Tumgik
#Droomtijd
demeter1111 · 1 year
Text
Tumblr media
Droomtijd/Dreamtime by Ellen Uytewaal
22 notes · View notes
peterpijls1965 · 1 year
Text
Tumblr media
Australie ken ik vooral van The Song Lines van Bruce Chatwin, over de gezongen Droomtijd van de Aborigines. Sindsdien, ik was denk ik 18, wilde ik er niet naar toe. Liever luisterde ik twee of drie keer naar verhalen van mensen die er familie bezochten, of het land met een camper doorkruisten.
Bruce Chatwin bereisde de outback en sprak met mensen. Hij kwam tot de conclusie dat iedere taal gezongen begon. De Aborigines noemden zichzelf misschien niet zo. Ze vormden nomadische groepen, die van waterplaats naar jachtgebied migreerden en elkaar soms hardhandig confronteerden. Hun heilige plaatsen worden soms steenkoolmijnen, andere onteerde plekken krijgen ze terug.
0 notes
Photo
Tumblr media Tumblr media
https://www.youtube.com/watch?v=O77TYc7Ifxs&ab_channel=JacquiWright
Taleatha Wright-Morgan is een jonge danseres die afstamt van de Gubbi Gubbi-stam. In haar danssolo’s zie je haar Aboriginal roots terug. In de afgelopen 10 jaar heeft ze de emoties en verhalen van haar stam vastgelegd door traditionele en hedendaagse passen in haar solo’s te stoppen. Taleatha werd uitgeroepen tot een van 's werelds top 10 beste tienerdansers voor haar Aboriginal solo die ze in 2016 heeft opgevoerd tijdens de Dance Upon a Dream-wedstrijd. 
De Aboriginals zijn de eerste bewoners van Australië en wordt ook gezien als een van de eerste beschaving van de wereld. Er zijn meer dan 500 verschillende Aboriginal “groepen” in Australië, die allemaal weer bestaan uit grote en kleine stammen, ze hebben allemaal een andere taal en een eigen gebied. De Gubbi Gubbi-stam is er één van. Het is knap hoe Taleatha op zo’n jonge leeftijd al zoveel kracht en passie stopt in het vertalen van haar afkomst door middel van dans.
In de solo waarin ze een combinatie laat zien van Aboriginal en hedendaagse dans, zie je dat ze kenmerkende kleding en lichaamsbeschilderingen heeft. Het is een traditie om lichaamsbeschilderingen te hebben tijdens rituelen of ceremonies. Verschillende Aboriginal stammen hebben verschillende soorten lichaamsbeschilderingen die kenmerkend zijn aan de stam. De combinatie van de schilderingen op het lichaam en de dans is een belangrijke kunstzinnige uiting van de Aboriginals. De vormen die er op het lichaam worden geschilderd vertellen het verhaal van hun voorouders. De schilderingen worden ook als bescherming of als kracht gezien tegen de boze geesten.
De bewegingen die ze maakt tijdens haar solo zijn vaak dicht op de grond, dit is omdat de natuur een heel belangrijk onderdeel is van de leefwijzen van de Aboriginals. Hoe dichter ze bij de grond is, hoe meer ze een connectie creëert met de aarde. De Aboriginals geloofden dat de aarde is gecreëerd in de droomtijd (dreamtime), een heilige tijdsperiode waarin de voorvaderlijke geesten de Creatie vormden. Deze geesten maakten alle natuurlijke dingen en plaatsten deze op speciale gebieden. De Aboriginals hebben een sterke connectie met het spirituele. Hierdoor hebben ze ook een bijzondere band met alles wat natuurlijk is. Zij zien zichzelf als onderdeel van de natuur. Ze geloven erin dat de dans en de liederen die gezongen worden noodzakelijk zijn voor het gebied waarin ze leven en het hierdoor vruchtbaar blijft. Daardoor is de dans en muziek niet weg te denken in de leefwijzen van de Aboriginal. Wanneer een gebied wordt vernietigd, voelt het voor hun alsof zij zelf ook worden vernietigd.
