het breien van sokjes en verbandjes, de papflesjes klaarmaken, extra luchtpijpjes graven voor als de ingang dichtvroor en meer van dat soort erbarmelijke klusjes. 
2 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Text
WATER
  Kabbelend water
Naar de rivier stromende
De weg tot leven
2 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Text
TOREN
                                                                    Het torendak hoog
                                  Prikkend in de hel’dre lucht
                                  Richting hemelpoort
2 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Text
bomenbabbel
De bib. Ik zit opnieuw in de bib. Aan het raam dat uitkijkt op het rond punt, boven naast de afdeling fotografie, waar je soms half pornografische bondage foto’s van bekende en minder bekende Japanse fotografen kan bewonderen. Veel schaamhaar. En bomen, uit het raam bedoel ik. Eeuwenoude bomen. Tweehonderdvijftig, driehonderd jaar oud? Zeventien tweeëntwintig, een klein boompje wordt aangeplant door een man in een gescheurd hemd, in een grauwe wat te grote broek omhooggehouden door een touw. Beuk, Eik, maar ook een Ginko. Vandaag reuzen veertig, vijftig meter hoog. Ze communiceren blijkbaar met elkaar. Onder de grond dan. Langzaam. Een woord een paar uren, een zin twee weken. Een doorgedreven dialoog een decennium.
‘Het is nogal wat hé’
‘wat bedoel je?’
‘awel, die vogels’
‘wat is ervan?’
‘de kwaliteit van hun shit gaat erop achteruit vind ik’
‘ah bon? Hoe weet jij dat?
‘ik voel dat in mijn wortels. Ik proef dat zelfs’
‘wat proef je dan?
‘aardnoot, mais, een toets van zachte zaden’
‘hoe is dat minder dan vroeger?’
‘ awel de kick is minder krachtig. Mijn wortelharen krijgen er zo geen boost meer van’
‘dat is gewoon gewenning. Het is de zelfde shit als honderd jaar geleden.’
En zo zijn we twee jaar verder. Mijn haren grijzer, mijn vingers strammer, een oorlog of twee en een pandemie afgewerkt tijdens een bomenconversatie.
2 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Text
A: Onze Koningin, de Eerste onder alle Vrouwen, is dood. De opperpriesteres heeft dit bevestigd. De Schoonheid van Nasj is niet meer. Moge Botaf haar met open klauwen ontvangen en haar de zegen geven om de hoge berg Aftee Ren met gezwinde voet te bestijgen.
B: Daar zal ze veroordeeld worden door de almachtige Bolides. En wat voor oordeel zal het zijn. De bliksem van Aki zal verhinderen dat ze ook maar één stap verzet!
A: Houd onmiddellijk op, heer Opperwachtmeester. Ik zweer het op het middenrif van Oek, ik keur alles wat u zegt af. Ik weiger nog te luisteren.
B: Doe uw vingers uit uw oren. Toe nou, heer Griffier.
A: De Eerste onder alle Vrouwen. Onze koningin, de Schoonheid van Nasj…
B: Jaja, de Pronte Buste van Salet was nog zo’n mooie titel van haar.
A: En wat een buste, heer Opperwachtmeester! Wat een buste!
B: Eerder de Praalhans van de kromme Kruk, als u het mij vraagt. En mijn vriend, vindt u het niet amusant dat zij die de titel van Eerste onder alle Vrouwen droeg een lange sik had?
4 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Text
Onhandig
Scène 1
“Smaakt het?”
“Ik heb wel beter gegeten.”
“En ik heb zo mijn best gedaan.”
“Dat kan, maar je weet dat courgettes mijn ding niet zijn.”
“Nee, maar dit is echt lekker, met dat gehakt enzo.”
“Hier, je mag mijn portie hebben.”
“Zeg, Gerard, als dat je dank is.”
“Je zou blij moeten zijn, schat, meer voor jou. Ik maak wel een pizza klaar.”
“Pizza?”
