Tumgik
#Frans staatsman
twafordizzy · 1 year
Text
Hermans doorziet de wereld achter de Hallen
Centre Pompidou; bron beeld: blogspot.com Het is 1977 als onze (Nederlandse) meest besproken schrijver zich buigt over de komst van Centre Pompidou. W.F. Hermans (1921-1995; daar gaat dit stuk over) woonde in Parijs, was de polder, roddel en achterklap ontvlucht en kon zich concentreren op wat er in de Lichtstad gebeurde. De opening van culturele tempel, museum en bibliotheek, vernoemd naar de…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
rotterdamvanalles · 5 months
Text
Gezicht op huizen van een hofje in de Warmoeziersstraat, 1908. Het hofje lag tussen de Jonker Fransstraat en de Meermanstraat aan de noordzijde.
De Warmoeziersstraat dankt haar naam aan de in de nabijheid liggende warmoeziersbedrijven (tuindersbedrijven). De straat heette van 1939 tot 1942 Tuinderstraat.
De Jonker Fransstraat draagt de naam van Jonker Frans van Brederode (1466-1490), die als aanvoerder van de Hoeken in 1488 Rotterdam tegen Maximiliaan van Oostenrijk wist te verdedigen. In de volksmond werd de straat wel Jonker Frankenstraat genoemd naar analogie van de vooroorlogse Lange en Korte Frankenstraat.
De Meermanstraat draagt de naam van Gerard Meerman, 1722-1771, van 1748 tot 1766 pensionaris van Rotterdam. Hij had een grote naam als rechtsgeleerde en staatsman. Ook was hij bekend als boekenverzamelaar en als beoefenaar van de letteren.
De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief.
Bericht van 2021
Tumblr media
0 notes
opzoeknaarnapoleon · 6 years
Text
Waarom de wereld een nieuwe Napoleon kan gebruiken (en Winston Churchill zou het daarmee eens zijn)
Tumblr media
We leven vandaag in stormachtige politieke tijden. Niet alleen in ons eigen landje merken we dat. In landen als de VS en het Verenigd Koninkrijk is de situatie nog veel erger en slagen politici er al lang niet meer in om gelijk welke grote uitdaging aan te pakken. Wanneer we achter ons kijken kunnen we nochtans inspiratie vinden om te weten wat er nodig is om politici van een ander kaliber te bekomen. Churchill is zo’n leider wiens daadkracht ons vandaag moet inspireren. Maar de man naar wiens buste de Britse staatsman elke dag keek wanneer hij aan z’n werkbureau zat, zal sommigen misschien verbazen. Dat was namelijk die van Napoleon Bonaparte.
Ode aan de rebel
De bekendste Britse premier ooit kennen we van zijn beeltenis met de typische sigaar. Zijn plaats in de geschiedenisboeken kreeg hij vanwege zijn lef om tegen de stroom in te gaan, zijn daadkracht en beslissingsdrang om te doen wat moest gebeuren. Over Churchill en de noodzaak aan politici van zijn kaliber schreef ik enkele jaren terug al een column. In Ode aan de rebel bepleit ik dat het geen toeval was dat de Britse politiek ten tijde van de Tweede Wereldoorlog iemand met zijn lef en kwaliteiten had klaarstaan om de leiding van het land op zich te nemen. Maar het mag evenzeer een verrassing zijn dat net deze man zo’n grote bewonderaar was van Napoleon Bonaparte. 
Napoleon de politicus
Velen kennen Napoleon Bonaparte als een militair leider. Onze stelling dat we vandaag een nieuwe Napoleon kunnen gebruiken verwijst natuurlijk niet naar dat aspect van zijn talenten. Europa noch de wereld heeft nood aan oorlog. Napoleon was naast militair genie evenzeer een uitzonderlijk getalenteerd politicus en bestuurder. We vergeten dit element vaak, maar de ster van de generaal ging niet alleen snel de hoogte in dankzij zijn militaire successen bij het veroveren van de Italiaanse gebieden. Vooral de manier waarop hij regeerde, eerst in Italië en later in Frankrijk en gans Europa, zorgde ervoor dat vele tijdgenoten en zelfs nakomelingen van zijn voormalige vijanden, zoals Churchill, hem bewonderden.
Bestuurder
Italië zoals we het nu kennen, bestond ten tijde van Napoleon’s doortocht met zijn Frans leger nog niet. Het schiereiland was eind 18e eeuw nog een lappendeken van stadstaten, hertogdommen en andere kleine bestuurlijke entiteiten. Een groot deel ervan behorend tot het Habsburgse rijk. Elk van die kleine gebiedjes was al eeuwen bestuurlijk verschillend georganiseerd. Napoleon slaagde als jonge generaal, tegen alle verwachtingen in, om een nieuwe Italiaanse Republiek te vormen en deze te besturen op een manier die de toenmalige machthebbers in Parijs voor het eerst ernstig deed vrezen voor dit grote talent. Zolang hij nieuwe gebieden bleef veroveren was hij namelijk van groot nut voor hen. Maar toen bleek dat hij ook het talent bezat om te besturen gingen vele Franse politici hem als concurrent beschouwen. Terecht, zo bleek al snel. Toen Napoleon eerst Frankrijk en later een groot deel van Europa onder zijn gezag had, kreeg hij ten volle de kans zijn bestuurlijke talenten tot uiting te laten komen.
Hervormer
In de gebieden die hij aan zijn rijk toevoegde ging hij meteen over tot het moderniseren van het bestuur en de rechtspraak. Hij voerde nieuwe maten (de meter) en gewichten (de kilogram) in, organiseerde een burgerlijke stand en voerde de Code Napoleon, het Franse burgerlijk recht, in. De impact hiervan mag niet onderschat worden. Het zorgde er namelijk voor dat een rechtstaat waarin alle onderdanen gelijk zijn voor de wet, en waarin de rechtspraak openbaar is, werd verzekerd. Zijn beleidsbeslissingen veranderden de wereld voorgoed. Napoleon’s hervormingen waren gericht op een maatschappij waarin vrije burgers de kansen konden krijgen zich op te werken. Niet langer waren de hoge posities enkel weggelegd voor zij die in de adellijke families werden geboren. Deze meritocratie was ook heel duidelijk zichtbaar in de directe omgeving van Napoleon. De leidinggevenden in zijn leger en zijn ministers waren personen die op basis van verdienste zich hadden bewezen op het slagveld of in het bestuur. Ook de zonen van niet edellieden konden opklimmen tot de rang van maarschalk en minister.  
Leider
De grote bewondering van Winston Churchill voor Napoleon heeft ook te maken met diens adoratie voor echte leiders. Zijn eigen familie bouwde haar fortuin op toen John Churchill (1650 – 1722) als belangrijkste generaal van Queen Anne grote successen behaalde in de oorlog tegen Spanje en Frankrijk. Het leverde de familie het kasteel Blenheim Palace op waar Winston zo’n 150 jaar later geboren werd. (Over de vrouw van John Churchill en haar relatie met de koningin werd de film The Favourite gemaakt. Al is de historische correctheid ervan natuurlijk, zoals wel vaker het geval met Hollywood-films, betwistbaar.)
