Tumgik
#in het nederlands!! and zijn stem was zo stil en zo snel..... maar ik heb echt rond half verstonden
killerboyratzmp3 · 1 year
Text
ik ben nu in belgië! en ik ga zo in nederland aankomen
11 notes · View notes
neftaly1980 · 6 years
Text
Paramaribo (deel 1)
Ze deed haar best.
Ze deed haar best niet te schreeuwen.
Ik zag de strakke lijn van haar hals die doorliep naar haar kaken. Haar ogen fijngeknepen, haar borst zwoegend.
Ik drukte een kus op haar lippen.
“Laat het maar gaan lieverd. Ga maar los”
Meer had ze niet nodig. Ik drukte mijn mond op haar. Haar lichaam in schokkende razernij en ik nam gretig wat ze me wilde geven. Schorre kreten vulden de kamer.
Wat eraan vooraf ging…
We hadden afgesproken bij ” t Vat”, de hotspot voor Europese toeristen , de Nederlandse in het bijzonder. Ik was vroeg maar zij was eerder.
Ze had een tafeltje uitgekozen in het niet-rokersgedeelte. Ik nam een een trek van mijn sigaret en maakte van de gelegenheid gebruik om haar van een afstandje te bekijken. Naar het gedeelte dat niet door het tafeltje verborgen werd. Ze had zich mooi gemaakt. Haar haren had ze naar achteren gekamd, strak in een staart. Blond met donkere strepen er tussen. Kleurige kraaltjes in haar oren, helemaal in Surinaamse stijl.
Haar lippen zachtroze, glanzend. Gloss, niet gestift. Ik liet mijn blik een ogenblik rusten op het omgekeerde boogje dat de lijnen van haar bovenlip verbond. Een zwarte zonnebril met ronde glazen verborg haar ogen. Ze was met haar telefoon bezig.
Er trilde iets in mijn broekzak. Ik viste mijn telefoon eruit en las het berichtje.
“Ik ben er”.
“Ik ook” beantwoordde ik.
Haar blik schoot omhoog en recht voor haar vond ze me. Ik liet de sigaret op de grond vallen en drukte het uit met mijn schoen. Ik liep naar haar toe. Langzaam, zodat ook zij de gelegenheid had mij te bekijken.
Ik droeg een groene worker, een wit hemdje en witte gympen. Ze stond op om me te begroeten. Drie kussen op de wangen.
“Wat zie je er mooi uit. Mooie rok heb je aan”. We gingen zitten, de brillen gingen af.
“Dankjewel” zei ze. “Leek me wel zo makkelijk”.
Ze verschoot van kleur. Ongemakkelijk keek ze me aan.Haar vingers frummelden met een hoekje van de menukaart. Ik legde mijn hand over de hare. Gaf er een kneepje in.
“Dankjewel”.
Een nerveus lachje. “Ik ben hier niet zo goed in geloof ik”. Ik pakte haar rechterhand in mijn beide handen.
“Geeft niet. Ikke wel”. Ik zond haar een knipoogje. “Zullen we wat te drinken bestellen?” Met mijn ogen zocht en vond ik de blik van een een ober en ik wenkte hem naar ons tafeltje. De avond begon.
Ik vroeg naar haar dag en en ze vertelde me over haar dagelijkse beslommeringen. Over haar leven als blanke Nederlandse in Suriname. Haar twee blonde kinderen op de basisschool waar haar man als leerkracht werkte. Tussen de bruine koppies.
Het ijs was gebroken en ze vertelde op haar gemak. Af en toe bracht ik haar subtiel terug naar het waarom we hier zaten. Raakte haar aan. Streek een denkbeeldige losgeslagen lok van haar voorhoofd. Liet mijn blik brutaal in haar decolleté hangen. Ze genoot ervan. Ik zag het in de glans van haar ogen.
We bestelden nog een drankje en ze vertelde verder. “Het is hier heel anders leven dan in Nederland. Elke dag is hetzelfde. Vandaag een herhaling van gisteren en morgen weer hetzelfde als vandaag. Alsof er geen geschiedenis bestaat. Alsof de tijd vanzelf voorbij gaat”. Ze zweeg een poosje. Mijmerde met haar blik naar binnen. Ik liet haar en wachtte.
“Zullen we gaan eten? Ik heb honger”.
Haar blik en stem klonken vrolijk. Twee wijntjes hadden haar losser gemaakt.
Ik lachte. “Let’s roll”.
Het restaurant was op loopafstand. We liepen naast elkaar zonder elkaar aan te raken. Ik had graag haar hand gepakt maar deed het niet. De nacht hing veelbelovend tussen ons in. In mijn gedachten sloeg ik het eten over en skipte gelijk door naar het toetje. Naar haar blanke lijf kronkelend onder de mijne. Warm, zacht en nat. Haar plotselinge stilstaan bracht mij tot stilstand. We waren er.
“Waar dacht je aan”?
Ze keek me aan.
“Aan jou” bekende ik. “Aan jou en hoe je straks onder me beweegt”.
Ze wist niets te zeggen. Verrassing in haar ogen. Ik pakte haar hand en trok haar mee. “Kom, eerst eten”.
Unsei-Yaki. Sushi in een all-you-can-eat concept.
We zaten op kussens op de grond met onze benen in een vierkante opening.
Tussen ons in een plat, zwart vierkant tafeltje. Aan de muur een schildering van twee vissen die elkaars staart achterna zwommen. De symboliek trof me. Het meisje dat ons bediende herkende me van een weekje terug. Een slanke Creoolse met een verlegen lach.
We aten goed en lekker. De spanning tussen ons werd dikker. Ik genoot van het voorspel. Petra vertelde hoe fijn ze het vond om weer sushi te eten. Haar man hield er niet van en voor veel Surinamers was dit concept nog onbekend.
Ik luisterde naar haar, keek hoe haar lippen bewogen, hoe ze haar nu loshangend haar achter een oor streek.
Ze pakte met de stokjes een Californian roll en dipte die in de sojasaus. Ik keek hoe ze die naar haar mond bracht. De kauwende beweging van haar kaken.
“Lekker is dit hè?” Ik volgde haar voorbeeld. Intussen gleden mijn ogen van haar mond naar haar keel en vervolgens naar haar borsten. Mijn ogen bleven hangen bij een tepel. Ik deed geen moeite mijn blik te verbergen. Mijn bedoelingen waren helder.
Ik was benieuwd naar haar areola. De grootte, de kleur, de structuur. Hoeveel tinten lichter dan de tepel? Of donkerder.
Ik sleepte mijn blik weer omhoog. Ze keek me stil aan.
“Ben je niet gewend hè? Zo bekeken worden door een andere vrouw”.
Ze schudde van nee. Ze likte haar onderlip met haar tong. Ik volgde de beweging. Ze zag het en slikte.
Ik herkende het gebaar. Opwinding en nervositeit. Een reflex.
“Geldt dat niet voor elk leven? Dat vandaag een herhaling is van gisteren en morgen daar weer een toekomstige herhaling van?”. Ze keek me niet-begrijpend aan. “Wat je op het terras zei over dat elke dag hier hetzelfde is”.
Ik wist dat ik haar op het verkeerde been zette. “Geldt dat niet voor elk leven dat je leidt, hier of in Nederland? Dat je elke dag min of meer hetzelfde doet? Wakker worden, kids, huishouden, je dingetjes”?Ze schudde haar hoofd.
“Jawel. Natuurlijk. Maar toch is het hier anders dan in Nederland. Daar was ik altijd onderweg, zat elk weekend volgepland. Verjaardagsfeestjes en familiefeestjes en andere verplichtingen. Zelfs als we niets op de kalender hadden staan was ik bezig met van alles. Ik moest zoveel en liefst van alles tegelijk”.
Ik knikte begrijpend. “Ja, ik snap wel wat je bedoelt. Het klimaat alleen al dwingt je tot bedaren. Te warm om te jagen hier. En wat vandaag niet komt dan morgen toch? Het verschil ligt erin dat wij beide werelden kennen. Hier en daar”.
“Mmhmmm” knikte ze bevestigend en slikte het laatste hapje door. Ze zuchtte gelukzalig. “Hier had ik al zolang zin in”. Ik glimlachte. ” Fijn dat ik u van dienst kon zijn mevrouw” grapte ik. “Dat valt nog te bezien” gaf ze me terug. “Oh”? Ik trok vragend een wenkbrauw op. Ze bloosde en nam een slokje van haar drankje.
“Wil je gaan”? vroeg ik zachtjes.
Ik speurde in haar ogen naar een teken van twijfel. “We hebben nog een ronde. Wil je nog wat bestellen? Een toetje nog misschien?”
Ze schudde van nee. “Laten we gaan”.
Haar stem hees en uitnodigend.