Ook zie je de opmerkelijke sprongen en beenbewegingen die Taleatha maakt, deze bewegingen zijn niet zo vanzelfsprekend voor de Westerse wereld. Dit komt doordat de Aboriginals een andere ervaring van tijd, plaats een ruimte hadden dan dat wij hebben. Wat voor ons als abstracte bewegingen worden gezien, zijn voor de Aboriginals erg betekenisvol. Deze bewegingen zijn ontstaan in de dreamtime.
Dans wordt gebruikt om te vieren maar ook om van te leren. Kinderen leren op erg jonge leeftijd al dieren herkennen en imiteren, zodat zij weten hoe een dier beweegt, leeft en eet. Wat later weer belangrijk kan zijn bij de jacht. Doordat iedere stam zijn eigen dansstijl heeft, zie je ook in de dans welke dieren belangrijk waren voor welke stam. Dit komt ook terug in de totems die je kunt vinden bij de toebehorende stam. Dieren zijn namelijk erg belangrijk voor de Aboriginals, het staat voor de geest van de voorouders. Bij Taleatha haar dans zie je dat ze sprongen maakt met haar armen open, dit is kenmerkend voor de arend, wat een belangrijke diersoort is voor haar Gubbi Gubbi-stam.
0 notes
Text
‘De man die haast had’ van Jan Vantoortelboom
Tumblr media
Vorig jaar in februari riep het boekverkoperspanel van het in Nederland gezaghebbende televisieprogramma De Wereld Draait Door Meester Mitraillette, de tweede roman van de Zeeuwse West-Vlaming Jan Vantoortelboom, uit tot boek van de maand. Inmiddels zijn er meer dan 25.000 exemplaren van verkocht, het gros daarvan in Nederland. “Ik heb steeds beter verkocht in Nederland dan in Vlaanderen. Die parallel trekt zich trouwens door in de pers. In Nederland krijg ik meer positieve aandacht in de media dan in Vlaanderen.”
Nu is er een sterke derde roman, De man die haast had. Het is het verhaal van Leon die op jonge leeftijd zijn moeder verliest aan een erfelijke kwaal. Uit angst om eveneens vroegtijdig te overlijden, trekt hij zich terug in zichzelf en sluit zich emotioneel af van de buitenwereld. Bovendien draagt hij een enorme schuldlast met zich mee: als kleine jongen was hij er getuige van hoe zijn oppas Elsie door het trapgat van de zolder valt. Doordat hij de hulpdiensten niet tijdig heeft gewaarschuwd, loopt Elsie onherstelbare hersenschade op en is ze gedoemd de rest van haar dagen te slijten als een kasplantje in een instelling. Leon bezoekt haar elke zaterdag, jaren aan een stuk en bouwt met haar een unieke zij het eenzijdige band op. Op een dag besluit hij een boot te bouwen en het noodlot – zijn eigen én dat van Elsie – een handje toe te steken.
Jan Vantoortelboom (1975) werd geboren in Torhout en groeide op in Elverdinge, bij Ieper. Sinds ruim tien jaar woont en werkt hij in Zeeland. Zijn romandebuut De verzonken jongen won in 2011 De Bronzen Uil. Meester Mitraillette volgde in 2014 en vandaag, precies een jaar later is er al een opvolger. In tegenstelling tot de eerste twee romans speelt die zich niet af in Elverdinge, maar in het Zeeuwse Zeedorp. Vantoortelboom: “Ik zie De man die haast had als een soort uitstapje, onder meer  omdat het zich afspeelt in Zeeuws-Vlaanderen. Ik ben nu bezig aan mijn vierde roman en die pakt de Elverdingse setting terug op. Ook het personage Victor uit mijn eerste twee romans vind ik zo’n een interessante figuur dat ik hem meeneem naar de nieuwe roman. Ik laat hem Elverdinge verlaten en hij komt terecht in de Ierse burgeroorlog. Ik probeer hoe dan ook telkens nieuwe dingen te doen, zo ook in De man die haast had. Dit was iets nieuws voor mij, een redelijk gecondenseerd, rechtlijnig en klein verhaal.”
