#omloop 2015
Explore tagged Tumblr posts
Text

💀
3 notes
·
View notes
Text
My passion
Here I am, after a whole while, with a new post!!!
Today I will be talking about my biggest passion aka CYCLING!!! And more importantly: my biggest hero in the sport
I have been into cycling for over 6 years now and hell I am not planning on stopping loving that sport.
It all started with the Tour The France of 2012, when my mom found out there was a Japanese rider participating, name Yukiya Arashiro. Back then I was completely obsessed with everything Asian so obviously I watched every stage and was so happy that one day he got the combative price!
A few months later, in February 2013, there was the first race of the Belgian season: the Omloop Het Nieuwsblad. now, this was my first time going to the start of a race and I had nothing but a little book which came with the newspaper for free. I asked riders to sign in that book (if you can even call it a book) but I didn’t get a lot. I was mainly there for Fumiyuki Beppu, who back then rode for Orica-Greenedge. I still remember buying a white team cap to get signed after the race. I stood there, nearly shaking from the cold. And then, he passed me.. I was so starstruck but still managed to call his name and oh my God, he turned around to come over and sign my cap!!! Right after, I called my mom and literally broke down in tears of happiness, in the middle of a super crowded place.
Fast forward to a year later, when I started suffering from my depression and Fumy’s posts were basically the only thing that kept me smiling at some point. I found out he was going to be at the Brussels Cycling Classic so I made plans to go to that race weeks beforehand. A few days before the race, one of my aunts passed away and I saw my chance to meeting him slipping away since her funeral was at the same day as the race... Luckily my parents realized that going to that funeral was only going to push me deeper in that depression and they didn’t want to risk that since I just started getting a little better. So they let me go to the race. Ready with a marker and a huge Japanese flag, I went to Brussels, all by myself (thank god I didn’t have my fear of being alone yet). The moment I stood with Fumy, something sparked in me. I wanted to get better, keep fighting. I asked 2 other Japanese guys to take a picture of Fumy and me and It’s still one of my most treasured pictures ever. They also took one with me and Yukiya.
And that was the start of my obsession with cycling
In January 2015 I sent Fumy a DM on Twitter, explaining what he had meant to me in my hardest moments. He still remembered me from September the previous year so that was quite the achievement. Ever since then I always let him know if I’ll be at a race where he will be riding as well and he always looks for me!! Sometimes I will bring him chocolates or other local specialties and at the evening I would always receive a thank you message on Twitter ^^
Fumy truly is one of the friendliest and softest riders in the whole peloton and Oh My God, I kid you not, I will be devastated once he retires (which might be next season, or the one after that)
This next picture is the one that was taken on the Brussels Cycling Classic, September 2014.

And then this picture was taken 2 months ago at the 2019 edition of the Omloop Het Nieuwsblad. It had been over a year that I saw Fumy and honestly, I felt so lucky!! I’m holding the Japanese flag in the picture but my dad couldn’t fit it on the pictures so yeah, there’s this weird white corner haha.

I hope y’all enjoyed reading this, don’t hesitate to leave me a message ^^
3 notes
·
View notes
Text
Waar is het zilveren balletje van Sikke de Vries?
Door: @ Eddy de Vries.
Gepubliceerd in ‘De Keatsfreon’ en de Harlinger Courant in 2015.
Wanneer komt het moment dat je je als kind gaat interesseren voor je familiegeschiedenis? Hoe oud zal ik toen zijn geweest? Ik weet het niet meer. Wat ik wel weet: Ik heb mijn opa en oma van vaders kant nooit gekend, mijn oma is al in de jaren ‘50 overleden en mijn opa stierf in 1969 toen ik nog maar één jaar oud was. Wat ik uit de verhalen over mijn opa wel weet, dat hij eens koning moet zijn geweest. Wat maakte dat mijn vader, mijn broer en mijzelf dan? Prinsen?
De medaillekast van opa
Dat vraagt, vanzelfsprekend, om een uitleg. Helaas, of misschien wel gelukkig, vertelde mijn vader destijds dat er geen blauw bloed door onze aderen stroomt. Zijn vader moet echter een erg goede kaatser zijn geweest. Als hij een belangrijke wedstrijd won waarbij hij de beste van het team was, werd hij tot koning uitgeroepen. Ik wist toen nog niet dat een wedstrijd eigenlijk een partij heette en een team een partuur. Mijn vader haalde destijds een pakketje, ingepakt in een deken uit de slaapkamer en toen hij die deken weghaalde zag ik een klein bruin gelakt houten kastje met een glasplaat ervoor. In het kastje hingen enkele blinkende medailles en twee lepels. We haalden een voor een de gewonnen prijzen van de koperen haakjes en lazen de tekst op de achterkant. Achter op het medaillekastje zat een envelop geplakt met daarin een mooie oude zwart-wit foto van mijn opa. Daarop stond geschreven: S. de Vries. Won twee maal de P.C. Eenmaal koning. 1915. Op zijn borst prijkten vijf medailles en om zijn nek hing een grote glimmende bal aan een lint. “Waarom hangt die bal niet in de medaillekast”, vroeg ik mijn vader. Het bleek om een zogenaamde wisselprijs te gaan en als herinnering aan die koningsprijs kreeg de winnaar een kleiner exemplaar overhandigd, ter grootte van een flinke knikker. Dat zilveren balletje zou voor altijd eigendom van mijn opa blijven. Maar waar die kleine zilveren bal was, wist mijn vader jammer genoeg niet. En tot op de dag van vandaag is het kleinood onvindbaar
Jong in Harlingen
Sikke de Vries werd in Harlingen geboren op 1 november 1888, uit een geslacht van slepers en koperslagers. Zijn geboortehuis is nog te vinden in de Comediesteeg, een smal steegje aan de Lanen in het centrum van de stad.
