Tumgik
#oestertaal
jurjenkvanderhoek · 2 years
Text
IN OESTERTAAL GAAT DE LEZER DE DICHTER VINDEN
Tumblr media
Het is een rood boekje. Niet hèt rode boekje met de citaten van voorzitter Mao Zedong, vaste kost voor zijn aanhangers en de jonge rode gardisten. Ook niet is het dat rode boekje voor scholieren, in 1969 geschreven door enkele kritische leraren. Ik droeg het, in formaat de helft van wat mij nu voorligt maar wel twee keer zo dik, als kleinood en dwarse puber bij me en vind het nog zorgvuldig bewaard op zolder. Het kaft is wel zo rood, dat boekje waarin ik gedichten vind van Alfred van Hall. Zo rood als de omslag van die bundel is, zoveel warmte straalt de inhoud daarvan uit. Het is niet het rood van de anarchie, de opstand, maar de kleur van troost en bemoediging. Vandaag is rood. Een beschermende arm om mijn schouder, vaderlijk bijna. De behaaglijke deken in kille dagen, moederlijk welhaast. Troostende woorden als de voorganger die pastoraal meeleeft met leed en tegenslag.
In de bundel “Oestertaal” kiest dichter Alfred van Hall de woorden zorgvuldig, weegt de betekenis ervan nauwkeurig voor het in taal uit te schrijven. In poëzie voert hij geen actie, zoals de kleur van de bundel doet vermoeden. Hij staat niet op de barricaden met het rode boekje in de hand. Is wel kritisch bij tijd en wijle, omfloerst de woorden dan en zet een opbeurende ondertoon. De kracht van Van Hall is in zijn vriendelijke verzen het licht aan het eind van de tunnel te laten schemeren. In ieder gedicht valt wel steun te halen. Het is dichterlijk gevoel als steunpilaar van mijn emotie. Aangename regels die meestentijd volgens de klassieke voorschriften van de dichtkunst rijmen.
Tumblr media
De zinnen dartelen over het papier, verzachten het dagelijkse leed. Soms voel ik me als de patiënt die op de sofa van de psychiater ligt. Hij luistert en weet ieder negatief een positieve draai te geven. Gemaskeerde woorden met diepere lagen die echter recht de mens in het hart schieten. Als een Cupido laat de dichter pijlen suizen en doel treffen. “laag licht lurkt aan het landschap dat genoeg heeft aan zichzelf;” Zijn gedichten zijn als liedjes, liefdesliedjes. Liefde als minder in hartstocht en meer in genegenheid, interesse in de medemens en de wereld. De versvorm loopt makkelijk binnen. “de klanken van de zware kerkklok / drijven op de golven van de / warme wind naar oude akkers / op de heuvels, de noen begint;” Ik struikel niet over experimentele dichtstijlen, hoewel Van Hall deze niet uit de weg gaat. Maar wanneer dan de zinnen over de regels doorlopen blijft het lezen eenvoudig door de manier waarop de dichter de taal gebruikt. Altijd met de mantel der liefde, en is rijm van minder belang wanneer ritmiek en melodie maar in de gesorteerde woorden aanwezig blijven. Van Hall rijmt zonder te rijmen.
Tumblr media
“Oestertaal” is als titel een paradox. Want de dichter is niet zo gesloten als een oester, maar heeft een verlangen de taal openlijk uit te schrijven. De parel is in het boek gevormd tussen regels en verzen, komma’s en punten. Van Hall weet zijn zienswijze op het leven naar het zijn beeldend te omschrijven. Als in een filmscript zie ik de vertelling opleven. Het zijn lofliederen op het leven, de liefde, het zijn. Maar ook treurzangen op het wezen, de mens. Treurige weemoed in de herinnering wordt omgebogen tot vrolijke melancholie in een aandenken. In het rijmende rijm of het experimentele dichtwerk slaat Van Hall de spijker op de kop, zet een vette punt op de i. Hij zet geen vraagtekens, maar plaatst uitroeptekens. Het is niet de vraag waarom, maar het antwoord daarom. Melancholie met een gouden rand, want achter iedere donderwolk schijnt een heldere zon.
Tumblr media
De dichter steekt niet de kop in het zand en strooit mij geen zand in de ogen. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, voert mij aan rustige wateren, verkwikt mijn ziel. Bijna herderlijk toont hij mij de zonzijde van het leven, waar de schaduwkant een wolf in schaapskleren kan zijn. Met warme woorden steekt hij mij een hart onder de riem. Gedichten, wanneer de esthetische en ritmische eigenschappen van taal ten volle benut zijn in vormkenmerken en stijlmiddelen, lopen warm over de regels en liggen prettig in het gehoor. Om zijn boodschap goed aan te laten komen mag de woordkeuze door Van Hall gebezigd dan over het algemeen gelaagd zijn, vol van symboliek, maar de kracht zit in de maatvoering en de versvoet, het dartelende rijm en de swingende klank. De verzen hebben een grote voordrachtwaarde, kunnen zo het podium op – lyrisch en episch.
Tumblr media
“Soms schiet taal tekort / om tot de kern te komen;” lees ik. Maar Van Hall laat zich dit niet gebeuren. In ieder gedicht raakt hij het wezen, mijn zijn. Het leven is de inspiratie. Geen grote woorden, maar de kracht zit in de kleine dingen. De taal van de straat, geen hemels jargon. In zijn levenservaring geeft Van Hall woorden aan mijn gedachten. Meestal heb ik in zijn vertelling aan een half woord genoeg. Oestertaal, het rode boekje, draag ik op mijn hart in de binnenzak. Zodat het troost biedt wanneer de nood aan de man komt of het water mij tot de lippen reikt, want dat water zakt altijd weer door de woorden van deze verlichtende dichter. “wat ertoe doet staat tussen de regels, / de lezer moet de dichter vinden, / geluk gaat soms de taal voorbij / als een geuren uit een ver verleden.”
Oestertaal. Gedichten. Alfred van Hall. Uitgeverij Servo, 2022,
https://uitgeverijservo.nl/product/oestertaal/
Foto's bij dit artikel Inge Zwerver & Tjark Dieterman
0 notes