Tumgik
#Ik wil een eigen huisje hebben
healution · 10 months
Text
Ik wil echt weten wat de bovenburen altijd doen. Al je meubels verschuiven om 7u in de ochtend? Rondspringen want yaaaayyy het is 7 uur? Stofzuigen want wat wou je anders doen om 7 uur in de ochtend?
0 notes
emmavdveldenn · 2 months
Text
Ik heb besloten om meer op te zoeken over elven en feeën, ik denk dat ik een van deze twee wil gaan kiezen voor mijn eindproject maar ik weet nog niet goed wat het verschil tussen de twee is.
Fae:
- Toen ik aan het zoeken was wat het verschil tussen elven en feeën zijn kwam ik nog een soort tegen, een fae. Dit is een term die verwijst naar een grotere groep van verschillende wezens, een daarvan een fee. Een fee is een fae maar een fae niet een fee.
Feeën:
-Een fee is een soort fae. Het is een klein magisch wezen met vleugels. Ze komen vaak voor in de natuur en zijn vaak vriendelijk en houden van de natuur. Ze wonen vaak verstopt van mensen. Ze kunnen op veel plekken leven: in bomen, zelfgemaakte huisjes; overal en nergens. Een aantal voorbeelden in moderne media van feeën zijn:
1. Tinkerbel, die komt voor in Peter pan en heeft ook eigen films
2. In cinderella
3. Toen ik klein was er een boekenserie die de regenboog feeën heet. In elk boek is er een elf die een andere kleur presenteert en is er een verhaaltje over.
Tumblr media
Voorbeeld van feeën. dit is van Tinker Bell (2008)
Elven:
-Een elf is iets anders dat ik had verwacht. Ik dacht dat ze kleiner waren, maar elven zijn best lang en hebben geen vleugels. Ze hebben puntige oren en wonen in grote gemeenschappen zoals in 'The Lord of Rings'. Een overeenkomst met feeën is hun gemeenschappelijke liefde van de natuur. Omdat deze wezens in grote gemeenschappen leven en redelijk groot zijn in plaats van verstopt tussen de mensen en klein heb ik gekozen om feeën te gaan gebruiken voor mijn eindproject. Ik vind dat dit meer toepasselijk is bij Geheimen in het Haagse Bos' dan elven.
Tumblr media
Voorbeeld van een elf. Lord of the Rings (2001)
0 notes
tjenkehpala · 4 months
Text
Tumblr media
“Ik voldeed wat dat betreft aan het stereotype Molukker.” Deel 2.
Ondanks dat ze pretendeerden progressief te zijn waren ze toch conservatief. Op zich is dit logisch aangezien veel studenten plattelandskinderen waren met een bepaald vooringenomenheid. Vervolgens ben ik teruggaan naar Geleen en werd ik aangenomen bij de Sociale Acacemie in Sittard en ben ik, hoe ironisch het mogen klinken, afgestudeerd in de gevangenis. Door omstandigheden zoals recalcitrant gedrag en vechtpartijen, kwam ik in de gevangenis terecht, wat ook typisch iets Moluks was in die tijd. Ik voldeed wat dat betreft aan het stereotype Molukker. In de gevangenis hielp ik de bewaarders met hun MBO opleiding en zij gaven mij de kans om mijn studie af te maken. Ik ben een paar jaar werkzaam geweest in Geleen als sociaal werker en was ik breed inzetbaar voor de gemeenschap. In deze tijd kwam ik mijn huige vrouw tegen en ben ik naar Gennep verhuisd. Daar kwam ik Carla, de vrouw van Nino Latuny, tegen die bij mij bij mij op de lagere school in Geleen heeft gezeten. In de jaren 80 wilde ik niet werkloos zijn en ben ik bij Page gaan werken, eerst als hulp later in de laboratorium en heb ik dit 4 jaar gedaan. Familieleden van mij hebben mij aangeboden in het kader van trajecthulp wat te gaan doen en werd ik in Cuyck door de Molukse gemeenschap gevraagd opbouwwerker te worden. Dit heb ik gedaan van 1991 tot 2007 en werd ik kort daarop ziek. Ik kreeg “out of the blue” een hersenbloeding terwijl ik geheelonthouder was. Ik rookte niet en dronk niet meer, rende 4 keer in de week 20 km per dag maar ging deze hersenbloeding niet aan mij voorbij. Mijn leven is nu rustiger geworden en ben ik veel in huis of in de buurt. Vroeger ging ik veel weg op pad, naar de stad of naar vrienden. Mijn ziekte heeft mijn ideeën versterkt en wil ik doorgaan kosten wat het kost. Ik ga niet bij de pakken neerzitten en is mijn motto om door te gaan oftewel Madju Terus. Ik heb altijd geschreven en ben ik erg blij dat ik dit doe. Nu ben ik in een Moluks platform bezig met bung Nahumury en Marianan uit Assen en ben ik daarnaast één van de voortrekkers van het Moluks belang. De Molukse realiteit is dat je hier voorgoed moet blijven en er wat van moet maken. Onze ouders hebben ons hierheen gehaald om noodgedwongen wat van het leven te maken, aan de andere kant is als we hier niet waren gekomen, we misschien boer, visser of sterker nog bedelaar waren geworden. Onze kracht is dat we hier niet zomaar zijn. We zijn gekomen met een missie. Je bent een bevoorrechte minderheidsgroep in Nederland alleen moeten we hier goed gebruik van maken. We zijn geen achterhoedevechters maar voorhoedevechters. Maak gebruik dat je Moluks bent, dat de Nederlandse staat schuldgevoelens heeft is evident maar maak daarvan gebruik. Voor de nieuwe generaties zou ik willen zien dat ze alles afmaken waar ze aan begonnen zijn. Over 50 jaar ben je een bruine Nederlander met een rare achternaam; zorg en pas goed op je cultuur en identiteit aangezien je Molukker bent. Dit blijf je in hart en in nieren. Keer altijd terug naar je eigen essentie. Dat we miskent zijn is duidelijk maar word geen slachtoffer. Ik schrijf graag kritische columns in de Marinjo. Lekker tegen Molukse heilige huisjes aan schoppen, knuppels in het Molukse hoenderhok  smijten. Ze worden eg gewaardeerd. Intussen woon ik in een andere Molukse wijk, getrouwden 3 keer opa, maar ben nog steeds dezelfde gebleven. Overigens, Ik schrijf nog steeds boeken schrijf die te koop zijn bij elikser.nl
1 note · View note
worldandword · 8 months
Text
Fast car - Tracy Chapman
Op een of andere manier is dit altijd een lijflied geweest. Nooit geweten of begrepen waarom. Tot gisteren. Waarin jij mij na champagne, liefde, huilen en verdriet als dansend knuffelend vasthield en ik mijn hoofd op je schouder liet hangen. Waarbij ik huilde; huilde van geluk en van verdriet.
Jij wilde alles in een snelvaart, waarin ik altijd twijfelde over de liefde en mezelf, was jij daar die met honderd procent zekerheid elke stap zette. Jij was mijn ticket naar geluk. We hebben geleerd hoe samen te leven, geluk en verdriet te delen. We hebben afgesproken en beloofd samen dit leven aan te gaan en alles samen te overwinnen of te ondergaan. Achteraf gezien ben ik nog nooit in een betere plek als nu geweest, het is nergens beter dan geweest dan waar ik nu ben. Ik stond daar, als jong meisje in de volwassen wereld, ik had niets te verliezen en zo leefde ik ook. Ik was niemand van verschuldigd en vertrouwde op mezelf.
Tot de dag dat ik jou leerde kennen. Alles wat ik dacht dat was, bestond niet meer. Ik maakte de keus, ik maakte een plan. Met jou. Niet wetende dat jij mij redde. Zoals ik altijd iedereen redde.
Ik had meerdere baantjes, daarbij soms nog een studie of weer een cursus maar altijd stabiel genoeg om een leven te onderhouden. Ik spaarde, vanaf dat ik 15 was en daarna nog meer. Verhuisde van de stad, naar een andere stad, naar een dorp en zo door. Van kamertje, naar huisje, naar een eengezinswoning.
Waar we staan, een nieuw huis gekocht, in een klein dorpje, weg van waar ik ooit vandaan ben gekomen maar zo dichtbij alles wat mijn lief is. Met mijn lief. Eindelijk oprecht voelen wat liefde is en waar het leven om draait. Niet geleefd worden maar investeren in alles wat mijn leven het leven waard maakt.
Mijn moeder heeft een flink probleem. Vanaf jongs afgaan was een fles wijn vaste kost en een andere wereld waarin zij leefde, de manier waarop zij kon leven. De enige manier waarop zij kon leven. Maar vanaf afgelopen dinsdag is alles veranderd. Je lichaam is al lange tijd te oud (van binnen) om te kunnen werken. Maar je lichaam is te jong om er nu zo bij te zitten en bijna niets meer te kunnen. Mijn vaders gingen bij je weg, zij wilde weer leven en zelf kunnen kiezen in het leven. Er is niemand verder in je leven, iemand moest en moet voor je zorgen. Ik ben nu al een aantal maanden steeds niet aan het werk, staat mijn leven stil, om voor jou te zorgen, om te proberen om jou te redden. Iets wat ik niet kan en ook niet langer wil maar nu wel moet. Ookal weet ik niet of jij ooit nog echt gaat kunnen leven en het geluk mag voelen van je eigen leven.
Maar jij, jij hebt mij gered. Ik ben altijd voor alles weg gelopen maar nu durf ik het aan, met jou. Ik voel me zoveel krachtiger met jou naast mij, ik voel mij dapper. En jouw arm, jouw arm voelt veilig om mij heen geslagen. En ik heb eindelijk het gevoel dat ik er toe doe. Dat ik gezien en gehoord voel. Dat ik jouw geluk in het leven ben en jij de mijne. Ik voelde mij altijd vergeten, en nu doe ik er toe, hoor ik bij jou en heb ik het gevoel echt iemand te zijn.
