Tumgik
#coen vunderink
oldsardens · 7 months
Text
Tumblr media
Coen Vunderink- Untitled. 2015
54 notes · View notes
jurjenkvanderhoek · 1 year
Text
HET GELIEFDE VISSTEKKIE VAN DE KUNSTENAAR
Tumblr media
De kunst van het recyclen. Dat is hergebruik van materialen in de kunst. Kunstenaar Coen Vunderink neemt dat letterlijk. Niet alleen dat hij eens gemaakte schilderijen met een nieuwe laag verf bedekt. Ook wint hij passie en inspiratie terug. Daar het gevoel is verdwenen dat hij bij eerder werk had, kan hij hier makkelijk afstand van doen. Die tijd van toen ooit heeft afgedaan. In zijn kunst is hij gegroeid. Is de fase van overpainting en overexposed afgesloten. Kom ik niet meer door vitrage opzij te schuiven het werk binnen. Het leven geweven achter een matte laag stof. De werken in deze serie, die het atelier verlieten en de wereld ingingen, getuigen van wat was en is geweest. Van waar Vunderinks bevlogenheid toen uiting in kreeg. De werken die achterbleven zijn voor de kringloop. Het recyclen van kunst.
Tumblr media
In het kunnen ontwikkelt Vunderink zijn kunst. Hij krijgt andere ideeën en nieuwe ingevingen. Gaat zich op den duur ergeren aan dat oude werk. Dat werk dat hem aanstaart en dat hem niet meer aanstaat. Hij zet deze in gedachten uit. In zijn oeuvre voelen deze werken als gedateerd. Voor de buitenstaander is daarmee echter het beeld van de ontwikkeling compleet. Voor de kunstenaar is die voorstelling afgelopen, sluiten de gordijnen zich.
Het linnen kan dan opnieuw gegrond worden om drager te zijn van actueel werk. Hergebruik van het materiaal. Dan is de geschiedenis uitgewist. Coen Vunderink echter laat dat verleden deel uit maken van het heden. Het in zijn ogen gedateerde werk wordt de gronding voor de nieuwe compositie. De gordijnen gaan open voor een derde acte. De tweede was al een introductie op wat nu speelt. De bits en bytes met spuitverf op doek gezet, een abstracte figuratie voordat deze overgaat in een expressionistische realiteit.
Tumblr media
Zag ik eerder een print van vitrage, een doorzichtige stof. Het kant van de passie. Keek ik door het transparante zijn naar een buiten. Of werd mijn blik door het dunne gordijn juist naar binnen geleid. Het gehaakte weefsel bedekte maar amper een intieme gebeurtenis. Die beleving van toen blijft nu bewaard in en door een nieuwe verflaag. Was het oude grijs en vrijwel zonder kleur, het nieuwe is vol van tinten in een herbeleving. Dat gevoel van die plek daar komt terug in het atelier. Achter de ezel beleeft Coen Vunderink het landschap alsof hij daar weer is op de oever uitkijkend over het spiegelende water.
Kunstenaar is zijn beroep, visser is de passie. Voor de concentratie op de drijvende dobber in het water is stilte een vereiste. Om een vis aan de haak  te slaan is kalmte een behoefte. Dat verlangen is zo groot als de afzondering in het atelier. Het beroep van kunstenaar is een eenzaam vak. In isolement floreert het creëren. De bedrijvigheid van het vissen is ook een solitair gebeuren. Recreatief creatief bezig zijn. Het is niet zo vreemd daarom dat Vunderink zijn tentoonstelling bij Museum Galerie Heerenveen de titel STIL heeft gegeven.
Tumblr media
Wat ik zie zijn plekken waar de kunstenaar als het ware in retraite gaat. De visser in beslotenheid zijn stek heeft opgezocht. De beste locatie langs de sloot of het meer om de hengel uit te gooien. Contemplatief wachten op beweging. En vanuit stilstand toeslaan bij een beet. Vissen is lang wachten, concentreren, rondzien, beschouwen, gadeslaan. Zo werkt ook de inspiratie. Vanuit het niets wordt het iets plots zichtbaar. Daardoor kan het visstekkie, de emotie van het hengelen, op linnen worden herbeleefd.
