Tumgik
#adrie krijgsman
jurjenkvanderhoek · 30 days
Text
HET WEB GESPONNEN, HET WEEFSEL GEWOVEN, HET LEVEN GELEEFD
Tumblr media Tumblr media
Stel je voor. Ik denk mij in. Beeld in gedachten af. Schilder mij een man krom gebogen achter een weefgetouw. Zwoegend en zwetend vervlecht hij horizontale en verticale groepen draden tot een weefsel. Bloed, zweet en tranen – schering en inslag. Werp ik een blik over zijn schouder zie ik dat de draden reeksen letters zijn, die woorden vormen en zinnen rijgen. Met deze horizontale letterreeksen weeft de man, laat ik hem voor het gemak Adrie noemen, een patroon dat door verticale regels een weefsel wordt. Een spinsel van woorden, een netwerk van denkbeelden, een complex gedachtegoed. Adrie windt zich over allerlei zaken op en rolt zijn doen en laten voor mij uit. In levensbeschouwelijke bewoordingen, met een duidelijke visie op politiek en religie, schrijft hij mij zijn waarden van het bestaan voor. Zijn bestaan, dat een spiegel voor mijn zijn kan zijn. Hij dringt niet op en praat niet aan, houdt geen voet tussen de deur. Maar legt in filosofisch eenvoudige teksten uit waar het volgens hem op staat, waar het volgens Adrie naar toe zou moeten gaan om de wereld leefbaar te houden.
In zijn recent uitgebrachte boek “Weefsels” laat Adrie Krijgsman in taalbeelden zien hoe alles in dit leven op deze wereld aan elkaar vast zit en met elkaar te maken heeft. Torn je een draad uit het weefsel los is de doek meteen geen lap meer, mist er een lijn om het geheel compleet te maken. Proactief met een over het algemeen positieve kijk op het leven en een sterk arbeidsethos weet Krijgsman zijn tijd efficiënt te beheren. Hij stelt niet uit tot morgen wat vandaag gedaan kan worden, volgt zijn dagelijkse routine en prioriteert de zaken. Daardoor is hij een veelschrijver en daarmee een woordsmid die een grote productie aan uitgaven op zijn naam heeft staan. Want met dat ik “Weefsels” lees valt er een nieuw boek door de brievenbus. “Hlub!” is een beklemmende vertelling staat achter op het omslag, met de komst van een smerige grijze hond, een oude geliefde en de dood die steeds dichterbij komt. Maar daarover later geschreven…
Tumblr media
In ”Weefsels” stelt Krijgsman doordringende vragen aan zichzelf en aan mij als lezer. Hij had de scherpzinnige antwoorden daarop best voor zichzelf kunnen houden, maar zijn intelligent geestige zienswijze moet de wereld in, moet kenbaar gemaakt worden en gekend zijn. Het maakt er de wereld een zucht beschouwelijker op, het leven een moment meer levenskrachtig. Door de zienswijze van anderen op mij te laten inwerken, door nieuwe draden aan mijn weefsel toe te voegen, krijgt mijn mening een grotere inhoud en kan ik de zon achter de wolken zien schijnen. De dichterlijk-filosofische bespiegelingen van Adrie Krijgsman in “Weefsels” zetten mij aan het denken, reflecteren mijn kijk op de wereld. Hij schrijft ware woorden.
Evenwel in woorden gaat hij tekeer, nochtans in zinnen kat hij het zijn af. Maar niet zo dat hij er afstand van neemt, de schrijver is onderdeel van het bestaan zoals dat op dit moment zich voordoet. Hij moet wel mee, zelfs op reis volgt het zijn hem als een schaduw. Daarnaast kan hij wel tegen huisjes die voor anderen (schijn)heilig zijn trappen en ze als de grote boze wolf omver blazen. Gebouwd op zand zijn deze een prooi voor deze denker, van de rots schuift hij ze zo pardoes af het fjord in. Echter altijd op zijn met omhaal van woorden persoonlijk vriendelijke manier. Zo'n stijl dat je in hem gelooft, als in de zalfjes van de kwakzalver of het verhaal van de profeet die niet geëerd wordt in eigen land. Hij windt zich op als een klok, blaast zich op gelijk een kikvors. Spreekt zijn afkeer uit in volle woorden als verweer tegen de holle woorden van de kopstukken van toen die nu politiek gezien nog bovenaan de lijst prijken. In een steekhoudende omhaal van woorden zegt hij waar het op staat. Want in een land als Nederland mag je denken wat je wilt, de gedachten zijn vrij, en je uitspreken en opschrijven wat je denkt en meent - maar hoed je voor de kwaadsprekers, de doemdenkers, de complottheorieën. Zij proberen je kapot te maken, onderuit te schoffelen, want alleen hun waarheid is werkelijkheid. Krijgsman verweert zich filosofisch kranig, wast hen de oren met taal die zij niet kennen.
Tumblr media
Weefsels, dat zijn structuren en vlechtwerken die op veel platformen in de maatschappij te vinden zijn. Krijgsman heeft het erover. Maar vooral schrijft hij over en ageert hij tegen de politieke weefsels. Ergert zich aan de stroperige samenstelling van het parlement, dat dit maar niet van de grond wil komen. Bij het voltooien van de bundel “Weefsels” is dat daar in Den Haag nog niet naar ieders tevredenheid afgerond, dus Krijgsman kan zich nog naar hartenlust opgeilen. Zo zou het schrijven gedateerd kunnen heten, maar de manier waarop Adrie de wederwaardigheden in de tijd zet is het tijdloos en van alle tijden. Hij strooit met metaforen. Belijdt het verleden, zet zijn vroeger in de schijnwerper. Het is de vluchtigheid van terug. De spiritualiteit van toen en daar. In ‘Woorden dichten taal’, een hoofdstuk dat erop lijkt het boekje levensvatbaarheid te geven in combinatie met de laatste oprisping ‘het verdikken van dunne boekjes’, dansen de zinnen in mijn gedachten langs hersenkwabben en ruggenmerg. Op de wijze van Krijgsman heeft hij een melodieuze compositie gemaakt. De dichter in de schrijver richt zich hierin op. Het is het meest vrolijke deel in de bundel, een partitie die ik graag nog eens weer opsla en overlees. Er is rijm en binnenrijm, er is metrum en ritme, parlando en epiek. Het is een tekst die eenvoudig als voordracht kan worden gedeclameerd. In de bundel is het een oase, een eiland van melk en honing.
