Tumgik
#Hoe kan ik in hemelsnaam mezelf zijn
ralph-mulder · 1 year
Text
Waarschuwing!!! dit is een heftig gedicht, komt uit de tijd dat het heel slecht met mij ging en dit gevoel komt nu weer bij mij boven na het horen dat er twee verschillende mensen in korte tijd suïcide hebben gepleegd
Een aanstormende trein
Je bent op het verkeerde terrein
Een gebroken raam
Een dieptepunt waarvoor ik me schaam
Een overdosis pillen
De pijn je zou wel willen gillen
Vallen en opstaan
Maar hoe kun je in hemelsnaam doorgaan
Smijt jezelf tegen de muur
Luister er is geen genezende kuur
Je zult er mee moeten leren leven
Maar hoe kun je dan nog naar het hoogste streven
Ik voel de wind langs mij heen gieren
De duivel zit mij telkens te klieren
Hoe moet je de moed erin houden
Is dat wat de stemmen wouden
Gedachtes zijn brengen mijn hoofd op hol
Ik wordt van die stemmen dol
Beelden vol bloed
Heb ik niet genoeg geboet
Ik sta met mijn blote voeten in de glasscherven
De pijn en het bloed die mijn trots bederven
Rust is het gene wat je zoekt
Maar dat heb je niet zo geboekt
Is dood een antwoord
Je hangt al aan zo’n dun koord
Ik weet het niet
Ik zie het niet
Een aanstormende trein
Het maakt me machteloos en klein
Een gebroken raam
Een bloederig lichaam
Een overdosis pillen
Kunnen zij de pijn stillen?
Snij in je armen om wakker te worden
Hoe zal je, je gedachtes goed kunnen ordenen
Ik verlies de macht over mezelf
En val in de verkeerde helft
Dood lijkt de enige weg
Dat is wat mijn gedachtes zegt
Iets binnen mij wil niet
Maar als die geen andere uitweg ziet
Ik moeten een opening zien te vinden
Voordat ze me hier verslinden
De stemmen mogen niet winnen
Ze moeten op gaan in de zinnen
Maar ik ben uit gestreden
Ik heb te veel geleden
Een aanstormende trein
Hoe had het anders kunnen zijn
Een gebroken raam
Een gebroken lichaam
Een overdosis pillen
Niemand kan deze pijn stillen
© Ralph Mulder 22-02-2006
6 notes · View notes
kylphar · 9 months
Text
Onkruid vergaat niet
Toen ik al een tijdje naar de lagere school ging, druppelde het besef langzaam maar gestaag binnen: er is iets met mij. Misschien is er zelfs iets mis met mij.
Ik moest dingen weten die ik niet wist en soms zelfs meer: ik moest ze ook begrijpen. Hoe je kan begrijpen wat je niet weet, het was me toen reeds een raadsel. Ik begreep zelfs niet waarom ik sommige dingen moest weten. Ik vond ze niet interessant, dus hoezo moest ik daar energie in steken?
Ik was een traag kind in zowat alles dat ik deed. Voeg daar nog eens "niet graag" aan toe en het kon eindeloos duren, tot grote wanhoop van mijn moeder. "Haast en spoed is zelden goed, dat is jouw motto", verzuchtte ze op een keer. Toen vond ik dat niet leuk, ik deed toch ook maar mijn best? Achteraf bleek het veel beter te zijn dan hoe ze mij later zou noemen: lui.
Om terug te keren naar die lagere school waar ik het net over had... Ik geloof dat het in het derde leerjaar was dat we over spreekwoorden en gezegden leerden. Sowieso was ik een fan van woorden sinds ik kon lezen en de wetenschap dat deze woorden in meerdere betekenissen gebruikt kunnen worden, liet een hele nieuwe wereld voor mij opengaan. Het fascineerde mij dat alledaagse dingen ook op een andere, minder voor de hand liggende manier gezegd kunnen worden. Lezen was voor mij het hoogste genot (en dat is het nog steeds, naast dagdromen en nadenken).
In mijn tienerjaren ging het van kwaad naar erger met mij, toch vanuit het standpunt van mijn moeder. Ik voelde mij steeds vaker onbegrepen en behandeld als het kind dat ik steeds minder en minder was en wilde zijn. Mijn vader, waar ik als kind nog bij terecht kon, was ook verloren terrein: alles werd aan moeder doorgebrieft, soms koos hij zelfs vlakaf haar kant. Het gedrag van mijn moeder overnemen van hoe zij met mij omging, bleek succesvol te zijn om mensen kwijt te geraken waar ik anders een goede vriendschap mee had kunnen hebben.
Hoe vaak zat ik niet alleen op mijn kamer, mij af te vragen waarom ik in hemelsnaam op deze wereld terecht gekomen was, als ik toch maar een sta-in-de-weg was, niet waardig om liefde te ontvangen van degenen van wie je dat nochtans zou verwachten. Ach, wat een teleurstelling was ik! Soms stond ik mezelf toe te huilen, toch was verdriet niet het enige wat ik voelde: ik was ook boos.
Kon ik er aan doen dat ik hier nu toch ben? Ik was niet degene die besloten heeft om een kind op de wereld te zetten en er vervolgens niet van te houden! Ergens voelde, of wist, of begréép ik dat het niet mijn fout is. Ik zou zelf het werk moeten doen om er achter te komen wie ik wil zijn en me daarvoor niet verlaten op de mensen die, normaal gezien, betrouwbaar zouden moeten zijn.
"Onkruid vergaat niet", dacht ik plots. Net als onkruid werd ik als teveel, overbodig, een profiteur, niet passend tussen de andere planten beschouwd. Maar wat ís onkruid? Wat voor de ene mens onkruid is, is dat nog niet voor de ander. Om een voorbeeld te geven: een paardenbloem (ook wel pissebloem genoemd) zal voor de ene persoon de smet in diens verder onberispelijke gazon zijn, terwijl een andere persoon deze bloem juist graag zal willen voor de diversiteit, als teken van de rijke bodem, voor de geneeskrachtige eigenschappen,...
In zekere zin noemde ik mezelf onkruid, wat niet wilt zeggen dat ik hierbij de negatieve connotatie overnam: planten die onkruid genoemd worden, zijn vaak sterk. Ze worden vertrapt, verwijderd, met gif bespoten,... toch komen ze terug, of men het nu wilt of niet. Ze leven zelfs op haast onmogelijke plaatsen!
Ik nam mezelf voor: het maakt niet uit hoeveel gif ik te slikken zou krijgen, het maakt niet uit hoe vaak er over mij heen gelopen zou worden, het maakt niet uit hoe vaak mensen mij zouden dumpen. Ik zou mij niet klein laten krijgen, al was het maar om de voldoening te krijgen dat ik hun frustratie zou zien wanneer bleek dat ik voor de zoveelste keer niet bezweken ben aan wat men mij aangedaan heeft. En ondertussen zou ik blijven zoeken naar manieren om te overleven en bij uitbreiding: om te leven. Er is genoeg onkruid in de wereld, dus die zielsverwanten zou ik nog wel tegen komen.
Edit 30/09/2023: onderstaande comic lijkt mij wel passend xD
Tumblr media
0 notes
yahoejazz · 2 years
Text
toen je nog zo dichtbij me stond en ik steeds vaker opmerkte hoe je probeerde de koning van mijn gedachten te laten regeren over de slaaf van mijn angsten was ik goddank allang het type man niet meer die van zijn leuter een moordkuil maakte jeweetwel zo had ik bijvoorbeeld ook nooit willen miepen over het opdrogen van jouw schaamlippen dus achteraf trek ik m’n verontschuldigingen daarover in omdat in combinatie met al dat gewauwel van jou en hoe gek ik daarvan werd ik nu weet dat het niet voor niets was want ik denk dat het je geeneens moeite kostte om met die bitchy hebzucht van je alle lucht uit de ruimte te persen want geef zelf toe dat je nu eenmaal zo benauwend bent en denkend aan een van die fijne nachten toen ik het wel enigszins min of meer een beetje aanstekelijk (zielig) vond zoals jij je dat voorstelde toen je me op suggestieve wijze vertelde dat ik altijd naar je zou terugkeren om contact met je te zoeken (grappig) vermoedde ik al dat je me onderschatte met die belachelijk naïeve uitspraak was het echt een reëlere gedachte om te denken dat het sociaal wenselijk bedoeld was nu dit de reden is dat ik me afvraag hoe je het in hemelsnaam voor elkaar kreeg in m’n hoofd terecht te komen en wat je al die tijd in de kronkels van m’n gedachten toch allemaal uitspookte op zo’n manier dat alleen jij dat kan jeweetwel een beetje mooi en geil zitten te wezen en de kunst van de koningin uit te hangen al wijzend met dat kleine korte vingerkootje van je wist je zelfverzekerd en dondersgoed toen je me zei hoe je het jou wenste op dat moment waarna je jouw grootste grote ogen opzette en je verleidelijk mijn kwetsbaarheid prikkelde door mijn lippen vluchtig proberen te zoenen en die als reactie op mijn tegenreactie alsnog plagerig wist te ontwijken waarna je vervolgens bewust pareerde dat echte dominantie je inmiddels volledig had overtuigd in de actie van die harde tikken tegen je billen die aanvankelijk als straf dienden omdat je zonder enige stijl zo quasi teasend jazeker eerder vlak m’n gedachten bespeelde en nu bij gebrek aan voortschrijdend inzicht weet ik dat je het beter écht cheesy had moeten kunnen spelen want daar was je verdomd goed in namelijk hoewel dat achteraf is want nu vind ik je uiteindelijk maar zo’n gemiddelde tuthola een troela die constant het initiatief overlaat aan de Ander waarmee de verwondering die ik ooit voor je had nu niet meer dan een teleurstelling is wat achteraf er de oorzaak van is dat ik uiteindelijk volledig (op je af)knapte in dat moment dat je je herdacht je jezelf herpakte en uit het niets ineens harde porno wilde nog diezelfde nacht van verleiding realiseerde ik me dat ons verhaal reeds allang was geschreven maar toch vond ik het bijna zielig hoe je me alsnog overhaalde en je me onderdompelde in die rode zee van geile bevestiging en daarom denk ik nu dat ik je beter had kunnen onderpissen want misschien had je dat wel meer chill gevonden terwijl je daarna weer met dat wijzende kleine vingertje van alles zou gaan impliceren zoals het bloeden van je poes maar allez ik hoop voor jou dat je inmiddels gestopt bent met het wijzen met het stampvoeten en met oordelen en je wat minder snel dat mooie mondje van je opentrekt zoals je destijds toen onze liefde niet meer was dan louter onophoudelijk pornoneuken in dure hotels en ach dat ik er nog graag met je over wilde praten dat is nu bijzaak want heel eerlijk gezegd had ik ‘ons’ daarna waarschijnlijk alsnog in hapklare brokken verorberd zodat je me geen enkele reden meer had kunnen geven om tijdens het rukken aan je volle romige billen te hoeven denken en dan was ik nadat je als een storm door mijn gedachten was geraasd er eerder van overtuigd en blij geweest dat je was opgerot en had ik het antwoord in de bevestiging van jouw voorhoofd kunnen aflezen en zou ik de rust in mezelf toch wel hervonden hebben maar wat ik je eigenlijk nog steeds wilde zeggen is dat ik je uiteindelijk nog steeds een stomme trut vind.
3 notes · View notes
mischafaalhaas · 5 years
Text
#Ik #Mens #Kunst
Het is heel realistisch om te zeggen dat ik de afgelopen tien jaar van m’n leven zo’n beetje heb gespendeerd aan het meester worden in de kunsten. Drie kunstacademies, tienduizend rollen schilderstape en ontelbare stufi-euro’s later is het ook heel realistisch om te zeggen dat ik er ineens klaar mee was.
Niet omdat ik m’n diploma in handen kreeg, maar omdat ik mezelf ineens af vroeg wat ik in hemelsnaam deed daar, opnieuw in dat derde jaar, aan m’n grijze tafel, met pritt binnen handbereik, een schaar in m’n rechterhand, uitkijkend over de hoofden van m’n nieuwe klasgenoten, waarvan ik van de helft de naam niet eens wist. Niet dat hun naam me ook maar een beetje interesseerde, overigens. Ik miste de lieve, eigenaardige en briljante mensen uit m’n ‘eerste’ derde jaar. De mensen die vrij weinig met elkaar hadden, maar ondanks hun verschillen en verschillen in visie toch samen twee exposities buiten het reguliere lesprogramma om organiseerden, en dat keihard rockten. De mensen die er voor me waren terwijl ik door de grootste break-up in m’n leven ging, de mensen die nooit aan mij twijfelden op momenten dat ik juist heel erg aan mezelf twijfelde. De mensen die mij constant wisten te motiveren op momenten dat mijn motivatie al lang niet meer bestond. Studeren om docent beeldende kunst te worden deed ik eigenlijk alleen nog vanwege het sociale aspect.
Waar ik in jaar één nog stond te trappelen om voorzitter van de opleidingscommissie te worden, deed ik in m’n tweede derde jaar niet eens meer moeite om op tijd te komen. Veel ellende, gedoe en gezeur en eindeloze e-mails heen-en-weer over een muurschildering waar ik vol enthousiasme aan was begonnen op een plek waar dat blijkbaar niet mocht binnen het gebouw speelden ook een ontzettend grote rol; het was prima dat ik een beeldende opleiding deed; maar blijkbaar alleen binnen de gemarkeerde kaders. Hoewel ik er wel enigszins trots op was dat ik het blijkbaar voor elkaar had gekregen om een aantal mensen heel boos en midden in de nacht slapeloos rechtovereind zitten in bed te krijgen, voelde ik mij steeds meer bekneld tussen de muren van het gebouw en het tientalle-pagina’s-dikke schoolregelement. Kunst werd voor mij steeds meer een ‘ding’ in de negatieve zin van het woord.
De kunsten zijn een bijzonder ding. Een heel persoonlijk ding, een ding dat onderhevig is aan tijd, ruimte, maatschappij en gedachtengoed. Kunst is voor iedereen anders en heeft vele functies. In het eerste jaar hadden we de gevreesde essay-opdracht waarin wij binnen één A4 dienden te schrijven wat wij dachten dat kunst was. Drie maal dat jaar schreven wij dat essay opnieuw, en drie maal bleek onze betekenis van kunst totaal iets anders te zijn. Olafur Eliasson heeft een prachtig grafisch werk gemaakt waarin hij meerdere betekenissen van kunst laat zien. Dit werk is een flinke eye-opener; het laat je jezelf afvragen ‘waarom’.
