Tumgik
Text
De jongen die zijn eigen been tatoeëerde
Ik was een Amerikaan. Van mijn geschiedenisleraar had ik de "makkelijke" taak gekregen in de rol als onderhandelaar een oplossing te vinden voor het conflict in Israël/Palestina. Prima examenopdracht voor een 4 vwo-klas. Klasgenoten van mij kwamen met theedoeken op hun hoofd het klaslokaal binnen als Palestijnen. Ze hadden tennisballen grijs gespoten en er draadjes aan gemaakt. Dat waren hun bommen. Hoe de Israëliërs zich hadden uitgedost, weet ik niet meer. Ik droeg in ieder een pak en een strikje met de Amerikaanse vlag.
Ik weet niet meer of we het voor, tijdens of na onze oplossing voor het conflict (iets met bruggen) hoorden. Ik weet wel dat mijn geschiedenisleraar, meneer De Haas, ons met een verwilderde blik vol ongeloof vertelde dat Theo van Gogh was vermoord. In die tijd was ik het polariserende debat over buitenlanders behoorlijk zat. Hierdoor was - hoe banaal ook - mijn eerste gedachte: als de moordenaar maar geen Marokkaan is. Daarnaast was ik als 15jarige ook angstig. In drie jaar tijd twee brute moorden op prominenten in het altijd zo gedweeë Nederland, dat bood weinig hoop voor de toekomst.
Later die dag huilde ik bij de toespraak van Job Cohen (toen nog bekend als krachtige politicus) op de Dam. En toen verstreken de jaren. 10 welteverstaan. Levens gingen verder. Zo ook die van Lieuwe. Lieuwe van Gogh.
De enige zoon van Theo van Gogh is inmiddels 23 jaar oud. Hij miste een vader die hem leerde hoe hij zich moest scheren. Hij miste een vader om af en toe een avondje mee door te halen. Hij miste de buik van zijn vader als comfortabele poef. Maar verder ging Lieuwe door, vooral met dingen die hij nooit van zijn vader had gemogen: tatoeages, boksen. Hij tatoeëerde onlangs eigenhandig de gevleugelde uitspraak 'Ik ben dankbaar gestemd' van zijn vader op zijn bovenbeen.
Na de moord op zijn vader kreeg hij graffitispuitbussen van zijn moeder en mocht hij de muur van zijn slaapkamer onder kalken om uiting te geven aan zijn frustratie. Vandaag de dag gebruikt hij boksen om zijn lichaam zo erg uit te putten dat het niet meer de energie heeft om gefrustreerd en agressief te worden.
Lieuwe is mede door die abrupte en onrechtvaardige dood van zijn vader een sterke persoonlijkheid. Als dat hem niet genekt heeft, wat kan dat dan wel? Hij is nog wat zoekend in zijn volwassen leven. Misschien wordt hij personal trainer. Misschien masseur. Misschien fysiotherapeut. Het conflict in Israel/Palestina zal hij wellicht niet oplossen. Maar Lieuwe, die komt er wel.
0 notes
Text
Het meisje met de rode hoofddoek
Het is 10 februari 2014. De winter heeft zich verscholen gehouden in Nederland. Er is eerder sprake van een lange herfst. De bomen in het bos zijn kaal en de zon gloeit er zachtjes tussendoor. De villawijk aan de rand van Bilthoven ademt een rustieke vredigheid uit. Het enige wat opvalt die dag is een volledig in rood gehulde gedaante. De dagen na die zo rustig ogende 10 februari verandert er veel in de villawijk. Er worden rood met witte linten geplaatst en er lopen continu politiemensen. Oud-minister Els Borst is dood aangetroffen in haar garage. Moord, zo luidt de conclusie van de politie.
Els Borst, een huisarts, een hoogleraar, een minister, een boegbeeld van D66. Als minister van volksgezondheid voerde ze grote hervormingen door, waaronder het recht op euthanasie en de komst van de basisverzekering. Ook was de eerste vrouwelijke lijsttrekker van D66. "Het is een meisje geworden en we noemen haar Els," waren de legendarische woorden van D66-leider Hans van Mierlo. Els Borst stond bekend als een bijzonder intelligente vrouw met een zachtaardig karakter. Toch werd uitgerekend zij het slachtoffer van moord.
De politie tast in het duister. Was het een uit de hand gelopen ruzie uit de relationele sfeer? Nee, dat werd uitgesloten. Mevrouw Borst had een groot sociaal netwerk, maar geen ruzies of vijanden. Was het een moord met een politiek motief? Een fervent tegenstander van euthanasie bijvoorbeeld? Zeer onwaarschijnlijk. Er zijn nooit dergelijke bedreigingen aan haar adres geuit. Was het dan misschien een roofoverval? Ook niet waarschijnlijk. Er is namelijk niets gestolen en er zijn verder geen sporen van inbraak aangetroffen.
Er zijn slechts twee aanknopingspunten: anderhalve week voor de dood van mevrouw Borst had er een verwarde man aan haar deur gestaan. Waarschijnlijk was hij een psychisch gestoorde die ontsnapt was aan zijn begeleiders. In Bilthoven zijn namelijk een aantal psychiatrische instellingen gevestigd. Het voorval met de verwarde man had mevrouw Borst niet koud gelaten. Ze had het veel mensen om haar verteld en was er een beetje bang van geworden. Het kan dat deze man is teruggekeerd en in een vlaag van verstandsverbijstering Els Borst heeft vermoord.
Het andere aanknopingspunt is een opvallende verschijning die de aandacht trok op die ooit zo vredig ogende dag in februari. Een vrouw die volledig gehuld was in het rood. Een rode jas. Een rode hoofddoek. De politie wil weten wie deze vrouw is. Waarom ze mogelijk iets met de moord te maken heeft wordt er niet bij verteld. Het lijkt alsof het gegeven dat ze er apart uitzag al genoeg was voor een verdenking. Je kunt ook weinig anders dan alle mogelijke afwijkingen van de normale gang van zaken onder de loep nemen wanneer zoiets onverwachts gebeurd.
Misschien was het die verwarde man die mevrouw Borst misschien aan zag voor zijn overleden moeder waar hij altijd zo'n grondige hekel aan had gehad. Misschien was het een psychisch gestoorde die dacht met deze daad op een beroemde vrouw iets bijzonders te doen. Het blijven speculaties. Daar heeft de familie Borst niets aan. Die willen gewoon weten waarom iemand het nodig vond om hun liefhebbende oma te vermoorden.
0 notes
Text
De enige jongen die erin geloofde
Ik was de straat nog niet uit of het begon te regenen. Eerst zachtjes. Maar op een gegeven moment was er geen beginnen meer aan zonder stormparaplu. Het waaide hard en de regen kletterde op mijn paraplu. Ik stapte stevig door om mijn trein te halen. Het was nog aardedonker. De wind huilde en het werd langzaam licht.
Ik liep tussen andere onder hun paraplu schuilende ambtenaren naar mijn werk. Storm, werk. Mijn gedachten waren ergens anders. Mijn gedachten gingen uit naar een grasveld zo groen en vlak als een biljartlaken. Ik dacht aan steile tribunes. Hogere temperaturen. Ik dacht aan de rode wangetjes van Davy. Aan de verbetenheid van Joël. Aan de hoekschoppen van Lasse en aan het sterke lijf van Kollbein. En vooral aan het schot van Thulani, daar kon ik nooit genoeg van krijgen.
Mijn gedachten gingen uit naar de wedstrijd van die avond: Barcelona - Ajax. Ik geloofde in nog een stunt. Ik geloofde dat "onze jongens" er toe in staat waren. Echt. Ik aanbid Barcelona immers niet als een blinde halvegare. Ik geloofde erin en kreeg een warm gevoel van een winnend Ajax.
Toen ik me echter om 20:45 voor de tv had genesteld, leek het alsof ik degene was die erin geloofde. De zenuwen spatten van de koppies van de Ajacieden en simpelste dingen gingen mis. Ze konden zichzelf niet rustig houden in het kolkende Camp Nou van Messi en Neymar. Nog voordat ik met mijn ogen kon knipperen stond het 1-0 voor Barcelona. Dat was overkomelijk: een doelpunt valt te overzien. We hadden nog bijna een hele wedstrijd te spelen. Mijn geloof was er niet minder om geworden.
Maar toen maakte Niki een fout, hij verspeelde de bal. En binnen twee passes verdubbelde Barcelona zijn voorsprong. Toen werd ik chagrijnig. We verloren niet omdat we slechter waren (heb je Piqué weleens zien klungelen? Messi loopt slechts 15 meter per wedstrijd. Vaak heeft hij er niet eens echt zin in!), we verloren omdat we vonden dat we slechter waren en ons slechter voelden. Zelfs trainer Frank Boer geloofde er niet in. Hij zei: "Als je 20 keer tegen Barcelona speelt, weet je dat er 18 à 19 verliest." Wat?