Aan oprecht leiderschap was er bij Napoleon geen gebrek. Het begin van zijn carrière staat vol van de verhalen waarbij hij zonder vrees voor zijn eigen leven zich mee in de frontlinie van het slagveld begaf. Bij de brug van Arcole in Italië zou Napoleon helemaal vooraan gelopen hebben om de Oostenrijkers aan de andere kant te lijf te gaan. Als bij wonder was hij de eerste die erin slaagde alle kogels te ontwijken en de vijand te bereiken. Maar zelfs tijdens het hoogtepunt van zijn roem en macht, toen hij al keizer was en aan het hoofd stond van een rijk dat zich over gans Europa uitstrekte, gaf hij zijn manschappen het goede voorbeeld. Tijdens de bepalende Slag bij Borodino in Rusland zag Napoleon dat zijn troepen enkele foute keuzes maakten. In het heetst van de strijd vervoegde hij zijn soldaten om ze bij te sturen en begaf hij zich middenin het hevigste gewoel. Zijn eigen veiligheid was op dat moment ondergeschikt aan het hogere doel en het belang van de overwinning. Dat soort zelfopoffering vinden we enkel terug bij echte leiders.
Man en legende Ging het er op die slagvelden echt zo aan toe? Heel wat historici stellen dat dergelijke verhalen niet op waarheid berusten maar het gevolg zijn van de legendevorming die al tijdens het prille begin van Napoleon’s carrière leven werd ingeblazen. Napoleon slaagde erin een propagandamachine uit te bouwen die zijn daden van een gouden randje voorzag. Daar werd na zijn dood nog aan bijgedragen door zijn medestanders die vol heimwee terugkeken op tijden die vooral in hun herinneringen veel beter waren dan de moeilijke tijden waarin ze post-Napoleon leefden. En tenslotte kwam in 1848, 27 jaar na de dood van zijn oom, Napoleon III aan de macht in Frankrijk. Eerst als president na een verkiezing. Na enkele jaren liet hij zich tot keizer kronen. Om die keizerstitel te legitimeren kwam het hem ook goed uit de eerste Napoleon in een positiever daglicht te plaatsen. De realiteit kon dus wel eens anders geweest zijn. Zo beweren kwatongen dat zijn broer Louis en generaal Marmont een bevende Napoleon van onder die bewuste brug bij de Arcole moesten halen. Of dat ook echt zo is zullen we misschien nooit te weten komen. Maar zoveel doet het er niet toe. Het maakt het verhaal van Napoleon niet minder aantrekkelijk. Een verhaal dat zelfs zo mooi is dat je er elke dag opnieuw aan herinnerd wil worden. En dat vond Churchill ook toen hij besliste de buste van Napoleon centraal op zijn bureau te plaatsen.
0 notes
voorleusden · 7 years
Text
Veiligheid: over de Babbeltruc en valse E-mails
Lezing: de Babbeltruc en valse E-mails voor ouderen in #Leusden en #Achterveld. “Dat overkomt mij nooit”?
“Dat overkomt mij nooit”, dat weet je zeker, maar helaas, de cijfers wijzen heel anders uit. Steeds meer ouderen zijn toch slachtoffer. zie ook onze kalender Soms tel je je zegeningen omdat ouder worden zo zijn voordelen heeft, want je hebt het leven heel wat beter door. Van Victor Hugo, Frans schrijver, dichter en staatsman, is deze mooie uitspraak: Veertig is de ouderdom van de jeugd, vijftig…
View On WordPress
0 notes
rotterdamvanalles · 6 months
Text
Gezicht op huizen van een hofje in de Warmoeziersstraat, 1908. Het hofje lag tussen de Jonker Fransstraat en de Meermanstraat aan de noordzijde.
De Warmoeziersstraat dankt haar naam aan de in de nabijheid liggende warmoeziersbedrijven (tuindersbedrijven). De straat heette van 1939 tot 1942 Tuinderstraat.
De Jonker Fransstraat draagt de naam van Jonker Frans van Brederode (1466-1490), die als aanvoerder van de Hoeken in 1488 Rotterdam tegen Maximiliaan van Oostenrijk wist te verdedigen. In de volksmond werd de straat wel Jonker Frankenstraat genoemd naar analogie van de vooroorlogse Lange en Korte Frankenstraat.
De Meermanstraat draagt de naam van Gerard Meerman, 1722-1771, van 1748 tot 1766 pensionaris van Rotterdam. Hij had een grote naam als rechtsgeleerde en staatsman. Ook was hij bekend als boekenverzamelaar en als beoefenaar van de letteren.
De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief.
Bericht van 2021
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 7 months
Text
Gezicht op huizen van een hofje in de Warmoeziersstraat, 1908. Het hofje lag tussen de Jonker Fransstraat en de Meermanstraat aan de noordzijde.
De Warmoeziersstraat dankt haar naam aan de in de nabijheid liggende warmoeziersbedrijven (tuindersbedrijven). De straat heette van 1939 tot 1942 Tuinderstraat.
De Jonker Fransstraat draagt de naam van Jonker Frans van Brederode (1466-1490), die als aanvoerder van de Hoeken in 1488 Rotterdam tegen Maximiliaan van Oostenrijk wist te verdedigen. In de volksmond werd de straat wel Jonker Frankenstraat genoemd naar analogie van de vooroorlogse Lange en Korte Frankenstraat.
De Meermanstraat draagt de naam van Gerard Meerman, 1722-1771, van 1748 tot 1766 pensionaris van Rotterdam. Hij had een grote naam als rechtsgeleerde en staatsman. Ook was hij bekend als boekenverzamelaar en als beoefenaar van de letteren.
De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bericht van 2021
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 1 year
Text
Gezicht op huizen van een hofje in de Warmoeziersstraat, 1908. Het hofje lag tussen de Jonker Fransstraat en de Meermanstraat aan de noordzijde.
De Warmoeziersstraat dankt haar naam aan de in de nabijheid liggende warmoeziersbedrijven (tuindersbedrijven). De straat heette van 1939 tot 1942 Tuinderstraat.
De Jonker Fransstraat draagt de naam van Jonker Frans van Brederode (1466-1490), die als aanvoerder van de Hoeken in 1488 Rotterdam tegen Maximiliaan van Oostenrijk wist te verdedigen. In de volksmond werd de straat wel Jonker Frankenstraat genoemd naar analogie van de vooroorlogse Lange en Korte Frankenstraat.
De Meermanstraat draagt de naam van Gerard Meerman, 1722-1771, van 1748 tot 1766 pensionaris van Rotterdam. Hij had een grote naam als rechtsgeleerde en staatsman. Ook was hij bekend als boekenverzamelaar en als beoefenaar van de letteren.
De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 2 years
Text
Gezicht op huizen van een hofje in de Warmoeziersstraat, 1908. Het hofje lag tussen de Jonker Fransstraat en de Meermanstraat aan de noordzijde.
De Warmoeziersstraat dankt haar naam aan de in de nabijheid liggende warmoeziersbedrijven (tuindersbedrijven). De straat heette van 1939 tot 1942 Tuinderstraat.
