Tumgik
#Wereldmuseum Amsterdam
arthistoryanimalia · 9 months
Text
#TapirTuesday:
Tumblr media
Earthenware Tapir Kari'na culture, Suriname, before 1914 6.5 x 12.5 cm (2 9/16 x 4 15/16 in.) Wereldmuseum Amsterdam TM-7-106 https://hdl.handle.net/20.500.11840/178081
"Finely pounded charred bark of the kwepi tree is mixed with the clay as a binding agent in a 1:1 ratio, then shaped and baked."
62 notes · View notes
dutchjan · 5 months
Text
Tumblr media
April 13, 2024
0 notes
rotterdamvanalles · 3 months
Text
Koninklijke Nederlandsche Yachtclub aan de Veerhaven.
De Koninklijke Nederlandsche Yachtclub was een watersportvereniging in Rotterdam die in 1846 werd opgericht door prins Hendrik. Zijn broer, koning Willem III, aanvaardde het beschermheerschap.
In 1851 werd een classicistisch pand aan de westzijde van de Willemskade bij de Veerhaven in gebruik genomen ontworpen door de Amsterdamse architect A.N. Godefroy. Het gebouw was bedoeld als sociëteit, om wedstrijden op de Maas te bekijken en verder om de collectie scheepsmodellen en etnologische voorwerpen te huisvesten. Op de begane grond waren kleed- en waslokalen, dienstruimtes en bergingen. Vanaf de eerste verdieping en het balkon konden de leden de wedstrijden op het water volgen. Hier was ook de eetzaal. Op de tweede verdieping was een appartement voor de prins.
De Yachtclub wilde meer zijn dan een plaatselijke watersportvereniging, en zou een 'Nederlandsche' club moeten worden. Vanaf het begin zat het echter niet mee: het bestuur telde zes Rotterdammers en slechts een Amsterdammer. De afstanden waren rond 1850 nog groot, en men bleef liever dichter bij huis. In Amsterdam werd december 1847 hade Koninklijke Nederlandsche Zeil en Roeivereeniging opgericht met dezelfde doelstellingen als de Yachtclub. Na de oprichting van de KNZ&RV beëindigden de meeste Amsterdammers hun lidmaatschap van de Yachtclub. Rond 1860 waren er onderhandelingen met het bestuur van de in 1851 opgerichte Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas om tot samengaan van beide verenigingen te komen. De onderhandelingen leidden niet tot het gewenste resultaat.
Met de Yachtclub ging het steeds minder florissant, zodat in 1871 Prins Hendrik financieel moest bijspringen om de schuldeisers te voldoen. Het overlijden van Prins Hendrik in 1879 bracht ook het einde van de Yachtclub in zicht, en in 1882 werd de Yachtclub door gebrek aan financiële middelen opgeheven. Een aantal leden, voor zover nog geen Maaslid, stapte over naar de De Maas, die in 1908 een sociëteit aan de Veerhaven liet bouwen omdat de oude sociëteit op Katendrecht moest verdwijnen voor de bouw van de havens.
Het yachtclubgebouw fungeerde na 1885 als een maritiem museum en een etnografisch museum zoals dat al eerder in Leiden en Haarlem was gebeurd. Op 1 mei 1885 werd het Museum voor Land- en Volkenkunde geopend. Beide musea bleven hier tot na de Tweede Wereldoorlog gevestigd, en werden later herdoopt tot Wereldmuseum Rotterdam. De historische verzameling scheepsmodellen van de Yachtclub vormde de basis voor het latere Maritiem Museum 'Prins Hendrik', inmiddels omgedoopt tot Maritiem Museum Rotterdam.
Foto en Informatie komt van wikipedia.
Tumblr media
0 notes
regioonlineofficial · 8 months
Text
In 2023 onderging Museum Jan Cunen in Oss een opvallende groei, met een aanzienlijke toename van het aantal bezoekers. Het museum sloot het jaar af met een indrukwekkend totaal van 20.000 bezoekers waaronder 5.000 scholieren en studenten. Dit markeerde een aanzienlijke stijging ten opzichte 2022, toen het bezoekersaantal nog op 12.500 lag.   Directeur van Museum Jan Cunen, Herman Tibosch, benadrukt de continue inzet voor inhoudelijke kwaliteit als drijvende kracht achter het succes. "Elk jaar weten meer mensen ons te vinden. Daar werken we hard voor en het maakt ons zeker ook trots. Met een programmering die past bij Oss en mooie projecten in de stad bereiken we een zeer breed publiek, terwijl we ons ook landelijk weten te profileren. We streven naar duurzame groei en bouwen graag verder op dit succes." Groei op allerlei gebieden De groei manifesteert zich niet alleen in bezoekersaantallen, maar ook in inkomsten en naamsbekendheid, inclusief positieve ontwikkelingen in de museumshop en café Cunen. Het winnen van de prestigieuze VriendenLoterij Museumprijs was hierbij een absolute kers op de taart. Met een sympathieke campagne versloeg het museum twee grote, gerenommeerde collega’s (Wereldmuseum Amsterdam en het Nationaal Fotomuseum) en werd het dé publieksfavoriet van 2023. Een prachtig steuntje in de rug en een prijs die zich nog jaren zal laten gelden. [wpmfgallery gallery_id="7113" size="medium" columns="3" targetsize="large" link="file" wpmf_orderby="post__in" wpmf_order="ASC" display_tree="0" display_tag="0" display="slider" gutterwidth="15"] Bio Art Ook opzienbarend was het tentoonstellingsprogramma. De Bio Art-tentoonstelling ‘Leven en laten leven’ trok, dankzij allerlei spraakmakende kunstwerken, nationale aandacht en met De Vorst van Oss & tijdgenoten stond ook de archeologische geschiedenis van de stad volop in de spotlights. De unieke kans om tien beroemde Vorstengraven bij elkaar te zien, trok liefhebbers uit het hele land naar Oss. Ook voor 2024 staat de programmering als een huis met Villa Curiossa als kloppend hart van de tentoonstellingen. Een speciale focus van het museum vormen kinderen en families. Zij werden bediend met innovatieve projecten als de Graaftafel, de Junior eregalerij en het doe-het-zelf Mini-museum bieden een leerzame en boeiende ervaring. De populaire Sinterklaaskamer leidde tot een aanzienlijke toename van de allerjongste bezoekers. Aankomend jaar staat De Keuken van Constance, een maakplek voor kinderen, nog op het programma. Jan Cunen blijft slapen Met een veelzijdig programma van hedendaagse kunst en lokaal erfgoed staat het museum volop op de kaart. Daarnaast verlegt het steeds weer zijn grenzen. Het kunstproject "Jan Cunen blijft slapen" waarbij kunstwerken een weekend lang logeren in een wijk in Oss, bracht het museum in contact met allerlei nieuwe doelgroepen en krijgt in 2024 een vervolg in de Ruwaard. Het nieuwe Jan Cunen staat er goed voor en bevindt zich - dankzij alle zichtbaarheid - ook organisatorisch en financieel in rustig vaarwater. 2024 zien we dan ook met vertrouwen tegemoet!