Adrie Krijgsman diept zijn kennis niet enkel uit zichzelf op. Hoewel hij peilloos kan duiken in het eigen wezen en met filosofische denkbeelden boven water komen. Of graven tot de harde bodem is bereikt om softe mijmeringen op te halen, starend peinzen. Integendeel, hij heeft een boekenkast vol andere diepe denkers en put daar naar believen uit. Het is een bron waarin hij bij tijd en wijle een emmertje gooit dat vol quoten naar boven wordt getakeld. Het geeft de tekst grond, een basis waaruit blijkt dat niet alleen Krijgsman de wijsheid in pacht heeft. Er zijn zoveel overige wijsheden waarop hij kan aansluiten of kan aanhalen om zijn eigen kunde te staven. Zijn denkbeeld te staven en zienswijze te bevestigen, zijn waarheid en mening te rechtvaardigen. Een filosofie wordt uit meerdere denkbeelden en ideeën gevormd. Weefsels ontstaan uit meerdere draden en patronen, schering en inslag.
Weefsels, dichterlijk-filosofische bespiegelingen. Adrie Krijgsman. Uitgegeven bij Brave New Books, 2024.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 4 months
Text
REISGIDS DOOR HET LEVEN VAN EEN VERGETEN FILOSOOF
Tumblr media
Zoals in de zweterige zomerzon een gekoeld biertje van de tap op een beschaduwd terras wonderen doet, zo leest de proza en poëzie, ja bekijkt de kunst van Adrie Krijgsman zich. Het is een verademing, en dat zeg en schrijf ik niet om bij hem in een goed blaadje te komen om weer eens een vermelding op het omslag van een door hem in eigen beheer uitgegeven boekwerk te krijgen. Krijgsman behandelt kunst en literatuur op een luchtige wijze, maakt van filosofie een jip-en-janneke wijsheid. Laagdrempelig en vermakelijk, maar voortdurend met een serieuze ondertoon. Somtijds is hij een cynicus om daarna te worden tot scepticus. Een sarcast, ironisch knipogend naar de samenleving die hij op reis achterlaat.
Het is voor mij kortom een verademing om tussen al de boeken die ik lees door een uitgave van Krijgsman ter hand te nemen. Tussen al die catalogussen over deze en gene tentoonstelling, levensbeschrijvingen van kunstenaars, light verse en axiomatische poëzie. Hoogst interessant, maar het vergt aandacht en concentratie. Dat is in mindere mate het geval met en bij het werk van Adrie Krijgsman. Natuurlijk houdt hij me bij de les. Ik kan, hoewel de tekst filosofisch is en soms een minder realistische kijk op de werkelijkheid geeft, in zijn beeldende verhalen verlicht op adem komen. Of bij zijn verhalende beelden mijn blik op oneindig bepalen en het verstand uitschakelen. Dan neemt de kunstzinnige filosoof mij aan de hand mee zijn wereld in. Poëtisch tuurt hij naar de einder en dichterlijk is de omgeving beschreven. Qua taal en beeld is hij van veel markten thuis, zoals dat heet, hoewel hij altijd op reis is en zelden thuis - in gedachten en lijfelijk. Om maar niet als kikker van de lage landen in de snavel van de ooievaar te belanden, maar de politiek van de koude grond te ontvluchten en van een afstand tot de aanval over te gaan. Maar telkens keert hij terug naar het land waar hij eigenlijk weg wil.
Tumblr media
Om de uitgave andermaal, of op de letter voor een derde keer, aan te prijzen nog dit. Las ik op de achterflap van een roman die bij ons op de leestafel ligt, in dit geval ‘Het Wilde Eiland’ van Karen Swan: “Dit is een boek waar je zolang mogelijk van wilt genieten, maar dat je ook in één ruk wilt uitlezen”. En precies zo vergaat mij dat met ‘De Vergeten Filosoof’. Ik wil zo lang mogelijk genieten van die gedetailleerde beschrijvingen van de omgeving, waar Adrie Krijgsman een patent op schijnt te hebben. Zijn kunstzinnige geest neemt waar om die waarneming en ervaring in een filosofische beleving uit te schrijven. Er ontvouwt zich voor mijn ogen en in gedachten een Krijgsman-landschap. Maar lekker is maar één vinger lang, deze nieuwe uitgave maar 125 pagina’s dik. En ik wil het boek in één ruk uitlezen, omdat ik het resultaat van de zoektocht naar de vergeten filosoof wil weten. Dat houdt de schrijver tot het laatst toe namelijk onder de pet.
Zijn reis voert naar Frankrijk, op zoek. Een reis in het spoor; de mens wil een doel. Een prettige en nuttige invulling naar het zuiden. Een voor Krijgsman interessant samenspel van reizen, schrijven en filosoferen. Dus via Google, “de meest effectieve speurhond”, bij de zoekwoorden filosoof en Carcassonne op Pierre Bayle gestuit. Toeval? Hoewel deze denker wordt betiteld als wereldberoemd, moet Krijgsman met het schaamrood bekennen hem over het hoofd te hebben gezien, als culturele allesvreter vaag wetend van zijn bestaan en als onwetende nitwit dus vergeten.