Ik ben nog steeds geen baan op dit moment en ben nog steeds aan het zoeken. Maar ik geloof erin dat dingen beter worden. Zoals we vandaag zeiden; het leven gaat vanzelf door. Het wordt vanzelf een nieuwe dag. Met al het goed een al het slechte. Ik zal werk vinden, we zullen meer gaan groeien, misschien niet altijd in geld maar wel in geluk of groeien in wie wel zijn, groeien als persoon, als mens, als partner en wie weet wat nog meer.
We gaan verhuizen naar ons (t)huis voor de toekomst, waar alles waarvan ik denk het nu niet te kunnen, alles waarvan ik denk dat het misschien niet over gaat, vanzelf doorkabbelt en we daar in al het geluk mogen leven. Waar wij er beide toe doen in elkaar armen, ook als het leven zoals nu even niet zo leuk is. We doen er toe, ook als we huilen van geluk en van verdriet.
Jij bent mijn ticket in dit leven. En deze week valt dit hele lied op zijn plaats en weet ik dat ik hier behoor, op deze plek, op dit moment met jou.
————————————————————————
You got a fast car
I want a ticket to anywhere
Maybe we make a deal
Maybe together we can get somewhere
Any place is better
Starting from zero got nothing to lose
Maybe we'll make something
Me, myself, I got nothing to prove
You got a fast car
I got a plan to get us outta here
I been working at the convenience store
Managed to save just a little bit of money
Won't have to drive too far
Just 'cross the border and into the city
You and I can both get jobs
And finally see what it means to be living
See, my old man's got a problem
He live with the bottle, that's the way it is
He says his body's too old for working
His body's too young to look like his
My mama went off and left him
She wanted more from life than he could give
I said somebody's got to take care of him
So I quit school and that's what I did
You got a fast car
Is it fast enough so we can fly away?
We gotta make a decision
Leave tonight or live and die this way
So I remember when we were driving, driving in your car
Speed so fast it felt like I was drunk
City lights lay out before us
And your arm felt nice wrapped 'round my shoulder
And I-I had a feeling that I belonged
I-I had a feeling I could be someone, be someone, be someone
You got a fast car
We go cruising, entertain ourselves
You still ain't got a job
And I work in the market as a checkout girl
I know things will get better
You'll find work and I'll get promoted
We'll move out of the shelter
Buy a bigger house and live in the suburbs
So I remember when we were driving, driving in your car
Speed so fast it felt like I was drunk
City lights lay out before us
And your arm felt nice wrapped 'round my shoulder
And I-I had a feeling that I belonged
I-I had a feeling I could be someone, be someone, be someone
You got a fast car
I got a job that pays all our bills
You stay out drinking late at the bar
See more of your friends than you do of your kids
I'd always hoped for better
Thought maybe together you and me'd find it
I got no plans, I ain't going nowhere
Take your fast car and keep on driving
So I remember when we were driving, driving in your car
Speed so fast it felt like I was drunk
City lights lay out before us
And your arm felt nice wrapped 'round my shoulder
And I-I had a feeling that I belonged
I-I had a feeling I could be someone, be someone, be someone
You got a fast car
Is it fast enough so you can fly away?
You gotta make a decision
Leave tonight or live and die this way
0 notes
keesdp · 10 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
BUITENGESLOTEN
Het wordt de dag van de golden circle. Omdat er meerdere bezienswaardigheden relatief bij elkaar in de buurt liggen, kan men op 1 dag er langs 5 rijden. Excursies kan je dan ook boeken en heten de golden circle. Wij vertrekken uit Thorlákshovn waar we op de camping overnacht hebben aan de zuidkust onder Reykjavik. Het was een fijne camping, eigenlijk meer een grasveld achter het zwembad met een sanitair blok bestaande uit 4 wc's en 2 douches. Van het zwembad hebben we gisteravond nog lekker gebruik gemaakt. Bijna heel IJsland profiteerd van het warme water dat uit de grond omhoog komt. Voor verwarming en energie. We rijden langs een geothermisch park in Hveragerdi, rijden naar Thingvellar waar de Amarikaanse en Europese continenten scheiden, welke een enorme kloof oplevert, gaan langs de Geysir, een park waar stoom uit de grond in de lucht schiet en tenslotte de Gullfoss een enorme waterval. Overal komen we weer de zelfde 10000 touristen tegen die met bus, dan wel eigen vervoer diezelfde route afleggen. Alleen de Bleu Lagoon doen we niet, omdat 80 euro entree en beetje jaukah is, zoals we dat in Den Haag zeggen. Je kan op veel plekken voor niets in 40 graden water badderen.
Het weer begint regenachtig, maar in de loop van de dag klaart het op en we eindigen de trip met een stralend zonnetje. We vinden een camping in Hvölsvollur, waar onze campingcard geldig is. We waren hem bijna voorbij gereden, omdat als hier op een bord staat dat je 200m rechts de camping is, ze bedoelen ga HIER rechts dan zie je na 200m de camping.
We vragen aan 2 mannen die een biertje drinken op klapstoelen voor de gemeenschappelijke keuken, of er een receptie is. Maar nee net als veel campings is er geen kantoor en komt er iemand op een onbepaald tijdstip afrekenen, zegt de man met de witte baard. in keurig engels. Als ze daarna weer met elkaar praten blijken ze duitsers te zijn. Oh, het kan dus wel.
We zoeken een plekje in de zon, draaien het scherm uit, zetten tafels en stoelen buiten, schenken drankjes in, kortom, we schieten in de kampeer modus. Wanneer ik me voorover buig om mijn glas te pakken, hoor ik de auto op slot gaan. Ik heb de sleutels met afstand bediening in mijn zak. Ik denk ik leg ze binnen en laad ook meteen mijn telefoon op. Ik gooi de schuifdeur dicht en loop om naar mijn deur om een pet te pakken voor de zon. Deze blijkt op slot te zijn. Erger nog alle deuren blijken op slot te zijn. De reserve sleutel in Yvonnes tasje blijkt binnen te zijn evenals mijn sleutels en telefoon. Niet in paniek raken, er zal toch wel een simpele manier zijn om binnen te komen… Nee, de zwakke plek, het klapraam heb ik na de inbraak in Griekenland, van een extra stang voorzien, zodat de handeltjes geblokkeerd zijn.
De dakluiken zijn ook dicht net als alle ramen.
Onze hele vakantie zit nu in een afgesloten auto. Eten, drinken, slapen, wassen, kleding en reizen zijn afgesloten. Een beetje paniek nu bij Yvonne.
In mijn telefoon staat een anwb-app, zodat als ik de alarmcentrale bel, zij mijn lokatie weten. Met Yvonnes telefoon, die ze gelukkig in haar hand heeft en niet ligt op te laden in de auto, moeten we via Google alarm slaan. Ik moet toestemming geven om lokatie te delen en vul alles in wat aan mij gevraagd wordt. Ik weet het anwb lidmaatschapnummer uit mijn hoofd dat scheelt. Als alles is ingestuurd krijg ik een smsje dat meer informatie nodig is. Of ik de alarmcentrale wil bellen. Ik wordt door de telefoon gewaarschuwd dat de gesprekken opgenomen worden. Ik zou zeggen neem de hoorn maar eens op. Na een minuutje komt een man aan de telefoon. Hij ziet op zijn scherm het adres waar ik sta en ik moet dat bevestigen. U staat op Tjalds… ik kan het niet uitspreken zegt hij. Ik ook niet maar dat klopt. Oh, en u bent buitengesloten? heeft de campingreceptie geen reservesleutel van uw huisje? Het is mijn eigen camper waar ik niet in kan. Ja… Ik ga iemand sturen. U krijgt hulp. Het kan wel lang duren. Daar heb ik begrip voor.
Ondertussen hebben buren op de camping vernomen wat er aan de hand is. Veel goedbedoelde raad, maar daar heb ik niets aan. Een man met een gele plastic bril zegt dat hij een hele handige Pool kent, hij zal hem even bellen. Na een telefoontje in het Ijslands zegt hij dat hij over 10 minuten hier is. Oke ik ben benieuwd. Ondertussen belt een juffrouw van de alarmcentrale dat ze de IJslandse hulpdienst naar me toe heeft gestuurd. Nou nou.
Na 10 minuten stopt er een Honda CVR naast ons met een vriendelijke man. De man met de gele bril wijst naar ons. De man stapt een beetje verlegen uit met een luchtzakje en een ijzerdraad. Kennelijk weet hij wat er verwacht wordt. Hij plaatst het zakje tussen de deur en begint te pompen. Er zit geen beweging in. Hij gaat bellen. Na een paar minuten geeft hij de telefoon aan mij met de vraag of ik engels spreek. Nieuwsgierig vraag ik door de telefoon wie mij wil spreken. Een vrouwenstem zegt dat er een man mij komt helpen, ik moet even geduld hebben, want hij is even uit de buurt. Ik begin mij af te vragen wie er het eerst komt. De verlegen man gaat er inmiddels stiekum vandoor. Na een kwartier komt er een jeep met een goedlachse vrouw achter het stuur. Ze heet Asta, ik vraag haar of ik haar aan de lijn had. Ja, ik wacht op mijn guy, hij is heel goed. Maar bent u dan van de autohulp Ijsland? Ik ben de boss, zegt ze. Mijn guy heeft de auto zo open, zegt Asta. Ik vertel haar dat ik de anwb heb gebeld. Ja, die vrouw heeft mij gebeld. ???? Even later stopt er een stinkende Subaru naast ons. 2 mannen zitten erin en Asta wordt enthousiast, hier is hij. De man stapt uit met een beker met deksel, met 2 luchtzakjes 2 griptangen en 2 stukken stug draad, waarvan een van staal. Hij zet zijn beker met inhoud op het gras en begint direct met pompen en wriemelen met de draad tussen het rubber van de deur. De andere man zet de camera van zijn telefoon op selfie en houd hem tegen het raam van de andere deur, zodat de wriemelaar kan zien wat hij doet. Asta zegt dat ik hem als het lukt een beetje geld moet geven. Tuurlijk. Tegen Yvonne zegt ze dat hij wel duur is, maar ook de beste. Na 20 minuten ongeveer klikt de deur uit het slot. Ik ga naar binnen en steek gelijk de sleutels weer in mijn zak. Ik weet niet hoe ik hem moet bedanken hij is alweer bij zijn auto en zwaait. Ik loop hem achterna en vraagt, een bankbiljet van 5000 uit mijn portemonnee halend hoeveel hij van mij krijgt. 10? zegt hij, dan ziet hij de 5000 en zegt oke ook goed. Nu pas vraagt hij waar we vandaan komen. Uit Nederland en wijs naar mijn nummerplaat. Oh, het is je eigen auto. Ja, zelf gebouwd, zeg ik. Wat? Ik dacht dat het een verhuurcamper was. Wow heb je ook solarpanels? Ja 300W. Dan heb je geen elktriciteit nodig. Nee dat klopt. Als vrienden nemen we afscheid. Hij blij wij blij.