Ik ben oprecht absoluut van mening ben dat de kunsten écht de wereld kunnen redden en dit is bijvoorbeeld te beargumenteren met hedendaagse geëngageerde kunstenaars zoals bijvoorbeeld Ai Weiwei, Chinese kunstenaar bij wie de actualiteit betreffende de onderdrukte en achtergestelde mens (zoals de vluchtelingencrisis, het Chinese volk, hijzelf) onderwerp is van zijn oeuvre. Daan Roosegaarde, wie wereldproblematiek betreffende het milieu door middel van vernieuwend technieken aanpakt en daar een goeie boterham uit weet te verkrijgen. Zo kan ik nog wel even door gaan, hoe dieper je er in duikt hoe meer redenen waarom kunst de wereld kan redden je tegen gaat komen.
Die redenen, daar was ik ook klaar mee. Ik had er genoeg van om kunst altijd maar dood te moeten beredeneren. Om het gevoel te hebben dat je je moet schamen wanneer je met je huisgenote (ook kunstenares) tijdens een exclusieve tentoonstelling aan de andere kant van het land, voor een werk van Rothko te staan, elkaar aan kijkt en fluistertoon ‘Ik vind het eigenlijk maar een saai ding’ zegt. Waarop een andere bezoeker nog net niet kwijlend naar het werk staart en je een boze blik geeft. Het eeuwige redetwisten over waarom iets een goed of slecht werk is. Het eeuwige redetwisten over of het ding in kwestie nou eigenlijk écht kunst is. Het altijd moeten beredeneren waarom je iets mooi vind, en wat dat ‘mooi’ dan precies betekent en hoe dat ook weer een heel relatief ding is en hoe dit dan weer valt binnen de huidige geldende norm van schoonheid binnen deze maatschappij en de stand van de maan en de zon en de temperatuur van je voeten binnen het materiaal van je sokken en plaats en zo blijf je doorouwehoeren over iets wat eigenlijk gewoon een bouwwerkje is gemaakt van beton waar wat hout uit steekt en wegens onduidelijke redenen een stekker uit steekt.
Kunst was voor mij een hele hoop, maar boven alles was het niet meer leuk. Hoe ik ook m’n best deed, de noodzaak was er niet(meer). Ik voelde de tegenzin van de leerlingen die ik probeerde iets bij te brengen over De Stijl. Die leerlingen op de middelbare school, die daar alleen maar zitten vanwege de leerplichtwet. De leerlingen die daar zitten, en voldoendes dienen te halen, terwijl ze (heel begrijpelijk) met hele andere dingen bezig zijn in hun leven. Verplicht aandacht moeten hebben, verplicht huiswerk moeten maken, verplicht vaardig en bekwaam moeten worden in onderwerpen waarin ze interesse noch aanleg in hebben. Misschien nog helemaal niet aan toe zijn; iedereen leert in zijn eigen tempo. Thuis barst misschien iedere dag de hel los vanwege de scheiding van de ouders, leerlingen kampen zelf met allerhande (ernstige problematiek) of erger, hebben te maken met allerlei sh*t die je je ergste vijand nog niet toewenst. Daar sta ik dan, te vertellen tegen die kinderen over dat de architectuur van Rietveld zo ontzettend vernieuwend was en zo niet het achtste wereldwonder, terwijl Rietveld ook vreemd ging met mevrouw Schröder. Zijn eigen kinderen en vrouw, mevrouw Rietveld, niet zag staan. Kan je je voorstellen hoe erg dat is, een ouder die geen oog heeft voor je prestaties, geen interesse toont in wat je bezig houd en wanneer je ergens mee zit, je alleen maar toegeschreeuwt krijg dat het allemaal je eigen schuld is? Daar sta ik dan, iedereen een beetje binnen de kaders te houden, diezelfde kaders die ik zelf zo ontzettend haat. De kaders die voor mij zo demotiverend begonnen te werken. Het klopte niet meer, en toen ik het einde van m’n geld in zicht kreeg besloot ik te stoppen.
Dat moment van stoppen is nu enkele maanden geleden. Ik ben de academie nog wat geld schuldig, ben de docenten die er altijd voor mij waren dankbaar. In het atelier liggen nog wat spulletjes van me; ik geloof wat kwasten en een verdwaalde pot verf die ik zeven jaar terug van m’n toenmalige huisgenoot kreeg. Ik zit heel stiekem nog steeds in de groeps-app van m’n geliefde klasgenootjes waar ik ooit mee in de klas zat; ze zitten nu in hun afstudeerjaar. Ik krijg het niet over m’n hart om die groeps-app te verlaten, ze zijn nog mijn enige link met iets waar ik ooit zo graag kwam en plezier in had. Daarnaast voel ik een ongeëvenaard gevoel van trots op deze mensen; ze werken zo hard, maken zulke bijzondere dingen en doen het verdorie gewoon, ondanks alle tegenslagen. Ik ben er trots op ooit deelgenoot van deze groep te hebben mogen zijn.
Daarnaast ben ik ook ontzettend trots op het feit dat ik over enkele maanden mag gaan beginnen aan een werk-leer-traject binnen de zorg. Samen met 25 anderen zijn wij uit honderden geselecteerd om in mei te starten binnen de ouderenzorg; een bijzondere branche waar ik, tot mijn opa’s dementie, geen notie van had. Ik had geen idee hoe bijzonder, persoonlijk en gecompliceerd de zorg voor de ander kan zijn; en hoe mooi het is om daadwerkelijk iets voor de ander te kunnen betekenen. Keer op keer kreeg ik in m’n leven te horen dat ik harder moest worden en veel te goed was voor deze wereld; inmiddels geloof ik dat het juist één van m’n sterkste punten is geworden. Ik heb een ongeëvenaarde interesse in mensen, en de kunstacademie heeft me laten kennismaken met vele verschillende, prachtige en gecompliceerde soorten en maten. Bijzonder, hoe kunst mij dan heeft doen inzien dat ik er mee moest stoppen, om vervolgens kunst weer terug te vinden in de mens. Blijkbaar is kunst niets zonder de mens; en de mens niets zonder kunst.
3 notes · View notes
emiliafastre · 3 years
Text
Opdracht ruimte en tijd
"Ik ga de hond even uit laten." zeg ik tegen Vera in de verte. Geen antwoord. "Vera," zeg ik nu op een krachtigere toon "ik ga de hond uitlaten." Nog steeds blijft het stil. Ik ga naar de keuken en zie tot mijn verbazing een briefje op het vensterraam plakken. Ik ben even naar Ellen Robbins staat er in keurig handschrift geschreven. Vreemd, ik herinner mij niet dat Vera hier iets over heeft verteld. Het zal de verstrooidheid wel weer zijn, dat zegt mijn vrouw ook altijd. ik doe mijn wollen winterjas aan en stap de koude sneeuw tegemoet. "Ik ga de hond even uit laten." roep ik naar Vera, en zonder antwoord vertrek ik op pad.
Na de lange tocht heb ik nood aan ontspanning. Ik draai de hoek van de straat om en zie tot mijn verbazing een groot houten bord met waarzegster opstaan. Stond dit hier reeds al die jaren? Aarzelend ga ik naar binnen en zie een oude vrouw aan een klein tafeltje zitten met diverse kaarten in haar hand. "Meneer Klein", zegt ze op een mysterieuze toon "ik heb gewacht op u." Gewacht, op mij? Wie is deze vrouw in hemelsnaam. "Neem plaats, dan kunnen we beginnen." fluistert ze. Onhandig neem ik plaats aan het ronde tafeltje en verkennend kijk ik de kamer rond. "Dit is u eerste keer meneer Klein?" vraagt ze. "Ja, dat klopt." antwoord ik terug. Ze schudt agressief de kaarten in haar hand en legt dan vier kaarten met hun inhoud naar beneden. "Deze kaarten, meneer, deze kaarten vertellen mij u toekomst. Dit zijn namelijk tarotkaarten, wat in het Latijn groot geheim of groot mysterie betekend. Eenmaal ik de kaarten leg zullen u geheimen één voor één blootgelecht worden en niks zal verborgen blijven." Ik adem een paar keer diep in en uit en luister dan terug naar haar uitleg. "Elke kaart staat voor een levensfase, van de geboorte tot de dood. Ook staat elke kaart voor liefde en geluk in het leven." Plots stopt ze met praten en draait ze de eerste kaart om, zodat de inhoud zichtbaar is. "The empress", zegt ze raadselachtig "oftewel de keizerin is de derde kaart van de kaartenset. Deze kaart symboliseert de natuurlijke kracht die zorgt voor nieuw leven. Ik zie dat u veranderingen tegemoet zal komen, ja, evenementen die u leven zullen beïnvloeden." "Veranderingen?" vraag ik bezorgd. Ik hou helemaal niet van verandering. "Wat voor veranderingen?" De vrouw sluit haar ogen en haalt diep adem. "Het zal geen positieve impact achterlaten vrees ik. Dit zal een uitdaging zijn voor u en u vrouw. Er komt namelijk iemand anders bij jullie intrekken. Een jong meisje met blonde haren zal voor u zorgen." zegt ze zacht. Zorgen? Voor mij? Wat bedoeld ze hier in hemelsnaam mee? Voordat ik kan vragen wie of waarom dit zogenaamde meisje zich over mij zal bekommeren, draait ze de volgende kaart om. Een herder staat afgebeeld op de voorkant van de kaart met een lantaarn in zijn hand. "De kluizenaar!" roept ze met opengesperde ogen. "Ook wel de negende kaart van de tarot kaartenset genoemd. Dit symboliseert een fase in je leven waarin je aan jezelf moet werken. Trek jezelf terug en omring je met kalmte. Het is tijd om je bewustzijn te herstellen. Maarten, ik zie dat je verward bent. Ik zie dat je in de knoop zit met je eigen gedachten, en als je het niet rustiger aan zal doen is er geen terug keren meer mogelijk..." Hoe weet ze dit toch allemaal vraag ik me af. Ik zit inderdaad in de knoop met mezelf. De laatste tijd weet ik niet meer wie ik ben en wat ik doe. Opnieuw draait ze één van de resterende kaarten om en met grote letters staat er het rad van fortuin geschreven. "Dit is de tiende kaart van het spel", zegt ze "het rad geeft aan dat er van alles kan gebeuren. Situaties waarop je geen controle hebt. Dit zal je een gevoel van machtenloosheid geven omdat niet alles gaat zoals gepland. Ik zie dat u vrouw, Vera, deze moeilijke beslissingen zal maken en u zult hierdoor afgezonderd worden van de rest." Stilletjes aan begin ik mijn geduld te verliezen en sta ik op. "Wie denk je wel dat je bent", roep ik hard. "Mij zomaar vertellen dat ik er alleen voor zal staan. Alsof u weet wat u vertelt, dit is allemaal onzin." Ik schuif de stoel naar achteren en wil net vertrekken totdat de waarzegster de laatste kaart met zijn inhoud naar boven omdraait. Dood, dat is wat er staat geschreven in dikke zwarte letters. Gehaast zet ik een paar passen richting de uitgang en ik voel dat mijn hoofd tolt. Ik doe de deur open en hoor de oude kaartenlegster mij nog achter na roepen "De lente zal vroeg of laat beginnen, Maarten. De lente die op het punt staat te beginnen..."
0 notes
activateme · 4 years
Text
Sjamanistisch bekrachtigen met paarden bij Kuddebeest Coaching
Door Ellen Van Oekelen van Kuddebeest Coaching
Een sjamaan is iemand die zich beweegt door het stoffelijke niveau, het elementen niveau, het niveau van de geest en het niveau van de ziel om informatie te vinden in het belang van de tribe.
En die tribe daar wil ik mij ook voor inzetten. Mensen inzichten aanreiken om ze goed in hun vel te doen zitten, om ze te verbinden met zichzelf en als gevolg daarvan ook met de ander, daar doe ik het voor. Een sjamaan beroept zich daarvoor op het alwetende ‘veld’. Want daar liggen zoveel mogelijkheden, je moet ze alleen kunnen en durven zien.
Tumblr media
Vandaag liet Nadja De Vlaeminck ons zien hoe we dat ‘veld’ optimaal kunnen benutten en wat het ons kan brengen. We leren dat iedereen geprogrammeerd is. Doorheen je hele leven zijn er allerlei situaties en mensen die ervoor zorgen dat jij jezelf nu op een bepaalde manier gedraagt en bepaalde overtuigingen met je meedraagt. Helaas kunnen die patronen en overtuigingen je op dit moment soms in de weg staan om te bereiken wat jij wil. Om je heel te voelen. En dan is het ‘veld’ er om dat bewust te maken.
De dag begint met een sessie in de paddock, 10 mensen en 4 paarden. Nadja vraagt ons de dieren niet aan te raken zodat ze vrij zijn in het helder maken van wat bewust mag worden.
Al snel komen bij mij de eerste inzichten. De paarden laten zien dat ik mag ontvangen. Zonder dat ik het zelf besef, laat ik met mijn lichaamstaal zien dat ik mij afsluit doordat ik mijn handen in elkaar gekruist heb ter hoogte van mijn bekken. Een van de paarden komt erin bijten en maakt zo duidelijk dat ik mezelf niet moet afsluiten. Ik mag ontvangen. Nadja voegt daar nog aan toe dat ik mijn levensenergie mag ontvangen en ook mag laten stromen. Maar hoe doe ik dat?