De rest van de wedstrijd ben ik maar een tijdschrift gaan lezen. Maar mijn ogen werden nog steeds naar het scherm getrokken. En toen zag ik iets waar ik toch een beetje blij van werd. Een zielsverwant. De enige Ajacied die er wel in geloofde: Anwar El Ghazi. Hij scoorde. Hij deed het wel. Geloof mijn woorden: die jongen wordt een hele grote.
0 notes
Text
De jongen die ooit snoep jatte
Het had weinig gescheeld of Steve was zijn criminele vader achter aan gegaan. Snoep jatten was in zijn vroege tienerjaren zijn specialiteit geweest. Maar toen dat niet de manier bleek om de meisjes voor zich te winnen, stopte hij ermee. Hij ging trainen. In Alabama hoef je daar geen sportschool voor te bezoeken. Steve hakte hout, deed aan hardlopen door het onherbergzame bos en zwom in het meer. Al gauw was Steve een gespierde kerel en leek hij veel ouder dan hij was. Op zijn zestiende verscheen Maureen in zijn leven. Ze was helemaal weg van hem. Ze adoreerde alles wat Steve deed en zei. Steve was dit soort positieve aandacht niet gewend en genoot er aanvankelijk behoorlijk van.
Maureen lachte om zijn grappen. Ook wanneer die helemaal niet lollig bedoeld waren. Maureen deed haar best om al de vrije tijd die ze naast school had met Steve door te brengen. Ze kocht zijn toiletspullen, voordat hij het nodig had. Ze herinnerde de verjaardagen van zijn familieleden, voordat hij er zelf aan dacht. En ze stond altijd aan de kant te kijken wanneer Steve aan het motorcrossen was.
Maureen was de dochter van een alleenstaande moeder die er de ene verhouding na de andere op na hield. Ze had geen werk en Maureen moest daardoor op vroege leeftijd al veel doen in het huishouden en zorgen voor haar twee jongere zusjes. Maureen wilde daarom al heel vroeg een volwassen leven. Een eigen gezin zonder het gedoe van haar familie.
Steve had een heel gewoon leven. De technische school, Maureen en een handjevol vrienden. Dat vond hij eigenlijk maar niets. Het motorcrossen maakte iets in hem los. Adrenaline. De kick van het onder controle houden van paardenkrachten. Hij ging steeds meer trainen en werd al snel de beste crosser van zijn vereniging. Samen met zijn maten mocht hij aan wedstrijden mee doen door heel Alabama.
Het was een herfstige middag. Steve herinnerde het zich nog goed. De brede laan voor het huis van zijn oma en opa was bezaaid met rode, gele, oranje en bruine bladeren. De buurman stond al heel de ochtend aan te vegen. Het was met deze wind ondankbaar werk. Maureen was via de achterdeur naar binnen gekomen. Voordat ze hoi had kunnen zeggen, schreeuwde ze het bijna uit: "Ik ben zwanger! Is het niet fantastisch?" Steve was 17 en onverstandig.
Hij deed blij richting Maureen, maar deed daarna alsof hij niets had gehoord. Hij ontkende dat hij vader ging worden. Het kon gewoon niet gebeuren. Steve ging meer motorcrossen. Hij werd steeds beter en populairder. Op een crossdemonstratie in Oregon ontmoette hij voor het eerst meneer Jones. Jones was niet echt van de small talk. Hij deed Steve vrijwel direct een aanbod: voor 2000 dollar in de maand, eten, drinken en inwoning mocht hij een half jaar mee met het Trucker Cross Festival. Dat betekende mee doen aan demonstratiestunts in grote stadions. Steve zei meteen ja.
Dus vertrok hij. Hij zei Maureen gedag maar gaf geen uitleg en geen garanties over een terugkeer. Maureen had geen weerwoord. Ze stond perplex, voelde niets anders dan volledige verbazing. Steve zag zijn dochter Shailene niet geboren worden en miste veel, heel veel.
Steve genoot van de aandacht en de adrenaline van het stunten. Het Trucker Cross Festival werd zijn leven. Hij klom steeds hogerop in de hiërarchie van het festival. De Truck Crossers waren zijn familie, zijn vrienden, alles eigenlijk. De jaren verstreken en in de plaats van teruggaan naar Alabama, ging hij naar Europa. Hij was gepromoveerd tot monstertruckrijder. Voor grof geld deed hij shows in alle uithoeken van Europa.
Waarom hij nooit terug ging naar Alabama, weet niemand. Waarschijnlijk durfde hij de verantwoordelijkheid van een gezin niet aan. Hij vond zich daar te jong voor.
En toen werd het zondag 28 september. De dag dat alles veranderde. Steve deed een show met zijn monstertruck in Haaksbergen.
0 notes
Video
youtube
Vandaag een vrijdagmiddagverhaal over het verhaal. Elizatbeth Gilbert (je weet wel van Eat, Pray, Love) vertelt over creativiteit en kwetsbaarheid van het beroep 'schrijver'. Een must see! 
0 notes
Text
Die jongen van afgelopen zaterdagavond
Ik was die dag al 21 uur wakker. Het was een zaterdagavond zoals zovelen. De dansvloer vulde zich langzaam. Eerst met alleenstaande moeders met permanentjes. Toen met anabolen slikkende patsertjes. Daarna volgde de uitbundige vrijgezellenfeesten met jonge vrouwen. En toen zag ik jullie weer. Ik weet ook niet waarom, maar ik was aanvankelijk geïnteresseerd in je vriend. Hoewel hij misschien niet direct mijn type is, was er iets in hem wat mij aan trok. Misschien dat gespierde lijf en die vriendelijke ogen. Maar ik was wel afgeknapt toen hij een tijdje geleden na een gezellige avond een week later zo dronken was, dat hij mij niet eens leek te herinneren. (Niet dat ik de illusie heb dat jij mij wel herinnert, hoor.) Mijn vriendinnen, die ook een aardig bakkie op hadden, probeerden die vriend van je voor me te strikken. Ik blijf echter altijd nuchter en heb dit gelukkig uit hun hoofd kunnen praten. De ogen waren hierdoor wel weer op jullie gericht. Beetje te jong, was onze conclusie, moet je weten.
Hoe je het ook wend of keert, mijn aandacht ging naar je uit. Ik zag je van de achterkant. Brede schouders verhult in een grijs t-shirt. Je haar netjes geknipt. Een donkerblonde kleur, stelde ik vast in de duisternis die werd opgevuld met een fanatieke rookmachine en een bescheiden lichtschow die bij een club als deze hoort. Ik herkende je van vroeger toen je je omdraaide. Toen je een nog jonger ventje was. Je zat een jaar onder mij op de middelbare school. Op die leeftijd had ik daar weinig oog voor. Je gezicht leek uit hout uitgesneden, zo strak.
Weet je het nog, de dropjes bij de conrector? Dat ellenlange eind fietsen naar de buitengym? De non-alcoholische disco-avonden in de aula waar we dan wel met z'n allen luidkeels "There ain't no party like an alcoholic party!" meezongen en weer om 0.00 uur thuis waren? De stempelkaart voor als je te laat was gekomen? De studiereis naar Rome? Die gekke Van der Meer van Economie?
Je dronk rustig je biertje en je stond even rustig op de dansvloer. Nee, echt bewegen kon je het niet noemen. Een beschonken vriendin probeerde jou en mij nog met elkaar in contact te brengen. Ik schudde berustend mijn hoofd. Laat maar even zo.
Jij liep weg. Net als ik.
0 notes
Text
Omdat haar vader dronk
Het was een warme nazomeravond. Sonja wist het nog goed. Haar vader had weer heel de dag op bed gelegen. Haar moeder was hem ontvlucht. Het leek wel alsof ze zenuwachtig en rusteloos werd van zijn aanwezigheid overdag. Ze deed haar best om hem zoveel mogelijk te ontlopen. Met als resultaat dat Sonja geen idee had waar ze rond hing en haar broers en zusje werden aan hun lot overgelaten. Sonja had geen zin zich dag in dag uit om haar vervelende familie te moeten bekommeren. Ze was 14 en haar interesses gingen uit naar hele andere dingen. Daarom was ze die avond gewoon naar buiten gegaan, terwijl haar vader uit bed kwam om bier te drinken.