Deel 2:
De weg terug werd eveneens in stilte afgelegd. Dit keer pakte ik wel haar hand en ik verwonderde me over het geluk in dit kleine gebaar. De lucht was warm en klam en om ons heen flarden muziek en het geroezemoes van een zaterdagavond.
In de buurt van het hotel maakte ze haar hand los van de mijne. Begreep het. Een getrouwde vrouw op avontuur. We begaven ons rechtstreeks naar de kamer.
En dit keer verraste ze mij. Nauwelijks had ik de deur achter me gesloten of ze drukte me er tegen aan. Ze drukte haar lijf tegen de mijne en kuste me vurig.
Haar mond bewoog over de mijne en haar tong likte me van binnen. Haar handen gleden van mijn schouders naar beneden, mijn armen langs waar haar vingers de mijne verstrengelden. Ik trok mijn mond los van de hare. Ze keek me verhit aan.
“Kom” zei ik en trok haar de hal door naar het bed.
Weer nam zij het initiatief. Van mijn plan haar in mijn kamer uit te nodigen, mijn sleutels nonchalant op tafel te gooien en eerst nog een drankje te doen kwam niks.
Ze kuste me weer. Lang, diep en heet. Mijn handen gleden over haar rug omlaag, schoof haar shirtje omhoog en trok het over hoofd heen uit. Ik kuste haar schouder, haar hals, haar kaak en maakte intussen haar bh los, omvatte haar borsten.
Ik keek omlaag naar het zachte, blanke vlees in mijn bruine handen. Naar het contrast. “Roze” mompelde ik. “Wat”? Ze keek me vragend aan. “Roze, je tepels, ze zijn roze”. Ik zag iets in haar ogen wat op schaamte leek maar het net niet was. Verlegenheid wellicht? Ik drukte een kus op elke tepel. “Ze zijn prachtig. Je bent prachtig. Dankjewel”.
Ze ademde uit en ik realiseerde me dat ze haar adem ingehouden had. Ik voelde een steek in de plek waar mijn hart zich bevond. Ze vond het spannend.
Op een andere manier dan dat ik het spannend vond. Voor haar was dit onontgonnen terrein. Langzaam kleedde ik haar verder uit en kuste elk bloot stukje dat ik tegenkwam. Haar buik, haar heup, dijen tot aan haar enkels, voeten en tenen. Zachte maar vastberaden kusjes om haar te laten weten dat alles dat ontbloot werd me beviel. Ik kuste me weer een weg omhoog. Verborg mijn hoofd een ogenblik in haar schoot om haar geur op snuiven(zó heerlijk) en eindigde met een kus op haar mond.
“Nu jij” fluisterde ze hees. Ze trok m’n hemdje uit mijn broek maar ik nam het over. Ik kleedde me snel uit. Legde mijn telefoon en sleutels netjes op tafel en trok haar op bed. Op de dekens en niet eronder. De nachtlampjes aan. Ik wilde haar zien.
De hele avond had ik aan dit moment gedacht. Hoe ze hier zou liggen. Naakt, nat en voor mij. We lagen met ons buiken en borsten tegen elkaar, een knie had ik tussen haar dijen geschoven. Ik keek haar in haar mooie blauwe ogen, op zoek naar iets van twijfel maar kwam alleen begeerte tegen. Ik streek een lok achter een oor. ” Weet je het zeker”? vroeg ik ter bevestiging. Haar antwoord was een zachte kus op mijn mond. Ze drukte me achterover. Haar hand schoof omlaag en pakte een van mijn borsten. Ze woog het gewicht in haar hand, wreef met vlakke hand erover, mijn tepel in haar palm. Nu was het haar beurt om te kijken. “Zo mooi….” verzuchtte ze. Ze draaide met één vinger een kringetje om mijn tepel, trok er zachtjes aan met twee en sloot vervolgens haar lippen erom heen.
Ik kreunde zachtjes, meer een zucht dan een kreun. Ze zoog mijn tepel diep haar mond in en er trok een scheut van genot van mijn tepel naar mijn kruis. Een hand bewoog zich naar beneden en legde zich over mijn heuveltje. Ze kroelde door de korte, stugge haartjes. Ik pakte haar bij de pols voordat haar vingers de duik naar beneden maakten. Naar de zware natheid tussen mijn benen.
Mijn beurt eerst. Ik rolde haar op haar rug en smoorde haar kreetje van verrassing met een kus. Ik ging op mijn knieën tussen haar dijen zitten, haar benen aan weerszijden van mijn heupen en nu had ik haar écht waar ik haar wilde hebben. De koele lucht van de airco streek over mijn rug. Ik liet mijn blik over haar heen glijden. Het kleine, veelbelovende driehoekje, haar buik, haar borsten die door de liggende houding wat opzij waren gezakt, het kuiltje in haar hals over naar haar geopende lippen tot haar ogen. Weer die blik van nerveuze verlegenheid. Ik zond haar een naar wat ik hoopte een geruststellend lachje was. Niet de grijns van een hongerige wolf.
Mijn handen gleden genietend van haar heupen naar haar borsten. Ik drukte ze met beide handen tegen elkaar en verborg mijn gezicht ertussen. Zuchtend streelde ze mijn rug.
Er fladderde iets in mijn buik. De weelderigheid van haar borsten en haar zachte zuchten betoverde me. Ik likte haar borsten, tilde haar borst wat omhoog om de aanzet te kussen en zoog haar tepel mijn warme mond in. Ze kreunde. Ik liet haar tepel los en verplaatste me naar de andere. Beet er zachtjes in en verzachtte de pijn door er over heen te blazen. Ik keek omhoog en zag dat ze met gesloten ogen en geopende mond lag te genieten. Ik zoog haar tepel harder mijn mond in en mijn hand gleed tussen haar benen. Ik kreunde toen mijn vingers haar natte kutje vonden. Haar adem stokte een ogenblik. Hier ben ik voor geboren schoot het door me heen. Voor deze heerlijkheid, dit plekje, dit spel.
Deel 3:
Met twee vingers gleed ik tussen haar lipjes door. Van haar klitje tot de ingang van haar buik maar ik ging niet naar binnen. Nog niet. Ze was zo heerlijk warm en nat. Ik verplaatste mijn bovenlijf naar boven en steunde met mijn linkerhand ter hoogte van haar hoofd. Mijn middelvinger vond haar gladde knopje en cirkelde erom heen. Ze hijgde, duwde zich tegen mijn hand aan. Ik liet me op mijn elleboog zakken en bracht mijn lippen naar haar oor. “Wat wil je”? Mijn vinger gleed weer naar beneden, zocht haar vocht en vond haar klitje weer. Hijgend drukte ze zich naar mijn hand. “Wat wil je dat ik doe”? vroeg ik haar weer. Ze draaide haar hoofd naar me toe en keek me aan. Likte langs onderlip. Ik boog me naar haar toe en kustte haar hard en liet daarbij ook een vinger in haar glijden. Ze kreunde zuchtend in mijn mond. “Jaaa”. Ik trok mijn hand terug en liet vervolgens twee vingers in haar glijden. Soepel en nat. Ze bewoog onrustig haar benen. Langzaam bewoog ik mijn vingers in en uit haar. Haar heupen golfden met me mee. Ik bracht mijn mond weer bij haar oor, zoog zachtjes aan haar lelletje. “Wat wil je dat ik doe? Wil je dat ik je neuk”? Mijn hand versnelde het tempo. Ik stootte iets harder haar lichaam in. “Jaaa” kreunde ze. “Neuk me, neuk me, neuk me” op het ritme dat mijn vingers aangaven. Ik genoot met volle teugen. Dreef mijn vingers dieper haar warmte in. Gleed soepel met twee vingers naar buiten en stootte net zo zo soepel weer naar binnen. Mijn duim vond haar klit bij elke opgaande beweging. Haar gekreun vulde mijn oren. Bestaat er een mooier geluid dan een van genot kreunende vrouw?
“Harder” hijgde ze en ik versnelde mijn tempo. Ik voelde de spanning in haar lijf.
De versnelling in haar ademhaling. Ik voelde haar natter worden. Haar geur bezwangerde de lucht en ik moest me inhouden om niet met mijn gezicht tussen haar benen te duiken. Ik richtte me op en ging weer tussen haar benen zitten. Haar benen aan weerskanten van mijn heupen. Ik pakte met mijn linkerhand haar heup en dreef de vingers van mijn rechter haar lichaam in. Ik genoot van de aanblik van mijn vingers in haar kutje. De roze diepte waar mijn vingers in binnendrongen en nat en glanzend weer tevoorschijn kwamen. Hoe haar spiertjes zich van binnen begonnen aan te spannen en haar heupen zich sneller tegen mijn hand bewogen. Mijn blik gleed omhoog, van haar glimmend poesje naar haar golvende buik. Mijn vingers neukten haar stevig door en mijn andere hand klemvast om haar heup. Mijn ogen volgden haar lichaam omhoog, naar haar gezicht. De aanblik van haar deinende lichaam maakte me natter en ik voelde hoe het over mijn dijen liep.