Tumblr media
Ook niet zo verwonderlijk, hoewel er digitaal talloze verwijzingen naar de filosoof zijn, er een prijs naar hem vernoemd is, hij in de Nederlandse canon is opgenomen en er een monument in Rotterdam staat; Bayle, een kluizenaar die afgezonderd voor zijn tijd tot verrijkende dan wel in onze tijd verreikende gedachten is gekomen. Van de Gouden Eeuw stammend en daarvan op latere leeftijd in Rotterdam een graantje meepikkend. De van oorsprong Franse wetenschapper heeft een groot en veelzijdig oeuvre op zijn naam staan. Dus voor Krijgsman reden zijn kennis op te poetsen en op zoek te gaan naar verblijfplaatsen en het reilen en zeilen van in de loop der tijd enigszins op de achtergrond geraakte filosoof. Een vakantiereis met een missie. Niet alleen het doel Bayle beter te leren kennen, maar ook stad en land waarin hij vertoeft te onderzoeken op heden en verleden. Tijdens de reis doet hij de ene ontdekking na de andere, komt hij nader tot Pierre Bayle. En hij maakt mij daarvan breedvoerig deelgenoot met zijn uitgave “De vergeten filosoof”.
Wie denkt dat Krijgsman enkel zijn zoektocht beschrijft heeft het mis. Telkens is het eigenlijke onderwerp in zijn boeken de kapstok waaraan het verhaal is opgehangen. Maar spuit hij zijn afkeer en goodwill in meest filosofische benadering uit over mens en maatschappij, en beschrijft meer dan terloops zijn liefde voor de natuur. Net als Bayle dat in zijn geschriften deed zaait ook Krijgsman verwarring in zijn bedenkingen, controversieel, uitdagend. Krijgsman wil zich niet al te veel vereenzelvigen met die vergeten filosoof, maar toch telkens strooit hij de overeenkomsten door de tekst. Zij delen onder meer en boven alles het altijd kritisch doorvragen, voorbij de eigen identiteit.
Tumblr media
Op goed geluk reist Krijgsman stad, dorp en land af in de veronderstelling een spoor op te kunnen pakken van de mens die hem in doen en laten inspireert om een vinger achter zijn leven te kunnen krijgen. Een zijn dat als een jas om zijn wezen past, zijn boek daarover geschreven is het carbonpapier tussen beide levens. Hij ontdekt stukje bij beetje, letter voor alinea, de levensloop van Bayle, zodat hij mij een biografie van deze mens kan uitschrijven. Na de poëtische omhaal van woorden over streek en omgeving gaat hij dieper in op de zoektocht en de vindplaatsen. Laat Krijgsman mij weten wat hij was vergeten.
Pierre Bayle, zo ontdekt Krijgsman, heeft als filosoof geen gidsfunctie. Hij brengt ons, zijn onwetende opvolgers in de tijd, aan het twijfelen over de zin, van het bestaan? Want een juiste filosoof, in gedachten van Krijgsman, stelt vragen, de consumptiemaatschappij geeft antwoorden en de kunstenaar laat ze vonkend langs elkaar schuren. “Laat mij daarnaast dan maar reizen door leerzame teksten en veelzijdige texturen van het landschap.” Bayle twijfelt aan zichzelf, want is dan in staat zijn eigen zelf te relativeren om zich beter in te leven in het standpunt van de ander. En dat is, lees ik tussen de regels door, tevens het geval bij Krijgsman zelf. De twijfelaars bezitten de halve wereld, omdat zij oog en oor hebben voor de andere helft.
De vergeten filosoof. Een reis in het spoor van Pierre Bayle. Adrie Krijgsman. Uitgegeven bij Brave New Books, 2024.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 1 year
Text
NOVELLE OVER EEN LUSTIG VERLEDEN, EEN VERLANGEND HEDEN EN EEN DREIGENDE TOEKOMST
Tumblr media
Hij gaat op reis in de lente van 23. Op vakantie in de herfst van zijn leven. Zoals hij dat voor deze al vaker deed. En weer doet, en nog eens. Hij is een notoire wandelaar, een fervent reiziger. Een pelgrim op weg naar gemaakte herinneringen. Daarvan doet hij verslag in weer een nieuwe handzame uitgave. Plaatst het verleden in het heden en kijkt bezorgd de toekomst in. Het reisverhaal dat hij over de tocht schrijft is een deel van zijn leven. Een dwarsdoorsnede van zijn voorjaar dit jaar. Het schijnt fictie, echter is de werkelijkheid. Door zich in een ander ego te verplaatsen over berg en dal, door bos en veld zet hij mij bij aanvang op het verkeerde been. Maar al snel vind ik tussen de regels door Adrie Krijgsman in de lente anno 2023. Kan zijn reis daarbij volgen op Facebook, de plek waar hij zijn muze Erato na jaren ook terug vindt. En vervolgens fysiek gaat vinden.
Op zoek naar de echte gefantaseerde dame die de hoofdpersoon in deze uitvoering opviel in zijn klas Nederlands toen vroeger. Een smeulend verlangen dat in hem is opgestookt door een digitaal evenbeeld. Heb ik niet zelf ook van die begeertes, zo’n hoop een verloren liefde eens terug te vinden. De kern is een onvervulde wens, die Krijgsman laat uitkomen. Een bedachte zucht naar genegenheid en samenzijn. Een droom die geen bedrog is. Hij houdt in zijn fantasie van de persoon als dichter, minder als vrouw. Maar de lust laait op wanneer hij haar ergens in Frankrijk ontdekt en zij zich tegen hem aanvleit.
Tumblr media
De wandeling door tijd en fantasie lijkt kop en staart te hebben. En natuurlijk, begaafd schrijver als hij is, weet Krijgsman waar te beginnen en op het juiste moment te eindigen. Maar het is een begin waar welke ik met de deur in huis val. Daaraan is een open eind geplakt na een periode van omzwerving. Want natuurlijk is er een leven voor de lente en zet het door erna. De fantasie mengt zich naadloos met de werkelijkheid. Want gezet tegen de actualiteit van de klimaatproblematiek staat het als het ware in de schaduw van de aanstaande wereldcrisis. Een klein verhaal met een grote impact.
