Tumgik
#biografieën
devosopmaandag · 1 year
Text
Gevangen levens
Ik zag een documentaire* over het leven van fotografe Gisèle Freund (1908–2000). Veel meer nog dan de fotografe zelf kennen we de portretten die ze maakte van beroemde schrijvers. Die van James Joyce en van Virginia Woolf bijvoorbeeld behoren tot het collectieve culturele geheugen. De documentaire vertelt haar levensverhaal en het verhaal van haar werk. Filmmaker Teri Wehn-Damish zoekt na jaren Freund, met wie zij zeer bevriend was, weer op. Freund is door Alzheimer dan al niet meer bereikbaar. De scène van het afscheid is ontluisterend. Dat woord is afgeleid van het Franse 'lustre' (glans) en heeft dus niets te maken met 'luisteren', maar voor Teri viel niets meer te zeggen, voor Gisèle niets meer te luisteren. Van een stralend tot een verzonken wezen – het is in de kern de weg van een mensenleven.
In biografieën en documentaires over leven en werk van een persoon wordt eigenlijk gezegd: 'hier, ik geef u dit ene mensenleven, zo zag dat leven eruit'. Hoe zorgvuldig ook, hoezeer de biograaf recht doet aan dat ene leven, op een of andere manier is hij of zij ook de cipier van een voorbij leven. Connie Palmen vindt het prachtig hoe Philip Roth zijn twee biografieën naar zijn hand wist te zetten. “Als je een beetje pech hebt”, zegt Palmen, “wordt die geschreven door iemand die eigenlijk een hekel aan je heeft. Dat heet dan een judasbiografie”.
Mijn kast staat vol met biografieën die schrijvers over zichzelf schreven, in de onvolprezen Privé Domeinreeks van uitgeverij De Arbeiderspers. Dat kunnen memoires zijn, dagboeken, kronieken en brieven. Achtentachtig bezit ik er, eigenlijk 89, maar onlangs deed ik er eentje impulsief in de doos van boeken die weg kunnen. De ijdele mannelijkheid van de schrijver in zijn dagboek stond me ongelooflijk tegen. Maar misschien mag het terug, omwille van de verzameling. Het is niet ondenkbaar dat er ook judas-autobiografieën bestaan.
Hillary Mantel gebruikt haar leven, met name haar kinderjaren, voor verhalen. In het onlangs verschenen 'Goed leren praten' geeft ze zelfs aan welke van de zeven verhalen als autobiografisch bestempeld kan worden. Over dat gebruik van haar eigen leven schrijft ze zo meesterlijk: “Vanaf een verafgelegen, hoog gezichtspunt ziet mijn schrijvende ik neer op een lichaam dat is gereduceerd tot een geraamte dat erop wacht door volzinnen vlees te krijgen.” Dat is niet gevangenneming maar bevrijding van een levend wezen, dat hoe dan ook opgesloten raakt in wat voorbij is en nooit terug keert. Dat levend wezen is elk van ons.
* Gisèle Freund, portrait intime d'une photographe visionnaire, Teri Wehn-Damish, 2021, 53 minuten
4 notes · View notes
kikotapasando · 22 days
Text
Museum Bronbeek zet ruim 6.000 biografieën ridders van de Militaire Willems-Orde online
Museum Bronbeek zet ruim 6.000 biografieën ridders van de Militaire Willems-Orde online Nieuwsbericht | 30-08-2024 | 15:44 De biografieën van ruim 6.000 militairen en andere personen die zijn onderscheiden met de Militaire Willems-Orde staan online. Museum Bronbeek heeft gisteren een aparte website gelanceerd over deze ridders. Beeld: Museum Bronbeek.Uitreiking van de Militaire Willems-Orde op…
0 notes
Text
‘Gare du Nord. Belgische en Nederlandse kunstenaars in Parijs (1850-1950)’ van Eric Min: zwier en vakmanschap
Tumblr media
In Gare du Nord beschrijft auteur, essayist en criticus Eric Min (1959) hoe kunstenaars uit de Lage Landen — schilders, schrijvers, musici en fotografen — onweerstaanbaar werden aangetrokken door Parijs, van 1850 tot 1950 het onbetwiste epicentrum van de toenmalige culturele wereld. De vaste debarkeerplek voor al dat vreemd gebroed was het luisterrijke treinstation Gare du Nord, nog steeds het eindstation voor wie vanuit het noorden Parijs aandoet. Gare du Nord wekt op meeslepende wijze het mythische Parijs van weleer tot leven en vertelt een tijdloos verhaal van talent en opportunisme, succes en mislukking, vriendschappen en intriges, feesten en fiasco’s.
Een boeiende cultuurgeschiedenis schrijven, met een stad als uitgangspunt, kan Min als de beste. Met De eeuw van Brussel. Biografie van een wereldstad, 1850-1914 (2013) en, samen met Gerrit Valckenaers, De klank van de stad. Een cultuurgeschiedenis van Venetië (2019) leverde Min al twee sterke cultuurhistorische stadsbiografieën af. Ook zijn uitstekende biografieën over James Ensor, Rik Wouters en Henri Evenepoel kregen veel lof en gelden inmiddels als standaardwerken over de desbetreffende kunstenaars. Min komt met andere woorden beslagen op het ijs wanneer het gaat over een eeuw laaglandse geschiedenis in Parijs.
Dat vrij veel sleutelfiguren uit zijn voorgaande boeken opnieuw hun opwachting maken in Gare du Nord, is onvermijdelijk. In de periode die Min afbakent zijn er immers een handvol incontournables. Tegelijk slaagt Min  er moeiteloos in herhalingen te vermijden en diept extra, meer persoonlijke informatie op, specifiek gericht op het Parijse leven van de betrokkenen, of richt zijn blik op vandaag compleet vergeten figuren die toch een belangrijke stempel hebben gedrukt op de kunstgeschiedenis.  
Gare du Nord, Mins eerste boek onder de Pelckmans-vlag, is op veel vlakken een meer dan verzorgde uitgave. Het coverbeeld — een bewegingsonscherpe foto van Ata Kandó met gejaagde passagiers op een mistig perron van het Gare du Nord in 1957 — nodigt meteen uit om een duik te nemen in la folie de Paris. Op de gekartonneerde binnenflappen, staan twee stratenplannen met genummerde cirkeltjes: een van Rive Gauche en een van Montmartre. De plannetjes vooraan worden achteraan herhaald (wellicht voor wie over de helft zit).  Een legende duidt de pleister- en/of woonplaatsen van enkele personages in het boek. Gare du Nord  is een gebonden editie, maar helaas zonder leeslinten (wat meer handzaam was geweest, gezien het grote aantal noten achterin het boek). In totaal zijn er 15 hoofdstukken, telkens opgesplitst in kleinere subhoofdstukken. Verder is er een voorwoord, een dankwoord, een zeer uitgebreide bibliografie voor de meerwaardezoeker, bijzonder uitvoerige noten (met 45 pagina’s, bijna 1/10 van het boek), een omvangrijk namenregister en 3 keurige beeldkaternen, in kleur en zwart-wit, met reproducties en foto’s.