Geboortehuis van Sikke de Vries. Foto: Eddy de Vries
Sikke was de jongste van vier zonen. Of zijn vader en de drie broers kaatsten, is niet met zekerheid te zeggen. Wel is terug te vinden dat er een S. de Vries op 29 augustus in 1910 bij de senioren deelnam aan een kaatswedstrijd, ter ere van het 10-jarig bestaan van de Harlinger kaatsvereniging Eendracht en toen de eerste prijs in de wacht sleepte. Diezelfde dag won Sikke de Vries de derde prijs in de jongste klasse.
Toen hij 11 jaar was overleed zijn moeder, waarna zijn vader (ook Sikke genaamd), een jaar later hertrouwde. Zijn broers Jouw en Simon, die ook koperslager waren, emigreerden samen naar Grand Rapids in de Verenigde Staten. Zijn broer Klaas vertrok eerst naar Gelsenkirchen in Duitsland maar ging al snel zijn broers achterna en ook hij vestigde zich in Grand Rapids. Sikke bleef bij zijn ouders in Harlingen wonen.
Sikke kaatst al op jonge leeftijd, en wint prijzen in Arum, Menaldum, Bolsward en Pingjum. Er wordt in zijn jeugd veel gekaatst in de havenstad. Zo rond de eeuwwisseling is er een redelijk grote kaatsgeneratie ontstaan die wordt onderverdeeld in drie groepen. De groep met de wat oudere jongens kaatst in Harlingen op de betere veldjes, net als de ‘eliteploeg’, mannen en jongens van goede komaf. De derde ploeg bestaat uit jongere kaatsers, waaronder Sikke de Vries. Zij hebben geen vaste plek om te hun sport te beoefenen. Soms spelen ze op een weiland en dan ziet men ze weer bezig op een strook grond aan de Havenweg. Zo nu en dan worden ze daar door de politie weggejaagd. In de zomer van 1903 ontdekken de jongens een mooi veldje achter de houtschuren aan de Bolswardervaart. Dit stukje gemeentegrond ligt niet aan de openbare weg, waardoor de politie hen niet stoort tijdens hun spel. De opzichter ‘der stadslanderijen’ denkt daar echter anders over en jaagt ze weg. Sikke gaat dan samen met een vriend naar de burgemeester. Van de Burgervader krijgen ze toestemming om op het veld achter de houtschuren te kaatsen. En daar ligt de basis voor het jongenskaatsen in Harlingen. In 1904 geven enkele jongens zich op voor een kaatspartij in Franeker. Ulbe Posthuma wordt daar koning en neemt als ‘vertegenwoordiger’ van een jonge generatie prijskaatsers de krans mee naar Harlingen. Op een zekere dag meldt zich een jongen bij deze groep met de vraag of hij mee mag doen. Hij wordt weer naar huis gestuurd met de opmerking: “Dou kanst ommes niet kaatse seun.” Later zou deze jongen de Bond en vijf keer de PC winnen. Die jongen was Ids Roukema.
In het spoor van vader
Door de emigratie in 1906 van zijn twee broers naar Grand Rapids wordt van Sikke verwacht dat hij nu mee gaat draaien in de zaak. Hij is handig, sterk en kan nauwkeurig werken. Harlingen was een tijdlang Admiraliteitsstad geweest en dat had de inwoners geen windeieren gelegd, ook de familie de Vries niet. Het was hen als slepers en koperslagers altijd relatief goed gegaan. Maar tegen het eind van de 19e eeuw worden de omstandigheden zwaarder. Veel industrie, waar eerder goed aan werd verdiend, verdwijnt en het wordt steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden. Door de agrarische crisis eind 1900, vertrekken veel boeren uit het omliggende gebied waardoor de vraag naar melkbussen en melkemmers bij de koperslagers afneemt. Ook de vraag naar ‘huishoud-koper' wordt minder omdat dat steeds meer machinaal wordt geproduceerd.
Gelukkig zijn er altijd nog de zomerinkomsten. Voor schoon regenwater zijn er goede dakgoten, regenpijpen en –tonnen nodig en aangezien de Harlingers daaraan zelf niet of nauwelijks onderhoud plegen, hebben Sikke en zijn vader daar in die periode een extra bron van inkomsten door. Nu Sikkes broers zijn geëmigreerd, is hij ook degene die wel eens de Hervormde Grote Kerk, of de vroegere Dom van Almenum moet beklimmen om het haantje van de toren te halen voor onderhoud. Als hij op een dag boven in de toren zit, kijkt hij naar beneden naar het klooster waar de jonge nonnetjes langs lopen en hij kan het niet laten iets te roepen. Een van de nonnen roept terug: “Pas maar op, protter (spreeuw), dat je er niet af valt”. Protter, het wordt zijn leven lang een bijnaam.
De eerste slagen in ‘it grutte spul’.