Op detail pikt het de vrolijke sfeer om niet in een depressieve stemming te geraken. Want het is nogal een kolossaal ding wat beschreven wordt. Als een Nostradamus voorspelt Krijgsman dat wat wij allen als struisvogels niet willen horen. En daarom leidt de onderhuidse lust, de liefde voor de natuur en de omgeving, mij af van de eindtijd. Krijgsman beschrijft de plek waar hij is met grote nauwkeurigheid en oog voor schoonheid. De geluiden die hij hoort, de geuren die hij ruikt. Het is alsof ik naast hem zit voor zijn tentje in het groene gras. Boom over zeespiegelstijging, opwarming van de aarde en een verhitte herinnering.
Tumblr media
Het dunne boek laat zich makkelijk lezen. De novelle over 78 pagina’s leest voor de vuist weg. Ik las het tenminste in één adem uit bij wijze van spreken. In het begin van de morgen wandel ik met de schrijver door de omliggende straten. In het boek is het avond. Na de koffie deze ochtend kom ik met hem thuis na zijn rit naar Spanje en weer terug. Niet dat ik vluchtig over de woorden heen lees, geenszins. Ik overdenk ieder leesteken, elke letter. Krijgsman heeft een soepele manier van schrijven, waardoor ik niet de zinnen nog eens behoef over te lezen om er de kracht van te ervaren. Met hem droom ik van zijn Facebookgeliefde met de dreadlocks, zijn muze, Erato, de beminnelijke. Want door zijn schrijven is zij me na gaan staan en dicht aan mijn hart gekomen. Het boeiende schrift houdt de aandacht vast. Het verhaal is verslavend. Het moet in een poep en een scheet uit.
De tocht naar de muze leidt Krijgsman, aka de oudere docent Nederlands, naar Frankrijk en verder. Alleen, maar in gesprek met zichzelf. Dus dan ben je nooit eenzaam. Pas wanneer Erato in beeld komt wordt de tweespraak een echte dialoog. Maar zover is het uiteraard eerst nog niet. Krijgsman maakt zich dan druk over het klimaat. Over de toestand in de wereld. Met zijn revolutionaire jaren 60 mentaliteit kan hij het maar moeilijk verkroppen dat de aarde naar de verdoemenis lijkt te gaan.
Tumblr media
Als een moderne Don Quichot strijdt hij tegen molens. Hij is tenslotte over de Pyreneeën op het Iberisch schiereiland. Het is daar in de lente van 23 extreem heet en droog, maar er valt ook sneeuw en het hagelt. Een perfect moment om los te gaan over de dreigende klimaatcatastrofe. Het is tijd om ogenblikkelijk het roer om te gooien. “Als ik die onmacht, of cynische onwil misschien wel, tot me laat doordringen word ik daar intens verdrietig van. En ongelooflijk kwaad!” Maar het boek is geen pamflet, geen tirade over het politieke klimaat. De boosheid is niet de ruggengraat van de uitgave. De wrevel zijn de benen waarmee het verhaal op vaste grond staat. Niet gaat zweven op de roze wolk van een onbereikbare liefde.
Adrie Krijgsman noemt de hoofdpersoon een wandelende tak. Op zijn eigen voettocht creëert hij met natuurlijke intelligentie een nieuwe werkelijkheid. Maar is die realiteit uit vers geoogste omgevingsbeelden, oude kennis, vooroordelen en fantasie wel zo origineel. Ik zou willen dat wat ik in de lente lees ongekend is, mij niet bekend voorkomt. Maar het verhaal staat zo dicht bij mijn eigen ervaring dan wel herinnering dat het oude koek lijkt. Krijgsman legt zichzelf veel vragen voor en zijn alter-ego weet daarop de antwoorden. Natuurlijk, want twee weten meer dan één. Mijmerend omschrijft hij sfeervol de omgeving. Filosoferend geeft hij behaaglijk beeld aan het zijn. Terloops ontrafelt hij de onmogelijke betekenis van het voorvoegsel ‘ont’.
Tumblr media
Het boek gaat over vrijheid, radicale vrijheid van denken, van fantaseren. Fantasie met een harde kern van waarheid. In werkelijkheid zoekt Krijgsman de stilte, de rust, het ongerepte zijn, het kleine wezen. Doet dat op in “plaatsen die op sociale media niet te vinden zijn, waar geen influencer zich druk over maakt en waarvan hooguit een paar afbeeldingen in een nooit bekeken nisje op het internet circuleren”. En bij iedere kalme stilte, in elke serene rust, komt Erato in gedachten boven drijven. Want zij is zijn muze, zijn inspiratie om alles uit dat laatste stuk van leven te halen dat er onbewust inzit. In haar bijzijn aangekomen gaat hij haar troosten in haar verdriet. Zet hij zijn eigen ik aan de kant voor haar wezen. Zijn romantische verlangen gaat de koelkast in. In het boek bestaat die Erato, maar is zij wel een feit. Of is zij fictie. Krijgsman beschrijft haar als een duidelijk persoon, niet als een vrouw die in nevels gehuld ’s nachts aan zijn slaapkamerdeur klopt. Maar hij kan tussen de regels door ook haar talent najagen, er zijn eigen gave van maken.
Ik lees hem als een flegmatisch realist “die de werkelijkheid nooit helemaal, of misschien wel helemaal nooit, uit het oog verliest. Geen controlefreak is, maar wel alles onder controle houdt.” En toch laat hij een beetje onbezonnenheid, een beetje gekkigheid en ook zijn dwaze ‘confabulaties’ over verliefdheid soms toe. Wat is de werkelijkheid. Het staat als een huis, het leest als een tempel. Het is het evangelie volgens Krijgsman. De profetie van Adrie. Op zijn wandeling tegen het licht van de actualiteit neemt hij mij mee op een pelgrimstocht. Deze eindigt niet in Galicië, maar zet mij wel op het spoor van een onderhuids verlangen naar geborgenheid. De lust in een betere wereld. Want vroeger was toch echt alles beter en echter.
De lente van 23. Adrie Krijgsman. Uitgave in eigen beheer bij Brave New Books, 2023.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 2 years
Text
TERGUS, EEN DISSOCIATIEVE IDENTITEITSSTOORNIS?