Tijdens een volgende oefening is het de bedoeling dat we elkaar coachen dmv de zonet aangeleerde technieken. Ik kom te weten dat ik een enorme energieboost voel wanneer ik mij kan “verwonderen”. Verwondering voelen helpt mij te voelen dat ik leef! Dat kan over grote dingen gaan maar nog veel liever over hele kleine. Ziedaar, mijn levensenergie! En dan gebeurt het. Het paard, dat al de hele tijd bij ons staat, gaat opeens liggen. Verwonderd kijk ik toe. Alsof het paard zegt: Laat je maar eens overspoelen door die verwondering van jou. Zachtjes ga ik ernaast zitten. En dan…BAM! Het valt me binnen alsof ik het altijd al geweten heb: Een wonder kan je niet sturen. Je kan het niet in de hand werken of controleren. Dus laat in hemelsnaam die controle los! Probeer toch niet altijd krampachtig grip te krijgen op de dingen. Laat ze ontstaan dan zijn ze zoveel mooier en wonderlijker!  Dank je. (zucht)
Wil jij zelf ook de kracht van paarden ervaren en voelen wat ze jou kunnen vertellen over jezelf? Kijk dan snel even op www.kuddebeestcoaching.be en voel je helemaal welkom. Veel liefs, Ellen
0 notes
dickvanas · 4 years
Text
Dick’s Prikkels: de zin en de onzin rond de Gapers
Tumblr media
De afgelopen weken heb ik mij verbaasd over een nieuw fenomeen dat ineens mee ging doen aan de discussie over discriminatie: de Gaper. Toen dacht ik bij mezelf: dat zijn toch die zwarte, soms kleurige, maar in ieder geval lelijke koppen die meestal boven een apotheek hangen? Ik ben voor de aardigheid eens in de geschiedenis van de Gapers gedoken!
Een Gaper deed dienst als uithangbord van apothekers, om klanten te trekken, maar tevens als kwaliteitsaanduiding voor de winkel. Aanvankelijk werd dit uithangteken op de luifel gezet, maar vanaf de 17e eeuw steeds vaker aan de gevel bevestigd, met name in Amsterdam kwam dit veel voor. De mond van de Gaper staat niet open om te gapen, maar om een medicijn in te nemen. De grimas van veel Gapers is te verklaren doordat het medicijn vies smaakt, althans dat is de heersende opvatting. Recent onderzoek door Peter van den Hooff geeft als verklaring voor de open mond en de grimas dat dit duidt op verbazing over de veelheid aan bijzondere producten in de winkel. Ook is de Gaper van oorsprong niet direct verbonden met de apotheek. De gaper had eerder dezelfde functie als de pas veel later geïntroduceerde huisnummers (later ook naambordjes) namelijk laten zien wie in een pand woonde/werkte. Zo zijn Gapers beschreven op gevels van zeer diverse winkels en ateliers, niet noodzakelijk op apothekers. Waarom Gapers verbonden raakten met apothekers en drogisterijen, daar is geen theorie voor die door voldoende bronnen ondersteund wordt.
In de 17e eeuw zien we interesse voor Turkse mode en ook japonnerie en chinoiserie hebben als inspiratiebron voor exotische Gapers gediend. De zuidelijke of exotische afkomst van de Gaper staat symbool voor de herkomst van de ingrediënten van de medicijnen. Er werd met landen in Azië en Afrika veel handel gedreven door West-Europeanen, die daar allerlei tot dan toe onbekende specerijen ontdekten en mee naar huis namen. Daar werden de specerijen gedroogd en verkocht door een drogist. De exotische herkomst, waarvan de tulband getuigt, suggereert wellicht de werkzaamheid van de Oosterse geneeskunst. We kennen ook Gapers in uniform, zoals brandweer, politie of soldaat. Deze kwamen in zwang in de tweede helft van de 19e eeuw, op het moment dat het gezag van de overheid op de verkoop van geneesmiddelen werd uitgebreid. Ook de Gaper als Romein komt voor.
Enkele veel voorkomende vormen betreffen de zogenaamde muzelman, de moor en de zieke, meer zeldzaam zijn de nar, de gezagsdrager en de Romein. Ook zijn er enkele zogenaamde zonderlingen bekend. Dit zijn Gapers die onder geen van de onderstaande soorten vallen te categoriseren. Zo is er bijvoorbeeld zover bekend maar één vrouwelijke Gaper bewaard gebleven.
 Muzelman
De meeste gapers dragen een tulband, een grote snor of ringbaard en hebben een getinte huid. De muzelman. is een negentiende-eeuwse, exotisch uitziende gaper. Mogelijk is dit type Gaper geïnspireerd op de Turken. In die tijd produceerde Turkije opium, een belangrijke component voor geneesmiddelen. Aan de ‘muzelmannen’ verwant zijn de zogenaamde ‘Moren’: gapers met een tulband, gouden oorbellen en een nóg donkerder huid. De drogisterijen waarvan zij de gevel sierden, hadden soms namen als ‘De Moriaan’. Over de herkomst van ‘de moor’ bestaan verschillende theorieën. Zo zou dit type gaper te danken kunnen zijn aan de ontmoetingen van de zeelieden van de Verenigde West-Indische Compagnie tijdens hun verre tochten. Maar de ‘moor’ kan ook simpelweg een variatie op het exotische thema ‘muzelman’ zijn. Aan het eind van de negentiende eeuw was er grote belangstelling voor de zeventiende-eeuwse, vaak Bijbelse, voorstellingen waarop ook Moren werden afgebeeld. Ook deze opleving kan hebben geleid tot het ontstaan van de Moors-ogende gapers.
De nar is een niet veel voorkomend type Gaper. De herkomst zou te maken kunnen hebben met de rol van knechtje van de kwakzalver die de levende nar sinds de middeleeuwen zou hebben vervuld. De kwakzalver vertoonde op jaarmarkten zijn ‘medische kunsten’ en de nar zou daarvoor niet alleen reclame maken, maar ook de klanten ronselen. Daarnaast zou hij het publiek vermaken, zodat dit niet zag hoe de kwakzalver de menigte bedotte.
Ze zijn ziek, zwak of misselijk óf ze hebben hoofdpijn of kiespijn; hun gezichtsuitdrukking suggereert een ziekte. De Gapers lijken een voor de hand liggend boegbeeld voor een apotheek: de zieke Gaper markeerde de plek waar zij die zich beroerd voelden of terecht konden. Het uitsteken van de tong om een diagnose te laten stellen, soms zelfs met twee pillen erop, lijkt een logische combinatie met ‘ziek zijn’. Een relatief weinig voorkomende Gaper is de gezagsdrager. Zij dragen een uniform en een helm en beelden een politieagent, brandweerman of veldwachter uit. Er is geen eenduidige verklaring voor het uiterlijk van de gezagsdragers.
Amsterdam
De ’Gaper’ op de gevel boven drogisterij Het Heertje in de Amsterdamse binnenstad wordt daar vanwege een ’dreigende situatie’ weggehaald. Er ontstond ophef over het beeld op sociale media dat volgens veel mensen ‘racistisch zou zijn’. Ondernemer Harry Piet heeft daarop besloten, na overleg met de eigenaar van het pand, om het beeld weg te halen Er ontstond vorige week dinsdag ophef nadat columniste Sylvia Witteman op Twitter op spottende wijze meldde dat ze het ’verbazend vond dat dit nog hier hangt midden in Amsterdam’. De verwijzing naar de zwarte kop met oorbellen werd serieus genomen door activisten die er een racistisch voorbeeld uit het slavernijverleden in zagen. Lieve lezers, deze Gapers hangen ook boven verschillende andere bedrijven en ook in de regio Haaglanden. Maar waar zijn we nou toch in ’s hemelsnaam mee bezig? Zo’n Gaper gaf alleen maar aan dat zo’n bedrijf medewerkers in dienst had, meestal buitenlanders. En die werden niet afgebeuld, ze werkte er alleen maar om er geld te verdienen en ze konden nergens anders terecht. Net als met de moderne student die als bijbaantje gaan bollenpellen. Zo’n Gaper was dan ook vaak alleen maar een teken dat ze personeel in dienst hadden. Ik vind zo’n Gaper over het algemeen ook een afschuwelijk beeld, daar ben ik het met de tegenstanders wel mee eens, maar volgens mij verwijst het echt niet naar het slavernijverleden. Dus lieve lezers: waar gaat deze discussie nou toch weer over? (Door Dick van As)
0 notes
iemandzoalsik · 4 years
Text
Hoestmachine - door Hayat
Tumblr media
 Tijd geleden vertelde ik bijna trots dat ik ingesteld zou worden op de hoestmachine. Als reactie kreeg ik de vraag terug wat in hemelsnaam een hoestmachine was. In eerste instantie moest ik lachen, omdat ik dacht dat de meeste mensen uit mijn omgeving wel wisten wat het was. Toen ik er later over nadacht kwam ik tot een andere conclusie. Zodra ik merk dat ik achteruit ga (wat nu eenmaal gebeurt bij een progressieve spierziekte) denk ik automatisch in oplossingen in de vorm van inzet van hulpmiddelen die deze achteruitgang moeten opvangen.
Eerst denk ik in oplossingen, daarna sta ik mezelf toe om te rouwen om het verlies.
Dat maakt het dragelijker. Het werkt bijna troostend. In dat proces ga ik vaak voorbij aan het feit dat achteruitgang niet voor iedereen vanzelfsprekend is of makkelijk is te accepteren. Ik vergeet vaak ook dat anderen de termen niet kennen die ik met gemak uitspreek. Zo ook de hoestmachine. Voor mij een apparaat dat mijn leven een stuk makkelijker maakt. Voor de ander een onbekend begrip of juist iets angstaanjagends. Dit keer geef ik een inkijk in wat ik zoal tegen kom als het gaat om ademhalingsondersteuning.
Wat is een hoestmachine?​ De hoestmachine wordt gebruikt bij het ophoesten van slijm uit de luchtwegen. Het apparaat blaast lucht de luchtwegen in. Direct na het inblazen ‘zuigt’ het de lucht er weer uit (onderdruk). Hierdoor ontstaat een krachtige uitademingsluchtstroom, net zoals bij spontaan hoesten, waardoor slijm gemakkelijker opgehoest kan worden.
Termen zoals bronchitis – luchtwegeninfectie – longontsteking – ademnood – comprimeren – verminderde hoestkracht – koorts – slijmoplossers – antibiotica – prednison - vernevelen – ademhalingsoefeningen, zijn van kinds af aan als een mantra voorgoed in mijn hoofd gaan zitten. Wanneer je nog maar 23% longcapaciteit hebt vergeleken met iemand van dezelfde leeftijd, begrijp je waarschijnlijk ook hoe gevaarlijk dit kan zijn. Zeker wanneer de R weer in de maand zit. Zodra ik griep heb is er paniek. Niet alleen bij mij maar ook bij mijn ouders. Ik hoor het in hun stem. Ik zie de blik in hun ogen. De bezorgdheid en angst. Vooral bij mijn vader. Het brengt hem elke keer weer terug naar de ontelbare keren dat hij weer eens met mij in het ziekenhuis was. Voor de zoveelste longinfectie. Opnames van weken waren meer regelmaat dan uitzondering. In de jaren die volgden leerde mijn vader hoe hij het slijm uit mijn longen moest krijgen bij een infectie. Als er iemand is die zich kan houden aan routine en voorgeschreven handelingen is hij het. Een eigenschap waar ik soms jaloers op ben. Geen één keer week hij af van wat hem werd opgedragen. Met als doel om zo snel mogelijk slijmvrij te zijn. 24/7 was daar iemand die wist te handelen en er voor zorgt dat ik beter werd. Laatst vertelde hij mij dat mijn overvolle longen hem vroeger altijd deden denken aan een pruttelende filter-koffiezetapparaat. Een treffende vergelijking als je het hoort.
Wat is het doel van de hoestmachine?
Het verhogen van de longvolume door inblazen van lucht.
Verwijderen van slijm, door inblazen en aantrekken van lucht.
Voorkomen dat longdelen samenvallen en voorkomen van luchtweginfecties en longontsteking.
De zekerheid en vanzelfsprekendheid die ik toen had met de 24/7-zorg van mijn ouders is nu anders. Naarmate ik ouder word gaat de kwaliteit en hoestkracht van mijn longen steeds verder achteruit. Zelfstandig slijm ophoesten is een gepasseerd station. Eigenlijk weet ik dat ik in die periodes 24/7 iemand nodig heb in huis. Iemand die mij niet laat wachten. Iemand die zodra het koffiezetapparaat begint te pruttelen zegt; “kom Hayat, we gaan hoesten”. Zo lang en vaak als nodig is. Door mij te helpen met hoesten kost het mij minder kracht, blijft er minder slijm achter dat kan ontsteken, raak ik minder snel uitgeput en hoeft mijn hart geen overuren te maken om de boel vlot te trekken. Kortom, ik herstel sneller dan wanneer ik zelf aanmodder. 
Toen ik hoorde over de hoestmachine wist ik meteen dat dit een uitkomst voor mij zou kunnen zijn. In eerste instantie was het ondenkbaar dat ik vrijwillig mijn longen zou “opblazen”. Maar als je zo ziek bent, drie weken dag en nacht probeert om met al je kracht (die ik niet heb) de longen uit je lijf te hoesten. Bijna stikt in een slijmprop omdat de kracht er niet meer is om het door je luchtpijp te krijgen en uiteindelijk die telefoon moet pakken om huilend tegen je huisarts te zeggen dat het niet meer gaat. Wanneer je even later op de IC belandt met een longontsteking, dan ben je de wanhoop nabij en wil je niets liever dan een apparaat dat je hierbij ondersteunt. Ik heb werkelijk hemel en aarde moeten bewegen om in aanmerking te komen voor dit apparaat. Twee jaar ben ik bezig geweest om te overtuigen en een noodzaak te bewijzen die wat mij betreft al vast stond met mijn diagnose. Ik vind er uiteraard wat van dat het allemaal zo lang heeft geduurd. Maar mijn opluchting is nu groter dan mijn irritatie en boosheid. Vier de succesjes. Hoe klein of groot ze ook zijn. Uiteindelijk is dat wat voor mij telt.
Wanneer gebruik je een hoestmachine? Als er sprake is van achterblijven van slijm in de luchtwegen, al dan niet ten gevolge van een luchtweginfectie. Dit in samenhang met een geringe hoestkracht, waarbij airstacken en of buik/borst compressie onvoldoende resultaat bieden.
Het instellen gebeurt door een verpleegkundige van het Centrum voor Thuisbeademing (CTB) op een IC-afdeling tijdens een dagopname. Echter geldt dit nog lang niet voor iedereen met een spierziekte en deze behoefte. De hoestmachine werd voorheen alleen gebruikt in het ziekenhuis met specialistische begeleiding. Dit is vanwege de risico’s die met de behandeling gepaard kunnen gaan. De hoestmachine wordt in Nederland om die reden nog weinig voorgeschreven voor thuisgebruik.
Wat zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de hoestmachine?
Er moet sprake zijn van een coöperatieve zorgvrager met motivatie, begrip en ziekte-inzicht.
