Tumgik
#aktetas
freeprincessharmony · 10 months
Text
Leren aktetas Prato (the one of €242,96) | Italiaansetassen.nl
Leren aktetas 'Prato' bij ItaliaanseTassen.nl - Gratis Verzending - Vandaag besteld, morgen in huis - ItaliaanseTassen.nl
Leren aktetas Prato (the one of €242,96)
0 notes
italiaansetassen01 · 2 months
Text
Bruine Leren Handtas
Een leren aktetas of leren reistas kopen bij Italiaanse Tassen is niet alleen eenvoudig, wij bieden u ook een ruime keuze in zowel type tas alsook in kleur. Naast de kleuren zwart en bruin, bieden we ook de kleuren donker bruin . Bruine Leren Handtas
About Company:-
Deze tas is van mij! Dat is wel zo duidelijk als je naam er op staat. Bovendien maakt het je leren tas ook nog nét dat beetje specialer. En trouwens je kan ook iets anders op je tas laten laseren. Denk eens aan een mooie quote “Carpe Diem” of je favoriete zin uit je lievelingsfilm (“An offer you can’t refuse…”) … Jij vraagt, wij laseren. Meer weten? Klik op de knop hieronder:
Click Here For More Info:- https://www.italiaansetassen.nl/
Social Media Profile Links:-
https://www.facebook.com/Italiaansetassen.nl/
https://www.instagram.com/italiaansetassen.nl/
0 notes
petermot · 1 year
Text
Taalmodel: een kopje in een tas
FOUT Hij stootte zijn tas om en zag gegeneerd hoe de koffie recht in haar aktetas liep. GOED Hij stootte zijn kop om en zag gegeneerd hoe de koffie recht in haar aktetas liep. VERKLARING Het is een van de hardnekkigste taalfouten, maar mensen die ze maken beseffen vaak niet hoe erg ze opvalt, en hoe slordig ze overkomt. Koffie drink je uit een kop die op een schoteltje staat. Tas en ondertas zijn…
View On WordPress
0 notes
gekruidengeroerd · 1 year
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
On the road…
Door het glas van de tweede klas trein naar München zie ik eerst zijn hoed en dan zijn gezicht. Zijn benen gehuld in een glimmend zwarte broek met gele sterren bewegen ritmisch heen en weer als hij naar de muziek op zijn mobiel luistert. Hij lacht en de wereld lacht naar hem.
In de restauratiewagen kruisen onze wegen elkaar boven een kleine cappuccino. Over het gladde kunststofoppervlak van het tafeltje schuift hij een croissant mijn kant op. Wijst naar zijn maag en maakt een vol gebaar. Delen is altijd beter. Naast reggae zanger is hij ook kok.  We lachen om elkaars gerechten die onze mobieltjes tevoorschijn toveren. Lichtvoetig is een woord wat bij hem past. Zelfs de conducteur die langskomt moet om hem lachen. Laat die mondkapjes maar zitten lijkt hij te willen zeggen en houdt zijn hand plagend voor zijn ogen en kijkt ons tussen zijn vingers door aan.
Bij de groentekraam voor het station in München vallen gele onrijpe dadels me op. Hoe zouden deze dan bedoelt zijn? De eigenaar ziet mijn vragende blik en legt het me uit. ‘Wissel bij je eerstvolgende kopje espresso kleine slokjes koffie af met een minihapje van deze dadel’. De perfecte suikervervanger. Hij duwt me een dadel in de hand, ‘voor onderweg’, zegt hij.
Ruim op tijd voor de nachttrein. Op een beroerd zittend bankje op perron twaalf lezen twee alcoholistes met een biertje in de hand elkaar voor uit een boek. Ik luister mee en neem ondertussen een hap van mijn bretzl. Via de speakers wordt omgeroepen dat de nachttrein naar Rome over enkele minuten het station binnen zal rijden. Wring me door de smalle gang richting coupé 127 met hierin bed 82. Natuurlijk is dat een bovenbed. Schuif mijn koffertje onder het onderste bed en leg mijn rugzak met mijn tandenborstel en waterflesje op het bovenste. ‘Onderweg in Oostenrijk zullen nog twee vrouwen in stappen’, zegt de steward. Vraagt ondertussen of ik morgenochtend koffie of thee wil, en neemt mijn ticket mee.
Ergens in de nacht hoor ik  gestommel maar slaap hier doorheen. Net voordat de wekker gaat om kwart voor vijf word ik wakker. Zet het alarm uit en kleed me liggend zo stil mogelijk aan en klim dan via de stalen trap naar beneden. Trek op de tast mijn koffer onder het bed vandaan en open de schuifdeur naar de gang zo ver, dat ik er net doorheen pas. Geen idee met wie ik afgelopen nacht deze coupé gedeeld heb en ik zal het nooit weten ook.
De steward is al bezig met het ontbijt, en op dienblaadjes staan kartonnen kopjes koffie, thee en broodjes klaar om rondgebracht te worden. Hij geeft me mijn ticket terug en een kopje nestcafé plus een zakje met daarin twee broodjes, bio boter en jam voor later.
Zijn aktetas ligt naast hem op het perron en de veters van beide schoenen hangen los. Werpt een blik op zijn horloge terwijl hij bijna tegelijkertijd aan zijn broekriem frommelt en deze probeert vast te gespen. Half uur eerder dan gepland staat de nachttrein op het station van Bologna.