In 1906 doet Sikke de Vries voor de eerste keer mee op de PC. Hij kaatst met Goslinga uit Dronrijp en Hiemstra uit Sint Jacobiparochie. Ze sneuvelen in de tweede omloop. Het duurt dan nog wel even voordat zijn carrière echt los komt. In 1908 komen we de naam van Sikke tegen bij een Kermispartij in Harlingen. Hij kaatst daar samen met de Harlinger broers Ulbe en Bouke Posthuma in, zoals men dat toen noemde, een ‘vrije partuurformering’. En dat gaat aardig naar wens. Er doen 17 parturen mee en ze dringen door tot de finale, waar ze de ‘oude’ Jan Reitsma, Minze de Vries en Klaes Terpstra tegenkomen maar ze kunnen het nog niet bolwerken tegen deze gerenommeerde tegenstanders. Het zal die dag wel laat zijn geworden want er wordt een extra tram ingezet die ‘s avonds nog naar Witmarsum rijdt.
De tijd is aangebroken dat de Harlingers van Kaatsvereniging Eendracht beter worden in het spel en meerdere malen thuis komen met een eerste of een tweede prijs. Sikke doet lang niet aan alle wedstrijden mee omdat hij natuurlijk ook om ‘de zaak’ moet denken. Daar waar mogelijk, gaat hij kaatsen en op zulke dagen runt vader de koperslagerij aan de Lanen.
Sikke de Vries omstreeks 1912. Foto: Eddy de Vries
Een sterke linkerarm
Ook een andere Harlinger, Ids Roukema ontwikkelt zich prima. Roukema en Sikke de Vries zijn goede kaatsmaten, maar niet echt bevriend, daarvoor liggen de karakters te ver uit elkaar. Sikke is een bedaarde man met een goed gevoel voor humor en hij is als koperslager gewend minutieus werk te leveren. Roukema is visverkoper, en meer een ‘rûchhouwer’ Hij is niet op zijn mondje gevallen en soms roert hij zich dan ook flink in het veld. Meestal heeft hij met zijn kwinkslagen het publiek op zijn hand maar zijn gevloek wordt niet altijd gewaardeerd. Maar de mannen hebben respect voor elkaars kaatskwaliteiten en hun carrières lopen redelijk parallel.
Ondertussen is van Sikke de Vries tot 1912 in de uitslagen op het hoogste niveau eigenlijk niet veel te bespeuren. Maar zijn spel wordt gaandeweg beter en zo links en rechts wint hij eens een prijsje. Men krijgt meer en meer respect voor zijn prestaties en zo treedt hij toe tot de groep die Harlingen als kaatsstad op de kaart weet te zetten. Als voorinse ontwikkelt zich tot een van de besten van zijn tijd. Zo wint hij eens de prijs voor de meeste bovenslagen in één partij, maar liefst 13 keer weet hij de boven te passeren. Met zijn krachtige linkerarm wint hij in Dokkum eens de prijs voor de verste slag en voor zo’n zelfde prestatie ontvangt hij in 1910 in Den Haag een zilveren beker.
In juni 1912 wint hij in Dongjum met Sytse Vijver en Nanning Staalstra, beide uit Franeker, de tweede prijs. Een maand later wint hij in Harlingen bij KV. Eendracht, samen met Sj. Dijkstra uit Tzummarum en I. Aukema uit Franeker de eerste priis die bestaat uit ƒ60,-- en drie vergulde zilveren medailles. De medailles worden aangeboden door de directie van de N. V. Albino-Maatschappij uit Groningen, een onderneming die handelt in koloniale waren, koffie en thee. Van de finale verschijnt in de Leeuwarder Courant van 12 juli een bijna compleet en in ieder geval spannend wedstrijdverslag. Opvallend is hierbij dat er twee keer een pauze wordt ingelast en Sikke in de eerste pauze ‘wat’ bier haalt. Tegen alle verwachtingen in verslaan ze het partuur van de Harlinger Jan de Windt. Tjeerd Wieberens Kooistra van Dokkum en Hendrik van Haitsma uit Franeker. Sikke wordt in zijn eigen stad tot koning uitgeroepen.
Eerste winst van een Harlinger op de PC
Die winst in Harlingen wordt de opmaat voor de PC van dat jaar. Sikke heeft tot dan toe twee eerste prijzen, twee tweede prijzen en een derde prijs behaald. Hij heeft voor de belangrijkste partij van het jaar een partuur gevormd met de student, en latere dominee, Rinse Brink uit Oosterlittens als opslager en Sijbolt Tigchelaar uit Dronrijp als achterinse en voor minst opslager. Ze kaatsen die dag zeer goed en komen in de finale Jan Reitsma van Pingjum, Catrinus Werkhoven en Rein Zaagemans tegen, beide inwoners van Witmarsum. De verwachting is dat het laatstgenoemde partuur - het koningspartuur in die tijd - wel zal winnen. Hoe anders zal dit uitpakken. ‘Brink sloeg aan de opslag uitmuntend op, terwijl in het perk Tigchelaar en de Vries verbazend op dreef waren’, schrijft de Leeuwarder Courant een dag later. Toen ‘Jonge Jan’ wat begon te ‘knoffelen’ aan de opslag, nam Catrinus de bal voor ‘best’ over en ook in het perk ruilde men van positie, Zaagemans kwam voorin. Het mocht niet baten en ieder nam weer zijn eigen plaats in. Het zou niet meer goed komen. Zonder ook maar één eerst te behalen winnen de Vries, Brink en Tigchelaar. Ze gaan naar huis met twaalf gouden Willems, uitgeloofd door de commissie, en drie zilveren erekruisen, uitgeloofd door mr. P. A. V. baron van Harinxma thoe Slooten, Commissaris der Koningin in Friesland. Tigchelaar wordt tot koning van de partij uitgeroepen. Maar een historisch feit heeft zich voorgedaan, een Harlinger wint voor het eerst de PC. Sikke sloot er niet alleen fraai sportief kaatsjaar mee af, ook financieel was het een mooi ‘ynstruierke’. Naast de prijzen die in natura werden uitbetaald, verdiende hij dat jaar met zijn prestaties ƒ 85,--
Op de PC van 1913 vormt hij een partuur met Otte Postma van Makkum als opslager en wederom met Sijbolt Tigchelaar als achterinse. Ze komen niet verder dan de tweede lijst. Op de Bond vertegenwoordigt hij dat jaar met Ids Roukema en Ulbe Posthuma de kleuren van KV Eendracht, nadat ze zich bij de voorwedstrijd in Tzummarum hadden geplaatst voor de eindstrijd. Ze behalen op de Bond de derde prijs.