Bekwame zorgverleners (verplichte scholing via CTB).
Mijn ervaringen met de hoestmachine In eerste instantie ben ik opgelucht dat ik hiervoor in aanmerking kom. Ergens stelt het mij gerust dat ik een apparaat heb staan dat zeker uitkomst zal bieden op het moment dat ik weer volle longen heb. In die hoedanigheid heb ik hem gelukkig nog niet uitgeprobeerd. De eerste keer dat ik deze behandeling onderging tijdens het instellen op de IC kreeg ik direct hoofdpijn en werd ik niet lekker. Het instellen gaat niet in één keer goed. Ik snapte niet wat mij te wachten stond of wat de verpleegkundige nu precies bedoelde tijdens de demonstratie. Het masker dat ik op mijn gezicht gedrukt kreeg lokte een paniekreactie bij mij uit. Geen idee of ik nu wel of niet kon ademen in het masker. Het apparaat bepaalde het ritme waardoor ik geen controle had. Later bleek dat het apparaat ook zo ingesteld kan worden waardoor ik zelf het ritme kan bepalen. Door zelf licht in te ademen activeer ik nu zelf de ingestelde sessies. Het koste mij meerdere pogingen om het gebruik van de hoestmachine onder de knie te krijgen.
Ik ben nu in de fase dat alle zorgverleners ingewerkt worden op deze handeling. Hiervoor moeten zij vooraf een training volgen om inzicht te krijgen in o.a. hoe je de hoestmachine gebruikt maar ook welk risico’s dit met zich mee kan brengen. Ook in dit proces gaat het niet soepel. De zorgaanbieder heeft eigen procedures en regels. Het CTB idem. In die samenwerking valt nog veel te verbeteren. Wie doet wat waar en wanneer. Het proces is voor mij niet helder, de volgorde van acties zijn onlogisch wat maakt dat het onnodig lang duurde voordat ik kon starten met het gebruiken van de hoestmachine.
Naast het inzetten van de hoestmachine tijdens slijmvorming wordt het apparaat ook preventief ingezet om de longen als het ware te trainen. Om infecties te voorkomen adviseert het CTB mij tweemaal daags per 3 sessies van 5 in- en uitademingen. Een minimale eis om te spreken over preventief gebruik. Ik merk dat ik het nog erg lastig vind om deze handeling in mijn dagelijkse routine te krijgen. Daarbij speelt nog steeds mee dat er niet elke dag bekwame zorgverleners aanwezig zijn die deze handeling mogen uitvoeren. Het is dus echt belangrijk om zo snel mogelijk bekwame zorgverleners te hebben.
De behandeling is verder niet eng als je eenmaal door hebt hoe het werkt. Het voelt zelfs goed om na afloop te merken dat je iets dieper kunt ademhalen. Maar het blijft elke keer weer wennen, dat masker op je gezicht en de druk die het apparaat geeft ziet er niet comfortabel uit. Waar ik vooral benieuwd naar ben is of ik hiermee echt een luchtwegeninfectie buiten de deur kan houden. Ik ga het meemaken.
Wetenschappelijk onderzoek naar effectiviteit Het beleid voor inzet hoestmachine verschilt per CTB. In Nederland zijn vier CTB’s (UMC Utrecht, Erasmus MC, UMC Groningen en Maastricht UMC). Mijn persoonlijke ervaring is dat ik zelf geen of onvoldoende baat heb gehad bij andere ademhalingsondersteuning zoals airstacken. Dit zal per persoon verschillen. Het is nog niet vanzelfsprekend om te kiezen voor een behandeling die het beste bij je past. Voor SMA komt hier hopelijk snel verandering in na het wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van het inzetten van de hoestmachine. 
Meer informatie over het onderzoek Zorg op maat: help SMA-patiënten hoesten, lees je hier.
0 notes
kellyisinrusland · 7 years
Text
Daar is 'ie dan, het eerste obstakel in mijn grote avontuur. Hoe open je in hemelsnaam een blog? Nou, zo dus. Denk ik. Elke keer dat ik vertel over mijn wens Russisch te gaan leren, vragen mensen mij waarom. Niet zo gek; Rusland is voor de meeste mensen een ver van je bed show, en ik heb geen enkele connectie met het land of de taal. Voor iedereen die hier is beland en een opfrisser nodig heeft, of misschien het verhaal wel helemaal nog niet gehoord heeft, zal ik even uitleggen hoe ik aan die kronkel in m'n kop kom.   Ongeveer 3 jaar geleden hoorde ik tijdens een geschiedenisles voor het eerst Russisch dat ik registreerde (de rumoerige Russen die ik wel eens bij all-you-can-eat bufetten tegen kwam, sloeg ik niet echt op. Die vond ik vooral vervelend.) Het werd gesproken door een heel oude mevrouw die als klein meisje Stalin had ontmoet, en zelfs een cadeautje van hem had gekregen. In de documentaire die we keken, vertelde zij haar verhaal. Geheel in het Russisch natuurlijk, want oude mevrouwen uit Rusland spreken over het algemeen geen Engels. Afin, ik hoorde dat en dacht 'Ja, dit is het. Dit is wat ik wil gaan doen.' Dat is nooit veranderd: ik heb me recentelijk ingeschreven voor de studie Slavische talen en culturen bij de UvA, en terwijl jij dit leest zit ik met m'n gat in Rusland. Ik moet zeggen dat ik dit met een hoop gemixte gevoelens aan het schrijven ben. Het was ontzettend hard werken om een gedeelte*van het benodigde geld bij elkaar te krijgen, dus ik ben heel trots op wat ik bereikt heb wat dat betreft. Toen ik aan m'n tussenjaar begon, was naar Rusland gaan nog meer een voornemen dan een concreet plan. Uiteindelijk ben uit gaan zoeken wanneer en hoelang ik zou gaan en hoeveel dat dan zou kosten. Een concreet plan werd gesmeed, spaardoelen gesteld, sollicitatiebrieven verstuurd. Ook daar ben ik trots op: ik heb een 'ik zou willen' in een voornemen veranderd, dat voornemen in een plan, en dat plan heb ik uitgevoerd. Een schouderklopje aan mezelf voelt gepast. (Credits gaan echter ook naar Mysa, die me ontzettend achter m'n vodden aan heeft gezeten. Thanks (: ) Maar naast trots voel ik ook een hele stapel angst. Ik weet van mezelf dat ik best vaak en heftig heimwee heb, zelfs als ik met vrienden ben. (Jorgos, als je dit leest: je weet wat ik bedoel, hahaha.) Twee keer vier weken alleen in een vreemd land, da's best eng. Af en toe overvalt het me opeens, hoe bizar het allemaal is. Gelukkig is deze trip nog altijd iets wat ik ga doen omdat ik het heel graag wil, m'n dus positieve gevoelens zijn overheersend. Ik heb ontzettend veel zin om weer te gaan leren: een paar maanden pauze was fijn, maar m'n hersenen zijn er wel weer klaar voor zo onderhand. Veelal denkt men dat het nemen van een tussenjaar geen verstandige zet is. Je zou er lui van worden en niet meer gaan studeren. Ik heb gemerkt dat voor mij het tegendeel waar is. Nu ik een tijdje geen opleiding heb gedaan, heb ik juist meer zin om weer de boeken in te duiken. Na vier jaar streberig gymnasiast te zijn geweest, was m'n hoofd er klaar mee. Helaas duurt het gymnasium zes jaar. Het gevolg: Kelly in de knoop. Ik geloof oprecht dat als ik direct na het afronden van de middelbare school aan een studie was begonnen, ik het niet getrokken zou hebben. Een welverdiende pauze dus, dat tussenjaar. Over iets meer dan een week is die pauze weer voorbij, en ik sta te trappelen om weer te beginnen (: Waar ik ook ontzettend veel zin in heb, is het ontdekken van de stad. Avonturieren noem ik dat. Ik kijk uit naar simpelweg  door de stad struinen en fijne of leuke plekken te vinden, en om middagen door te brengen in de vele musea. Met m'n schetsboek uiteraard! Tekenen en vlug en rommelig schetsen behoren tot mijn favoriete bezigheden, dus ik hoop dat ik daar ook wat tijd vrij voor kan maken in Sint Petersburg. Wat het ook is dat ik ga beleven, ik doe er hier verslag van. Hopelijk kunnen jullie m'n schrijfstijl een beetje waarderen! Het lijkt me ook heel leuk om jullie vragen te beantwoorden, dus stel die vooral! Groetjes uit (nu nog) Amsterdam, Kelly
2 notes · View notes
underthinq · 4 years
Text
Hoofdstuk 1: Boos
Ik moet beginnen met boos. Woede is waar het vaak begint. Het is zo verleidelijk, wat kan er nou gebeuren als je boos bent. No way dat een beetje boosheid je weer onder water gaat duwen, het is juist gezond! Het gaat je nieuwe energie geven, de wil om door te trappelen. Zonder dat je het door hebt zal je de oever bereiken als je je even over geeft aan je boosheid. Met aantrekkelijke verontwaardiging wordt ik gelokt om toch nog een kijkje onder water te nemen. Je moet immers wel onder ogen komen wat er allemaal fout zit en wat er allemaal is gebeurd om je woede echt lekker op gang te laten komen. Uiteraard besef ik me als ik eenmaal in het donkere diepe zit dat dit me op geen enkele manier dichter bij herstel brengt, maar dan is het al te laat. Boos zijn is voor mij een redelijk nieuwe sensatie. Ik ben bijna nooit boos, zie het nut van ruzie maken niet in. Meestal ben ik geneigd om te kijken met een filter van mildheid. Wat voegt het toe als ik mijn geduld verlies? Over het algemeen niets, en daarom gebeurt het niet. Dus wat is er zo anders deze keer? Wat heeft deze jongen in hemelsnaam gedaan om het meisje dat nooit boos is, woedend te krijgen? Het antwoord is een een chaos van onkruid in mijn hoofd, zo dicht door elkaar geweven en geklit dat het een niet van het ander te onderscheiden is. Tot nu toe is het me nog niet gelukt om het duidelijk te ordenen. Misschien was het te pijnlijk om er met rust naar te kijken en het te observeren. Nog steeds weet ik niet waar ik moet beginnen. Ik kan het geheel niet zien, en weet niet wat de samenhang is. Misschien is zijn brief een goed startpunt. Die brief was een mes in een open wond. Zo onnodig hard  en scherp. Ik snap gewoon niet waarom hij me nog een trap na moest geven, terwijl ik al op de grond lag te bloeden. Hij beschreef zijn leven zonder mij. Vertelde over een nieuw vlammetje in zijn borst dat hij jaren kwijt was geweest, een nieuwe levenslust. Hij had eindelijk een gevoel van rust en vrijheid gevonden en was daar erg gelukkig mee. Zijn hoekige letters legden me uit dat hij nu in zag dat ik niet de goede persoon voor hem was, dat ik niet was wat hij nodig had. Dit wist ik natuurlijk al lang, maar het deed nog steeds pijn om het zwart op wit in zijn handschrift te lezen. Ik wist dat ik nooit genoeg voor hem zou zijn, ook al deed hij altijd alsof het juist andersom was. Die retoriek keerde weer terug in het einde van zijn brief. Hij sloot hem af met de zin: 'Ik hoop dat je vind wat je zoekt'. Dit legt de fout weer bij mij. Alsof ik iets zocht wat hij mij niet kon geven, alsof ik te veel van hem vroeg. De eerste keer dat ik dit venijnige laatste zinnetje las wilde ik uitschreeuwen dat ik helemaal niks zocht. Eigenlijk wil ik dat nog steeds. Ik was niks aan het zoeken maar zijn geloof in het tegendeel heeft bijgedragen aan het uit elkaar vallen van alles. Ik ben boos dat er verlangens bij mij opgespeld zijn die er nooit waren, en dat die neppe verlangens vervolgens gebruikt worden om zijn vertrek goed te praten. De kern van de brief is heel simpel samen te vatten: hij is beter af zonder mij en ik was een last voor hem. Ik neem hem kwalijk dat hij niet beter heeft nagedacht over die boodschap. Gegarandeerd heeft hij niemand anders de brief laten lezen, anders zouden zijn harde woorden mij nooit bereikt hebben. Het is misschien moeilijk te geloven, en iedereen in mijn omgeving doet dat dan ook niet, maar ik denk niet dat hij die brief heeft gestuurd om mij pijn te doen. Hij heeft niet doorgehad wat er nu precies stond, heeft geen rekening gehouden met dat hij de dumper was, en ik de gedumpte. Een tijdje heb ik getwijfeld over waarom ik zo geraakt werd door het bericht dat hij beter af was zonder mij. Het spreekt voor zich dat het pijn doet om als een last gezien te worden, maar ik voelde instinctief aan dat dit op zichzelf niet de reden was van mijn heftige terugval. Na een paar dagen besefte ik me dat het cognitieve dissonantie was. Zijn geloof dat het beter voor hem is om mij niet bij zich te hebben staat lijnrecht tegenover alles wat ik zelf altijd dacht. Het is misschien arrogant, maar ik geloofde echt dat ik gezond voor hem was. Ik wilde zo graag dat hij gelukkig was; ik stimuleerde hem en was er voor hem als hij het moeilijk had. Ik geloofde dat ik geduldig was, en nooit te veel van hem vroeg. Ik dacht echt dat ik bijdroeg aan zijn groei en ontwikkeling, twijfelde niet aan mijn goede invloed. Om dan te horen dat mijn afwezigheid wordt ervaren als een last van zijn schouders is nogal een schok. In het begin was ik zo boos. Hoe durft hij mij als last te zien?! Ik heb nooit aangedrongen, nooit iets van hem gevraagd wat hij niet wilde geven, nooit gepushed! Hoe durft hij zo te denken? Na een tijdje werd ik rustiger. Als hij zo denkt, is dat voor hem de waarheid. Ik ging ook aan mezelf twijfelen. Misschien was ik onbewust een stuk veelvragender dan ik zelf beseft had. Misschien was ik wel helemaal niet zo easy-going als ik dacht. Dit hoofdstuk heet niet voor niets boos, want ook dit maakte en maakt me boos. Ik wéét dat dat niet zo was. Waarom laat ik me zo van mijn opvattingen afbrengen en zoek ik de fout in mezelf als ik zelf weet dat hij daar niet ligt. Nee, de conclusie moet ik niet in mezelf zoeken. De