Don't wanna be here? Send us removal request.
Text
Afstudeerplan - under construction

ONDERZOEK
Mijn onderzoek in de tweede fase van Context was breed en intuïtief. Mijn onderzoeksgebied richtte zich op ‘buitenschoolse-educatie’. Ik heb verschillende visies van presentatie-instellingen en hun educatieve activiteiten onderzocht. Binnen dit onderzoek naar verschillende visies heb ik de overeenkomsten in kaart gebracht. (Zie: Ontrafel jouw CONTEXT.) Parralel hieraan ben ik opzoek gegaan naar educatieve projecten die mij aanspreken en waar ik enthousiast van word.
Gedurende fase twee kwam ik erachter dat ik een voorkeur heb voor kunstinstellingen die educatieve-activiteiten ontwikkelen vanuit een sterke visie die gericht is op de rol van hedendaagse kunst in relatie met de wereld. Hedendaagse thema’s die mij persoonlijk bezighouden zijn (inter)culturele uitwisseling en voedsel. In relatie tot deze thema’s heb ik verschillende bronnen verzameld (zie Tumblr en bronnen als: Global Art en projecten gericht op voedselvraagstukken).

Door de excursie naar Het Nieuwe Instituut ben ik mij gaan interesseren in ontwerpend + onderzoekend leren. (Zie: Onderzoekend en Ontwerpend leren). Ik ben nieuwsgierig naar de methodieken van deze leertheorie in relatie tot het makerschap.
Omdat de opzet van mijn CONTEXT onderzoek vrij breed was en ik nog met veel vragen bleef zitten aan het einde van fase twee heb ik mij in de laatste twee weken van CONTEXT gericht op ontwerpend en onderzoekend leren en ben ik met verschillende docenten in gesprek gegaan. In mijn afstudeerjaar wil ik mijn onderzoek richten op ontwerpend en onderzoekend leren, daarnaast heb ik aan de hand van onderstaande bevindingen mijn afstudeerplan zo veel mogelijk gekaderd.
BEVINDINGEN
Door uit te zoomen op mijn onderzoek voor CONTEXT heb ik gekeken naar de grote lijnen binnen mijn onderzoek. Wat opvalt is dat er grote ‘ontwikkelingen’ te ontdekken zijn. Ik heb mijzelf de vraag gesteld ‘Waar wil ik echt mee aan de slag in mijn laatste jaar aan de ABV en waar houd ik mij buiten school mee bezig?’
Ik kijk op macro, meso, en microniveau naar wat in onderzocht en verzameld heb en ik kijk hoe dit samenvalt met mijn rollen als maker, beschouwer en educator.
MACRO: Globalisering
Het verdwijnen van grenzen wereldwijd en de gevolgen hiervan voor wat wij doen, maken en hoe wij denken over kunst (vanuit ons Westerse - perspectief.
Bron: World Art Studies: Exploring Concepts and Approaches
MESO: Interculturalisering binnen de (kunst),
als gevolg van het verschuiven van grenzen veranderd de verhouding tussen verschillen culturen.
Bronnen: (publicatie)Tussen kunst en antropologie: kunsteducatie in een globaliserende wereld, (documentaire) 2Doc: Wit is ook een kleur, (publicatie): CultuurEducatie 48, interculturele dialoog en diversiteit, Altermoderne kunsteducatie, DIVERS - negen onderzoeken over interculturaliteit en de docentenopleidingen van de Amsterdamse Hogeschool voor de kunsten, (onderzoek): Tracks. Artistieke praktijk in een diverse samenleving.
MICRO: Specifieke kunst (educatieve) projecten, m.b.t. globalisering en interculturalisering.
Bronnen: (video): Pleidooi voor een meer diverse kunst geschiedenis - ARTtube, Excursie: Kunsthal Extra City, Ontrafel jouw CONTEX (zie Tent X Tate), Excursie: Presentatie-instelling: Framer Framed (Amsterdam)
Hoe verhouden bovenstaande bronnen zich tot mijn rollen als maker, beschouwer en educator?
MAKER Als maker ben ik gefascineerd door materiele uitingen van andere culturen. Dit hoeven niet per se kunstuitingen te zijn. Dit kan een materiaal, een traditie of gebruik zijn dat ik als ‘anders’ ervaar. Dit gebruik ik vaak als startpunt in mijn eigen proces.

Bron: eigen werk, beeldlab 2018
BESCHOUWER Ik kijk veel naar hedendaagse kunst en vormgeving. Dit zie ik ook weer als uiting van ‘iemand anders’ zijn cultuur. Beschouwen toont mij alternatieven. Werk waarbij concepten worden verkend, en grenzen vervagen tussen autonoom en toepast spreken mij aan. Het werk PIG 05049, van Christien Meindertsma is hier een goed voorbeeld van. Met haar werkt toont Meindertsma een geheel andere blik op het varken die wij binnen onze cultuur vooral als voedsel kennen.