In Dronrijp, wint hij samen met F. Veenstra en D. Goslinga van Dronrijp de tweede prijs. Op de Odehovedag in Leeuwarden wint dit partuur nog wel ƒ 15,- met een derde prijs maar de LC schrijft een dag later dat Sikke slecht op dreef was.
Oorlog
In 1914 breekt de eerste wereldoorlog uit. Nederland blijft neutraal maar Sikke wordt wel gemobiliseerd. Hij is gelegerd in Den Helder op** het fort Batterij Kaaphoofd en dient bij het **regiment Jagers. Bij het begin van de mobilisatie liggen er zeemijnen opgeslagen in de drie nog aanwezige loodsen op het fort. De inkwartiering vindt plaats in tenten, fortificaties, kazernes, schepen en in scholen. De voornaamste taak van het leger is: “Strenge handhaving van de neutraliteit”. Een aanval op Den Helder wordt niet uitgesloten.
Sikke de Vries als gemobiliseerd militair. Foto: Eddy de Vries
Na de val van Antwerpen in 1914 vluchten veel Belgen naar Nederland, waar ze opgevangen worden in interneringskampen in Sondel (Gaasterland), Harderwijk en Zeist. Onder deze vluchtelingen bevinden zich veel goede kaatsers, zoals George Herphelin, Emile Hoyois en August van Lierde. De NKB levert hen Friese kaatsballen en zo bekwamen de Belgen zich in de Friese sport. In 1910 en 1913 doen er al Belgen mee aan de PC. In het begin leggen ze het nog wel af tegen de Friezen omdat hun opslag nog niet sterk genoeg is maar de mannen trainen veel en op een zeker moment is August van Lierde zelfs zowel rechts- als linkshandig. Van Lierde en zijn maten oefenen zelfs in de winter als er sneeuw ligt. Ze hebben daar ook alle tijd voor want het is hen verboden in Nederland deel te nemen aan het arbeidsproces. Opmerkelijk is dat van Lierde Fries heeft leren spreken om zo beter met de mensen in Friesland te kunnen communiceren.
In dat eerste oorlogsjaar wint Sikke de Vries slechts twee prijzen; een derde en een vierde. Voor het daarop volgende jaar heeft hij zijn doelen hoger gesteld. In 1915 behaalt hij twee keer een eerste prijs, vijf keer de premie en één keer de kleine premie. Op 14 juli gaat in datzelfde jaar de kermis in Harlingen niet door. De reden hiervan is niet bekend maar het stadsbestuur zal het niet erg gevonden hebben want er wordt in Harlingen namelijk behoorlijk wat gedronken, met alle vervelende gevolgen van dien. Per hoofd per jaar wordt er landelijk ƒ 7,83 aan alcohol besteed maar in Harlingen ligt dat beduidend hoger, namelijk ƒ 13,48. Het kaatsen gaat echter wel door, aangezien het bestuur van KV Eendracht op het standpunt staat ‘dat kaatsen niet op één lijn gesteld mag worden met openbare vermakelijkheden. En omdat er behoefte gevoeld wordt aan gezonde lichaamsbeweging en daarmee bovendien het schoonheidsgevoel tot uiting komt’. Dat het goed gaat met de kaatsvereniging Eendracht blijkt uit hetzelfde artikel van de Harlinger Courant: “Bovendien is er een gebouw verrezen op het kaatsland. Een bergplaats voor materialen, gebouwd door de heer Westra en onder toezicht van de heer Krijtenburg. Het is een gebouw van 10.4 m. bij 4.40 m. en bestaat uit een pakhuis met bovenverdieping. De vloer is van beton en een regenbak met water voorziet in de behoefte van wasgelegenheid voor de kaatsers. Er is een kleedkamer met opbergkast en een nieuw gebouwde toiletinrichting. Het Eendracht bestuur roept op ‘aan den Heeren Patroons’ , hun personeel die woensdagmiddag de 14e vrijaf te geven, aangezien dit volgens hen het ‘welslagen van de wedstrijd zal bevorderen’.