Ze liep naar het trapveldje, waar haar vriendinnetje Trees vast te vinden was. Ze had zich voorgenomen om stiekem sigaretten met haar te roken. Trees was er inderdaad. Maar ze was niet alleen. Er stond een groepje jongens bij haar. Sonja was nieuwsgierig: zat Dirk hier tussen? De jongen waar Trees niet over uitgepraat raakte? Dirk bleek een viezige jongen zonder al te veel praatjes. Zijn vriend Cor daarentegen kon er wat van. Hij praatte de oren van je kop. Sonja giechelde om zijn gekke verhalen en zijn plat Amsterdamse uitspraak. Ze mocht hem eigenlijk meteen.
Na die avond bleef Sonja naar het trapveldje komen. Ook Trees, Dirk en Cor waren altijd van de partij. Op een avond nam Cor haar bij de hand. "Wij gaan even wandelen." Sonja bloosde. Ook in de daaropvolgende jaren zou ze zijn initiatiefrijke karakter en verrassingen blijven waarderen. Die avond hadden ze voor het eerst gekust.
Sonja en Cor werden een stel. Cor was een kordate jongeman. Hij woonde al op vroege leeftijd op zichzelf. Sonja keek enorm naar hem op. Hij reed ook al een peperdure auto en had heel veel vrienden. Cor overlaadde Sonja met cadeaus. Ze mocht zelfs van hem shoppen op de PC Hooftstraat, waar ze de eerste keer werd behandeld als grofvuil. Je zag dat de hautaine verkoopsters haar vies vonden. Zo'n gedrongen meisje met pluizig haar en uitgroei. Later kon Sonja elke drie weken naar de beste kapper van Amsterdam. Toen piepten ze wel anders bij de PC.
Sonja kon zich niets beter wensen dan haar Cor. Hij nam zelfs haar moeilijke broer Willem op sleeptouw. De twee konden zo waar goed met elkaar opschieten. Zou Sonja dan eindelijk het liefdevolle familieleven krijgen waar ze al jaren van droomde?
Sonja trok bij Cor in en de jaren verstreken. Cor begon zijn eigen aannemersbedrijf. Willem hielp hem vaak bij grote klussen. Thuis werd er niet veel over werk gesproken, maar Sonja had aanvankelijk het idee dat haar man en broer hele nobele dingen deden in de strijd tegen dat gespuis van krakers in de binnenstad. Sonja beviel van haar kinderen en interesseerde zich weinig voor de zakelijke grillen van haar man en broer. Zij hield zich bezig met de kinderen en het huishouden. Huisje, boompje, beestje. Meer had ze niet nodig.
Op een avond gebeurde het voor het eerst. Politie aan de deur. Later zouden er nog veel ergere dingen gebeuren voor de deur, maar toen was Sonja ook al verbolgen. Wat moesten die smerissen? Een beetje hardwerkende mensen pesten? Laat ze echte boeven pakken! Cor werd opgepakt voor gewelddadig optreden tegen krakers. Dan hadden ze het er kennelijk naar gemaakt, dacht Sonja nog. Hoe onterecht ze het ook vond, Cor draaide de bak in en daar was ze mooi klaar mee. Gelukkig duurde het niet al te lang, voordat Cor terug was. Hij beloofde plechtig dat het nooit meer zou gebeuren. Sonja deelde hem alleen maar mede dat hij voorzichtig moest zijn, al was het maar omdat de kinderen hem zo hadden gemist tijdens zijn hechtenis.
Tot Sonja's genoegen trokken Cor en Willem steeds vaker met elkaar op. Wat was er van die driftige Willem geworden als hij Cor niet had gehad? Verder bemoeide Sonja zich niet met hun werk. Het zou wel goed zijn. Haar vertrouwen in de twee was onvoorwaardelijk.
Maar toen werd het 1983 en veranderde alles. Sonja herinnerde zich dat Cor in de aanloop naar 30 november kortaf tegen haar deed en weinig thuis was. Dat was eigenlijk niets voor hem. In de week dat alles in volle gang was en er op radio en televisie volop aandacht was voor de ontvoering van Freddy Heineken, was Cor sporadisch thuis en ontweek hij zijn vrouw. Toen duidelijk werd wat er aan de hand was, was Cor samen met Willem met de noorderzon naar Frankrijk vertrokken. Sonja wist niet op wie ze bozer moest zijn. Had haar rottige broer haar geliefde Cor meegesleurd op het slechte pad of had die gluiperd van een Cor dit allemaal veroorzaakt met zijn zelfbenoemde onoverwinnelijkheid? Ze voelde zich volledig genegeerd en wist niet wat ze moest doen. Sonja koos voor de gemakkelijk weg en deed niets. Ze wachtte tot Cor en Willem in Frankrijk werden opgepakt en de Nederlandse gevangenis ingingen. Ze bracht bezoekjes en stelde geen al te moeilijke vragen. Na 1983 was een deel van haar versteend. Ze leefde op de automatische piloot. Ze was in een leven terecht gekomen dat ze niet wilde, maar wist niet beter dan maar stoïcijns door te gaan. In Sonja's leven bestonden weinig uitwegen. En liefde verloopt niet langs logica.
Cor kwam na acht jaar vrij en wat hij toen precies ging doen op zakelijk gebied wist Sonja niet precies, maar ze was inmiddels de naïviteit wel enigszins gepasseerd. Dat het niet helemaal pluis was, was wel duidelijk. Sonja begreep het niet. Waarom riskeerde hij het om weer de bak in te draaien en lange tijd van zijn kinderen te zijn verwijderd? Toch praatte ze niet op hem in. Ze wist dat het geen zin had. Hij zou toch niet luisteren. Cor deed altijd wat hij zelf wilde. Die onafhankelijkheid. Die laksheid aan alles. In beginsel was ze daar voor gevallen. Daarnaast bleef Cor altijd liefdevol, grappig en sociaal.
Haar broer kwam regelmatig eten, maar dan ging het over koetjes en kalfjes. Als Cor en Willem het over "werk" gingen hebben, werden Sonja en de kinderen vriendelijk verzocht de eetkamer te verlaten. Op een avond hoorde Sonja dat Willem en Cor woorden hadden gekregen. Willem was er zonder gedag te zeggen vandoor gegaan. Sinds die avond was Cor zenuwachtiger dan normaal. Hij raakte ook sneller geïrriteerd en Sonja en hij kregen zelfs af en toe ruzie. Sonja was er bijvoorbeeld achtergekomen dat Cor zaken deed in de seksbranche en zelf ook weleens klant was van zijn eigenhandig aangenomen hoertjes in bordelen die zijn eigendom waren. Maar Cor bleef erbij, oké, hij deed zich af en toe tegoed aan andere vrouwen, maar er was er in werkelijkheid maar één vrouw waar het om draaide en dat was Sonja. Sonja zag naast de seksuele escapades van haar echtgenoot geen redenen om bij hem weg te gaan.
En toen ging het ineens hard. In 1996 overleefde Cor een moordaanslag. Willem zei te weten wie er achter zat. Hij begon zich weer veel met Sonja en Cor te bemoeien. In 1997 ontdekte de politie nog een plan om Cor te vermoorden. Het was verschrikkelijk. Sonja was elke dag misselijk van angst, bang dat ze hem toch weer te grazen zouden nemen. Ze raakte totaal paranoïde. Ze moest er werkelijk waar niet aan denken om haar Cor te verliezen. Alles zou dan zinloos worden. Toch verloor ze Cor datzelfde jaar. Niet door een kogel, maar de politie pakte hem op vanwege gewelddadig optreden en afpersing. Weer ging Cor de gevangenis in. Maar Cor gedroeg zich wederom als een modelburger achter de tralies. Hij kreeg strafvermindering en stond in 2000 alweer buiten de gevangenismuren. Een echte verbetering van de kwaliteit van zijn leven werd dat niet. Vlak voor kerst werd hij weer het slachtoffer van een aanslag. Hij werd bestookt door een regen aan kegels, maar had niets eens een schrammetje. Dat kwam omdat hij hier nog lang niet klaar was, zei hij tegen Sonja.
Willem was na zijn terugkeer uit de bajes een grote afwezige in het leven van Sonja. Hij kwam nooit meer eten en ze had geen idee waar hij uit hing. Het was een moeilijke tijd en het werd alleen maar lastiger.
In 2003 leek alles aanvankelijk normaal. De kinderen maakten dolletjes met hun vader en Sonja probeerde te ontspannen, maar ze was niet gek. Ze kreeg de verhalen over Willem die zich mogelijk bezig hield met afpersing heus wel mee. Daarnaast werd de een na de andere crimineel geliquideerd in Amsterdam. Allemaal bekenden. Mannen die Sonja zag als vrienden die af en toe een biertje bij haar kwamen drinken werden afgeknald als wild. Wat ging er toch allemaal rond bij de mannen? Waarom moest het zo mis gaan? En natuurlijk was ze nog steeds bang.