Tumblr media
Op de letter is het een flinterdun verhaal, breedvoerig opgeblazen. Zo zodat de lezer, wie dan ook, zich er in en zichzelf kan vinden. Hoewel daar wel enige moeite voor moet worden gedaan. Het schrale gegeven betreft de herinnering. Het terug denken aan een verloren liefde. Want hebben wij niet allen zo een ervaring in het verleden. Dat je iemand ziet of treft waar een dusdanige aantrekkingskracht vanuit gaat dat je er een heel leven aan blijft kleven, figuurlijk gesproken. Daarbij is het verhaal grondig en gedetailleerd uitgedijd met beschouwende overpeinzingen. De gedachten gaan meermalen op de loop over alles en nog wat. Maar het slaat nooit de plank mis, is nergens geneuzel. Het maakt het verhaal zo dik als een deur naar toen, in nu en op de toekomst.
Tumblr media
De hoofdpersoon in het verhaal van dichter, denker en kunstenaar Adrie Krijgsman, Tergus, heeft een dergelijke herinneringsbeleving. Met die heugenis probeert hij na jaren, als man op leeftijd, een kalverliefde opnieuw in zijn leven te brengen. De penvriendin diept hij op uit een stapel zorgvuldig bewaarde brieven, omdat hij op internet eenzelfde naam aantreft. Déjà vu. De dames, twee of één dat maakt Adrie niet volstrekt duidelijk, volgen samen een parallel spoor door zijn leven van nu, vanuit het verleden naar de toekomst, en zullen op de einder in een verdwijnpunt samen komen. Maar voor het zover is onderzoekt Tergus zijn herinneringen van gisteren in de gedachten van vandaag.
De vertelling van de dame en de heer kent vele omwegen en zijsporen. Krijgsman schrijft niet voor de luie, gemakzuchtige lezer lees ik ergens in het boek. Wanneer ik een makkelijk liefdesverhaal wil lezen pak ik er maar een doktersroman bij. Deze roman over de man Tergus is een boek voor elke dwaas die een vage jeugdliefde najaagt. Ik voel me aangesproken en met mij zovele meer, vermoed ik. Want zo’n vage jeugdliefde verschijnt uit de herinnering met het klimmen van de jaren. Het leven overziend, terugkijkend, is hij of zij daar plotseling weer en blijft in gedachten rondspoken.
Tumblr media
Het verhaal gaat bij Neck om naar Den Haag, ofwel mijl op zeven. De gedachten gaan nogal heen en weer. De oplettende lezer zal thema’s terug ‘horen’ komen. Soms blader ik terug, omdat ik dan denk hoe zat het ook alweer, wie was dat dan, wat gebeurde daar toen en daar. Krijgsman merkt zelf op dat het geen lineaire roman is en dat er geen strikt chronologische volgorde inzit. “De tekst is springerig en danst met de allure van een turnster tijdens de vrije oefening.” En ik dans mee en kom een keur aan van alles tegen. Het heet een psycho-filosofisch verhaal te zijn. Maar niet hoogdravend en zeker niet in vaktaal geschreven. Het leest makkelijk weg, hoewel de gedachten amper kunnen afdwalen. Krijgsman houdt de lezer eenvoudigweg bij de les, door verleden en heden af te wisselen met de toekomst. Actuele zaken waartegen hij getergd aanschopt, dat kan op een afstandje als Tergus.
Krijgsman eigent zich mijn gedachten toe, zo zodat ik in zijn spoor wordt meegesleept het verhaal in. Tergus laat me niet los. Hij reageert al nadenkend en peinzend op het eigen zijn en daar zet hij dan de opborrelende hersenspinsels en gedachtenkronkels tegenaan. Want hoe vergaat dat mijzelf bij enige handelingen en activiteiten, meestal altijd heb ik daar wel overdenkingen en bespiegelingen bij. Heb ik er goed aan gedaan of had ik beter zus en zo. Het zijn moet overdacht voordat het leven er vat op krijgt. Ga ik ervan uit dat schrijver en hoofdfiguur een en dezelfde persoon zijn, kan Krijgsman naast de schoenen van Tergus staan en zichzelf bekritiseren. En op de hak nemen in de vorm van der Sprechhund, een vervelende blaffer die al bijtend in de kantlijn acteert en relativeert. Waar kom ik deze drie-eenheid meer tegen. Adrie als de vader, Tergus als de zoon en de hond als geest. Maar wanneer Tergus dan bij de schrijver op de koffie komt sta ik weer zoals vaker in het verhaal op een verkeerd been. Is er sprake van een dissociatieve identiteitsstoornis. Alles kan op papier.
Tumblr media
Door het boek heen namelijk dringt bij mij de gedachte zich op dat Adrie Krijgsman met zijn boek Tergus een autobiografie heeft geschreven. Dat het zijn verhaal is, dat hijzelf die Tergus is. De getergde ziel die maar niet de herinnering op de rit kan krijgen. Steeds gaat hij ten onder in zijn eigen verhaal, maar telkens weer komt hij uit zijn eigen woordgolven naar boven. Hij vist verder dan de zee naar het schier onmogelijke. En ergens went de camera zich van de set af naar de regisseur, die zijn script duidt. Op een filosofisch bedenkelijke manier omschrijft Krijgsman zijn hoofdpersoon, het hoe en waarom hij daarvan en omheen zijn verhaal zet. Het nut van zijn roman. Maar heeft een verhaal een reden nodig, is er anders geen redden meer aan?
"Het is onduidelijk welke koers mijn denkrichting zal gaan volgen, of wat mijn motieven zijn..." De schrijver is zijn eigen keurmeester. Hij rafelt zijn schrijven, scheurt het uiteen om zichzelf voor zichzelf te kunnen uitleggen. Van de strijd om het verhaal te duiden is de lezer getuige. De hersenspinsels worden verantwoord. Als in een film die van de hak op de tak gaat en de kijker in verwarring brengt. De lezer van de roman moet wennen aan de commentaren die de schrijver op zijn eigen schrijven heeft. Van alle kanten wordt de schrijver becommentarieerd. Maar steeds is het de schrijver die deze getergde en kritische figuren podium geeft en in het verhaal invoert. Het is alsof hijzelf zichzelf terecht wijst. Aan zelfkritiek doet in de andere hoedanigheden. Het lijdt regelmatig van het verhaal af de filosofische bodemloze put in. Het houdt het verhaal op, maar maakt ook veel duidelijk.
