Don't wanna be here? Send us removal request.
Text
toegepaste vrije psychologische kunsten
Toegepaste Psychologie en Liberal Arts, kijkende naar de namen is het bijna komisch hoe ver ze uit elkaar lijken te liggen. De een staat voor wetenschappelijke gedragsinterventies gebaseerd op methoden en modellen. De ander voor vrij experimenteren met aanvliegroutes om uiteindelijk om te leren gaan met een creatief proces.
Toch is kennis uit de een bruikbaar bij de ander. Niet álle kennis (zo heb ik bijvoorbeeld bijzonder weinig gehad aan mijn vaardigheid met spss in het afgelopen half jaar), maar om ze weg te zetten als vrij van overlap zou een vergissing zijn.
Een vaardigheid die ik op TP heb opgedaan en zonder welke ik het tijdens de minor een stuk moeilijker zou hebben gehad is bijvoorbeeld het wegzetten van je aannames. Natuurlijk is het goed om zaken kritisch te bekijken, maar ga er nooit van uit dat je precies weet hoe iets of iemand werkt op basis van je eigen referentiekader. Een handige houding bij het interpreteren van werk, of bijvoorbeeld voor filosoferen.
Andersom zijn er ook enkele vaardigheden of basishoudingen vanuit Liberal arts die ik nuttig zie zijn bij toegepaste psychologie. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan de ervaring van een half jaar lang werken in een hoek waar ik, achteraf gezien, weinig affiniteit mee bleek te hebben. Door een dergelijke situatie zelf te hebben meegemaakt denk ik meer compassie op te kunnen brengen tegenover toekomstige coachees, waardoor ik mijn service wellicht beter bij hen aan kan laten sluiten.
Daarnaast zie ik het kritische denken uit filosofie ook nut hebben bij bijvoorbeeld het ontwerpen van choach/training/begeleiding trajecten. Het lijkt me nuttig om naast de vaardigheid om wetenschappelijk verantwoorde ontwerpen af te leveren ook tijd te hebben gestoken in een vaardigheid die zich focust op het kritisch bekijken van redenaties. Ja, het klopt in theorie, maar hoe zie ik dit in de praktijk uitpakken?
Afsluitend moet ik denken aan de vele verschillende manieren van werk waar ik in het afgelopen halfjaar mee geëxperimenteerd heb en hoe veel meer ik van sommige heb genoten dan van anderen. Ik moet hier aan denken omdat ik als toegepast psycholoog vaak snel grijp naar de oplossingsgerichte coachingsmethodiek en soms voorbij ga aan de vraag of de coachee zich hier wel voor leent. Tijdens de minor ben ik er mee geconfronteerd dat dezelfde methode afhankelijk van de persoon wild anders uit kan vallen. Ook dat kan ik dus mee terug nemen naar mijn major,
0 notes
Text
Waarde in imperfectie

Als ik één conclusie uit mijn essay wil koesteren is dit het respecteren van menselijke imperfectie. In de filosofieën van Heidegger en Locke is mens een project, je bent nooit echt jezelf, blijft altijd ontwikkelen. Wat dit volgend Heidegger mogelijk maakt is het feit dat je niet bestaat als een staat, maar als een relatie tot je toekomstige zelf. Alleen door te besseffen dat je bestaat voor en door jezelf kan je de capaciteiten ontwikkelen die nodig zijn voor eigentlichkeit, Heideggers neologisme voor authenticiteit. Een gevolg van deze filosofie is dat je als mens dus nooit klaar bent met ontwikkelen, de mens op het pad naar eigentlichkeit blijft ook altijd op dit pad, dat is het doel. Ik vind een enorme warmte in deze stelling. Als ik besta in de relatie met mijn toekomstige zelf kan ik mijzelf dus niet verliezen als ik blijf leven voor de mij van morgen. Dit legt enorme waarde in de intentie te verbeteren en stelt me daarmee tot rust. Het is onmogelijk om de perfecte ik te zijn, ik kan alleen maar proberen om een betere ik te zijn dan ik gisteren was. Als ik dat doe is er waarde in de mij van vandaag. Door met natuurlijk materiaal de onvolkomenheid te vieren probeer ik deze waarde te laten zien in mijn eigen werk. Daarnaast probeer ik dit te ondersteunen door steeds een willekeur in mijn werk te brengen. tevens laat dit zien hoe veel kanten je op kunt vanuit dezelfde grond. Met dit geverfde hout probeer ik vormen te maken die in hun imperfectie zo sterk overkomen dat dit hun bestaat valideerd. Op deze manier wil ik illustreren dat er inderdaad waarde ligt in de imperfectie.
0 notes
Text
Reflecties