In maart 2003 werd haar grootste angst werkelijkheid. Cor werd doodgeschoten toen hij de Chinees verliet. Al de opgekropte woede, angst en het verdriet kwam eruit bij Sonja. Willem liet zich niet zien, maar betaalde wel de begrafenis. Sonja was in de war, want een huisvriend had haar verteld dat Willem achter de liquidatie had gezeten. Sonja was geschokt, maar stond tegelijkertijd nergens meer van te kijken.
De politie, diegene die juist altijd aan de andere kant van de streep had gestaan, bekommerde zich om het lot van de verwarde en bange Sonja en haar gezin. Zij en de kinderen kregen een nieuwe identiteit en verblijfplaats. Ze begonnen opnieuw.
1 note · View note
Text
Omdat opgeven een zwaktebod is
Tumblr media
0 notes
Text
Je hebt mensen en je hebt deurbellen
Ook dit jaar loop ik de collecte voor KWF Kankerbestrijding. Lieve opa's van 66, goede vriendinnen van 45, zorgzame moeders van 41 en jonge kinderen horen nu eenmaal niet dood te gaan aan kanker. Ik heb niet de illusie dat ik met mijn bus gevuld met kleingeld dit verdriet anderen direct kan besparen, maar het is beter dan niets. Alle beetjes bij elkaar kunnen veel geld opleveren, dan kan er best een verschil worden gemaakt. Naast dit doel is de collecte een schaamteloze manier om bij mensen binnen te kijken.
Ik kom veel voordeuren tegen. Deuren die in geen veertig jaar zijn geverfd. Deuren die versierd zijn met houten hartjes en sierlijke stickers. Deuren die mij scheiden van enorme Deense dogs of kleine keffertjes. Ik waan me een weg door overwoekerde voortuinen, slalom langs slakken en spinnenwebben. Ik schrik me rot van ontsnappende katten en luister met bewondering naar hele symfonieën die achter een simpele deurbel schuil gaan. Achter elke deur ligt een verhaal.
Het verhaal van een vrouw die zichzelf, haar huis, kleding en honden zienderogen nooit schoonmaakt, maar wel heel veel muntjes in mijn bus gooit. Het verhaal van een mevrouw die er doordat ik aan bel achter komt dat haar voordeur wagenwijd openstaat. Het verhaal van een of zeer verwarde man of een gewetenloze bedrieger die guldens in mijn bus stopt. Maar ook het verhaal van de man met de grootste tuin en de meest imposante voordeur die mijn vraag ("Heeft u misschien iets over voor de Kankerbestrijding?") beantwoordt met: "Ik heb niets. Ze hebben het oneerlijk verdeeld in Den Haag." Spijtig, maar daar heb ik echt geen zin in: Goedenavond! Of het verhaal van een heel erg ingevallen huis met viezige gordijnen die naar barbecue ruiken, waar ik minutenlang sta te wachten op een gespierde man, terwijl ik zie dat ik maar een heel dun muurtje ben verwijderd van het toilet dat overduidelijk bezet is en er een wijs jongetje met een bril mij vanaf de trap staat aan te staren. Ik wacht en wacht en zie een levensgrote poster van Angelina Jolie in het huis hangen. Uiteindelijk gooit de man 12 euro in mijn bus.
Je komt dus nogal kleurrijke personages tegen met zo'n collecte. Ik kom echter ook genoeg mensen tegen met soortgelijke verhalen als ik. Mensen die me al tegemoet lopen met een getrokken portemonnee ("Dat krijg je als je het ook van dichtbij hebt gemaakt.") Of mensen die het geld al in een glazen kommetje (alsof het ervoor gemaakt is) hebben klaar liggen. Al die mensen wil ik heel erg bedanken voor hun bijdragen. Door hen voelde ik me iets minder bedelaar.
0 notes
Text
Hengstengedrag
In het voetbal hebben we Johan Cruyff. Basketballers hebben Michael Jordan. Honkballers hebben Babe Ruth. Mythische figuren in de sport. Hun fans eren hen als goden en hun daden worden gezien als buitenaards. In de dressuursport loopt er ook zo'n held rond: Totilas.
Ik ben geen paardenmeisje, maar van Totilas ben ik zwaar onder de indruk. Totilas is een grote, zwarte, glimmende, gespierde hengst met witte voetjes. Ik zag Edward Gal een dressuurproef afleggen op Totilas en het was hypnotiserend zo mooi. Gal liet het enorme dier dansen als een sierlijke ballerina. Ik was niet de enige die de combinatie zo mooi vond dat ik wel kon huilen, want Edward Gal werd wereldkampioen met Totilas en won daarna nog vele prijzen met dit toppaard.
Succes van dergelijke uitzonderlijke klasse trekt de aandacht. Net zoals dat bij grote voetballers gaat, werd Totilas voor miljoenen getransfereerd. Dressuurpaarden is business. Toen Gal hem bereed was het paard niet van hem, maar van een bedrijf. Een zeer vermogende Duitser was het die de succescombinatie Totilas/Gal uit elkaar haalde door miljoenen neer te leggen voor de atletische hengst. De koper gaf ruiter Mathias Rath het voorrecht Totilas zijn nieuwe berijder te worden.
En toen ging het mis. Totilas werd uit zijn vertrouwde wereldje gehaald, was uit zijn hum. Hij raakte een aantal keer op mysterieuze wijze geblesseerd, waardoor hij en Rath de Olympische Spelen van Londen aan zich voorbij moesten laten gaan. Hij werd vervolgens enorm in de watten gelegd op het landgoed van Rath. Zijn oude hoefsmid en trainer werden opgetrommeld, alles om ervoor te zorgen dat Totilas weer zou gaan dansen als vanouds. Het was een tragedie om te zien: een afgetakeld toppaard.
Op de grote prijs van Aken stond hij er plotseling ineens weer: Totilas. Fit, het bestond nog. Hij won glansrijk. Maar kort daarna voltrok het noodlot zich opnieuw. Totilas raakte opnieuw geblesseerd, waardoor hij en Rath ook niet konden mee doen aan het WK dat deze week werd gehouden.
Het verhaal van Totilas is eigenlijk heel menselijk. Je bent tot de grootste dingen in staat als je bent omgeven met de juiste mensen. Misschien ben ik een romanticus, maar ik denk dat dit grote zwarte dier Edward Gal nodig heeft. Gal zelf heeft na diens scheiding van Totilas nooit meer in het openbaar over dit paard gesproken: te pijnlijk.
De Duitsers, die Totilas van ons Nederlanders afnamen, graven echter hun eigen graf door Totilas als een gek door te fokken. Er zijn nu inmiddels al vele veulens geboren met hem als vader. Drie keer raden wie de beste zoon van Totilas tot nu toe heeft weten te bemachtigen. Precies, Gal. See you in Rio of Tokio, leuten.
1 note · View note
Text
Een fout in het universum
Ik heb weer eens gehuild in de bioscoop. Op zich niet heel veel nieuws onder de zon. Ik huil zelfs wanneer Rachel en Ross uit elkaar gaan in Friends (ook als ze weer bij elkaar komen trouwens). Ik ging nu echter met mijn dertienjarige nichtje en dan is huilen natuurlijk niet cool, maar het was echt onmogelijk om het droog te houden bij The Fault in Our Stars. Dit verhaal gaat over twee jongeren met kanker. En het begint zo: je kunt een triest verhaal vertellen op een moralistische manier, op een dramatische manier door er allemaal dingen bij te halen en te verzinnen. Je kunt het mooier maken dan het is. Dit is niet zo'n verhaal. Dit is de waarheid. Wat volgt is een enigszins vrolijke eerste helft van de film, waarin duidelijk wordt dat jonge mensen met kanker dezelfde dingen doen als jonge mensen zonder kanker. Bijvoorbeeld verliefd worden. We maken kennis met de Amerikaanse Hazel Grace Lancaster. Een 17-jarig meisje dat al vanaf haar 13e longkanker heeft. Ze was al opgegeven totdat een experimenteel middel bij haar aan sloeg en ze dus is blijven leven. De tumor zit er nog, maar groeit niet. Hazel vindt dat ze een granaat is. Ze staat op springen en ziet het als haar verantwoordelijkheid om zo min mogelijk mensen door de op handen zijnde explosie te beschadigen. Haar leven bestaat uit op de bank liggen, af en toe - in goede periodes - colleges volgen en haar lievelingsboek TITEL van Peter van Houten lezen. Haar leven verandert wanneer haar moeder besluit dat ze depressief is en naar een praatgroep moet. Depressiviteit is een bijwerking van kanker, zegt de arts. Depressiviteit is een bijwerking van doodgaan, zegt Hazel.