De volgende morgen komt Asta geld halen voor de camping. De meeste campers zijn dan allang weg. De campingcard geldt hier niet zegt ze, dat is dan 4000 ISK. Ik betaal zonder morren, zij is ten slotte de boss.
1 note · View note
peterpijls1965 · 1 year
Text
Tumblr media
Een blauwdruk voor het vrije leven
Sommige mensen denken dat je pas echt vrij kunt zijn als je alleen bent. Altijd de onverstoorbare sfinx uithangen schijnt ook bij te dragen aan een aura van autonome onkwetsbaarheid. Tegenwoordig is het verder in de mode om vrijheid te verwarren met het publicitair pijnigen van de medemens en daar applaus voor krijgen.
Het bovenstaande lijkt me allemaal toegestaan, tot op zekere hoogte, maar de alternatieven die ik mensen zie belijden vind ik interessanter. Ook buiten het web opereren burgers in cellen en netwerken die ze alle vrijheid en expressie gunnen en waarborgen. Groepen en subculturen kunnen elkaar overlappen, van tijdelijke aard zijn of een toevluchtsoord zijn voor lone wolfs met overlappende interesses.
Ik heb sterk de indruk dat de overheid daar niet veel over te zeggen heeft. Die anonieme olifant met verstrekkende bevoegdheden wordt allang niet meer door eenieder op voorhand vertrouwd, maar komt niet zelden wel het huis bezetten om daar redeloos de lakens uit te delen.
Ik maakte een tijd mee dat de gezagsdragers en een maatschappelijke elite waar ze deels of helemaal uit afstamden misschien niet allemaal even onkreukbaar waren, maar wel als vanzelfsprekend het algemeen belang dienden en niet alleen hun eigen vriendenclub.
Ik ervoer het nooit zelf, maar sommige levensslang gestraften schijnen een volmaakt gevoel van vrijheid te kennen. Tussen hun oren, wil dat zeggen. Weer anderen lijken geboden vrijheden minder goed aan te kunnen. Dan zijn het dogma en de totalitaire blauwdruk verleidelijke alternatieven. Er is denk ik niet zoveel verschil tussen de martelaar en de voetbalheld. Beiden wanen zich winnaars, altijd ook door velen gehaat. Zo relatief is vrijheid.
De onvermijdelijke keuzestress die dit genereert zie ik opgelost worden met strategieen als cherry picking en het exploiteren en etaleren van meerdere talenten tegelijk. Twee banen hebben van een totaal ander karakter is heel gewoon, er daarnaast een goedlopend bedrijf runnen ook. Hier en nu-gedrag uit de categorie nu bestellen straks bezorgd lijkt me dan onvermijdelijk, al was het maar uit tijdgebrek.
In Nederland werpt afgedwongen vrijheidsdrang al heel lang vruchten af. De meeste Nederlanders zijn dik tevreden over hun levens. Nederlandse kinderen zijn de gelukkigste ter wereld. Er kan hier al heel lang heel veel. Baruch Spinoza werd in de 17e eeuw uit Amsterdam verbannen en verketterd omdat hij schreef dat god de natuur is. Maar vrienden bezorgden hem wel een huisje in Haarlem en regelden dat zijn boeken in Antwerpen vrijelijk gepubliceerd mochten worden.
In zo´n land woon ik nog steeds graag. Decennia geleden al wees de Iraanse immigrant en rechtsfilosoof Afshin Ellian me op de voortreffelijkheid van onze eigen Grondwet. Die vond ik nogal vanzelfsprekend, maar dat is natuurlijk niet zo. Ik heb geen statistieken opgevraagd bij de Verenigde Naties, maar ik denk dat zeker 90% van alle aardbewoners het minder getroffen heeft, en niet alleen met hun wetboeken.
De brandende kwesties in Nederland, van stikstof tot woningnood, vallen in het niet bij de uitdagingen van de modale Russische burger of de oorspronkelijke bewoners van het Amazonegebied. Ik denk dat veel Nederlanders dat heus wel weten. Daarom klagen en schelden ze misschien wel zo graag.
Dat getuigt van een decadente levenshouding, maar ook wel van het besef dat vrijheid heel erg lekker is. Misschien ook daarom schijnt Nederland hevig in trek te zijn bij pak hem beet Afrikaanse jongeren en mensensmokkelaars uit China. Ook met een beperkte hoeveelheid verbeelding aan de macht kan dat complimenteus bedoeld zijn.
Foto Derek Ridgers.
0 notes
pmawagemakers · 2 years
Text
In het nieuwe huis
Het is hier stil, de laagstaande zon schijnt over het rode dak.
Met grote schaduwen voor de vroege morgen.
Er krast een vogel.
 Hierbinnen begin ik te aarden. Blij opgestaan vanmorgen
Na een nacht heerlijk slapen.
Had minder pijn in mijn benen, dat wil zeggen dat ik vooruit kon.
Dankbaar.
 Het huisje is prachtig, de lichtval, de vloeren, de nieuwe keuken,
vol met eigen spulletjes.
De zoveelste was hangt te drogen, ook zo’n huiselijk tafereel
dat goed doet aan het hart.
Alles heeft voortgang, hoe langzaam ook nu.
Omdat vermoeidheid overal schijnt verborgen te zijn en los komt.
 En o wonder, mocht ik me hebben afgevraagd waar ik zou gaan zitten
om te schrijven, de verhuizers hebben het opgelost door de keukentafel
middenin de kamer te zetten, achter de bank.
Waar nu op de leuning Arjava zit, een decimeter van me af. Zo lief.
 Het duurde even eer mijn cellen zich hadden gegeven aan dit nieuwe,
Maar wat is even?
De elfde dag is net begonnen.
 17 juli 2022
0 notes
regioonlineofficial · 3 months
Text
Op jezelf gaan wonen is een grote stap. Het is fijn als je soms terug kan vallen op je ouders of vrienden en wat aandacht krijgt. Maar wat als dat sociale vangnet er niet is en je geen vertrouwde plek hebt om naar terug te keren? Kamers met Aandacht zoekt voor deze jongeren een warm thuis. Meer dan alleen een dak boven je hoofd Kwetsbare jongeren hebben vaak behoefte aan meer dan alleen een dak boven hun hoofd. Jongeren die bijvoorbeeld uit de (jeugd)zorg komen missen vaak een ondersteunend netwerk om hen te begeleiden. Hierdoor is het vinden van een geschikte woonplek nog lastiger. “Dit is een uitdaging die Kamers met Aandacht aanpakt”, vertelt Monique, regio co��rdinator bij Kamers met Aandacht in Eindhoven. “We zoeken kamers bij inwoners van Eindhoven voor jongeren in de leeftijd van 18 tot 23 jaar die met hun toekomst bezig zijn maar geen sociaal netwerk hebben. Deze jongeren betalen zelf de huur, studeren, lopen stage en/of werken en worden gedurende minimaal de eerste zes maanden ondersteund door een hulpverlener.” Veel woonruimtes zijn geschikt Bijna iedere woonruimte is geschikt. Zoals een zolderkamer bij een gezin, een kamer bij een alleenstaande of bij een ouder echtpaar. Maar ook een kamer in een studentenhuis of een huisje in de tuin. Voorwaarde is dat de kamer minimaal één jaar wordt verhuurd en dat de huurprijs niet hoger is dan het bedrag dat de landelijke huurcommissie adviseert. Gemeente Eindhoven is sinds vorig jaar aangesloten bij Kamers met Aandacht. Monique vertelt “We hebben gelukkig al een aantal jongeren blij kunnen maken met een eigen plek waar ze met een beetje aandacht toch zelfstandig kunnen wonen, dat gun ik ook de negen andere jongeren die nu nog wachten op een kamer met aandacht in Eindhoven”. Weten wie je binnenhaalt voelt wel zo prettig Onlangs heeft verhuurder Heidi zich aangemeld om een Kamer met Aandacht te verhuren: "Ik zag de poster hangen en dacht, dat wil ik wel. Ik woon al tien jaar alleen hier en ik heb weleens een kamer verhuurd, maar dat ging altijd via via. Ik wil eigenlijk geen kamer verhuren aan een willekeurige student, maar weten wie ik binnenhaal. Ik heb een veel te groot huis en ik voelde me weleens schuldig dat ik hier maar alleen woonde. Toen ik de poster zag dacht ik: Wat een leuk idee.” Inmiddels woont er een jongere bij haar op kamers. "Het bevalt goed. Ik ben blij dat ik iets kan betekenen in het leven van deze jongere en het mooiste is, daar hoef je eigenlijk helemaal niet veel voor te doen. Als ik toch iets zie waarvan ik denk dat loopt niet helemaal lekker, dan geef ik dat aan. Ik ben er voor haar, maar ze geeft zelf aan wat ze daarin nodig heeft. Dat is nu nog niet zoveel, en dat is ook prima." Heb jij een Kamer met Aandacht over in Eindhoven? Woon je in de omgeving van Eindhoven en heb je ruimte over in huis? Wil je weten of jouw kamer een Kamer met Aandacht kan worden? Iedere maand organiseren we een online informatiebijeenkomst waar verhuurders hun ervaringen delen en je alles te weten komt over Kamers met Aandacht. Interesse? Bezoek Kamers met Aandacht Eindhoven voor meer informatie en contactgegevens.