Bron: PIG 05049, Christien Meindertsma (2008)
EDUCATOR Uitwisselingsprojecten waarbij culturele uitwisseling centraal staat vind ik interessant. (Zo nam ik zelf deel aan de Indonesian Arts and Culture Scholarship 2017 en studeerde ik een periode in Spanje.) Ook binnen educatieve programma’s vind ik het interessant wanneer er grenzen verkend en afgetast worden. Projecten waarbij experimenteel het eigen en het andere bevraagd worden doormiddel van maken inspireren mij. Een grote inspiratiebron is The Kitchen van Olafur Eliasson en zijn project: Institut fur Raumexperimente. (Zie: Description of my Utopia) Met dit project onderzocht hij de grenzen van wat ‘kunsteducatie’ anno nu zou kunnen zijn.
About - Institute fur Raumexperimente
The Institut für Raumexperimente was affiliated with the Berlin University of the Arts from 2009 to 2014 as an experimental education and research project, led by its founding director Olafur Eliasson together with co-directors Christina Werner and Eric Ellingsen.
One of the central tenets in the methodology of the Institut für Raumexperimente was to curate learning situations of uncertain certainty.

Bron: The Kitchen, Olafur Eliasson
STAGEWENS
In mijn afstudeerjaar wil ik een buitenschoolse stage lopen. Mijn wens is om mijn stage bij een presentatie-instelling of een museum te lopen. Als het lukt wil ik van september t/m december 2018 (4 maanden), 3-4 dagen in de week stage lopen. Ik leg het accent op kunsteducatie. Binnen de stage en binnen mijn eigen onderzoek zou ik de mogelijkheden van ontwerpend + onderzoeken leren willen onderzoeken in relatie tot mijn maker/educatorschap.
Donderdag 7 juni ben ik op gesprek geweest bij Het Nieuwe Instituut. Ik heb hier de mogelijkheden besproken voor een stage op de educatieafdeling. In het gesprek heb ik mijn leerwensen uitgesproken. De mogelijkheden die zij als stageplek bieden zijn;
1) Vanuit formeel leren: Het ontwikkelen van een programma voor V.O.-bovenbouw, die aansluit bij het Nieuwe CKV.
2) Vanuit informeel leren: Het ontwikkelen van een beleidsplan m.b.t. de kwaliteit van een rondleiding die typisch HNI is + dit doorvoeren.
3) Vanuit informeel leren: Het opzetten van het nieuwe educatieve programma (gericht op maak-activiteiten) op ‘Het Dek’ (voor families + volwassenen) bij de komende tentoonstelling.
Van alle drie de projecten word ik enthousiast. Ik zie veel mogelijkheden bij HNI voor mijn onderzoek naar ontwerpend + onderzoekend leren omdat HNI haar onderwijs vormgeeft volgens de principes van het onderzoekend en ontwerpend leren. Maandag hoor ik of ik hier stage mag lopen.
Wanneer ik de stage niet krijg moet ik opzoek naar een andere buitenschoolse-instelling. Om inzicht te krijgen in andere mogelijkheden voor mijn onderzoek heb ik mijzelf de volgende vraag gesteld?
‘Wat kan ik met onderzoekend + ontwerpend leren in relatie tot de verschillende rollen?’
Makerschap
Dit betekent dat ik de methodiek van ontwerpen/onderzoekend leren in mijn eigen beeldende praktijk kan onderzoeken.
Educatorschap
Dit betekent dat ik een ‘programma/activiteit’ ontwikkel volgens de principes van onderzoekend en ontwerpend leren.
Beschouwer
Ik zie vanuit deze rol minder mogelijkheden omdat het een praktijk-gericht onderzoek is.
AFSTUDEERPROFIEL
Het afstudeerprofiel dat ik kies is V.O. bovenbouw (HAVO, VWO), buitenschools (15-18 jaar). Omdat ik voor buitenschoolse educatie kies kom ik snel uit bij museumeducatie en passend onderwijs.
Daarbij wil ik mij richten op ontwerpend + onderzoekend leren, hiermee ontwikkel je vaardigheden die goed passen bij lerenden binnen dit afstudeerprofiel. (Uit afstudeerprofielen: onderzoeksvaardig zijn en anderen dat kunnen aanleren.) Mijn eigen interesses gaan uit naar het onderwijzen van beeldend op een hoog niveau, met de nadruk op reflectie. (Dit heb ik ontdekt in mijn laatste stage) Vanuit mijn visie, vind ik naast ‘maken’, ‘engagement’ en het ontwikkelen van een kritische houding belangrijk.
Bron: afstudeerprofiel leerlingen bovenbouw HAVO-VWO binnen en buitenschools
BEELDLAB
Binnen beeldlab wil de principes van ontwerpend + onderzoekend leren onderzoeken binnen mijn eigen beeldende proces. Door de verschillende methodieken van ontwerpend + onderzoekend leren toe te passen op mijn proces wil ik onderzoeken wat dat mij procesmatig oplevert.
Daarnaast wil ik mij bezig houden met het thema ‘voedsel en cultuur’. De eerste periode (t/m december 2018) wil ik mij parallel aan mijn stage vooral richting op het ontwerpend + onderzoekend leren. Vanaf januari (2019) wil ik mij richten op mijn beeldende praktijk en kunsttheorie.
VERDELING STUDIELAST
STARTPUNT
In mijn afstudeerjaar wil ik de methodiek van onderzoekend + ontwerpend leren onderzoeken in relatie tot mijn eigen makerschap en een te ontwikkelen educatief programma (product/project).