Tumblr media
De schrijver stelt zichzelf vragen en direct ook aan de lezer. Zo ga ik wel meer met aandacht om met het verhaal, omdat ik denk dat mijn visie waardevol is in de loop. Maar het zijn retorische vragen en het verhaal is verre van interactief. Ik heb geen vat op het beloop, ik kan niet een andere weg inslaan want de schrijver heeft al, hoewel hij daar zelf minder zeker van is, de richting bepaald. Krijgsman heeft een speelse geest, een filosofische trant van schrijven. Hij houwt de woorden op het papier zodat ze levende beelden worden. Hij is een lyrisch schrijver, die uiterst gedetailleerd de omgeving en de overdenkingen beschrijft. Met een stijlvolle uitdrukkingsvaardigheid, van zo'n intieme intensiteit dat het voor een liefhebber van taal, van mooie poëtische taal, alleen al daardoor de moeite waard is om ze te lezen. Hoewel het lijkt alsof de woorden hem gemakkelijk uit de pen vloeien, weegt hij ieder woord en elke zin zodat de regels diep overdacht met inhoud op papier staan. Het vergt voor de lezer aandacht om niet van het padje te raken en te tuimelen in het ravijn van de standaard roman. Zo standaard is deze roman niet, geen liefdesgeschiedenis van 13 in een dozijn. Of het zou het strelen van het eigen ego moeten zijn. Krijgsman zit in Tergus, maar door het verhaal in derde persoon te stellen kan hij het van zich af schrijven en hier en daar van commentaar voorzien waarbij een duiveltje nog eens ongezouten daar weer op reageert. Het vlecht zich welhaast onontwarbaar in elkaar, zie daar als lezer maar eens een touw aan vast te knopen.
Mengt zich al eerder het sprookje van Roodkapje en de Wolf zich in de tekst, aan het slot komt deze mare terug en vallen alle lekkernijen op de plaats. Hier blader ik weer terug om herinneringen op te halen. Weet ik nog wat ik gelezen heb, met aandacht. Want hoe zat dat met grootmoeder, waarvan de resten in de tuin worden gevonden. Wie is de wolf, is dat die keffende criticaster of was het Tergus zelf. Want dat keffertje raadde eerder de schrijver aan dat omaatje uit het verhaal te schrijven, wat deed die oude vrouw ertoe namelijk. Kill your darlings.
Tergus. Roman van Adrie Krijgsman. Uitgegeven bij Brave New Books, 2022.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 4 years
Text
GEEN TROOSTRIJKE GEDICHTEN IN BUNDEL PANDEMISCH
Tumblr media
Troost zoeken bij elkaar, in de armen vallen. Tja, dat gaat nu even niet. De ander aankruipen en lieve woordjes fluisteren, knabbelen aan een oor. Maar nee, dat is er nu ook niet bij. Zelfs een opbeurend klopje op de schouder moet achterwege blijven. En als dan de fysieke bemoediging niet kan, dan grijpen we naar de digitale pen. Zoeken het in woorden, die zinnen zetten in verzen en liedjes. Om de op de loer liggende stress van ons af te schrijven. Of de omgeving tot in de kleinste details vast te leggen. We zoeken elkaar in de communicatie op sociale media. Spammen onze medemens via bijvoorbeeld Facebook, Instagram en Twitter met naar ons idee opwekkende posts. Troostwoorden, steunbeelden, een gedicht of foto als ruggensteun.
Dat is wat Adrie Krijgsman met afgrijzen aanziet en ver van zich afschuift. Hij is niet de dichter van de valse emotie. En wilde zelfs niet schrijven, omdat hij allerlei van die goedbedoelde rijmelarij voorbij zag komen. Hij is niet van zo'n soort in zijn ogen goedkope poëzie, dat die titel eigenlijk niet kan dragen. Krijgsman gaat beter tekeer op papier, schoppend ook tegen voor anderen heilige huisjes. Toch zette hij zich achter het toetsenbord, noodgedwongen eigenlijk want een dichter moet nu eenmaal dichten. Dat zit in zijn DNA. Een heilig moeten. Hij kan zich niet anders uiten. Schrijft over wat hem bezig houdt. Dat is dus in dit geval de pandemie, het coronavirus en het hele gedoe daar omheen. Iedereen heeft daarmee te maken. Het is in de wereld ingedaald, deel van ons ieders leven. Krijgsman kon er kortom niet omheen. Gelukkig maar, want het heeft geresulteerd in een meer dan leesbare bundel. En er volgt meer. Want je kunt je opsluiten tegen het virus, maar niet afsluiten van de mensheid.
Tumblr media
"Pandemisch" gaat over het virus, over afstand houden, over mondkapjes en de lockdown - het van hogerhand opgelegde thuis blijven. "thuis door een volgzaam geweten in zelfisolatie". Het komt in omfloerste termen voor in de gedichten, niet omdat er niet over gesproken mag worden maar om de verzen tijdloos te houden. Actueel voor vandaag en later, voor nu en dan. Krijgsman schrijft in een losse stijl. Zijn zinnen kloppen melodieus, zingen voor mijn ogen. Ritmisch bewegen de woorden op papier zonder te rijmen.