0 notes
fionainfrankrijk · 3 years
Text
CdC
Laat ik wat vertellen over ons dorp; Cause-de-Clerans genaamd, en afgekort noem ik het; CdC.
Dit dorp, gelegen wat land in waarts als je de slingerende rivier de Dordogne volgt, heeft een compleet eigen identiteit. Onder de dorp bewoners tref je een hechte en gemêleerde gemeenschap aan. Men wil hier graag wonen en begrijpelijk. De tijd lijkt te hebben stilgestaan. Als je CdC binnen rijdt is de eerste aanblik het schattige uitkijk torentje en daarna zie je de machtige toren in ruïne van het kasteel, daterend uit de 11e of 12e eeuw. Je adem stokt even.
De zacht gele stenen van de huizen die om het kasteel in een cirkel zijn gerangschikt zijn authentiek en je ziet dat hoewel alles oud is, er met zorg wordt omgegaan met de omgeving. De meeste huisjes met de gekleurde luiken en hun bijbehorende tuinen liggen er goed bij. En nu in het voorjaar met alles in bloei is het prachtig. De wilde sleutelbloemen bloeien blauw en zachtgeel evenals het wit en roze van de bloesembomen en het flamboyante geel van de forsythia.
In mijn fantasie bedenk ik wie waar heeft gewoond, rekening houdend met de ambachten uit de middeleeuwen. Want uit die tijd stamt het kasteel. Ik heb me laten vertellen dat het een Angel Saksische toren was, bedoelt om het gebied van indringers te beschermen. Laag gelegen, waar we wonen, was er water om de burcht, waar de ambachtslieden handig gebruik van maakten.
Wij wonen in Clerans, wat hoger gelegen ligt Cause en we vallen samen onder de gemeente ‘La Linde’. De namen vallen als liefdesliedjes uit de mond. De burgemeester heeft ook een hoveniers bedrijf samen met 1 van z’n zonen en dat is te zien.
Ons huis huisveste de voormalige smederij van het dorp en ik stel me voor dat in de andere huizen de bakker, de vroedvrouw enz. woonden. Ik weet dat er in het huisje bij ons op de hoek een bar was, en op de voorkant van het huis is de naam van de bar ‘Chez Ve Ve’ nog te zien. Tegenover ons huis is l’avoir. Dit een een water basin gevoed met natuurlijk bronwater waar de dorpelingen hun was deden. Nu heeft Biba er een privé badje aan en zo te zien vind ze t water erg lekker!
Wat niemand weet is waarom het kasteel in verval is geraakt. Wat wel bekend is, is dat men de stenen van het kasteel op een gegeven moment gebruikten om de eigen huizen te verfraaien. Er woont nog wel iemand. De man schijnt het van binnen erg mooi te hebben opgeknapt misschien ook wel omdat het zijn beroep is. Hij heeft ook het nabije chateau les Merles, ingericht. Maar hij schijnt een ongelukkige en eenzame Nederlander te zijn die z’n kasteel onlangs naar het gerucht gaat, verkocht heeft aan een vermogend Amerikaans stel. We gaan het meemaken.
Dit is dan alvast de korte inkijk in ons nieuwe leven. Het tempo, sfeer en omgeving bevalt enorm en ik ben een gelukkig mens. Ik ga mooie wandelingen ontdekken waar velden met wilde orchideeën te zien zijn. Ik onthaast en kijk uit naar de Paasdagen in ons dorp CdC, in ons eigen huis. En ik denk nog maar even niet aan terug naar Nederland gaan!
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Impressies uit CdC met de diva van CdC te zien in de laatste foto
2 notes · View notes
fionainnl · 3 years
Text
Dag dag en tot gauw
Laatste werkdag met al z’n banaliteiten, laatste boodschapje, even bij de buren langs, de parkmanager gedag zeggen; ‘Hoe laat moet zoonlief het huisje uit als hij dit weekend gebruik wil maken van huisje nummer 80?’ Illigaal een kappertje pakken, nog even in de auto springen want een excuus om de kids nog even zien; ‘Alvast gefeliciteerd Jenn, wat is die muur een mooie kleur,’ en ‘Joc succes met jullie nieuwe huis, ben zo blij met het mooie Mozes boek wat je hebt gemaakt! Die gaat mee!’ Racen om op tijd terug te zijn voor de avondklok.
Phew, het huisje op Goeree wordt steeds leger. Vandaag hebben we de beruchte PCR test laten afnemen. We hebben een negatieve test op Covid 19 nodig om door België en Frankrijk te mogen rijden. Ik maak me geen zorgen. Morgen komen ze de laatste spulletjes halen die in opslag gaan en bestemd zijn voor het appartement in Voorburg. Dan is t hier echt terug naar af en is het leeg en onpersoonlijk net zoals toen we er 6 maanden geleden kwamen wonen.
Mensen beseffen jullie wat er gaande is? Zij, de edelsmid waar ik m’n ring kocht, begreep wat van de emotie. Maar ze weet niet dat de ring met Zeeuwse knoop een herinnering is aan een ingewikkelde tijd hier, 1 van ups- en downs. De wandelingen in de spectaculaire natuur met Biba waren soms magisch te noemen maar het verlies van onze Mozes op het park dramatisch. Het telefoontje om de dader aansprakelijk te stellen is gepleegd als een soort bittere genoegdoening...
‘Het gaat gebeuren hè? Je gaat je nieuwe leven beginnen in Frankrijk. Ik ken de omgeving; zo mooi daar. Maar wel spannend!’ zei de edelsmid.
Ja. Ik ga in Frankrijk wonen!!! We gaan in Frankrijk onze eigen geschiedenis schrijven. Het raast door m’n kop, uiterlijk ben ik relaxed. Maar ik zal pas echt relaxed zijn als ik bepakt en bezakt op weg ben. Via vrienden in de Auvergne strijken we neer bij de Nederlandse buren die het kasteel bij ons om de hoek beheren. Ze vroegen of ze ons een 3-gangen menu mochten serveren. Mais oui! Bien sur!’.
De vorige eigenaren van ons huis hebben de champagne al koud staan en er zijn allerlei afspraken voor ons ingepland zoals een kennismaking met de Nederlanders Hendrik en Frederik (!) en hun pup. Zij wonen ook net in CdC (Cause-de-Clerans). En het verplichte bezoek aan ‘le maire’, de Burgemeester, wat gebruikelijk is in de kleine dorpjes.
De volgende keer blog ik vanuit FionainFrankrijk. Ben je ook zo benieuwd naar wat we gaan beleven?! Hoe we ons online werk combineren met een nieuw leven in het ons vertrouwde-maar-toch-ook-nieuwe-land?
Blijf erbij! Voor nu; dag dag en tot gauw!
1 note · View note
anoniemus · 4 years
Note
Even eerlijk, die twintigers periode is een echte teleurstelling, ik dacht dat ik al zoveel meer bereikt zou hebben, wat is dit zelfs. Ik wil zelfstandig zijn en alleen wonen, mijn eigen liefdesleven, huisje tuintje diertje kindje. Maar langs de andere kant heb ik mijn mama nodig die me over men rug aait en zegt dat het goedkomt en iemand die voor me wil zorgen als ik ziek ben.
36 notes · View notes
dejufuniverse · 4 years
Text
Vandaag wezen shoppen...
Je weet niet wanneer je nog in winkels mag komen, dus ik heb voor de zekerheid alvast nieuwe schoenen gekocht en een zonnebril. 
Met mij liepen nog vele andere in het centrum van Purmerend. Dus het is nog niet uitgestorven op straat. In de supermarkt de nodige boodschappen gedaan voor mijn moeder en die lustte nog wel een gebakje voor bij de koffie. Met onze volle boodschappen trolley zijn we terug naar huis gelopen en na alle boodschappen te hebben opgeruimd ben ik weer richting mijn eigen huisje gegaan. 
Het is nu even kijken hoe we onze tijd vol gaan maken want meestal plan ik ronde deze tijd van het jaar weer eens een uitje met de trein om een stad en  museum te bezoeken maar daar kom je niet verder dan de buitenkant van de ingang. Niet dat ik me hoef te vervelen maar dat is nu eenmaal iets wat ik leuk vind om te doen. In het nieuwe Spoor van de NS, stond een leuk stukje over Dordrecht. Mochten alle maatregelen van de baan zijn dan ga ik die plaats eens bezoeken. 
Als je nog leuke bezienswaardigheden weet in Dordrecht dan hoor ik het graag. 
En dan zit ik met nog iets...Hoe doe je dat met de liefde....je durft amper nog te knuffelen of te zoenen. Stel dat je wat oploopt.  
Al met al is het wel behelpen met zo een virus....Ik kan altijd nog mijn teddybeer doodknuffelen want je wil toch je liefde en warmte delen. 
We moeten maar hopen dat het allemaal niet te lang gaat duren en dat iedereen er verstandig aan doet om binnen te blijven als ze klachten krijgen. 