0 notes
yasmijn · 2 years
Text
1. Ikan di tengah taman
Samu sama sekali tidak menoleh ke arahnya. Dari lantai bawah, mata Mar terus mengikuti gerak-geriknya. Samu meletakkan jaket, syal, dan jam tangan di dalam baki. Mengeluarkan laptop, ipad, dan ponsel dari ranselnya, lalu ditata dengan rapi di baki selanjutnya. Kantong belanjaan dari Museum Van Gogh. Berjalan melewati security scan sampai petugas mengangguk dan mempersilahkan untuk mengambil kembali barang-barang miliknya. Antrian kali ini cukup lengang, dan tak sampai dua menit Samu sudah ada di sisi lain, kembali merapikan semua barangnya satu-persatu. Lalu punggungnya menghilang di balik sekat kaca. 
Mar menghela napas. Jadi begini akhirnya. Menyedihkan.
Tidak sampai dua jam yang lalu mereka masih duduk di dalam Intercity menuju Schiphol. 38 menit perjalanan dari Delft ke bandara yang tidak diisi pembicaraan apapun. Samu memalingkan wajahnya ke luar jendela, sedangkan mata Mar terpaku di pemandangan aneh yang menjadi suatu kewajaran selama 10 hari ke belakang: tangannya dan Samu yang saling bertaut. Saat mereka menelusuri display berbagai ruangan di Ikea. Saat melewati kerumunan manusia di Zaterdagmarkt. Saat mereka melewati deretan lukisan ekspresionis di koridor Museum Stedelijk dan mengagumi kilau berlian Banjarmasin di Rijksmuseum. Saat ia menyeka air matanya di depan instalasi Dossier Indië di Wereldmuseum.
“Bye, Mara. Terima kasih banyak.” Itu kalimat pertama, dan satu-satunya, yang keluar dari mulut Samu selama mereka di bandara. Terdengar luar biasa formal dan dingin. Berjarak. Lalu ia melepaskan genggaman tangannya. Mar bergeming. Apa yang harus dia sampaikan. Maaf? 
Cukupkah itu?
***
Dua puluh lima menit kemudian, kereta berhenti di Amsterdam Centraal. Mar turun di peron yang dipenuhi manusia - warga lokal dan turis yang mungkin sama banyak jumlahnya. Sekarang masih pukul 2 siang dan cuaca cerah meskipun masih agak dingin. 
Ia tidak ingin langsung pulang ke rumah. 
Ada terlalu banyak yang dia pikirkan dan Mar perlu waktu untuk menyortir isi kepalanya. Dan tidak ada yang lebih cocok daripada keramaian ibukota yang selalu membuatnya senewen. 
***
Mar menyusuri Damrak yang sibuk. Turis keluar-masuk De Bijenkorf dengan paperbag brand-brand mewah di kedua tangan, turis yang berseliweran di jalan dengan seporsi kentang Manneken Pis di tangan (overrated, komentar Mar), turis yang mengantri di depan Madam Tussauds, turis yang bergantian berfoto di depan Koninklijk Paleis op de Dam. Banner dilarang mengkonsumsi alkohol di ruang publik. Polisi yang berpatroli. Demonstrasi para penganut Falun Gong di Dam Square. Tiap menghabiskan waktu di area turistik Amsterdam, rasanya Mar paham betul arti dari frasa organized chaos. 
Baterai ponselnya habis, dan Mar memutuskan bahwa ia akan menelusuri jalanan Amsterdam sampai salah satu dari dua hal ini terjadi: isi kepalanya yang sudah lebih rapi, atau kakinya yang lelah. Tadi malam Mar dan Samu sudah sama-sama setuju bahwa mereka memang tidak bisa lagi berteman. Keputusan tegas yang harus diambil karena bagi Mar, hanya ada hitam dan putih. Sepuluh hari kemarin sudah jauh lebih dari cukup untuk berkompromi. Setidaknya, itulah yang berulang kali ia tegaskan pada dirinya sendiri. 
