Tumgik
#j.c. bloem
altijd-november · 5 months
Text
November
Het regent en het is November: Weer keert het najaar en belaagt Het hart, dat droef, maar steeds gewender, Zijn heimelijke pijnen draagt.
En in de kamer, waar gelaten Het daaglijksch leven wordt verricht, Schijnt uit de troostelooze straten Een ongekleurd namiddaglicht.
De jaren gaan zooals zij gingen, Er is allengs geen onderscheid Meer tusschen doove erinneringen En wat geleefd wordt en verbeid.
Verloren zijn de prille wegen Om te ontkomen aan den tijd; Altijd November, altijd regen, Altijd dit leege hart, altijd.
J.C. Bloem (1887-1966)
2 notes · View notes
calamity-unlocked · 5 months
Text
Tumblr media
J.C. Bloem, Zondag
1 note · View note
narrenmat · 7 months
Text
November
November - J.C. Bloem
Het regent en het is november:
Weer keert het najaar en belaagt
Het hart, dat droef, maar steeds gewender,
Zijn heimelijke pijnen draagt. En in de kamer, waar gelaten
Het dagelijks leven wordt verricht, Schijnt uit de troosteloze straten
Een ongekleurd namiddaglicht.
De jaren gaan zoals zij gingen,
Er is allengs geen onderscheid Meer tussen dove erinneringen
En wat geleefd wordt en verbeid. Verloren zijn de prille wegen
Om te ontkomen aan den tijd:
Altijd november, altijd regen,
Altijd dit lege hart, altijd .
0 notes
theostepper · 3 years
Text
Bloemrijk
Bloemrijk - Onwillekeurig speur ik de oevers af naar een lijk. Waarom zou het er niet liggen? #ukv #99 #dood #bloem #denkendaandedood
Een verhaal uit de serie Ultrakort – Een ultrakort verhaal bevat maximaal 99 woorden (exclusief titel). Minder mag, meer niet. Als ik langs de oevers van de rivier loop, denk ik vaak aan overlijdensberichten. Vliedt gelijk het vlood, kabbelt dan door mijn gedachten. Onwillekeurig speur ik de oevers af naar een lijk. Waarom zou het er niet liggen? Met een soortgelijke vraag in mijn achterhoofd…
View On WordPress
0 notes
nietswaard · 7 years
Text
De prachtige avondzon, ‘t doorgloeide doomen Over het bruin en grijze duinenland - Tot welk een glorie ware ‘t hart verbrand, In den verleden tijd der eerste droomen, Van wie nu maar alleen uit pijn en nood Omgaat door zon en avond als reeds dood. Hoe onherstelbaar is het oud geworden en keerloos ingelijfd bij de verdorden, Nu ‘t nergens door den gifkring van verraad En leed en bitterheid vermag te breken, Maar in een zwijgen, dat niets is dan spreken Met de andere, reddeloos ten onder gaat.     - J.C. Bloem; Zonsondergang
1 note · View note
homoerotisch · 2 years
Text
De Nachtegalen
Ik heb van 't leven vrijwel niets verwacht,
't Geluk is nu eenmaal niet te achterhalen.
Wat geeft het? - In de koude voorjaarsnacht
Zingen de onsterfelijke nachtegalen.
J.C. Bloem
30 notes · View notes
join-the-dutch-clan · 3 years
Note
For the "hi, I'm not from the US" ask:
11 & 17
Thank you for your ask! <3
11. Favourite native writer/poem?
Favourite poem: De Dapperstraat - J.C. Bloem
Favourite writers: Bernlef, Paul van Loon 
17. Are you interested in your country's history?
I have to say I do not find our history all that interesting. I'm sure there must be interesting parts somewhere lol, but never made the effort to really get into it.
(I do try to read about our colonial past to educate myself on it.)
8 notes · View notes
Text
November - J.C. Bloem
Het regent en het is november:
Weer keert het najaar en belaagt
Het hart, dat droef, maar steeds gewender,
Zijn heimelijke pijnen draagt.
En in de kamer, waar gelaten
Het dagelijks leven wordt verricht,
Schijnt uit de troosteloze straten
Een ongekleurd namiddaglicht.
De jaren gaan zoals zij gingen,
Er is allengs geen onderscheid
Meer tussen dove erinneringen
En wat geleefd wordt en verbeid.
Verloren zijn de prille wegen
Om te ontkomen aan den tijd:
Altijd november, altijd regen,
Altijd dit lege hart, altijd .
5 notes · View notes
De Dapperstraat Natuur is voor tevredenen of legen. En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant, Een heuvel met wat villaatjes ertegen. Geef mij de grauwe, stedelijke wegen, De in kaden vastgeklonken waterkant, De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand Door zolderramen, langs de lucht bewegen. Alles is veel voor wie niet veel verwacht. Het leven houdt zijn wonderen verborgen Tot het ze, opeens, toont in hun hoge staat. Dit heb ik bij mijzelve overdacht, Verregend, op een miezerige morgen, Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.
J.C. Bloem
3 notes · View notes
switchoffthestars · 5 years
Quote
Denkend aan de dood kan ik niet slapen, En niet slapend denk ik aan de dood, En het leven vliet gelijk het vlood, En elk zijn is tot niet-zijn geschapen.