Koning op de PC
Vanaf nu is Sikke al in de ban van de naderende PC maar er moet eerst nog in Harlingen gekaatst worden. Hij loot partuur vier, samen met Anne Smidts en Sijbolt Tigchelaar. In de finale komen ze partuur acht tegen dat bestaat uit R. Brink, H. Planting en Ids Roukema. De Harlinger Courant vermeldt dat Ids ‘zich verstandig toont, door niet meer op het publiek te werken maar de ballen daar te brengen waar hem dit voordelig is’. In de spannende finale worden de eersten om en om verkaatst. Het publiek raakt geheel in vervoering en het is daarbij ook nog eens prachtig weer. In het laatste spel komt het partuur van Sikke achter met 6-0. Men loopt in en Sikke slaat boven waardoor het 5-5 en 6-6 wordt: ‘Alles aan de hang’. Het publiek trilt van emotie. Partuur nummer 8 wint uiteindelijk door een zitbal van Ids Roukema die ook tot koning van de partij wordt uitgeroepen.. De eerste prijs levert ƒ 60,- op en de tweede ƒ 30,-. Dit was voor Roukema in alle opzichten een ‘boppeslach’. Ids was n.l. gemobiliseerd (in Chaam, Noord-Brabant) maar had met veel moeite toestemming van de commandant gekregen om die dag in Harlingen te kunnen kaatsen.
Op maandag 19 juli kaatst Sikke de Vries met Otte Postma uit Makkum en Bouke Tolsma, afkomstig van Arum. Ze winnen de derde prijs, die goed is voor ƒ 6,-. Dan is het op 4 augustus 1915 eindelijk zover, de PC! Nadat het de dagen daarvoor behoorlijk slecht weer is geweest met veel regen, is het deze ‘Fiifde Woansdei’ prachtig weer. Om 09.00 uur begint het kaatsen in vier perken, twee op het hoofd- en twee op het bijveld.
Sikke kaatst met de Franekers Hendrik van Haitsma en Jacobus Jellema in partuur nummer 12. Van Haitsma en Jellema hebben Sikke gevraagd met hen een partuur te vormen. Ze zijn onder de indruk van wat ze van hem hebben gezien. In de eerste omloop verslaan ze het partuur van Klaas Pollema, Sietze van der Meulen en Jacobus Osinga. Het verliezende partuur krijgt slechts één eerst. In de tweede omloop volgt ‘een vrij saaie wedstrijd,’ aldus het krantenverslag. Jacobus Jellema slaat goed op, en bovenslagen van Van Haitsma en De Vries bezorgen hen de winst. Dit ten koste van het partuur van J. Jellema en G. en J. Hiemstra beiden uit Menaldum. Ter afwisseling krijgt het publiek daarna van gymnastiekvereniging Olympia een atletiek- en turndemonstratie te zien. Deze duurt van kwart over drie tot half 5.
In de derde omloop winnen Sikke en zijn maten van het geduchte partuur van Anne Smidts uit Franeker, Gerben Hoitsma uit Berlikum en zijn Harlinger kaatsmaat Ids Roukema. Er wordt in deze partij uitstekend gekaatst waarbij volgens de Leeuwarder Courant: ‘Sikke puik werk levert’. In de finale komt het succesvolle drietal tegenover een compleet Franeker partuur te staan, bestaande uit Tjalling Strikwerda, Nanning Staalstra en Machiel Miedema. Het is mooie sport wat de mannen laten zien, en de ongeveer 3500 bezoekers kunnen vaak applaudisseren. Met afwisselend geluk wordt er gekaatst tot twee spellen gelijk maar dan lijkt de vermoeidheid Staalstra c.s. na een zware dag parten te gaan spelen. Ze drijven de ballen minder ver, terwijl de tegenstander geen vermoeidheid schijnt te kennen. Ze winnen en de tegenstander komt niet verder dan de eerder genoemde twee spellen. Sikke de Vries heeft nu voor de tweede maal de PC gewonnen en deze keer wordt hij beloond met de zo felbegeerde koningstitel. De prijs bestaat wederom uit drie zilveren erekruisen en twaalf Gouden Willems. De Vries krijgt de koningsbal een jaar in zijn bezit. Later vertelt hij dat hij bij terugkomst in Harlingen door honderden mensen werd onthaald. En onderweg naar huis plukten zóveel mensen aan zijn krans, dat deze bij thuiskomst al bijna kaal was.
Een vervelend gerucht
Een tijdje later komt er een naar gerucht op gang, iets dat Sikke veel pijn doet. Het verhaal gaat dat vlak voor de finale, PC-voorzitter Koopmans, Jacobus Jellema iets toefluisterde. Sikke zou dit hebben gezien en aan zijn maat hebben gevraagd wat de voorzitter zei. Jellema vertelt dat de voorzitter hem heeft gezegd dat hij koning zal worden als ze winnen. Sikke zou hem een ‘weintsjil’ hebben geboden voor het koningschap. Of dit verhaal waar is, valt te betwijfelen. De PC-Commissie had namelijk al in 1913 een aparte koningscommissie ingesteld, waardoor niet langer de kaatsers onderling bepaalden wie van hen koning zou worden. We mogen er dus vanuit gaan dat Sikke de Vries door de keuze van die commissie tot koning is uitgeroepen.
Sikke de Vries met de PC koningsbal, 1915. Foto: kaatsmuseum
Bondsprijzen en overig eremetaal
Maar het seizoen zit er nog niet op. Op 15 augustus kaatst Sikke in Berlikum. Ondanks sterk opslaan van Anne Smidts, behaalt het partuur waar ook J. Plantinga deel van uitmaakt, slechts één eerst. Op 22 augustus schrijft Eendracht wederom haar jaarlijkse wedstrijd uit. Sikke vormt met o.a. Ids Roukema een partuur, maar op het moment dat ze het vijfde eerst binnenhalen, komt Ids zwaar ten val en trekt zich terug. Uiteindelijk wint Sikke samen met D. de Wit Jr. en D. de Groot toch de eerste prijs en gaat hij met drie zilveren lepels naar huis..