Manier van werken
Mijn accenten liggen op de stage (kunsteducatie) en het ontwikkelen van een kunsteducatief product-, project- of programma. Het onderzoek dat ik hiervoor moet doen wil ik voeden met mijn eigen beeldende proces (bij beeldlab) waarin ik ook de principes van het onderzoekend of ontwerpend leren toepas.
Als laatste wil ik kijken of ik dit product, project- of programma, theoretisch kan onderbouwen vanuit theorieën die verwant zijn aan globalisering/interculturalisering in de kunst.
0 notes
Link
0 notes
Link
Vezels, Bindingen en Verfplanten
Nan Groot Antink verft met natuurlijke verfstoffen. Het is een tijdrovend werk, omdat het proces begint met het zoeken naar de juiste planten waarmee de stoffen kunnen worden gekleurd. Ze laat zich in de keuze van de planten inspireren door de omgeving. Zo heeft ze voor de opdracht van het TextielMuseum gekozen voor planten die vóór de bouw van de voormalige textielfabriek op het terrein voorkwamen. In samenwerking met de Universiteit van Wageningen, die aangaf dat het heideveld geweest moet zijn, koos Nan Groot Antink voor zeven verfplanten: heermoes, jeneverbes, berk, zuring, sporkehout, heide en boerenwormkruid. Samen met het TextielLab werd gezocht naar natuurlijke garens en weefbindingen. Zo ontstonden zeven lange banen van hennep, organisch linnen, papier, abaca (vezel van een bananensoort) en linnen-mesh.
0 notes
Link
Als kind hielp Chloé Rutzerveld (24) haar grootouders twee keer per week met de oogst van hun moestuin; bessen plukken, kroppen sla schoonmaken, boontjes doppen. En als tiener kookte ze al met de ingrediënten die toevallig in huis waren.
Eigenlijk is ze haar hele leven al met eten bezig, zegt ze. De lesstof op het tweetalige atheneum in Zuid-Limburg boeide haar een stuk minder dan haar bijbaan bij de plaatselijke bakkerij. „Als ik op zaterdag om zes uur ’s ochtends daar de deur openduwde en die heerlijke geur rook, was ik meteen gelukkig.” Haar studie Industrial Design aan de Technische Universiteit Eindhoven ging pas leven toen ze zich realiseerde dat ze ook voeding kon ontwerpen.
Nu is Rutzerveld food designer. Ze gebruikt wetenschap, technologie en haar kennis van voeding om ons voedselsysteem te verbeteren. Zo bakte ze vorig jaar een wafel van groenteafval met de naam Strooop! Ze verzamelde het afval (liever spreekt ze van „reststromen”) van een fabriek die worteltjes schrapt, en gebruikte het sap daarvan voor de stroop en de pulp voor de wafel. De benodigde technieken had ze geleerd op een opleiding rauw-veganistisch koken in de Verenigde Staten. „Ik wil laten zien dat je groenteafval ook voor iets anders kunt gebruiken dan voor dierenvoer”, zegt ze. De wafel is dit jaar genomineerd voor een Dutch Design Award, hotelketens en een luchtvaartmaatschappij toonden interesse.
Food design staat in de belangstelling. Het Museum für Kunst und Gewerbe in Hamburg biedt met de expositie Food Revolution 5.0 een blik op het voedsel van de toekomst. Geen producten van voedselfabrikanten, maar van een selectie van internationale ontwerpers, kunstenaars en architecten. Dichter bij huis, in het Stedelijk Museum Schiedam, opende onlangs een tentoonstelling over de verleiding van suiker in de kunst; gastconservator Marije Vogelzang vroeg internationale kunstenaars te reflecteren op de betekenis van suiker in de samenleving. En de komende editie van de Dutch Design Week in Eindhoven heeft een paviljoen over eten, waar voor het eerst een Future Food Design Award wordt uitgereikt. De jury zal kiezen uit 73 inzendingen, uit 14 landen.
Compleet witte maaltijd
Pionier op het gebied van food design is Marije Vogelzang (39). Zij studeerde in 2000 af aan de Design Academy Eindhoven op begrafenis-eten. In veel culturen staat de kleur wit voor rouw en daarom ontwierp ze een compleet witte maaltijd: wit eten (witte wraps, witte kroepoek, witte rolletjes gevuld met witte ingrediënten) op een witte tafel met wit servies.
Sinds 2013 geeft Vogelzang leiding aan de afstudeerrichting Man & Food aan de Design Academy. De toenemende belangstelling voor ‘eetdesign’ komt volgens haar door de urgente voedselvraagstukken. „Er spelen zo veel dringende kwesties op het gebied van de productie van eten, dierenwelzijn, gezondheid en milieubelasting. Hoe geven we de groeiende wereldbevolking duurzaam en gezond eten?” Denk ook, zegt ze, aan zaken als obesitas, de afname van bijenpopulaties, overbevissing.