Ze deed haar best.
8 notes · View notes
wintertuin · 7 years
Text
Wintertuinsessie: de boerenerfenis
Tumblr media
Op donderdag 26 oktober zijn muzikant Broeder Dieleman en schrijvers Marieke Lucas Rijneveld en Leo Pleysier te gast tijdens de vierde Wintertuinsessie. Deze literaire talkshow staat geheel in het teken van ‘de boerenerfenis’, en wordt geleid door schrijver Willem Claassen. Hij gaat met de gasten in gesprek over de rol van de boerenachtergrond in hun teksten en muziek: de drie gasten putten namelijk ieder op geheel eigen wijze uit hun plattelandsjeugd voor hun verhalen. Willem, zelf boerenzoon, vraagt zich af wat de artistieke aantrekkingskracht is van een jeugd tussen de weilanden. In aanloop naar zijn sessie schreef hij onderstaand verhaal.
Maar wij gaan oe
Carnaval 2017. De prinsenreceptie in Beuningen is lang een tamme bedoening, tot rond een uur of elf mijn zwijgzame, altijd rustige broer en zijn vrienden het podium beklimmen. Ze treden op als de Achterhoekse boerenrockformatie Normaal. Het stro dat ze aan het begin van de avond in een olieton naar binnen hebben gesmokkeld gooien ze tijdens ‘Oerend hard’ de zaal in. Bier vliegt door de lucht. In de zaal gaat het eindelijk los. Het publiek danst en springt. Mijn oude buurjongen gaat voorop in dit feestgedruis. Ik sta stil tussen de feestende menigte in mijn carnavalskostuum, een verkleurd joggingpak uit de jaren negentig, en ik heb kippenvel. 
Ooit was Nederland een agrarische samenleving, maar de boer is in de afgelopen twee eeuwen in een behoorlijk tempo een minderheid geworden. Na de Tweede Wereldoorlog is het echt hard gegaan, met de Europese landbouwhervorming, de schaalvergroting, de ruilverkaveling, het verdwijnen van de boerenknecht, van het gemengd bedrijf, van de middelgrote boerenbedrijven, en zelfs van de minister van landbouw.
Tumblr media
Midden in die storm van veranderingen wordt in 1973 Normaal opgericht.   Ik bun moar een eenvoudige boerenlul / en doar schoam ik mien niet veur, zingt frontman Bennie Jolink en daarmee geeft hij de in de verdrukking gekomen boeren een stem. De landelijke radio draait ineens dialectmuziek en in feesttenten in heel Nederland ontstaan nieuwe concertrituelen, met T-shirts die kapot worden gescheurd en het gooien van stro en bier. Høken en deurdonderen. Het is een eigen versie van rock & roll, van de kont tegen de krib, van fuck you wereld, en het heeft alles te maken met identiteit.  
Een neef, zoon van een varkensboer, vertelde eens op een verjaardag van een tante – ik was toen een jaar of tien – dat er een vechtpartij op zijn middelbare school was geweest tussen boeren en ‘stadsen’. De stadsen waren in de meerderheid en wonnen. Hoe hij over de stadsen sprak, is me altijd bijgebleven. Zoveel weerzin. Ze waren alles wat hij niet was. In mijn woorden: onoprecht, glad, ijdel, macho, schreeuwerig, achterbaks. Later begreep ik dat de boeren en de stadsen in dit geval maar enkele kilometers uit elkaar woonden en dat de stadsen in vele categorieën vallen onder te verdelen, als je er goed naar kijkt.
Maar het verschil tussen stad en platteland was en is er. De boeren hebben een eigen cultuur, een eigen leefstijl, met de daarbij horende trots, argwaan en onzekerheid. Dan is het fijn om muziek te hebben die je keihard in de tractor kunt draaien, zeker als je met een volle hooiwagen dwars door de stad moet. 
Ik ben nooit de ideale boerenzoon geweest. Ik hield van de dieren om me heen, zij waren een vanzelfsprekendheid, maar de ambities om daar iets meer mee te doen ontbraken. Met Normaal had ik weinig en met tractors evenmin. Toch liep ik in mijn puberjaren wel op school rond met een shirt van Rowwen Hèze. Ik zat op de havo. De alto’s waren op één hand te tellen. Ik koos voor iets wat tussen alto en mainstream in zat. Jack Poels zong ook in het dialect, maar zijn band was iets minder ruig en naar mijn idee iets minder plat dan Normaal. Rowwen Hèze durfde snelle hoempamuziek af te wisselen met rustige, kwetsbare liedjes zoals het prachtige De Peel in brand. Ik bezocht samen met mijn broer concerten, waarbij ik vooraf een paar centimeters in de hals van een oud shirt knipte zodat hij makkelijker kapot te trekken was. Ik gooide heel af en toe met bier, want zoveel geld had ik niet. Thuis plakte ik mijn schoolagenda vol met plaatjes van de Limburgse band en schreef fragmenten van songteksten over. Dan is ’t mar dom / wat ik duj / heb ik andere manieren. 
Tumblr media
Ik was geen volle boer, meer een halfvolle, maar deze muziek hoorde bij mij. Een buitenbeentje tussen de buitenbeentjes. Ik merkte dat ik ertussenin stond, tussen boer en burger, maar mijn connectie met de boeren was nog groot. Daartussen voelde ik me veilig, daar voelde ik me thuis. 
We gingen een midweek met het gezin op vakantie naar Overijssel. Langer kan niet, verder weg ook niet. Elke dag werd naar de boerderij gebeld. Een oud-stagiair molk de koeien. We zaten in een huisje ergens tussen de weilanden, eigenlijk was het net als thuis – alleen dan zonder bedrijf. Op de kast in de woonkamer had mijn moeder haar piepkleine draagbare radio neergezet. Ik wilde altijd muziek aan hebben en speelde daarom voor dj. De enige cd die er tussen zat waar ik ook iets mee kon, was die van Rowwen Heze en die ging dan ook op de repeat. Woa ge ook loept en wat ge aug denkt / Neejmand dea zeit ow wat good is of slech / Neejmand dea wet wie verlust of weej wint / Ge komp op ut end beej owzelf tereg. Een midweek lang zongen, neurieden en floten we samen mee met Rowwen Hèze. We waren een familie uit een reclame. Het was eenmalig. Nooit meer gingen we met z’n allen op vakantie en ik verloor op een gegeven moment mijn interesse in Rowwen Hèze. Er waren interessantere bands, zonder hoempa, van over zee.
Terwijl mijn broer op het podium door de microfoon schreeuwt, heb ik kippenvel omdat ik me bewust ben van wat er in de landbouwsector aan de hand is en wat er nog aan zit te komen. Dat Bennie Jolink twee jaar geleden wegens gezondheidsredenen stopte met Normaal en vorig jaar besloot helemaal niet meer op te treden - ook niet met hobbyband De Pensionado's - heeft iets symbolisch. Het zijn zware tijden voor het platteland. 2017 is het jaar van het fosfaatreductieplan. Mijn vader en broer zullen het, blijkt later, met twintig melkkoeien minder moeten doen. Honderden boeren stoppen. Tienduizenden koeien verdwijnen, naar het buitenland of naar de slacht. Wat ik op dat moment nog niet kan vermoeden, zijn de schandalen die zouden volgen: de gruwelbeelden van het slachthuis in Tielt, de gigantische stalbrand in Erichem en de door fipronil besmette eieren.  
Het zijn niet bepaald de eerste problemen in de sector. Milieuwetgeving, epidemieën, ruimingen, al jaren zitten de boeren ermee in hun maag. Aan de ene kant worden ze gedwongen alsmaar groter te worden met hun bedrijf om te overleven, om met alle regels enigszins uit de kosten te komen. Aan de andere kant zorgt juist die schaalvergroting voor negatieve beeldvorming en groeit de weerstand tegen de bio-industrie. Het zorgt ervoor dat boeren zich snel voelen aangevallen. Dat ervaar ik ook bij mijn eigen ouders als ik kritische vragen stel. Zoals ieder mens, in welke sector hij of zij ook werkt, zoeken ze naar erkenning en waardering.