Van schrik om het plotselinge uitstappen mors ik de pas geserveerde Nestcafé over mijn nieuwe rugzak en stap onhandig beladen de trein uit. De stationsklok geeft kwart over vijf aan, wat verklaart dat er nog maar weinig reizigers rondlopen.
No time to waste is het motto van een Duitse student die ook op de vroege trein naar Ancona wacht. Voor één dag reist hij naar een beurs over “afvalverwerking” in Rimini. Vanavond neemt hij de nachttrein terug naar Duitsland.
Contouren van cipressen in de eerste ochtendzon geven aan dat ik nu echt in Italië ben. Af en toe loopt het spoor zo dicht langs de zee, dat het bijna lijkt of we door het water rijden.
Ancona La Gare Terminare wordt er omgeroepen. Hobbelend over de kinderkopjes springt mijn koffertje achter me aan op weg naar de incheckbalie voor de veerboot. Pas over een paar uur zal ze haar lijnen losgooien.
Twee jonge vissers staan aan weerszijden van een zwarte ton met hierin een blauwgroen net. De jongste gekleed in een oversized groene visbroek, trekt telkens een stuk net omhoog terwijl de ander tegenover hem met een houten hamer de zee-egels die nog in het net vastzitten verbrijzelt. Samen schudden ze de restjes eruit en vervolgen dan hun weg naar het eind van het net.
Als de sardientjes verkoper naast hen even niet oplet schrokt een kokmeeuw een aantal visjes uit een platte viskist achter over. Kijkt opnieuw of niemand kijkt en neemt het er nog eens van. Om vervolgens met grote stappen, onschuldig om zich heen kijkend, verder de lopen over de kade.
Een Nederlands fysiotherapeut verruild zijn werk in Nederland voor dat van vastgoedmakelaar op Kreta en is met zijn busje onderweg naar zijn pas gekochte perceel van 8000 m2. Zes Albanezen renoveren zijn pand. ‘Albanezen kun je beter hebben dan Grieken’, zegt hij terwijl hij nog een slokje van zijn espresso neemt.
De veerboot van de Anek Lines torent hoog boven me uit. Twee roltrappen brengen me naar boven. Breng de middag door aan dek in de luwte, zie de volle maan opkomen, eet patat met aubergine-saus en ga op zoek naar mijn ‘hut’. Ander woord voor mijn vaste plek onder de trap in de discotheek. Spreid mijn matje uit en schuif in mijn slaapzak. Voel het schip onder me trillen. Geen enkel moment ben ik me ervan bewust dat er op dat zelfde moment een zeebeving plaats vindt. Een beving die tussen Ancona en Venetië wordt gevoeld. Boven me een gouden trap en lichtgevende sterren. Lachende jongeren onderweg op een schoolreis verdwijnen in een mist als ik vroeg in slaap val.
De zon is net op. De schroef van de veerboot ploegt zich een weg naar de kade. Tientallen meeuwen hangen vlak boven de de bruisende golven. Hun ogen scannen het schuim af om maar geen worm te missen. De loopplank wordt met een klap neergelaten en ik daal de trappen af op weg naar Griekse bodem. Tussen optrekkende vrachtauto’s door manoeuvreer ik over het haventerrein richting de uitgang.
‘Mag ik tegenover je komen zitten ?’​ Zijn haar valt in lange klitten op zijn schouders. Hij is mager, zijn baard hangt er onverzorgd  bij en hij loopt op kapotte slippers. Zijn door nicotine gekleurde vingers draaien een shagje. Hij neemt me mee op een reis door zijn leven. Tegen het eind van zijn studie elektrotechniek nam zijn leven een onverwachte wending. Tijdens een door hemzelf veroorzaakt ongeluk breekt hij één van zijn nekwervels en is hij lange tijd uit de roulatie. Van het vooruitzicht op een goede baan blijft slechts schaamte over. Jurgen krijgt zijn leven niet meer op de rails. De enige die hij moet vergeven is zichzelf en dat valt niet mee.
Als er een kappersschaar in mijn toilettas had gezeten, had ik per direct zijn haren geknipt. Buk onder het luik van de bagageruimte van de bus naar Volos om mijn rugzak af te geven. Als ik me omdraai is hij verdwenen, opgelost.
Iemand heeft blijkbaar gemopperd bij de buschauffeur dat ik mijn schoenen heb uitgedaan in de bus. Want bij de volgende halte komt een boze buschauffeur naar me toe en zegt in voor mij onverstaanbaar Grieks, dat ik onmiddellijk mijn schoenen aan moet doen. Ik versta geen Grieks maar toevallig wel gebarentaal. Buk me om mijn schoenen weer aan te trekken.
Rokend, te hard rijdend en teveel inhalend, brengt een zwaarlijvige taxichauffeur me het laatste stuk van Volos naar Milina en dropt me bij de kerk.
Bijgelicht door de maan wurm ik de sleutel in hangslot en ben na drie dagen reizen thuis.