De man die haast had onderscheidt zich door een ragfijn uitgesponnen plot, een elliptische, bijna suggestieve stijl en korte hoofdstukken…
Dat vormelijke is iets waar ik in een eerste fase weinig naar streef, of althans, waar ik weinig oog voor heb als ik aan een boek begin. Het was voor mij eerder een soort evenwichtsoefening: wat zeg je wel, wat laat je weg? Wat is de psychologie van het personage, zonder die te veel uit te benen of net te weinig? Hemingways The old man and the sea is ook zo’n rechtlijnig verhaal. Die schaarsheid van vertelling heb ik proberen bereiken in De man die haast had.
Deze derde roman komt exact een jaar na uw succesboek Meester Mitraillette. Dat is kort op elkaar…
Ik schrijf snel. De ambitie is een boek per jaar, zonder aan kwaliteit te moeten inboeten. Ik heb nu eenmaal weinig tijd om te schrijven en ben niet gedisciplineerd vanwege de situatie thuis: ik gaf tot voor kort les, heb vier jonge kinderen, veel dieren. Met andere woorden, ik zit niet iedere dag aan de schrijftafel. Ik ben iemand die opspaart en dan, plots, komt het er in gulpen uit. Soms schrijf ik een hele week niets, soms schrijf ik elke dag. Er is wel eens gezegd dat ik op intuïtie schrijf, op het gevoel. En dat lijkt wel ergens te kloppen. Ik schrijf mijn verhaal en wil de basisemotie op papier krijgen. In die eerste aanzet heb ik nauwelijks oog voor taal, spelfouten, leestekens. Dat komt allemaal veel later, bij de verschillende redactiefases. Het is voor mij niet altijd duidelijk waar ik over aan het schrijven ben, waar ik zal uitkomen, tot wanneer het af is. Ook met dit boek.
Een woord dat vaak terugkomt in de recensies van uw boeken is ‘rasverteller’. Doet u dat plezier?
Ik kan het alleszins niet rijmen met wie ik ben. Ik ben een man van weinig woorden. Ik ben geen prater, geen verteller in de strikte zin van het woord. Ik lees wel eens iets voor, maar ik vertel geen verhalen aan mijn kinderen, bijvoorbeeld. Ik vertel wel voortdurend verhalen in mijn hoofd, wanneer ik schrijf. Ik heb een levendige verbeelding en als lezers mij een rasverteller noemen vind ik dat zeker niet negatief, maar het strookt niet met mijn karakter.
Misschien wordt ook uw talent voor het ontwikkelen van een plot bedoeld? Ik vind alvast dat u daar sterk in bent.
Bedankt, maar ook dat doe ik zuiver op het gevoel, vanuit de onderbuik. Ik verander nauwelijks van richting, heb ook nooit verschillende eindes of zo. Het enige wat ik achteraf bijschaaf is de taal. Dat was ook zo voor mijn debuut De verzonken jongen. Ik ging bij de uitgever met de eerste vijftig pagina’s. Ik had toen niet meer en de uitgever wilde een publicatie wel overwegen op voorwaarde dat de rest van het boek even goed zou worden. Ik ben toen in een euforische bui naar huis gegaan. Drie weken later had ik tweehonderd volgende pagina’s klaar. Ik schreef dag en nacht. Het hele boek zat in mijn hoofd. Het boek is er gekomen zoals ik het toen geschreven heb. Bij Meester Mitraillette daarentegen heb ik na een eerste schrijffase hier en daar vormelijke veranderingen aangebracht. Maar ik herhaal: het vormelijke is voor mij niet van primordiaal belang. De emotie is voor mij het belangrijkste. Het vormelijke is meer het werk van een redacteur, vind ik.