Toch laat Krijgsman in het eerste gedicht meteen al weten waar hij in de bundel staat en wat hem bezig houdt. "altijd omhelzingen trouw geweest / groeten we nu (terloops) op onschuldige afstand - / twee armlengtes is het advies" Hij ziet terug op het normaal, dat toen heel normaal leek maar nu abnormaal is. Krijgsman schrijft niet de pandemie van zich af, maar ziet het aan en vindt er wat van. De zorg, de kerk, de nee-roepers, de meeklappers, de hamsters. Ieder heeft een stem, elk krijgt het woord. Alles sleept de dichter met kop en staart erbij, iedereen gaat met de kloten voor het blok. Vooral het afstand houden is onderdeel van de woorden tot zinnen in verzen, omdat dit een wezenlijk onderdeel is van deze tijd. De mens als kuddedier wil zich tegen de ander schuren, een hand geven. Het is moeilijk te normaliseren dat dit niet (meer) kan. En dan de mondkapjes, de eeuwige discussie. "we raken de piraten maar niet kwijt / de menselijke vrije radicalen / althans: de vrije drugsverslaafden / hormoongedreven depaminedrifters - van hot naar her / met zonverbrande huid / met koperfluit / met snarentrom"
Tumblr media
Er komen grote denkers voorbij in de teksten. Hun gedachtengoed past even goed in het fragmentarische verhaal. Krijgsman denkt met hen mee en sluit zijn gedachten erbij aan. Marx, Hegel, Van Ostaijen, Vandersteen en Don Quichot. Ze worden ingevoerd in de corona problematiek. En veteraan Moore die gesponsord veel kilometers liep, en de brute dood van Floyd die een wereldwijde protestactie deed uitbreken. De demente oude man in het 38e gedicht. "ah ben jij het? ik zie het nu pas / kinderlijk verrast" De lockdown betekent niet dat de ogen gesloten zijn, de oren dicht gestopt voor wereldnieuws. De voelsprieten staan op scherp. In gedachten en door de handen van Krijgsman worden het meestentijds belerende gedichten daarom. Bozig ook, maar nergens gaat hij over tot schelden en vloeken. Want goede gedichten zijn niet gebaat bij zware emoties vindt hij. Daarom klinken de woorden vaak met een ondertoon van cynisme. Het gram halen moet toch ergens een uitweg vinden en krijgen. "rustig blijven onder rivalen zonder verhaal / rustig blijven bij stokkende taal van kompanen" De pandemie maakt creatief, maar stompt ook af. De ernst wordt niet gezien, wanneer het snijdt in de beurs. Geld blijft meer belangrijk dan wat ook, dus doen we niet meer mee. Ze willen hun knuffeltje terug, en wel meteen. "zij neuriën voorzichtig het lied van de engel des doods"
Adrie Krijgsman gaat speels en vrolijk om met de opgelegde beperking. Hij laat zich er niet door kisten of op de kast jagen. Spitsvondig schrijft hij toch de emotie van zich af. Ik kan me erin vinden. Het sluit aan op mijn beleving. Troost het me, nee dat niet. Het sterkt, door te weten dat er mensen zijn die woorden kunnen geven aan mijn gevoel. Op dezelfde golflengte zitten. "over de bekende weg / over de uitgestippelde weg / over de kerende dikke-pech-weg" De onbenullen sleepten ons de tweede golf in. Maar met Krijgsman in gedachten en op zak surf ik hoog en val niet diep. "we gaan ervoor! de kater komt later"
Tumblr media
Het gaat steeds daar over, wel 40 gedichten lang. En dan is Krijgsman er nog niet uit. Het C-woord blijft lang na deze bundel "Pandemisch" door etteren. Maar in de serie vond ik toch een vers dat verademend lijkt ergens anders over te gaan. een droombeeld, onwerkelijk. "droomde vannacht / van een winterse wurgslak / het zal de dagsleur geweest zijn / voorafgaand / het re-pe re-pe re-pe-terende / tering naar de nering zetten / in figuurlijke zin - nergens heen! / waarom winters? : wit! / het slijmerige lichaam / strak om het vooruitzicht aangetrokken / de ademtochten van de dood al... / wist ik dat vlak naast mijn bed / er een zoutvaatje stond"
Bundel "Pandemisch - COVID-19 gedichten", poëzie van Adrie Krijgsman. Uitgave Brave New Books, 2020.
1 note · View note
jurjenkvanderhoek · 3 years
Text
BITTER SMAAKT ZOET IN DE WOORDEN VAN ADRIE KRIJGSMAN
Tumblr media Tumblr media
"het wolkendek slokt allengs bergtoppen op / drukt het landschap dicht / ontneemt het de hortende adem / het karige licht" Hij zit achter zijn bureau. Tuurt over de velden, of staart over de daken. Want de plek van die schrijvershut of de zolderkamer kan ik van hieruit niet traceren. Ik zie hem daar zo zitten op de keukenstoel. In gedachten. De schrijver, de dichter. Met de pen tussen de vingers, als een slagwerker die jongleert met de drumstokken. Deze draaien door zijn vingers rond, jaloers bezag ik dat toen. Net zoals de mens die altijd alle ballen in de lucht kan houden, stinkend jaloers.
Op die pen, een ballpoint, knaagt hij. Kauwt wanneer hij niet schrijft. De punt is verbeten. Hij leent de pen niet uit, wanneer daarom gevraagd wordt. Daarom. Het is zijn pen, zijn DNA kleeft eraan. Hij heeft een reeks woorden uit die pen gezogen. Net alsof de inspiratie in de inkt daarvan zit. Maar niets is minder waar. Zijn invallen komen van over de velden, langs de bomen. Van over de daken, langs de goten. De pen zet hem tot nadenken, peinzen, mijmeren. De auteur, de poëet. Want wat wanneer hij niets opschrijft, maar met zijn graaitaal het onhoorbaar gesprek via het qwertytoetsenbord op het beeldscherm zet. Dan is er geen pen. Kan hij nergens op knagen. Komt er dan geen woordenstroom? Het zit niet in de pen, het zit in de atmosfeer. Het leven.
De woordenstroom die door zijn gedachten vloeit komt van heinde en ver. Hij deed een voorwaartse sprong achteruit in het duister, waar het kapokmatras van zijn jeugd besmet tussen restafval lag. Hij is Adrie Krijgsman. Ik lees zijn nieuwe bundel "Bitter", gedichten die niet vrolijk zijn en niet gemakkelijk zo wordt het aangeprezen. Op de achterzijde haalt hij enkele woorden uit mijn beschouwing over zijn vorige bundel "Pandemisch" aan. Dat schept verwachtingen, dat drukt op mijn objectief inzicht. Maar, geen probleem, ik kan mijn gedachten onbevooroordeeld over de woorden laten zweven. Dat dan weer wel. 