Als ik naar mijn tijdlijn op Facebook kijk, merk ik dat ik tussen twee bubbels in zit. Er woeden cultuuroorlogen op het internet en het gaat er hard aan toe. Ik lees een post over iemand die besluit vegetariër te worden en die iedereen oproept dat ook te doen. Er staat een link bij naar een artikel van Rutger Bregman op De Correspondent en een citaat uit dat artikel van Yuval Noah Harari: ‘De moderne veeteelt is de grootste misdaad in de menselijke geschiedenis’. Scroll ik naar beneden dan kom ik foto’s van tractors tegen, die het land bewerken in de avondzon. Nog verder naar beneden wordt een column gedeeld waarin staat dat de milieufanatici van tien jaar geleden, die destijds in nertsenfokkerijen dieren lieten ontsnappen, zich naar boven hebben gewerkt en nu op de belangrijkste politieke posten zitten. In de reacties stapelen de complottheorieën zich op.
In deze wirwar van berichten, van gevloek en gejammer, probeer ik mijn eigen mening te vormen, mijn eigen verhaal te maken. Te verantwoorden wat ik eet, hoe ik leef, maar het is lastig, tussen deze twee bubbels, met mijn familie aan de ene kant en mijn vrienden aan de andere kant. Het is ergens ook een geografische tweedeling. Wie op het platteland woont denkt vaak milder over de bio-industrie, zoals stedelingen vaak milder denken over immigratie. Hoe kleiner de afstand, hoe groter de empathie. Progressieve Amsterdammers, veel schrijvers ook, stemmen op of zijn zelfs lid van de Partij van de Dieren. Behouden provincialen, velen met een boerenachtergrond, steunen het CDA (en soms de PVV).
In de toekomst neemt mijn broer het bedrijf over en dat betekent dat mijn ouders moeten verhuizen. Ze weten wat ze in elk geval niet willen: naar het dorp (om over de stad maar helemaal te zwijgen). Vrijheid is een van de belangrijkste aspecten van het boerenleven. Ruimte om je heen, dicht bij je bedrijf, bij de dieren, zodat je er meerdere keren op een dag naartoe kunt fietsen. Zo zijn ze. Als ze op vakantie gaan, nu veel vaker dan in mijn jeugdjaren, bezoeken ze andere boerenbedrijven. Welke accountant, bouwvakker, webspecialist, huisarts zou dat doen? Het boerenleven zit ze in het bloed, ze kunnen niet anders. En nu klinkt steeds luider dat ze fout bezig zijn en altijd fout bezig zijn geweest. Dierenhitlers, dat woord kwam deze zomer voorbij. Dank je wel, Youp van ’t Hek.
Een pluk stro ligt op mijn schouder, ik ben nat van het bier. Ik kijk om me heen, naar mijn vader, moeder, mijn zussen en mijn broer op het podium. We zingen allemaal mee met Normaal.
Maar wij gaan oe / oehoe oehoe / oehoe oehoe oehoerend hard.
We zingen om te overleven, maar ook om dit bestaan te rechtvaardigen. Wij zijn boeren en dat zullen we blijven. En al wat ik hoop is minder harde taal, minder social media, minder platte beeldvorming, meer ontmoetingen, meer dialoog, meer nuance, meer empathie en meer, veel meer muziek.
youtube
En meer literatuur natuurlijk. In mijn Wintertuinsessie op 26 oktober onderzoek ik wat de artistieke aantrekkingskracht is van een jeugd tussen de weilanden. Dat doe ik samen met muzikant broeder Dieleman en schrijvers Marieke Lucas Rijneveld en Leo Pleysier. Ik kijk er naar uit. Wees welkom.
Wintertuinsessie: De boerenerfenis Datum: donderdag 26 oktober Locatie: Thiemeloods, Nijmegen Deur open: 19.30 uur, aanvang: 20.00 uur Entree: 7,50 euro (5 euro voor studenten). Tickets via www.denieuweoost.nl/event/wintertuinsessie/
3 notes · View notes
26within · 7 years
Text
seubn
Grazia Pollenspeer….. Weg was ze, niet echt want ze zat nog gewoon in haar eigen kleine kantoortje midden in de stad. Maar dat was omhulsel, lichaam. In gedachten was ze volledig weg. Ze zag de achterlichten van haar eigen zwarte Mini Cooper bij wijze van spreken verdwijnen aan de horizon. Wat er voor die denkbeeldige horizontale lijn gebeurde kon ze niet duiden, alles erachter was toekomstmuziek en ondergaande zon. Welke muziek die toekomst zou brengen kon ze wel invullen want ze was gek op wereldse tonen. Lekker los gaan op de bongo’s van haar hart, de trommels van haar oren en op de sitar van haar hart. Af en toe ging het ritme plots naar beneden, tot het bijna stil viel, maar daarna zwollen de steeldrums weer op kwam het zwaar aanstekelijke ritme dubbel zo hard terug……Mevrouw Pollenspeer! Bent u er wel helemaal bij? Voor haar stond een jonge knul met een veel te grote bril en een veel te eigenwijze blik in zijn ogen. Ze schrok, viel bijna achterover van haar breedbemeten kekke directeursstoel en deed snel haar benen van het bureau, ging even verzitten om haar rok naar onderen te trekken en keek toen streng naar het ventje dat voor haar stond….te staan. Wat sta je daar nou, heb je niet geleerd om aan te kloppen voor je hier zo maar naar binnen dendert? De jongen gaf geen kick…..Nou, waarom heb je om te beginnen zo’n rood hoofd, nog nooit iemand met haar voeten op tafel gezien? De jongen wendde zijn hoofd af en Grazia begon langzaam te begrijpen wat er hier aan de hand kon zijn. Stond op, pakte haar spierwitte blouse van het wandlampje achter haar en keek de jongen recht in de ogen terwijl ze het kledingstuk aantrok, dichtknoopte en in haar rok stopte. Nog nooit een vrouw in een rode BH gezien? En toen moesten ze allebei heel hard lachen…. Vertel eens…Hoe heet je eigenlijk? Stefan was het antwoord. Vertel eens Stefan, waar kan ik je mee helpen? De jongen schraapte zijn keel bijna geluidloos en schoot toen weer in de slappe lach. Grazia bleef de hinnikende jongen volgen en net voor hij voorover op de grond dreigde te pleren….Keek hij recht in de loop van een revolver. Het lachen was hem accuut vergaan en in plaats dat hij schuddebuikend in de grijze vloerbedekking rolde, droop er heel wat anders in de grauwe kortpolige bodembedekker…En het rook niet echt naar viooltjes. De donkere vlek in zijn spijkerbroek werd steeds groter en de indringende geur van urine steeg snel op om vervolgens de algehele atmosfeer semi-permanent te besmetten. Grazia keek meedogenloos naar de jongen die als een standbeeld verstijft was….Ze zei niks en de jongen begon te stamelen. Koelbloedig haalde ze de trekker over….Een klik was het resultaat en een lullig vlammetje kwam uit de loop van het vuurwapen. Ze begon keihard te lachen en stak een verse Belinda tussen haar welgevormde lippen. Richtte het wapen omhoog en een gloeiend sigarettenkegeltje maakte kringeltjes in de lucht. Ze keek de jongen van de postkamer nogmaals streng aan en blies een stevige wolk nicotinedamp in het angstige gezicht. Jij bent nog niet van me af knulletje….Gaat heen nu lachebek en trek iets schoons aan als je hier weer zomaar komt binnenstruinen….Zorg ik ook dat ik alle kleren netjes op orde heb boefje. Dag Stefan….Sluit je even de deur achter je. De jongen droop letterlijk af, maar net voor hij het kantoortje uit wilde vluchten draaide hij zich om….Liep terug naar de plek waar hij stond en legde met enige zorgvuldigheid een grote bruine enveloppe op het bureau. Een enveloppe die hij de hele tijd al vast had gehouden en nu sporen van angst aan een kant vertoonde…..Grazia keek alweer op haar laptop en woof de jongen geroutineert de deur uit…..Stefan? Hierrr! Voor ik het vergeet, dit en ze wees op haar kabanja´s en dat en wees naar de stinkende vlek in zijn broek…..Die zaken blijven binnen deze kamer, comprende? De jongen knikte gretig en verdween achter zijn karretje snel de lift in….Ze moest toch maar eens wat minder inlevingsvermogen tonen als ze dagdroomde….Voor je het weet ziet een pukkelige puber je in je BH. Niet dat ze dat erg vond…Integendeel, maar het geeft zo’n gedoe achteraf. Ze drukte een knop in op haar schakelkastje en een zwoele vrouwelijke stem vulde de ruimte met gebrekkig nederlands….Allo Mevrouw Grazia, wat ik