Tumgik
#overwinst
overwijs · 1 year
Text
Het zijn maar managers, geen wilde dieren
Tumblr media
“Maar vind je dat dan niet spannend, Milou?”
“Nee hoor, het zijn maar managers…”
Een flard uit een gesprek tussen mij een collega van de week. In de wekelijkse nieuwsbrief met alle info van de komende week stond in de agenda bij vrijdag: “Milou extern”, en hierdoor ontstond het gesprek. Naast mijn lessen en taken op mijn school, werk ik ook voor de Academy van onze grote organisatie en daardoor ben ik soms extern, zoals deze vrijdag dus.
In mijn werk bij de Academy doe ik allerlei verschillende dingen en dit keer mocht ik als facilitator bij de managementdag zijn, een soort studiedag voor alle directeuren, schoolleiders, teamleiders en andere personeelsleden die middels een wildcard er bij waren. En natuurlijk, een training geven aan docenten is misschien anders dan aan managers, net zoals dat lesgeven aan pubers anders is dan aan collega-docenten. Dus ik begreep de vraag, maar ik vind dingen nou eenmaal niet zo snel spannend (binnen mijn werkveld dan).
Sterker nog, ik vind het super leuk om bij dit soort dagen te mogen zijn én ook nog een rol te mogen vervullen. Maar wat vult dan mijn dag als facilitator? Dat is iets waar niet iedereen direct een voorstelling bij heeft, wat ik mij kan voorstellen.
Om eerlijk te zijn begint zoiets al eerder, je hebt overleggen van te voren over het draaiboek en de invulling van de dag. De avond van te voren rij ik al anderhalf uur naar de locatie, om ’s avonds nog met mijn collega’s de dag en invulling door te spreken en ’s ochtends zien we elkaar weer vanaf ontbijt tot de afsluitende borrel. Intense en fijne manieren om samen te werken.
In de ochtend zijn wij als eerste op de locatie om alles klaar te zetten, de grote zaal, de workshopruimtes, de ontvangstruimtes, tafels en stoelen verplaatsen, posters ophangen voor het inschrijven van workshops, briefjes klaar leggen voor de indeling in groepen en allerlei andere kleine klusjes.
Gedurende de dag zorgen we ervoor dat alles op schema loopt, dat deelnemers weten waar ze moeten zijn en daar ook op tijd komen, dus ja, af en toe loop ik de managers op te jutten zoals dat ook wel bij leerlingen gebeurt. Maar, de hoofdmoot is natuurlijk de inhoud. Tijdens workshops gegeven door workshopleiders zorgen wij dat alles goed loopt, dat groepjes goed verdeeld worden en dat de gesprekken tijdens de verschillende momenten een goede verdieping halen, bijvoorbeeld door de juiste vragen te stellen. Regelmatig geven we ook zelf workshops of helpen we de workshopleider in de voorbereiding bij het vinden van de juiste werkvormen.
In de middag had ik als facilitator een eigen groepje managers voor het voeren van een reflectief gesprek, wat haal je uit de dag zelf, hoe kijk je naar jezelf als leidinggevende, welke nieuwe verbindingen heb je gelegd en wat neem je mee naar de volgende werkdag of naar komende weken. Gelukkig hadden we daarvoor een zeldzaam vrij moment op deze intense en drukke dag, we liepen samen met de facilitators een rondje door de natuur en bereiden tegelijkertijd onze reflectieve gesprekken voor door ze met elkaar door te spreken en nog beter te maken.
Daarna gingen we allemaal met ons eigen groepje naar de inspirerende ruimtes, waar ik met mijn groep naar de boomhut uitkijkend over een prachtige ven mocht. We maakten een foto van iets moois op de grond en vanuit de boomhut met aanliggend terras. Net zoals een manager elke dag doet, keken we even vanaf de grond, midden in het team, naar iets, om daarna als manager er ook vanuit de helikopterview naar te kijken. Dingen zagen er anders uit, details die je op de grond kon zien, zag je vanaf boven niet, maar boven kon je weer verder kijken en zag je de stip op de horizon. Het een was mooier vanuit de boomhut, terwijl andere juist mooi op ooghoogte waren. Zo moet je als manager soms ook de dingen vanuit de verschillende perspectieven bekijken en alle informatie meenemen. Een prachtig begin voor ons gesprek, in deze prachtige omgeving.