Er is volgens Hazel een ding erger dan doodgaan aan kanker: een kind hebben dat doodgaat aan kanker. Om haar moeder een plezier te doen gaat Hazel daarom naar de praatgroep die plaatsvindt in het midden van het hart van Jezus. Letterlijk, want de praatgroep zit in een cirkel om een gehaakt vloerkleed met een afbeelding van Jezus en zijn hart erop. Het vloerkleed is gemaakt door een vrijgezelle, gameverslavende veertiger die kanker heeft overleeft en sindsdien gitaar speelt en alles heel goed begrijpt, fascinerend vindt en iets te meevoelend is. Niet heel gek dat Hazel met weinig plezier naar de sessies gaat. Dit verandert echter als er een nieuwe deelgenoot aanschuift: Augustus Waters.
Augustus, ook wel Gus genoemd, is een vriend van Isaac die al langer in de praatgroep zit. Op zijn verzoek is Gus meegekomen. Gus had ook kanker en mist als een gevolg daar van zijn linkeronderbeen. Hij is een levenslustige, ambitieuze jongen van 18 met kwajongensstreken. Hij laat overduidelijk blijken Hazel wel te zien zitten. Hazel geeft toe aan zijn avances, maar wanneer Gus te dichtbij komt dreigt hij in de reikwijdte van de granaat te komen. En dus blijven ze gewoon vrienden
Yeah, right. Denk je dan als kijker. Zeker als Gus het daar niet bij laat zitten. Hij zorgt ervoor dat Hazel haar favoriete schrijver Peter van Houten kan ontmoeten. In Amsterdam. Peter van Houten blijkt een alcoholistische, oude gek die enorm wreed is. Dat mag de pret echter niet drukken. Gus en Hazel beleven een superromantische trip. De roze wolk verdwijnt echter wanneer Gus iets blijkt te hebben achtergehouden. De kanker is bij hem terug gekomen. In zijn heup, zijn lever, eigenlijk overal.
Gus weet dat hij binnenkort overlijdt en dat idee kan hij eigenlijk niet aan. Hij wil nog iets gedenkwaardigs doen. Hij wil een footprint achterlaten. Als heroïsch en bijzonder gezien worden. Hazel leert hem in die periode dat je het niet erg is wanneer niet heel de wereld je bewondert en aanbidt en dat het eigenlijk genoeg is als een speciaal iemand dat doet. Ze werken toe naar het einde. Gus heeft zwellingen, spuugt bloed. Op wat later zijn laatste goede dag bleek te zijn roept hij Isaac en Hazel op om de begrafenis vast na te spelen. Hazel en Isaac lezen in tranen hun grafredes voor aan Gus.
Acht dagen later is hij dood. Ik kan nog huilen als ik er aan denk. En dat terwijl Gus een acteur was, een verzonnen personage. Maar je weet gewoon dat het realistisch is. Dit gebeurt gewoon. Vlotte jongens van 18 sterven aan kanker. Ik accepteer dat niet. Het is zo oneerlijk. Echt een fout in het universum, ja. En nu blijkt dat kanker in principe niet meer dodelijk hoeft te zijn, maar dat er nog niet genoeg geld is om het idee bij iedereen toe te passen, denk ik echt: hoezo een Fyra? Hoezo een JSF-vliegtuig? Hoezo investeren in iPad-scholen? Dat geldt MOET naar de kankerbestrijding. Jongens en meisjes als Gus en Hazel horen nu eenmaal niet voor hun twintigste dood te gaan. Dat mag gewoon niet kunnen.
0 notes
Text
In de bergen van Noord-Irak
De laatste weken komt wereldleed erg dichtbij. Iedereen kent wel iemand van rampvlucht MH17. Een buurman, ouders van een oud-klasgenootje, de broer van die jongen van de atletiekvereniging, de man waar je ooit een cursus mee volgde. Het onrecht van de wereld gaat je ineens direct aan. Ik ervaar dit nabije verdriet ook als ik aan de situatie in Noord-Irak denk. Ik was een jaar of 13 jaar toen ik haar voor het eerst ontmoette: Aisha. Het enige meisje in de klas met een hoofddoek. Aisha is (ongetwijfeld nog steeds) de meest zachtaardige persoon die ik ooit heb meegemaakt. In de klas was ze rustig en lette ze goed op en als ik met haar aan de praat raakte, luisterde ze echt. Niet half of met als doel haar eigen zegje kwijt te kunnen. Nee, ze luisterde echt. Vol interesse en oprechte belangstelling. Ze was bovendien gul en lief tegen iedereen. Toen haar zusje Aya werd geboren kreeg iedereen beschuit met muisjes.  Je kon goed kletsen met Aisha. Het ging dan echter om koetjes en kalfjes. De standaard tienermeisjesgesprekken over kleding en popbandjes. Achteraf had ik haar zoveel meer moeten vragen. Ik kreeg wel mee dat ze met haar ouders uit Irak was gevlucht. Haar vader en Saddam Hussein konden niet tezamen gelijkertijd in Irak verblijven, zoveel werd mij duidelijk. Mijn herinnering vertelt me dat haar vader ingenieur was. Zeker weten doe ik het niet. Aisha en haar ouders vluchtten dus uit Irak en zwierven voor meerdere jaren door Europa. Uiteindelijk kwamen ze in Nederland terecht. Hier vonden ze even rust, maar nooit werd het hun thuis. Toen Saddam werd afgezet wist de familie dat ze wilden terugkeren naar wat zij geen Noord-Irak noemde maar Koerdistan. De familie wachtte met vertrekken totdat Aisha haar VWO-diploma had gehaald. Aisha was een voorbeeldleerling. Ze haalde met prachtige cijfers haar diploma en gaf een afscheidsfeestje. We deden spelletjes. Aisha had heerlijk gekookt en we kregen allemaal een paar Koerdische slippers in de juiste maat en aangegeven lievelingskleur. Ik heb ze nog steeds. Ik zag haar het laatst op onze diploma-uitreiking.  We hadden nog contact via MSN. In Koerdistan was ze uitgehuwelijkt. Dat was overigens voor haar heel normaal. Iets wat ze heel haar leven al had geweten. Ze vond het ook helemaal niet erg. Juist niet! Haar vader had er jaren over gedaan een juiste partner voor zijn oudste dochter te vinden. Hij had iemand gevonden die goed bij haar paste en haar een goede toekomst kon bieden. Het was een paar jaar oudere architect. Ze was dolgelukkig met hem. Samen maakten ze een reis naar Syrië. Het enige land waar hij heen mocht. Aisha's echtgenoot had namelijk geen paspoort. Dit stond Aisha's grote wens om hem Nederland te laten zien in de weg.  In tegenstelling tot wat iedereen bevooroordeeld dacht, volgde er niet meteen een reeks kinderen. Aisha ging eerst studeren: Engels. Dit was een eitje voor Aisha die het makkelijker vond dan Engels op de middelbare school in Nederland. Ze wilde lerares worden.  Toen verwaterde het contact. Ik volgde het nieuws over Irak wel nauwlettend. Hoewel veel Iraakse steden het nieuws vaak haalden door bloedige aanslagen, bleef het in Noord-Irak relatief rustig. Tot 2014. Toen ISIS begon aan een gruwelijke, imperialistische strijd om tot een islamitische staat te komen. Op middeleeuwse wijze wil deze terreurorganisatie tot een conservatieve islamitische heilstaat komen. Ik vrees voor de geëmancipeerde Aisha die inmiddels misschien wel les geeft. Ik kan alleen maar hopen dat het geweld daar stopt en dat Aisha en haar familie eindelijk duurzame rust en vrede in goede gezondheid kunnen ervaren. Het is ze zo gegund en helaas nog nooit echt gegeven. Iedereen heeft recht op een veilig en vredig thuis. Het voelt zo oneerlijk dat dit voor sommige, zoals ik in Nederland, een onopvallende vanzelfsprekendheid is en voor andere een eeuwigdurende illusie. Is elkaar respecteren en fatsoenlijk en netjes naast elkaar leven nu echt zoveel gevraagd?