Het is die eenheid met de natuur dat hem drijft om te delen met mij. Ongestoord beleeft hij de vissport. Stilzwijgend kan ik zijn kunst beleven. Zijn passie, zijn drijfveer. Dat zichzelf toegeëigende visstekkie is zijn motief, het thema van waaruit de kunst ontstaat. Ik zie die plek vereeuwigd in diverse composities. Maar met onderscheiden bewogenheid gepenseeld. Dat kan zijn vroeg in de morgen of net na een regenbui. In het voorjaar met de lente in de lucht. De winterse kou. Weinig houdt Vunderink thuis van zijn geliefde arbeid buiten, hoewel de hobby hem dan naar binnen drijft. Want welke is de scheidslijn. Het vissen beweegt hem te schilderen. De kunst wordt aan de waterkant beleefd.
Tumblr media
Tijdens het vissen is er genoeg ruimte en tijd om het stek te schetsen. In lijnen en gedachten te bewaren om er in het atelier mee aan het werk te gaan. Een stilleven te schilderen, het landschap waar de stilte ervaren kan worden. Maar onderhuids is er beweging, het rumoer van een eerdere compositie. Deze geeft opmerkelijke details, omdat de verf en het houtskool de eitempera niet geheel bedekt. Ruimte geeft aan invulling door de kijker. Het expressief opgezette landschap is transparant op de dimensie van de ordelijke gordijnstof gezet. Twee afzonderlijke belevingen samen gebracht in een enkele compositie. Het vult elkaar aan, maakt de indruk compleet. Zonder de onderschildering zou het werk minder gelaagd zijn en meer een ordinair beeld geven van een landschap. Deze dimensie maakt het schilderij bijzonder. Zo schijnt het verleden door in het heden, het oude werk blijft in het nieuwe bewaard. De kunst van het recyclen.
STIL. Coen Vunderink, schilderijen. “Zon landschap licht, veel kleur en heel veel grijs. Ik hou ervan.” Tentoonstelling bij Museum Galerie Heerenveen, Minckelersstraat 11 in Heerenveen. Tot en met 11 juni 2023.
0 notes
harthoorn · 8 years
Photo
Tumblr media
Laatste dag. Lucky me. Zeefdrukken in #Vishal #Haarlem van o.a. Coen Vunderink en Sander Reijgers. #studioonvervalst #screenprinting #Haarlem #thenetherlands (bij De Vishal)
0 notes
jurjenkvanderhoek · 6 years
Text
EEN HOUDING IN DE TIJD, DE KUNST VAN HET MOMENT
Tumblr media Tumblr media
Attitudes, melklokaal, dat is schilderen zoals kunst hoort te zijn. Beelden zonder compromis, nauwelijks ergens aan verbonden. Zo kan ik als toeschouwer losgaan in het beeld, uitleven met mijn zien en beleving, aan de haal met dit werk zonder referentie. Het is alles abstract, zowel in afbeelding als wel de benadering van het moment. Het moment waarin deze kunst staat. De houding in de tijd. Geen realistische weergave van die tel in wat later de geschiedenis is, dat wat was. Maar wel een rationalistische reproductie van de emotie bij dat ogenblik. De ontroering van in dat ene moment zijn. Het beroeren van die enkele gebeurtenis.
Peter Geerts zet zijn basis vast langs wiskundige lijnen om grip te krijgen op de situatie. Met losse brede verfstreken overschildert hij die opgelegde begrenzing, maar niet zo dat dit houvast verdwijnt. Het vierkant is een verdwijnpunt in een nevelige omgeving. Maar er is geen omgeving, het is een niets – een schijfje tijd. Het is een plat perspectief waarin ik eenvoudig kan verdwijnen. Gezogen in de non-figuratie. In het niks, nul, nada. De gedachten uitgezet en de blik op oneindig.
Hoe ver kan de kunstenaar zijn werk vereenvoudigen om op de rand van iets en niets te balanceren zonder in een diep dal te eindigen. Vastgelopen in de beelding. Een evenwicht te realiseren op de grens van het zichtbare en het voelbare, de realiteit en de abstractie. Jan Wattjes weet daar een antwoord op. Hij geeft die in zijn werk. Ik vermoed slechts een enkele gewolkte kleur bij hem te zien, maar niets is dan weer minder waar. De onderschildering in dwarse tinten warmt de zichtbare kleur. Aan de randen van de doeken is de kleurenwaaier te herkennen. Om de spanning te verhogen wordt een deel van het werk met tape afgeplakt. Om deze strook na beschildering eraf te ritsen. Er rest wat op een beschadiging in het beeld lijkt. Eigenaardig in het eigenzinnige.