Toen Vogelzang afstudeerde, was er veel minder aandacht voor die kwesties. Vijftien jaar geleden opende ze twee experimentele restaurants, eentje in Rotterdam en één in Amsterdam, met de naam ‘Proef’. Ze weet nog hoe iemand reageerde toen ze vertelde dat ze biologische ingrediënten gebruikte: „Wie zit dáár nou op te wachten?!” Dat is nu onvoorstelbaar, zegt ze. „De houding ten opzichte van voeding is in relatief korte tijd veranderd.”
Lees ook het interview met Mister Ikea:
‘Hoezo niet echt design? Omdat het een massaproduct is?’
Vogelzang vindt: voor de antwoorden op al die ingewikkelde kwesties zijn creatieve mensen nodig. „Wij willen generalisten opleiden die het hele veld kunnen overzien, die kennis en mensen kunnen verbinden om zo tot originele oplossingen te komen.”
Leverworst met frambozengelly, van Carolien Niebling. Foto Jonas Marguet
Carolien Niebling bijvoorbeeld. Ze ontwikkelde samen met slager Herman ter Weele en chefkok Gabriel Serero ‘worsten van de toekomst’. „De een ontwerpt een stoel of een lamp; ik ontwerp een worst”, zegt Niebling. Er is er een met gedroogde vruchten, noten en bloemen, een mortadella met groentes, en een bloedworst met chocola, amandelen, granen en ‘een hart van appel’. Ze waren dit voorjaar te proeven tijdens de designbeurs in Milaan. „We eten veel te veel vlees, dat is een probleem”, zegt ze. „Op universiteiten wordt weliswaar onderzoek gedaan naar vleesvervangers, maar het kan zo vijf tot tien jaar duren voor die kennis wordt toegepast. Ik zocht als ontwerper naar een manier om daar snel en realistisch iets aan te kunnen veranderen. Als je in de worst die de slager maakt andere ingrediënten doet, hoef je niets aan het productieproces en de locatie te veranderen.” Vlees hoeft wat haar betreft niet helemaal vervangen te worden, zolang het maar flink gereduceerd wordt. „Ik wil slagers laten zien dat ze niet bang hoeven te zijn voor de toekomst als ze maar creatiever nadenken over ingrediënten.” Begin oktober verschijnt haar boek The Sausage of the Future; een do-it-yourself-boek over worstmaken.
Kan je van een oldtimer een elektrische auto maken?
En zou je het moeten doen?
Ook Chloé Rutzerveld wil ‘de mensen thuis’ aan het denken zetten over duurzaam en gezond eten. Dat doet ze door het „verhuiselijken van technologie”. Ze maakte een installatie met de naam Future Food Formula, waarmee je thuis je eigen groenten kunt ‘ontwerpen’. Ze verdiepte zich in groeireceptuur: de omgevingsfactoren die een gewas nodig heeft om zo goed mogelijk te groeien, zoals de kleur en de intensiteit van het licht, de temperatuur en de luchtvochtigheid. Rutzerveld: „Nu wordt die receptuur gebruikt om gewassen zo efficiënt mogelijk te laten groeien, maar je kunt er ook je ideale aubergine, courgette of tomaat mee maken.” Rutzerveld heeft bij kunstcentrum Raum in Utrecht een prototype gemaakt: op een beeldscherm kun je zien wat er met groentes gebeurt als je factoren als licht en water aanpast. Als je een plant veel rood licht geeft bijvoorbeeld, denkt hij dat hij in de schaduw staat. Dan gaat hij energie stoppen in omhoog groeien: blaadjes gaan omhoog staan in de hoop meer licht op te vangen, het bladoppervlak wordt vergroot, stengels dunner en langer. Om haar idee tastbaarder te maken, heeft ze er groente-hapjes bij gemaakt.
Eten uit een spons?
Rutzervelds installatie is eind oktober ook te zien tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven. Curator Marije Vogelzang maakte een selectie van ontwerpen die over de toekomst van voeding gaan. Carolien Nieblings worsten zijn er, en er staat een robot, van ontwerper Marie Caye, die zelf een frisdrank van appels maakt en verkoopt.
KUNST EN ETEN
De installatie Future Food Formula van Chloé Rutzerveld is t/m 17 oktober te zien bij kunstcentrum Raum in Utrecht.
Dutch Design Week Eindhoven. The Embassy of Food – Looking Back to Now. 21 t/m 29 oktober.
Sticky Business. De verleiding van suiker in de kunst. T/m 18 februari 2018 in Stedelijk Museum Schiedam.
Tot de meest aansprekende ontwerpen behoort de serie Bioplastic Fantastic van Johanna Schmeer; felgekleurde materialen die zelfstandig voedzame emulsies produceren. Schmeer maakte een reeks haast erotische vormen die, als je er zachtjes op drukt, een schuim of een poeder loslaten. Ze doet nu in Indonesië onderzoek naar het kweken en consumeren van zeewier. „Mijn werk gaat over welke rol technologie gaat spelen in het dagelijks leven van gewone mensen”, mailt ze uit Lombok. „Er wordt nu wetenschappelijk onderzoek gedaan naar hoe materialen zelfstandig gezonde substanties kunnen maken, daar is mijn ontwerp op gebaseerd.” Dat brengt volgens haar ook sociaal-culturele vragen met zich mee: wíllen we wel voeding die uit een soort van spons komt? Ga je dan nog wel aan tafel zitten samen? „Het is bedoeld om mensen aan het denken te zetten over de vorm die ons eten moet hebben en de rol van de voeding in ons leven.”