0 notes
Text
Daar boven op die Griekse berg
Ik zei altijd niet te geloven in sprookjes. Mierzoete liefdesverhalen, ik werd er eerder misselijk van dan dat ik er bij weg droomde. Nee, suikerspinroze odes van liefde en lachende engeltjes maakte mij eerder chagrijnig dan dat zij mij een eeuwig durende glimlach schonken. Maar zet mij op een Griekse berg met zeezicht en dit alles kan plotsklaps veranderen. Afgelopen maand was ik bij de bruiloft van Ellis en Mick. Vrienden die mij na aan het hart liggen. Dat zij hun jawoord op het Griekse eiland Kos aan elkaar zouden geven, was voor mij een perfecte gelegenheid voor een strandvakantie op dit zonnige eiland.  De zon deed meer dan mijn huid verkleuren. Het deed mijn pessimisme over sprookjes smelten. Toen we daar stonden op een blauw met wit kapelletje met uitzicht op een oneindig turquoise zee, mijn lieve vrienden elkaar vertrouwd en geliefd aan keken en woorden van trouw, betrokkenheid en respect naar elkaar uitspraken, dacht ik dat ik bij benadering iets onrealistisch zag voltrekken: een sprookje.  De overleden moeder van de bruid werd geëerd met een sluier en een ring, waardoor we haar aanwezigheid niet alleen konden voelen maar ook terug zagen. De vader van de bruid noemde zijn kersverse schoonzoon "een goed ventje", de broer van de bruid zei dat "dit wel even binnen kwam" en er liep een filmisch, trage traan over mijn wang (tot dat moment had ik gedacht alleen te kunnen huilen als een rood aangelopen waterval die kon snikken als een varken) die mij het vermogen tot spreken enige tijd ontnam. Een simpel "wat mooi" zou het varken immers laten ontwaken. Ik kon alleen schaapachtig glimlachen naar het bruidspaar. Als je je omdraaide op het kapelletje keek je tegen een hysterisch waterpark aan, wat geregeld voor welkome, verkoelende spetters zorgde. Na de ontroerende ceremonie werden er foto's met het beeldschone bruidspaar gemaakt. Trek iemand de mooiste trouwjurk die je ooit gezien hebt aan en je denkt dat ze van Koninklijke afkomst is en met enige afstand benaderd dient te worden. Ze keek me echter met haar kenmerkende blik aan. Een blik die het midden houdt tussen enthousiasme, katte kwaad en zachtaardigheid en daarmee zo typisch voor haar is. En toen ze ging praten, kwam het besef pas echt: dit is geen hooggeplaatste prinses, maar één van mijn beste vriendinnen. Als ware het een schoolreisje stapte ik samen met de andere gasten een tourbus in. De bus bracht ons via kronkelende bergweggetjes (een van de gasten was hierdoor genoodzaakt een onsmakelijke sanitaire stop te houden) bij een restaurant dat heel idyllisch verzonken lag in de druivenranken. Vanuit het kleine restaurantje hadden we uitzicht op een Turkse badplaats die langzaam in de schemering transformeerde tot een in nevel gehulde zee aan lichtjes. We namen plaats aan een lange tafel, waar we eerst langer dan gewenst getuigen waren van een zingende stiefvader en tante van de bruidegom die niet al te best bij stem waren. Dat mocht de pret echter niet drukken, want toen kwam het eten. We aten Griekse couscous dat naar kippensoep smaakte maar varkensvlees was. We aten de meest luxueuze kaassoufflés die ik ooit had gezien laatst staan gegeten.  Terwijl de zon begon onder te gaan, werden er foto's van het bruidspaar gemaakt door een Australische fotograaf die voor Hugo Boss werkte. Als je het mij vroeg stond hij in zijn beroep dan vaak aan de verkeerde kant van de lens. Hij had immers zo kunnen door gaan voor een topmodel. En zijn Australische accent deed de aaibaarheidsfactor alleen maar verhogen. Laten we zeggen dat het niet erg was dat hij erbij was en bijzonder jammer dat hij eerder moest vertrekken. Na dit om meerdere redenen overheerlijke diner stopte de bus weer voor onze neus om ons af te zetten bij de laatste stop van de dag:  Nick's Beachclub. Nick heet eigenlijk Nicos en is een ouder klein mannetje dat samen met zijn vrouw, zoons en dochter een bar/restaurant/strandtent runt. Nick kent weinig Engels en Nederlands, maar de woorden die hij kent gebruikt hij wel heel de dag door. "Yes, please." is zijn antwoord op alles (en tevens het wachtwoord van de WiFi). Meneer Yes Please had zijn haar speciaal gekamd voor het feest. De hemel boven het toeristische stukje strand van Nick was bezaait met sterren. We dansten op muziek uit de jaren tachtig en dronken grote glazen zoeten wijn. Iedereen die de hakken, jasjes en dasjes zat was, deed deze uit en dansten alsnog uitbundig. We wisselden Nederlandse smartlappen moeiteloos af met de sirtaki.  Maar het moment dat de volumeknop naar beneden werd gedraaid brak aan. De bruidsstoet vervolgde zich naar de eindbestemming: het hotel. Het bruidspaar kreeg nog wat drankjes aangeboden van onbekende maar vriendelijke en geïnteresseerde gasten. En zo eindigde de dag die toch verdacht veel op een sprookje leek.
0 notes
Text
De held van Detroit
Het is Eerste Kerstdag 2009. Jasper Schuringa is een 32-jarige filmmaker. Nadat er was ingebroken in zijn appartement en zijn lievelingspapegaai was overleden, vond hij het tijd voor een onbezorgde vakantie. Maar met al de pech die hij had gehad de afgelopen tijd zei hij nog grappend tegen een vriend: “Zal je zien, wordt er ook nog een aanslag gepleegd in het vliegtuig of zo…” Tijdens de vlucht schrokken de passagiers op van een knal in het vliegtuig. Jasper werd door het geluid ontwaakt en keek in eerste instantie of het vliegtuig nog wel door vloog. Toen dat het geval bleek te zijn, concludeerde Jasper dat die knal geen mechanische oorsprong had. Hij hoorde aan de andere kant van het vliegtuig iemand “Fire, fire!” roepen en in een reflex rende hij er op af. Jasper trof Umur Farouk Abdulmuttaleb, terwijl hij aan het klooien was met een bom in zijn broek. Jasper trok de bom uit de broek van de jongen en gooide het op de grond, terwijl hij met zijn andere arm de Nigeriaan in bedwang hield. De vlammen werden steeds hoger en de zeer licht ontvlambare vliegtuigdekentjes zorgden er voor dat er al snel een flink vuurtje ontstond. Jasper en een aantal medepassagiers riepen om water. Er kwam een stewardess met theepot water aangelopen en gaf die aan Jasper. Zonder te bedenken dat ze die pot water misschien zelf over de vlammen kon gooien en dat deze meneer niet om water had gevraagd omdat hij nu zo’n dorst had. Maar het water hield weinig uit en de brandslangen bleken het niet te doen. Jasper en een aantal stewards probeerden onverhoopt de brand onder controle te krijgen door met hun voeten en handen op het vuur te slaan. Jasper vond dat hij ook weer niet de hele klus in zijn eentje hoefde te klaren en liet de medepassagiers het brandje blussen, terwijl hij samen met de stewards de terrorist meesleurde naar de business class. Daar scheurde hij alle kleren van de jongen om er zeker van te zijn dat hij niet nog meer bommen bij zich droeg. (Denk bijvoorbeeld aan de Shoe- bomber van Londen… ze stoppen ze op de gekste plekken). Toen er verder geen bommen werden ontdekt, realiseerde Jasper zich dat ze deze aanslag zouden overleven. Het moment van besef kwam binnen. Wat resulteerde in grote woede. Hoe achterlijk moet je zijn om zoiets te willen doen? Kwaad verkocht Jasper de terrorist nog even een klap. De terrorist was inmiddels overmeesterd, dus Jasper ging gewoon weer netjes naar zijn plekje terug en wilde graag medische hulp voor zijn ernstig verbrande handen. In Detroit werd hij behandeld en vervolgde hij zijn reis naar Miami. Inmiddels was wel duidelijk dat Jasper een heldendaad had verricht. Het personeel in zijn nieuwe vlucht vroeg daarom of hij nog wat extra wensen had, ja “Buckets of good whiskey, please.” “A lot of whiskey it is, sir." Maar er ontplofte nog een tweede bom: de mediabom. Iedereen wilde Jasper spreken. Media van over de hele wereld belden zich een slag in de rondte met de Facebookvrienden van Jasper. Gelukkig heeft Jasper twee goede vrienden, die besluiten de media-tsunami te reguleren. Ze besluiten dat Jasper één keer zijn verhaal moet doen bij CNN tijdens zijn verblijf in Amerika en één keer zijn verhaal in Nederland bij De Wereld Draait Door. Net voor zijn aantreden bij CNN werd duidelijk dat Al Qaida achter de aanslag zat en leek het Jasper misschien helemaal niet zo’n goed plan om zijn hoofd te laten zien op wereldwijde televisie, wegens mogelijke vergeldingsacties. Als gevolg hiervan moet Jasper nu leven met extra beveiliging, omdat hij waarschijnlijk op een zwarte lijst staat bij Al Qaida. Als de media nu eerst de boot hadden afgehouden, was dat misschien helemaal niet nodig geweest. Aan de andere kant was het verhaal toch vroeg of laat vertelt en het is natuurlijk ook echt een verhaal dat tot de verbeelding spreekt. Zo zie je maar dat er bijna geen grijs gebied bestaat tussen de kijkers geven wat ze willen en gevaarlijke, privacy- belemmerende informatie verstrekken. Het verhaal van Jasper Schuringa roept al snel de vraag op: wat had jij of ik gedaan in zo’n situatie? 