0 notes
keesdp · 2 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
ERTE
Hij lijkt op Eric Geretz, maar ik durf het niet te vragen als ik hem vraag naar de slogan t Groen erte. De slogan staat op het Jan Breydelstadion in Brugge, waar we de camper hebben geparkeerd op het parkeerterrein naast het kerkhof. We wandelen s-avonds na het eten wat rond in de buurt langs het provinciehuis, een Bowling en een Olympisch zwembad en komen op het terrein van het voetbalstadion waar Club Brugge en Cercle Brugge hun thuiswedstrijden spelen. De ene helft van het stadion is blauw zwart de kleuren van Club en de andere helft groen zwart van Cercle. Op de kant van Club staat de slogan: BLUVN GOAN en bij Cercle staat er T GROEN ERTE. Wat zou dat betekenen? Bluvn goan snap ik; blijven gaan, maar wat is in hemels naam T Groen erte? Eerder genoemde lookalike van Eric met een strakzittend zwart trainingspak met het logo van Cercle doet boven aan de trap een deur op slot en komt met een aktetas en een papieren tas de trappen af. Yvonne is me voor en schiet hem aan met de  vraag wat erte betekend. Wablief? we wijzen op de slogan en hij snapt het. Oh dat is ut art hè. Doordat hij zijn hand op zijn borst legt snappen we dat hij hart bedoelt. Dat is Bruhs dialect. Ze zijn gekend om hun H. ze spreken hem aan het begin van een woord niet uit, maar de G wordt vervangen door de H. Dus komen de inwoners van Brugge uit Bruhhe. Hij ziet het logo van Feyenoord op mijn poloshirt en herkent een voetbalsupporter. Plots heeft hij het over Nederlandse en Belgische verschillen in systemen en vind dat het bestuur van een club achter de trainer moet gaan staan omdat de spelers anders het vertrouwen verliezen in een trainer. Hij vind ook dat play-offs heel eerlijk zijn..kortom hij is mij helemaal kwijt. Ik denk dat hij met het bijltje heeft gehakt en een beetje de gefrustreerde trainer uit hangt. Als ik hem vraag naar de wedstrijd van Feyenoord die de finale behaalde ten koste van Marseille, prijst hij de trainer Arne Slot, niet het team. Tenslotte vraag ik hem nog over de Belg van Feyenoord Cyriel Dessers. Ja die komt van Henk, Pardon van Henk? Oh u bedoelt Genk. Ik bedank hem voor zijn tijd en hij stapt in zijn Audi. Als hij langs ons rijd de poort uit zwaait hij vriendelijk.
0 notes
westermanbags · 6 years
Video
📽 The sewing and construction of a black woolfelt AKTETAS. Today I made some unsteady iPhone shots to show you how much and detailed work this black briefcase is. The parts that take most time are not in the video; measuring, placing, cutting the pieces... by hand 🙌🏻 You might think that I am used to seeing the result, as it is my job for many years now. But no, I am still bucked with it when a bag like this works out well. This black beauty is now on it’s way to Paris ✈️🍷 . . . #bag #mensbag #briefcase #straightstitch #black #blackwool #wool #woolbag #mannentas #mensaccessories #tas #viltentas #aktetas #westermanbags (bij Westerman Bags) https://www.instagram.com/p/BnTu_LMHIdQ/?utm_source=ig_tumblr_share&igshid=1nb5rg3m7gn34
1 note · View note
ninavandeweghe · 3 years
Photo
Tumblr media
AKTETAS – Enkel poseurs en sukkelaars dragen ze nog. . Collab @nina_de_vroome Olie en acrylverf op canvas. (60cmX70cm) . . . #oilpainting https://www.instagram.com/p/CTNJ3-0th87/?utm_medium=tumblr
17 notes · View notes
kippenvelheerlijk · 2 years
Text
Ze wordt overvallen door de geur van karamel en gefaalde dromen terwijl ze verward en verliefd de trein uit struikelt. Enkele seconden lijkt het alsof de wereld stilstaat. Alsof hij er enkel en alleen voor haar was. Alsof hij niet nog steeds op de trein zat, maar binnen enkele seconden zijn armen rond haar zou sluiten. Alsof hij zometeen weer bij haar was. Verzonken in nooit bestaande scenario’s staat ze nog steeds op dezelfde plek op hetzelfde perron in dezelfde stad. De stemmen die de vertragingen en spoorwisselingen aankondigen verdwijnen in het gedempte geroezemoes rondom haar. Dankzij een aanvaring met een onoplettende zakenman - met een lelijke aktetas en een ongestreken pak - schiet ze wakker uit haar gedachten. Haar voeten komen in beweging, maar haar hoofd lijkt niet te willen volgen, dat zit nog op de trein, bij hem. Op automatische piloot doet ze alles wat van haar verwacht wordt en meer. Ze koopt koffie en een croissant bij een hippe bar, trekt vluchtig aan haar sigaret en knikt beleefd naar oude mannen met grappige mutsen. Ze stopt de helft van de croissant in de handen van een dakloze en haat zichzelf dat ze niet meer doet dan dat. Ze houdt halt om haar veter te knopen en kijkt terwijl haar eigen reflectie in de ogen. Het valt haar op dat de rode lippenstift nog verbazingwekkend goed zit en dat haar ogen blij zijn. Ze kan zich niet meer herinneren hoelang geleden dat al was. Na deze korte onderbreking staat ze op en zet ze haar tocht verder. De lucht is blauw en de straatmuzikanten spelen vals. Vandaag kan alles nog.