Via deze weg zwaai ik maar weer even en ik hoop dat je ondanks alles je toch nog weet te vermaken. Een stel in Milaan had er al iets op gevonden.
Die waren samen de tent aan het opzetten. Nee, niet die tent die je gebruikt met kamperen.....
De Juf
4 notes · View notes
mauricevanes · 4 years
Text
Miron Galic’s family photos
29 januari 2020, Arnhem
Vanochtend was ik in de trein gestapt om als extern deskundige aanwezig te zijn op het eindexamen van Miron Galic. Dit zou plaats gaan vinden op Werkplaats Typografie, een plek waar ik vaker over had gehoord, maar nooit eerder was geweest.
Na binnenkomst en een rondleiding door het gebouw nam Miron me mee naar de presentatieruimte. Hier was het allemaal om te doen vandaag. Wat ik daar zag waren witte muren met daarop ingelijste fotografische afdrukjes. Ze werden vergezeld met vier witte A4tjes tekst erop, opgeplakt met doorzichtig plakband.
De foto’s zijn afgedrukt op 10 bij 15 cm, het klassieke handzame formaat dat het persoonlijke karakter van fotografie benadrukt. Op dit formaat zijn de foto’s geschikt om in te plakken in een foto album waar je tekstjes bij kunt schrijven. Een beschrijving van omstandigheden, plaats, de namen van de mensen op de foto’s. Zo’n foto album geeft de mogelijkheid momenten her te beleven die je eerder in werkelijkheid hebt beleefd. Als antwoord op onze onmachtige relatie met tijd, we kunnen tijd immers niet stilzetten of op een andere manier controleren. Het enige dat we met tijd kunnen doen is het simpelweg ondergaan. Ik denk dat we met het maken van foto’s ons onvermogen naar tijd uitdrukken.
 Wanneer je zo’n foto album bekijkt, doe je dat bladerend. Op elke pagina zijn meerdere foto’s te zien. De foto’s worden gepresenteerd met context, in chronologische volgorde. Het geheel weerspiegelt meestal een levensjaar. En uiteindelijk jaren later, staat het voltooien van het volledige proces van het maken van een foto album voor het rustig afsluiten van een levensfase. 
 De foto’s die Miron presenteerde waren nooit in een foto album terechtgekomen, hij vond ze terug als stapeltje. Stapeltjes foto’s gaan makkelijk door de hand. Je bekijkt ze één voor één terwijl ze door je handen glijden, de foto waar je klaar mee bent en lang genoeg naar hebt gekeken, verplaats je onderaan het stapeltje en de volgende verschijnt bovenop. 
 Na verloop van tijd verdwijnen stapeltjes meestal in kasten of lades. De volgorde van een stapeltje kan veranderen, de foto’s kunnen makkelijker beschadigen of vies worden. Ze zijn minder beschermd dan in een foto album en worden blootgesteld aan het leven zelf. Er is nog geen waarde aan toegedicht. De individuele foto’s zijn daardoor meer open voor interpretatie.
 
 Alle foto’s zijn gemaakt met een analoge camera, wat betekent dat er fysieke moeite is gedaan om de foto’s in handen te krijgen. Het volle fotorolletje is ooit weggebracht en vervolgens opgehaald. Ik vind dat altijd een aandoenlijk besef als ik kijk naar foto’s uit mijn eigen jeugd. Dat mijn ouders daar echt moeite voor hebben gedaan.
In de ruimte van Miron waren vijftien foto’s te zien. Op geen enkele foto die Miron had geselecteerd was een mens te zien. Wat wel te zien was, waren schapen in een weiland, een zelfgemaakt spaceship van lego met daarachter een klok, de bovenste rand van een tuinstoel, een bosje rozen met daarin een briefkaart, een houten stapel van blokken die een huisje vormen, een schilderij op een mini tafeltje, een kindertekening die geplaatst is op een rieten mand, een bewolkte lucht waarin de zon ook doorkomt, een plantenbak met steentjes erin, de houten televisiekast met daarin de televisie, een kleedje met daarop de huistelefoon, een pot met een plant erin, in de koelkast geplaatste verjaardagstaart- restanten met zes uitgeblazen kaarsjes, een foto van het interieur met daarop de salontafel, een hanglamp en op de achtergrond de bank en een foto gemaakt in de dierentuin met daarop een giraffe en een hert.


Al deze foto’s zijn gemaakt door Miron’s ouders. Het zijn foto’s van de gewoonste dingen die je maar kunt bedenken. De foto’s zijn gemaakt op het moment dat zijn ouders voor het eerst in Nederland gingen wonen nadat ze Bosnië waren ontvlucht vanwege de oorlog.
Voor mij stralen deze foto’s dankbaarheid en rust uit. Rust om te kijken. Zelfs rust om te spelen, Miron vertelde dat in de foto’s vaak het speelse karakter van zijn vader te zien is, een voorbeeld daarvan is de foto van de huistelefoon waarop zijn vader kaarsvet had geplaatst. En ik haal dankbaarheid uit de foto’s, vanwege het ervaren van de rust om te kijken. En het besef van de dingen om je heen. Dat je je omgeving echt ziet en dat ze het waard is om vast te leggen.
Het werk draagt de titel “In the end it’s nice to think we were actually quite normal”. Het weerspiegelt het manipulatieve karakter van fotografie, de ontmenselijking van een complexe tijd. Fotografie kan diepe menselijke emoties niet weergeven, die kunnen alleen beschreven of besproken worden. Dit is dan nog het enige tastbare dat is overgebleven. Het stapeltje foto’s dat Miron op een dag terugvond.
Miron heeft vier teksten op de muur geplakt. Elke tekst had hij opgenomen met de geluidsrecorderfunctie van zijn mobiele telefoon waarin hij uit probeerde te leggen waar dit project over gaat. Iedere keer is de tekst net iets anders, terwijl het over hetzelfde gaat. Zo is het ook vaak met fotografie en de herinnering zelf, keer op keer veranderd de waarde ervan, terwijl je naar dezelfde foto kijkt. Daarnaast experimenteert hij met deze tekstjes in hoeveel informatie hij de kijker wil mee geven. Ook heeft Miron geprobeerd de foto’s zo spannend mogelijk te combineren. Het is moeilijk uit te leggen waarom de combinaties zo goed werkten, ik kom dan vaak niet verder dan dat het goed voelde de foto’s naast elkaar te zien. Ze benadrukken overeenkomsten of lieten een tegenstelling zien.
Ik vind de naïviteit en openheid van Miron’s werk heel mooi. Ik denk vaak dat het gesprek dat je naar aanleiding van een kunstwerk hebt, het echte kunstwerk is. Miron ontdekt met dit werk steeds meer over zichzelf, met elk gesprek dat hij hierover voert. Zowel met zijn ouders, als met zijn klasgenoten of andere mensen die dichtbij hem staan. Ik denk dat hij behoefte heeft om te reflecteren op deze voor hem bepalende levensfase, een fase die zijn leven een definitieve richting heeft gegeven. 

Het oproepen om aandachtig te kijken naar simpele ingelijste 10x15 cm foto’s is, in deze tijd waarin een overvloed aan beeld tot ons komt, een daad van verzet op zichzelf. 
 Het werk is alleen toegankelijk voor mensen die echt geïnteresseerd zijn. Ik hou er van als een kunstenaar een dergelijke blokkade van ontoegankelijkheid durft op te werpen. Het niet mooier te maken dan het is, uitgaat van simpelheid. Er zullen mensen zijn, die het werk daarom geen kans geven. Maar anderzijds wekt deze simpele presentatie juist nieuwsgierigheid op, want waarom worden deze op het eerste gezicht alledaagse foto’s, op deze manier gepresenteerd als eindexamenwerk?
/ translated by my sister in English:
29th of Januari 2020, Arnhem
In the morning of January 29th, I took the train to Arnhem to function as an external expert for Miron Galics’ graduation exposition. This took place at the ‘Typografie Werkplaats’, a place that I’ve heard of but never visited before. After a tour through the building, Miron took me to his exhibition space. In this room he presented framed photographs on white walls, accompanied by four A4 pages with text, which were glued to the wall with transparent tape.
The prints were 10x15 cm, a classic format that emphasizes the personal nature of photography. Moreover, this size is specifically suitable for photo albums and allows to e.g. add a description, location and who are seen in the photos. Going through such a photo album gives the opportunity to relive a moment from the past. Since we can only undergo time and are unable to stop it, photos are the answer to our powerless relationship with time. It is therefore that I believe that we try to express our inability with time through photography. When going through such photo albums, you view several images per page, which are displayed in chronological order and usually include context. This concept portrays a phase in someones life and completing the process, to me stands for ending a chapter.
The photos Miron exhibited never ended in a photo album but are in stacks instead. We view a pile of photos one by one while the photos easily slide through our hands. The ones you’ve seen for long enough, are placed back at the bottom of the stack and the next one appears on top. Over time, piles usually disappear in cupboards or drawers. The order of a stack may change, the photos get damaged or dirty and thus are less protected than in an album. No value has yet been attributed to it and seemingly, separate photos are more open to interpretation.
All photos were taken with an analog camera, which means that physical  effort was made in order to have these photos. Once full, the camera roll was brought to develop and later picked up. I always find this a touching method, also when looking at photos from my own youth and the realization that my parents made all this effort.
Fifteen photos were shown at Miron’s space. At none of his selected photos a human is seen. The photos did illustrate sheep in a meadow, a homemade Lego spaceship with a clock in the background, the edge of a garden chair, a bouquet of roses with a postcard in it, a pile of wooden blocks that form a house, a painting on a mini table, a child's drawing that was placed on a basket, a cloudy sky with the sun coming through, a planter with stones in it, a wooden tv-cabinet with a television inside, a rug with an old school telephone on it, a pot with plant, leftovers of a birthday cake in the fridge with six blown out candles, an interior with coffee table, a ceiling lamp with in the background a sofa, and a photo made in the zoo with a giraffe and deer on it.