Wat opvalt aan food design is het speculatieve karakter ervan. Er zit een element van fictie in, waardoor de ontwerpen het stadium van prototype niet makkelijk voorbijkomen. Dat maakt het soms eerder kunst dan design. Volgens Chloé Rutzerveld schuilt de waarde ervan in de speelse manier van denken. Zij wordt regelmatig als consultant bij grote voedingsconcerns uitgenodigd om out of the box mee te denken over nieuwe producten en processen. „Juist door gekke uitstapjes te bedenken, door even los te komen van het ‘efficiency-denken’, ontstaan nieuwe oplossingen.”
0 notes
Link
Stap in de wereld van Ferran Adrià:
Ferran Adrià is een wereldberoemde chef-kok die op een creatieve manier gerechten en kooktechnieken ontwikkelde. In deze challenge gaan we proberen om net als Adrià te werk te gaan.
Wat heb je nodig?
– groot vel papier en gekleurd papier
– pennen, potloden, stiften
– een komkommer, citroen, tomaat (= het object)
– snijplank, mesje, schaar
– smartphone
Stap 1
Schrijf de naam van het object in het midden van het grote vel papier. Welke gedachtes roept dit woord op? Schrijf dit op. Wat weet je allemaal al van het product? Welke voedingstoffen zit er in? Waar wordt het voor gebruikt? In welke gerechten zit het vaak?
Stap 2
Onderzoek heel precies het uiterlijk van het object, snijd hem ook eens open en bekijk de binnenkant. Probeer alle onderdeeltjes die je ziet te benoemen en schrijf dit op je vel papier, je ze ook tekenen.
Maak ook een foto met je telefoon van één onderdeel, denk hierbij na over de vorm of hoek waaruit je de foto neemt.
Stap 3
Hoe voelt de textuur van het object in je mond? Hoe beïnvloed het uiterlijk van het object de smaak? Kies twee structuren van het object en probeer deze te tekenen op je vel.
Stap 4
Welke smaken zitten er allemaal aan het object? Smaakt elk onderdeel hetzelfde? Kies 1 smaak uit en probeer deze te omschrijven met woorden. Schrijf de woorden op je vel.
Probeer nu de gekozen smaak ook te tekenen. Welke vormen en kleuren horen er bij de smaak?
Stap 5
Op welke manier moet je het object aanpassen om het beste de gekozen smaaksensatie te tonen? Je mag er in snijden en hem kapot maken. Denk ook na over de achtergrond, welke kleuren zijn passend? Gebruik hiervoor het gekleurd papier, je kunt hierin knippen en verschillende vormen en kleuren gebruiken. Maak een foto van de beste presentatie.
0 notes
Link

Kasper De Vos Fighting For World Cheese
U kent Kasper De Vos mogelijk als eerste burger van de fictieve koninkrijken KASKper in Gent en Kasperland in Hoboken. Of als hamburgerverkoper, marktkramer of als die gast uit Mortsel met zijn pretoogjes. Daarnaast is hij stichtend lid van het beeldhouwerscollectief Fase en master in de vrije kunsten. Bij zijn afstuderen in 2012 aan de Gentse School of Arts zag zag hij zichzelf als beeldend en vinder en ruimtelijk bezetter. De laatste jaren legt hij zich meer en meer toe op voedsel, kunst, koken en hoe deze zich tot elkaar verhouden.
‘Mijn interesse voor voeding is geleidelijk aan gegroeid Al is dat misschien maar vanzelfsprekend.. Er zijn voor mij nu eenmaal veel parallellen tussen koken en mijn kunstpraktijk. Mijn werkwijze bestaat voor een groot deel uit pure ambacht en dat is net wat koken voor mij ook is. Als ik weer eens in mijn pot plaaster sta te roeren, kan ik mij echt een kok voelen. Ondertussen merk ik ook dat ik dingen vaak duidt met culinaire terminologie of een voedselverwijzing. Zo raad ik mensen niet zelden aan dat goede plaaster er als yoghurt moet uitzien. Of als je honger hebt en je doet je tegoed aan voedsel, ben je nadien bevredigd of zelfs opgeblazen. Ik ervaar dezelfde sensatie als ik kunst maak of ernaar kijk. Daarnaast is koken bijna een soort van nieuwe religie. Met volgelingen die zich foodies noemen. Maar dat die trend vind ik nogal leeg er ontbreekt nog een kern. Of fond, als we de juiste terminologie willen blijven hanteren. Met de titel Fighting for World Cheese tracht ik heel die beweging wat te relativeren. Ze moeten daar niet zoveel koek aanhangen ’
Hij is tevens een flexibel mens die er niet voor terugdeinst om plannen te wijzigen. ‘Mijn oorspronkelijke idee was om een groep mensen uit te nodigen die allen iets doen met voedsel in hun kunst en daar een groepsexpositie mee samen te stellen. De praktijk leerde me echter dat ik helemaal niet zo veel mensen kende om zich te engageren voor mijn plan. Uiteraard kon ik me omringen met vrienden en kennissen, maar dat is me te simpel. Het daagde me plots dat ik de facto een curator zou zijn en dat zag ik niet zitten. Ik was sowieso van plan een (pizza)oven te bouwen in de bostuin als mijn bijdrage aan de groepsexpo en eigenlijk had ik veel meer zin om daar verder op te bouwen. Zodus ga ik de bostuin omvormen tot een arena, of misschien eerder een forum, met de oven als centraal punt. Dit forum kan dienen voor allerhande bijeenkomsten, lezingen of debatten. Al dan niet rond kunst en voedsel.