Vondelpark. Sudah hampir setahun di Belanda tapi ini baru kali keduanya ia menjejakkan kakinya di taman ini. Mar berdiri di depan patung karya Picasso. Kali pertamanya adalah 6 hari yang lalu, berdua dengan Samu dan sekotak Gangnam chicken. “Kenapa ada ikan di tengah taman gini? Kayanya lebih cocok ditaro di kolam, deh.” Begitu komentar Samu. “Ini bukan ikan, tau, tapi burung. Ini sayap, dan ini cakarnya.” Mar menunjuk dengan tangan kanan. “Oh. Kirain flatfish.” Samu memiringkan kepalanya lalu mengangguk-angguk. 
Tumblr media
Warga lokal tetap memanggilnya The Fish. Padahal ia adalah burung dari batu setinggi 8 meter yang berdiri di tengah taman kota. Mar memandangi patung itu lekat-lekat. Yang ambigu memang selalu membuatnya bingung. 
Kakinya sudah mulai pegal tapi isi kepalanya makin kusut. 
1 note · View note
sanneschetst-blog · 6 years
Text
Mensen kijken
Wat ik ook wel heel fijn zou vinden is het kijkgedrag van mensen onderzoeken. Op schiphol kwam er laatst een man naar me toe terwijl ik zat te tekenen met al mn spullen om me heen. Hij vroeg of ik eeeeven een foto wilde nemen van hem bij de I Amsterdam letters. Touristen doen echt alles om met de befaamde dingen om de foto te kunnen. Het interesseert ze geen eens of het ook een mooie foto wordt. Zolang ze er maar op staan.
Ik zou zelf in bijvoorbeeld Parijs hetzelfde gedrag vertonen maar ben toch wel benieuwd waarom we perse met de eifeltoren op de foto willen gaan.. is toch al 100000 keer gedaan zou je zeggen??
Presentatieplek: volkenkunde? (Leiden) Wereldmuseum? (Rotterdam)
0 notes
inverted-sheep · 6 years
Text
Earlier this year I attended a travel blogging conference in Rotterdam and squeezed in an extra day which I spent exploring the best of Rotterdam’s architecture.
I hadn’t realised this was the theme for my day until afterwards when I was looking over everything I’d done that day. That everything seemed to be about architecture really sums up Rotterdam.
Rotterdam has struggled with second-city syndrome for years. Not only does it have to compete with Amsterdam (which would be stiff competition in any country), but it also has to compete which much smaller, but very much better known places like Delft.
The city was pretty much flattened by bombing in 1940. After the war the city’s fathers decided to start anew rather than rebuild what had previously been there. Although the motto for the city’s renewal was ‘light, air and space’ it was all rather soulless. I remember on my one and only previous visit to Rotterdam many years ago, wandering around and feeling like I could be in any modern, but boring city in the world. The city wasn’t just lacking soul, but also lacking a heart.
I visited the cube houses which seemed to be the only thing Rotterdam was famous for. Although they were nice and rather interesting they weren’t nice or interesting enough to justify an entire weekend break based in Rotterdam.
Am I being too harsh? Let’s see:
Before you read further here’s a little test.
Think about everything that comes to mind when you hear ‘Rotterdam’. What do you think of? Can you name a famous person from Rotterdam? A movie or novel set there? A work of literature or art? A famous building? A type of cuisine associated particularly with Rotterdam? A historical event other than it being bombed flat in the war? Hell, can you even name the football team?
Unless you’ve been to Rotterdam recently then your response is probably
‘er … er … er …. no’.
Actually even if you have been recently your answers to the majority of the questions probably weren’t much different to this.
Don’t feel bad about it. This article I read (which is actually well worth a read even though it was written about twenty years ago) points out that Rotterdam’s literature scene is booming. Books and newspaper articles are in plentiful supply and, to quote directly from the article,
“… few cities in the Netherlands are so frequently and intensively discussed in local writing as Rotterdam … One could say that Rotterdam is constructed not by its architects, but by its local writers.”
In fact so much has been written about Rotterdam that the city has a bookshop, Snoek, specialising in books by local authors and photographers as well as non-fiction books about Rotterdam.
If there’s really so much written about Rotterdam why am I telling you not to feel bad? Because none of it is written in English. Yep, although there has been so much written on Rotterdam it hasn’t been translated. So unless you’re Dutch you won’t know about it.
Fast forward about twenty years and I was actually quite excited when I heard that Rotterdam was to be the location of the Traverse 18 travel blogging conference. Excited because it meant I could tag on a trip to Amsterdam, a city I really love, and catch up with a friend. But of course, I was also a little bit excited to see if Rotterdam had undergone the regeneration so many places have and if I’d change my mind about it.
So what did I discover?
Wilhemina Pier and the New York Hotel
Wilhemina Pier with the New York Hotel in the background and a ship themed art installation in the foreground.
The conference was held in the LP2, a former warehouse on the regenerated Wilhemina Pier. This area was part of the old docklands though there isn’t much left that would be recognised by a docker now. The pier has mostly new and modern buildings. Even the LP2 which used to be the workshop for the Holland and America Line has undergone so much renovation it could be a new building.
Down at the end of the pier however is the New York Hotel. This old brownstone building used to be the headquarters for the Holland America Line and it was from here that thousands of emigrants left Europe to seek new lives in the new world. I recently visited Ellis Island in New York and learnt the story of some of the immigrants. I did wonder how many of the 12 million immigrants who passed through Ellis Island actually started from Wilhemina Pier in Rotterdam.
The building, designed by the architects J. Muller and Droogleever Fortuin, was opened in 1901 and was granted Dutch National Heritage Site status in 2000. I didn’t actually go inside which I now think was a massive oversight as from pictures I’ve seen it all looks rather nice. I’m sure I’ll visit Rotterdam again though and I’ll definitely go back and make sure I check out the inside too.
Around the outside of the hotel and the end of pier is green parkland with plenty of seating. On the warm, sunny day I visited there were lots of people strolling, playing with children, walking dogs or sitting and enjoying the sun.