Op 5 april in 1916 houdt KV. Eendracht een historische bestuursvergadering. De administratie is op orde en penningmeester van der Meulen wordt bedankt voor zijn’ accuraat werk’. Tijdens de vergadering moet er een beslissing genomen worden over de samenstelling van het Bondspartuur. Het wordt achteraf gezien een historisch besluit. Harlingen zal uitkomen met Ulbe Posthuma, Sikke de Vries en Ids Roukema. Hetzelfde partuur kwam in 1913 op de Bond al eens met de bronzen medailles thuis. Op 2 juni kaatst Sikke in Dokkum met Wybren Kooistra en J. Rozema. Sikke is in vorm en door zijn uitstekende spel winnen ze en neemt hij ook nog de medaille mee naar huis voor de verste bovenslag.
Tien dagen later wordt de Bond van 1916 verkaatst. Het is de tweede keer dat de partij in Harlingen wordt gehouden en er hebben zich 35 parturen aangemeld. Er wordt begonnen in vijf perken en er zijn ongeveer 1200 betalende bezoekers. Het is zeer slecht weer, harde windvlagen en stromende regen hebben die dag de overhand. Het Harlinger partuur heeft concurrent Pingjum al verslagen maar als er nog zeven parturen over zijn wordt besloten de partij wegens het slechte weer te staken. Dit tot groot ongenoegen van een aantal toeschouwers. Het tramstation raakt later overvol met vertrekkende bezoekers die zelfs over de hekken klimmen om in de volle trams een plekje te veroveren. Aangeschoten jongeren veroorzaken een vechtpartij waarbij een jongeman uit de tram wordt gesleurd en tot bloedens toe wordt geslagen.
Zes dagen later wordt de partij uitgekaatst en Harlingen komt in de finale tegenover Sneek te staan. Daar hadden Sikke, Ids en Ulbe geen moeite mee, getuige de eindstand: 5-1 6-2. ’s Avonds is de prijsuitreiking in schouwburg de Harmonie te Harlingen. De eerste prijs bestaat uit een zilveren medaille en natuurlijk de Pim Mulierbal. Voorzitter IJntema is apetrots op zijn jongens. Hij zegt dat de Friezen nu nooit meer mogen zeggen dat Harlingen buiten Friesland ligt. De ‘drie stoere jonge mannen, alle waschechte Harlingers, er is geen geïmporteerde bij’, krijgen uit handen van de voorzitter een barometer uitgereikt.
V.l.n.r.: Ulbe Posthuma, Sikke de Vries en Ids Roukema. Winnaars Bondspartij 1916. Foto: Kaatsmuseum
Op 2 juli gaan dezelfde mannen naar Huizum voor een wedstrijd tussen Belgen en Friezen. Ze winnen daar de derde prijs, een bedrag van ƒ 15,- en Sikke mag weer eens de medaille voor de verste bovenslag in ontvangst nemen. Op 24 juli wint hij met Jan Reitsma en de Belg C. Hendrixs (die in Harderwijk geïnterneerd is) nog een tweede prijs, goed voor een bedrag van ƒ 15,-
Geen succes voor Sikke op de PC van 1916, die met hetzelfde partuur als het jaar daarvoor aan de strijd deelneemt. Ze hadden gehoopt de krachttoer van vorig jaar te kunnen herhalen maar in de finale verliezen ze van Rinze Brink, de Belg August van Lierde en Ids Roukema. Rinze Brink van Oosterlittens wordt koning. Een van de weinige successen van dat seizoen zal Sikke behalen op een uitnodigingspartij in Makkum. Hij komt daar in actie met Jetze Seekles en Jan Heeg en de eerste prijs gaat mee naar Harlingen. In 1917 gaan Ids Roukema, Ulbe Posthuma en Sikke weer als partuur naar de Bond in Witmarsum. Ze moeten nu genoegen nemen met slechts een derde prijs. Op 15 en 16 augustus van dat jaar maakt Sikke deel uit van een ploeg Friese kaatsers die spelen tegen Belgen, gelegerd in de interneringskampen in Harderwijk en Zeist. Op 15 augustus winnen Jan Reitsma, J. de Windt en N. Staalstra. Een dag later in Zeist nemen de Belgen, Neuray, Paternoster en Urbain revanche.
15 augustus-Harderwijk. Staand, derde van links, Sikke de Vries. Foto: Kaatsmuseum
Einde van een kaatscarrière
We komen Sikke de Vries na 1916 nog maar weinig tegen in de uitslagen en het duurt tot 1919 voordat hij weer vermeld wordt. Op de bond kaatst hij met Ids Roukema en A. van der Veen maar ze komen niet verder dan de zesde prijs. In juni van dat jaar kaatst hij in Witmarsum met Roukema en de Jong, beiden uit Wijnaldum. Hij slaat maar liefst zeven keer boven in één partij, en neemt daarvoor een zilveren medaille mee naar huis. In dezelfde maand kaatst hij in St. Jacobiparochie. Het Algemeen Handelsblad meldt echter: “S. de Vries, bekend om zijn uitslagcapaciteiten, kon er ditmaal echter niet in komen”. In augustus wint hij dan nog een premie van ƒ 15,- met de gebroeders Ids en Siebren Roukema. Het lijkt gedaan met de carrière van ‘de protter’. In 1920 wint hij nog een kleine premie, en in 1921 nog een eerste prijs en weer een kleine premie. In datzelfde jaar slaat echter het sportieve noodlot toe. Hij ‘verslaat zijn schouder’ en met kaatsen op het hoogste niveau is het dan afgelopen.