Parijs, zo stelt Min,  is gedurende die eeuw van explosieve creativiteit ‘een smeltoven’, ‘een infernale machinerie. Een draaikolk. De navel van de planeet’. Om deze boude woorden te staven, vliegen in het voorwoord de cijfers in het rond. Zo zocht Min onder (veel) meer op dat ruim een derde van alle belangrijke beeldend kunstenaars, waar ook ter wereld geboren, tussen 1850 en 1899 naar Parijs is getrokken. Of om met Joseph Roth te spreken: ‘Parijs is de hoofdstad van de wereld.’ Het bereik van Gare du Nord gaat nog vijftig jaar verder en beperkt zich tot Belgische en Nederlandse kunstenaars die in Parijs voor een substantiële tijd hebben gewoond, geleefd en gewerkt. De verhalen van deze Belgo-Hollandais zijn volgens Min te mooi om ze niet te vertellen.
Na 1950 is de aantrekkingskracht van de Lichtstad aan het tanen, concludeert Min. Nadien ligt het artistieke brandpunt van de wereld in New York of in Berlijn, ‘tot het grote nergens-en-overal van het wereldwijde web uiteindelijk de winkel overneemt.’ Min verzamelt de petites histoires, maar doet er alles aan om het puur anekdotische te overstijgen. Zijn doel is duidelijk: ‘Herinneren. Niet loslaten. Opslaan in ons gemene geheugen.’ En inderdaad, soms waait er een zweem van nostalgie door Gare du Nord heen, maar  Min is vakkundig genoeg om niet in de vroeger-was-alles-beter-val te trappen en is zijn boek lang een nauwgezette en feitelijke chroniqueur.
Gare du Nord wil een prettig leesbaar naslagwerk zijn, maar heeft geen ambities om exhaustief te zijn. De meest voor de hand liggende namen komen uiteraard aan bod: Félicien Rops, Kees van Dongen, Antoine Wiertz, Piet Mondriaan, Hugo Claus, Vincent Van Gogh, Frans Masereel, André Baillon en Georges Simenon, om er maar een aantal te noemen. Noodgedwongen heeft Min moeten selecteren. Karel Appel en Corneille, bijvoorbeeld, moeten zich tevreden stellen met een terloopse vermelding, wat deels terecht is want beide kunstenaars vestigden zich in Parijs in 1950, op de valreep van het tijdsbestek van Gare du Nord. Wat in het oog springt, is hoe weinig vrouwen ter sprake komen, een jammerlijk gemis waar ik hieronder nog op terugkom.
Aan de andere kant passeren ook minder bekende namen de revue, wat van Gare du Nord een leerrijk en instructief werk maakt. Min verdient alle lof om deze vergeten kunstenaars uit de diepste plooien van de kunstgeschiedenis op te duiken. Johan Barthold Jongkind bijvoorbeeld, die zich in Montmartre Jean Baptiste noemde en zich niet alleen op het canvas liet gelden, maar ook en vooral in zijn stamkroegen, broeihaarden van creativiteit en de ontmoetingsplaats bij uitstek voor bevriende kunstenaars. Of een vergeten meester als Alfred Stevens, de Brusselaar die rond 1900 kon terugblikken op een schitterende carrière en een uiterst mondain leven. De door Min vaak aangehaalde Charles Baudelaire (‘onze geliefde kwelduivel’) drijft de spot met Stevens omdat die volgens de dichter-criticus steeds hetzelfde schildert (i.e. zijn eigen vrouw). Ook de bijzondere relatie tussen de uit Den Haag afkomstige Frederik Kaemmerer en de kunsthandelaar Adolphe Goupil is bijzonder boeiend.
Over Kaemmerer schrijft Min: ‘Geen cliché gaat hij uit de weg, maar altijd doet hij dat met zwier en vakmanschap.’ Een uitspraak die naar mijn gevoel evenzeer geldt voor Gare du Nord. Min heeft overduidelijk een enorme hoeveelheid research gedaan: hij dook in talloze archieven, doorploegde ontelbaar veel correspondenties en verslond een massa egodocumenten en historische werken. Hij geeft net voldoende historische context, waarbij bredere historische stromingen gekaderd worden (zo is er bijvoorbeeld een interessant stuk over prostitutie in het negentiende-eeuwse Parijs). Dat Min erin slaagt al die kurkdroge data en informatie naadloos te verwerken in een levendige, vloeiende tekst, tilt Gare du Nord naar een hoger niveau van geschiedschrijving. Het Parijs van toen komt waarlijk tot leven: de energie, panache en flair spatten bij momenten van de bladzijden.
De grote levendigheid van Gare du Nord is ook te danken aan Mins vinnige, bruisend-intuïtieve schrijfstijl. De ondertoon is essayistisch en licht ironisch, de zinswendingen zijn soms bloemrijk en hoogdravend. Dat zijn taal bij momenten opzwelt van het pathos, zal niet bij iedereen in de smaak vallen. Over Wiertz bijvoorbeeld klinkt het: ‘Er woont een horzel in zijn hoofd, een beestje dat Ambitie heet en geen maat kent. Wild om zich heen schoppen, hard werken en veel boterhammen eten is de boodschap.’ Het veelvuldig gebruik van het majesteitelijk meervoud, het geregeld direct aanspreken van de lezer en het letterlijk aankondigen van of herinneren aan bepaalde personages, later of vroeger in ‘dit boek’, zal evenmin iedereen bekoren. Deze drie hebbelijkheden staan samen in één zin over Rops: ‘Onthoud die naam, lezer; verderop in dit boek lopen wij deze man nog tegen het lijf.’ Dergelijke zinnen zullen voor sommigen het ouderwets leesplezier verhogen, anderen zullen er zich aan ergeren.
Zoals gezegd, Gare du Nord is noodzakelijkerwijs een selectie, maar het lukt Min nauwelijks zijn persoonlijke voorkeuren onder stoelen of banken te steken. Het mooie openingshoofdstuk over Wiertz bijvoorbeeld, is een verderzetting van het korte stuk over de Elsense excentriekeling in De eeuw van Brussel, waarin Min schetst hoe Baudelaire Wiertz afdeed als ‘een megalomane bluffer, een charlatan die alleen in de smaak valt bij de Engelse toeristen.’ Met een liefdevol portret poogt Min deze denigrerende woorden tegen te spreken. Een ander grandioos hoofdstuk handelt over Félicien ‘Fély’ Rops. Min baande zich een weg in diens circa vijfduizend zwierig geschreven en geïllustreerde brieven, waarin de Naamse kunstenaar uitvoerig bericht over zijn galante avonturen en zijn verbijsterende potentie. Rops verlaat Namen voor de Parijse zusjes Aurélie en Leontine Duluc en voelt zich als een vis in het water in Parijs, ‘het laboratorium van de moderniteit’. Dit hoofdstuk is met zoveel zwier geschreven dat Min het vermoeden doet rijzen dat er in de toekomst nog meer van zijn hand over Rops zal verschijnen.