De Rotterdam Building
The De Rotterdam Building is one of those buildings that makes you want to take photos in every kind of light and from every possible angle. Three tall interlinked buildings stand across from Wilhemina Pier like sentries on the far side of the Erasmus Bridge. What makes them look so unusual is the way in which the top half of each tower looks like it’s been shoved over a bit so it doesn’t quite sit where it should.
The name De Rotterdam refers to the SS Rotterdam which was a steamship that once ran regularly from here to New York. (The ship in fact still exists and is now a hotel and restaurant.) The towers, at not quite 150m high, are not Rotterdam’s tallest. What it lacks in height however, it makes up for in bulk. The building isn’t just Rotterdam’s largest, but Europe’s largest. It covers as much ground as a football pitch and 5,000 people live and work in its offices and apartments. It also contains a hotel, restaurants and cafes.
De Rotterdam and the Erasmus Bridge
Built in 2013 to a design by Rem Koolhaas, it was awarded the accolade ‘best tall building in Europe’ in 2014 by The Council of Tall Buildings and Urban Habitat (CTBUH).
Erasmus Bridge
The Erasmus Bridge (Erasmusbrug) stretches across the Maas and connects the north and south parts of Rotterdam. It was designed by Ben van Berkel and opened by Queen Beatrix in 1996. The bridge has been nicknamed the Swan because of its 139m high pylon which supports the cables.
The bridge is named after 17th century priest, humanist and renaissance scholar, Desiderius Erasmus. As the Dutch figure most associated with Rotterdam his name crops up all over the place. If you managed to name a famous person from Rotterdam in the test above then it was probably Erasmus. But I’m only going to give you half a point. Why? Because Rotterdam is really clutching at straws when they use him as their claim to fame. Although born in Rotterdam, he left when he was a few years old and never returned. Not even for a short visit.
The WereldMuseum
I came across this model of the WereldMuseum building outside the Rijksmuseum in Amsterdam. It was much easier to photograph than the real thing.
The WereldMuseum is Rotterdam’s ethnographic museum. It sits just across the Erasmus Bridge from Wilhemina Pier. The museum was closed for renovations when I was there … but I still got to see it. When you attend the Traverse Conference you also get to attend the evening events, one of which was held in the empty WereldMuseum building. (They had a few exhibits in one room downstairs, but other than that they had all been removed.)
The building is one that survived the war and is rather fabulous. On the outside it’s white and curved and looks a bit boat-like. Appropriate then that it became home to the Royal Yacht Club in 1851.
Inside it’s all wide staircases and high ceilings with ornate cornices and views over the river. It was lovely to experience it empty and really be able to appreciate the building without the distraction of museum cases and artefacts, but I definitely want to go back and see it as a museum too.
The Cube Houses
High on my list of places to visit during my day exploring Rotterdam were the cube houses. Although I’d seen them before I really wanted to have another look, so I got myself on the metro and headed over to Blaak Station.
The cubes were the idea of Piet Blom and built in 1984. What’s unusual about them is that each cube house sits on its point atop a pillar. I wrote a whole post about them so I won’t go into more detail here.
The Markthal
If you visit the cube houses you have to visit the Markthal too. It sits right beside Blaak Station and, like the cube houses, there’s no way you can miss it.
The horseshoe-shaped Markthal, or Market Hall, reminded me of a giant Nissan Hut. The chunky arch contains apartment buildings and the hollow centre a large food market with around 100 stalls. Food shops and restaurants are set into the sides of the arch and in the basement is a car park and a supermarket. The building was designed by architectural firm MVRDV.
The reason the Markthal has become such a must-visit site isn’t because of all the fabulous food, though that should be reason enough, but because the entire inside of the arch is covered with a huge, colourful mural depicting plants and insects.  The mural is called the ‘Horn of Plenty’ and was designed by Arno Coenen and Iris Roskam.
Spot the windows
If you look closely at the mural you see it is dappled with windows. These windows belong to the apartments. As you move your eyes up the side of the arch the windows continue, curving with the arch. The walls on this side of the apartments must be almost as bizarrely angled as the ones in the cube houses. And I assume the apartments at the top must have windows in the floor.
Sonneveld House
I love visiting houses, particularly when they still have a feeling of being someone’s home. I get plenty of inspiration from them and usually spend ages just wandering around trying to imagine what it would like to live there. Of course, when I researched my day in Rotterdam and images of Sonneveld House kept popping up I knew I had to go there.
Sonneveld House was designed in 1933 by architects Brinkman and Van der Vlugt for factory owner Albertus Sonneveld. Here’s the blurb from the website:
“The architects designed a total concept in which architecture, interior and furnishings are perfectly coordinated and reinforce one another. Light and spacious, the house features numerous balconies and large areas of fenestration that offer views of the surrounding garden. Almost all items of furniture and lamps in the house were made by the firm of Gispen, some of them specially for the Sonnevelds. This customization reveals the family’s appreciation of luxury and comfort. Sonneveld House is therefore not a dogmatic example of functionalism, but a personal environment.”
Confession: I had to look up what ‘fenestration’ meant. In case you don’t know either, it’s an architectural term for the arrangement of windows in a building.
And yes, there were a lot of windows.
I loved this house from the moment I stepped inside. I loved it even more when I discovered the study had orange chairs.
The house was filled with mod cons liked telephones in the bedrooms and heated towel rails in the bathrooms. The kitchen was just as modern and perfectly designed as the rest of the house, which was unusual as at this time the kitchen would have been the domain of the servants and a family of this class would rarely have stepped foot in it. And no visitor would have seen it so it wasn’t there to impress.
The thought put into the working environment of the servants extended to their living environment too. The two maids’ bedrooms weren’t that much different to the bedrooms of the family’s daughters and they also had a rather nice and modern bathroom set as an en suite between their bedrooms.