4 notes · View notes
rijksmuseum-art · 3 years
Photo
Tumblr media
Portrait of Johan Rudolf Thorbecke, Minister of State and Minister of the Interior, 19??, Museum of the Netherlands
Johan Rudolf Thorbecke (1796-1872). Minister van Staat en minister van binnenlandse zaken. Kniestuk, zittende in een stoel naast een tafel waarop brieven en een aktetas liggen. De rechterhand in de jas gestoken, op de borst het kruis van de orde van de Nederlandse Leeuw.
http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.10109
2 notes · View notes
mandana-bracke · 3 years
Text
Wat als de rollen werden omgedraaid?
Beste lezers, hier is een verhaal waar de rollen omgedraaid zijn. de dader word het slachtoffer en het slachtoffer de dader. Omdat er zoveel characters zijn en dat ze allemaal bijna evenveel belangrijk zijn heb ik één van de personages gekozen. Ik koos Herman want het verhaal begint met hem.
Jean is een inspecteur die voor de gezondheidsinspectie werkt, mensen hebben een hekel aan hem want door zijn strenge inspectie verliezen ze hun business. dat maakt niks uit voor Jean, hij houdt van mensen zien verdrietig zijn en hem smeken om geen strenge inspectie te doen. Hij voelt zich krachtig, beter dan iedereen, hij houdt ervan dat mensen van hem afhankelijk zijn. Toen hij in het kantoor hoorde over de klacht die tegen de beste slager van het dorp werd gemaakt, werd hij blij aan het idee dat hij een drama voor de media ging maken. Hij kon het al voorstellen, overal in de kranten “Herman Bracke beste slager van Blaashoek heeft het hele dorp vergiftigt!”. Jean rende naar het bureau van zijn baas en vroeg of hij op dit zaak kon werken. Hij kreeg de zaak van Herman, hij kon niet wachten om  de beenhouwerij van Mr.Bracke gaan inspecteren.
Herman was verdrietig dat de inwoners van Blaashoek door zijn paté ziek werden. Hij was teleurgesteld van zijn eigen actie. Bovendien was hij ook boos op zijn vrouw want ze hadden ruzie daarover en zij was degene die het paté toch wou verkopen. Hij kwam thuis en had opnieuw ruzie met zijn vrouw en ging dan in zijn kamer vroeg gaan slapen. s’morgens gaat Herman opnieuw naar zijn werk, echter zijn er vandaag bijna geen klanten. 
Iemand komt in, een slanke man die helemaal in zwart is gekleed, hij houdt een aktetas in zijn rechter hand. Herman kent iedereen in het dorpje maar die man had hij nog nooit gezien. Hij legt zijn aktetas neer en haalt een brief eruit en geeft het aan Herman. Hij haalt ook nog hygiënische handschoenen en zet ze aan terwijl Herman die brief open doet. Herman leest van wie die brief komt, er staat ‘gezondheidsinspectie’, hij beseft dat er dus een klacht tegen hem werd gemaakt, maar wie had dat kunnen doen? iedereen in Blaashoek kent Herman en weet dat zo een incident nooit gebeurt, dit was het eerste keer. Iemand had dus een hekel aan hem. Hij had de envelop zelfs nog niet open gemaakt en was wel al helemaal rood van verbazing. Hij opent de envelop en begint het brief te lezen. “geachte Mr.Bracke,De gezondheidsinspectie informeert u dat er werd een klacht tegen u ingediend over een paté die u hebt gemaakt die blijkbaar vergiftig is. Een enquete werd dus over dit incident gemaakt en er zijn meerdere mensen die door u paté ziek zijn geworden. We concluderen dus dat er een gezondheidsprobleem is in uw vestiging. Daarom is Mr.vanderlaan een inspectie komen doen. Het mandaat staat op de andere brief. ” Herman is teleurgesteld maar niet bang want hij weet dat zijn beenhouwerij schoon is, de paté werd vergiftig omdat hij die dag met zijn vuile hoofd erop in slaap viel. 
Jean inspecteerde de beenhouwerij, hij vond niks dat de populariteit van Herman kon verpletteren. Hij wordt zo teleurgesteld dat hij zijn wraak niet kon doen dat hij begon te schreeuwen: ‘oneerlijk! Het is oneerlijk! Je wist dat ik zou komen! Je hebt alles schoon gemaakt alles perfect gemaakt!’ Herman begon bang te worden en rende in de enorme koelkast in de kelder waar hij al het vlees bewaarde en hij deed de deur op slot. Het was al bijna ‘s nachts dus geen klanten zouden meer komen om hem te helpen, hij probeerde iemand te bellen maar zijn gsm was plat. Hij was alleen in een énorme koelkast. Hij besefte dat hij daar niet lang kon blijven tenzij hij dood wilde zijn. Wat moet ik doen vroeg Herman zich. Als hij hier blijft gaat hij door het kou dood, als hij buiten gaat wordt hij vermoord door een man die steeds tegen de deur slaat. Na een kwartier geen geluid meer, het is stil, de inspecteur maakt geen geluid hij zegt niks doet niks. Herman hoort wel een ademhaling achter de deur. Geen ademhaling meer, hij hoort Jean de trappen naar boven lopen. Echter is Herman bijna zeker dat de inspecteur nog boven zit op Herman te wachten. Hij doet de deur een beetje open, hij ziet donker. de schakelaar was aan het begin van de gang, naast de trappen en natuurlijk had Jean het licht uitgedaan. Hij neemt een stuk vlees die nog een bot heeft als wapen en doet kleine stapjes naar de schakelaar, hij hoort een ademhaling achter hem, hij probeert die te slaan maar er was niks. Zijn hart klopt razend snel tot dat hij tenslotte bij de schakelaar komt, hij duwt erop maar er gebeurt niks. Het lampje gaat niet aan. Herman beseft dus dat Jean de elektriciteit heeft uit gedaan. Hij gaat langzaam naar boven. Hij is boven hij ziet de deur en begint te rennen naar de deur. Hij probeert die open te doen maar het deur is op slot. Een druppel water valt op zijn hoofd hij kijkt naar het plafond. De inspecteur houd zich aan de lange lampen, hij heeft een grote glimlach en een lange mes in zijn rechter hand. De laatste woorden die Herman heeft gehoord voor dat hij doodt ging was: “ik win altijd”.