conclusie, of een van de conclusies, is dat hij mij niet waardeerde. Ik was een comfort voor hem. Het is comfortabel om iemand te hebben die je hoofd op schoot neemt en door je haren kamt als je gestressed bent, om iemand te kunnen neuken wanneer je daar zin in hebt, maar ook te kunnen knuffelen als het koud is. Comfortabel om niet voor één, maar voor twee te koken, en dat niet alleen op te hoeven eten als je dat maar alleen vind. Ik was comfortabel. Comfortabel maar inwisselbaar voor hem. En dat is waar hij fout zit, of waar ik in ieder geval boos om wordt. Hij heeft nooit mijn waarde gezien. Nooit gezien dat ik meer was dan de handige chillheid die ik hem bood. Hoewel hij het wel van me heeft gestolen, heeft hij het vlammetje in me nooit bewust zien branden. Zijn ogen zaten dicht, soms denk ik expres. Op een bepaalde manier haal ik hier troost uit. Want hoewel hij het nooit beseft heeft, heeft hij al die tijd gebaad in mijn vlammen. Ik troost mezelf met de zalvende gedachte dat hij nooit meer een mij zal hebben, letterlijk en figuurlijk. Over een, vijf of twintig jaar zal hij zich beseffen dat mijn vlammen uniek waren, en dat hij nooit meer iets soortgelijks zal vinden. Hij zal weten dat hij dat gedachteloos weggegooid heeft, denkend aan zichzelf en de vrijheid die de verlossing ervan hem zou bieden. Ik ben ook boos over de manier van het weggooien. We hadden samen vooraf al vastgesteld dat de schade die hij de eerste keer aangericht had zijn verantwoordelijkheid was. Het werd al vrij snel duidelijk dat hij niet de moeite wilde doen om die verantwoordelijkheid te nemen. Ik accepteerde dit, zoals ik alles accepteerde. Met onze beloofde toekomst in het vooruitzicht liet ik het gaan; het was een naar verleden en ik was maar al te bereid om daar afstand van te doen. Toen hij zich besefte dat hij me een tweede keer moest gaan breken, en het er dus echt op aan kwam dat hij zijn nieuwe verantwoordelijkheid zou moeten nemen, negeerde hij die compleet. Ik ben niet verbaasd. Hij was altijd al goed in afschuiven en wegkijken. Met verve speelde hij de rol van zielige jongen die er niks aan kan doen dat hij zoveel verlangens heeft. Oh wat een zelfmedelijden had hij dat uurtje dat hij mij de boodschap moest brengen. Oh wat was het moeilijk voor hem om dat te zeggen, wat droevig dat hij dat moest meemaken. Arme martelaar, gedwongen om iemand te breken. Gelukkig was het al etenstijd geweest. Een beter excuus om mij de deur uit te werken had zich niet voor kunnen doen, wat een mazzel. Hoewel de boosheid waar dit hoofdstuk haar naam aan dankt tot nu toe volledig gericht is op hem, is dat niet hoe het in werkelijkheid zit. Ik denk dat mijn woede ongeveer gelijk verdeeld is tussen ons twee. Want ik ben zo fucking boos op mezelf, onderschat dat niet. Bij het onderzoeken van mijn kernkwaliteiten komt er altijd uit dat dommigheid een van mijn grootste allergieën is. Ik heb moeite met het vergeven van dommigheid. Dit had ik als kind al. Ik kon de kinderen die extra uitleg nodig hadden in de klas niet uitstaan en hoopte elke zomer dat die kinderen zouden blijven zitten zodat ze de rest niet meer zo zouden ophouden. Tja, niet een van mijn mooiste kwaliteiten. Maar nu ben ik zelf dus hetgeen wat ik het meeste haat geweest. Dom en naïef. Ik heb me zo slecht laten behandelen. Telkens weer opnieuw wist ik wel weer een excuus voor hem te bedenken. Ik deed alsof dit rationeel was, zodat ik niet aan mijn eigenwaarde hoefde te twijfelen. Ja ik kon echt prachtige constructies bedenken die zijn acties recht konden praten. Het is zo dom dat ik geloofde dat zijn nieuwe inzichten niet tijdelijk waren. Zo dom, hoe kritiekloos ik me erin stortte. Sure, ik deed alsof. Speelde heel mooi alsof ik nog na moest denken en alsof hij zich nog moest bedenken. Ik betwijfel of een van ons in het showtje geloofde. "I saw the signs and I ignored them" (Gomez, 2019). Ik wist het allemaal al. Ik wist dat ik nooit genoeg voor hem zou zijn, en tegelijkertijd altijd te veel was. Ik wist dat hij zich uiteindelijk altijd gevangen zou voelen bij mij. Ik wist dat hij me gebruikte. Wist ik dat hij me niet waardeerde? Waarschijnlijk wel. Mezelf hiervoor vergeven zal tijd kosten. Ik hoop dat ik er deze keer echt van heb geleerd, ook al dacht ik dat ik die les al lang kende. Dit hoofdstuk is boos en ik wil het ook boos eindigen. Deze keer wil ik niet eindigen zoals altijd, met redelijkheid en begrip voor alle kanten van het verhaal. Om het echt helemaal uit mijn systeem te krijgen moet ik het opschrijven zoals ik het voel. Daarom schrijf ik hierbij mijn laatste wens over hem op. Hierna zal ik niks meer hopen of verwachten van hem. Ik zal me niet meer bezig houden met hoe het met hem gaat. Ik hoef het niet te weten. Het enige en allerlaatste wat ik heel graag wil voor zijn toekomst, waar ik 's nachts voor bid ook al geloof ik niet in god, : is dat hij een soa krijgt.
0 notes
Text
De derde week.
Alweer na een week, hallo lieve mensen die dit lezen! Het is momenteel zondag/maandagnacht, 02:30. Aangezien mijn slaapritme hier compleet naar de maan is (en ik dus nog niet moe ben), besloot ik even een blogpost te schrijven om mijn derde week hier te beschrijven. Ik heb morgen toch vrij, dus ik kan zolang uitslapen als mijn hartje begeert. Ik ga proberen een beschrijving per dag te doen, dus hier gaan we dan!
Maandag 22 januari
Ik werd deze ochtend heerlijk fris wakker, na uitzonderlijk goed (en lang) geslapen te hebben. Ik ging op mijn gemakje naar de supermarkt hier in Parkwood om ontbijt te kopen, want ik had niks in huis. Een halfuurtje later zat ik aan de keukentafel te ontbijten met een enorm goed humeur. Het was super lekker weer, ik had goed geslapen en had een heerlijk vrije dag voor de boeg.
Totdat ik iets angstaanjagends ontdekte. Ik was mijn Kent ID kaart aan het bekijken (als je de foto op die kaart zou zien, zou je snappen waarom. Ik heb een soort mix van een moordlustige/klaar-met-de-hele-wereld blik en het is erg vermakelijk) en toen zag ik dat er op stond: Valid until 06/04/2018. Dus tot 6 april. En het is de bedoeling dat ik hier tot 15 juni ben. Ik kreeg een halve hartaanval en ging onder aandringen van Aino (mijn Finse huisgenootje) regelrecht naar de ‘Registry’ om ze heel kalm en beheerst te vragen waarom er in hemelsnaam potverdorie een verkeerde datum op mijn kaart stond.
Eenmaal daar aangekomen, bleek er niks aan de hand te zijn. Het was een foutje, zei het meisje achter de balie en binnen 5 minuten had ze een nieuwe kaart voor me gemaakt (wel met dezelfde foto). Ik vertrok enorm opgelucht, dat ik niet opeens 2,5 maand eerder hoefde te vertrekken.
Na deze emotionele achtbaan ging ik met de meiden naar de bieb om daar even een beetje te studeren (maar vooral te chillen) en in de avond gingen we naar Wetherspoon, onze vaste pub in de stad. Ze hebben hier super lekker eten en drinken en hele fijne prijzen voor studenten. Na weer eens veel te veel te hebben gegeten, begonnen we het plannen voor een weekendje naar Edinburgh in maart. Edinburgh is een van mijn favoriete plekken waar ik tot nu ben geweest, dus ik heb hier echt super veel zin in! Na een gezellige avond met een heleboel eten, gingen we allemaal weer naar ons eigen huisje. Mijn voornemen was om op tijd te gaan slapen. Toch stond ik om 23:00 weer in de supermarkt, want ik had honger en heel veel zin in guacamole. Oeps…
Dinsdag 23 januari
Op dinsdag ben ik ook vrij, dus ik had weer een erg chill dagje. Ik sliep lekker uit, las alvast de artikelen die ik moest lezen voor mijn colleges van woensdag en donderdag (Levi en Marlies, zijn jullie trots?), ruimde mijn kamer op en ik ging een stukje wandelen.
Om 17:30 hadden de meiden en ik afgesproken op de campus, want we zouden een yogales volgen. Ik had hier heel veel zin in, want ik was na mijn chille dag wel toe aan nog een uurtje ontspanning (ahum). Dit uurtje ontspanning werd me echter nog even onthouden, want de les zat al vol. Als we om 19:00 terug zouden komen zouden we wel een plekje krijgen, zei de lerares. Dus wij een uurtje wachten. Vonden we niet erg, we zochten een plekje om te zitten en vulden het uurtje met kletsen (zoals wij dat heel goed kunnen). Toen was het 19:00 en waren we aan de beurt.
Dit moet je weten over die yogalessen. Het woordje ontspanning kan weggelaten worden. Dit. Was. Intens. Wel erg leuk ook. Ik had verwacht dat ik van de stijve harken de stijfste zou zijn, maar ik verraste mezelf toen ik daadwerkelijk kon volgen wat de lerares deed. Van “de hond” tot de “blije baby”. Dat ik een paar keer tegen mensen aan ben gevallen, omdat ik mijn evenwicht verloor toen we op één been moesten staan, laten we er even buiten. Aan het einde van de les mochten we ongeveer 5 minuten op onze rug liggen, naar muziek luisteren en ons concentreren op onze ademhaling. Ik gebruikte deze 5 minuten om als een soort walrus neer te storten en uit te rusten. Ik voelde me al en al toch erg ontspannen toen we klaar waren.
Na afloop gingen we, zoals altijd, eten. Dit keer in Origins, dat is een van de barretjes op de campus. Ik had een enorm bord met nacho’s en een portie garlic butter fries besteld (ik weet het, het is echt schandalig). Nadat ik klaar was met deze caloriebommen, besloten een paar van ons om terug te gaan naar Parkwood. Er was een rockmuziekavond in Origins, maar we dachten dit keer verstandig te zijn en op tijd naar huis te gaan.
Vraag me niet hoe het van dat moment naar het volgende moment heeft geleid, maar twee uur later stond ik Hollandse pannenkoeken te bakken voor Céline, Aino en Renata in Céline’s keuken. Ik vind dat dit een mooie representatie is van hoe het leven hier is. Maar goed, ik besloot deze drie te imponeren met mijn pannenkoekenbak-skills. Na een heleboel pannenkoeken salto’s te laten doen in de pan, een heleboel Nutella op de pannenkoeken te hebben gesmeerd, en ze op te hebben gegeten (onder vele complimentjes, ik kan het niet laten om dat even te vermelden. IK WAS TROTS OKE?), was het tijd om naar huis te gaan.
 Woensdag 24 januari
Op woensdag moest ik, zoals elke woensdag hier, om 07:30 opstaan. Amsterdam, Almere of Canterbury, dit blijft een moeilijke opgave voor mij, ongeacht de plek. Ik strompelde met een lichtelijk ochtendhumeur naar mijn college. Ik moet er nog steeds heel erg aan wennen dat alles op de campus binnen 15 minuten loopafstand zit, maar ik moet zeggen dat dit me veel beter bevalt dan het halfuur fietsen/OV in Amsterdam. Maar goed, mijn college begon om 09:00, duurde tot 10:00 en daarna was het tijd voor de screening. Om 12:00 was ik klaar. Ik ging terug naar huis, at een beetje lunch en ging als een typische student, terug naar bed.
Na een heerlijk en welverdiend (ahum) dutje te hebben gedaan, gingen Céline, Renata en ik ons wagen aan een volgend groot avontuur: de was doen in de Parkwood wasserette. Na een heleboel gehannes met die machines (je moet een app downloaden, daar geld opzetten en vervolgens de machine scannen om hem te “claimen” voor jouw was), roteerden onze sokken netjes in de wasmachines en gingen we naar Céline’s huis om daar te wachten tot onze was klaar was en pizza te eten (Carlotte, ik zie je je hoofd afkeurend schudden).
Nadat we onze schone was hadden opgehaald, ging ik naar huis om mijn bed op te maken met schone lakens. Hier had ik ongeveer 10 minuten voor, want we hadden alweer afgesproken met de meiden. Er was die avond namelijk een kroegentocht over de campus, met als thema “beestachtig”. Degenen die zich niet aan het thema zouden houden, zouden een “straf” krijgen. We wilden er allemaal liever niet achter komen  wat voor een vulgaire ideeën zich achter het woord “straf” zouden bevinden, dus hadden we ons allemaal geschminkt als kat/muis/ elk ander dier met snorharen.
Toen we eenmaal bij de eerste bar aankwamen, kwamen we voor een verassing te staan. De internationale studenten waren de enige mensen die verkleed waren en er was sowieso weinig van enige organisatie te merken. Boeide ons niet, wij hadden alsnog een hele leuke avond. We begonnen in de K-bar (andere bar op de campus) met enorme cocktails en biertjes. Vervolgens wilden we naar de nachtclub op de campus gaan, maar de rij was daar zo lang, dat we besloten om naar onze eigen geïmproviseerde nachtclub te gaan: Sophie’s keuken. Hier bleven we de rest van de avond en er was veel gezelligheid, veel muziek, veel gezang, veel gelach en iets met een paardenmasker…
 Donderdag 25 januari
Op donderdag had ik van 12:00 tot 13:00 werkgroep. In deze werkgroep kwam ik er trouwens achter dat ik naast een Nederlandse lerares (voor mijn andere werkgroep), voor deze werkgroep een Vlaamse leraar heb. Deze universiteit is zo internationaal ingericht, echt heel erg leuk. Ik zou in principe gewoon in het Nederlands een vraag kunnen stellen in mijn beide werkgroepen, maar dat doe ik natuurlijk niet.