All these photos were taken by Miron’s parents the moment they arrived in the Netherlands after fleeing Bosnia due to war. They exemplify the most common things one can imagine. To me, these photos represent gratitude and tranquillity, and bring peace while watching at them. Miron said that the photos often display his fathers’ playful nature, an example of this is the photo of their telephone on which his father had put candle wax. I experience a sense of gratefulness by witnessing the tranquil sceneries. Moreover, it raises awareness of the simple things around me, and makes me realize they are worthy to capture.
His work bears the title "In the end it's nice to think we were actually quite normal". It reflects the manipulative nature of photography, the complexity of time. Photography cannot express deep human emotions; human feelings can only be described or discussed. The pile of photos that Miron one day had found are the only tangible remains.
Miron has placed four texts on the wall. Through recordings on his mobile phone, every text is supported by an explanation of where the project is about. Every time the text is slightly different while it is about the same topic. In photography, this happens too. The attached memories and its value changes overtime, and forever will while looking at the same photo. Miron also experiments with how much text he’s using and the amount of information it reveals. In addition, he tried to present the photos in an interesting combination. Personally, it is hard to explain why the combinations were good the way they were, but my attempt is to say it simply felt good to see an organized line of photos, side by side. They either emphasized similarities or showed a contrast.
I like the naivety and openness in Miron's work. I believe that art evokes a conversation, and to me this is the core value art has. Through his work, he discovered more about himself by having conversations with his parents, classmates or others close to him. I think that he felt the need to reflect on this crucial phase in his life, a phase that gave a definitive direction for his future.
Being invited to carefully look at simple framed 10x15 cm photos in a time where an abundance of images receive us, seems an act of resistance. His work is only accessible to people who are sincerely interested. I love it when an artist dares to include an accessibility blockade. Solely based on simplicity, not making it prettier than it is. Consequently, people might not be willing to give his work a chance. On the other hand, his simple approach arouses curiosity, what is behind these everyday photos and why are they selected for a final exam exhibition?
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
1 note · View note
til-in-sf · 6 years
Text
Dankbaar
Ik probeer de afgelopen dagen wat vaker stil te staan bij dingen waar ik dankbaar voor ben. Dat is fijn want ik heb daardoor het idee alsof ik dit bewuster mee maak. Dus bij deze, een aantal dingen waar ik de afgelopen erg dankbaar voor ben geweest!
- Dat ik zoveel geluk heb dat ik hier kan studeren in San Francisco, een stad die zo progressief is en open staat voor allemaal mensen. De stad is één grote melting pot van mensen vanuit de hele wereld, en de mensen zijn open en warm.
- De stad en mijn campus is GROEN! Mensen wandelen veel, fietsen gebeurt hier amper (dat mis ik!) maar de stad staat vol met bomen en parken kan je overal vinden. De zomer begint hier nu, en (aangezien de mensen die hier wonen insanely rijk zijn) loop je overal honden tegen het lijf. Wanneer ik vraag of ik misschien even de hond mag aaien, kom ik snel in gesprek met de eigenaren en dat zorgt altijd voor hele leuke korte gesprekken.
- Ik ben dankbaar voor het feit dat ik in een andere taal kan studeren, werken en leven. Mensen hebben amper door dat ik hier niet vandaan kom, totdat ik soms over een woord struikel of even niet uit mijn woorden kom. Over het algemeen gaat het heel erg goed, en docenten zijn enorm behulpzaam om je te helpen met wat ze ook kunnen en nemen dit mee in hun beoordeling van je papers etc.
- Het niveau van onderwijs in Nederland is, vergeleken met de VS, enorm hoog. Dit is een State universiteit, maar over het algemeen is het niveau in de States aanzienlijk lager dan in Nederland. Ik waardeer nu de uitdaging die ik in Nederland iedere dag op de universiteit mag aangaan die mijn leven oprecht verrijkt.
- Ik mag hier in de States ieder vak volgen dat wil, en dat zorgt ervoor dat ik me écht kan focussen op de dingen die belangrijk en interessant voor mij zijn. Dit is een mogelijkheid die ik in Nederland niet zou hebben, en mijn vrienden/vriendinnen ook niet hebben op de manier dat ik hem nu heb. Dit jaar staat helemaal in het teken van mijn eigen draai geven aan mijn Bachelor Politicologie, en mij specialiseren in de dingen die ik later wil gaan doen. Alle vier de vakken die ik volg zijn enorm interessant en enorm leuk. Ik ben dankbaar dat ik mag leren over de geschiedenis van de Verenigde Staten in het vak All Power To The People. Dit is interessant maar ook confronterend: ik heb op mijn middelbare school amper tot geen les gehad over de Civil Rights Movement in de Verenigde Staten. De lessen zijn intens, want de struggle van de Civil Rights movement was intens. Ik heb een geweldige “Profe” voor dit vak die barst van de kennis, en dit op een geweldige manier kan overbrengen. Mijn liefde voor geschiedenis leeft weer enorm op, en tegelijkertijd leer ik enorm belangrijke lessen die relevant zijn voor mijn eigen leven. De gelijkenissen tussen de Civil Rights Movement, de projecten en acties die SNCC, COFO, NAACP en alle grote organizaties hebben gevoerd, zijn duidelijk. We leren over hoe je échte verandering kan brengen in de wereld en leren praktische lessen over strategieen die we kunnen toepassen op het huidige (politieke) klimaat. 
- Ik ben bevoorrecht om op deze campus rond te mogen lopen, nummer 7 op de lijst van meest etnisch diverse campussen in de Verenigde Staten. Dit heeft enorme invloed op het onderwijs: er zijn zo veel ervaringen en er is zo veel geschiedenis wat samenkomt en een andere blik op bepaalde onderwerpen werpt. Dit is een sterk contrast met de Universiteit van Amsterdam, dat vooral blank is en enorm westers georienteerd is. 
- Ik ben dankbaar dat ik op dit moment in geschiedenis in de Verenigde Staten mag zijn en de huidige president mag analyseren met handvatten die ik verkrijg in mijn vak American Presidency. Op deze manier krijgen mijn argumenten een academische basis, wat ze sterker maakt en hierdoor leer ik beter discussieren.
- Hetzelfde geldt voor mijn vakken “Women and Media” en “Sex, Power and Politics”. Deze vakken geven mij handvatten om de wereld van vandaag te analyseren op de biases die wij hebben. Ik leer over representatie van minderheidsgroepen in media, en leer hoe gendernorms (verwachtingen van hoe een man en vrouw zich moet gedragen) de politiek en machtsrelaties beinvloeden. Het geeft me een nieuwe bril om naar de samenleving te kijken en ik leer veel praktische lessen.
- Ik ben dankbaar voor het feit dat nu mijn laptop aan haar treurige einde is, ik een nieuwe kan kopen. Ik ben bevoorrecht en dit realiseer ik me enorm in een stad dat met een enorm daklozen/verslavings probleem kampt. 
- Ik ben dankbaar voor de vrienden die ik hier al heb gemaakt en de (soms niet zo leuke) lessen die je leert wanneer helemaal overnieuw moet beginnen in een nieuwe stad. Mijn mensenkennis groeit, zal ik maar zeggen..!
- Ten slotte ben ik dankbaar voor mijn lieve, fijne en geweldige vrienden en familie die ik thuis heb. Ik heb zo af en toe contact met jullie en dat voelt als thuiskomen, ookal ben ik zo ver weg! De heimwee is amper aanwezig (dankbaar- en even snel afkloppen!) en het is geweldig dat iedereen het zo leuk vindt om te horen hoe het hier met mij gaat (geweldig). 
Ik heb het goed, en mijn leven is pretty damn amazing op dit moment. Het is fijn om dat te realiseren en daardoor meer te kunnen waarderen! Dankbaar! Ik hoop dat het leven in Nederland net zo fijn is en jullie allemaal de fijne dingen in jullie leven kunnen waarderen. 
Liefs vanuit mijn (inmiddels bijna) knusse huisje in San Francisco! 
X
3 notes · View notes
Text
Voor Iedere Morgen Uw naaste liefhebben Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon  "Voor Iedere Morgen" U moet uw naaste liefhebben. Mattheüs 5 vers 43 U moet uw naaste liefhebben.’ Misschien is die naaste erg rijk en ben jij arm. Misschien staat jouw kleine huisje naast zijn grote woning, en kijk je elke dag naar zijn bezittingen, prachtige kleding en overvloedige maaltijden. God heeft hem deze gaven gegeven; begeer zijn rijkdom daarom niet voor jezelf en koester in je hart geen verkeerde gedachten over hem. Wees tevreden met je eigen lot als je het niet kunt verbeteren, maar zie niet op je naaste neer en verlang er niet naar om te leven zoals hij. Heb hem lief, en je zult niet jaloers zijn. Het kan ook zijn, dat jij rijk bent, en er naast jou arme mensen wonen. Het is niet beneden je waardigheid om hen je naasten te noemen. Erken dat het je roeping is om ook hen lief te hebben. Waarin zijn zij minder dan jij? God maakte uit één bloed het hele menselijke geslacht (Handelingen 17). Jouw kleding is misschien mooier dan die van hen, maar jij bent niet beter dan zij zijn. Het zijn mensen, en wat ben jij meer dan dat? Je moet je naaste liefhebben, ook al draagt hij lompen en is hij weggezonken in diepe armoede. Maar misschien zeg je: ‘Ik kan mijn naasten niet liefhebben, want zij belonen alles wat ik doe met ondankbaarheid en zij verachten mij.’ Dan is er des te meer gelegenheid om de heldendaad van de liefde te bewijzen. Wil je misschien een held zijn die op een veren bed ligt? Nee toch? Het is juist de bedoeling om de moeilijke strijd van de liefde te strijden. Hij die het meeste waagt, zal het meeste winnen. Al is het pad ruw, wees toch moedig en betreed het. Stapel vurige kolen op de hoofden van je naasten. Zijn zij moeilijk tevreden te stellen? Zoek dan niet hun goedkeuring, maar die van je Meester. Bedenk dat Hij jouw liefde niet veracht! Jouw daden worden door Hem aangenomen. Heb je naasten lief, want als je dat doet, volg je de voetstappen van de Heere Jezus.