doen voor u? Neem even iets mee voor het reinigen van het tapijt en ook iets om de lucht hier wat op te monteren Inez….Het is weer eens zo laat! Drie verdiepingen lager schudde Inez haar hoofd en rolde haar schoonmaakkarretje richting de lift….Verdoeme, heeft die dolle griet weer pistola gericht voor tweede maal deze week. Iek geef haar nooit meer kadootje van ome Paco uit Colombia….Gek wijf! Grazia keek naar de enigszins verfrommelde enveloppe en pakte het beet. Er zat iets van een sleutel in want de ene punt wees meteen omlaag. Ze deed een la open en pakte…..Rommeldebommel, goddomme stoeme kutkar met kutwiel. Dag Inez sneerde Grazia en klikte op het heft van een matzwarte stilletto. Klik en een best lemmet schoof razendsnel uit het holster. Inez keek even naar het steekwapen en toen naar Grazia. Met haar wist je het maar nooit, af en toe was ze zo gek als een deur. Grazia woof opnieuw ten teken dat ze haar gang kon gaan en stak met de snijkant in de enveloppe. Het papier schuurde zacht als een scheurende en dus te krappe hotpant. Inez was alweer zo goed als klaar toen Grazia naast haar kwam staan. Ze sloeg een arm om het meisje heen en keek haar aan. In de andere hand hield ze de stilletto stevig vast. Ken jij die Helena van de bovenste verdieping? Inez schudde haar hoofd en mompelde wat vaags in haar moedertaal. Grazia pakte haar steviger vast en dwong het meisje in haar eigen felle ogen te kijken….Ken je haar goed Inez? Inez knikte…Ik wil het van je horen trutje, kwam het dreigend uit haar mond. Inez zei snel ja en toen nee en toen misschien. Grazia liet het mes met opzet vallen en ging wijdbeens en met gebalde vuisten voor haar staan….Jij gaat mij helpen, ik wil alles van Helena Foxmaijer weten binnen nu en een week. Inez keek niet begrijpend naar de kwade blik in haar ogen….Waaroem Grazia?.(Ze kenden elkaar goed genoeg om elkaar bij de voornaam te noemen)....Even bleef het stil en toen sprak ze de volgende woorden dreigend langzaam uit….Dat wijf is godverdomme voorgekropen in de hierachie van de vrouwelijke reeks. Na Frederique komt nog altijd eerst de G. en dat ben ik toch zeker?….Ze pakte de brief erbij en de enveloppe waar de bedachte sleutel uitviel….En doe haar maar de groeten van mij. Ze wierp de sleutel onderhands naar Inez en sprak plots teder…Op jou kan ik tenminste rekenen…Jij komt na mij aan de beurt. Klone PS: Als vrouwen kwaad en pissig zijn, wees dan maar op je hoede…….(Fratsen)
1 note · View note
iemandzoalsik · 4 years
Text
Helden in witte jassen - door Hayat
Tumblr media
 ‘Ken jij Jaap Bressers?,’ vroeg één van mijn verzorgers onlangs. ‘Nee, ik ken niet alle gehandicapten die er zijn in Nederland’. ‘Jij wel?,’ vroeg ik haar. ‘Grappig ben je. Je weet wel dat hij gehandicapt is’, zei ze. Ik moest lachen om haar snelle reactie. ‘Ik ken hem niet persoonlijk, maar heb wel eens zijn verhaal gehoord,’ antwoordde ik. Ze was op een symposium geweest en zijn verhaal deed haar denken aan het mijne. Vooral het Carlosmomentje had haar geïnteresseerd. Later die dag moest ik nog steeds denken aan dit gesprek. Via Google kwam ik meer te weten. Mensen aan het lachen maken, sarcasme over je eigen leed en openlijk over je handicap vertellen doe ik al jaren. Vraag er alleen geen geld voor ;-) Hij kan iets dat ik niet durf maar stiekem wel zou willen durven. Voor groepen staan, kennis overdragen, verandering teweegbrengen door je kwetsbaar op te stellen en je verhaal te vertellen. Jaap heeft het Carlosmomentje vernoemd naar de Portugese broeder die voor hem het verschil wist te maken toen hij na zijn duikongeluk in het ziekenhuis lag. Door iets te doen dat voor broeder Carlos heel normaal was, maar dat voor Jaap veel toegevoegde waarde had. Terwijl ik het las moest ik meteen denken aan mijn ervaring en de persoon die voor mij destijds van onschatbare waarde is geweest.
Mijn Carlosmomentje In mei 2008 ben ik geopereerd aan mijn scoliose. Als gevolg van verkeerde intubatie en complicaties heb ik drie weken in coma gelegen. Nadat ik was ontwaakt bleek mijn lichaam volledig verlamd. Niemand heeft eraan gedacht om mijn armen en benen door te blijven bewegen terwijl ik in coma werd gehouden. Er stak een luchtpijp uit mijn keel, er zat een drain in mijn rug, mijn knieën waren gebroken en mijn armen en hals zaten vol infusen en naalden waar diverse vloeistoffen doorheen gingen. De dagen dat ik wakker was waren hels. Ik kon alleen voelen en beleven. Als iemand mij vraagt wat eenzaamheid is dan moet ik vaak aan dat moment denken. Gevangen zitten in je eigen lichaam dat ongelofelijk pijn doet en het niet kunnen zeggen. Elke avond kwam er een verpleegkundige binnen die iets inspoot in mijn infuus en weg was ik. Na een paar dagen begon ik te snappen dat ik een slaapmiddel kreeg. Elke avond keek ik reikhalzend uit naar dat moment.
Ik twijfelde aan mijn bestaan. Weken heb ik gedacht dat er een klok op mijn kamer hing die non stop aan het doordraaien was. Later zou blijken dat die klok er nooit heeft gehangen. Net zo min als dat ik aangevallen werd ‘s nachts door een helium ballon in de vorm van Patrick uit Spongebob. Ook had ik geen formule ontdekt voor wereldvrede en de ontmoeting met Oprah Winfrey om mij daarvoor te bedanken had zeker niet plaatsgevonden. Ik wist niet meer wat realiteit was en wat niet.
Hallucinaties Ik weet nog dat niemand van de professionals echt contact maakte met mij. Alleen goedemorgen, -middag of -avond. Controles werden in stilte uitgevoerd. Verzorging en toediening medicatie idem. Elke keer als de deur dicht werd getrokken, stierf ik een beetje van binnen. ‘Blijf bij me, alsjeblieft!’. ‘Laat me hier niet alleen’, wilde ik schreeuwen. Wat nou als ik nooit meer zou kunnen praten. Wat nou als ik toch dood ga, hier in dit bed, alleen in dit kamertje. Zonder afscheid te nemen. Zonder nog wat te zeggen. Voor altijd stil. De weken die erna kwamen, was de dood steeds prominenter. Elke seconde dat ik leefde kon de laatste zijn. 24/7 was ik daarmee bezig. Ik begon alles af te wegen.
Is dit hoe ik verder wil leven? Nee.   Kan ik de pijn langer verdragen? Nee. Heb ik controle over de situatie? Nee.   Zou het fijn voelen als dit over zou zijn? Ja!
Ik hoorde iemand zeggen dat de meeste mensen de IC niet levend verlaten, dat het een wonder was dat ik ontwaakte. Maar dat ze niet weten of ik het zou redden. Als dat het geval was dan stond er al een beademingsapparaat klaar voor op mijn rolstoel. Die boodschap maakte mij intens verdrietig, bang en boos tegelijk.
Dr. van den Berg De eerste persoon die oogcontact met mij maakte bij binnenkomst was de IC-intensivist. Hij kwam naast me staan en pakte mijn hand beet. Zijn aanraking maakte mij direct emotioneel. Ik kan me herinneren dat de tranen over mijn wangen rolden en hij deze weg heeft geveegd. Hij vertelde dat hij mij niet eerder had gezien als beademingspatiënt bij Centrum voor Thuisbeademing. ‘Wat is jouw verhaal?’, vroeg hij hardop. Hij liet mijn hand los om mijn status te lezen. Tegen de tijd dat ik dr. Van den Berg zag, kon ik mijn rechterhand iets bewegen en een pen vasthouden. Dit stelde mij in staat om kleine woordjes op papier te krabbelen. Want dat waren het vooral. Slordig trillende krabbels waar je wel een woord uit kon opmaken als je de tijd nam. Dr. Van den Berg begreep na het lezen van mijn status mijn situatie. Hij was de eerste die mij echt uitlegde dat de intubatie verschrikkelijk fout is gegaan en dat ze een tracheotomie hadden uitgevoerd. Tijdens deze spoedingreep liep ik een dubbele longontsteking op door een ziekenhuisbacterie. Om mijn organen rust te geven ben ik in slaap gehouden en leek de laatste poging van cocktail aan antibiotica effect te hebben op de longen. ‘Daarom hebben ze je wakker gemaakt’, vertelde hij.