J.C. Bloem, “Insomnia”
thinking of death I cannot sleep,
and not sleeping I think of death,
and life flows as it fled,
and each being is created for unbeing.
11 notes · View notes
nielswb · 5 years
Text
De dapperstraat
Natuur is voor tevredenen of legen. En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant, Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen, De’ in kaden vastgeklonken waterkant, De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
Alles is veel voor wie niet veel verwacht. Het leven houdt zijn wonderen verborgen Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat.
Dit heb ik bij mijzelven overdacht, Verregend, op een miezerigen morgen, Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.
J.C Bloem.
8 notes · View notes
franstumb · 5 years
Text
Welk gedicht schreef J.C. Bloem over "grauwe Hollandse luchten waar wij onder zuchten..." ?
2 notes · View notes
devosopmaandag · 6 years
Text
‘Maar het vergankelijke kent geen keer’
Vorige week schreef ik over het besef dat een huis een lichaam is en het lichaam een huis. Vandaag doe ik eigenlijk het zelfde. Zondag nam onze familie afscheid van het huis waar zestig jaar lang Kempers hebben gewoond. De laatste Kemper, mijn oude halfbroer van 78, is eerder dit jaar naar een verzorgingshuis vertrokken. Het huis, waar sinds het vertrek van Moeder, het leven beetje bij beetje uit verdween, begon meer en meer op hemzelf te lijken. Nu is hij een nog stiller klein mannetje geworden, wiens eenzaamheid verzacht wordt door het sluipende afnemen van de greep op de dingen. Dat is evenzeer troostend als wreed. 
Eergisteren liep ik rond in het huis dat zo goed als leeg was. Niet langer werd ik overvallen door weemoed en een veel scherpere pijn, maar was ik in staat alleen maar wat te kijken. Met velen namen we afscheid van onze gedeelde geschiedenis op die plek. Zonder meubilair en zonder dingen aan de wand stelde ik eerder voor allemaal oude foto's op te hangen. Willekeur bepaalde de volgorde; lelijke, verkleurde, idiote, ontroerende en raadselachtige beelden door elkaar: een kleuter met vlak daarnaast de volwassene die hij of zij werd, zuigelingen over wiens identiteit onduidelijkheid bestond, bewijzen dat wij allen onderworpen zijn aan de tijdgeest, en dan al die lachende doden! Wat overheerste tijdens het ophangen was een vrolijke opwinding. De volgende dag overkwam iedereen bij binnenkomst hetzelfde. Vertedering, hilariteit, verbazing en korte stiltes waren zichtbaar op de gezichten. Toen wij ons allemaal verzameld hadden, nodigde ik iedereen uit iets te zeggen. A sprak over het huis dat zich op wonderbaarlijke wijze leek mee te bewegen met de hoeveelheid mensen die zich erin bevonden, L noemde de veiligheid, die hem als kind vaak ontbeerde, en die hij in het huis ervoer door de beschermende aanwezigheid van Moeder, B vertelde over de overrompelende ontmoeting met de sfeer in het huis, wezensvreemd voor haar en toch haar omarmend, S noemde het plotselinge besef van de andere cultuur van de man op wie zij verliefd was geworden. Ik bracht niet alleen die krachtige moeder in herinnering, maar ook de zachte aanwezigheid van vader.
En zo – wij allen opgenomen in een stroom van eten, vrolijkheid, aanrakingen, omhelzingen en verhalen – werd bij mij een pijn voor even gedempt: de pijn van  het 'Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij', de beroemde regel uit het gedicht 'Herinnering' van J.C. Bloem, waarvan de tweede strofe luidt:
Maar het vergankelijke kent geen keer Dan in de opstanding der herinneringen; Gistren is even ver als deze dingen: In het verleden is de tijd niet meer.
4 notes · View notes
nietswaard · 7 years
Text
Het landschap dat, nu stilte en avond dalen, In lage, lichte nevelen verdwijnt, Is als de hemel, waar de herfstmaan schijnt Door wolken heen, waarachter sterren stralen. De duistre hoeven, door het land verspreid, En langs den kouden weg de leege boomen Gaan in den mist te loor. De harten stroomen vol van het najaar en zijn eenzaamheid.     - J.C. Bloem; Najaarsmist
1 note · View note
spark-furrypile · 3 years
Text
INSOMNIA
Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood,
En het leven vliedt gelijk het vlood,
En elk zijn is tot niet zijn geschapen.
Hoe onmachtig klinkt het schriel 'te wapen',
Waar de levenswil ten strijd mee noodt,
Naast der doodsklaroenen schrille stoot,
Die de grijsaards oproept met de knapen.
Evenals een vrouw, die eens zich gaf,
Baren moet, of ze al dan niet wil baren,
Want het kind is groeiende in haar schoot,
Is elk wezen zwanger van de dood,
En het voorbestemde doel van 't paren
Is niet minder dan de wieg het graf.
------------------------------------------------
uit Verzamelde Gedichten van J.C. Bloem (1887-1966)
0 notes
pigale · 4 years
Text
Tumblr media
J.C. Bloem over de herfst
0 notes