Maar goed, toen ik om 13:00 klaar was ging ik naar huis om even te lunchen en mijn andere was te doen. Na een halfuur met mama aan de telefoon te hebben gehangen over of ik mijn witte truien echt niet even bij mijn spijkerbroeken kon doen (een wasbeurt kost bijna 4 pond, dus liever alles in een keer) en om even bij te kletsen, ging ik naar de wasserette, speelde het hele riedeltje met de machines zich opnieuw af, ging ik tussendoor even naar de supermarkt, haalde mijn was weer op, ruimde mijn kamer op (alweer) en rond 15:45 ging ik weer terug naar de centrale campus voor mijn volgende werkgroep van 16:00.
Om 18:00 was deze klaar en toen moest ik naar huis snellen om te eten, want ik had een kennismakingevenement van de Fotografie Vereniging om 19:00 en we hadden om 21:30 weer afgesproken met een hele groep in Sophie’s keuken (waar anders) om daar een preparty te houden en daarna uit te gaan in de nachtclub op campus. Ik vloog dus heen en weer van hot naar her, maar uiteindelijk zaten we daar weer, in Sophie’s keuken, aan de goedkope, slechte wijn, met de leukste groep mensen. Rond 23:30 vertrokken we naar de Venue (de nachtclub dus) en omdat we dit keer het lot te slim af waren geweest en kaartjes hadden gekocht van tevoren, hoefden we niet in de rij te staan.
De rest van de avond is een beetje wazig, maar al met al was het er weer een voor in de boeken, met veel gelach, muziek, foto’s, valpartijen en tequila (voor die laatste twee geldt ook wel: gevolg en oorzaak).
   Vrijdag 26 januari
Tja… Deze dag. Over het eerste gedeelte van de dag heb ik niet zoveel te zeggen. Ik deed alles op de automatische piloot want ik was zo ontzettend moe. Pas na mijn dutje van 3 uur (13:00-16:00) voelde ik me weer een beetje goed. Ik had wel twee leuke verassingen want er was post voor me aangekomen. Dankjewel mama en Femke!
Maar goed, rond 16:00 voelde ik me gelukkig alweer wat beter, dus besloten Renata, Céline en ik om naar de bieb te gaan om daar een beetje te studeren. Sophie en Federica waren daar al, dus we ontmoetten hen daar. We namen plaats op de sofa’s (ja, ze hebben sofa’s in de bieb en ja ze zijn heel erg comfortabel), moesten lachen om een jongen die luidkeels boeren aan het laten was en ik besloot om een film te kijken die op de kijklijst voor een van mijn vakken stond. Een halfuur later lag ik te pitten, want ja, die sofa was gewoon heel erg comfortabel. Dit zie je trouwens best veel, studenten die naar de bieb komen om daar vervolgens een dutje te doen. Niks raars.
Na een paar goed bestede uurtjes in de bieb (ehm…) gingen we naar Origins om daar even wat te eten, gingen we even langs Sophie’s kamer om daar te kletsen, en gingen we uiteindelijk terug naar Parkwood. Het idee was om daar een film te kijken en dan vervolgens op tijd naar huis te gaan. Uiteindelijk hebben we (Céline, Renata, Michele (mijn Italiaanse huisgenoot) en ik) tot 04:00 zitten chillen in Renata’s kamer en liepen Michele en ik in de vroege ochtendgloren pas naar huis. Het was het waard.
 Zaterdag 27 januari
Deze dag zouden we naar Whitstable gaan, een kustplaatsje dichtbij Canterbury. We hadden allemaal heel veel zin om de zee te zien. Eenmaal daar aangekomen, was het weer niet top en de zee was bruin. Een penetrante geur van oesters infiltreerde mijn neusgaten. Maar wij laten ons niet tegen zitten door een beetje regen of onsmakelijke geurtjes, dus we gingen lekker het stadje in, wat heel schattig was.
Hier hebben we ook geluncht en ik was erg blij met de enorme pizza die ik had besteld (ja ik weet het. Ik eet elke dag een mandarijn en druiven, dus). Hij paste niet op een normaal bord en daarom kreeg ik een plank. Hij was rijkelijk belegd met mozzarella, pesto, tomaat en rucola. Het was het soort pizza waar je een liefdesgedicht voor wil schrijven, weet je wel? Als je niet weet wat ik bedoel, eet die pizza en laat je betoveren.
Toen ik mijn plank leeg had gegeten (lol), gingen we naar een soort bowlingcenter. Deze hadden we gespot op onze ontdekkingstocht door Whitstable en dit leek ons een leuk einde van de middag. Helaas waren alle banen bezet, maar er waren een paar arcade games, zoals Dance Revolution (met zo’n plaat waar je op moet staan) en Air Hockey. Bij beiden werd ik zoals gewoonlijk iets te competitief en ik denk dat Céline en ik onze toeschouwers misschien een beetje bang hebben gemaakt met onze agressieve potjes Air Hockey (sorry meiden!).
Na ons even als kleine kinderen te hebben gedragen, gingen we terug naar Canterbury. Een paar van ons hadden zin om die avond nog een film te kijken, de anderen gingen (heel verstandig) uitrusten. Uiteindelijk hadden we mijn kamer weer omgetoverd tot biosscoop en zaten Melissa, Céline, Lola, Michele en ik ‘White Chicks’ te kijken. Die film doet het altijd goed en we hebben dan ook super veel gelachen. Na de film kletsten we nog even wat, hadden we Lola, die niet in Parkwood woont, naar huis gebracht, en was deze dag ook al weer tot een eind gekomen.
 Zondag 28 januari
Dat was dus vandaag/gisteren. We zouden vandaag naar Dover gaan, om dit keer de kliffen te zien. De vorige keer hadden we alleen het kasteel bezocht. Het weer was vandaag een stuk beter en we zaten allemaal goed gehumeurd in de bus. We zaten boven voorin in de bus en luisterden naar goede muziek, terwijl we het landschap van Kent voorbij zagen glijden.
Dit was echt een heel mooi moment. In de bus zitten met je vrienden, naar mooie muziek luisteren en de zon die schijnt. Kon niet beter.
Eenmaal aangekomen in Dover, hadden we even wat moeite met de weg vinden naar de kliffen. Met een hele grote omweg langs het strand (wat niemand erg vond, want het was een strand) begonnen we aan een enorme, modderige en gladde klim langs de afgrond van de kliffen (niet nodig om te zeggen dat de hele klim lang mijn hart in mijn keel klopte), maar wel met een enorm mooi uitzicht over de zee. Toen we een mooi uitkijkpunt hadden gevonden (recht over de zee en aan beide kanten waren de kliffen te zien), hebben we hier wat cliché foto’s gemaakt en namen we het prachtige uitzicht in ons op. Ik had op dit moment weer eens een realisatiemoment, dat de keuze om hier op uitwisseling te gaan echt de beste keuze allertijden is geweest. Anders had ik deze geweldige mensen nooit ontmoet, anders had ik daar toen niet gestaan, op de kliffen van Dover. Heel cheesy, ik weet het, maar daarom niet minder bijzonder.  
Toen begonnen we aan de afdaling. Deze was net zo modderig en glad als de klim, maar we hebben het allemaal overleefd. Onze schoenen iets minder.
Iedereen was behoorlijk moe, dus na de busrit (waar we ons als een stel idioten hebben gedragen. Zoals altijd eigenlijk), gingen we naar Origins om te eten, speelden we daar een potje biljart/pool, en gingen we daarna allemaal naar huis voor een welverdiende nachtrust. Toen ik thuis kwam, zaten Aino en Michele nog in de keuken te eten, dus ik besloot om er nog even bij te gaan zitten. Uiteindelijk hebben we nog iets van 2 uur zitten kletsen met elkaar, totdat we allemaal echt te moe waren en we naar bed gingen.
 En nu zit ik hier, dit te typen. Vergeef me alsjeblieft voor enige taalfouten die ik misschien heb gemaakt, het is al heel laat! Dit was een heeeeeele lange blogpost en ik weet niet of ik dit voor elke week ga doen, maar het is in ieder geval voor mezelf leuk om dit zo gedetailleerd op te schrijven. Zo vergeet ik niks! Ik hoop dat jullie je aandacht er tot het einde bij hebben kunnen houden en ik vind het super leuk en lief als jullie dit boekstuk helemaal hebben uitgelezen.
0 notes
Text
Oh Miels, jezus. Wat is er in hemelsnaam allemaal gebeurd vandaag? Vannacht lagen we nog in elkaars armen, lachte ik je uit omdat je een tweeling wilde en schudde ik m’n hoofd terwijl ik zei ‘maar dat past toch helemaal niet in ons tiny house?’ waarop je zei ‘nee, niet als jij ons huis wil vullen met gele stoelen en al die andere meuk die je al hebt uitgezocht’. We hadden het verdomme over onze toekomst, Miels. Onze toekomst. Vijf minuten later lag je te huilen en vertelde je me dat het niks kon worden, dat je me nooit zou kunnen geven wat ik wil.
Oh Miels, wat hebben we gedaan? Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Ik hou zoveel van je. Ik zei het nog tegen je, vannacht, heel voorzichtig, maar niet minder gemeend. En je zei het terug. Ik hou ook van jou. Ik vind je lief. En die woorden, samen met wat we de afgelopen week hebben meegemaakt... godverdomme, ik was er bijna van overtuigd dat we dit konden laten werken.
Je begreep me. Toen ik brak door de ruzie met Joy, was jij daar. Een beetje onbeholpen in de deuropening, je handen achter je rug. Er verscheen een glimlach op je gezicht en ineens toverde je chocola tevoorschijn. Die onschuld. Die gedachte dat de chocola me beter zou maken, het niet beseffen dat jouw aanwezigheid al voldoende was. Gisteren vroeg je me hoe een depressie werkte. Je wilde weten hoe ik me voelde. Wat je voor me kon doen. Daarna je wijze woorden, en je ongeremde overtuiging dat ik mezelf altijd op 1 moet zetten. Ik kan mezelf niet op 1 zetten, dus nu heb jij dat voor me gedaan.
We hadden het nog over de perfecte man, gisteren. Ik beschreef hem, jij kon je er totaal niet in vinden. Maar de perfecte man bestaat niet, lieverd. Ik wil ook helemaal niet de perfecte man. Ik wil jou. Oh god, ik wil jou niet kwijt. Weet je hoeveel leuke dingen er aan jou zijn? Je bent mijn beste vriend.
Vanmiddag heb jij de keuze gemaakt, Miels. Je wil duidelijkheid. Je wil mijn grenzen bewaken, me niet langer teleurstellen, me wegduwen omdat je denkt dat je niet aan mijn verwachtingen kan voldoen. Je zegt dat het niet aan mij ligt, dat ik m’n godvergeten best voor je heb gedaan, dat ik goed ben zoals ik ben. Maar al ligt het niet aan mij - blijkbaar is wat ik wel doe ook niet genoeg om je op andere gedachten te brengen. Ik ben niet belangrijk genoeg. Je kiest niet voor mij. En tegelijkertijd kies je zo hard voor mij, je kiest wat jij denkt dat het beste voor mij is. Maar vind ik dat ook?
Waar ben je toch zo bang voor, mijn lieve, sterke vriend? Zijn het die doemgedachtes in dat veel te chaotische hoofd van je? Is het de angst voor mislukking en teleurstelling? Ben je bang dat mij kwijtraken meer pijn doet wanneer we onze situatie een relatie noemen, dan wanneer we niet aan elkaar verbonden zijn? Denk je dat ik dezelfde fouten zal maken als die waar je al veel te vaak mee geconfronteerd bent?
Ik zal waken voor naderend onheil. Ik zal je hand vastpakken en naast je staan, en samen zullen we sterker zijn dan ooit. Omdat we het proberen. Omdat we de uitdaging aangaan. Omdat we niet bang zijn, maar zelfverzekerd en verenigd. Je raakt me niet kwijt - en mocht dat wel gebeuren, zal ik nog steeds niet van je weglopen, mits je me niet in de afgrond duwt. Ik ben niet zoals zij. Ik zou je nooit pijn doen, omdat ik veel te veel om je geef. Omdat jouw pijn mijn pijn is. Het hoeft niet mis te gaan. Dit kan een succesverhaal worden. We kunnen overwinnen. We kunnen voelen. We kunnen liefhebben.
Ik wou dat je me toeliet, dat je toestond dat ik naast je sta en niet van je zijde wijk. Verdomme Emiel, ik hou van je, zie dat nou. Ik kan niet zonder je. Ik wil niet zonder je.
Ik kan dit niet. Ik ben hier niet sterk genoeg voor. De gedachte dat jij en ik nooit meer samen zullen zijn maakt me kapot, alles brandt, god, het doet zo’n pijn. Ik kan niet stoppen met huilen, alles is zo ontzettend zwaar. Laat me niet achter, alsjeblieft. Oh god, laat me niet alleen.
0 notes
opnaarnepal-blog · 7 years
Text
Meer drank op Langkawi & afscheid op Penang
Maandag 30 januari
Ik voel me alsof ik bij het minste geringste in huilen uit kan barsten.
Ik wil Jonathan, ik wil Lauren, ik wil Lena, Nino, Mara, Rubén… Ga zo maar door. Jullie gezichten voor me zien doet de tranen dwingend opwellen.
Sinds ik ben vertrokken heb ik heel vaak het gevoel gehad dat ik even een dag alleen wilde zijn, maar dat is er nooit van gekomen. Of laat ik het zo zeggen; Ik heb nooit actief genoeg mijn best gedaan om een dag alleen te zijn. Deels omdat ik het nare gevoel dat ik voelde niet wilde voelen en deels omdat ik Lauren en alle andere mensen die ik heb ontmoet zo lief vond dat ik niet een dag minder met ze wilde hebben. Ik heb me veel dagen echt kut gevoeld, maar nooit alleen.
Gisteren voelde ik me opeens weer heel erg mezelf, meer dan ik me sinds september heb gevoeld. Verbonden voelde ik me. Sorry, ik vertel zo onchronologisch. Alles loopt een beetje door elkaar in mijn hoofd.
Ik zal bij het begin beginnen en eerst nog een beetje over Langkawi vertellen. Het laatste uitgebreide wat ik heb verteld is dat ik bijna met een Noorweegse gast mee was gegaan, maar uiteindelijk toch met Jonathan was.