De Jonker Fransstraat draagt de naam van Jonker Frans van Brederode (1466-1490), die als aanvoerder van de Hoeken in 1488 Rotterdam tegen Maximiliaan van Oostenrijk wist te verdedigen. In de volksmond werd de straat wel Jonker Frankenstraat genoemd naar analogie van de vooroorlogse Lange en Korte Frankenstraat.
De Meermanstraat draagt de naam van Gerard Meerman, 1722-1771, van 1748 tot 1766 pensionaris van Rotterdam. Hij had een grote naam als rechtsgeleerde en staatsman. Ook was hij bekend als boekenverzamelaar en als beoefenaar van de letteren.
De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 3 years
Text
Gezicht op huizen van een hofje in de Warmoeziersstraat, 1908. Het hofje lag tussen de Jonker Fransstraat en de Meermanstraat aan de noordzijde.
De Warmoeziersstraat dankt haar naam aan de in de nabijheid liggende warmoeziersbedrijven (tuindersbedrijven). De straat heette van 1939 tot 1942 Tuinderstraat.
De Jonker Fransstraat draagt de naam van Jonker Frans van Brederode (1466-1490), die als aanvoerder van de Hoeken in 1488 Rotterdam tegen Maximiliaan van Oostenrijk wist te verdedigen. In de volksmond werd de straat wel Jonker Frankenstraat genoemd naar analogie van de vooroorlogse Lange en Korte Frankenstraat.
De Meermanstraat draagt de naam van Gerard Meerman, 1722-1771, van 1748 tot 1766 pensionaris van Rotterdam. Hij had een grote naam als rechtsgeleerde en staatsman. Ook was hij bekend als boekenverzamelaar en als beoefenaar van de letteren.
De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Stadsarchief Rotterdam, Rotterdam Van Toen
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 3 years
Text
Gezicht op huizen van een hofje in de Warmoeziersstraat, 1908. Het hofje lag tussen de Jonker Fransstraat en de Meermanstraat aan de noordzijde.
De Warmoeziersstraat dankt haar naam aan de in de nabijheid liggende warmoeziersbedrijven (tuindersbedrijven). De straat heette van 1939 tot 1942 Tuinderstraat.
De Jonker Fransstraat draagt de naam van Jonker Frans van Brederode (1466-1490), die als aanvoerder van de Hoeken in 1488 Rotterdam tegen Maximiliaan van Oostenrijk wist te verdedigen. In de volksmond werd de straat wel Jonker Frankenstraat genoemd naar analogie van de vooroorlogse Lange en Korte Frankenstraat.
De Meermanstraat draagt de naam van Gerard Meerman, 1722-1771, van 1748 tot 1766 pensionaris van Rotterdam. Hij had een grote naam als rechtsgeleerde en staatsman. Ook was hij bekend als boekenverzamelaar en als beoefenaar van de letteren.
De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van toen, Stadsarchief Rotterdam
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 4 years
Photo
Tumblr media
Gezicht op huizen van een hofje in de Warmoeziersstraat, 1908. Het hofje lag tussen de Jonker Fransstraat en de Meermanstraat aan de noordzijde. De Warmoeziersstraat dankt haar naam aan de in de nabijheid liggende warmoeziersbedrijven (tuindersbedrijven). De straat heette van 1939 tot 1942 Tuinderstraat. De Jonker Fransstraat draagt de naam van Jonker Frans van Brederode (1466-1490), die als aanvoerder van de Hoeken in 1488 Rotterdam tegen Maximiliaan van Oostenrijk wist te verdedigen. In de volksmond werd de straat wel Jonker Frankenstraat genoemd naar analogie van de vooroorlogse Lange en Korte Frankenstraat. De Meermanstraat draagt de naam van Gerard Meerman, 1722-1771, van 1748 tot 1766 pensionaris van Rotterdam. Hij had een grote naam als rechtsgeleerde en staatsman. Ook was hij bekend als boekenverzamelaar en als beoefenaar van de letteren. De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam. Bron, Rotterdam van toen https://www.instagram.com/p/CJpBcW5DOEd/?igshid=1hldushra7kjm
0 notes
rotterdamvanalles · 4 years
Text
De 10 Foto's Met Een Lang Verhaal Staan in een blog, op Tumblr. 108
Pauluskerk is de naam van een kerkgebouw aan de Mauritsweg in het centrum van Rotterdam. De eerste Pauluskerk daar werd in 1960. in gebruik genomen door de hervormde gemeente Rotterdam (thans onderdeel van de Protestantse Kerk in Nederland)
en werd in 2007 gesloopt. Op dezelfde plaats hervatte men in 2013 de kerkelijke activiteiten in een nieuw futuristisch ogend bouwwerk, een ontwerp van de Engelse architect Will Alsop.
Het bijbelse motto van de kerk is ontleend aan de brief van Paulus aan de Romeinen: Overwin het Kwade, door het Goede. De kerk werd vooral bekend vanwege de opvang van mensen van de onderkant van de samenleving, waaronder drugsverslaafden, dak-en thuislozen en vluchtelingen, waar vanaf 1980 - onder leiding van dominee Hans Visser - de kerk meer en meer een centrum voor werd.
Het kerkgebouw werd in 2007 gesloopt ten behoeve van de bouw van een appartementencomplex. Afgesproken werd dat er wel weer een nieuw godshuis op ongeveer dezelfde plaats zou verrijzen.
Sinds 2007 was een tijdelijke ruimte in gebruik schuin tegenover de bouwplaats. Het Pauluskerkwerk werd daar deels voortgezet. Er werden kerkdiensten gehouden en hulp geboden, ook werden er regelmatig bijeenkomsten en debatten georganiseerd over thema's die leven in de samenleving en de doelgroep van de kerk raken. Met de opvang van drugsverslaafden stopte men in 2007.
Het nieuwe futuristisch ogende gebouw van de Pauluskerk werd op 2 juni 2013 door de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb geopend. Het nieuwe gebouw naast het Calypso-appartementencomplex telt vier etages. Het kerkgebouw zal functioneren als multifunctionele accommodatie. De Pauluskerk blijft een diaconaal centrum waar iedereen binnen kan lopen. Er zijn ruimtes voor maatschappelijk en diaconaal werk, voor medische zorg, voor vluchtelingenhulp, voor hulp bij terugkeer van vluchtelingen naar het land van herkomst, voor kunst en muziek door bezoekers en voor tijdelijke huisvesting. Buurtbewoners en andere derden kunnen van ruimtes gebruikmaken. De kerk herbergt een grote, multifunctionele kerkzaal met daarnaast een stilte-ruimte voor bijvoorbeeld trouw- en rouwdiensten. Er is ook weer een orgel in de kerk dat tevens bedoeld is als les- en studie-instrument.
De fotograaf is Ary Groeneveld en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
Gezicht op de Coolsingel en korenmolen De Hoop, op de voorgrond burgemeester Zimmerman, 1908.
Het ambacht Cool komt reeds voor omstreeks 1280. In 1596 kocht de stad de ambachtsheerlijkheid Cool, Blommersdijk en Beukelsdijk van Jonkheer Jacob van Almonde. Bij Koninklijk Besluit van 20 september 1809 werd het ambacht Beukelsdijk, Oost- en West-Blommersdijk, genaamd Cool, tot een zelfstandige gemeente verheven. In 1811 werd Cool door Rotterdam geannexeerd.