Mijn rechterhand schreef het woord ‘proberen’ op. Dr. Van den Berg keek naar het woord en daarna lachend naar mij. ‘Wil je het proberen zonder beademing? Eén keer knipperen is Ja.Twee keer is nee’, zei hij. Ik knipperde 1 keer en bleef hem strak aankijken. Hij bleef in eerste instantie stil. Dit duurt me te lang. Mijn hand bewoog over het papier en begon met schrijven: nooit beademi….. Hij las mee en zei hardop wat ik wilde schrijven. ‘Nooit beademing gehad.’ ‘Je wilt het proberen zonder beademing.’ ‘Je bent nooit eerder beademd geweest.’ Vervolgens kwam hij weer naast mij staan en pakte mijn schrijfhand op. ‘Hayat, ik ga nu heel eerlijk tegen je zijn. De situatie waarin je nu verkeert, is ernstig. Dat je wakker bent geworden geeft aan hoe sterk je bent. Je hebt inderdaad nooit eerder een indicatie gehad voor beademing. Voordat ik het met je ga proberen zullen we het moeten hebben over o.a. zelfstandig slikken. Want ook dat kun je nog niet zelf. Het kost veel tijd en geduld voordat je slikfunctie is hersteld. Ik weet niet zeker of het zich herstelt. Als dat wel lukt kunnen we kijken naar de beademing. Als jij het wilt dan durf ik het wel aan om het te proberen. Om je een beeld te geven hoe zwaar het zelfstandig ademen is kan ik je zo meteen van de beademing afhalen. Dan voel je dat je longen nog echt afhankelijk zijn van de machine. Wil je dat?’
Ik knipperde één keer. Hij ontkoppelde mij van de beademing. Al die tijd dacht ik dat ik zelfstandig ademhaalde. Koppig als ik was. Het voelde helemaal niet of dat stuk werd overgenomen door een apparaat. Terwijl ik met al mijn kracht lucht probeerde in te ademen voelde het alsof er een olifant op mij lag en ik door een speldenprik ademde. Er gebeurde niks. Behalve dat ik bij die gedachten in paniek raakte en begon te huilen. Dr. Van den Berg sloot me weer aan op de beademing. Ik durfde hem niet meer aan te kijken en besloot mijn ogen niet meer te openen. Hij gaat vanzelf weg dacht ik. Hij bleef net zo lang staan totdat ik weer was gekalmeerd. Met het vriendelijkste gezicht dat ik in die periode had gezien. Het enige dat hij zei was, ‘anders hè zonder beademing’. Nadat hij de handschoenen had weggegooid en zijn handen had gewassen, zei hij dat hij de komende dagen langs zal komen om te kijken hoe het gaat. ‘We beginnen eerst met het slikken weer te activeren. Daarna moeten we maar snel kijken hoe we je stem terug krijgen.’ De dagen erna kwam dr. Van den Berg geregeld langs. Zijn plan werd later die week gestart. Niet iedereen op de IC stond achter zijn besluit. Hij bleef standvastig en gaf altijd als antwoord dat ik het graag wil proberen. Na een paar dagen zag hij daar verbetering in en mijn waarden van mijn longen werden voorzichtig beter. Het opbouwen om van de beademing af te komen werd fase twee in mijn herstel. Eerst een minuut. Toen drie. Toen vijf. Daarna tien minuten, een kwartier. Tegen de tijd dat ik een half uur zonder beademing kon, kwam dr. Van de Berg weer langs. Vrolijk als hij was stapte hij mijn kamer binnen. ‘Het gaat goed met je hè!’ In de dagen die volgden ging het opbouwen onder zijn leiding als een trein. Twee maanden later lag ik op de IC zonder beademingsapparatuur met een zachte stem grapjes te maken met de verpleegkundigen.
In oktober van 2008 mocht ik naar huis en een paar dagen later zat ik in de collegebanken, klaar om te starten aan mijn afstudeerjaar. In februari van 2009 mocht ik mijn diploma in ontvangst nemen. Drie maanden later werd ik aangenomen bij Achmea in Apeldoorn.
Grondlegger voor mijn mindset Ik denk nog vaak terug aan 2008 en aan dr. Van den Berg. Aan de harde realiteit waar ik mee ben geconfronteerd op jonge leeftijd. Aan de lessen die ik heb geleerd. Aan hoe vastberaden ik was. Aan de missie die ik had. Aan de doelen die ik voor mezelf stelde tijdens deze trauma. Kleine. Later grotere. Van niet doodgaan vandaag. Tot aan ik ga het ziekenhuis verlaten zoals ik binnen ben gekomen, zonder beademing. Sommige helden dragen witte jassen. Zonder zijn vertrouwen had ik waarschijnlijk de handdoek in de ring gegooid en had ik mij berust in het lot. Overlijden aan complicaties of permanente beademing. Door een stomme onnodige fout. Zonder zijn steun, durf en eerlijkheid was het idee van proberen nooit uitgevoerd. Door zijn manier van handelen kwam er iets in mij los. Nieuwe drang naar leven en naar beter worden. Door zijn aanpak kreeg ik weer grip op mijn geest en werd mijn doel duidelijk. Ik ga dit doen. Het interesseert mij niet wat anderen ervan vinden. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt. Na onze ontmoeting heb ik geen dag daarna getwijfeld aan mijn herstel. Falen was geen optie. Die mindset heeft letterlijk mijn leven gered. De manier van hoe ik voortaan in het leven zou staan, stond voorgoed vast. Ik had alleen de juiste persoon nodig die in mij geloofde. Zodat ik op mijn beurt weer in mezelf kon geloven. Het vertrouwen terug kon winnen in mijn lichaam. Ik heb mensen in mijn leven nodig die mij zien. Echt zien. Dan ben ik op mijn sterkst.
0 notes
lifeofroos · 5 years
Text
Inktober Challenge Prompt 4: Freeze
Dutch / Nederlands 
'Freeze!' De stem snijdt door de straat. Onmiddellijk wordt alles stil. Ik hoor de muziek van een feest ver, ver weg stoppen. Volgens mij waren er stemmen voor de freeze, maar nu hoor ik ze niet meer. De lichten gaan uit. Ik durf niet te bewegen. Voorzichtig kijk ik om me heen, erop lettend dat mijn hoofd niet meebeweegt. Om me heen staan meer mensen, even stil als ik. Ze zien er bang uit. 
Ver achter me zie ik iemand bewegen. Ik durf nauwelijks volledig naar hem te kijken. Hij is gekleed in zwart, maar met een neon blauw shirt. Rare combinatie, als je mensen wil… nou ja, ik weet niet wat hij wil met mij. Met ons. Ik voel mijn handen trillen. Ik bal mijn vuisten om het stoppen. Mijn ogen dwalen af naar de grond.
Je had beter je best moeten doen, fluistert iemand achter me. Mijn ogen schieten weer omhoog. Het klonk als iemand die ik kende. Ik kijk naar mijn linkerzijde, zonder mijn hoofd te bewegen. Ik zie iemand bewegen. Iemand in de buurt beweegt zijn hand. Onmiddellijk slaat de dader… kan ik hem de dader noemen? Ik ga hem de dader noemen. De dader slaat hem tegen zijn hoofd. 'Gepakt,' sist hij. Zijn stem is hard. Ik ril een beetje, maar zorg er onmiddellijk voor dat het stopt.
Die stem… ik ken die stem. Het klonk als iemand die ik kende, lang geleden. Nog van de basisschool. Het is vaag, erg diep in mijn hoofd… hoe heette hij ook alweer?
Door de macht van gewoonte beweeg ik mijn hand naar mijn kin. Ik realiseer me pas dat ik een fout heb gemaakt als ik de klap voel. Hij komt aan tegen mijn achterhoofd. De pijn begint langzaam. Ik voel al snel dat mijn benen beginnen te trillen. Ik draai mijn hoofd langzaam naar de man toe. Hij lacht breeduit. Nu ik hem zie weet ik het weer: Luc. 
Luc. Hoe durft hij? We waren vrienden op de basisschool. Langzaam zak ik door mijn benen. Hij staart me aan, nog steeds met die lach op zijn gezicht. 'Hoe… Luc… Hoe kun je…' Mijn hele lichaam ligt op de grond. De wereld wordt donker. Ik zie dat Lucs grijns verdwijnt. Ja, Luc. Voel spijt. Ik wil dat mijn gezicht, vertrokken van de pijn, voor altijd op zijn netvlies staat. Door het donker heen hoor ik hem nog iets zeggen.
'Mijn god, Lola, stop eens met zo dramatisch zijn. Je bent af, ga aan de kant staan en neem een stuk taart.' Ik kijk hem chagrijnig aan. 
'Luc, je verpest mijn moment!'
'Lola, je verpest het spel.' Ik draai met mijn ogen, zucht en sta op. De muziek achter me begint weer. 'Karin! Is er nog taart?'
English / Engels 
'Freeze!' The voice bounces through the streets. Immediately everything goes quiet. I hear the music of a party far, far away stop. I think there were voices before the freeze, but now I no longer hear them. The lights go out. I don't dare move. I  carefully look around me, making sure that my head does not move. More people are standing around me, just as still as me. They look afraid.