Ik nodigde alvast drie andere mensen uit om de tuin aan te pakken. Willem Boel zal hoogstwaarschijnlijk een soortement van prieel bouwen, Liesbeth Henderickx gaat utopische architecturale ontwerpen maken van hoe de Bostuin er uit kan zien en Pieter de Clerq uit Gent levert ook een bijdrage, maar die is voorlopig nog weinig concreet.
Kasper Devos is bezig in Het Bos van 16 april tot 20 mei. Fighting for World Cheese is open voor bezoek van donderdag 3 mei tot zondag 6 mei. Elke dag wordt er eten in de oven bereid door Otark.
0 notes
Link
4. De Keuken
Etenendrinken in Het Bos is lekker maar ook vriendelijk voor mens, dier, volksgezondheid en planeet.
Etenendrinken in ons huis benaderen we als een zoektocht en een experiment. We geven culinaire doe-het-zelvers en kunstenaars plek om voedsel - ideeën, oplossingen en creaties uit te testen.
De Bosbar serveert koffie en ander vocht. Op onze tap zit biopils en we hebben ook twee eigen Bosbieren. Iedere dag valt er iets kleins te bikken in de bar. Bij publieksmomenten, grote en kleine gebeurtenissen programmeert Het Bos ook eten.
● prijzen zijn vriendelijk ● Altijd wanneer er iets te doen is, lessen wij de dorst.
OPEN KEUKEN Het Bos zet haar keukendeuren open voor koksmutsen en andere culinaire liefhebbers. Iedereen met of zonder kookambities is welkom om in onze keuken voor de bezoekers te koken. Uiteraard is iedereen met of zonder honger welkom om de spijzen naar binnen te werken. interesse om te koken? ▻ [email protected]
Bezoekers genieten zo wekelijks van een vegetarische schotel die telkens door andere handen wordt bereid! Elke laatste donderdag van de maand maakt de open keuken plaats voor een WERELDKEUKEN ism Opvangcentrum Linkeroever. Vanaf oktober 2017 is er op zondag ook terug wekelijks Otark BREAKFAST CLUB van 9u tot 15u.
In het wisselend boskeukenteam: Otark productions, Bei Badenhorst, Skybox, Rode Biet/Meyhane (Ozge & Gizem), Vossenstreken (Hanne Elsen), Wild, Lori en Lieze, Igor, De Beek, ..
→ Project: OPEN KEUKEN → Project: WERELDKEUKEN → Project: OTARK BREAKFAST CLUB
0 notes
Link
WE ARE FOOD - OVER DE KUNST VAN VOEDSELZONDAG 25 FEBRUARI T/M ZONDAG 16 SEPTEMBER 2018 Over de kunst van voedsel Zonder voedsel kan niemand leven. Maar hoe vaak staan we nou eigenlijk stil bij wat we elke dag weer eten? Met de tentoonstelling WeAreFood wil Museum Jan Cunen zijn bezoekers op een nieuwe en ongewone manier naar voedsel laten kijken. Een ruime selectie kunstwerken, van schilderijen, foto’s en beelden tot installaties, videokunst en design, maken de kijker op originele wijze bewust van onze weliswaar dagelijkse maar desondanks gecompliceerde omgang met voedsel. De tentoonstelling met werk van voornamelijk Nederlandse en ook enkele buitenlandse kunstenaars is verrassend, ontregelend en prikkelend, soms bloedserieus, dan weer humoristisch of relativerend. Er wordt niet geoordeeld en ook geen loftrompet gestoken. Wel worden er vragen opgeroepen. Wat zegt ons voedsel over onszelf? Bewustwording, daar gaat het om in WeAreFood.
1 note
·
View note
Text
Makerschap en Context
Hoe betrek ik mijn makerschap in mijn Context?
Moeilijke vraag. Parallel aan mijn maakproces heb ik nagedacht over mijn makerschap en hoe zich dit verhoud tot mijn educatorschap.


Denkend maar nog niet zeker.. zijn mijn maker- en educatorschap op verschillende manieren verbonden..
1. Procesmatig
Mijn manier van werken binnen beeldlab en de manier van werken binnen dit onderzoek zijn procesmatig vergelijkbaar. Zo ben ik voor beiden onderzoeken gestart vanuit een interessegebied of een ervaring die een link heeft met cultuur. Vreemde cultuur of andere cultuur. En ook binnen het proces zie ik overeenkomsten. Mijn voelsprieten staan altijd aan, vaak wordt ik afgeleid door iets dat ik interessant vind, dit kan ik dan even heel belangrijk maken. Ik vind het lastig om een kader te kiezen en daarbinnen te blijven. Dit maakt dat een proces veel tijd nodig heeft omdat ik me binnen een proces in veel ‘andere’ dingen verdiep die zich op wat voor manier dan ook verhouden tot dat waar ik mee bezig ben.