Op 7 juli 1921 trouwt Sikke met Catharina Geertruida ten Brug, dochter van een schoenmaker. Het kaatsen raakt wat op de achtergrond en hij richt zich meer op thuis en zijn werk. Door zijn vakmanschap en zijn bekendheid als kaatser heeft hij nog behoorlijk klandizie. Maar dat zal, naarmate de jaren verstrijken, minder worden. In augustus 1922 bevalt Catharina van een zoontje. Zij noemen deze nieuwe ‘ouwe seun’, natuurlijk Sikke. Tot hun groot verdriet zal dit jongetje niet oud worden, hij overlijdt twee maanden later. Op 23 oktober 1923 wordt een dochtertje geboren, Ruurdje.
Sikke bezoekt nog wel kaatswedstrijden en de sympathieke Harlinger is daar een graag geziene gast. Het doet hem wel pijn dat hij niet meer mee kan doen. Soms wordt hem gevraagd of hij bij een partij als keurmeester of scheidsrechter wil fungeren en als groot liefhebber van het spel slaat hij dat niet af. Met de koperslagerij wil het niet meer zo vlotten. In 1926 heeft hij de zaak nog wel maar nu hij ook de verantwoordelijkheid draagt voor een gezin, zullen er toch inkomsten moeten komen. Het is moeilijk om het hoofd boven water te houden en twee jaar later werkt Sikke zodoende bij Krols autogarage en rijwielhandel, die twee huizen verderop aan de Lanen zit.
Naar ‘It lân fan dream en winsken’
Op 8 juli 1929 gaat Sikke aan de slag bij de Rotterdamse Machinefabriek Braat, als ‘klinker op montage’. In deze zomer ondervinden veel bedrijven in de Verenigde Staten dat de markt verzadigd is en ze verminderen daarom hun productie. De eerste ontslagen vallen, bestedingen lopen terug en andere bedrijven komen op hun beurt in de problemen of gaan failliet. De koersen vlakken steeds verder af, wat uiteindelijk in oktober leidt tot een wereldwijde beurscrisis. De gevolgen hiervan laten ook Nederland niet onberoerd. Sikke, die nog maar een paar maanden in Rotterdam werkzaam is, ziet zijn dienstverband op 1 november helaas eindigen. Zijn loon bedraagt 55 cent per uur.
Het contact met de twee broers in Amerika is altijd goed gebleven, en zijn broer Simon heeft hem uitgenodigd over te komen om het geluk daar te gaan zoeken. Eind dat jaar vertrekt het gezin, met het schip de ‘Nieuw Amsterdam’ varen ze van Rotterdam naar Ellis Island, bij New York, waar ze op 1 januari 1930 aankomen. Na de medische keuring reizen ze door naar Grand Rapids. Sikke en zijn dochter Ruurdje laten dan hun naam ‘veramerikaniseren’. Sikke wordt Sidney en Ruurdje wordt Ruth. Catharina laat haar naam zoals die is, de Amerikanen hebben geen probleem met de uitspraak ervan. Het leven is goed voor het gezin De Vries in de Verenigde Staten. Zijn broer Simon heeft voor hem een baan kunnen vinden bij een bank in Chicago. Niet als bankier maar met zijn technische vaardigheden wordt hij daar manusje van alles. Hij kan zò goed opschieten met de directeur van deze bank, dat deze hem gratis onderdak biedt. Het gezin woont een tijdlang in het souterrain. Door de opkomst van de elektriciteit is er al snel geen plaats meer voor Sikke bij de bank. Het gezin betrekt een huis in Grand Rapids, aan La Grave 222, een lange straat waar veel immigrantenfamilies wonen. Veel Friezen kennen Sikke van het kaatsen. Op straat en in de gezinnen wordt zodoende nog veel Fries gesproken.
Tweede van links, Sikke de Vries. Het kleine meisje is Ruurdje, uiterst rechts achteraan staat Catharina. Foto: Eddy de Vries
Langzaam maar zeker wordt Sikke weer enthousiast voor het kaatsen, zijn schouder ‘houdt’ het maar of er nog vele en verre bovenslagen zullen vallen zoals tijdens zijn ‘Friese carriere’, valt te betwijfelen. Er is een kaatsvereniging in Grand Rapids, waarschijnlijk de eerste van Amerika en deze bestaat al sinds 1887 onder de naam: ‘Fryske Nocht’. De Amerikanen noemen het kaatsen: ‘Cairmblixam’. Het ‘kear em, bliksem!’ valt hierin te herkennen. Jaarlijks is er een ‘velddag’ met kaatspartij, waarbij drie clubs om de eer strijden. Er zit een kaatsclub een paar kilometer verderop in het stadje Holland en ook Chicago heeft een kaatsvereniging. Naast het kaatsen wordt er ook toneel gespeeld en gezongen. Er komen 400 Friezen kijken op die dag in 1930 en pas tegen middernacht keren de bezoekers huiswaarts. Het was toen 10 jaar geleden dat de naam van Sikke de Vries weer eens op een uitslagenlijst vermeld stond. Hij wint, samen met Joe Stoker en Roelof Blesma en Stoker wordt die dag koning van de partij.