Diezelfde avond ontmoette Lauren, nadat Jesper heel lam naar huis was gegaan, Ryan. Hilarische gast maar zo fucking Londens dat ik de helft van wat hij zegt niet versta.
De volgende ochtend (oké, middag) zeiden de meisjes die het hostel runden dat er nog maar twee bedden voor de volgende dag waren… Dus of J&J namen ze, of Lauren en ik zouden ze nemen, of ze zouden voor ons vieren een hotel zoeken. Dat was een beetje ongemakkelijk.
Ik heb het uiteindelijk smooth gefikst, waardoor Lauren en ik de hostelbedden namen en de jongens de kamer aan de overkant van de straat namen (die waar Lauren en ik op de eerste avond in geslapen hadden).
Die avond kreeg ik een berichtje van Jonathan of we plannen hadden voor die avond. Ik zei van niet en hij vertelde dat hij en Jesper bier aan het drinken en muziek aan het luisteren waren op de kamer. Lauren en ik waren net wakker van een schoonheidsslaapje (lees: katerslaap) toen deze conversatie plaatsvond, dus we moesten nog avondeten. We haalden pizza en wraps met frietjes en we besloten de jongens te verrassen met een McFlurry.
Eenmaal aangekomen bij hun kamer bleken ze er echter niet meer te zijn. We moesten zo hard om onszelf lachen toen we voor hun deur zijn gaan zitten en daar pizza, friet en ijs hebben gegeten. Net twee jaloerse meisjes op stake out om te zien of hun vriendjes meisjes mee naar huis nemen, of twee meisjes die hun vriendjes missen en daardoor gaan emotie-eten voor hun deur. Als teken dat we er geweest waren lieten we twee frietjes achter in hun raamkozijn.
De volgende dag toen Jonathan vertelde dat ze een hele leuke avond hadden gehad, vroeg ik of ze onze geheime boodschap hadden gevonden en vertelde ik over de McFlurry’s die we maar zelf opgegeten hebben. Ze lachten.
Volgens mij ben ik die middag naar ze toe gegaan op het strand. Nja, that’s what we did everyday anyway. Jonathan en ik bijeen gepropt op één bedje en Jesper op de andere, muziek luisteren en af en toe een kleine zwempartij. Ik heel panisch over kwallen natuurlijk. En altijd dezelfde playlist. Haha. Vooral oude rockmuziek, maar af en toe een Zweeds of Deens nummer er tussendoor. Ik kan ze ondertussen allemaal dromen denk ik.
Jesper ging op een gegeven moment naar de kamer. Jonathan en ik hebben dus op kussens op het strand naar de zonsondergang gekeken, terwijl ik een ijsje at en hem bestookte met vragen. Die vragen gingen van ‘Wat is je lievelingskleur?’ tot ‘Wat is jouw definitie van geluk?’ en 'Denk je dat de mens van nature goed is?’
Jonathans antwoorden op elk van mijn vragen vindt standaard plaats volgens het volgende schema: 'I don’t know. *het antwoord*, maybe. I don’t know.’ Maar echt altijd.
Die avond zaten J&J en ik buiten voor hun kamer naar muziek te luisteren en te drinken. We hebben echt hele diepe gesprekken gehad die avond. Dat hebben we altijd wel, maar die avond in het bijzonder. Onderwerpen zoals hoe vaak we ons werkelijk gelukkig voelen, onzekerheid en welke nummers we op onze begrafenis zouden willen hebben. Ik wil My Silver Lining van First Aid Kit. Jonathan vertelde ook dat hij had gelogen over de avond ervoor, dat hij het helemaal niet leuk had gehad, omdat hij mij de hele avond miste.
We werden dronken en gingen uit. Jesper wilde naar huis, hij liep opeens de club uit. Ik wilde dansen, maar Jesper had de sleutel niet dus we moesten achter hem aan. Hij was al weg met een taxi. We gaan dansen in Penang, beloofde Jonathan. Huh? Lauren en ik wilden naar Penang voor Chinees Nieuwjaar, maar nu zei Jonathan dat hij meeging! Whiee!
De volgende dag hebben we weer een rustig stranddagje gehad. Die avond zaten we weer buiten voor hun kamer muziek te luisteren en waren zij bier aan het drinken. Ik ging om 10 uur al in Jonathans bed liggen, maar de jongens hadden harde muziek opstaan en kwamen telkens binnenlopen. Ik was ook beetje onrustig, dus kon sowieso niet echt slapen.
Jonathan kwam om een uur of twee bij me liggen en toen hebben we nog tot half 7 elkaar dingen verteld en foto’s laten zien van waar we wonen. Jonathan zei dat hij in de zomer naar Amsterdam wil komen, dus ik heb hem alvast lekker gemaakt met friet bij de Heiligeweg, appeltaart bij Winkel 43 en ijs bij Toscani.
Een uur later moesten we alweer op om de ferry naar Penang te nemen, maar daar zijn we doorheen geslapen. We werden wakker door Lauren die op onze deur stond te bonsen waar we in hemelsnaam bleven en dat de ferry al vertrokken was. Oeps. Alle verdere ferry’s en bussen voor die dag waren al vol…
Dat werd dus geen Chinees Nieuwjaar in Penang. Toen was er het plan om met een boot naar een onbewoond eiland te gaan en daar te overnachten, maar door kans op slecht weer ging dat ook niet door. Dus gingen we naar de bbq die Ryan organiseerde in zijn hostel.
Die middag ging ik eerst even winkelen, omdat ik bijna geen zomerkleding had en er mooi uit wilde zien voor Jonathan die avond. Te zien aan de grootte van zijn ogen toen ik uit de badkamer kwam is dat gelukt. :)
De vrouw die in het hostel werkte had een heel schattig dochtertje, dus daar heb ik eerst een half uurtje mee gespeeld totdat ons eten kwam. Lisa is een Russisch meisje dat met haar moeder op Langkawi woont en thuisonderwijs krijgt. Ik vond dat best wel bijzonder. Lisa is nog een paar keer naar me toegekomen die avond, terwijl ik aan het beerpongen was (haha), om me haar knuffels te laten zien. Dus moest het spel even onderbroken worden om weer een nieuwe knuffelkat te aaien. Aan het einde van de avond zei haar moeder tegen me: 'My daughter really fell in love with you!’
Ik heb overigens een nieuw talent ontdekt: flip the cup. Ik had het nog nooit gedaan, maar vaak lukte het in één keer.
Jonathan was de hele avond aan het poolen dus ik had hem niet echt gezien. Toen iedereen naar het strand ging voor de vuurshow, wilde Jonathan blijven om zijn spel af te maken. Ik wachtte op hem, wat ik al best lief van mezelf vond. Toen iemand vroeg of ik zijn vriendin was, zei hij: 'No she’s just a friend.’ Dat maakte me weer pissig, omdat ik dronken was, maar ik zei niets.
We gingen in de taxi richting het strand, maar we stopten bij 7/11 om te pinnen. Voor de deur lag een gewonde kat, dus ik kocht een beker noodles, een blik tonijn en een fles water, gooide de noodles eruit en het water erin en deed de tonijn op de grond. Het katje begon gulzig te eten en te drinken en ik zat ernaast op de grond en sprak bemoedigende woorden. Iedereen wilde naar het strand, maar ik was dronken en emotioneel door de arme kat dus ik zei dat ik wilde blijven. Jonathan probeerde me mee te krijgen en zei: 'I think he’s going to be okay now Sammie. I can see he feels a lot better already, will you come with me now please?’ Lol
Op het strand raakte ik aan de praat met Victor (omdat ik me even ergerde aan Jonathans passiviteit) en we raakten achter op de groep toen we verder liepen naar de bar waar we altijd heengingen, wat best een eind lopen is. Hij is echt ultra spiritueel bewust dus dat was wel interessant, maar toen ik opeens besefte hoe lang we de rest al kwijt waren voelde dat opeens heel kut. Ik wilde bij Jonathan zijn. Victor ging naar huis en ik liep snel door naar de bar.
Jonathan vond het niet zo leuk dat ik zo lang weg was geweest met een andere jongen. Hij zei dat hij zich gewoon afvroeg waar ik was, maar ik zag aan zijn blik dat hij het niet zo chill vond. In plaats van dat hij dat gewoon zei, zei hij: 'I’m not jealous. It’s fine if you want to be with another guy, then I’ll just find another girl.’
Dat zijn geen dingen die handig zijn om tegen mij te zeggen als ik dronken ben. Wat ging hij nou opeens HTG (dat betekent hard to get mam, voor als je dit ook leest) doen, terwijl hij me achterna ging reizen, naar Amsterdam wilde komen en telkens zei dat hij me leuk vindt? Ik haat het als gasten zo doen. Dus Jonathan en ik hadden weer een dronken woordenwisseling.
Toen begon Jonathan te praten over dat hij hoopte dat ik een jongen zou vinden die me echt begrijpt en die heel goed voor me is, omdat hij vindt dat ik zo lief ben. Achteraf is dat heel zoet en ik zou geen relatie met hem willen ondanks dat ik dol op hem ben, maar op dat moment wilde ik gewoon dat hij zei dat hij met mij wilde zijn. Ondanks de afstand. Ondanks alles. Maar dat is dronken, emotionele, dramatische Sammievis.
Toen onderbraken een paar gasten ons onderonsje voor de club, omdat ze Jonathan herkenden uit hun piepkleine dorpje in Zweden!! Eenmaal in de club had ik een momentje met een super mooi meisje. Maar ze wilde niet met me zoenen, omdat ze op Langkawi woont, iedereen dan weet dat ze lesbisch is en homoseksualiteit is volgens mij strafbaar in Maleisië.
Goed, omdat ik zo dronken was heb ik dus eigenlijk een beetje mijn avond verpest. Ruziemaken met Jonathan, met een random meisje bezig zijn… Ik weet niet. Ik vind het maar tijdverspilling, als ik heel eerlijk ben. Drinken is toch leuk, zeggen mensen. Ik heb volgens mij helemaal geen lol als ik zo dronken ben, of erg bewust ben ik er in ieder geval niet van door de nevel van de alcohol.
Ik wil vaak gewoon zo graag normaal zijn (een van de redenen dat ik meedoe met drinken), ik voel me zo anders en daar worstel ik mee. Terwijl ik echt wel mensen ken zoals ik. Misschien heeft dat gevoel onbegrepen te zijn met mijn ouders te maken, die zijn allebei op hun eigen manier heel anders dan ik. Zou dat het zijn?
Anyway, de volgende dag voelde ik me erg verdrietig en raar. We zouden de ferry naar Kuala Perlis nemen en vanaf daar naar Penang gaan. Er was nog even stress, omdat we onze was pas konden ophalen op het moment dat onze taxi zou moeten vertrekken.
Lauren besloot op het laatste moment om op Langkawi te blijven en dus niet mee te gaan naar Penang. Ik vroeg uit het raam van de taxi nog hoe het hostel heette dat ze voor ons geboekt had, maar dat hoorde ze niet.
Tijdens de ferryreis heb ik op Jonathans schouder geslapen, ik was zo intens moe. Tijdens de busreis heb ik vooral nagedacht. Ik ben echt dol op de busreizen hier. Een paar uur waarin je niets kan dus niets hoeft, je hoeft zelfs niet te genieten, want je bent onderweg naar waar je eigenlijk echt heen wil, dus er ligt geen druk op. Fijn alle indrukken verwerken en je gedachten een beetje de vrije loop laten.
Die avond gingen we, nadat we ons hostel hadden gevonden, naar een rustig café aan het begin van de drukke uitgaansstraat. De jongens dronken bier en keken voetbal, ik dronk water en keek naar hen. Jonathan vindt dat ik te veel naar hem kijk en dat is misschien ook wel zo. Hij is gewoon zo prachtig en ik ga hem misschien nooit meer zien, dus ik wilde zijn gezicht goed in mijn geheugen krijgen.
De volgende dag hebben we een wandeling gemaakt en hebben we de street art bekeken waar Georgetown onder andere bekend om is. Dat was leuk. Ik zag een rat en vertelde dat aan J&J, waarop Jesper bijna een paniekaanval kreeg. Ik wist dat hij niet van ratten hield, dus ik vertelde het om hem te pesten, maar ik wist niet dat het zo erg was, dus ik voelde me nogal schuldig erna.
Jonathan boekte zijn vlucht naar Bangkok voor de volgende dag en daarna gingen we ergens wat drinken. Ik werd opeens ongesteld, wat mijn vermoeidheid, emotionele bui en pijn in mijn lichaam verklaarde.
Die avond, dus gisteravond, voelde ik me gek genoeg opeens heel verbonden. Ik had besloten om te stoppen met alcohol drinken, dus ik zat aan de thee en het water, terwijl ik J&J steeds dronkener zag worden. Ik schreef op de muur van het café: 'Travelling isn’t about the places you go, but about the people you connect with along the way. Love you J&J’. Dat vonden ze vertederend.
Er stond een man die zelfgemaakte sieraden verkocht. Tegen beter weten ging ik toch even kijken en ja hoor, toen werd ik vreselijk verliefd op een armband… De jongens waren zovan Nee Sam foei af koest, je hebt geen geld womannnn control yourself!!! Toch gekocht. Absolutely stunning. Wat wel geinig is is dat het een maansteen is, wat PMS zou verlichten. Toen we 'thuiskwamen’, beseften Jonathan en ik opeens dat het onze laatste nacht samen was. 'I’m really gonna miss this’, zei ik toen we lagen te knuffelen in bed. 'Me too’, zei hij. Vervolgens trok hij een heel ernstig gezicht en wilde hij dat ik hem beloofde dat ik nooit meer met een jongen samen zou zijn die niet heel lief voor me was. 'You are worth that. You really are. You know that right?’ Gek om hem zo serieus en emotioneel te zien.
Hij vroeg ook of ik wel wilde dat hij naar Amsterdam kwam. 'Of course’, zei ik. 'Maybe you’ll have a boyfriend then.’ 'Maybe’, gaf ik toe, 'But we planned this first so…’ Hij lachte. Een zoete stilte. 'What are you going to tell your friends about me?’ vroeg hij daarna. Dat soort dingen vraagt hij alleen als hij dronken is.
'Will you miss me?’ vroeg hij. 'Well, I am certainly going to think about you. And send you love and light every time I do.’ 'Really?’ 'Yes.’ Stilte. 'What about you?’ vroeg ik terwijl ik z'n wang aaide. 'Yeah, I am going to miss my little hoe’, zei hij plagerig. We glimlachten droevig naar elkaar. 'The last night I can hold you’, zei hij alsof hij het moeilijk te geloven vond en hij trok me dichter tegen zich aan.