Ook Émile Verhaeren krijgt een mooi hoofdstuk, met onder meer een beklijvende schets van zijn vriendschap met Stefan Zweig, zijn rol bij Les Vingt en de ontstaansgeschiedenis van het bekende groepsportret ‘La lecture’ van Théo Van Rysselberghe. Het deel over de schilderwerken van Henry van de Velde is minstens even sterk. Vader Guillaume is de roeping van zijn zoon genegen en spoort samen met hem in oktober 1884 richting Parijs: ‘Henry wil er met eigen ogen zien wat de impressionisten er hebben aangericht.’ Het gebruik van de voornaam bij de verwijzing naar enkele favorieten duidt onderhuids eveneens op een zekere voorkeur. Naar Van Dongen bijvoorbeeld wordt dan weer een enkele keer met ‘mijnheer Van Dongen’ verwezen.
De passages over André Baillon, Frans Masereel en Georges Simenon verraden evenzeer een uitgesproken voorliefde voor het werk van deze grootheden. Het siert Min dat hij zijn passie en eruditie niet enkel voor de grote namen inzet. Zo werpt hij zijn licht op inmiddels nobele onbekenden zoals illustrator Privat Livemont, componist Guillaume Lekeu (‘Even stopt de planeet van de kunst met draaien.’, schrijft Min over de dood van de musicus) en de flamboyante schilder Henry de Groux, die weigerde te exposeren in de buurt van de ‘miserabele’ Zonnebloemen van Van Gogh en van de weeromstuit Les Vingt verliet.
Mins zwak voor het experimentele blijkt uit de passussen over de Antwerpenaar Jozef Peeters (‘de aanvoerder van de lokale avant-garde in de havenstad’), de proto- en postdadaïst Clément Pansaers, de totaal vergeten Antwerpse schilder Jules Schmalzigaug, die in Parijs in de ban raakt van het werk van de Italiaanse futuristen en E.L.T. Mesens, organisator van de eerste surrealistische tentoonstelling in België. Wat de letteren betreft breekt Min een lans voor marginale schrijvers zoals de Nederlandse dichter Israël Querido alias Théo Reeder en de in 1906 samen met kompaan Jean Ray naar Parijs vluchtende Paul Kenis, die zijn bohémienjaren in de Lichtstad beschreef in De roman van een jeugd (1914).
Kiezen is verliezen, ten bewijze het onevenwicht tussen mannelijke en vrouwelijke kunstenaars in Mins keuze. Het is bedroevend om te zien hoe weinig vrouwen een hoofdstuk toebedeeld krijgen in Gare du Nord. Nergens wordt dit pijnlijke manco geduid of verantwoord. Toegegeven, op het einde van de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw stonden vrouwelijke kunstenaars in de schaduw van hun mannelijke collega’s, als minnares, leerlinge, model of beschermelinge. Tot op het einde van de negentiende eeuw hadden vrouwen vaak geen toegang tot kunstonderwijs. Nochtans waren er behoorlijk wat laaglandse vrouwelijke kunstenaars actief in de Gare du Nord-periode, waarvan er een handvol bovendien in of vanuit Parijs opereerden. Of zoals historica Eliane Gubin, meer dan twintig jaar geleden al liet optekenen: ‘Dès qu’on cherche, on trouve.’ Hoe komt het dat deze kunstenaressen nog steeds niet op hun mérites worden beoordeeld? Hoe lang laten onderzoekers en kunsthistorici hen nog links liggen?   
Via Piet Mondriaan treedt — godzijdank — een belangrijke kunstenares als Marthe Donas op de voorgrond, die zich gelukkig mag prijzen met een bezield hoofdstuk. De andere vrouwen in Gare du Nord doen echter eveneens hun intrede ‘via’ een man: Camille Platteel via haar ‘intellectuele alter ego’ en minnaar Félix Fénéon, Georgette Leblanc via Maurice Maeterlinck en Elly Overzier via Hugo Claus. Een boeiende fotografe als Ata Kandó komt in het laatste hoofdstuk summier aan bod, maar opnieuw in het kielzog van mannen, meer bepaald Ed van der Elsken en Simon Vinkenoog (ze stond model voor een bekende Parijse metrofoto van Van der Elsken, haar eerste echtgenoot, in Vinkenoogs romandebuut Zolang te water uit 1954). Ik, om maar iemand te noemen, had graag veel meer geweten over deze intrigerende kunstenares en, bij uitbreiding, een groter aantal vrouwelijke kunstenaars uit de vergetelheid willen gelift zien. Dat vrouwen onvoldoende gerepresenteerd zijn in klassieke kunsthistorische overzichten mag niet verbazen. Maar net om die reden, om een alternatieve en verfrissende blik te krijgen, die verder kijkt dan de mannelijke canon, grijp je naar een boek als Gare du Nord. Hoewel dit bevlogen overzichtswerk op verdienstelijke wijze vergeten kunstenaars in het voetlicht plaatst, is de onevenwichtige selectie wat vrouwelijke kunstenaars betreft niettemin een zwaktebod.