Het stramien van ruitjesdoek kan voor Henrik Kröner zomaar eens verlammend werken, maar doet dat niet. Alle vakjes hebben in kleur een arcering of worden om en om getint. Zo ontstaat in dit monnikenwerk, vooral van afstand gezien, een bepaald levendige figuratie. Een spel waarvan je het grote geheel moet kennen. Maar Kröner breekt los uit deze zichzelf opgelegde hokjesgeest. Het stramien blijft, maar dat patroon wordt doorbroken om het doek normaal als canvas te kunnen gebruiken. Een wild spel van vlakken, dwarrelende vegen en krullende lijnen doet een jungle in de achtertuin vermoeden. Er is de associatie van blaadjes en takjes, golfjes van water. Deze figuratie zweeft los in een ruimte en kent geen begrenzing.
In het werk van Coen Vunderink kan ik mezelf dompelen. Zwemmen in de abstracte figuratie. Puike plekken om mijn gemoed op te frissen. Mijn ziel en zaligheid glijdt van mijn schouders, ik duw de takken opzij en laaf me aan al het goede. Er is niet altijd iets van een gesprek met en in dit werk, omdat donkere kleuren de compositie plat slaan en in zichzelf laat opsluiten. Maar de kunst komt uit deze depressie los, de lucht klaart op en in “Perfect Swim 04” is het prettig toeven.
Tumblr media
Op de verdieping van melklokaal, ROOM, geeft Akmar zich bloot. Aan een door de jaren opgebouwde verzameling verpakkingen kent men deze mens. Een dagboek van de consument. Een commerciële plek om op te biechten wat een persoon zoal tot zich neemt in de tijd dat deze hier is. Dat realiseer ik me bij het zien van zoveel omhulsels. Want ook is deze installatie een verbruiksbijbel, daar de kunstenaar iedere verpakking heeft uitgevouwen in de vorm van een kruis. Deze zijn langs de tegelwanden gehangen. Het maakt van de ruimte een plaats van devotie. Het grondplan van de dozen en doosjes is aan de binnenzijde met bladgoud gekleurd. Deze vormen bedekken de grond en voeren naar de grijze achterwand. Stil volgen mijn ogen die weg. Een stemmig Gregoriaans gezang ontbreekt nog.
Groepstentoonstelling “Attitudes”, werk van Peter Geerts, Jan Wattjes, Henrik Kröner en Coen Vunderink in melklokaal - voor hedendaagse kunst, Heremaweg 20-1, Heerenveen. Op zolder de installatie “Commercial Crosses” van Akmar. Tot en met 7 april 2019.
1 note · View note
jurjenkvanderhoek · 6 years
Text
VEEL BITS EN BYTES IN HET WERK VAN COEN VUNDERINK
Tumblr media Tumblr media
Vanachter de vitrage binnen bekijk ik het buiten door een waas. Maar van buiten zie ik dan weer door de vitrage het binnen in vage contouren. De wereld in melklokaal – voor hedendaagse kunst in Friesland – is omhangen met kant, dat feestelijk kan ogen maar evengoed een rouwrand heeft. Binnen wordt ik afgeschermd van het buiten. Van buiten is er mysterie achter de ramen binnen. Het is maar net van welke kant van de zichtbaarheid je het bekijkt. Voor Coen Vunderink maakt het niet uit. Zijn schildering kan zich voor het gordijn afspelen, maar even eenvoudig erachter. Het is nooit helemaal duidelijk waar buiten is en in welke binnen we zijn. Dat niet weten is geen probleem, want de schilderingen zijn  te interessant om je daar druk over te maken.’