0 notes
detweedeochtend · 6 years
Text
Lijveke
Niet dat hij zich geen leven zonder kon voorstellen, maar hij droeg graag onderhemdjes. Het maakte deel uit van zijn doordeweekse ochtendroutine: sokken, onderbroek, onderhemdje. En dat onderhemdje stak hij dan nog liefst stevig vast onder de rand van zijn onderbroek, om te vermijden dat de kou hem op de rug zou overvallen. In de zomer twijfelde hij bijna dagelijks. De dagen waarop hij in het eerste weerbericht van de dag hoorde dat de temperatuur in het binnenland rond de twintig graden zou schommelen, die dagen waren de ergste. Een onderhemdje hoefde dan in principe niet, maar er moest maar eens een briesje de kop op steken in de loop van de dag. Meestal besloot hij uiteindelijk om toch maar een onderhemdje uit de kast te nemen. Desnoods liet hij zijn overhemd wel openhangen tijdens de fietstocht naar huis.
Kristof Van Onderbergen was net geen dertig jaar oud. In feite had hij amper een week geleden zijn negenentwintigste verjaardag gevierd, maar toch had hij onmiddellijk het gevoel gehad dat hij zich een volledig jaar net geen dertig zou voelen. Wat dat op de dag van zijn dertigste verjaardag als gevolg zou hebben, dat wist hij nog niet. Hij ging ervan uit dat hij, nadat hij zich er een volledig jaar op had ingesteld, wel op het ergste voorbereid zou zijn. Het was in ieder geval beter dan plots door een nieuwe leeftijd overvallen te worden. Toen hij deze bedenking twee dagen geleden met Imelda had gedeeld, had ze eerder gelaten gereageerd. ‘Dertig is nog altijd jong, hé, Kristofke. Ge gaat dat niet voelen, ze. En daarbij: het is ook maar een idee, dat van die jaren. Ooit hebben we - ’t is te zeggen: “hebben een paar mensen”; want wij hebben daar nooit iets over te zeggen gehad - ooit hebben een paar mensen beslist dat een jaar 365 of 366 dagen telt en dan is iedereen ineens beginnen te tellen hoeveel jaren ze al op deze bol rondwandelen. Eigenlijk is dat te onnozel voor woorden. Ge moet daar alleszins niet van wakker liggen.’ Ze had gelijk gehad. En toch gaf Kristof haar niet gauw het laatste woord. Ook deze keer had hij er nog snel iets aan toegevoegd. ‘Dat kan wel zijn, madam Imelda, maar dat ze dat aantal dagen zomaar uit het niets beslist hebben, dat is niet helemaal juist, hé. Daarvoor hebben ze gekeken hoe rap de aarde rond de zon draait.’ Daarop had Imelda een wenkbrauw opgetrokken, had kort gesnoven om aan te geven dat ze had gehoord wat hij had gezegd en had dan glimlachend door het raam gekeken. Ze had op haar beurt kunnen aanbrengen dat zijn toevoeging niets fundamenteels veranderde aan wat ze had willen zeggen, maar ze had ervoor gekozen om dat niet te doen. Dat was een houding die Kristof bewonderde, maar tegelijkertijd als bijzonder enerverend ervoer. Hij praatte graag en kreeg nog liever gelijk aan het einde van de rit. Toch wist hij intussen ook wel dat eindeloos strijden en discussiëren niets anders zou opleveren dan een onaangename stilte en een gespannen sfeer die pas zou overgaan wanneer hij vertrok.
***
Nog eens: niet dat hij zich geen leven zonder kon voorstellen, maar hij droeg graag onderhemdjes. En daarbij droeg hij ze al zolang hij het zich kon herinneren. Daarom vond hij het ook zo vreemd dat Imelda schaterlachte toen hij zijn T-shirt uittrok. Aanvankelijk wist hij niet waarom ze lachte, maar toen hij merkte dat het haar om zijn onderhemdje te doen was, ruimde zijn verbazing algauw plaats voor ergernis. 
‘Een onderhemdje, ja,’ zei hij, ‘wat is daar nu zo grappig aan?’ ‘Niks, jongen’, antwoordde Imelda, terwijl ze een poging deed om weer een neutrale uitdrukking op haar gezicht te toveren. Kristof en Imelda kenden elkaar al jaren, maar dit was de eerste keer dat hij zijn hemd had uitgetrokken in haar bijzijn. Hij had koffie op de mouw van zijn hemd gemorst en Imelda had voorgesteld om het meteen in de wasmachine te steken. Nu hij haar reactie op zijn onderhemdje had gezien, hoefde dat eigenlijk al niet meer voor hem, maar Imelda stond erop. Terwijl ze met zijn vuile hemd naar de wasmachine wandelde, hoorde hij haar gniffelen in de gang: ‘Een lijveke, zeg.’
Kristof bezocht ‘madam’ Imelda Van Molle nu al bijna tien jaar. Ze woonde aan de andere kant van de stad, maar dat weerhield hem er niet van om dagelijks een tiental kilometers te overbruggen om bij haar te zijn. Ze woonde in een klein rijhuis dat onopvallend opging in de rest van de straat. Toch was alles wat zichtbaar was aan de voorgevel van het huisje uniek. De gordijntjes, met een bloemenmotief, had Imelda jaren geleden zelf gehaakt. Het huisnummer dat naast de voordeur hing, was ambachtelijk smeedwerk: een cadeau van vrienden uit een ver verleden. Zelfs de bakstenen hadden een unieke tint, omdat haar man zaliger, Erwin, er ooit een beschermlaag op had willen aanbrengen. Hij had een eigen mengsel gefabriceerd, waarvan hij zeker wist dat het de gevel tegen alle soorten weersomstandigheden, muurbegroeiing en schimmels zou beschermen. Een dag na het aanbrengen van de zogenaamde beschermlaag had hij Imelda opgetogen door de voordeur geloodst om samen zijn voltooide werk te bekijken, maar door de mysterieuze samenstelling van zijn mengsel waren in de loop van een nacht alle stenen verkleurd. Het gebakken rood was vergrauwd tot een kleur zoals je die nergens anders vond, maar er was sindsdien nooit een steen gebarsten of afgebroken, dus de beschermlaag deed wat ze moest doen: beschermen. ‘Soms denk ik dat hij eens een paar druppelkes van dat mengsel in mijn water moet hebben gedaan, want aan mij is er ook al jaren niks gebarsten of gebroken’, zei Imelda regelmatig. ‘Spijtig dat hij er zelf niet van gedronken heeft’, voegde ze er dan stilletjes aan toe. Ze hoopte dan dat Kristof het niet zou horen, maar zijn oren waren nog jong en beter dan Imelda dacht.
Erwin Van de Putte was bijna twintig jaar geleden op spectaculaire wijze om het leven gekomen. Hij had de gewoonte gehad om op weekavonden bij droog weer een half uurtje te wandelen. Erwin naderde destijds de zestig en hij wou zijn gezondheid op peil houden, zodat hij optimaal van zijn pensioen zou kunnen genieten. Tijdens een van die wandelingen miste een dronken automobilist hem op een haar na. Twee meter verder reed diezelfde wagen tegen een betonnen lantaarnpaal, die het door de impact begaf en in zijn val Erwin alsnog van het leven beroofde. Imelda hoorde achteraf dat er geen bot in zijn lijf heel was gebleven en dat ze zijn stoffelijk overschot uit de afdruk die de lantaarnpaal in de zachte berm had achtergelaten hadden moeten verzamelen. ‘Alles heeft hij toen gebroken: al zijn beenderen … en zelfs een stukske van mijn hart’, gaf Imelda later toe, daarmee haar uitspraak over Erwins beschermende mengsel onderuithalend. Kristof wist wel beter dan haar daarop te wijzen.
***
Niet dat hij zich geen leven zonder haar kon voorstellen, maar hij was graag bij madam Imelda. Hij had haar ongeveer tien jaar geleden ontmoet. Ze liep huilend aan de kant van de weg waarlangs hij iedere dag tussen het station en zijn woonst fietste. Intussen wist hij dat ze op dat moment de wandeling maakte die haar man tien jaar eerder niet had kunnen afwerken, maar destijds was hij vooral bezorgd geweest. Hij was van zijn fiets gestapt en had haar gevraagd wat er scheelde. Imelda had niets verstaanbaars kunnen uitbrengen en was maar blijven huilen, waarop hij had voorgesteld om samen naar haar huis te wandelen. Ze had snikkend geknikt. Hij had aanstalten gemaakt om zijn fiets haastig aan een lantaarnpaal vast te maken, maar toen ze: ‘Nee!’ riep en naar een boom vlak naast de paal wees, had hij het slot van de fiets om de stam van die boom gebonden. Daarna waren ze samen op pad gegaan. Een paar honderd meter verder had Kristof zijn arm aangeboden. Het had Imelda gerustgesteld en met haar arm in de zijne gehaakt was ze begonnen aan haar verhaal. Thuis had ze hem koffie aangeboden, had ze oude foto’s getoond en hadden ze samen worteltjes met gebraad gegeten. Alles aan het plaatje klopte. ‘Ik wil niet meer triestig zijn, jongen’, had Imelda na het eten gezegd. Ze had een fles oude graanjenever uit de kast genomen en samen hadden ze al enkele glaasjes gedronken. Kristof voelde hoe de alcohol zijn geest overmeesterde. Hoewel de vrouw tegenover hem minstens dubbel zo oud was en dus ook dubbel zo veel levenswijsheid had verzameld, voelde hij toch de nood om haar goede raad te geven. ‘Ge kunt alleen maar stoppen met triestig te zijn door gelukkig te willen worden, mevrouw Van Molle’, had hij gezegd. Ze had geglimlacht en geknikt. ‘Kom morgen eens kijken of ik goed bezig ben,’ had ze gezegd toen ze de fles jenever terug in de kast had gezet, ‘en noem mij dan maar Imelda, in plaats van mevrouw Van Molle.’ Kristof had beloofd om de volgende dag weer langs te komen en was vertrokken. De volgende dag stond hij in de vroege namiddag aan haar deur, maar had wel ‘madam’ aan Imelda toegevoegd, toen hij vroeg hoe het met haar ging. Sindsdien had hij geen dag overgeslagen.