Tumblr media
2 notes · View notes
freeprincessharmony · 10 months
Text
Leren aktetas Pisa | Italiaansetassen.nl
Leren aktetas 'Pisa' bij ItaliaanseTassen.nl - Gratis Verzending - Vandaag besteld, morgen in huis - ItaliaanseTassen.nl
Leren aktetas Pisa
0 notes
italiaansetassen01 · 3 months
Text
Leren aktetas Alessandria
Leren aktetas 'Alessandria' bij ItaliaanseTassen.nl - Gratis Verzending - Vandaag besteld, morgen in huis - ItaliaanseTassen.nl
Leren aktetas Alessandria
 About Company:-
Deze tas is van mij! Dat is wel zo duidelijk als je naam er op staat. Bovendien maakt het je leren tas ook nog nét dat beetje specialer. En trouwens je kan ook iets anders op je tas laten laseren. Denk eens aan een mooie quote “Carpe Diem” of je favoriete zin uit je lievelingsfilm (“An offer you can’t refuse…”) … Jij vraagt, wij laseren. Meer weten? Klik op de knop hieronder:
Click Here For More Info:- https://www.italiaansetassen.nl/
Address :-Turfakker 47
2632 AE Nootdorp
Nederland
Social Media Profile Links:-
https://www.facebook.com/Italiaansetassen.nl/
https://www.instagram.com/italiaansetassen.nl/
0 notes
thedutchdivaparis · 6 years
Photo
Tumblr media
New longchamp baby #longchamp #longchamplepliage #longchampfall18 #longchampclub #longchampfashion #longchampbag #influencer #aktetas #tophandlebag #handbag #handbaglover #richkidsofinstagram #richkidbag #model #bloger #blogerbag #follow #followme @byprincesstyle @divaparistrends @princessdivaparis @longchamp
0 notes
decates · 7 years
Photo
Tumblr media
Great minds think alike! Onverwacht treffen met mijn grote vriend met z'n prachtige aktetas! #drdecates #breakfast #smile #mutsaers #aktetas #happy #drfiller #ysbreker (bij Café-Restaurant De Ysbreeker)
0 notes
rcvandenboogaard · 5 years
Text
Ontmoet je eigen dubbelganger - leven met KGB en Securitate
Tumblr media
Op een avond in 1986 trekken twee mannen mijn aandacht, die recht tegenover mij in de Moskouse metro zitten. Ze hebben een identieke regenjas aan en een identieke aktetas op schoot. Gezien het beperkte assortiment aan consumptiegoederen in de Sovjet-Unie is dat niet zo opmerkelijk. Toch is er iets dat mij onwillekeurig doet vermoeden dat hier een Sovjet-versie van de Kuifje-helden Jansen en Jansens tegenover me zit. De heren zijn namelijk in druk gesprek verwikkeld en maken overdreven-expressieve gebaren. Ik hoor ze echter niet schreeuwen, terwijl dat toch echt de enige manier is om boven de herrie van de rijdende Moskouse metro uit te komen. Het is alsof een regisseur van het amateurtoneel, zoals ik trouwens in mijn studententijd geweest ben, twee figuranten op de achtergrond opdracht heeft gegeven tot geanimeerde, doch geluidloze conversatie.
Als je, zoals ik toen, correspondent in de Sovjet-Unie bent, weet je dat de KGB je in de gaten houdt. Ik heb, in mijn gecombineerde woning-kantoorflat van 70 vierkante meter, twee aller-sympathiekste Russinnen in dienst als secretaresse en huishoudster, die met enige regelmaat rapportjes over mij moeten schrijven - een van hen heeft me dat zelfs verteld, staande op het balkon waar veel verkeerslawaai is zodat de microfoons in de muur het niet kunnen horen. Je gaat er ook van uit dat je telefoon wordt afgeluisterd. Af en toe, als een door een telefoniste verzorgd gesprek met het buitenland eindelijk is doorgekomen - automatisch telefoonverkeer met het buitenland is er niet - onderbreekt een vrouwenstem het gesprek en roept dan met iets van paniek ‘legt u de hoorn neer!’. ‘Waarom’ vraag ik dan, maar daarop komt nooit antwoord. Misschien is er dan iets mis met de bandrecorder.