Eric Min: Gare du Nord, Pelckmans, Antwerpen 2021, 468 p. ISBN 9789463104838
0 notes
gerbie7 · 4 months
Text
Jordi Puntí - Messi
Terwijl ik zelf aan het schrijven was, mijn bestseller over de heer Messi, bedacht ik dat ik dit boek nog in de kast had staan. Ik had al wel eens een verhaal gelezen, maar het hele boek nog niet. En met een voorwoord van Edwin Winkels, moet het wel de moeite waard zijn. Veel voetbal biografieën zijn bagger, papierverspilling, saai of onvolledig. Of erger nog, een combinatie van die…
Tumblr media
View On WordPress
1 note · View note
twafordizzy · 1 year
Text
Bijna iedere dag muziek: David Bowie
Joost Zwagerman (1963-2015) kwam voorbij in een oud fragment uit het tv-programma Zomergasten. De Alkmaarder wordt node gemist, vanwege zijn schrijven en brede belangstelling voor cultuur (popmuziek en kunst). In Perfect day schreef Zwagerman over zijn geliefde en gehate popartiesten. Zoals over David Bowie in De mannen waaruit Bowie bestond. Daarin behandelde hij de biografieën die over dit…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
inge-universe · 2 years
Photo
Tumblr media
Cheryl Strayed - Wild @cherylstrayed #cherylstrayed #cherylstrayedwild @cheryl.strayed.journey @pacificcrestwanderer @last4walker @lsamsterdam @notcherylstrayed #wild #leesclub #samenlezenwe #samenlezenwebiografieen #samenlezenwebiografieën De mooie @uitgeverijrainbow versie. Wie heeft hem al gelezen? En wie heeft de film gezien? Bedankt Claudie @clauengar ............ De nummer 1-bestseller uit Amerika Een krachtig memoir dat recht uit het hart komt: het verhaal van een jonge vrouw die op het dieptepunt van haar leven een 1700 kilometer lange solo-hike maakt. De tocht is slopend, zowel emotioneel als fysiek, maar maakt haar uiteindelijk sterker dan ooit. `Spectaculair en aangrijpend een adembenemend verhaal. The New York Times `Geweldig, oprecht en meeslepend. Marie Claire `Ik hou van dit boek. Ik wil het van de daken schreeuwen en over het web roepen. Ik hou zoveel van dit boek dat ik niets liever wil dan er zo veel mogelijk over praten. Oprah Winfrey over haar keuze voor Wild in Oprahs Book Club 2.0 Op haar zesentwintigste bevindt Cheryl Strayed zich in een diep dal: haar moeder is overleden en ze ligt in scheiding. Ze neemt haar meest impulsieve beslissing ooit en begint aan een voettocht van 1700 kilometer langs de Pacific Crest Trail in het westen van Amerika. Helemaal alleen, zonder ervaring en met een veel te zware rugzak. Drie maanden lang doorstaat ze intense hitte en meters sneeuw, wordt ze geconfronteerd met beren en ratelslangen, en ervaart ze de schoonheid, maar ook de verschrikkelijke eenzaamheid van de tocht. Met spanning, warmte en humor en in een meeslepende en sprankelende stijl vertelt Cheryl Strayed haar verhaal. Wild is het levendige verslag van de intense angst maar ook het enorme plezier die ze beleefde tijdens de reis die haar leven voorgoed zou veranderen. ............ #instabook #bookstagrammer #bookstagram #bookstagramnl #bookstagrammers #instaboek #boekstagram #boekenwurm #booktrovert #books #bookmail #dutchbookstagram #reading #boekenpost #biografie #lezenisleuk #detective #mystery #dutchbookstagrammers #dutchbookstagrammer #non-fictie #biografieën https://www.instagram.com/p/CpF4oxPIQik/?igshid=NGJjMDIxMWI=
0 notes
Ik hou heel veel van boeken. Ik hou van romans en van filosofische werken, ik hou van wetenschappelijke verhandelingen en van thrillers, van essays, van brievenboeken, ik hou van de bijbel en van woordenboeken, van kookboeken, restaurantgidsen, biografieën, autobiografieën en encyclopedieën, kortom, ik hou echt heel veel van boeken.    Maar het meest van alles hou ik van mijn eigen boeken.    Niet omdat ik ze de beste boeken ooit geschreven zou vinden, want dat hoef ik gelukkig niet te vinden, en ook niet omdat ik mezelf heimelijk zou bewonderen om het schrijven van die boeken, want ik bewonder mijzelf niet en laat het hebben ervan, net als het hebben van liefde, haat, mededogen en andere belangwekkende gevoelens die men voor mij zou kunnen koesteren, graag aan anderen over.    Maar ik hou het meest van mijn eigen werk om niks meer en niks minder zwaarwichtigs dan dat het mijn maatschappelijk of, zo u wilt, mijn publieke bestaan rechtvaardigt.    Zo ben ik met de wereld getrouwd.    Mijn boeken zijn de dingen waarmee ik het liefst in de wereld sta en ze zijn het beste wat ik aan onbekende anderen te bieden heb.
Echt contact is niet de bedoeling || Connie Palmen
6 notes · View notes
detweedeochtend · 4 years
Text
Soep
"Zeg het maar, hoor." Het klonk vriendelijk, maar met die artificiële ondertoon van iemand bij wie vriendelijkheid nu eenmaal tot het takenpakket behoort. Bovendien merkte J. ook de haast in haar stem, waardoor hij des te ruwer gewekt werd uit zijn overpeinzingen. "Doe maar een portie soep met brood, alstublieft", antwoordde hij na een korte aarzeling. De dienster die hem had aangesproken knikte, schreef zijn bestelling op in een daarvoor bestemd notitieboekje, stak de stift die ze had gebruikt achter haar linkeroor, griste de menukaart van zijn tafeltje en beende naar de keuken. J. hoorde hoe ze zijn bestelling doorgaf via een luik, alvorens terug te keren met een lepel, een servet en een peper-en-zoutstelletje. Deze voorwerpen zette ze eerder hardhandig neer, waarna ze een vluchtige glimlach in zijn richting strooide. Hij beschouwde het als een blijk van vrijgevigheid. Nochtans scheen haar gehaaste bruutheid hem eerder onnodig toe, aangezien er op hemzelf na geen klanten in het café aanwezig waren. Hij snoof even, waarna hij lang uitademde en verzonk dan weer in de troebele brij van zijn gedachten.
Ergens moet er een trapachtige rangschikking van wijsheid bestaan. Het getrapte idee zorgt ervoor dat de wijsheid stapsgewijs - of trapsgewijs - verworven kan worden. Heel wat mensen zouden weliswaar blijven steken bij een bepaalde trede en niet verder geraken dan twee of drie verworven stappen, afhankelijk van de indeling. 'Niet verder in welke richting?' is dan een logische vervolgvraag. Verwerf je wijsheid al stijgend, als naar een hoger doel? Of daal je erin af, als in een dampend bad, waarin je dan omspoeld wordt door de weldadigheid ervan? En is dat trapidee op zichzelf wel zo wijs? Want dat zou betekenen dat er een hiërarchie van de wijsheid zou bestaan. Dat idee gaat misschien op voor kennis, waarbij een brede basis fundamenteel is om zogenaamd 'hogere kennis' te kunnen verwerven, maar kan je wijsheid wel onderverdelen in verschillende lagen, die bovendien nog eens boven- of ondergeschikt aan elkaar zouden moeten zijn? Misschien bestaat er gewoonweg een veelheid aan vormen van wijsheid, die allemaal naast elkaar gelegd moeten worden. Als een puzzel die pas een volledig beeld openbaart wanneer er voldoende stukken in elkaar passen. Maar hoeveel stukken dan? En dan was het natuurlijk nog de vraag of ...