“Ja pizza, je weet wel, zo een platte schijf met tomatensaus en kaas en salami. Naar het schijnt eten ze dat in Italië nogal vaak. En je hebt ook versies die ingevroren zijn. Zo eentje ga ik nu halen.”
“Maar schat, zou je dat wel doen? Ik kan snel iets anders klaarmaken. Er is nog gehakt over.”
“Nee, blijf gerust zitten en eet smakelijk. Ik red me wel. Wijntje?”
“Nee, dank je.”
(Man gaat naar de kelder, doet diepvriezer open, komt kalm terug, zet pizza in de oven)
“Zeg, Marlies, dat hand in de diepvriezer, van wie is die eigenlijk?”
“Van de vorige eigenares, denk ik. Waarom?”
“Gewoon, er zit nog een trouwring om. Misschien moeten we die terugbezorgen aan de weduwnaar?”
“Ja, misschien wel. Ik kijk straks wel even in het dossier naar het telefoonnummer.”
  Scène 2
“Meneer Schepens? Met Marlies Verhoeven van Begrafenissen Bulens. Ik heb goed nieuws.”
“Oh ja?”
“Ja. We hebben de trouwring van je echtgenote teruggevonden.”
“Maar hoe kan dat? Hoe is dat mogelijk? Die was toch mee de oven ingegaan en gesmolten?”
“De wonderen zijn de wereld nog niet uit, blijkbaar. Toen we deze morgen meneer De Graaf verstrooiden, hoorden we wat kletteren in die strooikoker. En daar vonden we dan plots uw ring, enfin de ring van je overleden echtgenote.”
“Oh, maar dat is werkelijk goed nieuws. Ik ben zo blij. Zo heb ik toch nog iets tastbaars van Emma, iets wat van haar is. Ik mis haar zo erg. Ik zou zo graag haar hand nog eens een keertje willen vasthouden… 
“Dat begrijp ik meneer.”
“Maar goed, ik heb nu haar ring tenminste terug. Mag ik hem onmiddellijk komen halen?
“Jazeker. Maar we willen hem wel nog even goed schoonmaken natuurlijk. We willen niet dat er nog as van meneer de Graaf in die groefjes blijft zitten. Kom anders binnen een half uurtje langs. Je kent het adres?”
“Jawel, we hebben veertig jaar gewoond waar jullie zaak is. Het zou erg zijn mocht ik dat niet meer weten zijn.”
  Scène 3
“Haardroger. Zaagje.”
“Wel voorzichtig hé, Gerard.”
“Jaag me niet op, Marlies, ik doe ook gewoon maar mijn best.”
“Ja, maar je moet toch zien dat je die ring niet beschadigt. En een beetje zachtjes met mijn hand. Straks kan ik het niet meer gebruiken.”
“Tang, Marlies, tang.”
“Wat ben je van plan?”
“Die ring moet toch uit, of niet? En we hebben niet veel tijd meer. Straks is meneer Schepens hier en wat dan?”
“Ok, ok. Welke tang bedoel je?”
“Die tang, je weet wel, met dat rode handvat, waar ik normaal de tanden mee trek.”
“Alsjeblieft.”
“Nee, dat zal niet lukken Marlies. Je zult de hand moeten loslaten. Gehaktmolen alsjeblieft.”
“Maar, Gerard, neen, dat kan je niet doen. Dat mag je niet doen. Ik smeek je, nee.”
“Het moet Marloes, het moet. Straks gaat de bel. En wat heb jij toch met handen? Waarom houden we die bij? Waarom moet ik van alle crematies die we doen, een hand bijhouden? Je ziet nu wat ervan komt.”
“Schat, echt waar, soms denk ik dat je een bord voor je kop hebt. Nooit Freud gelezen? Kijk eens goed hier, naar deze robothanden. Vind je het dan zo gek dat ik…”
(De bel gaat)
8 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Text
dialoog wandtapijt
Het is een koude nacht in februari. Er klinkt gestommel en gepruts aan een deur. Een klik, de deur gaat open, twee figuren komen gebogen de kamer binnen. De kamer is leeg op enkele stoelen en een wandtapijt na.