Ik was als correspondent niet heel erg onder de indruk van de wetenschap dat ik in de gaten werd gehouden. Natuurlijk, het droeg bij tot een algeheel gevoel van onvrijheid, overigens de reden dat ik tot op de huidige dag, in 2018 dus, nooit enig gevoel van nostalgie koester ten aanzien van Moskou en Rusland. Het land is wat het is, dacht ik destijds. Naar mijn beste weten had ik niets te verbergen - een correspondent werkt voor de openbaarheid. Die KGB hoorde er nu eenmaal bij. De helft, of misschien wel alle Russen die ik kende in die tijd waren waarschijnlijk KGB’ers, of tenminste informanten - ook al die spannende kunstenaars en andere  intellectuelen aan wier keukentafel ik het steenkolen-Russisch heb opgedaan dat me tot op heden niet heeft verlaten. Naar die taal kan ik trouwens wel nostalgie voelen.
Zou het kunnen zijn dat deze Sovjet-Jansen en Jansens hier voor mij zijn?, denk ik dus op die avond in 1986. Relatief veel Nederlanders die in deze tijd Russisch kennen, hebben dat als dienstplichtige bij de Nederlandse Militaire Inlichtingendienst geleerd. (Ik dus niet). Van hen heb ik wel eens gehoord over een eenvoudig trucje om in Moskou achtervolgers van je af te schudden. Je gaat in de metro vlak naast de schuifdeuren staan, en als die open gaan, maak je geen aanstalten om uit te stappen. Pas op het laatste moment, als via de geluidsinstallatie al de tekst ‘Opgepast, de deuren sluiten, het volgende station is...’ weerklinkt stap je alsnog op het perron.
Zo gezegd, zo gedaan. Het resultaat overtreft mijn stoutste verwachtingen. Jansen en Jansens storten zich pijlsnel op de deuren, weten deze met welhaast bovenmenselijke krachtsinspanning nog voldoende open te krijgen om ook op het perron te stappen. Aldaar lopen ze, zonder mij aan te kijken, allebei een andere kant op, alsof ze elkaar nooit gekend hebben. Deze scene speelt zich af op station Poesjkinskaja, waar roltrappen van misschien wel meer dan honderd meter naar de straat voeren. Als ik halverwege zo’n roltrap ben, zie ik hoe beneden J en J, inmiddels herenigd, zenuwachtig naar boven kijken, bang mij uit het oog te verliezen.
Die avond is het startsein voor een van de merkwaardigste maanden uit mijn leven. Het zal vermoedelijk niet de bedoeling zijn geweest dat ik merkte dat ik gevolgd werd, maar nu dat toch is uitgekomen hebben ‘de organen’ - zoals Russen de KGB vaak noemen - besloten dat ik het ook maar weten moet ook: voortdurend word ik overal op straat geschaduwd, op een manier die maakt dat ik dat voortdurend in de gaten heb.  
Het begint elke dag als ik mijn flat verlaat om de straat op te gaan. Buitenlanders als ik, uit de zogeheten ‘imperialistische landen’, wonen in een soort getto’s, met een hek eromheen en een politieman aan de ingang. Als deze functionaris mij ziet aankomen, draait hij aan zijn slingertelefoon in zijn hokje om het personeel in het KGB-kantoortje verderop in de straat te waarschuwen. Ik zie ze uitrukken. Ik ben een bewerkelijke klant, want ik heb geen rijbewijs zodat je niet kunt volstaan met het volgen van mijn auto. Je weet nooit wat ik ga doen: het metrostation induiken of aan de overkant van het plein proberen een taxi of burgerauto aan te houden die me ergens heen kan brengen. Aan personeel hebben de organen echter geen gebrek. Twee ‘tsjekisten’ - zoals normale Russen in deze tijd KGB’ers noemen - posteren zich in een auto naast de plek waar ik gewoonlijk met de duim omhoog een auto probeer te regelen. Anderen wandelen naar de verschillende ingangen van Metro Proletarskaja.
Mij is, als ik dit verhaal wel eens ergens vertelde, vaak gevraagd of ik een en ander niet reuze spannend of zelfs grappig vond. Nou, de eerste twee dagen misschien. Daarna gaat er wel degelijk een soort dreiging vanuit. Er waren dagen dat ik, mij verplaatsend door de stad, de indruk had dat er tientallen mensen - zowel mannen of vrouwen trouwens - met mij bezig waren. Ik leerde hun auto’s herkennen: het is die wagen die jouw taxi volgt en bij elk stoplicht de richtingaanwijzer aanzet alsof hij rechtsaf gaat maar dat toch niet doet - totdat hij wordt afgelost door een andere auto die precies hetzelfde doet. Ik leerde dat er voor de surveillance op de metro-lijn waaraan ik woonde kennelijk een eigen, vaste eenheid bestond. Ook op de spitsuren zag ik mij namelijk vaak omringd door dezelfde figuren: een ouder echtpaar, een arbeiderstype met proletarische pet, twee oudere dames met boodschappennetje. In een miljoenenstad, met hele lange metro-treinen, stonden ze te vaak aan mijn zijde om het helemaal toeval te laten zijn.
Moskou was in die tijd een zeer veilige stad, waar je zelfs in de Bijlmer-achtige mikrorajons midden in de nacht eigenlijk niet bezorgd hoefde te zijn. Maar toch voelt het merkwaardig aan om na bezoek aan vrienden in zo’n buitenwijk in je uppie op de stille straat te staan, hopend dat er een taxi voorbij komt, terwijl even verderop twee mannen in een auto met de lichten uit je gemelijk gadeslaan. Bezoek aan vrienden is trouwens een gecompliceerd concept, als je weet dat je een hele tros achter je aan hebt. Eén keer liep het ook uit de hand, toen ik in zo’n situatie na een halfuurtje eindelijk een taxi had gevonden. ‘U wordt gevolgd!’ zei de chauffeur na een tijdje, ‘wacht maar eens even’. Hij gaf krachtig gas en sloeg onverwacht een zijstraat in, om de organen af te schudden. Maar dat lukte niet, een halfuur lang - wel zaten er op een gegeven moment niet één, maar vijf auto’s achter ons aan.