"Uw soep, meneer." Deze keer was het de eerder onverwachte beleefdheid die hem uit zijn lood sloeg. De soepkom werd bovendien opvallend zacht voor hem neergezet, waarna het bijhorende broodmandje er voorzichtig naast werd geschoven. "Dankuwel", antwoordde J. enigszins verbouwereerd. Toen hij opkeek, zag hij de stralende glimlach waarmee de dienster hem deze keer begroette. Ietwat verlegen duwde ze de stift wat steviger achter haar oor. Was dit wel dezelfde persoon als daarnet? Wat was er in de afgelopen minuten gebeurd, waardoor haar humeur zo plots was omgeslagen? Of had hij haar ruwe handelingen van zo-even gewoon verkeerd geïnterpreteerd? "Verder nog iets?" vroeg ze vriendelijk. J. schudde zijn hoofd, ten teken dat hij niets meer wenste. De dienster vertrok evenwel niet. Ze bleef staan. "Ik zie dat u Musil leest?" zei ze op vragende toon. Het was geen echte vraag, maar ze verwachtte duidelijk wel een antwoord. Ondertussen keek ze naar het lijvige boek dat hij opzij had geschoven toen zijn soep arriveerde. "Inderdaad," stamelde hij, "momenteel lees ik Musil." Nog steeds bleef ze aan zijn tafel staan. Blijkbaar was de haast waarmee ze eerder had gehandeld inmiddels verdwenen. Ook leek het erop dat het antwoord dat hij had gegeven niet bevredigend genoeg was. "Mhm ..." knikte ze, hem aanmoedigend om verder te gaan. "Eh, soms lees ik ook iets anders", vervolgde hij dan maar, "Kafka, bijvoorbeeld. Of Murakami. Hesse lees ik ook graag. Of iets Nederlandstaligs, zoals Hermans of Claus." Haar glimlach verwaterde een beetje, alsof ze niet meteen op dit antwoord had aangedrongen. "Mag ik vragen ... Vanwaar de interesse?" vroeg hij vertwijfeld. Bij deze vraag klaarde haar gezicht weer op. Toen ze van wal stak, wist hij dat hij hooguit lauwe soep zou eten.
We zijn opgetrokken uit vragen. Tenminste, uit vraagtekens. Wat een ontzettend pseudofilosofisch idee. Maar goed, even kijken wat dat uitgangspunt oplevert als het wordt uitgediept. Gesteld dat het vraagteken niet toevallig is bedacht, maar dat het berust op een gelijkenis met de opbouw van het menselijk lichaam - en wie weet: misschien zelfs met iets groters - dan zouden daar sporen van moeten bestaan. De gebogen vorm van het symbool zou dan overeenkomsten moeten vertonen met een menselijk lichaam in vragende houding. 'Wat is een vragende houding?' is dan een logische vervolgvraag. En is een vragende houding per definitie gebogen van aard? Het beeldhouwwerk van Rodin dat een denkende man voorstelt lijkt dat alvast te bevestigen. De aanname dat een fier rechtopstaande persoon zelfzekerheid uitstraalt - en dus allesbehalve twijfel of vraagstelling in zich draagt - is een aanname die de relatie tussen 'gebogen' en 'vragend' eveneens lijkt te ondersteunen. Wat gedaan met het punt onder die gebogen lijn van een vraagteken? Zou dat dan de wereldbol kunnen zijn, waarop de denker zich bevindt? Waarvan hij even los lijkt te komen in zijn vraagproces?
"... en daarom lees ik dus enkel nog non-fictie, begrijpt u?" J. had aan haar intonatie gehoord dat ze klaar was met haar uiteenzetting, wat meteen ook het signaal was om terug te keren uit zijn gedachtenkolk. "Ik begrijp het", zei hij bevestigend, ook al had hij amper iets opgepikt van wat ze had gezegd. Hij nam de lepel in zijn hand en roerde even in de soep die voor zijn ogen afkoelde. De serveerster bleef nog altijd aan zijn tafeltje staan. Werd hij verondersteld een vervolgvraag te stellen? Zou het onbeleefd zijn om een lepel soep in zijn mond te steken? De dienster nam zijn twijfel weg door zelf te vervolgen met: "Leest u zelf ook soms non-fictie?" "Jazeker," antwoordde hij, "soms lees ik filosofische boeken of boeken over muziek." Ook dit antwoord had een weinig positief effect op haar gezichtsuitdrukking. Ze stond er wat bedremmeld bij en trok vervolgens argwanend een wenkbrauw op. "Dus zelfs als u geen fictie leest, bent u bezig met zweverige zaken als filosofie en muziek?" vroeg ze kritisch. Ze gaf hem niet de tijd om te antwoorden, want ze voegde er meteen aan toe: "Geen boeken over management, psychologie, geschiedenis of politiek? Geen biografieën of wetenschappelijke werken? Dat verklaart in ieder geval waarom u er zo wereldvreemd uitziet." Na die laatste zin sloeg ze snel een hand voor haar mond. Ze had die gedachte eruit geflapt zonder erbij na te denken. Toch sloeg haar schaamte meteen weer om naar een zekere arrogantie, want ze snoof even en keek toen weg. J. was compleet van slag. Als door de bliksem getroffen staarde hij voor zich uit, de soeplepel nog steeds in de hand.
Zweverig? Wereldvreemd? Wat een onzin! Als er iemand wereldvreemd is, dan ... Ach, laat ook maar. Waar was ik gebleven? Als je nu eens alle moedervlekken op je lijf zou verbinden met een stift? Wat zou dat dan opleveren? Een tekening? Een doolhof waarin je centraal de zin van het bestaan zou ontdekken? Of een woord? Een magisch woord dat, eens uitgesproken, de richting die je moet volgen duidelijk zou maken? Misschien zou je wel een sleutel vinden die je toegang zou geven tot alle wijsheid, in welke volgorde of rangschikking je die dan ook zou plaatsen. Of dat al dan niet de bedoeling is, dat zou je dan ook wel meteen inzien. Als je het doelgericht aanpakte kon je vast veel vraagtekens verzamelen door verschillende vlekjes met elkaar te verbinden. Dat zou pas een manier zijn om onze opbouw uit vragen te onderbouwen! Vierenveertig vraagtekens op een vel vol vlekjes. Hé, wat een alleraardigste alliteratie! Daar hou ik wel van. Maar die serveerster ...
"Ik hoef me toch niet te verantwoorden voor mijn literaire voorkeuren, mag ik hopen?" vroeg hij defensief. Hij had zijn lepel ondertussen uit de soep gehaald en hield hem in de aanslag, alsof hij een wapen nodig zou hebben om zich te verweren. De serveerster had zich inmiddels met haar hele lichaam van hem afgewend en keek naar de ingang van het café. Daar leek iets haar aandacht te trekken, maar het was voor J. niet meteen duidelijk wat. Nochtans zag hij vanuit ongeveer dezelfde hoek dezelfde ingang, waar schijnbaar niets gebeurde. "Hallo?" probeerde hij, zijn poging om haar aandacht te trekken ondersteunend door flauw met zijn lepel te zwaaien. Het werkte niet. Integendeel: ze liep naar de ingang en leek compleet vergeten te zijn dat hij er was. Dan liep ze door de deur naar buiten, waardoor ze in een beweging van de ingang een uitgang maakte, en was ze verdwenen.