Voor dat je weet is het alweer tijd voor de gezamenlijke afsluiting en daarna de buitenborrel. Een werkdag van een kleine 12 uur, kan voorbij vliegen, dat merk je dan weer. Maar man, wat gaaf om dit werk te kunnen doen! Stinkerd naar de rook van de vuurkorf stapte ik moe en voldaan weer in de auto, volgas (of in mijn geval volstroom) naar huis.
2 notes · View notes
denuchterekijk · 2 years
Link
1 note · View note
actuma · 2 years
Text
Nederland voert tijdelijke solidariteitsbijdrage voor overwinsten fossiele sector in
Tumblr media
Nederland voert een tijdelijke solidariteitsbijdrage voor de fossiele sector in. Deze solidariteitsbijdrage wordt ingevoerd met terugwerkende kracht over het jaar 2022. Hiermee worden de grote winsten die behaald zijn of worden als gevolg van flink gestegen energietarieven aanvullend belast. De opbrengst van deze solidariteitsbijdrage van naar verwachting € 3,2 miljard wordt gebruikt voor de bekostiging van het energieplafond voor kleinverbruikers. Met dit wetsvoorstel voert het kabinet de verordening noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen van de Europese Unie uit. Onderdeel van deze verordening is de verplichte introductie van een tijdelijke solidariteitsbijdrage over het jaar 2022. Deze tijdelijke solidariteitsbijdrage gaat gelden voor de overwinst van bedrijven met activiteiten in de ruwe olie, aardgas, kolen en de raffinage van aardolie (fossiele sector). Om de overwinst te berekenen, wordt de gemiddelde winst voor de vennootschapsbelasting van de afgelopen vier jaar gebruikt als uitgangspunt. Bedrijven met een winst voor de vennootschapsbelasting in 2022 die groter is dan 20% van de gemiddelde winst over de jaren 2018 t/m 2021, worden voor dat deel extra belast. Het tarief is 33%. Omdat er sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden, is het mogelijk deze tijdelijke solidariteitsbijdrage met terugwerkende kracht in te voeren. Het kabinet heeft besloten om eenmalig in 2022 gebruik te maken van de solidariteitsbijdrage. Voor de jaren 2023 en 2024 is al eerder geopteerd voor de aanvullende mijnbouwheffing. Bron: Rijksoverheid Read the full article
0 notes
christusleeft · 5 years
Text
Ezechiël 22
Jeruzalems zonden bestraft
1 Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: 2 Gij nu, mensenkind, zoudt gij der bloedstad recht geven? Zoudt gij ze arecht geven? Ja, maak haar bekend al haar gruwelen. a: Eze 20:4 Zoudt gij hun recht geven, zoudt gij hun recht geven, o mensenkind? Maak hun de gruwelen hunner vaderen bekend; Eze 23:36 En de HEERE zeide tot mij: Mensenkind! zoudt gij Ohola en Oholiba recht geven? Ja, vertoon haar haar gruwelen. 3 En zeg: Alzo zegt de Heere HEERE: O stad, die in haar midden bloed vergiet, opdat haar tijd kome, en drekgoden tegen zichzelve maakt, om zich te verontreinigen! 4 Door uw bloed, dat gij bvergoten hebt, zijt gij schuldig geworden, en met uw drekgoden, die gij gemaakt hebt, hebt gij u cverontreinigd, en hebt uw dagen doen naderen, en zijt tot uw jaren gekomen; daarom heb Ik u den heidenen overgegeven een dsmaad, en allen landen een spot. b: 2Ko 21:16 Daartoe vergoot Manasse ook zeer veel onschuldig bloed, totdat hij Jeruzalem van het ene einde tot het andere vervuld had; behalve zijn zonde, die hij Juda zondigen deed, doende wat kwaad was in de ogen des HEEREN. c: Eze 20:30 Daarom zeg tot het huis Israels: Alzo zegt de Heere HEERE: Zijt gij verontreinigd geworden in den weg uwer vaderen, en hoereert gij achter hun verfoeiselen? Eze 20:31 Ja, met het offeren uwer gaven, met uw kinderen door het vuur te doen doorgaan, zijt gij verontreinigd aan al uw drekgoden tot op dezen dag toe; en zou Ik van u gevraagd worden, o huis Israels? Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik van u gevraagd worde! d: Eze 5:14 Daartoe zal Ik u ter woestheid en ter smaadheid zetten onder de heidenen, die rondom u zijn, voor de ogen van al degene, die voorbijgaat.  5 Die nabij en verre van u zijn, zullen u bespotten, gij onreine van naam en vol van onrust! 6 Ziet, de vorsten Israels zijn in u geweest, een ieder naar zijn kracht, om bloed te vergieten. 7 Vader en moeder hebben zij in u licht geacht; met den vreemdeling hebben zij in het midden van u door verdrukking gehandeld; zij hebben in u den wees en de weduwe verdrukt. 8 Mijn heilige dingen hebt gij veracht, en Mijn sabbatten hebt gij ontheiligd. 9 Achterklappers zijn in u geweest om bloed te vergieten, en in u hebben zij op de ebergen gegeten, zij hebben schandelijkheid in het midden van u gedaan. e: Eze 18:6 Niet eet op de bergen, en zijn ogen niet opheft tot de drekgoden van het huis Israels; noch de huisvrouw zijns naasten verontreinigt, noch tot de afgezonderde vrouw nadert; Eze 18:11 En die al die dingen niet doet; maar eet ook op de bergen, en verontreinigt de huisvrouw zijns naasten; 10 Men heeft de schaamte des vaders in u fontdekt; die gonrein was door afzondering, hebben zij in u verkracht. f: Lev 18:8 Gij zult de schaamte der huisvrouw uws vaders niet ontdekken; het is de schaamte uws vaders. g: Lev 18:19 Ook zult gij tot de vrouw in de afzondering van haar onreinigheid niet naderen, om haar schaamte te ontdekken. Eze 18:6 Niet eet op de bergen, en zijn ogen niet opheft tot de drekgoden van het huis Israels; noch de huisvrouw zijns naasten verontreinigt, noch tot de afgezonderde vrouw nadert; 11 Daartoe heeft de een hgruwel gedaan met zijns naasten ihuisvrouw, en een ander heeft zijns zoons kvrouw met schandelijkheid verontreinigd; nog een ander heeft in u zijn zuster, zijns lvaders dochter; verkracht. h: Lev 18:20 En gij zult niet liggen bij uws naasten huisvrouw ter bezading, om met haar onrein te worden. i: Jer 5:8 Als welgevoederde hengsten zijn zij vroeg op; zij hunkeren een iegelijk naar zijns naasten huisvrouw. k: Lev 18:15 Gij zult de schaamte uwer schoondochter niet ontdekken; zij is uws zoons huisvrouw; gij zult haar schaamte niet ontdekken. l: Lev 18:19 Ook zult gij tot de vrouw in de afzondering van haar onreinigheid niet naderen, om haar schaamte te ontdekken. 12 Zij hebben geschenken in u genomen, om bloed te vergieten; woeker en overwinst hebt gij genomen, en gij hebt gierigheid gepleegd aan uw naaste door verdrukking; maar gij hebt Mijner vergeten, spreekt de Heere HEERE. 13 Ziet dan, Ik heb Mijn hand mgeslagen, om uw gierigheid, die gij bedreven hebt, en om uw bloed, die in het midden van u geweest zijn. m: Eze 21:17 En Ik Zelf zal ook Mijn hand tegen Mijn hand slaan, en Mijn grimmigheid doen rusten; Ik, de HEERE, heb het gesproken. 14 Zal uw hart bestaan? zullen uw handen sterk zijn, in de dagen, als Ik met u handelen zal? Ik, de HEERE, heb het gesproken, en zal het ndoen. n: Eze 17:24 Zo zullen alle bomen des velds weten, dat Ik, de HEERE, den hogen boom vernederd heb, den nederigen boom verheven heb, den groenen boom verdroogd, en den drogen boom bloeiende gemaakt heb; Ik, de HEERE, heb het gesproken, en zal het doen. 15 En Ik zal u overstrooien onder de heidenen, en u verspreiden in de landen, en uw ontreinigheid uit u verteren. o: Eze 12:14 En allen, die rondom hem zijn tot zijn hulp, en al zijn benden zal Ik in alle winden verstrooien; en Ik zal het zwaard achter hen uittrekken. Eze 12:15 Alzo zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben, wanneer Ik hen onder de heidenen verspreiden en hen in de landen verstrooien zal. 16 Zo zult gij in u ontheiligd zijn voor de ogen der heidenen; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