Vandaag werd ik bij aankomst (door Eke en haar studiegenoot) vrij letterlijk geconfronteerd met de vraag die ik mezelf al langer had moeten stellen? Wat heb ik geleerd op de minor? Tsja, wat heb ik geleerd op de minor? Om eerlijk te zijn vind ik het lastig om te stellen dat ik uberhaupt iets geleerd is. Ja, ik weet nu twee of drie manieren meer om kunst te maken. Maar of ik nu beter weet hoe ik kunst kan maken of dat ik beter in ballans ben als persoon wil ik nou niet zeggen. Sterker nog, als ik iets moest zeggen zou het zijn dat ik roestig ben geworden in de zaken waar ik wel goed in was terwijl in dezelfde periode mezelf steeds minder en minder symphatiek ben gaan vinden tot op het punt dat ik vijandig sta tegen bijna alles wat ik binnen het atelier doe. Maar ik moet iets formuleren, wat. heb. ik. geleerd. Ik heb geleerd om mijn concept van 'goed werk' los te laten, ik heb geleerd om het werk van anderen te waarderen. Ik heb geleerd om meningen te vormen over mijn eigen werk. Ik heb geleerd wat ik niet wil met mijn leven. Ik heb geleerd waar ik voor uit moet kijken wanneer ik bezig ben met abstracter werk dan toegepaste psychologie. Samengevat heb ik dus (as advertised) geleerd over mijzelf, kunst en de wereld. Terugkijkend kan ik niet zeggen dat ik dit op vind wegen tegen de tijd die ik hier heb besteed. Hoewel enkele van deze zaken namelijk waardevolle leseen zijn en ik daarnaast een groep erg fijne mensen heb ontmoet vind ik de kosten nog steeds te hoog. Maar dat doet niet af aan het feit dat ik dus wel dingen geleerd heb. Dat is fijn, geloof ik.
0 notes
Text
Stappen van de muur
In mijn vorige blog noemde ik kunst een muur om mijn hoofd tegen kapot te slaan. Hoewel ik achter deze beschrijving van de algehele ervaring sta zou ik graag een andere misschien positievere, metafoor Willen voorstellen. Kunst, zoals ik het gemaakt heb inderdaad in de afgelopen weken. Is als je eigen vinger proberen te breken. Het is een zeer pijnlijke bezigheid die veel moeilijker is dan het lijkt en uiteindelijk valt het resultaat altijd tegen. Dit is echter kunst zoals ik het nu ken. Kunst als geheel lijkt misschien meer op een gesloten deur. Tot dusverre heb ik geprobeerd om deze te openen door mijn lichaam er herhaaldelijk tegen aan te werpen en heb ik nog geen tijd genomen om de deur verder te inspecteren. Moet ik trekken of duwen? Is er een sleutelgat? Is deze geopend? Ik denk dat het tijd is om de deur vanuit verschillende hoeken goed te bekijken. Oftewel, het is tijd om van mijn thema af te stappen.
0 notes
Text
Opgeven