Dat emotionele aspect weegt door in uw boeken. Ook in De man die haast had is het uitgangspunt een traumatische ervaring…
Ja, dat klopt. Een element dat eveneens steeds terugkomt is de relatie met de moeder. In het eerste boek sterft de moeder, in het tweede boek verstoot de moeder de zoon, en nu is er een moeder die krankzinnig wordt en sterft. Mijn moeder is vroeg gestorven, ze was amper 42, ik was toen 16. Dat feit is blijkbaar van een zodanige impact geweest dat ik het telkens weer in een of andere vorm wil herwerken. Ik heb geen schuldgevoel over de dood van mijn moeder, maar toch komt die schuld steeds bovendrijven. Waar komt die schuld vandaan terwijl ik schuldvrij door het leven ga? Misschien ligt het aan mijn katholieke opvoeding? Hoe het zij, voor De man die haast had was het uitgangspunt dat ik een boek wilde schrijven over iemand die leeft met een eindpunt in gedachten. Veel mensen vergeten dat ze sterfelijk zijn. Doordat de moeder van mijn hoofdpersonage vroeg sterft, denkt hij dat hij ook jong zal sterven, aan de erfelijke ziekte van zijn moeder. Het is zo dat wanneer een kind een ouder op jonge leeftijd verliest dat het heel vreemd is voor dat kind om ouder te worden dan die ouder ooit is geweest. Mijn moeder bijvoorbeeld werd 42, voor mij is dat een grens, een psychologische drempel. Nu, Leon leeft in de overtuiging dat hij jong zal sterven en wil geen tijd spenderen aan dingen die de perceptie van de tijd sneller laten verlopen. Zoals studeren, kinderen krijgen, plezier maken, noem maar op. Al die dingen zorgen ervoor dat de tijd veel te snel gaat. Hij wil die tijd bewust beleven, bijna door zich te vervelen. Hij gaat zo goed als ambitieloos door het leven. Ik heb Leon zeer bewust zo passief gemaakt. Zijn inertie laat hem de tijd bewuster beleven.
Dat tijd een centraal thema blijkt al uit de titel. Leon voelt “de aantrekkingskracht van de ouderdom” en begrijpt dat zijn onvermogen om te gaan met “wat mensen als tijd bestempelen” hem tegenwerkt. Hij draagt nooit een horloge, maar komt altijd op tijd. Tot wanneer hij ontregeld wordt door Liliane, de nieuwe leerkracht op de school waar hij conciërge is en die verliefd op hem wordt. Wanneer hij Liliane kust voelt hij “voor het eerst de seconden”…
Ja, Liliane trekt hem terug in een tijdsbesef, een besef dat we als moderne mens allemaal kennen, namelijk dat we gebonden zijn aan seconden, aan minuten. Dat is Leon niet gewoon. Je zou het kunnen illustreren met een voorbeeld: je hebt 15 minuten om naar het station te gaan want dan vertrekt je trein. Je hebt haast, ook al weet je dat je er op 5 minuten staat. Dat is de perceptie die je hebt van tijd, je persoonlijke tijd, zeg maar. Terwijl de feitelijke tijd altijd 15 minuten zal blijven, natuurlijk. Leon bevindt zich in die perceptie van tijd, hij leeft in wat hij aanvoelt als tijd en houdt geen rekening met de feitelijke tijd. Soms wil hij die tijd in al zijn inertie versnellen, dan weer vertragen. Hij bevindt zich aan het ene uiteinde van het spectrum van de tijd, Liliane aan het andere extreem. Ze zijn wat je zou kunnen noemen de plus- en minpolen van de tijd. Liliane gebruikt de tijd als een slaaf, koestert haar agenda, leeft nagenoeg op schema. De meeste mensen leven alsof zij de baas zijn over de tijd, terwijl het eigenlijk andersom is. Dat weet Leon, want hij heeft steeds een eindpunt in gedachten. Maar wanneer hij dichter bij Liliane komt, wordt hij door haar aangetrokken. Die aantrekking ontregelt hem compleet omdat hij begint te beseffen wat de feitelijke tijd inhoudt.