0 notes
Text
De meisjes en jongens met blauw bloed
Alexia en Alicia. Ze domineerden jarenlang de pagina's van menig roddelblaadje. De buitenechtelijke dochters van prins Bernhard deden veel stof opwaaien. Het was een smeuïg schandaal. De context van buitenechtelijke kinderen in de Koninklijke familie nuanceert de nieuwswaardigheid van de halfzussen van Beatrix echter wel enigszins. In de periode 1808 tot 1968 waren de prinsen en koningen van Oranje namelijk de aanstichters van 27 buitenechtelijke kinderen. Willem III gaat fier aan kop in de lijst koningen  met de meeste bastaardkinderen. Hij had er maar liefst 8 bij even zoveel verschillende vrouwen. Ook prins-gemalen konden er wat van. Je zou kunnen zeggen dat Bernhard slechts het voorbeeld van zijn schoonvader volgde. Prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina en vader van Juliana, zette namelijk 9 buitenechtelijke kinderen op de wereld bij 4 verschillende vrouwen. Er lopen in Nederland en ver daarbuiten dus veel mensen rond die genealogisch tot onze Koninklijke familie behoren. Hoeveel van hen zullen zich daar bewust van zijn? Waldemar Torenstra was dat in ieder geval niet, tot dat de acteur, die onder meer bekend is van de hitserie ‘Divorce’, er bij het programma Verborgen Verleden achter kwam. Het opmerkelijkste buitenechtelijke kind is naar alle waarschijnlijkheid echter niet verwekt door een van de losbandige prinsen of koningen, maar door een koningin. In 1880 beviel koningin Emma van de latere vorstin Wilhelmina, de redder van de Koninklijke lijn van Oranjes. Haar vader Willem III had namelijk de drie kinderen die hij met zijn eerste vrouw Sophie kreeg moeten begraven. Een kind met Emma moest het koningshuis een toekomst geven. Saillant detail: Willem III was 41 jaar ouder dan Emma en daarmee 63 jaar toen hij vader werd. Het verhaal gaat dat hij gezien zijn gevorderde leeftijd en nogal drukbezette seksverleden, wat ontsierd werd door meerdere SOA's, onvruchtbaar was geworden. Wilhelmina zou de biologische dochter zijn van Kamerlid, minister en adviseur van Emma, Joan Roëll. De familie Roëll is nog steeds nauw verbonden met de Oranjes. De beste vriendin van Beatrix is een Roëll. Een andere mogelijke vader is officier S.M.S. de Ranitz. Hij stond bekend als Emma's rechter- en linkerhand en had opmerkelijk snel carrière gemaakt aan het hof. Een mogelijk bewijs voor zijn vaderschap is het feit dat Wilhelmina aan muziekdoofheid leed. Muziekdoofheid is een zeer zeldzame en erfelijke aandoening die toevalligerwijs voor kwam in de familie De Ranitz. Als het waar is dat Wilhelmina de dochter is van een van deze heren en niet van Willem III zitten er geen nakomelingen van Willem van Oranje op de troon, maar leden van een gewone Haagse familie. Dat zou betekenen dat er veel buitenechtelijke vertakkingen van de familie bestaan die in veel directere lijn van Willem van Oranje afstammen dan de familie die nu het voorrecht of de last (het is maar hoe je het bekijkt natuurlijk) heeft om het staatshoofd van Nederland te leveren. Het leven hangt af van toevalligheden. 
0 notes
Text
Het meisje dat net iets te weinig voetbal keek
De zon brandde op haar hoofd. Ze wilde het liefst de sneakers van haar extreem warme voeten schoppen. Toch zat er weinig anders op dan door blijven lopen. Kirsten dacht dat ze de rest van haar leven zou blijven ronddwalen in Milaan. De wanhoop was nabij toen ze, na bijna een uur lopen, voor de derde leer hetzelfde beeld passeerde. Het huilen stond Kirsten nader dan het lachen.
Het had zo'n goed idee geleken, op stedentrip in haar eentje. Even weg van het ex-vriendje dat het nodig had gevonden haar om geen reden te dumpen. (Wat was "niet meer verliefd" nou weer voor drogrede? Alsof het hele leven alleen maar bestond uit door hoog gras in een schilderachtig berglandschap op elkaar af huppelen?) Even weg van de bemoeizuchtige stiefmoeder en haar onbedwingbare behoefte om alles wat Kirsten deed te bekritiseren. Ze vond het haar van Kirsten te blond. Ze vond haar kledingstijl niet degelijk en representatief genoeg. Ze vond dat Kirsten te weinig vlees at, met haar geschifte flexitarische gedrag. Even weg van haar saaie bijbaantje. Even weg van het eeuwig durende sollicitatieproces en de afwijzingen.
De eerste dagen waren ook zonder te overdrijven geweldig geweest. Kirsten had al veel toeristische trekpleisters bezocht. Zonder met iemand anders rekening te hoeven houden had ze uren vol verwondering rond gehangen in de prachtige Dom van Milaan. Ook had ze ongegeneerd gewinkeld door de verrukkelijke winkelstraten, waar geld uitgeven niet eens nodig was. Je vergapen aan de prachtige etalages gaf al genoeg voldoening. Totaal uitgerust en je zou het bijna gelukkig kunnen noemen was Kirsten begonnen aan deze dag, waarin ze een mooie stadswandeling zou maken. Maar nu eventjes de weg kwijt echt hopeloos verdwaald was geworden, voelde ze zich een stuk minder relaxed.
Al zou ze maar een metrostation vinden die haar naar het centrale station kon brengen, maar de straat waarop ze liep leek oneindig. En verlaten bovendien. Waarom nou toch? Ze begon zich zachtjes aan echt ongerust te maken. Haar wens naar een halte of een station stelde ze bij naar de wens om mensen te ontmoeten aan wie ze de weg kon vragen. Ze liep nog enkele minuten rechtdoor, bij gebrek aan een beter idee, toen ze een groepje jongens zag staan.
Kirsten liet zich aanvankelijk niet van haar stuk brengen door de tatoeages, het gebrek aan bovenkleding en de gouden tanden van de jonge mannen en liep op hen af alsof ze haar verlossers waren. In haar beste Italiaans probeerde ze de weg te vragen. Een van de jongens (de grootste) luisterde aandachtig, terwijl de anderen de pitbulls in toom probeerden te houden. De grootste jongen had een kapsel dat leek op een afgeschoren hanenkam. Hij begon Kirsten enthousiast de weg te wijzen. Zijn snelle Italiaans met een accent ging haar verstand alleen ver te boven. Ze vroeg of hij wat langzamer kon praten en de kaart kon gebruiken als ondersteuning van zijn verhaal. De grote jongen had een mooie chocoladebruine huid, waardoor het amper op viel dat zijn hele bovenlijf vol zat met tatoeages. Hij lachte zijn witte gebit bloot en stelde Kirsten voor om een stuk met haar op te lopen. Althans, dat was in ieder geval wat ze dacht te verstaan.
De jongen zette grote stappen en Kirsten volgde aarzelend. Ze had het accent ineens geplaatst: Siciliaans. Misschien was deze hulpvaardige man dus wel een harteloze crimineel. Of was Sardinië nou het maffiose Italiaanse eiland? Kirsten wist het niet precies, maar ze was in ieder geval op haar hoede. De jongen stopte abrupt bij een geweldig grote glanzende bolide. Kirsten geloofde dat dit weleens een Bentley kon zijn. Haar argwaan was nu echt gewekt. De jongen zei iets in de trant van "Stap maar in. Ik breng je wel naar het station."