Chabot Museum
I wanted to see some art whilst I was in Rotterdam. After all, art is something the Netherlands is well known for. I didn’t have time to do a big art gallery justice so the Chabot Museum seemed the perfect compromise as it’s quite compact. It’s also inside another famous house and so I got to kill two birds with one stone and visit another beautiful house at the same time as looking at art.
The house is a white villa designed in 1938 by Brinkman & Van der Vlugt, the same architects as designed the Sonneveld House. Here’s the blurb from the website:
“The villa in modernist style was initially built as a private residence for the Kraaijeveld family. Distinguishing features of the house are light and airy spaces, a typical openness to the garden and a unique view of the Museumpark and its surroundings. A visit to the homely, light and elegant Chabot Museum combines modern art, architecture and history.”
The house is now home to the works of Dutch expressionist Henk Chabot (1894-1949) and the exhibition consists of both paintings and sculpture. There are also temporary exhibitions by different artists on display.
As the house is now a museum most of the internal walls, particularly upstairs, have been removed to provide an open-plan gallery, so it was a little hard for me to imagine what it would have been like as a family home. In the basement is a film (which wasn’t working when I visited) and a self-service cafe: self-service as in you put the kettle on and make yourself a brew. Which of course I did.
Even though, I couldn’t really get the feel of the house as a home it was still a wonderful building to visit and I loved the art. Chabot isn’t an artist I was particularly familiar with before my visit so it was nice to learn about him and get up close and personal with his art.
Netherlands Architecture Institute
It was getting late in the afternoon by the time I’d checked all the places I wanted to visit off my list, but I thought I could squeeze in one more. The Netherlands Architecture Institute is just across the road from Sonneveld House and my Sonneveld House ticket included entry to the Institute. It seemed a shame to be so close, have a ticket and not go in, even though I knew my visit would be a bit rushed.
The Institute (Het Nieuwe Instituut in Dutch) is housed in a concrete block with a pond. From the outside it looks brutal and unforgiving, but inside is a large open and airy space. There’s a cafe and bookshop and the city’s architectural archives are kept here.
I’ve struggled to find accurate information about the building (maybe it’s that old thing about plenty being written, just not translated). It was designed by architect Rem Koolhaas in 1988, but the building or possibly just a renovated version of it opened in 2011. And the designer might have been Jo Coenen, not Rem Koolhaas. I’m confused. If anyone knows please leave a comment below.
Welcome to Mars
Anyhow, on my visit I wandered round the main parts of the building, going upstairs so I could get a good view of the huge atrium below. Then I went into the exhibition which was about gardens. Not any old gardens, but ‘Dissident Gardens’.
“Dissident Gardens questions the consequences of striving for optimal landscapes and a perfected nature during an ecological crisis.”
The displays featured a vertical garden, farming and food production, and a garden on Mars. The idea behind the exhibition (I think) was to make us think about how we use our space to meet our needs for food and aesthetics whilst not destroying the environment and causing an ecological catastrophe.
The Floating Forest
My final stop of the day was the Floating Forest. As this is outdoors it doesn’t have a closing time and so I was no in rush to get to it. Except I did end up being in a rush because the weather changed, the sky turned black and I could tell it was about to rain really heavily.
The Floating Forest is more installation art than architecture, but I’ve included it here because it does form part of the wider landscape and adds to the overall look of the cityscape.
It was based on the idea of sculptor Jorge Bakker. In 2016 twenty old North Sea buoys were upcycled into plant pots and each had a tree planted inside it. The buoys were specially adapted and re-floated in Rotterdam’s old harbour basin, Rijnhaven. They are sealed so the trees are not exposed to the sea water; instead each buoy has a 500 litre tank fitted below it which supplies the trees with fresh water. Soil and rocks in each buoy also enables the trees to grow and remain healthy.
They made quite a fascinating sight and I would have loved to have the chance to wander round the harbour getting pics from different angles. It wasn’t to be as the first drops of rain started falling as I arrived. Within seconds the water was patterned with rain drops. I snapped some pictures quickly and then dashed back to the metro station before I got my camera wet.
And that was the end of my architecturally themed day out in Rotterdam. Rotterdam has so much to offer now, that even before I’d left I was already planning how I’d spend a few days here next time I visit the Netherlands. It’s not just the architecture, though I have plenty more of that to see. During my time at the conference I also discovered some pretty nice places to eat and drink and places I want to spend more time wandering around. And there are all the museums to visit too.
Rotterdam, I think you have both heart and soul now and I can’t wait to come back.
Have you been to Rotterdam? What do you recommend I see next time? And have you ever been surprised by the regeneration of a place you’ve visited? Share your thoughts and recommendations in the comments below.
Like this? Read these next:
Cardiff Castle Cute Houses of Scalloway Kensington Palace
Pin it 
New post: Exploring the Best of Rotterdam's Architecture #Rotterdam #Architecture #Netherlands Earlier this year I attended a travel blogging conference in Rotterdam and squeezed in an extra day which I spent exploring the best of Rotterdam's architecture.
0 notes
rotterdamvanalles · 6 months
Text
Koninklijke Nederlandsche Yachtclub aan de Veerhaven, met op de achtergrond de wereld museum.
De Koninklijke Nederlandsche Yachtclub was een watersportvereniging in Rotterdam die in 1846 werd opgericht door prins Hendrik. Zijn broer, koning Willem III, aanvaardde het beschermheerschap.