Naast het ambacht had men ook nog de polder Cool. Deze lag tussen de Rotterdamse en Delfshavense Schie. Deze werd in 1925 opgeheven. Een gedeelte van het grondgebied van Cool was reeds in 1358 bij de stad getrokken na de vergunning van hertog Aelbrecht van Beieren om grachten om de stad te graven en het stadsgebied te vergroten met het Rodezand in het ambacht Cool. De Coolvest scheidde voortaan stad en ambacht. In 1480 is er al sprake van de singel tegenover de vest achter Bulgersteyn, later Coolsingel genoemd. De singel is in verband met de aanleg van een brede verkeersweg in de jaren 1913-1922 geheel gedempt. De naam Coolvest is daardoor verdwenen.
Korenmolen De Hoop was een stellingmolen aan de Coolvest (na demping daarvan tot Coolsingel hernoemd in 1923) in Rotterdam. De molen werd in 1736 door Gerrit van Driel gebouwd op de plaats van de Roomolen, een poldermolen die in 1619 op de Heer Jan Vettentoren was gebouwd. De molen werd in 1920 gesloopt voor de aanleg van de Coolsingel en de bouw van de huidige Beurs.
Alfred Rudolph Zimmerman (Amsterdam, 17 januari 1869 - Velp, 2 juli 1939) was een Nederlands oud-/vrij-liberaal politicus. Hij bekleedde diverse openbare functies waaronder die van burgemeester van Rotterdam.
Zimmerman stond bekend als een krachtdadig figuur, zo trad hij als burgemeester van Rotterdam tamelijk autoritair op en maakte hij zich sterk voor de ontwikkeling van de stad en de haven. Onder zijn bewind werd het huidige Stadhuis van Rotterdam gebouwd.
De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
Gezicht op huizen van een hofje in de Warmoeziersstraat, 1908. Het hofje lag tussen de Jonker Fransstraat en de Meermanstraat aan de noordzijde.
De Warmoeziersstraat dankt haar naam aan de in de nabijheid liggende warmoeziersbedrijven (tuindersbedrijven). De straat heette van 1939 tot 1942 Tuinderstraat.
De Jonker Fransstraat draagt de naam van Jonker Frans van Brederode (1466-1490), die als aanvoerder van de Hoeken in 1488 Rotterdam tegen Maximiliaan van Oostenrijk wist te verdedigen. In de volksmond werd de straat wel Jonker Frankenstraat genoemd naar analogie van de vooroorlogse Lange en Korte Frankenstraat.
De Meermanstraat draagt de naam van Gerard Meerman, 1722-1771, van 1748 tot 1766 pensionaris van Rotterdam. Hij had een grote naam als rechtsgeleerde en staatsman. Ook was hij bekend als boekenverzamelaar en als beoefenaar van de letteren.
De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
De Veemarkt met huizen en café's, 1938-1939.
De vergunning voor het houden van een veemarkt in Rotterdam dateert uit 1299. Tot 1853 werd de veemarkt op de Nieuwemarkt gehouden. Omdat dit nogal wat overlast voor de bevolking gaf, week zij uit naar het Hofplein. In 1867 werd besloten de veemarkt te verplaatsen naar het gebied tussen de Boezemsingel en de Goudse Rijweg.
De veemarkten werden elke week op maandag en dinsdag gehouden: op maandag met name voor de schapen en varkens en op dinsdag voor de paarden en koeien. Het grootste gedeelte van het aangevoerde vee was bestemd voor de consumptie en ging na de verkoop naar het openbaar slachthuis (abattoir) aan de Boezemstraat. Dit werd in 1883 gebouwd. Het was voor die tijd een modern gebouw met een laboratorium en grote koelcellen. Het lag achter de Boezemstraat en de Sophiakade. Het abattoir bezorgde veel Crooswijkers werk. In 1981 werd het abattoir in Crooswijk gesloten, nadat al in 1974 de veemarkt verplaatst werd naar de Spaansepolder.
De foto komt uit de fotocollectie van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van http://www.verborgenkwaliteitenvancrooswijk.nl/Downhome/Topic2
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
Transformatorhuis en Carel's patat op de Nieuwe Binnenweg ter hoogte van de Claes de Vrieselaan, 22 januari 1978.
Claes de Vriese kreeg rond 1270 van graaf Floris V vergunning om Schoonderloo te bedijken. Schoonderloo was een dorpje tussen Delfshaven en Rotterdam.
Al in 1454 liep door de Coolpolder een binnenweg van Rotterdam naar Schoonderloo. Ze werd Coolsche weg of Binnenweg genoemd. De Binnenweg had een afslag naar Delfshaven; het laatste gedeelte komt voor als Schoonderloosche of Delfshavensche weg of Binnenweg, maar heet na 1610 gewoonlijk Geldelooze pad. Hier vandaan liep een uitpad over een vonder of passerel naar de Ossewei en daarover naar het Lage Erf. De bebouwing aan de Binnenweg bij Rotterdam had in de 17de eeuw de tegenwoordige Mauritsstraat bereikt; in 1706 werd dit gedeelte bestraat en met bomen beplant. Pas het graven van de Westersingel bracht hierin verandering. Ten westen daarvan op Delfshavens grondgebied kwamen toen ook straten en sinds 1852 bestaan er plannen om de Binnenweg te verbeteren en een betere verkeersweg te maken tussen Rotterdam en Delfshaven. In 1876 werd daarmee begonnen.
De foto komt uit de fotocollectie van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
De Rosestraat met een tram van de R.T.M., 1960-1965.
Deze straat is vernoemd naar Willem Nicolaas Rose, 1801-1877, van 1839 tot 1855 directeur en van 1855 tot 1877 ingenieur van gemeentewerken. Van hem zijn onder meer de eerste plannen voor havenuitbreiding op Feijenoord afkomstig. Tevens is hij de ontwerper van het Waterproject en van het Ziekenhuis aan de Coolsingel. De Rose-Spoorstraat loopt van de Rosestraat over de spoorlijn naar de Persoonshaven. De Rosebrug is de hoge voetgangersbrug in de 2de Rosestraat over de havenspoorlijn.
Willem Nicolaas Rose (Cheribon, 8 januari 1801 — Den Haag, 9 oktober 1877) was een Nederlandse architect, ingenieur-adviseur en officier. Hij was stadsarchitect van Rotterdam van 1839 tot 1855 en rijksbouwmeester van 1858 tot 1867.
Rose kreeg zijn opleiding bij de Artillerie- en Genieschool in Delft. Tot 1839 was Rose nog luitenant der genie (op dat moment gelegerd te Maastricht) maar had zich op het gebied van de bouwkunst al een grote naam verworven. Voor 1839 gaf hij ook korte tijd les aan de Koninklijke Militaire Academie.
Rose werd in 1839 aangesteld als stadsarchitect van Rotterdam als opvolger van Pieter Adams, en dient in deze functie tot 1855. In de laatste jaren had hij bij het gemeentebestuur gepleit voor de oprichting van een Dienst Gemeentewerken, en in 1854 nam de stad dit voorstel over. In 1855 ging deze dienst van start met de voormalig stadsarchitect van Purmerend, W.A. Scholten, aan het roer. Van 1855 tot 1877 bleef Rose betrokken als ingenieur-adviseur van de Gemeente Rotterdam, en van 1858 tot 1867 was hij tevens Rijksbouwmeester.