Er is ook een moment waarop Leon in de lerarenkamer een artikel ziet liggen over ‘droomtijd’…
Droomtijd is een begrip van de Aborigines. Het is de tijd die zij ervaren als ze wakker worden. Die tijd is voor hen als een droom. Wanneer ze slapen of dood zijn, dat is het werkelijke leven. Het leven hier op aarde is de droomtijd. Die tijd heeft niks met schepping te maken, maar eerder met ordening. Dat is het concept van tijd in de moderne maatschappij: het draait rond het ordenen van tijd, om economische belangen. We zijn allemaal de slaaf van de tijd, het is niet andersom, zoals velen denken.
Leon schiet in actie, haast zich wellicht voor het eerst in zijn leven, wanneer hij de motorboot wil afkrijgen.
Hij voelt dat zijn eindpunt nadert. Daarom wil hij Elsies einde beheersen en controleren. Die boot staat natuurlijk ook symbool voor de uitvaart. De boot kreeg ook geen naam, omdat ik ergens las dat een boot zonder naam ongeluk brengt. Ik wilde er een soort onheilspellend voorteken van maken.
Over roeiboten gesproken: hier en daar duikt in het verhaal een mysterieuze man in een roeiboot op. Die deed me onvrijwillig denken aan de beruchte ‘man in the brown mackintosh’ in Ulysses die evenzeer op de bonnefooi verschijnt…
Nou, ik ben blij van dit te horen, maar dat was niet de bedoeling. Misschien is het er onbewust wel ingeslopen. Het is lang geleden dat ik Ulysses las, maar sommige beelden blijven soms wel hangen, dus wie weet. Leon staat vaak op de dijk en ziet die man dan bezig in zijn boot zijn eigen demonen te verdrijven met drank. Die boot is voor Leon een trigger voor zijn eigen uitweg, zijn vlucht, het transcenderen van zijn eindpunt.
Leon heeft een fetisj voor lange nekken: wanneer hij Elsie vindt na haar val of wanneer hij Liliane voor het eerst ziet. Bovendien introduceert Liliane hem in de werken van Modigliani, die de halzen van zijn vrouwelijk geportretteerden op groteske wijze uitgerokken afbeeldde.
Persoonlijk vind ik de schilderijen van Modigliani met de lange nekken afstotelijk (lacht). Maar ik maak er voor Leon een aantrekkingskracht van. Ik wil graag boeken schrijven die niet stoppen wanneer je ze dichtklapt. De lezer moet verder blijven nadenken over wat ze net voor hun ogen hebben zien passeren. Die halsfetisj kondigt gedeeltelijk het dramatische einde aan. Het einde is een apotheose, een epifanie, waar ik als auteur vanaf het begin naartoe heb gewerkt, vanuit de psyche van Leon. Er zit ook een seksuele connotatie aan vast. Leon raakt lichamelijk opgewonden wanneer hij de lange hals van zijn oppas bemerkt. Die prille fantasie van de jongen zindert na in de geknakte geest van de jongeman. Hij blijft als het ware steken in een soort puberaal denkpatroon.
De enige die niet denkt dat ze de tijd kan beheersen is Elsie. Zij leeft na haar ongeval als een plant, in een instelling. Wanneer Leon haar ontvoert, denkt hij “Tijd is toch maar een banaal mysterie”…
Zij is Leons klankbord. Het klankbord van zijn schuldgevoelens. Leon wil eigenlijk zijn zoals zij, zonder besef. Hij noemt haar op een bepaald moment zelfs zijn batterij, voelt zich sterker, opgeladen, telkens wanneer hij bij haar weggaat. Hij krijgt van haar een zekere bevestiging, een kracht, hoe raar dat ook klinkt. Hij staat op het scherp van twee werelden: zijn eigen wereld en de werkelijkheid. Het verhaal start wanneer Leon 62 is. Hij is dan de grens van zijn gevreesde eindpunt al lang voorbij. Op het moment dat hij Elsie naar buiten voert en van plan is om haar tijd hier te doen stoppen, begint het besef dat hij wel eens langer zou kunnen leven. De banaliteit van die gedachte overvalt hem. Na zijn wanhoopsdaad besluit Leon nooit meer te spreken, opnieuw net als Elsie. Hij heeft zijn taak volbracht en kan zich compleet in zichzelf terugtrekken, zijn leven uitzitten.