De smeltoven
17 Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: 18 Mensenkind, die van het huis Israels zijn Mij tot pschuim geworden; zij zijn allen koper, of tin, of ijzer, of lood, in het midden des ovens; zilverschuim zijn zij geworden. p: Isa 1:22 Uw zilver is geworden tot schuim; uw wijn is vermengd met water. 19 Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Omdat gijlieden allen tot schuim geworden zijt, daarom ziet, Ik zal u in het midden van Jeruzalem vergaderen. 20 zilver, of koper, of ijzer, of lood, of tin in het midden eens ovens vergaderd wordt, om het vuur daarover op te blazen, opdat men het smelte; alzo zal Ik ulieden vergaderen in Mijn toorn, en in Mijn grimmigheid daar laten, en smelten. 21 Ja, Ik zal u bijeenbrengen, en zal op u blazen in het vuur Mijner verbolgenheid, dat gij in het midden van haar zult gesmolten worden. 22 Gelijk het zilver in het midden des ovens gesmolten wordt, alzo zult gijlieden in het midden van haar gesmolten worden; en gij zult weten, dat Ik, de HEERE, Mijn grimmigheid over u uitgegoten heb. 23 Voorts geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: 24 Mensenkind, zeg tot haar; Gij zijt een land, dat niet gereinigd is, zijn plasregen niet ten dage der gramschap. 25 De verbintenis harer profeten is in het midden van haar als een brullende leeuw, die een roof rooft; zij eten de qzielen op, den schat en het kostelijke nemen zij weg; haar weduwen vermenigvuldigen zij in het midden van haar. q: Mat 23:14 Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij eet de huizen der weduwen op, en dat onder den schijn van lang te bidden; daarom zult gij te zwaarder oordeel ontvangen. 26 Haar priesters doen Mijn wet geweld aan, en zij ontheiligen Mijn heilige dingen; tussen het heilige en het onheilige maken zij geen ronderscheid, en tussen het onreine en reine geven zij niet te kennen; daartoe verbergen zij hun ogen van Mijn sabbatten; ja, Ik word in het midden van hen ontheiligd. r: Lev 10:10 En om onderscheid te maken tussen het heilige en tussen het onheilige, en tussen het onreine en tussen het reine; Eze 44:23 En zij zullen Mijn volk onderscheid leren tussen het heilige en onheilige, en hun bekend maken het onderscheid tussen het onreine en reine. 27 Haar svorsten zijn in het midden van haar als wolven, die een roof roven, om bloed te vergieten, om zielen te verderven; opdat zij gierigheid zouden plegen. s: Mic 3:11 Haar hoofden rechten om geschenken, en haar priesters leren om loon, en haar profeten waarzeggen om geld; nog steunen zij op den HEERE, zeggende: Is de HEERE niet in het midden van ons? Ons zal geen kwaad overkomen. Zep 3:3 Haar vorsten zijn brullende leeuwen in het midden van haar; haar rechters zijn avondwolven, die de beenderen niet breken tot aan den morgen. 28 Haar profeten nu tpleisteren hen met loze kalk; vziende ijdelheid en hun leugen voorzeggende, zeggende: Alzo zegt de Heere HEERE! en de HEERE heeft niet gesproken. t: Eze 13:10 Daarom, ja, daarom dat zij Mijn volk verleiden, zeggende: Vrede, daar geen vrede is; en dat de een een lemen wand bouwt, en ziet, de anderen denzelven pleisteren met loze kalk. v: Eze 21:29 Terwijl zij u ijdelheid zien, terwijl zij u leugen voorzeggen, om u op de halzen te stellen dergenen, die van de goddelozen verslagen zijn, welker dag gekomen was ten tijde der uiterste ongerechtigheid. 29 Het volk des lands pleegt enkel verdrukking, en bedrijft enkel roverij, ook onderdrukken zij den ellendige en nooddruftige, en den vreemdeling verdrukken zij zonder recht. 