Wat moet ik hier nu weer van denken? Nu zit ik alleen in een leeg café, heb enkel vlekken op mijn vel, weet niet waar de wijsheid te vinden is en ben verder volledig vervuld van vragen ... én ik weet niet waar ik deze lauwe soep moet afrekenen. Hoeveel kost dat hier trouwens, zo'n portie soep met brood? Even kijken op de kaart. Waar ...? Juist! Die heeft ze natuurlijk weer meegenomen, daarnet. Er zal wel een stapel menukaarten achter de bar liggen, neem ik aan? Eens kijken. Aha! Wacht even, is dit dezelfde kaart?
'Café-Badhuis De Wachtzaal' Wij komen met de glimlach uw bestelling opnemen!
Water - gratis Koffie - 11 vraagtekens Bier - 22 vraagtekens Wijn - 33 vraagtekens Soep - 44 vraagtekens Whisky - 55 vraagtekens
"U had de soep besteld, zeker?" klonk het plots vanuit de deuropening. De dienster was weer binnengekomen. Waarom ze enkele minuten was verdwenen? Dat zou wellicht een raadsel blijven. Dat ze onderweg haar goede luim had teruggevonden, daar leek het wel op. Ze wandelde rustig naar de bar, nam de rekening die naast de kassa lag en overhandigde J. het briefje. Hij zag dat er - naar verwachting - vierenveertig vraagtekens aangerekend werden voor 'soep'. "En het brood?" vroeg hij. "Dat is van het huis. Als u mij zou willen volgen voor de betaling?" De serveerster hield een gordijn open en nodigde hem zo uit om door te lopen naar de ruimte die aan het café paalde. Een aangenaam geurende, warme luchtstroom kwam hem tegemoet. "U kunt daar betalen", zei de serveerster, terwijl ze in de richting van een dampend bassin ter grootte van een klein zwembad wees. Dan liet ze het gordijn vallen.
Ik kleed me uit en zie de moedervlekken op mijn huid. Ik zie hoe ze intussen ongemerkt door stiftlijnen met elkaar verbonden zijn. Ik merk hoe de lijnen vraagtekens vormen. Ik tel er vierenveertig. Ik steek een voet in de troebele vloeistof en neem waar hoe een eerste lijnenvorm wordt weggespoeld. Ik daal verder af, langs treden die zich onder het oppervlak bevinden, en voel hoe ik omspoeld word door weldadigheid. Ik zie hoe vierenveertig vraagtekens verdwijnen in de oersoep. Ik ga kopje-onder. Ik krul me op in een gebogen vorm, als een foetus. Ik kom los van de wereld. Ik los mijn schuld af.
2 notes · View notes
radiofmluisteren-nl · 2 years
Text
RoyalFM
Royalfm is de website voor koninklijk nieuws in Nederland. Hier vind je al het laatste nieuws over de Nederlandse koninklijke familie, waaronder updates over evenementen, optredens en meer. Je vindt er ook biografieën van de royals, foto's en video's van recente evenementen, en artikelen over de Nederlandse monarchie. Of je nu een fan bent van de royals of er gewoon nieuwsgierig naar bent, Royalfm heeft alles wat je nodig hebt om op de hoogte te blijven van alles wat koninklijk is in Nederland. Bezoek vandaag nog!
Tumblr media
Read the full article
0 notes
Text
Recensie : Hollands Bruidspaar Juliana & Bernhard
Recensie : Hollands Bruidspaar Juliana & Bernhard
Hollands Bruidspaar Een boekje dat is uitgebracht na de verloving van prinses Juliana en prins Bernhard in 1936. Het boekje moet een aanloop zijn naar het huwelijk van beide in januari 1937. In het boekje worden de beknopte biografieën van de bruid Juliana en Bruidegom Bernard weergegeven. Vele bekende zaken komen voorbij, maar ook onbekende feiten, zoals dat Juliana in de crisis jaren haar…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
bluesmagazine · 6 years
Text
Recensie: Eric Clapton - De Biografie
Recensie: Eric Clapton - De Biografie// @EricClapton @PNormanWriter
Eric Clapton – De Biografie Auteur: Philip Norman – Uitgeverij Thomas Rap Vertaling vanuit het Engels naar het Nederlands ISBN: 9789400401433 Format: Paperback – Ebook Releasedatum: 15 november 2018
Tekst: Stan van der Lugt
Philip Norman maakte naam met zijn onvolprezen boek over de Beatles, Shout! en hij publiceerde de succesvolle biografieën van Mick Jagger en Paul McCartney.
Met instemming van Eri…
View On WordPress
1 note · View note
bluestownmusic · 3 years
Text
Recensie: The Who - De Ultieme Rockband
  Recensie: The Who – De Ultieme Rockband   Recensie: ‘The Who, de ultieme rockband’ Auteur: Loek Dekker Uitgever: Koninklijke Van Gorcum, Assen ISBN: 9789023258063 Tekst: Jarl van Meeteren Wij, als muziekliefhebber, mogen best blij zijn met de continue stroom pop biografieën geschreven door Nederlandse schrijvers die de laatste jaren het licht zien. Ook autobiografieën staan volop in de…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
inesbuterminerva · 3 years
Link
Prof. dr. Eva-Maria Troelenberg (2019) spreekt in deze paper over de kunstenaar als profeet. “Waarom kijken we zo graag naar documentaires over kunstenaars?”
 “Het aan het werk zien van een artiest geeft ons het gevoel dat we deelgenoot worden van een geheim en iets unieks zien ontstaan. Een idee dat samenhangt met het idealistische concept van kunst als een individuele, authentieke creatie en de kunstenaar als een soort van profeet. Bij Christo: Walking on Water zit dat ook in de subtitel Walking on Water, aldus Troelenberg. Maar, zegt ze, “we moeten niet vergeten dat het kijken naar leven en werk van een kunstenaar door een analytische lens, in de kunsthistorie al bestaat sinds Vasari in 1568 zijn Vite schreef [red: Vasari’s Vite is één van de beroemdste vroege kunsthistorische teksten, met daarin biografieën van beroemde Italiaanse kunstenaars].Dat canoniseren van kunstenaars -vaak wel de gevestigde, commercieel succesvolle mannelijke namen- krijgt nu enkel vorm in een ander medium: de artiesten-documentaire’.
Artikel die goed binnen de huidige opspraak past van hoe wij kijken naar de (positie van de) kunstenaar. Is deze verheven boven alles? Wat is mythe en wat is echt?