De foto komt uit de collectie van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
Vishandel P. de Vlaam op de hoek van de Coolvest en Karrensteeg, 1875-1885.
Deze steeg dankte haar naam aan het Stadskarrenhuis of de Stadspaardenstal. Deze was vroeger gelegen aan de Binnenvest bij de Coolscheweg of de Binnenwegse Poort, nadat de oude Schiedamse Poort was afgebroken. De vroedschap besloot in 1664 tot de verkoop van dit karrenhuis met de naastgelegen erven, nadat een nieuw pand was gebouwd bij de Oostpoort. In het midden van de 17de eeuw schijnt de steeg deze naam te hebben ontvangen. De steeg liep van de Schiedamsedijk naar de Schiedamsesingel ter hoogte van het huidige Churchillplein. Bij besluit B&W 3 november 1939 werd de naam ingetrokken.
Het ambacht Cool komt al voor omstreeks 1280. In 1596 kocht de stad de ambachtsheerlijkheid Cool, Blommersdijk en Beukelsdijk van Jonkheer Jacob van Almonde. Bij Koninklijk Besluit van 20 september 1809 werd het ambacht Beukelsdijk, Oost- en West-Blommersdijk, genaamd Cool, tot een zelfstandige gemeente verheven. In 1811 werd Cool door Rotterdam geannexeerd. Naast het ambacht had men ook nog de polder Cool. Deze lag tussen de Rotterdamse en Delfshavense Schie. Deze werd in 1925 opgeheven.
Een gedeelte van het grondgebied van Cool was reeds in 1358 bij de stad getrokken na de vergunning van hertog Aelbrecht van Beieren om grachten om de stad te graven en het stadsgebied te vergroten met het Rodezand in het ambacht Cool. De Coolvest scheidde voortaan stad en ambacht.
De foto komt uit de fotocollectie van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
De Rochussenstraat met restaurant Old Dutch, 1946.
Het etablissement werd gesticht in 1932 als de Bodega Old Dutch aan de Coolsingel en was eigendom van Toon en Wim Mannes. Het was een favoriete uitgaansplek voor welgestelde Rotterdammers. Op 14 mei 1940 brandde Old Dutch af als gevolg van het bombardement op Rotterdam. Op 29 december van hetzelfde jaar openden de gebroeders Mannes een nieuwe bodega met restaurant aan de Rochussenstraat.
In 1967 was Old Dutch een van de oprichters van de culinaire organisatie Alliance Gastronomique Néerlandaise, ze werd bij die gelegenheid vertegenwoordigd door M.W. Mannes. De familie Mannes bleef eigenaar van het restaurant tot en met 1975.
Old Dutch is het laatst overgebleven gebouw van een noodwinkelcentrum dat in het begin van de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd om winkels te vervangen die tijdens het bombardement van mei 1940 verloren waren gegaan. Oorspronkelijk bedoeld als een tijdelijk gebouw, is het permanent in gebruik gebleven als onderkomen voor het restaurant. In de bodega is er plaats voor 200 mensen en in het restaurant kunnen 60 mensen plaatsnemen. Het gebouw is door architect J.A. Lelieveldt ontworpen in cottagestijl.
De entourage en het interieur zijn sinds de opening in 1940 min of meer hetzelfde gebleven. Tegen de zin van de eigenaar Aad van der Stel is het gebouw vanwege de cultuurhistorische waarde geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst.
De foto is gemaakt door de Dienst Gemeentewerken en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
Op de hoek van de Boergoensestraat (nr. 41a) en de Frans Bekkerstraat, 1920-1930 (geschat).
Boergoens is een verbasterde afleiding van Bourgondië. Karel de Stoute (1433-1477) was hertog van Bourgondië en heer van Charlois. Bourgondië is een Franse streek waar goede wijnen worden geproduceerd.
Het hertogdom Bourgondië was tussen 918 en het einde van de vijftiende eeuw een in hoge mate zelfstandig gebied binnen het Koninkrijk Frankrijk. Het Hertogdom Bourgondië bereikte zijn hoogtepunt in het midden van de vijftiende eeuw, maar werd enkele decennia later ingelijfd door de koning van Frankrijk.
In de vijftiende eeuw vormde het hertogdom de kern van het Bourgondische Rijk, dat bestond uit een groot aantal verenigde gewesten, zowel in Frankrijk als in het Heilige Roomse Rijk.
Frans Bekker (1826-1894) was lid van de gemeenteraad van Charlois, dijkgraaf van de polders Charlois en Robbenoord en Plompert, en voorzitter van het waterschapsbestuur De Koedood.
De foto komt uit de fotocollectie van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
De Waalse kerk bij de Boshoek en Schiedamse Vest, 1926.
De Waalse Kerk met aangrenzende kosterswoning in Rotterdam is gelegen in het Centrum aan de Schiedamse Vest en is een rijksmonument, de kerk en de kosterswoning zijn in 1923-1925 gebouwd in een traditionalistische stijl, enigszins in de trant van Kropholler, naar ontwerp van J. Verheul Dzn. en J. van Wijngaarden.
De kerk vervangt de oude zeventiende-eeuwse Waalse kerk aan het noordwest-einde van de Hoogstraat, waaruit het vrijwel originele Bätz-Witte orgel uit omstreeks 1865 is overgenomen. De nieuwe Waalse kerk was oorspronkelijk gesitueerd aan een restant van de oorspronkelijke westelijke stadsvest, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gedempt. Het interieur is voorzien van smeedijzeren/bronzen lichtarmaturen, plafondlampen, gezangborden en elektrische kachels naar ontwerp van W.H. Gispen.
Aan de eerste eigenaar, Mathijs Bos, en diens opvolgers, en aan de vorm van het bolwerk is de naam Boshoek te danken. Op 24 juni 1718 werd Mathijs Bos eigenaar van drie erven aan de Baan op stadsgrond. Hij stichtte hierop een branderij, ruwstokerij en mouterij. De vroedschap besloot in 1734 een straat daarheen aan te leggen. Op de plattegrond van 1800 komt de straat reeds onder deze naam voor. De huidige Boshoek ligt dicht bij de vooroorlogse straat van die naam.
De foto komt uit de fotocollectie van het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
Tumblr media
0 notes
rotterdamvanalles · 4 years
Text
De 10 Foto's Met Een Lang Verhaal Staan in een blog, op Tumblr. 87
Gezicht op het watervalletje aan het eind van de Heemraadssingel bij de Rochussenstraat, 1925.
De Heemraadssingel is vernoemd naar de heemraden van Schieland. Deze naam herinnert aan de poldergeschiedenis. Vóór de aanleg van de singel liep hier de Heemraadsweg, welke naam bij besluit B&W 27 juli 1894 was vastgesteld.
Charles Rochussen (Kralingen, 1 augustus 1814 - Rotterdam, 22 september 1894) was een Rotterdams kunstschilder, lithograaf en ontwerper.