2. Thematiek
Ik vind culturen, tradities en het eigen maken van deze culturen of tradities interessant. Binnen mijn proces bij beeldlab werk ik met een oude techniek (batik). Deze traditie/cultuur fascineert mij. Tijdens mijn verblijf in Indonesië merkte ik dat ik opzoek was naar een omgang met deze techniek waarbinnen ik een bepaalde artistieke vrijheid kon nemen en waarmee ik dat wat aan mij doorgegeven werd een stukje eigen kon maakte. Ik weet nog niet waar ik naartoe wil maar ik merk dat ik steeds meer los kom te staan van de techniek en de traditie maar er in mijn vormgeving nog wel naar verwijs. Hoe kan ik de traditie ‘conserveren’ en eigen maken en hem binnen een nieuwe context plaatsen?
0 notes
Text
Ontrafel jouw CONTEX
onderzoek - oriënterend maar wel verdiepend - hoe de door jou gewenste context eruit kan zien.
Wat heb ik onderzocht?
Mijn onderzoek was voornamelijk oriënterend van aard, ik ben intuïtief te werk gegaan en ben gestart met het onderzoeken van visies van verschillende presentatie-instellingen. Dit waren Stroom en West in Den Haag, Tent in Rotterdam, FramerFramed in Amsterdam en als laatste ExtraCity in Antwerpen. Parallel aan het onderzoeken van de verschillende visies van deze presentatie-instellingen heb ik gekeken naar hoe deze visies vertaald worden naar het educatief aanbod.
* presentatie-instellingen die ik nog bij dit onderzoek wil betrekken zijn: Marres, Witte de With, Mama, Nest en Het Bos.
Mijn onderzoek brengt breed de verschillende visies en het educatieve aanbod van bovenstaande presentatie-instellingen in kaart. Ik heb mij intuïtief laten leiden en heb gezocht naar visies die mij aanspreken.
Het viel mij op dat er veel overeenkomsten zijn tussen de visies die ik onderzocht en de educatieve activiteiten. Deze overeenkomsten worden in onderstaande afbeelding weergegeven. Daarnaast onderstreept de meerderheid van de onderzochte presentatie-instellingen de Code Culturele Diversiteit.
Hoe heb ik onderzocht?
Doormiddel van deze tumblr verzamel ik informatie. Ik zie dit als een bronnenbank die steeds aangevuld wordt. Ik voeg excursies, en bronnen toe die een relatie hebben met mijn onderzoeksgebied. Soms past dit binnen de richting die ik opga en soms verdiep ik mij in bronnen die zomaar tegen kom en ook interessant kunnen zijn.
Tijdens de tweede fase van Context ondernam ik twee excursies. Ik ging naar het performance weekend van de tentoonstelling van ‘eating each other’ bij kunsthal Extra City en ik bezocht de groepstentoonstelling ‘Pressing Matters’ bij FramerFramed in Amsterdam.
Naast het bezoeken van het performanceweekend van ExtraCity heb ik een interview voorbereid voor Puck Vonk. Zij is verantwoordelijk voor het concept Burgers van de Toekomst (Young Citizens Programme). Voor de tentoonstelling ‘eating each other’ ontwikkelde zij een workshop voor kinderen (5-10 jaar).
Van website: Onder begeleiding van een ervaren gespreksleader (Puck Vonk) ontdek je een aantal kunstwerken in de tentoonstelling. Aan de hand van prikkelende maak-, zie- en doe-opdrachten verken je je prille burgerschap, je relatie tot andere stadsbewoners en welke gebruiken en rituelen je van elkaar overneemt als je in dezelfde stad woont.
Over het YCPprogramma en haar visie als maker en educator ga ik met Puck in gesprek in de vorm van een semi-gestructureerd interview. Ik heb voor deze vorm gekozen omdat ik de vragen dan met een kleine aanpassing in een ander interview met een andere maker/educator kan gebruiken. Daarnaast heb ik in overleg met Puck besloten dat zij zich zo alvast kan voorbereiden en we aan de hand van de vragen een dialoog kunnen voeren.
Naam Puck Vonk
1. Even voorstellen.
a. Wie ben je?
b. Kun je iets over jezelf als ‘maker’ vertellen?
c. Kun je iets vertellen over jouw visie op kunst en (educatie)?
2. Als freelancer ben je werkzaam bij ExtraCity een paar vragen aan jou als educator.
a. Waarom heb je ervoor gekozen om als freelancer voor ExtraCity te werken?
b. Sluit jouw visie op kunst(educatie) aan bij die van de kunsthal?
c. Kun je meer vertellen over het concept Burgers van de Toekomst (Young Citizens Programme)?