In eerste instantie worden de composities opgezet met mallen, sjablonen en een spuitbus om gewenste patronen te maken. Er zijn delen ingeplakt, als is het een speelse collage. Daarna wordt het verkregen beeld in grote halen overschilderd met abstracte lijnen en vlakken. Een samenspel van zakelijke realiteit en speels versimpeling. Je moet door de gelaagdheid van beelden goed kijken om de juiste voorstelling te ontdekken. Dat te zien wat Vunderink voor ogen had. Wel valt de compositie uiteen in rumoer. De grote drukte in het enkele beeld is eigenlijk teveel van het goede, het evenwicht dreigt te wippen. Er zijn veel bits en bytes, waardoor je door de bomen het bos niet meer ziet. In de diepte is enkel figuurlijk oppervlak, want het beeld lijkt letterlijk niet verder te gaan dan de sfeer tussen de gordijnen. Van tussen die coulissen kan zo dan een nieuwe act zich aandienen, dat weer wel.
Tumblr media
Met het gebruik van klodders en spetters in de compositie, het schilderachtige te verwerken door penseel en kwast te gebruiken, ontstaat een dynamisch geheel. De creatie balanceert dan op het scherp van de snede; is het schilderkunst of bekijken we het werk van een muurkladderaar. Voor beide uitingen is iets te zeggen. Vunderink gebruikt de stijlen door elkaar en weet daarmee een krachtig beeld neer te zetten. Een beeld dat niet meteen even duidelijk uit de verf komt. Maar bij nader inzien en na een kortere afstand genomen te hebben doet het verhaal zich uit de doeken. In nieuw werk gebruikt Vunderink meer de verfkwast. Hij ziet zichzelf herboren worden als schilder en maakt een bevallen zelfportret.
Vunderink is een sportvisser. Zit graag op een bootje met de hengel boven het water. Om de drijvende dobber speelt zich een wereld aan indrukken af boven en onder de golven. Die beweging zet hem aan tot het bevriezen van ingevingen. In de tentoonstelling bij melklokaal ligt op de betonnen vloer een rubberen roeiboot, die door de kunstenaar is beschilderd: “only dead fish go with the flow”. Dode vissen gaan met de stroom mee. Vunderink wil tegendraads zijn en tegen de stroom in zwemmen.
Tumblr media
Op de bovenverdieping van ‘melklokaal’ vind ik in ‘room’ een tegeltableau van Sjimmie Veenhuis. Door halve tegels te beplakken met rood-witte en zwart-gele waarschuwingstape kan hij een stramien opbouwen, dat er in iedere ruimte anders uit zal zien. Dit “Excerpts” is dus een plaatsgebonden installatie. Op de wand zijn de drie mogelijke vormen die kunnen worden gebruikt in het grote geheel aangebracht. Geen lijn mag zich kruisen waardoor de mogelijkheden gering zijn. Veenhuis weet er een krachtige vorm mee te puzzelen. Het plastic glimt in het licht en valt op plekken helemaal weg, zodat van elke kant gezien de vloer door belijning en spiegeling in beweging is.
Solo-tentoonstelling “Only dead fish go with the flow”, schilderwerken van Coen Vunderink en installatie “Excerpts” van Sjimmie Veenhuis bij melklokaal, Heremaweg 20-1 in Heerenveen. Tot en met 20 mei 2018.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 2 years
Text
STROOMOPWAARTS IS DE TIJDLOOSHEID VAN DE NATUUR
Tumblr media Tumblr media
Eigenlijk kun je in Zuidoost-Friesland maar op drie plekken daadwerkelijk stroomopwaarts gaan. Dat is terug naar de oorsprong van de rivieren Linde, Tjonger en Boorne. De andere wateren zijn gegraven voor bedrijfsdoeleinden, hebben dus geen bron. Zijn soms na demping weer opnieuw uitgebaggerd, andere tijden andere inzichten. Een deel van de Tjonger is gekanaliseerd en recht getrokken om samen met de Opsterlandse Compagnonsvaart de in het achterland gewonnen turf stroomafwaarts naar de Compagnie, het latere Heerenveen, over water te vervoeren. Deze rivieren vormden het landschap indirect, de omgeving van de Schoterweven dat er nu gedifferentieerd bijligt. In dat landschap waar eertijds het afgraven van laagveen om turf te winnen plaats had zodat de Hollanders er warmpjes bij konden zitten, in dat landschap vinden natuur, landbouw, infrastructuur, ecologie en recreatie nieuwe verhoudingen. In dat landschap zoeken vijf samenwerkende musea de bron van het bestaan hier in dit gebied. In het culturele project Stroomopwaarts gaan Museum Dr8888, Museum Belvédère, Museum Heerenveen, Museum Opsterlân en het Nationaal Vlechtmuseum terug naar de basis. En trekken enkele randprojecten mee opwaarts tegen de stroom in.