En toen deed Kirsten iets wat het midden hield tussen een blinde vlek, een verborgen zucht naar avontuur, de diepe wens niet haar hele leven rond te dolen in onbekende straten van Milaan en een aangeboren voorliefde voor mooie auto's: ze stapte in. De jongen zette mierzoete popmuziek op en begon bijna aandoenlijk mee te zingen met de aanstekelijke deuntjes. Ook vroeg hij heel geïnteresseerd naar het leven van Kirsten. Allemaal heel erg aardig natuurlijk, maar Kirsten was niet voor een gat te vangen. Dit kon net zo goed lepe tactiek zijn van een beroepscrimineel. De jongen bleek een roekeloze chauffeur die het bestaan van de rem hardnekkig ontkende. Hij zoefde met hoge snelheid over de kinderkopjes van de Milaanse wegen in zijn peperdure wagen. Kirsten raakte er haar praatvermogen van kwijt. (En dat wil wat zeggen.)
Kirsten zag in flitsen borden met centrum erop en straten waar ze eerder die week al was geweest. Het leek erop dat de jongen haar niet voor de gek hield en haar echt naar het centrale station bracht. Ook al durfde Kirsten vanaf deze dag nooit meer te vertrouwen op haar geografische voorgevoelens. De kortstondige opluchting kwam abrupt ten einde toen de jongen stopte in een chique uitgaansstraat en vroeg: "Zullen we anders eerst even een drankje drinken?"
Kirsten was de auto uit gestapt en zette het op een rennen. En eindelijk was het lot haar die dag gunstig gezind, want ze rende rechtstreeks naar het station.
Jarenlang was dit Het Sterke Verhaal van Kirsten dat ze ten tafel bracht op feesten en partijen, totdat het een nog opmerkelijkere twist kreeg. Het was het Europees Kampioenschap voetbal 2012. In de halve finale tegen Duitsland scoorde Italië twee weergaloze doelpunten die hen uiteindelijk de finale brachten. Deze goals kwamen van de voet van een grote donkere jongen met een gek kapsel en gouden tanden: Mario Balotelli. Kirsten was met stomheid geslagen toen ze hem zag scoren, terwijl haar nieuwe vriend stond te juichen. Wat was er gebeurd als ze wel mee was gegaan voor een drankje?
0 notes
Text
De man die in zijn eentje de zee in vaarde en verdween
De zon zwaaide de dag uit met een oranje gloed. Het maakte het toch al idyllische Italiaanse landschap nog sprookjesachtiger. De schaduw van de olijfbomen verdween langzaam, terwijl het stadsleven achter de heuvels nog wel even van plan was om door te gaan. Ettore had niet de moeite genomen de verlichting van zijn huisje aan te doen. Hij zag er de noodzaak niet van in. Enerzijds omdat hij al zoveel uren had doorgebracht in zijn zomerhuis aan dit rustiek gelegen stukje kust dat hij geen licht nodig had om zijn weg te vinden. Anderzijds omdat het zonde zou zijn van de olie in de lampen, aangezien niemand ze binnen afzienbare tijd uit zou doen. Takjes braken onder zijn schoenen, terwijl in hij in het invallende donker naar zijn bestemming liep. Hij had één van zijn beste pak aangetrokken. In eerste instantie omdat hij vanochtend bij het omkleden een hele andere dag had verwacht, maar op een onverklaarbare reden leek het pak nu ook erg gepast voor de situatie. Onverklaarbare redenen waren normaal gesproken niet het terrein van Ettore. Naar zijn idee viel alles op zijn tijd te verklaren. Maar vandaag ging niets zoals het normaal gesproken ging. De post had tegen gezeten, maar het geleverde proefschrift was het wachten meer dan waard geweest. Enrico Fermi deed niet eens zijn best om zijn verrukte stemming in toom te houden. Hij juichte zoals alleen een Italiaan dat kon. Zijn eigen baanbrekende natuurkundige theorieën vielen in het niets in vergelijking met dit meesterwerk. Hij was trots op de man die hij ooit zijn leerling had mogen noemen. Als het comité van de Nobelprijs zijn werk al prijswaardig vond, wat lag er dan voor Majorana in het verschiet? Fermi bulderde van het lachen. Hij had zich in lange tijd niet zo gelukkig voelt. Hij keek door zijn raam in het torenhoge kantoorgebouw en vond de mist van Chicago totaal niet passen bij zijn gemoedstoestand. Voor de eerste keer tijdens zijn verblijf hier werd hij niet melancholisch van dit uitzicht. Zijn euforie groeide alleen maar. Salvatore had als goed katholiek nooit veel aandacht besteed aan zijn vermogen om gebeurtenissen te voorspellen. De droom die hij vannacht had gehad baarde hem echter dusdanig veel zorgen dat niets doen geen optie leek. Hij had nog nooit in een trein gezeten, maar hij deed er alles aan om Palermo zo snel mogelijk te bereiken. Salvatore kwam aan in Palermo en voelde de prangende ogen van haar inwoners. Ze leken zijn onzekerheid te kunnen ruiken. Hij was nu wel in Palermo, maar hij had het zomerhuis van zijn broer nooit eerder bezocht. Ettore was immers nogal op zich zelf. Met een bezoek deed je hem doorgaans geen plezier. Daarom was de band tussen de twee broers ook enigszins afstandelijk. Ettore ging vroeger onder de tafel zitten als hij iets te vertellen had, omdat hij nogal verlegen was. Ook op latere leeftijd kon hij er niet goed tegen wanneer andermans aandacht op hem gericht was. Ondanks zijn knappe uiterlijk en bovenmatige intelligentie was hij nooit iemand van zelfverzekerdheid geweest. Salvatore, zelf uitgesproken extravert, had daarom nooit echt hoogte gekregen van zijn stille, geniale broertje. Als warme familieman had hij het vaak genoeg geprobeerd, maar het was nooit gelukt goed tot Ettore door te dringen. Toch wist Salvatore meer dan Ettore ooit voor mogelijk kon hebben gehouden. Salvatore struinde richting kust en passeerde een restaurantje. Hij dacht aan zijn eigen trattoria, waar hij nu zo angstig ver van was verwijderd. Hij versnelde zijn pas. Fermi had zelf gezegd dat Majorana een genie was. Joseph vond dat zoiets niet genegeerd kon worden. Fermi had de wereld immers kernfysica gegeven. Waar was die Majorana dan toe in staat? Joseph dacht dat het in ieder geval geen kwaad kon om ervoor te zorgen dat zij als eerste over zijn theorieën zouden beschikken, voordat een ander ermee aan de haal zou gaan. Daarom had hij eerst op vriendelijke wijze geprobeerd in contact te komen met Majorana. Dat was in eerste instantie gelukt, maar de Italiaan bleek nogal een einzelgänger. Van de een op andere dag was hij van de radar verdwenen en moest Joseph alles in het werk zetten om hem terug te vinden. Uiteindelijk vond hij hem. Majorana hield duidelijk de boot af. Joseph stond bekend om zijn gebrek aan geduld en was daarom afgestapt van de vriendelijke benadering. Salvatore was even bang te verdwalen in de wirwar van straten in Palermo, maar zijn intuïtie wees hem de weg. Een vreemde combinatie van opluchting en verontrusting maakte zich van hem meester toen hij tussen de olijfbomen het zomerhuis van zijn broer ontwaarde. Fermi boekte direct na het lezen van Majorana’s proefschrift een reis naar Italië. Hij wilde de schrijver in persoon kunnen bedanken voor deze bijdrage aan de wetenschap en diens studenten vertellen hoe bijzonder het was dat ze les kregen van een legende. Daarnaast was hij buitengewoon benieuwd naar Majorana's manier van lesgeven. Fermi had de beste man maar een aantal keer hardop horen praten en kon zich amper een voorstelling maken van de hoogleraar Majorana. Dat Majorana bijna geen studenten meer over had na zijn eerste college omdat de materie veel te lastig te volgen was voor de gemiddelde student, wist Fermi niet. Salvatore kon gewoon doorlopen. De deuren van het zomerhuis waren niet gesloten. "Ettore, goed volk!", riep hij een paar keer in het luchtledige. Hij had meteen al het gevoel dat er niemand in het huis was. Daarom parkeerde Salvatore zijn welgemanierdheid en begon het huis te doorzoeken. Waar hij bang voor was, werd waarheid. Hij vond twee afscheidsbrieven. Geschreven door zijn broer. Het waren cryptische teksten waar Salvatore maar de helft van begreep. Het was hem wel duidelijk dat zijn broer te veel druk had gevoeld en daarom de boot was in gestapt. De wijde zee op. En hij zou niet terug komen. 
0 notes