Terwijl hij wachtte tot Imelda terugkeerde uit de berging waar haar wasmachine stond, pulkte hij gepikeerd aan de nagel van zijn duim. Hij liet zich allang niet meer raken door wat anderen van hem dachten, dacht hij koppig. Die les had hij wel geleerd tijdens zijn middelbareschooltijd. Toen had hij zelfs van een leraar spottende opmerkingen te verduren gekregen, die keer dat hij een ouderwetse trui met rolkraag had gedragen. Zijn ouders hadden hem ingepeperd dat hij zich niet mocht laten doen en weerwoord moest bieden, maar dat lag niet in zijn karakter. Hij had de opmerkingen gewoon ondergaan en had op die manier een pantser opgetrokken tegen de venijnige uithalen van zijn klasgenoten. Na een maand waren die het beu dat hij niet reageerde en begonnen ze elkaar weer te beschimpen, waardoor Kristof de ruimte kreeg om te verdwijnen. Soms vroeg hij zich af hoeveel van zijn toenmalige medeleerlingen nog zouden weten dat ze ooit de klas met hem hadden gedeeld. Imelda kwam weer binnen en bekeek hem lachend toen ze hem in zijn onderhemdje op de zetel zag zitten. Hij beantwoordde haar blik met een gemaakte grijns die eerder frustratie dan sympathie uitdrukte. ‘Wat is een lijveke?’ vroeg hij, nadat hij een kopje koffie en een koekje had gekregen van Imelda. Het was een zoenoffer, waarmee ze wou aangeven dat ze hem niet had willen uitlachen, of het alleszins niet kwetsend had bedoeld. ‘Kent ge dat niet? Een lijveke?’ antwoordde Imelda, die naast hem was komen zitten, ‘Zo noemden wij dat vroeger, onderhemdjes. Erwin droeg dat ook, maar alleen in de winter. Vanaf het botten van de bomen liet hij ze in de kast liggen. Hij had het sowieso al gemakkelijk te warm.’ ‘En waarom moest ge dan lachen, daarnet?’ vroeg Kristof. ‘Goh… Omdat ik niet dacht dat jonge mensen dat nog droegen, zeker?’ zei Imelda. Kristof zag haar aarzeling, vermoedde dat ze de ware reden niet uitsprak en twijfelde of hij door moest vragen. Hij kwam al tien jaar bij Imelda, maar was nog niet vergeten wat de oorspronkelijke reden van zijn bezoekjes was. ‘Als het u ongelukkig maakt, dan moet ge ’t niet vertellen, madam Imelda, maar ge lachte niet alleen daarom, hé?’ vroeg hij na een korte pauze. Ze keek hem aan en hij zag dat er iets blonk in haar ogen. Een glinstering die tranen aankondigde, dat was mogelijk, maar het kon ook gewoon een flonkering van jeugdige ondeugendheid zijn. ‘Ik ben gisteren gaan wandelen.’ Kristof keek haar niet-begrijpend aan. ‘Gisteren was het twintig jaar geleden dat Erwin verongelukt is. Ik ben gisteren gaan wandelen. En ik ben thuis geraakt zonder tranen.’ Er viel een stilte. Twintig jaar? Hoe kon hij dat over het hoofd gezien hebben? Kristof wist even niet wat hij moest zeggen, maar realiseerde zich dan dat hij de vorige dag tot een paar uur na het avondeten bij Imelda was gebleven. ‘Madam Imelda, ik ben gisteren toch tot na negen uur gebleven? Het was al donker toen ik vertrok. Waarom hebt ge mij niks gezegd? We hadden toch samen kunnen gaan?’ Ze glimlachte opnieuw. Hij herkende die glimlach. Ze zou geen antwoord geven op zijn vragen, want hij zou het haar hoe dan ook kwalijk nemen dat ze de wandeling zonder hem had gemaakt, in het donker nog wel. Ze had geen zin in discussie, ze wou niet strijden. ‘Waarom zijt ge hier, Kristof?’ vroeg ze uiteindelijk. ‘Om te zien of het met u gaat, madam Imelda, dat hebben we zo afgesproken’, antwoordde hij. ‘En wat ziet ge?’ ‘Dat het gaat, denk ik.’ ‘Denkt ge dat ik gelukkig ben?’ ‘Ik denk het. En als ge zonder tranen hebt kunnen wandelen, dan is dat een goed teken, hé. Ge zijt goed op de goeie weg.’ ‘Maar ik vergeet hem niet hé, Kristofke. Alleen: hij maakt mij nu enkel nog gelukkig, zoals hij dat in feite altijd heeft gedaan. Als ik aan hem denk, dan neem ik me voor dat ik moet en zal lachen. Als ik na twintig jaar zijn wandeling nog eens overdoe, dan ben ik blij dat ik dat kan doen en dat ik veilig thuis geraak. Als ik daarnet bij het horen van de bel lachte, dan was het omdat ik wist dat ik vandaag tegen u over hem zou kunnen vertellen.’ Ze laste een pauze in, omdat ze emotioneel dreigde te worden. ‘Madam Imelda, ge moet u niet inhouden, hé. Eens wenen is normaal: dat kan geen kwaad’, zei Kristof zalvend. Imelda keek hem vermanend aan, met een blik die leek te zeggen dat ze dat wel wist, maar dat hij zich nu even koest moest houden. Met een nieuwe adem en een opgepoetste glimlach om de lippen ging ze verder: ‘En als ik u nu voor het eerst in tien jaar in een lijveke zie, dan moet ik nog harder lachen, omdat dat mij doet denken aan die keer dat hij mij in het midden van de winter door het hele huis achtervolgde. We waren zo zot van mekaar, manneke, zo zot dat we niet konden wachten tot al onze kleren uit waren om aan mekaar te kunnen beginnen. Maar ik plaagde hem graag en ging dan soms eens lopen, terwijl hij met moeite zijn riem opende. Die ene keer achtervolgde hij mij met enkel nog zijn lijveke en zijn onderbroek aan, maar met dat lijveke is hij dan aan de klink van de keukendeur blijven haken: zò een gat in dat lijveke. Ik zie het nog voor mij. Gelachen dat wij toen hebben!’ Ze lachte opnieuw en tegelijkertijd liep er toch een traan over haar wang, maar die veegde ze resoluut weg.
***
Niet dat ze zich geen leven zonder hem kon voorstellen, maar ze had graag dat Kristof op bezoek kwam. Bij het ontwaken dacht Imelda als eerste aan Erwin, maar vlak daarna keek ze uit naar het bezoek in de namiddag. Ze wist dat Kristof in de voormiddag ging werken en dat hij pas nadien bij haar langs kon komen. Ze had hem eens gevraagd wat zijn job was, maar daar had hij niet op willen antwoorden. In de afgelopen tien jaren was ze niet veel over hem te weten gekomen. Ze was blij dat hij dagelijks over de vloer kwam en had geleerd om zijn zwijgzaamheid over bepaalde kwesties erbij te nemen. Ze was wel te weten gekomen dat zijn ouders al overleden waren, nog voor ze hem had leren kennen en dat hij ook al meer dan tien jaar geen vriendin meer had gehad, maar om hem die zaken te laten vertellen, had ze de fles oude graanjenever weer uit de kast moeten halen. Verder zweeg hij in alle talen over zijn leven buiten ‘de bezoekuren’, zoals ze het dagelijkse moment samen waren beginnen te noemen. Voor zover Imelda wist had hij geen hobby’s, ging hij iedere voormiddag werken en had hij ook in het weekend voldoende tijd om haar dagelijks te bezoeken. Hij was nog nooit ziek geworden of had geen reizen gemaakt, want hij had nog geen enkele dag overgeslagen. Zo was het haar langzaam maar zeker beginnen te dagen dat hij zich niet verplicht voelde om op bezoek te komen.
‘Dat is een schoon verhaal, madam Imelda. Het doet mij deugd om te zien dat ge zo goed bezig zijt’, zei Kristof toen hij merkte dat ze niets meer zou toevoegen aan haar vertelling. ‘Denkt ge dat ik gelukkig ben?’ vroeg Imelda plots. Ze doorbrak een stilte die nog minutenlang had kunnen duren. Kristof vroeg zich af of ze nog wist dat ze die vraag daarnet al had gesteld. Imelda was immers al bijna tachtig: vergeetachtigheid zou niet ongewoon zijn. ‘Euh, ja, dat denk ik nog altijd’, antwoordde hij aarzelend. Ze pakte zijn hand in de hare en legde er dan haar andere, rimpelige, dooraderde en met ouderdomsvlekken getooide hand bovenop. Ze was er klaar voor. Na tien jaar was het tijd om iets terug te doen. Hij keek in haar ogen en zag al aan haar blik wat ze zou zeggen. Hoofdschuddend probeerde hij het af te wenden, maar het was al te laat: tranen welden op in zijn ogen.
‘En gij?’
4 notes · View notes