Charles Rochussen kwam uit een welgestelde familie; hij was een zoon van de zeep- en zoutfabrikant Hendrik Rochussen, een verzamelaar van kunst en oudheden, en Judith Bethlemine Charlotte Hubert. Zijn broer Henri (1812-1889) werd eveneens een schilder en tekenaar. Charles vertrok uit Rotterdam op zijn 22ste.
In 1836 ging hij naar Den Haag om daar het schildersvak te leren, ondanks dat er aanvankelijk een carrière in de handel voor hem was uitgestippeld. Rochussen volgde aldaar zijn opleiding aan de academie in Den Haag. Zijn vroegste schilderij ontstond al op het atelier van zijn leraar Nuijen c. 1837-38, waar hij slechts korte tijd les kreeg van deze leraar door diens vroege dood. Samen met Nuijen's andere leerling Charles Leickert was hij slippendrager op de begrafenis van zijn jong gestorven leermeester. Hij vond een tweede leraar in Nuijen's vriend Waldorp.
De prentbriefkaart komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Tumblr media
Aan de Kromme Zandweg staat korenmolen de Zandweg, 1962.
Tracé en aard van de bodem hebben de naamgeving van de Kromme Zandweg bepaald. Hoewel deze weg voor 1895 Molenweg heette, komt hij blijkens de gemeenteatlas van J. Kuyper uit 1868 al onder de naam Kromme Zandweg voor. De naam Molenweg dankte hij aan de korenmolen, die sinds 1799 aan deze weg staat.
Molen De Zandweg aan de Kromme Zandweg in Charlois is een in 1723 gebouwde korenmolen. In 1959 kocht de gemeente Rotterdam deze molen en restaureerde hem volledig. In 1962 was de restauratie voltooid. De molen is regelmatig in bedrijf en is dan te bezichtigen.
De fotograaf is Lex de Herder en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam en van Wikipedia.
Tumblr media
Gezicht op de omgeving van de Noordblaak en Nieuwstraat vanuit een raam op de bovenste verdieping van de Twentsche bank gezien. De schoorsteen is van de brood- en banketbakkerij Rossmölder in de Molensteeg op nummer 22-30. Op de achtergrond de Sint-Laurenskerk. De foto is gemaakt in 1930.
De Blaak was de oude vest voor de uitleg van de stad in het laatst van de 16de eeuw. In de stadsrekeningen van 1480/81 en 1481/82 wordt deze vest 'die Blake' genoemd. Sinds 1577 werden erven aan de Zuidblaak door de stad verkocht als bouwgrond, sinds 1581 ook aan de Noordblaak. Tot 1613 werd de vest voor scheepstimmerwerven gebruikt. In 1867 is een gedeelte van de Blaak gedempt ten behoeve van de bouw van een nieuw postkantoor. Het resterende gedeelte is in 1940 gedempt met het puin van de huizen uit de verwoeste binnenstad. De namen Noord- en Zuidblaak voor de straten ter weerszijden van het water zijn toen vervallen. Sindsdien geldt de naam Blaak voor de brede verkeersweg die door de demping is ontstaan. Later werd de Blaak in westelijke richting doorgetrokken. De nieuwe weg ontving de naam Westblaak. De Overblaak is de straat die over de Blaak heenloopt, en is een onderdeel van het zogeheten paalwoningencomplex. In de volksmond is hieraan de naam Blaakse Bos gegeven. De betekenis van de echte Blaak is niet geheel zeker. Het is heel goed mogelijk dat de naam is afgeleid van het Zuidnederlandse woord 'blak', dat stil rustig water betekent. Ook kan gedacht worden aan het Middelnederlandse 'blec', dat de betekenis heeft van 'Land, dat even boven het water uitkomt'.
De eerste straat van die naam werd in 1586 aangelegd nadat het huis 'de Starre' aan de Grotemarkt werd afgebroken. Deze 'nyewestraet bij 't marktveld' heeft geen eigen naam gekregen. Ze is altijd onder haar voorlopige naam bekend gebleven. Een enkele maal komt ze als Watersteeg voor. Hier in de buurt had men de Starremanssteeg, genoemd naar Frans Cornelisz. Starreman. Deze zal zijn familienaam wel aan het bovengenoemde huis 'de Starre' ontleend hebben. Ook de Starregang kwam hier voor. De Nieuwstraat, die bij het bombardement in 1940 verdween, liep van de Grotemarkt naar de Noordblaak. Bij bovengenoemd besluit werd de naam Nieuwstraat gegeven aan een straat die evenwijdig aan de Blaak en de Grotemarkt loopt, ongeveer ter plaatse waar voor het bombardement de oude Vissersdijk liep.
Jan Scharp (1756-1828), gereformeerd (hervormd) predikant te Rotterdam, 1789-1826. Hij kreeg grote bekendheid als schrijver en dichter. Was een vurig orangist. Deze straat heette voordien Molensteeg naar een molen die daar reeds in de 14de eeuw stond. In 1380 is er namelijk reeds sprake van een Molenstraat op het Westnieuwland. Ter onderscheiding van de Oostmolenstraat werd de steeg vroeger ook wel Westmolenstraat genoemd. Het gedeelte van de steeg, dat liep van de Vissersdijk naar de Blaak kwam vroeger ook voor onder de namen Korte Molensteeg en Watermolensteeg.
De foto en informatie komen uit het Stadsarchief Rotterdam.
Tumblr media
De Stadhoudersweg in de richting van het Stadhoudersplein, 1964.
Stadhouder was de titel van een van de belangrijkste functionarissen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De titel werd door de hertog van Bourgondië ingevoerd in de Bourgondische Nederlanden.
De titel komt oorspronkelijk van het Latijnse locum tenens, locus = plaats en tenens = houdend (in de betekenis van beheren of besturen), via het Franse lieu-tenant, het Duitse Statthalter en het Engelse steward. Stadhouder betekent dus plaatsvervanger.
Oorspronkelijk was de stadhouder een edelman die namens de landsheer bij diens afwezigheid in één of meerdere gewesten voor hem het gezag uitoefende. Eerst kwam dit alleen bij uitzondering voor, maar het Bourgondische Huis verwierf in de vijftiende eeuw steeds meer grondgebied en kreeg wegens die uitgebreidheid behoefte aan permanente plaatsvervangers. Stadhouders hadden zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten het rechtscollege voor.
De hertog van Bourgondië Filips de Goede benoemde op 22 mei 1448 zijn raadsheer-kamerling Jan III van Lannoy tot stadhouder van de graafschappen Holland, Zeeland en Friesland. In de officiële akte wordt gesproken over "notre lieutenant en nosdiz pais, contez et seignouries de Hollande, Zellande et Frise". De functie van 'lieutenant' werd in Holland in de Nederdietse stukken weergegeven als 'stedehouder', naar 'lieu' = plaats, 'tenant' = houdend. Daarvoor werd gesproken over 'raad' of 'gouverneur'. Sinds 1452 werd het woord generael aan de functie toegevoegd als het stadhouderschap voor meerdere gewesten gold.
De foto is gemaakt door de Fototechnische Dienst Rotterdam en komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia.
Tumblr media
De achterzijde van het complex van het Sophia Kinderziekenhuis met bijhorende tuin, uit het zuidwesten, vanaf de Keucheniusstraat. De prent komt uit 1938.