Opgeven is een raar iets. Het ene moment ben je ergens bij te betrokken, en het volgende moment zijn plotseling alle banden doorgesneden. In de realiteit is er echter weinig veranderd. Het is slechts je eigen perspectief op de taak, die tot voor kort de jouwe was, dat zich verplaatst heeft. Uiteindelijk bestaat de taak nog steeds, en met een beetje pech wordt er ook nog steeds op gerekend dat jij hem volbrengt. Opgeven heb ik al jaren niet meer gedaan. Ik heb genoeg verkeerde keuzes gemaakt in die jaren, maar heb altijd het idee gehad dat ik de consequenties van deze kon dragen. Misschien dat ik daarom ook een enorme weerstand voel tegen het opgeven van de kunst, al is dit misschien wel nodig. Ik stel dat dit misschien nodig is omdat ik, reflecterend op mijn tijd hier, mijzelf niet op dezelfde manier heb zien groeien als enkele van mijn klasgenoten. Waar zij, natuurlijk ook na het nodige leiden, richting lijken te vinden of in ieder geval achter hun eigen werk kunnen staan valt dat mij zwaarder. Kunst is voor mij geen medium, het is een muur waar ik mijn hoofd tegen kapot kan slaan, en daar ben ik echt bang voor. Dat ik mijzelf in mijn tijd hier zo veel schade aan doe dat herstellen geen kwestie meer is van even reflecteren. Maar dat ik mijzelf en mijn zelfbeeld op de minor zo constant en zo genadeloos onder druk zet dat het op een dag gewoon klapt, als een stuk hout onder te veel spanning of een vergelijkbaar iets. Tot zover heb ik mijn kleine instortmomentjes steeds gezien als de weeën van mijn ontwikkeling. Ja ze doen pijn, maar als ik ze maar kan doorleven kom ik er sterker uit. Maar inmiddels heb ik het idee dat ieder zulk moment mij zwakker en zwakker achterlaat, een prooi voor het volgende instorten. En toch voelt opgegeven nog steeds verkeerd. Maar of dat domheid of kracht is zou ik oprecht niet meer weten.
0 notes
Text
intentievrij

Het werk waar ik op het moment in verzeilt ben geraakt is tot noch toe een werk zonder intentie. Ik weet hoe ik wil starten, maar heb geen ideewaar ik heen wil of wat ik uit wil drukken. Na het gros van mijn werken conceptueel te hebben aangpakt leek me dit me, mede door suggesties van Mario, een manier van werken die me mogelijk vooruit zou kunnen helpen. Voor nu betekend dit intentievrije werken echter vooral ongemakkelijkheid. Ik heb niet het gevoel dat het de verkeerd kant op gaat of iets dergelijks. Maar twijfel wel of kunst zonder bedoeling uberhaupt nog iets betekend. Wat ik hiermee bedoel te zeggen is dat, hoewel ik niet twijfel dat er íéts uit gaat rollen, ik twijfel aan de waarde van het eindproduct. Maar misschien moet ik ook maar wachten tot er uberhaupt een eindproduct is en tot dt moment niets anders dan mijn best doen
0 notes
Text
Filosofile

Hallohoi, het is je vriendelijke buurttwijfelaar, klaar om de wereld weer net iets verwarrender te doen lijken dan hij is. Vandaag wou ik het hebben over mijn filosofische vraag (bestaat er een authentieke zelf en wat betekend dit?) en vooral waarom deze vraag belangrijk voor mij is. Dit is namelijk een vraag waar ik nu al een aantal maanden mee worstel, dan weer neigend naar antwoord A, dan weer naar antwoord L. De reden dat deze vraag me ze bezighoudt is dat het in essentie de vraag is wat ik ‘zou moeten’ doen met mijn leven. Om dat toe te lichten moet ik even een redenering maken die nogal wat vooronderstellingen kent, maar daar ben je ook buurttwijfelaar voor. Vooronderstelling één; De verschillende vormen van progressie (technologisch, economisch, kunstzinnig) die we maken als samenleving zijn geen echte progressie. Technologische ontwikkeling heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat we langer en comfortabeler kunnen leven, maar heeft de algemene geluksbeleving en de mate waarin mensen een bevredigend en als prettig ervaren leven kunnen leven, (zoals ik het zie), nauwelijks beïnvloed. We ontwikkelen iets wat buiten onszelf ligt en scheppen zo een nieuwe context voor onszelf. Deze nieuwe context is, zoals eerder gesteld, echter geen vooruitgang voor de mens an sich. Voor andere vormen van ontwikkelingen zijn vergelijkbare argumenten aan te voeren. Vooronderstelling twee; Als er betekenisvolle progressie bestaat dan is deze de ontwikkeling van het zelf. Dit geloof is ten eerste praktisch van aard. Wanneer de zelf authentiek is wordt het iets wat iedereen heeft. Vanaf dat punt is het ontwikkelen van deze een doel waar, vooral in het westen, iedereen wel voor te motiveren zou moeten zijn. Ten tweede, en belangrijker, is het ontwikkelen van de zelf een vorm van progressie die niet de context, maar de mens zelf verandert. In tegensteling tot technologische of economische vooruitgang kan zelfactualisatie namelijk wél een directe invloed hebben op de algemene geluksbeleving en de mate waarop het leven als bevredigend wordt ervaren. Daarnaast staat zelfactualisatie los van de context waarin een mens zich begeeft. Context is relatief inwisselbaar, maar jezelf neem je altijd mee. De impliciete aanname bij voornamelijk het tweede punt is echter dat de zelf authentiek is, en dus niet wordt gevormd door omgeving. Als deze zelf wél door de omgeving wordt gevormd dan is het niet langer waar dat je jezelf altijd mee neemt. Het zelf is dan niet langer een meer waar object voor ontwikkeling dan technologie of economie. Dit beeld beangstigd me. Wanneer ook zelfactualisatie valt als ‘ware’ ontwikkeling blijft er letterlijk niets over. Wat wij dan ook doen als mensheid, het zal altijd context afhankelijk zijn, en er is geen transcendent hoger doel om te vinden. Doodeng.
0 notes
Text
Onzekere tijden