Far behind me I see something moving. I hardly dare to try look at them. He is dressed in black, but with a neon blue shirt. Strange combination, if you want to... well, I don't know what he wants with me. With us. I feel my hands shake. I clench my fists to stop it. My eyes wander to the ground.
'You should have tried harder,' someone behind me whispers. My look up from the ground. It sounded like someone I knew. I look to my left side without moving my head. I see someone moving. Someone close to me  is moving his hand. Immediately the predator strikes ... can I call him the predator? I'm going to call him the predator. The predator hits the person nearby in the head. 'Caught,' he hisses. His voice is loud. I shiver, but immediately make sure it stops.
That voice ... I knew that voice. It sounded like someone I knew long ago. Still from elementary school. It is a  vague memory, very deep in my head ... what was his name again?
By the power of habit I move my hand to my chin. I only realize that I have made a mistake when I feel the blow. He hits the back of my head. The pain starts slowly. I soon feel that my legs start shaking. I slowly turn my head towards the man. He laughs widely. Now that I see him, I remember it: Luc.
Luc. How dares he? We were friends in primary school. Slowly I sink through my legs. He stares at me, still with that smile on his face. 'How ... Luc ... How dare you ...' My whole body is lying on the floor. The world is getting dark. I see Luc's grin disappear. Yes, Luc. Feel sorry. I want my face, wrecked with pain, to be on his mind forever. I hear him say something through the darkness.
'My god, Lola, stop being so dramatic. You are caught, go to the side and take a piece of cake.' I give him a grumpy look. 
'Luc, you are ruining my moment!'
'Lola, you ruined the game.' I roll my eyes, sigh and stand up. The music behind me starts again. 'Karin! Is there still cake?'
0 notes
stijnbogaarts-blog · 7 years
Text
Opdracht 9
Wat typeert jou vanuit je eigen fysieke uiterlijke verschijning, dus que lengte, gewicht, haarkleur, lichaamsbouw et cetera?
Positief: Door dat mijn moeder Indonesisch is typeert het mij dat ik een halfbloedje ben, dit houd dus in dat ik een beetje getint ben, bruine haren en ogen heb maar wel de bouw van een Nederlandse jongen.
Negatief: Ik ben al uitgegroeid en ben nog steeds een beetje aan de kleine kant, ik had graag wat lange geweest.
  Wat typeert jou vanuit je aanvullingen in uiterlijke verschijning, dus que kleding, kapsel, accessoires, piercing, tatoeages et cetera?
Positief: Vaak kleding aan die ik zelf leuk vind, daardoor zie ik er wel altijd verschillend uit omdat mijn smaak erg uiteenlopend is.
Negatief: Ik heb ooit een tattoo gezet waar ik erg veel spijt van heb, dit is nu alleen nog maar een litteken.
  Wat typeert jou vanuit je lichaamstaal, dus que gezichtsuitdrukkingen, houding en bewegingen?
Positief: Ik krijg vaak te horen dat ik erg vrolijk kijk, ik weet niet of dit dan ook typerend is maar ik krijg het zo vaak te horen dat het wel iets is wat bij mij past.
Negatief: Als ik dan een keer niet lach, staan mijn wenkbrauwen op een bepaalde manier dat mensen altijd het idee hebben dat ik boos ben.
  Vul hier in wat jou typeert met betrekking tot zien:
 Kortbondig samengevat ben ik eigenlijk om te zien dus een blij halfbloedje die er altijd verschillend uit ziet.
     Volume
Toonhoogte
Intonatie
Spreektempo
Aan de telefoon met een belangrijke klant.
Normaal
Normaal
Veel
Langzaam
Tegen een klein kind dat leert lopen.
Hoog
Hoog
Veel
Snel
Als je een goede vriend tegen komt.
Hoog
Laag
Weinig
Langzaam
Sprekend voor een grote groep mensen.
Hoog
Laag
Veel
Langzaam
Tijdens een MT vergadering.
Hoog
Laag
Veel
Langzaam
In bed tegen je partner.
Laag
Laag
Weinig
Langzaam
  Wat typeert jou qua stemgebruik, dus is je tem hard, zacht, warm, koud , vriendelijk, cynisch, rustig, gehaast et cetera?
Positief: Ik krijg vaak te horen dat ik een erg zware stem heb, hierdoor komt mijn stem best hard over. Ik maak ook veel gebruik van sarcastische opmerkingen dus ik denk ook wel dat er enige vorm van cynisch in mijn stemgebruik zit.
Negatief: Door mijn zware stem kan ik moeilijk stil iets overleggen, veel mensen in stillen ruimtes zoals een klaslokaal horen mij dus ook meteen zodra ik iets zeg.
  Wat typeert jou vanuit andere geluiden die je produceert, zoals lachen, hummen, neuriën, hijgen, met je voeten schuifelen, je pen in en uit klikken, snurken et cetera?
Positief: Ik lach erg veel, ik krijg dit altijd en overal te horen, daarnaast heb ik eigenlijk altijd wel een liedje in mijn hoofd die ik aan het mee zingen of neuriën ben.
Negatief: Mijn vriendin vind dat ik altijd snurk… Dat kan dus wel als negatief worden ervaren.
  Vul hier in wat jou typeert met betrekking tot horen:
Mijn zware stem kan ik dus niet zacht doen, ik praat altijd hard en lach erg veel, naast deze eigenschappen hoor ik dus wel is dat ik snurk.
  Type aanraking
Voorbeeld
Doe je zelf of niet zelf
Beroepsmatig
Dokter/fysiotherapeut/zuster/tandarts patiënt, trainer voetballer, kapper-cliënt et cetera.
Niet zelf
Functioneel
Reddingszwemmen, brandweerman, tast door een blinde, hulp bij opstaan of lopen
Niet zelf
Sportief
Contactsporten als rugby, waterpolo, voetbal, samen juichend op de grond et cetera.
Zelf
Ritueel
Groet (handdruk, kus, omarming, omhelzing), zegening, handoplegging
Zelf
Aandacht
Schoudertik, hand op knie, por in bovenarm
Zelf
Agressief
Slaan, schoppen, duwen, bijten, krabben
Zelf
Toevallig
In de rij bij de kassa, in een drukke straat, in het vliegtuig of volle bus, bij het aannemen van een voorwerp
Zelf
Liefdevol
Romantisch, verleidend, erogeen, seksueel
Zelf
Vriendschappelijk
Hand in hand, arm in arm, hand op schouder, arm om schouder, aai over de bol
Zelf
  Wat typeert jou met betrekking tot fysiek voelen, dus que soorten aanraking en de manier waarop dit gebeurt? Zie je dit als positief of als negatief voor jezelf?
Positief: Ik vind aanraking meestal niet erg fijn, behalve met mijn vriendin maar verder vermijd ik altijd fysiek contact.
Negatief: Ik ervaar het meeste lichamelijke contact met mensen als onprettig. Vind het fijner als iedereen gewoon zijn/haar afstand houd.
  Wat typeert jou met betrekking tot ‘figuurlijk’ voelen, dus hoe voelen mensen zich in jouw omgeving, welke sfeer creëer je om je heen, hoe beleeft men je, wordt je gezien als een autoriteit, heb je charisma et cetera?
Positief: Ik kan goed met mensen opschieten, ik wordt meestal snel gezien als iemands maatje of vriend
Negatief: Als ik me niet prettig bij iemand voel of ik iemand gewoon niet mag, dan is dit heel erg te merken aan mijn gedrag.
  Vul hier in wat jou typeert met betrekking tot voelen:
Ik vermijd het meeste fysieke contact behalve met mijn vriendin, verder kan ik wel erg goed met mensen opschieten en voel ik me vaak om mijn gemak bij vreemden.
        Wat typeert jou met betrekking tot je eigen geur, dus geuren als zweet, regelmatig knoflook, een frisse geur van je zelf, het parfum of de aftershave die je eventueel typeert et cetera?
Positief: Ik woon op me zelf en vind een goede geur erg belangrijk, hierdoor steek ik elke dag voordat ik naar school ga een geurkaars op, en spuit ik altijd voordat ik weg ga parfum op. Ik vind geur erg belangrijk en ben er ook gevoelig voor.
Negatief: Omdat ik zo gevoelig voor geur ben kan ik me ook erg makkelijk irriteren aan stank, hierdoor eet ik bepaalde gerechten niet en vermijd ik personen met een vies geurtje.
  Wat typeert jou met betrekking tot de extra geur die je om je heen hebt gecreëerd, dus in je huis, auto, kantoor et cetera?
Positief: Ik zorg dus zoals hier boven beschreven altijd dat het lekker ruikt in huis.