Vanmorgen gaf hij toe dat hij me altijd expres pissig maakte tijdens onze dronken avonden op Langkawi, omdat hij het leuk vindt als ik boos ben. ????? En ik maar denken dat ik de psycho girlfriend aan het uithangen was die telkens boos werd op de arme verlegen jongen die niet weet hoe hij met meisjes moet praten! Terwijl ik blijkbaar terecht boos werd omdat hij de lul aan het uithangen was! Hij stikte bijna van het lachen om mijn verontwaardiging. Sneaky bastard. Ook ergens wel weer cute, omdat hij het zo leuk vindt omdat ik als ik boos of jaloers word omdat ik dan laat zien dat ik met hem wilde zijn.
We gingen met z'n drieën ontbijten vanmorgen. Er heerste een bedrukte stemming door het naderende afscheid. Jesper ging naar de AirAsia winkel om zijn bus naar Kuala Lumpur voor zijn vlucht naar de Filipijnen van die middag te boeken, hij zou zijn broer een paar weken later immers weer zien, ik ging mee naar het hostel om hem uit te zwaaien. Terwijl ik beneden op hem aan het wachten was voelde ik tranen opwellen. Ik zette mijn zonnebril op en liet ze maar gewoon langs mijn gezicht glijden.
We liepen hand in hand naar de hoofdweg om een taxi te vinden. Jonathan was de enige die soms wat zei. 'Turn left here?’ Ik knikte zonder hem aan te kijken. 'I hope there’s not a lot of traffic today’, zei hij duidelijk gespeeld vrolijk. De stilte, waar hij normaal zo van hield, maakte hem nu ongemakkelijk. Mijn stilte specifiek, waarschijnlijk. 'I don’t like saying goodbye to people’, mompelde hij. 'Me neither’, zei ik zacht.
Jonathan vond een taxi, onderhandelde over de prijs en deed zijn backpack achterin. Dit is het moment. Hij kuste me een aantal keer stevig en omhelsde me. Hij zei lieve dingen tegen mij, ik mompelde wat lieve dingen terug, maar ik was te afgeleid door de pijn in mijn borst en proberen te stoppen met huilen om mijn aandacht bij onze woorden te houden.
Hij probeerde de deur dicht te doen, maar dat deed paniek bij me omhoogschieten dus ik hield ’m tegen om hem nog een laatste kus te geven. We zwaaiden naar elkaar terwijl de taxi wegreed.
Er liepen tranen over mijn wangen voor een minuut of twintig. Toen was het verdriet eventjes op. Het was goed zo. Het was mooi en fijn en puur en eerlijk en liefdevol en helend geweest en nu was het tijd om los te laten.
Nu dat ik alles heb opgeschreven, voel ik me alweer een stuk beter. Een dagje alleen is eigenlijk precies wat ik nodig had. I’m going to be fine. ♡
0 notes
Text
Hallo, lieve mensen die dit lezen.
Zoals jullie waarschijnlijk wel weten, studeer ik de komende 5 maanden in Canterbury, aan The University of Kent en het leek me leuk om een blog bij te houden over mijn belevenissen hier (wat een origineel idee (ahum)), zodat de mensen thuis iets gedetailleerder meekrijgen hoe het hier gaat dan alleen “goed” en zodat ik zelf niks vergeet als ik dit over 20 jaar weer eens lees.
Ik volg hier twee filmvakken en ik heb (gelukkig) maar drie dagen in de week les. Ik ben hier nu bijna twee weken, maar het voelt echt alsof ik hier al maanden ben en de mensen hier ook al enorm lang ken. De campus is enorm en compleet uitgerust met een bibliotheek (24 uur per dag geopend), 3 barretjes, een nachtclub, boekenwinkel, biosscoop etc. Ik wilde al eerder beginnen met bloggen, maar het is hier allemaal zo overweldigend dat ik er nu pas aan toe ben gekomen. Ik ga proberen om een beknopte (mij kennende lukt dat niet) beschrijving te geven van mijn eerste weken hier.
Op maandag, 8 januari was het dan eindelijk zo ver. Mijn vertrek naar Canterbury. Om te zeggen dat ik zenuwachtig was, was een understatement. Mijn ouders zouden me (letterlijk) tot aan de deur van mijn nieuwe huis brengen, dus dat dramatische afscheid was nog even vooruitgeschoven, maar verder zaten alle lieve mensen (en Luca) tegen wie ik die afgelopen dagen allemaal doei had gezegd in mijn hoofd. Mijn loodzware koffers waren in de auto gehesen en daar gingen we dan. Op weg naar Calais, om daar de boot naar Dover te nemen.
Ik was vastberaden om de hele reis alles heel goed in me op te nemen, omdat ik steeds dacht: “Dit gevoel ga ik nooit meer hebben, deze zenuwen gaan nooit meer zo voelen als nu!!”. Na een halfuur in de auto was ik in slaap gevallen (typisch). Ik werd rondom Antwerpen wakker, om dan vanaf dat moment alles goed in me op te nemen. We stopten even bij een tankstation/wegrestaurant om even iets te eten en daar gingen we weer. Ik was vastberaden om dan nu wel wakker te blijven. Een kwartier later sliep ik weer. Tja…
Ongeveer 50 kilometer van Calais maakte papa me wakker, zodat ik dan in ieder geval wakker was om de haven te zien. Ik had ondertussen genoeg bijgeslapen (hoe kan het ook anders, als je het grootste gedeelte van de autoreis voor pampus lag). Eenmaal bij de haven aangekomen, kwamen we voor twee teleurstellingen te staan. De boot was een uur vertraagd en er is dus echt geen ene reet te doen in de haven van Calais. Na een hele tijd te hebben gewacht, mochten we eindelijk aan boord van het schip.
De zenuwen waren weer in volle glorie aanwezig. Ik ga niet liegen, ik heb, voordat we aan boord gingen echt overwogen om aan mijn ouders te vragen of we terug naar huis konden. Existentiële vragen begonnen me te plagen. Waarom ben ik hier aan begonnen? Wat doe ik hier in hemelsnaam? Wat is de zin van het leven? Etc.
Na ongeveer 1,5 uur kwamen we dan aan in Engeland. Op het moment dat we met de auto van de boot af gingen, kreeg ik, naast de zenuwen, een heel raar gevoel in mijn buik. Het was een soort realisatie dat ik hier, op deze grond, 5 maanden ga wonen en dat ik hier niet ben om op vakantie te gaan. Ik werd al snel uit deze gedachtes gehaald, want mijn aandacht ging vanaf het moment dat we de weg op gingen naar iets anders. Het links rijden.
Ik vond (en vind) dit echt doodeng. Vooral de rotondes (die ze hier super veel hebben) waren echt een nachtmerrie, maar papa heeft ons er als een held doorheen gesleept. Van Dover naar Canterbury is maar een halfuurtje rijden en het is een hele mooie rit. Overdag. Wij zagen echter geen ene moer, want het was al pikkedonker. Het wordt hier sowieso erg vroeg donker (16:30!).
Veel angstzweet later kwamen we aan bij het hotel en we waren alle drie zo moe, dat we gingen eten en daarna gelijk naar bed zijn gegaan. Ik had heel graag een goede nachtrust gehad, maar helaas. Ik heb door de zenuwen geen oog dicht gedaan.
De volgende ochtend zetten we koers naar de universiteit. Ik hield het bijna niet meer van de zenuwen, ik had geen idee wat ik moest verwachten. Het hotel was heel dichtbij de campus, dus we waren er zo. We parkeerden in Parkwood (dat is hier een soort studentendorpje, net iets buiten de centrale campus, waar ik dus woon) en gingen daar naar de administratie om de sleutel op te halen van mijn huis. Binnen een paar minuten stond ik weer buiten, met mijn sleutel. Ondertussen keken we onze ogen uit in Parkwood, want het is hier echt heel leuk en mooi.
Na het huis even te hebben geïnspecteerd, was het tijd om mijn bagage uit de auto te halen en alvast de belangrijke dingen uit te pakken. Mijn kamer zit op de begane grond, dus er was gelukkig geen ongein met loodzware koffers en trappen. Nadat de meest belangrijke dingen gedaan waren (wifi instellen op computer en telefoon), gingen we even naar de administratie om een adapter te kopen en gingen we even naar het kleine supermarktje hier in Parkwood. Mijn ouders kennen me erg goed. Binnen no time hadden ze ice tea, koekjes en een diepvriespizza voor me gepakt. Tja…
Nadat we boodschappen hadden gedaan, was het ongeveer 11:30, en ze zouden rond 12:00 weer vertrekken. Ik, die nog geen afscheid wilde nemen, zei dat we misschien even een rondje konden lopen over de campus. We kwamen niet ver, want het blijkt dat een “rondje om de campus” hier al meer dan een halfuur duurt, en dat is als je de weg kent. We gingen rond 12:00 weer terug en toen was het tijd voor het afscheid. Hier had ik enorm tegen op gezien, want ik heb een hekel aan afscheid nemen. Het was dan ook geen mooi gezicht en ik was stiekem blij dat mijn andere huisgenoten of buren er nog niet waren, zodat ze me niet konden zien snotteren. Na mijn lieve ouders een enorme dikke knuffel te hebben gegeven (oke, meerdere enorm dikke knuffels), stapten ze in de auto en reden ze weg. En toen was ik alleen.
Dat viel me erg zwaar. Ik kon me echt even niet meer herinneren waarom ik dit in hemelsnaam ook alweer wilde. Om mezelf iets te doen te geven in plaats van uitpakken, besloot ik een rondje te gaan lopen. Ik vond de boekenwinkel, kocht een boek voor 5 pond, bestelde een enorme kop thee in het café ernaast, en ging lezen.
 Ik heb er uiteindelijk een paar uur gezeten, tot het een uur of 16:00 was en ik het wel weer aan kon om naar huis te gaan. Ik was vooral heel benieuwd of er al huisgenoten aangekomen waren. Toen ik aan kwam werd ik helaas teleurgesteld, nog steeds niemand. Maar, ik voelde me al stukken beter, dus ik ging verder met uitpakken, terwijl ik Modern Family aan had staan (altijd goed). Toen, rond een uur of 17:00, was daar dan EINDELIJK een van mijn huisgenoten. Een meisje uit Finland die met een paar enorme koffers binnenkwam. Ik was zo blij dat er eindelijk iemand was dat ik praktisch op haar sprong. We praatten even een beetje en toen gingen we allebei verder met uitpakken.
Ik ben uiteindelijk met haar, en 7 andere meisjes (allemaal uitwisseling), naar de stad gegaan om daar te eten. Het was ontzettend gezellig en mijn stemming was in vergelijking met die middag compleet omgekeerd.
De volgende ochtend hadden we een welkompraatje, een tour over de campus, onze officiële registratie, een bibliotheek introductie, nog een welkompraatje en een buffet in de avond. Deze dag was compleet volgepland, super overweldigend en heel erg leuk. Zoveel nieuwe, leuke mensen ontmoet, zoveel nieuwe indrukken. Ik vond het allemaal fantastisch. Grappig hoe je binnen 24 uur van een existentiële crisis naar euforie kan gaan.
In de eerste week waren de andere studenten er nog niet, dus wij, de uitwisselingsstudenten, hadden de campus voor onszelf (alleen er was nooit iets open). Het International Office had allemaal verschillende activiteiten voor ons ingepland, zoals een High Tea, een wandeltour door Canterbury en een bezoekje naar Dover Castle. In deze eerste week alleen al heb ik geweldige mensen leren kennen en enorm fijne vrienden gemaakt. Het is heel grappig, maar het cliché van de warme, sociale sfeer bij uitwisselingsstudenten, klopt helemaal. Ik heb het gevoel alsof ik iedereen al maanden lang ken. Als we ons dan soms realiseren dat we elkaar nu nog niet eens twee weken kennen, kan je je dat bijna niet voorstellen.
In de tweede week begonnen we dan toch echt met de lessen. Ik ben op maandag en dinsdag vrij, dus voor mij voelden de eerste dagen nog steeds als vakantie (ook al moest ik wel al 100 pagina’s lezen voor allebei de vakken die ik hier volg). Op woensdag heb ik van 09:00-13:00 les, waarvan 1 uur hoorcollege en 3 uur screening. Op donderdag heb ik van 12:00-13:00 een werkgroep en dan van 16:00-18:00 weer een werkgroep. Op vrijdag weer van 09:00-13:00, dezelfde verdeling als woensdag. Dat de hoorcolleges hier maar 1 uur duren, moet ik heel erg aan wennen, want de leraren gaan daardoor heel erg snel door de informatie heen. De werkverdeling is hier sowieso heel erg anders dan in Amsterdam. In Amsterdam moet je de teksten lezen voor het hoorcollege en de werkgroep en worden de teksten vervolgens uitgelegd in de werkgroep. De hoorcolleges geven extra informatie. Hier verwachten ze dat je de tekst hebt gelezen maar ook al helemaal begrijpt. Het hoorcollege geeft extra informatie (vooral over de screening van die week) en in de werkgroep voeren we een groepsdiscussie over een onderwerp wat gelinkt is aan de tekst.
Heel anders, want er wordt hier, nog meer dan in Amsterdam, van je verwacht dat je veel thuisstudie doet en dat je actief meedoet in de werkgroepsdiscussie. Ik vind het wel een hele leuke manier van lesgeven, want je bent veel actiever bezig en betrokken bij de les. Mijn twee leraren voor de werkgroepen zijn ontzettend aardig en de inhoud van de vakken is ook erg interessant. Helaas heb ik wel veel van de informatie die ze vertellen al bij Filmanalyse gehad, maar met deze andere aanpak heb ik toch het gevoel alsof ik wel nieuwe dingen leer.
Zo, ik denk dat ik het hier bij laat voor nu, want het is al een behoorlijk lang verhaal. Sorry als het een beetje een warrig geheel was, de volgende wordt overzichtelijker!
Om even samen te vatten: Ik heb hier een geweldige tijd, mijn vrienden voelen na twee weken al aan als familie (CLICHE ALERT), ik ben heel blij dat ik hier nog 5 maanden ben en ik kan niet wachten om te zien wat die 5 maanden allemaal gaan brengen!
0 notes