Ik merk dat ik het lastig vind om om te gaan met de verwachtingen die sommige medestudenten en docenten van me hebben. Ik ervaar deze verwachtingen niet direct als 'hoog', maar wel als hoger dan ik zelf denk te kunnen vliegen. Kunst maken en abstract denken lijken twee dingen die recht tegenover mijn persoonlijkheid staan. Ik heb voor het eerst in jaren het idee dat ik iets 'niet kan', bijzonder irritant.
0 notes
Text
Ik maak, dus ik ben.

Oké dan, twee weken gehad, 18 te gaan. De afgelopen 10 dagen (eigenlijk veertien als ik op zou houden als ‘ambtenaar’ te denken’). stonden voor mij direct in het teken van de grote vraag, ben ik een kunstenaar? Voor de staf van de minor lijkt het makkelijk, liberal arts is een minor voor kunstenaars, dus ben ik een kunstenaar. En binnen deze logica wordt ik geacht om gedrag te vertonen wat hier bij past. In de meest oppervlakkige zin betekent dit o.a. van negen tot zes in het atelier te vinden zijn en triviale begrippen als ‘geld’ en ‘vrije tijd’ loslaten.
Geld is immers maar een middel, bedoelt voor het behalen van een doel. Welk ander doel kan een kunstenaar dienen dan het doel van artistieke ontwikkeling? En vrije tijd is relatief, inspiratie kan je op ieder moment overvallen en verdient wanneer het zich aandoet onmiddellijke aandacht. De kale momenten tussen inspiratie in, dat is je vrije tijd.
Ik merk echter dat ik me verzet tegen dit idee. Net zoals het begrip ‘professional’ op toegepaste psychologie voelt ‘kunstenaar’ binnen MLA (Minor Liberal Arts) als een containerbegrip wat op ieder moment iets anders kan betekenen afhankelijk van wat er van de student gevraagd wordt. Het heeft de potentie een instrument te zijn aan de hand waarvan opvattingen van de student direct van alle waarde ontdaan kunnen worden, je bent immers een kunstenaar, en een kunstenaar zou dat nooit zo moeten voelen.
Dit betekend echter niet dat ik mij verzet tegen het zijn van een kunstenaar per se. Ik deel het schijnbare geloof van de staf dat om kunst te maken, men een kunstenaar moet zijn. En wat ik hier maak ís kunst, daar laat ik geen misverstand over bestaan. Het is kunst omdat het een vertaling is van mijn eigen intentie om een inspiratie te vertalen naar eigen werk (Bron: socratisch gesprek met Eke). Ik maak, dus ik ben.
Deze logica volgend bén ik dus een kunstenaar. maar welk gedrag hoort bij een kunstenaar? Voor mij is het antwoord duidelijk, welk ander gedrag kan dit zijn dan het gedrag wat ik vertoon? Net zoals valide gedrag voor een eend vliegen wordt wanneer eenden vliegen, zo wordt mijn manier van werken valide gedrag voor een kunstenaar wanneer ik op een dergelijke manier werk
Om dan eindelijk de vraag te beantwoorden, ben ik een kunstenaar? Ja, ik ben een kunstenaar. Maar wel op mijn voorwaarden.
0 notes