In 1851 werd een classicistisch pand aan de westzijde van de Willemskade bij de Veerhaven in gebruik genomen ontworpen door de Amsterdamse architect A.N. Godefroy. Het gebouw was bedoeld als sociëteit, om wedstrijden op de Maas te bekijken en verder om de collectie scheepsmodellen en etnologische voorwerpen te huisvesten. Op de begane grond waren kleed- en waslokalen, dienstruimtes en bergingen. Vanaf de eerste verdieping en het balkon konden de leden de wedstrijden op het water volgen. Hier was ook de eetzaal. Op de tweede verdieping was een appartement voor de prins.
De Yachtclub wilde meer zijn dan een plaatselijke watersportvereniging, en zou een 'Nederlandsche' club moeten worden. Vanaf het begin zat het echter niet mee: het bestuur telde zes Rotterdammers en slechts een Amsterdammer. De afstanden waren rond 1850 nog groot, en men bleef liever dichter bij huis. In Amsterdam werd december 1847 hade Koninklijke Nederlandsche Zeil en Roeivereeniging opgericht met dezelfde doelstellingen als de Yachtclub. Na de oprichting van de KNZ&RV beëindigden de meeste Amsterdammers hun lidmaatschap van de Yachtclub. Rond 1860 waren er onderhandelingen met het bestuur van de in 1851 opgerichte Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas om tot samengaan van beide verenigingen te komen. De onderhandelingen leidden niet tot het gewenste resultaat.
Met de Yachtclub ging het steeds minder florissant, zodat in 1871 Prins Hendrik financieel moest bijspringen om de schuldeisers te voldoen. Het overlijden van Prins Hendrik in 1879 bracht ook het einde van de Yachtclub in zicht, en in 1882 werd de Yachtclub door gebrek aan financiële middelen opgeheven. Een aantal leden, voor zover nog geen Maaslid, stapte over naar de De Maas, die in 1908 een sociëteit aan de Veerhaven liet bouwen omdat de oude sociëteit op Katendrecht moest verdwijnen voor de bouw van de havens.
Het yachtclubgebouw fungeerde na 1885 als een maritiem museum en een etnografisch museum zoals dat al eerder in Leiden en Haarlem was gebeurd. Op 1 mei 1885 werd het Museum voor Land- en Volkenkunde geopend. Beide musea bleven hier tot na de Tweede Wereldoorlog gevestigd, en werden later herdoopt tot Wereldmuseum Rotterdam. De historische verzameling scheepsmodellen van de Yachtclub vormde de basis voor het latere Maritiem Museum 'Prins Hendrik', inmiddels omgedoopt tot Maritiem Museum Rotterdam.
Foto en Informatie komt van wikipedia.
Tumblr media
0 notes
regioonlineofficial · 11 months
Text
Het Nederlands Fotomuseum is één van de drie finalisten voor de VriendenLoterij Museumprijs 2023 met als thema ‘Oude collecties, nieuwe verhalen’. Hiermee maakt het museum kans op een geldbedrag van €100.000,-. Met de winst kan een droom werkelijkheid worden: een Eregalerij Junior die het verhaal van de fotografie vertelt op een manier die vier- tot twaalfjarigen aanspreekt. Publiek kan tot en met 3 november stemmen via www.museumprijs.nl/genomineerden/nederlandsfotomuseum. Graag feliciteren we ook de andere twee genomineerden voor de VriendenLoterij Museumprijs 2023, Museum Jan Cunen in Oss en Wereldmuseum Amsterdam (voorheen Tropenmuseum). Op 9 november wordt tijdens het Museumcongres de winnaar van 2023 bekend gemaakt. Met één klik legt een fotograaf één moment vast. Eén moment dat voor iedereen anders is, voor ieder een ander verhaal vertelt en andere emoties losmaakt. Het Nederlands Fotomuseum is op zoek naar jouw stem. Thema ‘Oude collecties, nieuwe verhalen’ In 2023 is het thema van de VriendenLoterij Museumprijs ‘Oude collecties, nieuwe verhalen’: een thema waarin het Nederlands Fotomuseum zich als verteller van visuele verhalen die ertoe doen uitstekend herkent. Birgit Donker, directeur Nederlands Fotomuseum: "Het is bijzonder dat ons jonge medium fotografie bij deze Museumprijs ook als ‘oude collectie’ is meegenomen. Het thema ‘Oude collecties, nieuwe verhalen’ sluit naadloos aan bij wat we beogen met de Eregalerij van de Nederlandse fotografie: een permanente tentoonstelling die de ontwikkeling van de fotografie, van 1842 tot nu, verbeeldt in 99 foto’s en al evenveel visuele verhalen die ertoe doen." Eregalerij van de Nederlandse fotografie Met de Eregalerij van de Nederlandse fotografie vertelt het Nederlands Fotomuseum het boeiende verhaal van de ontwikkeling van fotografie uit Nederland van 1842 tot nu. De Eregalerij omvat 99 foto’s die allen van iconische waarde zijn door hun maatschappelijke en artistieke betekenis. Naast de 99 beelden, bevat de Eregalerij één lege lijst. Deze staat symbool voor de foto die - bewust of onbewust - niet is gekozen of niet bekend was. Het publiek mag deze honderdste plek in de Eregalerij invullen: 99 + 1. Sinds de opening van de Eregalerij in juni 2021 zijn al meer dan 1.200 foto’s toegevoegd door het publiek. Een deel hiervan wordt tentoongesteld op het koffieterras van het museum, waar iedere bezoeker weer een eigen verhaal kan maken met de foto’s. Zo kunnen we als museum continue nieuwe verhalen laten zien, bepaalt door onze bezoekers. Eregalerij Junior Met het geldbedrag van de VriendenLoterij Museumprijs wil het museum zijn rol als verteller van visuele verhalen nog verder uitbreiden door een laag aan de Eregalerij van de Nederlandse fotografie toe te voegen die kinderen aanspreekt. Hiermee draagt het museum bij aan het vertellen van nieuwe verhalen en zorgen we ervoor dat onze Collectie relevant blijft in het nu. Directeur Nederlands Fotomuseum, Birgit Donker "Met de prijs willen we een nieuw verhaal toevoegen voor vier- tot twaalfjarigen, de Eregalerij Junior. Onze droom is een speelse en interactieve laag die aansluit bij hun belevingswereld en die de kracht van fotografie toont buiten de grenzen van het smartphone schermpje." Themaroutes Door middel van themaroutes en de +1 in de Eregalerij weet het museum zich volgens de jury van de Museumprijs al te binden aan een heel divers publiek. Het museum wil met de interactieve en speelse laag ook aantrekkelijk zijn voor een nieuwe generatie museumbezoekers. Een generatie voor wie een ‘klik met de smartphone, filtertje erover’ vanzelfsprekend is, maar die zich niet altijd bewust is van de kracht van het beeld. Door een extra laag kunnen we onze Collectie dichter bij de belevingswereld van een jongere doelgroep brengen. Denk aan filmpjes over de impact van dat ene beeld, het tonen van oude camera’s en hoe ze werken, een speurtocht waarmee je op zoek gaat naar overeenkomsten in foto’s van 1842 tot nu en een installatie waarin je zelf ervaart hoe de allereerste foto’s werden gemaakt.