Leon is misschien wel het meest passieve personage uit de Nederlandse literatuur. Tot wanneer hij Elsie ontvoert. Voor Leon is dat hun “moment van betekenis”.
Daar heeft hij onbewust naar toe gewerkt, vanaf de dood van zijn moeder. Zijn moeder fluistert hem in de oren, kort voor haar dood, dat een mens altijd in zijn eigen armen sterft. Hij weet dat Elsie zonder zijn toedoen ‘in haar eigen armen’ zal sterven. Dat wil hij tegengaan. Hoewel Liliane er gedeeltelijk in slaagt zijn innerlijke beslotenheid te doorbreken, kan ze hem niet stoppen. Hij bouwt verder aan zijn boot en daagt het noodlot uit, probeert het een stap voor te zijn.
Verschenen in: STAALKAART #27, 2015
De man die haast had van Jan Vantoortelboom, uitgeverij Atlas Contact 2015, ISBN 9789025444075, 144 pp.
0 notes
kunstkraai · 8 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
DROOMTIJD
Man Ray 1890-1976
16 notes · View notes
kunstkraaithemas · 9 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
DROOMTIJD René Magritte
2 notes · View notes
tuimelgeest · 10 years
Text
droomtijd replied to your photo “JONGENS IK ZIT IN DE TREIN EN IK MOET ZO NODIG PLASSEN HELP”
*pssshhhhsss*
Dat hielp niet, hihi.
zeevanveertjes replied to your photo “JONGENS IK ZIT IN DE TREIN EN IK MOET ZO NODIG PLASSEN HELP”
Ik moet altijd zo hard lachen om je selfies :) (op een positieve manier!)
Fijn :)
0 notes
peterpijls1965 · 1 year
Text
Dit is Loongkoonan, een Australische Aborigines-kunstenares, toen ze 105 jaar oud was. Ze begon met schilderen op haar 95ste. De oorspronkelijke bewoners van Australie maken blijkens rotsschilderingen al 60.000 jaar kunst, die meestal over de Droomtijd gaat, de periode voor de wereld vorm kreeg en de voorouders bezig waren die te creëeren. Deze verhalen werden mondeling overgeleverd. In de jaren '70 kreeg Aborigines-kunst bekendheid, hoewel pas nadat Westerlingen de vrouwen aanmoedigden op linnen te gaan werken, in plaats van hun werk in het zand te maken, met een beperkte levensduur. Er is een hele kolonie waar Aborigines-vrouwen op bestelling kunst maken. De mannen zijn vaak werkloos en verslaafd aan alcohol, een veel voorkomend probleem onder de gemarginaliseerde en uiteengeslagen Aborigines-gemeenschappen. De oude Loongkoonan lijkt de status van bestelkunst ontstegen. Ze exposeert wereldwijd, ooit zag ik een imposante tentoonstelling van haar werk in de Nieuwe kerk in Amsterdam.
Tumblr media
0 notes
kunstkraai · 8 years
Photo
Tumblr media
Joseph Cornell Untitled (The Hotel Eden) c. 1945 (140 Kb); Construction, 15 1/8 x 15 3/4 x 4 3/4 in; National Gallery of Canada, Ottawa 
Source
0 notes
kunstkraai · 9 years
Photo
Tumblr media
DROOMTIJD René Margritte Companions of Fear 1942
2 notes · View notes
kunstkraaithemas · 9 years
Photo
Tumblr media
DROOMTIJD Interview met Charles Avery Tentoonstelling: What’s the matter with Idealism? Gemeentemuseum Den Haag
0 notes
kunstkraaithemas · 9 years
Video
DROOMTIJD Paul Klemann
0 notes