Die woordenstroom, die afdruk vindt in de bundel als uitdrukking van gedachten. Ik zie het zo voor me hoe dat gaat, en werkt. Het overkomt ook mij. Het is niet eenvoudig de concentratie op een enkel onderwerp te houden. Gedachten flitsen door het hoofd. Denk je hier aan, peins je daarover en filosofeer je een eind weg. Weg van de eerste ingeving, en weer terug. Golft de gedachtestroom op de hersenactiviteit. En houdt dat denken stil, plots, slaat de bliksem in, op dat ene moment en die enkele inspiratie. Dan volgt een besluiteloos overleggen welke woorden aan die gedachte uitdrukking kunnen geven. De beslissing valt op de meest sprekende zin, op dat moment. Overlezend later kunnen strepen getrokken worden, woorden vervallen, backspace, delete. Kill your darlings.
Tumblr media
Maar welke de ballotage met verve doorloopt, wat is afgedrukt in de bundel, overstemt de verwachtingen. Het is geen vervolg, geen tweede deel. Het is een op zichzelf staande verzameling. Ik lees het als een autobiografie. Een zelfportret. Het grijpt als min of meer bittere avonturen om zich heen in klinkende volzinnen. En er is humor in "Bitter" en een zonzijde in de sarcastische blik op de dag van vandaag. Een cynische kijk op de dag van morgen, en een weemoedig zien naar gisteren. Krijgsman wil niet leuk doen en vrolijk zijn, maar is dat hier en daar in de soms ellenlange gedichten wel degelijk. De adders onder het gras ratelen dat het een lieve lust is. Hij heeft een gemoedelijk gemoed, dat vermoedelijk vermoedt dat alles niet zo zwart is als de nacht ons doet geloven.
In de tijd van opsluiting. Sociale banden doorgeknipt. Niet voor altijd, maar voor een schier overzichtelijk korte tijd. Met het licht aan het eind van de tunnel in zicht. In die duisternis door een virus bestuurt gaan gedachten op de loop. Voeren ze terug naar eerder. Of juist vooruit naar later. Het heden filosofisch benaderd, overdacht beladen. De toekomst geprofeteerd, het verleden omschreven. En Krijgsman laat niet alleen zijn gedachten gaan, nauwelijks in het wilde weg, maar leest ook ingevingen in. Zijn boekenkast verklankt in de poëzie. Inspiratie in bestaande teksten. Want wat eerder geschreven werd misstaat niet, krijgt nieuw leven. Geen plagiaat verweven in de eigen woorden. Recycleschrift, junkwriting, script trouvé.
Tumblr media
Wanneer ik mijn ogen sluit zie ik zijn woorden tot beelden worden. Adrie Krijgsman neemt mijn gedachten mee, wijst me de weg in zijn woorden. De zinnen lees ik over en weer, de regels beklijven wanneer ik de woorden stil in mezelf hardop herhaal. Het stemt niet vrolijk, maar is toch ook verre van depressief. Het zijn geen donkere voorstellingen die ik krijg opgediend en voorgeschoteld. Maar ze stemmen wel tot nadenken, extra overdenken, spiegelen.
In de gedichten van Krijgsman kom ik mezelf maar al te vaak tegen. Het sluit aan op mijn alledaagse ervaring. Ben ik van dezelfde generatie, dat de jas me zo past. Dat ik aanvoel wat zijn gevoel is bij de dingen. De dingen zijn de ideeën die mijn starende blik kruisen, die over zijn velden of daken komen aanwaaien. Ze passen, daarom vind ik het makkelijk ze te lezen. Verwonder me over hoe de woorden meanderen door de zinnen, dansen in de verzen. De stroom is onstuitbaar. Met lust duik ik erin, in wellust zwem ik erdoor.
Tumblr media
"pochend zet ik mijzelf in de verf / met negatieve zekerheid van derving / de kleur is donker / de verflaag dof / ziekteverlof / sterving  -  daar lig je dan met veren in je reet" De teneur. De geest uit de fles in de bundel. Naargeestigheid zet zich om in serieuze scherts, levendigheid met pit. Krijgsman weet de gedachten raak te verwoorden. Woorden laten zich lezen tot regels en herlezen in verzen. Gaandeweg staat de schotel correct afgesteld en vangt de zin van "Bitter" op. Leest het eerst vreemd en afstandelijk, maar toch is het smaakvol en verteerbaar. Later is het als een warme deken, begrijpelijk en toenadering zoekend. Zoals een abstract kunstwerk niet meteen overeenkomstig mijn gedachten is. Het heeft tijd nodig in te dalen, zich vast te zetten in mijn blik. Dan krijg ik begrip omdat ik begrijp wat ik zie. 
Zo leest ook de poëzie van Adrie Krijgsman. Bij nadere beschouwing omvat ik het, krijg ik relatie tot hetgeen ik lees. Eerst niet gemakkelijk, maar later eenvoudig wanneer je mee kunt op de deining van gedachten - niet zeeziek wordt. Bitter met de nasmaak van zoet. De titel van de bundel mag dan bitter zijn, ik lees geen gekwetst woord, nergens proef ik een sardonisch wrange toon. Wel ironie en sarcasme, maar dat houdt de blik scherp en de lezer aandachtig. Ik lees een opgeluchte zienswijze, omdat de schrijver zich kan wentelen in een ruim sop van opgetogen genoegen. Hij beziet monter de wereld, omdat hij die kan relativeren en van zijn zolderkamer er afstand van kan nemen. De overkill van amusante emotie via social media werkt als doekje voor het bloeden, het maskeert de werkelijkheid. De gedichten van Krijgsman zijn niet leuk en aardig, maar beschrijven in poëtisch beeldende woorden wel de realiteit.
Bitter, gedichten. Adrie Krijgsman. Uitgave: Brave New Books, 2021.
0 notes