Door alle zintuigen te prikkelen, maken we het museum aantrekkelijk en toegankelijk voor iedereen, ongeacht leeftijd. VriendenLoterij Museumprijs Jaarlijks reiken het Prins Bernhard Cultuurfonds en de VriendenLoterij, in samenwerking met de Museumvereniging de VriendenLoterij Museumprijs uit. Het museum dat uitblinkt in de categorie van dat jaar krijgt een bedrag van €100.000,-. Eerdere winnaars van de Museumprijs zijn Het Scheepvaartmuseum (2022), Kasteel Hoensbroek (2021) en Naturalis (2020). Stemmen kan tot 3 november 2023 op: www.museumprijs.nl/genomineerden/nederlandsfotomuseum
0 notes
rotterdamvanalles · 2 years
Text
Koninklijke Nederlandsche Yachtclub aan de Veerhaven.
Foto 📸 Voormalig clubgebouw van de Yachtclub aan de Veerhaven en Willemskade.
De Koninklijke Nederlandsche Yachtclub was een watersportvereniging in Rotterdam die in 1846 werd opgericht door prins Hendrik. Zijn broer, koning Willem III, aanvaardde het beschermheerschap.
In 1851 werd een classicistisch pand aan de westzijde van de Willemskade bij de Veerhaven in gebruik genomen ontworpen door de Amsterdamse architect A.N. Godefroy. Het gebouw was bedoeld als sociëteit, om wedstrijden op de Maas te bekijken en verder om de collectie scheepsmodellen en etnologische voorwerpen te huisvesten. Op de begane grond waren kleed- en waslokalen, dienstruimtes en bergingen. Vanaf de eerste verdieping en het balkon konden de leden de wedstrijden op het water volgen. Hier was ook de eetzaal. Op de tweede verdieping was een appartement voor de prins.
De Yachtclub wilde meer zijn dan een plaatselijke watersportvereniging, en zou een 'Nederlandsche' club moeten worden. Vanaf het begin zat het echter niet mee: het bestuur telde zes Rotterdammers en slechts een Amsterdammer. De afstanden waren rond 1850 nog groot, en men bleef liever dichter bij huis. In Amsterdam werd december 1847 hade Koninklijke Nederlandsche Zeil en Roeivereeniging opgericht met dezelfde doelstellingen als de Yachtclub. Na de oprichting van de KNZ&RV beëindigden de meeste Amsterdammers hun lidmaatschap van de Yachtclub. Rond 1860 waren er onderhandelingen met het bestuur van de in 1851 opgerichte Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas om tot samengaan van beide verenigingen te komen. De onderhandelingen leidden niet tot het gewenste resultaat.
Met de Yachtclub ging het steeds minder florissant, zodat in 1871 Prins Hendrik financieel moest bijspringen om de schuldeisers te voldoen. Het overlijden van Prins Hendrik in 1879 bracht ook het einde van de Yachtclub in zicht, en in 1882 werd de Yachtclub door gebrek aan financiële middelen opgeheven. Een aantal leden, voor zover nog geen Maaslid, stapte over naar de De Maas, die in 1908 een sociëteit aan de Veerhaven liet bouwen omdat de oude sociëteit op Katendrecht moest verdwijnen voor de bouw van de havens.
Het yachtclubgebouw fungeerde na 1885 als een maritiem museum en een etnografisch museum zoals dat al eerder in Leiden en Haarlem was gebeurd. Op 1 mei 1885 werd het Museum voor Land- en Volkenkunde geopend. Beide musea bleven hier tot na de Tweede Wereldoorlog gevestigd, en werden later herdoopt tot Wereldmuseum Rotterdam. De historische verzameling scheepsmodellen van de Yachtclub vormde de basis voor het latere Maritiem Museum 'Prins Hendrik', inmiddels omgedoopt tot Maritiem Museum Rotterdam.
Foto en Informatie komt van wikipedia.
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 2 years
Text
Koninklijke Nederlandsche Yachtclub.
Foto 📸 Voormalig clubgebouw van de Yachtclub aan de Veerhaven en Willemskade.
De Koninklijke Nederlandsche Yachtclub was een watersportvereniging in Rotterdam die in 1846 werd opgericht door prins Hendrik. Zijn broer, koning Willem III, aanvaardde het beschermheerschap.