Die taxichauffeur, denk ik, zal wel een provocateur geweest zijn. Misschien gold dat zelfs ook wel voor mijn medepassagier, een meisje dat me in de buitenwijk had meegenomen naar een joodse paas-viering, en die halverwege de rit, toen we een beetje in haar wijk waren, de auto uitvluchtte om naar huis te rennen. Je kon dat allemaal niet weten. Onzekerheid was, en is, niet het minste wapen van de organen. Het was ook mij volstrekt onduidelijk, waaraan ik al die aandacht en inzet van personeel eigenlijk te danken had. Was het allemaal omdat ik die ene keer Jansen en Jansens had doorgehad? Bij mijn weten hield ik mij niet bezig met iets wat ook maar in de verste verte als geheim of staatsgevaarlijk kon worden beschouwd. Vaag herinnerde ik mij dat ik kort daarvoor, op een verjaardagfeestje bij Russen thuis, aan tafel had gezeten met een oudere heer die nogal zenuwachtig had geleken over mijn aanwezigheid, en vragen over wie en wat hij was, uit de weg was gegaan. Heel veel Russen was het in verband met hun werk volstrekt verboden om met buitenlanders om te gaan. Misschien was dat het - ik zal het nooit weten.
Mijn jaren in Moskou hebben op mij grote invloed gehad - ik heb altijd gedacht dat ik in zekere zin bevoorrecht was als een van de weinigen in mijn generatie Nederlanders die weten hoe het aanvoelt om in een onvrij land, een dictatuur, een politiestaat te leven. En dan kon ik er nog uit als ik wilde, natuurlijk. Ik zou echter jokken dat die maand van schaduwen als zodanig erg veel indruk gemaakt heeft - het is allemaal echt gebeurd, maar in mijn brein toch vooral een leuk verhaal voor de borreltafel. Ik moest er alleen aan denken toen ik My life as a spy las, een enorm leuk boek van de Amerikaanse antropologe Katherine Verdery.  Tussen de jaren 1973 en 1988 heeft zij in het Roemenië van Ceausescu in totaal veertig maanden veldwerk verricht, voor studies over folklore, nationale cultuur, verhoudingen tussen verschillende bevolkingsgroepen en wat dies meer zij. En je raadt het al: haar leven had een dimensie waarvan zij zich destijds niet bewust was.
In 2008 heeft Verdery haar dossier van de Securitate, de Roemeense ‘KGB’, mogen inzien: al die tijd heeft ze zich kunnen verheugen in de niet-aflatende belangstelling van deze dienst. Door de jaren hebben in totaal meer dan zeventig mensen uit haar omgeving informaties over haar verstrekt - soms met overtuiging, maar meestal nadat ze onder druk waren gezet. En dan zijn er nog de tientallen Roemeense ‘tsjekisten’ die zich met haar hebben bezig gehouden, en wier observaties, verslagen, beoordelingen, analyses, transcripties van afgeluisterde gesprekken en aanbevelingen aan hogerhand zich in het 2781 pagina’s omvattende dossier bevinden - samen met heimelijk gemaakte foto’s als die bovenaan dit stukje.
Omdat Verdery - je bent antropoloog of je bent het niet - van al haar gesprekken, dagen en bevindingen destijds nauwgezet dagboek heeft bijgehouden, kan ze haar belevenissen nu als het ware in een nieuwe dimensie reconstrueren. En niet alleen het anthropologische veldonderzoek, maar met name ook wat zij als haar meer informele contacten zag, haar nogal intensieve seksleven met mensen van beiderlei kunne bijvoorbeeld. My life as a spy is op zich ook weer een antropologische studie, met als rode draad dat de Securitate haar eigenlijk een tweede identiteit heeft gegeven. ‘Vera’ heet ze in dat dossier meestal. Al bijna meteen bij haar eerste bezoek aan Roemenië, als 25-jarige student, is zij door de dienst als Amerikaanse spion ingeschat - ten onrechte, schrijft ze - en al die jaren komt ze daar niet van los. Alleen voor wie ze spioneert, verandert nogal eens: de CIA, de Hongaarse diaspora etc. In al die jaren is ze, zonder het te weten, haar eigen dubbelganger.
Zou ik graag mijn KGB-dossier willen inzien? Heb ik daarin ook een deknaam? Was ik ook mijn eigen dubbelganger? Eigenlijk wil ik dat helemaal niet weten, denk ik. De Sovjet-burgers die ik kende in Moskou ben ik, op een enkeling na, uit het oog verloren - ze zijn geëmigreerd, of overleden. Het is voor mij helemaal niet van belang om te weten wie nu precies waar stond. Het land was, wat het was. Het was onder andere een politiestaat, waarin een geheime dienst alle terreinen des levens binnendrong. Ik heb dat altijd pervers gevonden, die schijnwereld van de politiestaat, waarin je maar beter niemand echt kunt vertrouwen.