Tumblr media
Museum Belvédère toont uit de eigen collectie werk dat verband houdt met een omgeving, en kunstenaars die werkzaam waren of zijn in het gebied dat Stroomopwaarts zegt te bestrijken. Deze kunst wordt gecombineerd met werk van gastexposanten. “De geëxposeerde schilderijen, tekeningen, foto’s en installaties zijn alle geïnspireerd op het Zuidoost-Friese landschap of kunnen ermee in verband worden gebracht. Tezamen bespiegelen ze landschappen zoals die in Zuidoost Fryslân kunnen worden beleefd.”, lees ik op het tekstbord bij de tentoonstelling in de kabinetten van de westvleugel van dit museum. En er valt genoeg te beleven, want Belvédère heeft in haar korte bestaan al het nodige werk verzameld waarvan de kunstenaars hun ervaring bij en in de omgeving hebben vastgelegd in realistische, geabstraheerde en abstracte beelden.
Er is bij de smaakvolle inrichting echter losjes om gesprongen met het onderwerp. De werken hebben alle het landschap als thema, maar dat is niet altijd de regio van Zuidoost Friesland. Natuurlijk trok Sjoerd de Vries de Deelen in en bezag Tjerk Bottema de boerderijen in Langezwaag, zette Jan van der Zee het Friese zwartbonte stamboekvee in zijn weiland en kleurt de rode zon het Friese landschap van Gerrit Benner, zoekt Tjibbe Hooghiemstra zijn bos in de Wâlden en staat de boer van Jan Mankes in het Meer bij Benedenknijpe. Maar het leeg landschap van Jaap Min kan van overal zijn maar is uit Noord-Holland en de oude Buisse Heide van Han Klinkhamer is toch echt Noord-Brabant, het vennetje waar Coen Vunderink een visstek heeft is – ik zocht het op in Google maps – bij Roden en Jan Wiegers’ boerderij staat in de hooilanden van Groningen.
Het landschappelijke karakter is volledig uitgebuit. En Belvédère kan weer eens groot uitpakken en laten zien wat er zoal in huis aka depot is. En of dat nu allemaal beelden zijn uit al dan niet deze omgeving is van weinig belang. De perceptie van de kunstenaar op het landschap is In Zuidoost Friesland of waar dan ook in Nederland en daarbuiten dezelfde. De streek wordt ondergaan, of daar nu uitgestrekt weiland tot de einder ligt of heuvels het ruime zicht beperken. En of de kunstenaar nu de realiteit zoekt of de werkelijkheid expressionistisch neerzet, de essentie in kleur en vlak vindt of het wezen abstract verbeeldt, het gevoel is even sensationeel.
Tumblr media
De gastexposanten brengen een opmerkelijke sfeer binnen de tentoonstelling. De werken kunnen toevallig in de samenhang passen, maar zijn ook wel speciaal voor deze ruimte en dit moment gemaakt. Zo heeft Ids Willemsma een installatie gemaakt door snoeihout van de fruitbomen uit zijn tuin op de vloer uit te spreiden. Maar wel in een structuur die het aforisme van Evert Rinsema benadrukt: “de mens is van nature hoekig”. Deze uitspraak siert nog altijd de gele vluchtdeur van het museum. In dit werk wil Willemsma laten zien hoe wij de natuur naar onze menselijke hand zetten. In dit stroomgebied is dat veel gebeurd, door afgraving en ontginning heeft de mens hier bepaald hoe het aanzicht van de omgeving zou worden. In zijn kunst hergebruikt de kunstenaar restmateriaal, een soort van art trouvé: in het bestaan nieuwe vormen zien, bestaande structuren een ander aanzicht geven.
Voor Dineke Oosting vormde natuurgebied De Deelen een inspiratiebron. Het gebied was vroeger werkterrein voor de veenarbeiders die turf wonnen uit het laagveen. Door afgraving ontstonden petgaten die nu door plant en dier dankbaar zijn ingenomen. Oosting plaatste op een oude landbouwmachine een stukje maakbare natuur, dat ze vormde uit onder meer varens en riet, boomstammen, takken en turf. Op oud ijzer laat zich gebakken natuur voort trekken, maar in het museum staat het voor dit moment even stil om het verleden levend te houden.