In 1851 werd een classicistisch pand aan de westzijde van de Willemskade bij de Veerhaven in gebruik genomen ontworpen door de Amsterdamse architect A.N. Godefroy. Het gebouw was bedoeld als sociëteit, om wedstrijden op de Maas te bekijken en verder om de collectie scheepsmodellen en etnologische voorwerpen te huisvesten. Op de begane grond waren kleed- en waslokalen, dienstruimtes en bergingen. Vanaf de eerste verdieping en het balkon konden de leden de wedstrijden op het water volgen. Hier was ook de eetzaal. Op de tweede verdieping was een appartement voor de prins.
De Yachtclub wilde meer zijn dan een plaatselijke watersportvereniging, en zou een 'Nederlandsche' club moeten worden. Vanaf het begin zat het echter niet mee: het bestuur telde zes Rotterdammers en slechts een Amsterdammer. De afstanden waren rond 1850 nog groot, en men bleef liever dichter bij huis. In Amsterdam werd december 1847 de Koninklijke Nederlandsche Zeil en Roeivereeniging opgericht met dezelfde doelstellingen als de Yachtclub. Na de oprichting van de KNZ&RV beëindigden de meeste Amsterdammers hun lidmaatschap van de Yachtclub. Rond 1860 waren er onderhandelingen met het bestuur van de in 1851 opgerichte Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas om tot samengaan van beide verenigingen te komen. De onderhandelingen leidden niet tot het gewenste resultaat.
Met de Yachtclub ging het steeds minder florissant, zodat in 1871 Prins Hendrik financieel moest bijspringen om de schuldeisers te voldoen. Het overlijden van Prins Hendrik in 1879 bracht ook het einde van de Yachtclub in zicht, en in 1882 werd de Yachtclub door gebrek aan financiële middelen opgeheven. Een aantal leden, voor zover nog geen Maaslid, stapte over naar de De Maas, die in 1908 een sociëteit aan de Veerhaven liet bouwen omdat de oude sociëteit op Katendrecht moest verdwijnen voor de bouw van de havens.
Het yachtclubgebouw fungeerde na 1885 als een maritiem museum en een etnografisch museum zoals dat al eerder in Leiden en Haarlem was gebeurd. Op 1 mei 1885 werd het Museum voor Land- en Volkenkunde geopend. Beide musea bleven hier tot na de Tweede Wereldoorlog gevestigd, en werden later herdoopt tot Wereldmuseum Rotterdam. De historische verzameling scheepsmodellen van de Yachtclub vormde de basis voor het latere Maritiem Museum 'Prins Hendrik', inmiddels omgedoopt tot Maritiem Museum Rotterdam.
Foto en Informatie komt van wikipedia.
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 3 years
Text
Koninklijke Nederlandsche Yachtclub.
De Koninklijke Nederlandsche Yachtclub was een watersportvereniging in Rotterdam die in 1846 werd opgericht door prins Hendrik. Zijn broer, koning Willem III, aanvaardde het beschermheerschap.
In 1851 werd een classicistisch pand aan de westzijde van de Willemskade bij de Veerhaven in gebruik genomen ontworpen door de Amsterdamse architect A.N. Godefroy. Het gebouw was bedoeld als sociëteit, om wedstrijden op de Maas te bekijken en verder om de collectie scheepsmodellen en etnologische voorwerpen te huisvesten. Op de begane grond waren kleed- en waslokalen, dienstruimtes en bergingen. Vanaf de eerste verdieping en het balkon konden de leden de wedstrijden op het water volgen. Hier was ook de eetzaal. Op de tweede verdieping was een appartement voor de prins.
De Yachtclub wilde meer zijn dan een plaatselijke watersportvereniging, en zou een 'Nederlandsche' club moeten worden. Vanaf het begin zat het echter niet mee: het bestuur telde zes Rotterdammers en slechts een Amsterdammer. De afstanden waren rond 1850 nog groot, en men bleef liever dichter bij huis. In Amsterdam werd december 1847 de Koninklijke Nederlandsche Zeil en Roeivereeniging opgericht met dezelfde doelstellingen als de Yachtclub. Na de oprichting van de KNZ&RV beëindigden de meeste Amsterdammers hun lidmaatschap van de Yachtclub. Rond 1860 waren er onderhandelingen met het bestuur van de in 1851 opgerichte Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas om tot samengaan van beide verenigingen te komen. De onderhandelingen leidden niet tot het gewenste resultaat.
Met de Yachtclub ging het steeds minder florissant, zodat in 1871 Prins Hendrik financieel moest bijspringen om de schuldeisers te voldoen. Het overlijden van Prins Hendrik in 1879 bracht ook het einde van de Yachtclub in zicht, en in 1882 werd de Yachtclub door gebrek aan financiële middelen opgeheven. Een aantal leden, voor zover nog geen Maaslid, stapte over naar de De Maas, die in 1908 een sociëteit aan de Veerhaven liet bouwen omdat de oude sociëteit op Katendrecht moest verdwijnen voor de bouw van de havens.
Het yachtclubgebouw fungeerde na 1885 als een maritiem museum en een etnografisch museum zoals dat al eerder in Leiden en Haarlem was gebeurd. Op 1 mei 1885 werd het Museum voor Land- en Volkenkunde geopend. Beide musea bleven hier tot na de Tweede Wereldoorlog gevestigd, en werden later herdoopt tot Wereldmuseum Rotterdam. De historische verzameling scheepsmodellen van de Yachtclub vormde de basis voor het latere Maritiem Museum 'Prins Hendrik', inmiddels omgedoopt tot Maritiem Museum Rotterdam.
Informatie komt van wikipedia.
Foto 📸 Voormalig clubgebouw van de Yachtclub aan de Veerhaven en Willemskade.
Tumblr media
0 notes