Ik heb wel laatst, toen ik weer eens in Moskou was, zoals altijd met gemengde gevoelens, overwogen om een Sovjet-journalist op te zoeken met wie ik - overigens volstrekt openlijk - nogal intensief contact onderhield. Ook in de donkere jaren voor Gorbatsjov aan de macht kwam,  vermaande hij mij altijd: wacht maar af, alles gaat gauw veranderen. Misschien ten onrechte - hij ontpopte zich later als een liberale columnist voor het blad Argoementi i fakti, ben ik er altijd van uitgegaan dat hij wel een KGB’er zou zijn, al kan het natuurlijk ook een ander beschermend ‘dak’ zijn geweest waaronder hij dat soort dingen tegen een ‘burgerlijke’ correspondent kon zeggen. Maar helaas bleek Boris Toemanov net begin dit jaar overleden.
En in de documentatie over mijn liefdeleven tussen 1982 tot 1987 wil ik al helemaal niets inzien. Het is een heel merkwaardig idee dat er jarenlang wellicht mensen zijn geweest die dat allemaal hebben afgeluisterd, aan de telefoon en in mijn appartement - maar ik heb aan mijn herinneringen voldoende. Ik heb overigens niet écht de keus: het is in het geheel niet mogelijk om mijn KGB-dossier in te zien, want in tegenstelling tot de bloklanden in Oost-Europa is er geen commissie of iets dergelijks die zulke inzage faciliteert. Als mijn dossier bestaat, ligt het veilig opgeslagen in de archieven van de dienst die nu FSB heet.
Tussen mij en de KGB is het overigens helemaal goedgekomen. Nadat ik een maandje geschaduwd was, voltrok zich de ramp in Tsjernobyl - toen had ik het wekenlang te druk om nog verder op straat om mij heen te kijken. Daarna ging ik een week in Nederland op vakantie. Na terugkeer in Moskou lieten de organen nog één keer merken dat ze mij niet vergeten waren. Ik liep vanuit een metrostation naar een harde-valutasupermarkt - een wandeling van een kwartier en al die tijd reed er stapvoets een auto naast mij, met vier mannen die mij nadrukkelijk aankeken. Daarna heb ik nooit meer zoiets gemerkt. 
Wel van de KGB trouwens. In 1987 werd ik vanuit het niets benaderd door twee studenten, een jongen en een meisje, die mij op de thee uitnodigden in een flat die duidelijk niet echt bewoond werd. Ze namen me later mee naar twee semi-clandestiene punk-concerten - in die tijd wilde de KGB graag laten doorschemeren dat de Sovjet-Unie best een hip land kon zijn. 
Toen ik eind 1990 een maandje de toenmalige correspondent van mijn krant verving, waren de organen kennelijk nog steeds van mening dat ik een nuttige rol kon vervullen in een pr-operatie, om hun imago in het buitenland op te poetsen. Op die manier ben ik vermoedelijk een van de weinige Nederlanders die kan zeggen dat hij de Loebjanka, het KGB-hoofdkwartier, van binnen heeft gezien en er ook weer levend uit is gekomen. Doel van de rondleiding was om mij de werkkamer van Joeri Andropov te laten zien - voormalig KGB-chef en in 1982-1983 te vroeg gestorven partijleider. Mij interesseerden meer die binnenplaatsen en kelders van het gebouw waar zich vanaf het begin van de jaren twintig onzegbare drama’s hebben afgespeeld, maar daar ging de gids niet op in.
Kort daarna mocht ik in Riga, kort voordat de Sovjet-Unie uiteen spatte en ook Letland onafhankelijk werd, de KGB-commandant van deze deelrepubliek interviewen. Hij zetelde in een XIXde-eeuws gebouw - het was ondanks alles toch een vreemde ervaring om tegenover een KGB-generaal in uniform te zitten - het soort functionaris dat je normaal gesproken alleen op grote afstand waarnam bij parades en andere officiële gelegenheden. Van het interview kan ik me weinig herinneren - alleen dat het de al wat oudere generaal een goed idee leek om het gesprek luchtig te beginnen. “Weet u wel wat dit gebouw vroeger geweest is?”, vroeg hij. “Een bordeel”. We hebben beschaafd gelachen.
Katherine Verdery: My life as a spy. Investigations in a secret police file. Duke University Press, Durham/London 2018
Afbeelding boven: heimelijke opname van Katherine Verdery in een hotelkamer, uit haar dossier bij de Securitate.
Afbeeldingen onder: De Loebjanka in 1910 en nu. Het in 1898 gereed gekomen gebouw was aanvankelijk het kantoor van de verzekeringsmaatschappij Rossija. Begin jaren twintig werd het betrokken door de Tsjeka, de eerste geheime dienst van de Sovjet-Unie. Zijn huidige vorm kreeg het door verbouwingen in de jaren vijftig en tachtig. Op de laatste foto, vermoedelijk uit de jaren tachtig, is nog het standbeeld van Feliks Dzerzjinski, de eerste chef van de Tsjeka  te zien, dat ik 1991 is verwijderd. De FSB, opvolger van de KGB, is er nog steeds gevestigd. 
Tumblr media Tumblr media
1 note · View note
westermanbags · 6 years
Photo
Tumblr media
Ondertussen @westermanbags headquarters 🖤💛 #lastminute #christmaspresents #feltbag #aktetas #dutchdesign #woolfelt #leatherworks #nieuwleusen #etsy #etsyseller (bij Westerman Bags)
1 note · View note