0 notes
yornoverwijk · 4 years
Photo
Tumblr media
Hallo, ik ben Yorn Overwijk en welkom in mijn portfolio. Dit portfolio heb ik samengesteld voor de toelating van de opleiding Popular Culture aan de Academie voor Popcultuur in Leeuwarden. Linksboven ziet u een drie streepjes staan. Als u daarop klikt, krijgt u een sidebar te zien met links naar interviews, recensies en televisieopnames. Ook zijn hier links te vinden naar mijn website, facebookpagina, soundcloud en bandcamp accounts. De hoogtepunten in zowel mijn muzikale carrière als binnen de evenementplanning zijn op deze pagina te zien. Evenementen georganiseerd voor EM2 Venue, creatieve samenwerkingen, releaseshows van mijn EP’s, albums en live optredens van verschillende bands waarin ik speel, kunt u hier bekijken. Om u een beter beeld te geven van waar ik mijn inspiratie vandaan haal, hoe ik te werk ga, wat mijn visie is en meer, heb ik een stuk geschreven met behulp van de vragenlijst die bij de intake hoort. Laten we het eerst hebben over waar ik mijn inspiratie vandaan haal, waar ik veel naar kijk en luister en hoe dit terug te zien is in mijn werk. Ik haal namelijk niet inspiratie uit één muziekgenre. Ik haal inspiratie uit van alles. De dingen die ik zie die om mij heen gebeuren of die ik meemaak in het dagelijks leven, bepaalde sounds die ik hoor, samenwerken of samenspelen met anderen geeft mij veel inspiratie en kijken of luisteren naar het werk van anderen. Een mooi voorbeeld over dat ik inspiratie uit werkelijk alles om me heen kan halen, vind ik de muziek die ik geschreven en gemaakt heb voor mijn band Icky Pack. Ik begon Icky Pack in mijn eentje, alleen. Ik wilde muziek maken maar geen singer songwriter zijn. Ik heb alle instrumenten zelf ingespeeld, de muziek en teksten zelf geschreven en zelf ingezongen. Op een avond was met de muziek bezig in mijn eigen huis, en struikelde ik per ongeluk over de prullenbak die in de woonkamer staat. Dat maakte een grappig geluid. Ik schopte/sloeg er nog een paar keer op en besloot het op te nemen. Dit kun je terug horen in de nummers Blaque Fever, Heartache, Liar’s Love en Alibis. En eigenlijk in meer nummers, want inmiddels is de prullenbak een van mijn favoriete geluiden geworden. In de eerste CD van Icky Pack zitten sowieso geen drums van een drumstel; de drums bestaan uit meerdere huishoudelijke voorwerpen waar ik tegenaan sla. Wat betreft het samenwerken met anderen waar ik inspiratie uit haal, dat komt omdat je dan samen hardop kan denken en brainstormen. Zo sla je wegen in die je in je eentje niet had bezocht en is de uitkomst vaak ook weer heel anders. Voor mij is het belangrijk dat ik met anderen kan sparren. Als ik nadenk over wat op dit moment ‘hot’ is en wat volgens mij the next big thing is, dan wil ik graag een voorbeeld nemen uit mijn werk binnen de evenementenwereld. Ik merk in mijn werk als evenementorganisator dat concertkaarten relatief slecht verkopen, tenzij het optredens van ‘grotere’ (al bekende) artiesten zijn. ‘Lifestyle’ evenementen verkopen daarentegen relatief goed. Denk daarbij aan evenementen als een veganistische kerstmarkt of het eierballenfestival. Ik vind dit interessant om te zien. Ik denk dat de ervaring belangrijker is voor de mensen dan het daadwerkelijke product. Festivals worden wel altijd druk bezocht, en daar is vaak ook livemuziek. Mensen komen dan niet alleen voor de livemuziek, maar voor the whole experience. Op deze ervaring/hypothese kan ik als organisator vrij direct inspelen, maar ook als muzikant wil ik gaan kijken naar manieren hoe ik meer een ervaring kan verkopen bij de concerten waar ik zelf speel. In het verleden heb ik al geprobeerd meer te bieden dan alleen de muziek. Zo heb ik vuurspuwers, praktisch naakte, gebodydpainte dansers, travestieten en een dronken clown op het podium gehad terwijl ik aan het optreden was. De clown ging het publiek ook in, waardoor er meer interactie ontstond. Ook werden er gefrituurde insecten geserveerd in het publiek. Wat ik maak, wat ik nog meer maak en wat ik verder nog maak waarvan ik denk dat het niets met de Academie voor Popcultuur te maken heeft, zijn de volgende dingen: • Hoofdzakelijk bedenk en organiseer ik evenementen, maak ik muziek, speel ik mee in muzikale projecten van anderen en leer ik mezelf spelen op allemaal verschillende muziekinstrumenten. • Daarnaast schrijf ik persberichten, recensies, biografieën en ben ik bezig met promotiemateriaal zoals filmpjes en maak ik aftermovies. Binnen de promotie van evenementen ben ik ook bezig met vormgeving. • Verder ben ik een vrij goede illustrator/schilder, schrijf ik gedichten en kan ik aardig mijn mannetje staan in de keuken. Voorbeelden zijn hiervoor de festivals en evenementen die ik al georganiseerd heb. In dit portfolio kun je een aantal evenementen terugvinden waar ik het meest trots op ben. Skeefrave is daar één van en direct ook weer een goed voorbeeld waarin ik geprobeerd heb om de ervaring te laten spreken en het niet alleen om de muziek te laten draaien. Naast vette artiesten en DJ’s was er ook wat anders te doen: er was een shishalounge ingericht en je kon op een spijkerbed gaan liggen. Een ander evenement is het terugkerende evenement “What’s Buzzin”, waarin je mee wordt genomen naar een tijd waarin muziek maken nog een ambacht was. Dampende rhytm & blues, wilde rock ’n roll, roots en alleen de heetste soul is wat er geserveerd wordt. Wat betreft de muziek die ik zelf maak: ik zit in verschillende rockabilly bands, Icky Pack is dan weer meer garage rock. Ik zing, speel basgitaar, contrabas, elektrische en akoestische gitaar, drums en heb voor Icky Pack mijn gitaar zo omgebouwd dat ik er op kan bassen en gitaarspelen tegelijk. Wat ik in mijn ‘vrije’ tijd doe, waar de Academie voor Popcultuur niet per se invloed op heeft, is bijvoorbeeld op het werk op Laaksum. Hier hebben mijn ouders een visrestaurant/kroeg. Alle borden die overal staan heb ik met de hand beschilderd. Vissen, ijsjes, handgeschreven tekst. Als alles me teveel wordt, dan duik ik de keuken in en bereid ik een 7-gangen diner. Dat maakt me weer rustig. Hoeveel werk ik maak, wanneer en hoe ik ermee bezig ben is een lastige vraag. Ik ben bijna altijd aan het werk. Ik houd van afwisseling, daarom werk ik bij mijn ouders in