 Carlo: Ik wist niet dat je dit kon.
Marjan: Ik ook niet, het gebeurde gewoon. Zoals in een film.
Carlo: handig, ik zal je bellen als ik mijn sleutel verlies.
Ik heb het koud, ben je hier al geweest?
Marjan: het is de oude bibliotheek, nu gesloten voor herstelwerken. We kunnen geen licht maken, de conciërge woont hier tegenover.
Carlo: blijven we hier vannacht? Ik wil wel.
Marjan: we hebben geen keuze, mijn ouders laten mij niet meer binnen en we kunnen niet naar jouw appartement, geen treinen meer. Bedankt dat je bent gekomen. Ik wist echt niet wat doen.
Carlo: is het zo erg?
Marjan: Ze denken dat het de duivel is. Dat ik bezeten ben, onnatuurlijk. Ze wilden er een sjamaan bijhalen. Blijkbaar heeft er eentje asiel gekregen en schept hij nu geld door te genezen, te voorspellen, de duivel uit te drijven indien nodig. Hij gebruikt kaarsvet, een gekarteld mes, varkensbloed blijkbaar.
Carlo: ze kunnen mij niet uit jou drijven. Wat heb je hen verteld?
Marjan: Dat ik verliefd ben. Op jou, op mijn Carlo. Mijn vader zei dat ik te jong ben, dat hij al iemand voor mij geregeld heeft, dat het afgesproken en betaald is. Ik zei dat het me niks kon schelen, dat het achterlijk is, dat dit een nieuw land is, dat hier andere regels en wetten gelden.
Carlo: Je hebt het hen dus niet verteld.
Marjan: ik zei dat het mij niks kan schelen, dat ik bijna achttien ben, dat ze mij niet kunnen dwingen om thuis te blijven, om vast te blijven zitten in het verleden. De kerken hier zijn leeg, ze zijn dood, daar is een reden voor. Waarom vasthouden aan het geloof van een oude koloniale meester die zelf niet meer gelooft in wat hij ooit heeft gepredikt.
Carlo: wil je het hen niet vertellen? Durf je niet?
Marjan: Hij werd woedend, hij begon te roepen te schreeuwen dat ik zijn dochter niet was, dat hij mij het huis uit zou zetten, dat hij niet onder een dak wilde leven met iemand zoals ik. Dat ik het maar moet aanvaarden. Dat ik een keuze moet maken. Tussen ons en hen, tussen geloof en de anarchie, tussen veiligheid en chaos, tussen de warmte van de familie en het koude bestaan van de blanke man die het zelf niet meer weet. Die s’ochtends grijs en grauw naar het treinstation trekt, aktentasje onder de arm en s’avonds zonder woorden terug naar huis keert, iets dieper gebogen nu, moe en niet voldaan. Die niet meer weet wat feesten, wat dansen, wat familie, wat geloof is.
Carlo: je had toch gezegd dat je het zou zeggen, maar ik begrijp het wel, ik kan wachten.
Marjan: ik hoef niks meer te vertellen, ze weten het al.
Carlo: hoezo?
Marjan: mijn broertje heeft je gegoogeld. Hij heeft foto’s gezien.
Carlo: welk foto’s?
Marjan: van jou van vroeger. En van ons samen, toen in Antwerpen. In het begin
Carlo: het is niet waar.
Marjan: toch wel, eerst begrepen ze het niet. Ze dachten dat je een tweeling was.
Carlo: Een tweeling?
Marjan: ja dat je een tweelingszus hebt die Carla heet.
Carlo: ja, hoe kan het ook anders, ze komen van een ander continent, een andere planeet bijna. Zal ik mijn tweelingszus volgende keer meebrengen?
Marjan: hoezo?
Carlo: ik kan wel een paar uurtjes opnieuw Carla zijn als het echt nodig is.