Negatief: Kan niet goed tegen stinkende plekken en voel me daar ook erg ongemakkelijk als ik er ben
  Vul hier in wat jou typeert met betrekking tot ruiken:
Door een goede geur kan ik me al erg op mijn gemak voelen en vind dit ook erg belangrijk, het nadeel is hiervan dat het ook wederzijds werkt, daardoor kan ik me dus ook erg ongemakkelijk voelen bij een slechte geur. Ik denk dat mijn reukorgaan sterker is ontwikkeld dan andere.
  Taalaspect
Effect op jouw uitstraling
Jouw spreektaal
Ik denk dat dit geen effect heeft
Jouw dialect
Tilburgs, dit komt soms nog al guur over
Jouw accent
Brabants, ik denk dat dit boers over komt in andere gebieden van Nederland
Jouw stijl
Toch praat ik nog best veel ‘straattaal’ door mijn Brabants heen, dit kan niet iedereen verstaan.
Jouw vakjargon
Ik praat best lomp vergeleken met andere
Jouw stopwoorden
Ik zeg heel vaak ‘toch’
Jouw lijfspreuken
Wa doede eraan
  Vul hierin wat typerend is voor jouw taal:
Ik denk dat ik precies praat zoals elke jongeren doet uit Tilburg, in mijn vriendengroep hangt dit taaltje overal.
  Personen / groepen om je heen:
Effect op jouw uitstraling:
Familie
Ik ben niet vaak met mijn familie, dit komt ook omdat ik op me zelf woon. Ik denk dat mijn familie vroeger veel invloed op mijn uitstraling heeft gehad omdat die toch je de normen en waarden leren die hun normaal vinden.
Kerkgenootschap
Ik ben niet gelovig, dus ik heb geen kerkgenootschap die enige invloed op mij heeft.
Politieke partij
Dit jaar heb ik voor het eerst gestemd op de partij D66. Ik denk dat dit mij tot de groep student doet indelen.
Werk
Op het moment heb ik geen werk, ik ben dus gewoon een scholier en werk beïnvloed mij niet.
Hobbyclub
Mijn hobby’s waren altijd hockey en boxen, hockey ben ik mee gestopt omdat ik de mensen die met mij in een team zaten niet echt bij mij pasten, het heeft dus mij laten zien dat ik in ieder geval niet bij de hockey uitstraling hoor.
Sportvereniging
Geen sportvereniging.
Vrienden
Ik heb een hele grote vrienden groep, we zijn vaak met zijn alle en dit heeft een groot effect op mijn uitstraling. Ik denk dat ik wordt gezien als typische jongeren.
Overige groepen
Geen overige groepen.
  Voel nu in welke groepen/personen sterk van invloed zijn op jouw uitstraling:
Vroeger hadden mijn ouders een erg grote invloed op mij, nu ik op mezelf woon is die invloed voorbij. Ik woon nu op mezelf en de invloed van mijn familie zijn daardoor erg achteruit gegaan. Ik moet nu zelf verantwoordelijk zijn en er zijn niet meer echt groepen die veel invloed op me hebben.
0 notes
Text
opdracht JAM2A dominique de charro
Persoon 1: Rapper Ismail
Zintuigen
Zien: zijn lichaamstaal is erg nonchalant, zit weinig verschil in zijn gezichtsuitdrukkingen, hij heeft een open houding, zit recht op en praat veel met zijn handen, beweegt niet, zit voornamelijk stil
Horen: hij heeft een duidelijke stem, hij praat op een toonhoogte, praat op een goed volume (niet te hard, niet te zacht), hij praat op een goed verstaanbaar tempp
 Voelen: ze begroeten niet, en er zit geen humor in
 Ruiken: ik denk zelf niet dat ze erg fris ruiken, ze zien er allemaal een beetje uit als die veel roken en zwerven op de straat
 Taal
Landstaal en streektaal: hij praat gewoon Nederlands
 Dialect en accent: hij praat wel met een accent, buitenlands accent, ik denk dat hij hier wel extra goed z’n best doet om ABN te praten
 Stijl en vakjargon: hij is meteen to the point, gebruikt geen lange verhalen die onnodig zijn, praat meteen waar hij naar toe wilt
 Stopwoorden en lijfspreuken: hij gebruikt geen stopwoorden en geen lijfspreuk, ik zou ook niet weten welke lijfspreuk bij hem zou passen
 Personen
 Kleding: hij draagt netjes een bloesje, de andere jongens zien er anders uit, hij onderscheid zich hier door en dat kan ook juist voor zijn status zorgen
 Kapsel: zijn kapsel ziet er vrij normaal uit, er zit gewoon gel in en dus niet helemaal door de war
  Persoon 2: André van Duin
 Zintuigen
Zien: nette lichaamshouding, er zitten wel gezichtsuitdrukkingen in maar niet heel veel, open houding, praat veel met z’n handen, ze zitten stil aan tafel
 Horen: duidelijke stem, articuleert duidelijk, veel toonhoogte, goed volume, goed tempo om bij te houden (soms wel te snel)
 Voelen: begroeting heb ik niet gezien, ze hebben veel humor, er wordt veel gelachen
 Ruiken: ik denk dat die wel verzorgt is, en dus een fris ruikt naar parfum
      Taal
Landstaal en streektaal: hij praat Nederlands
 Dialect en accent: ik hoor geen dialect en geen accent, het is goed verstaanbaar Nederlands
 Stijl en vakjargon: soms wel een langdradig verhaal maar komt daarna wel to the point
 Stopwoorden en lijfspreuken: hij gebruikt geen stopwoorden, zijn lijfspreuk is om mensen aan het lachen te maken
 Personen
Kleding: hij draagt de kleding die hij zelf mooi vindt, het zit waarschijnlijk lekker en het ziet er praktisch uit, ik denk niet dat het doel is om zich te onderscheiden en hemzelf een status te geven
 Kapsel: het kapsel zit wel verzorgt maar ook wel een beetje wilt aan de voorkant, maar het past ook wel bij de outfit en bij hem
  Persoon 3: Martin Garrix
 Zintuigen
Zien: duidelijke lichaamstaal, veel gezichtsuitdrukkingen en duidelijk herkenbaar, een beleefde houding, spontaan en beleefd, beweegt veel met z’n handen, zit voor de rest stil op een stoel
 Horen: articuleert soms niet helemaal duidelijk, veel toonhoogte, duidelijk volume heeft die, goed tempo om bij te houden en lacht veel
 Voelen: knikte voor een begroeting, veel humor
 Ruiken: ik denkt dat hij lekker ruikt naar parfum, wel verzorgt dus
 Taal
Landstaal en streektaal: hij praat natuurlijk als moedertaal Nederlands, maar spreekt hier ook Engels, dit kan hij ook super goed ook omdat hij veel Engels praat met z’n werk
 Dialect en accent: ik hoor geen accent, en ook Engels vindt ik hem niet met een accent praten
 Stijl en vakjargon: geen langdradig verhaal, hij zegt meteen wat die bedoeld, to the point
 Stopwoorden en lijfspreuken: ik heb geen stopwoord ontdekt, zijn lijfspreuk is om dingen te beleven
 Personen
Kleding: hij draagt waar hij zich goed invoelt, het maakt hem niet herkenbaar, het is gewoon normale kleding
 Kapsel: zijn haar zit verzorgt in gel, hier zit niet glad naar achter maar wel iets wilder
      Persoon 4: Pieter Zwart
 Zintuigen
Zien: hangt op de tafel met z’n armen, praat wel veel met z’n handen, nauwelijks gezichtsuitdrukkingen, niet een hele erge open houding, zit stil op de stoel
 Horen: duidelijke stem, praat goed ABN, weinig toonhoogte, goed volume, praat langzaam maar goed verstaanbaar en dus goed bij te houden
 Voelen: de begroeting heb ik niet gezien, er zit niet veel humor in
 Ruiken: het ziet er uit als een verzorgde man, ik denk dat hij naar goede parfum ruikt
 Taal
Landstaal en streektaal: praat Nederlands, duidelijk ABN
 Dialect en accent: ik hoor geen dialect en geen accent
 Stijl en vakjargon: is wel langdradig met zijn verhalen, het duurt even tot hij bij het punt is met wat die bedoeld
 Stopwoorden en lijfspreuken: ik heb geen stopwoord ontdekt, zijn lijfspreuk is om z’n klanten zo goed mogelijk te helpen
 Personen
Kleding: hij draagt een net bloesje, hierdoor ziet hij er wel zakelijk uit, hij onderscheid zich ook zo van de rest, je kunt hierdoor wel zien dat hij ook een hogere functie heeft
 Kapsel: kapsel zit netjes naar achteren, dit ziet er verzorgt en netjes uit, dit geeft ook een bepaalde uitstraling naar de mensen waar hij mee werkt
0 notes