het bedrijf (wat ik op den duur ook ga overnemen), werk ik als evenementorganisator bij EM2, zit ik in meerdere bands en maak ik thuis zelf muziek voor Icky Pack. Ik bezoek evenementen en poppodia waar en wanneer ik maar kan. Na werktijd maak ik vaak muziek met mijn collega’s. Avondjes met vrienden monden vaak uit in jamsessies en er sluimeren altijd wel ideeën door mijn hoofd. Inspiratie komt soms op de raarste momenten en ik vind het belangrijk het te omarmen wanneer het komt. Eigenlijk de enige momenten dat ik niet werk aan het maken ben is wanneer ik slaap. En zelfs die slaap wordt vaak genoeg onderbroken door een goed idee :-). Wie mijn collegae, concurrenten en publiek zijn, is een mooie vraag om te beantwoorden. Ik bekijk dit op verschillende niveaus. Intern heb ik collega’s van mijn werk als evenementorganisator. Dit zijn bijvoorbeeld collega’s bij EM2. Hieronder vallen ook de illustratoren en vormgevers die de posters maken, de bedrijven die in rechtstreeks dienstverband zijn met EM2 en technici die helpen bij de evenementen. Ook zijn bandleden en mede-muzikanten collega’s. Extern heb ik poppodia en evenementen, buiten een bepaalde straal waarin ik opereer, als collega’s. Binnen die straal waarin ik opereer, kunnen podia en evenementen conflicteren met dingen die ik organiseer. Zo kun je in het Noorden van het land beter niet twee rockabilly evenementen op dezelfde dag of in hetzelfde weekend hebben. Die zou je als concurrent kunnen zien. Binnen de muziek heb ik zelf niet ervaring met concurrentie. Ik denk dat dat niet zou moeten bestaan. Andermans succes betekent niet dat jij geen succes zou kunnen hebben namelijk. Mijn publiek of doelgroep verschilt. Bij evenementen hangt het natuurlijk af van het specifieke evenement. Mijn muziek is voor diegenen die houden van een touche of rock ’n roll en underground/alternatieve livemuziek. Wat mijn talenten zijn en wat ik met dat talent wil doen (zowel nu, op de academie als erna) heeft te maken met vindingrijkheid en creativiteit. Ik merk dat ik vaak net even anders dan anderen in projecten, muziek en evenementen sta. De dingen die ik bedenk zijn niet mainstream maar wel uitvoerbaar. Hierbij wil ik het voorbeeld benoemen waarbij ik op het podium muziek aan het maken ben, maar dat niet het enige is wat je ziet en hoort. Concerten en evenementen moeten een volledige beleving zijn. Ik zoek graag grenzen op. Soms met enig risico, maar de uitkomst is vaak goed. Binnen mijn afstuderen op de Academie voor Popcultuur wil ik me hier graag nog meer in verdiepen. Ik houd niet van binnen de lijntjes kleuren. De Academie geeft me handvatten (in de vorm van kennis, begeleiding, connecties, locaties, medestudenten waarmee ik kan brainstormen) die ik kan gebruiken in de verdieping en realisatie van mijn projecten. Na de Academie wil ik doorgaan met het organiseren van evenementen. Niet alleen voor EM2 (waar ik nu nog werk) maar ook projecten en evenementen voor mezelf. Waarom ik dingen maak en voor wie, en wat het concreet oplevert behalve iets ‘moois’ is een vraag die ik graag anders zou willen verwoorden. Ik maak namelijk niet dingen om ‘iets moois’ te neer te zetten. Ik ging door een moeilijke periode en kon mijn ei niet kwijt in rockabilly muziek. Ik schreef gedichten en maakte vervolgens de muziek erbij. Zo is Icky Pack ontstaan, uit een soort van noodzaak. Deels maak ik dat dus voor mezelf, omdat ik mijn kijk op de wereld wil delen. Deels ook voor anderen: ik wil mensen de kans geven iets mee te maken wat ze nog nergens anders meegemaakt hebben, of mee kunnen maken. Ik hoop anderen hiermee na te laten denken en te inspireren. Als ik anderen kan inspireren, levert dat naar mijn idee veel op. Er ontstaan nieuwe producten, muziek, teksten, foto’s, films en wat voor andere vorm je een idee maar kan geven. Een impuls aan de kunst- en culturele sector. Wat ik uiteindelijk nog moet doen en leren op de Academie, om mijn droom te bereiken, is wel vrij concreet. Ik wil mijn diploma halen. Ik zit al jaren in de wereld van muziek en evenementen, heb een groot netwerk en heb twee banen. Is een diploma voor specifiek die manier van leven ‘nodig’? Ik denk het niet. Maar ik zit niet alleen op school om dat soort dingen te leren. Netwerken en muziek maken is iets wat natuurlijk voor mij is. Dieper ‘graven’, meer verdieping op het gebied van cultuur, nadenken over maatschappelijke vraagstukken en wat voor invloed die hebben op mijn werkveld. School zet me hiertoe aan en de begeleiding van docenten is daarin waardevol en belangrijk. En hoe lastig ik dat soms ook vind, realiseer ik me wel dat het van groot belang is in mijn verdere loopbaan. Wilt u contact met mij opnemen? Dan kunt u mailen naar [email protected]
0 notes
archiefschiedam · 4 years
Photo
Tumblr media
#Vaderdag #cadeautip Schiedamse boeken zijn bij ons in de aanbieding! De aanbiedingen op een rijtje: -Historische Jaarboeken Schiedam 2016 en 2017, 2 voor € 10,- -Historische Atlas van Schiedam, stad van vis, schepen en jenever, € 7,- -De Geschiedenis van Schiedam (herdruk), € 8,- -Historische Atlas en Geschiedenis van Schiedam samen voor € 12,50 -Het Groot Schiedams Prentenboek , € 15,- Biografieën in de aanbieding: - Zuster Keizer, wijkverpleegster in Schiedam-Oost + Cornelis Haga, pionier en diplomaat in Constantinopel, samen voor € 7,- - De Rentmeester, het ontstaan van het De Groot fonds, € 7,- https://archief.schiedam.nl/nieuws/historisch-jaarboek-schiedam-2019-verschenen-en-mooie-boeken-in-een-prachtige-aanbieding #Schiedam (bij Gemeente Schiedam) https://www.instagram.com/p/CBiD9_KplsH/?igshid=s8rdwrn6jue5
0 notes
inge-universe · 2 years
Photo
Tumblr media
Lezen jullie wel eens biografieën? Wat vind je er zo leuk? Ik wil deze iig nog gaan lezen. Waarschijnlijk met ons leesclubje #samenlezenwe #samenlezenwebiografieen #samenlezenwebiografieën Wie heeft hier al iets van gelezen? Wat vond je er van? ............ #instabook #bookstagrammer #bookstagram #bookstagramnl #bookstagrammers #instaboek #boekstagram #boekenwurm #booktrovert #books #bookmail #dutchbookstagram #reading #boekenpost #lezenisleuk  #dutchbookstagrammers #dutchbookstagrammer #biografie #autobiografie #levensverhaal #biography https://www.instagram.com/p/CnH3jc2LghK/?igshid=NGJjMDIxMWI=
0 notes