3. Over het YCP.
a. Hoe is het concept burgers van de toekomst ontstaan?
b. Wat is het beoogde doel van het YCP?
c. Hoe maak je de vertaling naar een workshop voor de tentoonstelling ‘eating each other’ (naar mijn mening een ingewikkeld thema) voor kinderen tussen de 5-10 jaar?
d. Waar liggen de zwaartepunten binnen de workshop die je ontwikkeld hebt bij de tentoonstelling ‘eating eachother’? (m.b.t. maken en beschouwen)
e. Welke rol speelt (inter)culturaliteit binnen het YCP?
Op je website staat “Her main interest is establishing a relationship with the audience, viewer, listener, reader. It’s all to do about communicating and sharing a moment, an experience…”
Als laatste vraag:
Hoe verhoudt jouw makerschap zich tot het Concept Burgers van de Toekomst en jouw rol als educator bij ExtraCity?
Welke stappen heb ik gemaakt?
Ik heb voornamelijk oriënterend informatie verzameld. Dit leverde veel informatie op. Een vraag waar ik verder mee aan de slag wil is: ‘Welke visies spreken mij het meeste aan en waarom?’
Een vervolgstap om mijn onderzoek meer af te bakenen is dat ik ben gestart met het onderzoeken van specifieke educatieve projecten die mij aanspreken en waarom?

ExtraCity: 'Aan de hand van prikkelende maak-, zie- en doe-opdrachten verken je je prille burgerschap, je relatie tot andere stadsbewoners en welke gebruiken en rituelen je van elkaar overneemt als je in dezelfde stad woont.’

Tent: ‘Tien jongeren (18-25 jr.) uit Rotterdam en Londen doen mee aan een workshopprogramma waarin de vraag “Where does culture happen?” centraal staat.

Stroom: Foodprint is een meer jaren durend programma over de invloed van voedsel op de cultuur, de inrichting en het functioneren van steden en van Den Haag in het bijzonder.
Het Nieuwe Instituut: The Mansholt Letter is een project van Het Nieuwe Instituut in samenwerking met Slow Food, een wereldwijde beweging van boeren, consumenten en food professionals met als doelstelling lekker, puur en eerlijk voedsel voor iedereen toegankelijk te maken.
Door ik kaart te brengen welke educatieve projecten mij aan spreken kwam ik erachter dat mijn interesses vooral liggen bij thema’s als (inter)culturele uitwisseling en food.
Als laatste werd ik soms afgeleid. Ik vond de excursie naar het Nieuwe Instituut inspirerend. Ontwerpend leren en onderzoekend leren wil ik verder onderzoeken.
2 notes
·
View notes
Link
Marinke vroeg mij n.a.v. het essay dat ik schreef voor vakbeschouwing. Waarin ik de blik van de ander probeer te onderzoeken vanuit mijn ervaring in Indonesië. Om met voorbeelden te komen van artistieke praktijken waarin kunst een dialoog openbreekt en onze blik probeert te keren.
Ik vond onderstaande bron uit jaar 2 (een filmpje van ArtTube):

In het filmpje van ArtTube, gemaakt tijdens de opbouw van Marshalls solotentoonstelling Painting and other stuff (M HKA, 2013) legt de kunstenaar uit waarom hij een groep zwarte jongens afbeeldt terwijl ze theedrinken in een huiskamer:
‘They’re just doing… normal stuff. When you imagine what black people are doing, that’s not what most people imagine.
Because every time you hear about what black folks are doing, its either crime or drugs. When you think about young black men – you don’t think about them sitting around in a living room, chatting with each other.’
Marshalls werken vullen niet alleen die gaten in de kunstgeschiedenis op, ze zijn ook nog eens heel mooi. Er gebeurt van alles: dankzij de verzadigde kleuren, sterke composities, en intrigerende taferelen blijf je ernaar kijken. De schilderijen zijn geen aanval op de gevestigde kunstgeschiedenis. Wie goed kijkt, ziet dat er een zeker respect voor de oude meesters van de schilderkunst uit spreekt. Wat Marshall laat zien, is dat het tijd is voor meer diversiteit.
0 notes
Photo

BRON: Essay
Voor het essay dat ik afgelopen trimester voor vakbeschouwing schreef , las ik het boek van Ruud Welten.
In dit essay gaat Ruud Welten op zoek naar een hermeneutiek van het reizen. Hij neemt daarbij de ontmoeting met de ander en de filosofie van Levinas als uitgangspunt. Ontmoetingen met de ander spelen een belangrijke rol in reisliteratuur. De andere is degene die we niet verstaan en kunnen begrijpen vanuit onze eigen culturele achtergrond. In de sporen van Emmanuel Levinas, de filosoof van de ander, en van literatuurwetenschapper Edward W. Said wordt reisliteratuur in dit boek gelezen als een schat aan reflecties op de ontmoeting met de ander. Op wat voor manier komen we de ander tegen in reisliteratuur? Deze tekst is een weefsel van stemmen waarin het ik en de ander nu weer samen klinken, dan weer hun eigen stem vertolken of tegen elkaar ingaan.
Bron (krantenartikel): https://www.trouw.nl/home/de-ander-is-een-ding-geworden~aeba3528/
Ruud Welten (1962) is als filosoof verbonden aan de Universiteit van Tilburg en is lector ethiek aan de Hospitality Business School van de hogeschool Saxion. Eerder publiceerde hij 'Het ware leven is elders' (2013).
0 notes