30 Ik zocht nu een man uit hen, die den muur mocht toemuren, en voor Mijn aangezicht in de xbresse staan voor het land, opdat Ik het niet mocht verderven; maar Ik vond niemand. x: Psa 106:23 Dies Hij zeide, dat Hij hen verdelgen zou, ten ware Mozes, Zijn uitverkorene, in de scheure voor Zijn aangezicht gestaan had, om Zijn grimmigheid af te keren, dat Hij hen niet verdierf. 31 Daarom heb Ik Mijn gramschap over hen uitgegoten; door het vuur Mijner verbolgenheid heb Ik hen verteerd; hun weg heb Ik op hun yhoofd gegeven, spreekt de Heere HEERE. y: Eze 9:10 Daarom ook, wat Mij aangaat, Mijn oog zal niet verschonen, en Ik zal niet sparen; Ik zal hun weg op hun hoofd geven. Eze 11:21 Maar welker hart het hart hunner verfoeiselen en hunner gruwelen nawandelt, derzelver weg zal Ik op hun hoofd geven, spreekt de Heere HEERE. Eze 16:43 Daarom dat gij niet gedacht hebt aan de dagen uwer jonkheid, en Mij tot beroering geweest zijt met dit alles, zie, zo zal Ik ook uw weg op uw hoofd geven, spreekt de Heere HEERE; en gij zult die schandelijke daad niet doen boven al uw gruwelen. Read the full article
0 notes
christusleeft · 5 years
Text
Spreuken 28
Gierigheid en hebzucht
1 De agoddelozen vlieden, waar geen vervolger is; maar elk rechtvaardige is moedig, als een jonge leeuw. a: Lev 26:36 En aangaande de overgeblevenen onder u, Ik zal in hun hart een wekigheid in de landen hunner vijanden laten komen; zodat het geruis van een gedreven blad hen jagen zal, en zij zullen vlieden, gelijk men vliedt voor een zwaard, en zullen vallen, waar niemand is, die jaagt. Deu 28:28 De HEERE zal u slaan met onzinnigheid, en met blindheid, en met verbaasdheid des harten; Isa 57:21 De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede. 2 Om de overtreding des lands zijn deszelfs vorsten vele; maar om verstandige wetende mensen zal insgelijks verlenging wezen. 3 Een arm man, die de geringen verdrukt, is een wegvagende regen, zodat er geen brood zij. 4 Die de wet verlaten, prijzen de goddelozen; maar die de wet bewaren, mengen zich tegen hen. 5 De kwade lieden verstaan het recht niet; maar die den HEERE zoeken, verstaan alles. 6 bDe arme, wandelende in zijn oprechtheid, is beter, dan die verkeerd is van wegen, al is hij rijk. b: Spr 19:1 De arme, in zijn oprechtheid wandelende, is beter dan de verkeerde van lippen, en die een zot is. 7 cDie de wet bewaart, is een verstandig zoon; maar die der vraten metgezel is, beschaamt zijn vader. c: Spr 29:3 Een man, die de wijsheid bemint, verblijdt zijn vader; maar die een metgezel der hoeren is, brengt het goed door. 8 Die zijn goed vermeerdert met woeker en met overwinst, vergadert dat voor dengene, die zich des armen ontfermt. 9 Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn. 10 Die de oprechten doet dwalen op een kwaden weg, dzal zelf in zijn gracht vallen; maar de vromen zullen het goede beerven. d: Spr 26:27 Die een kuil graaft, zal er in vallen, en die een steen wentelt, op hem zal hij wederkeren. 11 Een rijk man is wijs in zijn ogen; maar de arme, die verstandig is, doorzoekt hem. 12 eAls de rechtvaardigen opspringen van vreugde, is er grote heerlijkheid; fmaar als de goddelozen opkomen, wordt de mens nauw gezocht. e: Spr 11:10 Een stad springt op van vreugde over het welvaren der rechtvaardigen; en als de goddelozen vergaan, is er gejuich. Spr 11:11 Door den zegen der oprechten wordt een stad verheven; maar door den mond der goddelozen wordt zij verbroken. f: Spr 28:28 Als de goddelozen opkomen, verbergt zich de mens; maar als zij omkomen, vermenigvuldigen de rechtvaardigen. 