Het Sophia Kinderziekenhuis is een voormalig zelfstandig ziekenhuis in Rotterdam.
Het kinderziekenhuis, vernoemd naar koningin Sophia, is het oudste kinderziekenhuis van Nederland. Het ontstond in 1863 en was jarenlang gevestigd aan de Gordelweg, in de Rotterdamse wijk Bergpolder.
In 1994 verhuisde het naar een nieuw gebouw in de wijk Dijkzigt. Sinds de fusie met enkele andere Rotterdamse ziekenhuizen aan het begin van de 21e eeuw is het een onderdeel van het Erasmus MC. Naast de directe diagnostiek en behandeling van patiënten besteedt het als academisch ziekenhuis ook aandacht aan wetenschappelijk onderzoek. Zo startte het in 1983 het grootschalige en langdurige gedragsontwikkelingsonderzoek Gedrag in Beeld.
In 2013 werd het 150-jarig bestaan gevierd. Koningin Máxima onthulde op 22 mei Sophietje, de mascotte van het kinderziekenhuis.
Levinus Wilhelmus Christiaan Keuchenius, 1822-1893, staatsman, lid van de Tweede Kamer en minister van Kolonien.
De prent komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt van Wikipedia en uit het Stadsarchief Rotterdam.
Tumblr media
Gezicht in de Putselaan, vanaf de kruising met de Hillevliet, 1932.
De Putselaan dankt zijn naam aan het land van Putten Overmaze. Charlois was oorspronkelijk een deel van het land 'Putten over die Maze'. Putten behoorde van 1361 tot 1456 aan de heren van Gaesbeek en is daarna aan de hertog van Bourgondië gekomen. Een gedeelte van de Putsebocht heette voor 1902 Tolbocht.
De benaming 'hille' komt in oorkonden betreffende Holland, Zeeland, Voorne en Putten in het bijzonder voor als door water omringde buitendijkse gronden. De benaming 'hille' komt behalve in de betekenis van hoogte en duin ook voor als eiland. Op 17 maart 1447 werden de hillen van Katendrecht door de heer van Gaesbeek en Putten aan Jacob Pot en zijn echtgenote in leen uitgegeven. Op 20 februari 1525 werden de uitergorzen, genaamd de Hille, aan de oostzijde van Charlois 'met alle slikken, aanwassen, visscherijen, vogelarijen, jaerschot, nat ende drooge dijcken enz.' door de uitgevers van Charlois verhuurd. Deze Hillepolder, waarvan de grondverkaveling op 23 augustus 1529 plaats vond, was 240 morgen groot en kreeg toen een sluis en een sluisvliet. De Brede Hilledijk beschermde de polder aan de Maaszijde, de Hilledijk aan de zijde van het Zwanegat, de Groene Hilledijk scheidde de Hillepolder van Karnemelksland. De twee wegen, later als Korte- en Langeweg bekend, worden eveneens in 1529 genoemd. De Langeweg heet sinds 1895 Lange Hilleweg, terwijl op de plaats van de Korteweg of Korte Hilleweg thans de Paul Krugerstraat ligt. Vroeger was er ook een Smalle Hilledijk; deze vormt thans een onderdeel van de Brede Hilledijk. Deze Smalle Hilledijk kwam in 1895 in de plaats van de Vildersteeg.
De prentbriefkaart komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Tumblr media
Gezicht op de Pompenburgsingel, 1900. Op de achtergrond het sluisje met de hoge trappenbrug. Links huizen op het Couwenburgseiland en de rooms-katholieke Boschjeskerk aan het Boschje.
Deze singel is genoemd naar het Pompenburg. Een goede verklaring van deze straatnaam is niet te vinden. De naam wordt eerst in 1589 vermeld, wanneer er sprake is van de stadsvest bij Pompenburg. Oorspronkelijk was Pompenburg slechts de buurt die zich tegenover het Couwenburghseiland bevond. In 1505 had de vroedschap besloten de stad te versterken en verschillende torens aan de vesten te bouwen, o.a. 'eene toorn in de crimp omtrent die hantboochscuttersdoel'. Zeer waarschijnlijk is deze toren op het latere Pompenburg verrezen en zal hij die naam wel gedragen hebben. In de stadsrekening van 1644 komt de 'toren van Pompenburg' voor. In 1638 had men daar ook een korenmolen 'Pompenburch'. De hoofdlieden van het korenmolenaarsgilde verkochten in 1740 de molenwerf, vanouds genaamd Pompenburch, waarop de molen 'De Pomp' had gestaan, met het verbod er ooit weer een molen neer te zetten. In 1837 en latere jaren gold de naam Pompenburg voor een blok huizen. Toen in 1905 de stadsvest ter hoogte van het Pompenburg was gedempt werd de hierdoor ontstane brede weg Pompenburgsingel genoemd. De naam Pompenburg werd in 1949 gegeven aan de weg die ter hoogte van de vroegere Pompenburgsingel is aangelegd. Bij besluit B. 30 juni 1942 werd de naam ingetrokken.
In 1541 verkochten de bestuurders van de Sint-Sebastiaanskapel een stuk land, geheten Couwenburch. Het werd ten oosten begrensd door de Botersloot (later Karnemelkshaven), ten westen en noorden door de Rotte en ten zuiden door de stadsvest, dus aan alle zijden door water omringd. In de jaren 1643 en 1644 werd dit eiland door Cornelis Eeuwoutsz. Cirre in erven uitgegeven. Later staat het bekend als 'eiland Vishoeck' of 'het Hoeckgeseiland', misschien naar een houtkoperij van die naam, die daar van ca. 1690 tot 1850 was gevestigd. Het huidige Couwenburg vormt een onderdeel van het vroegere Hofplein.
De prentbriefkaart komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Tumblr media
Het Leuvehoofd en de Boompjeskade, vanaf het Willemsplein, 1927. Op de achtergrond schepen op de Nieuwe Maas en het Noordereiland.
Deze straatnaam is afkomstig van de oude kreek 'de Leuve' of 'de Loeve', zoals de naam meermalen in de stadsrekening van 1426/27 voorkomt. In de 16de eeuw was de stad eigenares geworden van het land aan de Leuve. Op 23 april 1598 werd aan de westzijde van de kreek de grond in erven uitgegeven. Daarna begon men met het graven van de haven die in 1608 gereed kwam. In het begin sprak men van Nieuwehaven, doch daar dit verwarring kon geven, werd Leuvehaven al spoedig de enige naam.
Over de haven lagen twee bruggen, de Leuvebrug en de Nieuwe Leuvebrug. Eerstgenoemde brug, ook wel Oude of Lange Leuvebrug genoemd, dateerde uit 1609 en werd kort na de Tweede Wereldoorlog gesloopt. De straat die op de brug uitliep heette Leuvebrugsteeg, vroeger ook wel Breede Leuvestraat of Brugsteeg geheten. Bij het bombardement in mei 1940 is de steeg verdwenen. De ten zuiden van de Leuvebrug gelegen Nieuwe Leuvebrug was in 1849 gebouwd. In de jaren vijftig van de 20ste eeuw werd ze afgebroken en vervangen door een nieuwe brede brug die eveneens deze naam kreeg. Het havenhoofd bij de Boompjes, waar het koopvaardijmonument 'De Boeg' werd geplaatst, ontving tegelijkertijd de naam Leuvehoofd. De daar gebouwde sluis werd Nieuwe Leuvesluis genoemd.