Tumblr media
De fotografie van Mischa Keijser en Ton Broekhuis zet geen vraagtekens. Zo lijkt het. De werkelijkheid is de realiteit. Maar die realiteit is gemanipuleerd. Niet door digitale tussenkomst, maar analoog met een filter of de juiste stand en het exacte moment. De blik van de fotograaf. Dat is wachten op die tel dat de natuur zich van de beste kant wil laten zien. Die beste kant die de fotograaf interessant acht om vast te leggen. Keijser doet eerst het licht uit, of althans hij beschijnt in de nacht zijn onderwerp – doet dus eigenlijk het licht aan om voor hem het juiste detail uit te lichten, bijzonder te maken. Dat laten zien wat overdag normaal is en over het hoofd wordt gezien. Broekhuis schept een plek dat er niet is langs de rivier die van beide zijden een andere naam draagt. De Friezen zeggen Tsjonger en de Stellingwervers spreken van Kuunder. Daartussen is een denkbeeldig land, een imaginaire wereld. De gedachte bij het zichtbare. Een dramatische sfeer, een theatrale stemming.
Tumblr media
Een samengesteld tapijt van vakken en kleuren noemt Jet van Oosten “Happy turf”. En ja, bij het zien van deze installatie wordt je blij. De turfvormen zijn op de vloer in de afmetingen van een eenpersoonsbed gerangschikt. Tussen lichtbruine tinten straalt een kleurige schakering van roden, gelen en blauwen. De zwarte en witte springen daar dan tussen uit. Het turfbrood is van stof, een gebreide doos. De zachte huid is tegendraads vergeleken met de rauwe textuur van het gedroogde veen, dat het resultaat is van in elkaar geklonken restanten van afgestorven planten. Om die te winnen voor gebruik in een warmtebron is veel en zware arbeid verricht. Deze installatie van Van Oosten geeft de geschiedenis een romantisch beeld. Een weerslag dat geen werkelijkheid is.
Tumblr media
Naast Annemieke Harkema en Mariëtte van Erp zijn bovenstaande kunstenaars met hun werk het meest in het oog springend in deze opstelling. Maar het waterwerk van Egge Baarveld aan het begin van de tentoonstelling, een werk waar je letterlijk tegenaan loopt wanneer je de zaal binnenkomt, is heel heftig. Het is verrassend aanwezig. Het kan een omgeving zijn van overal, maar is vooral het landschap van de depressieve gedachten. Naast luguber en onheilspellend is er ook hoop en verwachting. Bomen zijn schaduwen van zichzelf, het water is onzichtbaar diep en de atmosfeer trilt als een riet. Maar linksboven werpt de zon de blik in de compositie, het licht wordt in de waterspiegel gereflecteerd. Er is licht aan het eind van de tunnel.
Tumblr media
“(…) The ground itself is kind, black butter / Melting and opening underfoot / Missing its last definition / By millions of years / They’ll never dig coal here / Only the waterlogged trunks / Of great firs, soft as pulp / Our pioneers keep striking / Inwards and downwards / Every layer they strip / Seems camped on before / The bogholes might be Atlantic seepage / The wet centre is bottomless.”
De kern van dit gedicht van de Ier Seamus Heaney, voorbij de overlapping van verleden en heden, is de tijdloosheid van de natuur. Die tijdloosheid verbeelden de kunstenaars waarvan werk te bekijken valt in Stroomopwaarts bij Museum Belvédère. Een voorproef op het komende collectieboek. Een kunnen van bekwaamheid van de inrichter en samensteller van de tentoonstelling. Sta ik buiten zie ik rondom de luchten van Jentje van der Sloot, de lisdodden van Ronald Zuurmond, de knotwilgen van Dick van Arkel, de paarden van Jan Altink, de mistige einders van Willem van Althuis en het vretende licht van Christiaan Kuitwaard.
STROOMOPWAARTS, daar waar eens, daar waar nu… Groepstentoonstelling met werk uit de eigen collectie gecombineerd met dat van gastexposanten met het landschap als inspiratiebron. Museum Belvédère, Oranje Nassaulaan 12 in Heerenveen / Oranjewoud.
0 notes