13 Die zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar gdie ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen. g: Psa 32:3 Toen ik zweeg, werden mijn beenderen verouderd, in mijn brullen den gansen dag. Psa 32:5 Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor den HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde. Sela. 14 Welgelukzalig is de mens, die geduriglijk vreest; maar die zijn hart verhardt, zal in het kwaad vallen. 15 De goddeloze, heersende over een arm volk, is een brullende leeuw, en een beer, die ginds en weder loopt. 16 Een vorst, die van alle verstand gebrek heeft, is ook veelvoudig in verdrukkingen; die de gierigheid haat, zal de dagen verlengen. 17 Een mens, gedrukt om het bloed ener ziel, zal naar den kuil toevlieden; men ondersteune hem niet! 18 Die oprecht wandelt, zal behouden worden; maar die zich verkeerdelijk gedraagt in twee wegen, zal in den enen vallen. 19 Die zijn land bouwt, zal met brood verzadigd worden; maar die ijdele volgt, zal met armoede verzadigd worden. 20 Een gans getrouw man zal veelvoudig zijn in zegeningen; hmaar die haastig is, om rijk te worden, zal niet onschuldig wezen. h: Spr 13:11 Goed, van ijdelheid gekomen, zal verminderd worden; maar die met de hand vergadert, zal het vermeerderen. Spr 20:21 Als een erfenis in het eerste verhaast wordt, zo zal haar laatste niet gezegend worden. Spr 23:4 Vermoei u niet om rijk te worden; sta af van uw vernuft. 21 iDe aangezichten te kennen, is niet goed; want een man zal om een stuk broods overtreden. i: Spr 18:5 Het is niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen, om den rechtvaardige in het gericht te buigen. Spr 24:23 Deze spreuken zijn ook van de wijzen. Het aangezicht in het gericht te kennen, is niet goed. 22 Die zich haast naar goed, is een man van een boos oog; maar hij weet niet, dat het gebrek hem overkomen zal. 23 Die een mens bestraft, zal achterna gunst vinden, meer dan die met de tong vleit. 24 Wie zijn vader of zijn moeder berooft, en zegt: Het is geen overtreding; die is des verdervenden mans gezel. 25 kDie grootmoedig is, verwekt gekijf; maar die op den HEERE vertrouwt, zal vet worden. k: Spr 13:10 Door hovaardigheid maakt men niet dan gekijf; maar bij de beradenen is wijsheid. Spr 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. Spr 29:22 Een toornig man verwekt gekijf; en de grammoedige is veelvoudig in overtreding. 26 Die op zijn hart vertrouwt, die is een zot; maar die in wijsheid wandelt, die zal ontkomen. 27 lDie den armen geeft, zal geen gebrek hebben; maar die zijn ogen verbergt, zal veel vervloekt worden. l: Deu 15:7 Wanneer er onder u een arme zal zijn, een uit uw broederen, in een uwer poorten, in uw land, dat de HEERE, uw God, u geven zal, zo zult gij uw hart niet verstijven, noch uw hand toesluiten voor uw broeder, die arm is; Deu 15:8 Maar gij zult hem uw hand mildelijk opendoen, en zult hem rijkelijk lenen, genoeg voor zijn gebrek, dat hem ontbreekt. Deu 15:10 Gij zult hem mildelijk geven, en uw hart zal niet boos zijn, als gij hem geeft; want om dezer zake wil zal u de HEERE, uw God, zegenen in al uw werk, en in alles, waaraan gij uw hand slaat. Spr 19:17 Die zich des armen ontfermt, leent den HEERE, en Hij zal hem zijn weldaad vergelden. Spr 22:9 Die goed van oog is, die zal gezegend worden; want hij heeft van zijn brood den armen gegeven. 28 mAls de goddelozen opkomen, verbergt zich de mens; maar als zij omkomen, vermenigvuldigen de rechtvaardigen. m: Spr 28:12 Als de rechtvaardigen opspringen van vreugde, is er grote heerlijkheid; maar als de goddelozen opkomen, wordt de mens nauw gezocht. Read the full article
0 notes