Marjan: niet doen schat, ik hou van Carlo, niet van Carla. Carla bestaat niet meer, ze is verdwenen, opgelost, we hebben afscheid van haar genomen. Je bent Carlo nu. Mijn Carlo. En vannacht in deze koude bibliotheek maken we een bed van dit oude wandtapijt. Kruipen we tussen de plooien, tussen de gewoven struiken en rusten we aan de rand van het water waar ik je zal kussen als nooit tevoren.
 De twee figuren begeven zich naar de muur waar het wandtapijt zich bevindt. Ze nemen een stoel en halen het van de muur. Ze leggen het op de vloer in een nis van de kamer. Ze plooien het dubbel. Ze kleden zich uit en kruipen tussen de vouwen.  
4 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Text
Zij in Mij
  Zij zit diep in mij.
Diep en sterk.
Soms sluipt ze er even uit,
Wandelt elegant door mijn hart – kamert in mijn hoofd.
Chaos en spanning – en dan terug diep in mij.
Stralend licht.
Sterke babbels – oneindig diep.
Er is geen einde – in het einde der einde.
Moet dit ooit stoppen?
  En waarom komt er nooit een dag?
De uitkomst van het mysterie.
In de helderheid van het licht …
4 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Text
BIJNA ACHTERAAN IN HET RIJTJE
Liefde op het eerste zicht,
Toen ik je hoorde, toen ik je zag…
In veel te weinig woorden aanwezig,
Sta jij helemaal, bijna in het achterste van het rijtje.
Ik zag je wandelen doorheen mijn geschrift en mijn boeken.
Verweven in vreemde woorden, door je benen, verloor ik het noorden.
Als een wijd openligende schaar, Ik schrijf jou, ik lees jou, ik geef jou x 3 xXx
3 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Text
                          KWA
            KW  _ A         KWAK
    K     0   p                           KWAK-k
<-                                            kwak-Ke
                                        KwaK-Kel
                              KwaKKel-e
                        KwakKel-Len                                                fiere Eend        
            Kwakkellend                                              zwemmend
Kwakkelende, kwetterende, ploeter-end, geploeter         
2 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Text
Taal
Schrijf ik in het Nederlands
Of toch maar gewoon Swahili?
Het is zomaar een vraag
aan mezelf binnen twintig jaar.
Doe maar Mandarijn, 
Antwoord je.
En ik schrik natuurlijk.
Nooit had ik mijn kleinkinderen in 
Azië verwacht.
Ik ook niet, antwoord je,
Maar hier zitten we, 
Bij de monding van de Nijl.
De Nijl, dicht ik, is toch niet Bejing.
Nee, zeg jij dan weer, 
Maar Alexandrië is wel Zuid-China.
5 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Photo
Tumblr media
Vrijheid, Onzeker
Mooi Ja
Werkelijkheid Neen
Iedereen is vrij
Binnen de grenzen
Waar onvrijheid begint
Dát is pas zeker
6 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Text
Lettergedicht
A Je staat daar zo stoer met je gespreide benen.
Onverzettelijk sta je daar
Voor de zekerheid
Nog eens verstevigd met een steunbalk
S Je staat daar zo sierlijk en gracieus
Maar ook zo wankel en labiel
A en S Gelukkig houden jullie elkaar in evenwicht
Zo verschillend
Twee uitersten van een continuüm
Maar ook zo gelijkend
want onderdeel van een groter geheel
5 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Link
Gedicht naar aanleiding van de opdracht om een kalligram te maken.
4 notes · View notes
literairfrietkot · 3 years ago
Text
POES
Zwiepende
Pluimstrijkende staart
Rond mijn pantoffels
Siamese katten worden oud
Ik noem je
Plagerig
Didier
Maar eigenlijk heet je gewoon Pol
Sussend gespin
Blij dat ik bij jou mag zijn
Hopelijk tot het einde van je leven
En eens het zover is
Dan steek ik je in een pot
Om je met me mee te nemen
Wanneer het aan mij is
5 notes · View notes