Na het bombardement werd ten zuiden van de Steigersgracht de Leuvekolk gegraven. Via een onderdoorgang onder de Blaak stond dit water in verbinding met de Leuvehaven. Door de aanleg van de oost-westlijn van de metro is deze verbinding vervallen.
De Boompjeskade dankt zijn naam aan de dubbele rij lindenbomen die in 1615 werd geplant. In mei 1613 werden 117 erven langs de muur en de wallen tussen de Leuvehaven en de Oudehaven door de stad voor scheepswerven uitgegeven. Het eerste huis werd daar in 1614 gebouwd en in het daaropvolgende jaar werd een dubbele rij lindebomen geplant. Toen er huizen werden gebouwd is de noordelijkste rij bomen gerooid. In 1619 is de kade bestraat. Het oostelijk gedeelte van de Boompjes werd vroeger Koperroodkade genoemd naar de lading van de schepen die hier aanlegden. Ter gelegenheid van de geboorte van de zoon van Keizer Napoleon in 1811 werd de Boompjes verdoopt in Quai Napolon of Napoleons Kaay. Deze naam is maar korte tijd van kracht geweest. De Boompjes vormen thans een onderdeel van de Maasboulevard. De lage laad- en loskade langs het water ontving de naam Boompjeskade.
De prentbriefkaart komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Tumblr media
De Lange Torenstraat, met rechts de r.k. kerk, uit het noordwesten. Op de achtergrond de Grote of Sint Laurenskerk, 1912.
Deze straat liep van het Grotekerkplein naar de Sint-Jacobstraat. Bij besluit B. 30 juni 1942 werd de naam ingetrokken. Ze ontving haar naam na de demping van de Slikvaart in de jaren 1852 en 1853, op het tracé waarvan ze werd aangelegd. Deze vaart kwam onder verschillende namen voor. In 1350 treft men de namen Watering of Sloot aan. Het zuidelijke gedeelte werd ook wel Kerkwatering, Kerkvliet of Kerksloot genoemd naar de nabijgelegen Sint Laurenskerk. In het begin van de 17de eeuw komt een gedeelte voor onder de naam Snippevlucht, naar het huis 'van outs genaemd de Snippevlucht', dat in 1625 wordt vermeld op de westzijde van de Slikvaart bij de Sint-Jacobstraat. Het water wordt op de kaart van Jan Potter (1567) Oude Rotte genoemd. Daar uit niets is gebleken dat die naam toen in gebruik was, valt het te betwijfelen of het water ook deze naam heeft gedragen. Naast Slik- of Slijkvaart komt in de 18de en 19de eeuw ook al Toornvaart of Toornvliet voor. Vanwege de geur die het water verspreidde, sprak men ook wel over Stinksloot. De Torenstraat ontving haar naam omdat ze op de toren van de Grote of Sint Laurenskerk uitkwam. Ter onderscheiding van de al bestaande Torenstraat, die later is opgegaan in de Sint-Laurensstraat, werd ze wegens haar lengte Lange Torenstraat genoemd. Op de plaats van deze straat ligt nu de Oppert.
De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Tumblr media
De Mathenesserdijk met tramlijn 8 van Schiedam naar het Beursplein, 1909.
De straatnaam Mathenesserdijk is ontleend aan de ambachtsheerlijkheid Mathenesse die al in 1276 voorkomt. De naam zal een samenvoeging zijn van de woorden made (weide) en nes (aangeslibd land). Als oudste ambachtsheer wordt genoemd Dirk Bokel, wiens kleinzoon zich Dirk van Mathenesse noemde. Het Slot Mathenesse of Huis te Riviere, waarvan nog een ruïne aanwezig is, lag aan de Schiedamse Schie ten noordwesten van Schiedam. Binnen de ambachtsheerlijkheid lagen de polder Nieuw- en Oud-Mathenesse.
De Mathenesserdijk, vroeger Schiedamsedijk geheten, maakt deel uit van Schielands Hoge Zeedijk. De dijk heette vroeger ook Groenedijk. De Mathenesserbrug ligt over de Delfshavense Schie en verbindt het Mathenesserplein en de Mathenesserlaan met de Mathenesserweg. De eerste brug van die naam werd in 1923 in gebruik genomen. In 1983 is ze vervangen door de huidige brug. De Mathenesserhof, die op 11 december 1926 officieel werd geopend, is een stichting uit de nalatenschap van Henrica van Rossum, +1922, om aan bepaalde personen een goedkope en doelmatige woning te verschaffen. De naamgeving van de Nieuw-Mathenesserstraat, die grotendeels op Schiedams grondgebied ligt, geschiedde in 1946 door de gemeente Schiedam. In 1951 kwam een gedeelte van de straat door annexatie op het grondgebied van Rotterdam te liggen.
De prentbriefkaart komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Tumblr media
Bron, Rotterdam van Toen, Stads Archief Rotterdam
0 notes
rotterdamvanalles · 5 years
Text
Gezicht op huizen van een hofje in de Warmoeziersstraat, 1908. Het hofje lag tussen de Jonker Fransstraat en de Meermanstraat aan de noordzijde.
Tumblr media
De Warmoeziersstraat dankt haar naam aan de in de nabijheid liggende warmoeziersbedrijven (tuindersbedrijven). De straat heette van 1939 tot 1942 Tuinderstraat.
De Jonker Fransstraat draagt de naam van Jonker Frans van Brederode (1466-1490), die als aanvoerder van de Hoeken in 1488 Rotterdam tegen Maximiliaan van Oostenrijk wist te verdedigen. In de volksmond werd de straat wel Jonker Frankenstraat genoemd naar analogie van de vooroorlogse Lange en Korte Frankenstraat.
De Meermanstraat draagt de naam van Gerard Meerman, 1722-1771, van 1748 tot 1766 pensionaris van Rotterdam. Hij had een grote naam als rechtsgeleerde en staatsman. Ook was hij bekend als boekenverzamelaar en als beoefenaar van de letteren.
De fotograaf is Henri Berssenbrugge en de foto komt uit het Stadsarchief Rotterdam. De informatie komt eveneens uit het Stadsarchief Rotterdam.
Bron: Rotterdam van Toen Stads Archief Rotterdam
0 notes
voorleusden · 7 years
Text
Babbeltruc en valse E-mails
KBO Lezing: ‘Veiligheid: over de Babbeltruc en valse E-mails’ #Achterveld
KBO Lezing: ‘Veiligheid: over de Babbeltruc en valse E-mails’ Soms tel je je zegeningen omdat ouder worden zo zijn voordelen heeft, want je hebt het leven heel wat beter door. Van Victor Hugo, Frans schrijver, dichter en staatsman, is deze mooie uitspraak: Veertig is de ouderdom van de jeugd, vijftig is de jeugd van de ouderdom. Nu we dan oud en wijs zijn, kunnen we helaas ook kwetsbaar zijn.…
View On WordPress
0 notes