Op Labor Day 1931, de feestdag voor de werkman in Amerika, organiseert ‘Friso’ van Grand Rapids de jaarlijkse velddag, waarbij de Friese verenigingen van Chicago en Holland uitgenodigd zijn. Maandagochtend om tien uur moet iedereen aanwezig zijn op de ‘Rifle Ranch’. Het is erg warm, schrijft Sikke aan de Harlinger Courant in dat jaar. Ze kaatsen bij zo’n 33 graden, waardoor hij erg verbrandt. “Twee dagen later kon ik de lappen vel van mijn lichaam trekken”, aldus de kaatser. Grand Rapids wint dat jaar voor de tweede opeenvolgende keer de prijs. Hij kaatst samen met Johannes Brandsma uit Makkum en J. Wip uit Dokkum. Enthousiast schrijft Sikke in een lange brief naar de Harlinger Courant: “Ik heb nog eens ouderwets gekaatst en tot mijn blijdschap werd ik ook koning van de partij”. Brandsma wordt kort na deze partij echter terug naar Nederland gestuurd omdat hij onder een valse naam de Verenigde Staten was binnengekomen.
Sikke de Vries in Grand Rapids met de gewonnen bal om zijn nek. Links Johannes Brandsma, oorspronkelijk van Makkum en rechts J. Wip, oorspronkelijk uit Dokkum. Op de voorgrond Sikkes dochter Ruurdje. Foto: Kaatsmuseum
Verder schrijft hij in dezelfde brief over de omstandigheden in de VS. Het is de periode waarin Al Capone zijn hoofdkwartier in Chicago heeft en berovingen en plunderingen zijn aan de orde van de dag, met name olie- (of benzine)-stations. De economie verslechtert snel, er zijn fabrieken waar eerst 1200 mannen 6 dagen per week werken maar waar nu nog voor slechts 50 man werk in drie dagen is. Het eten gaat op de bon maar het leven is niet zo heel duur. Veel mensen hebben hun huis op afbetaling gekocht, maar kunnen daar niet meer aan voldoen waardoor hun huis door de bank in beslag wordt genomen. Ook schrijft Sikke een verbazingwekkend stuk over de positie van de vrouw in die tijd, ze hebben het voor het zeggen. Het blijkt geen zeldzaamheid te zijn dat vrouwen drie keer trouwen, nu de man niet veel meer verdient. Ze vraagt een echtscheiding aan en trouwt de volgende week met een man die meer geld te besteden heeft.
Sikke en zijn vrouw vechten om de Harlinger Courant als die op vrijdagochtend bezorgd wordt. Hij schrijft aan de krant: “Ik verslind al gauw de sport en mijn vrouw de burgerlijke stand” Voor wat betreft de prestaties van de kaatsers van KV. Eendracht zegt hij: “ik ben er trotsch op, dat ze de voetsporen drukken van U. Posthuma, Ids Roukema en dan mijn persoontje, want wij waren de eersten die de eereteekenen aan het vaandel brachten”.
Enkele reis Harlingen
Hij besluit zijn brief met de opmerking dat hij binnenkort nog wel eens zal schrijven. Hij vreest namelijk dat de toestand in het land nog verder zal verslechteren en zijn vrees blijkt gegrond. Ondertussen kaatst hij en wint nog wel eens een prijsje maar de terugkeer naar Nederland lijkt aanstaande. Zijn dochter Ruurdje, mijn tante dus, vertelde me later wel eens dat er zulke grote kieren tussen de planken van hun huis zaten dat wanneer het regende, het binnen net zo nat werd als buiten. Midden 1934 vertrekken ze naar Nederland en gaan weer wonen in Harlingen. Ze vinden een bovenwoning aan de Heiligeweg 13a. Er komt een tweede kindje, een jongetje. Naam: Sikke de Vries.
Sikke blijft sporten, iets wat hij tot aan zijn 79ste zal blijven doen. Naast het kaatsen is hij ’s winters een verwoed schaatser. Hij wordt gevraagd om keurmeester te worden op de zijn zo geliefde PC. Dat kan hij natuurlijk niet weigeren. Hij zal zich niet meer bezighouden met de koperslagerij, maar wordt los werkman. Bij KV. Eendracht kaatst hij inmiddels bij de senioren en neemt in 1935 een zit in het bestuur. In 1938 wordt hij samen met zijn oud-kaatsmaat Ulbe Posthuma terreincommissaris. Op 3 november 1939 stopt hij met het bestuurswerk.
De tweede wereldoorlog nadert. Die oorlog zal Harlingen hard raken en ook het gezin De Vries. De familie in Amerika stuurt in het begin nog wel eens een pakket maar dit wordt al gauw door de Duitsers verboden. In 1941 zit KV. Eendracht met een probleem. De grasmat wordt grotendeels omgeploegd voor het leggen van de fundamenten voor een Duits soldatenkamp. In de oorlogsjaren kaatst Eendracht aan de Vierkantsdijk. Sikke ziet dan een lange, ietwat slungelachtige jongen die in zijn ogen wel wat kan. Hij geeft hem wel eens een tactische aanwijzing. Of het door deze aanwijzingen is gekomen, is natuurlijk niet te bewijzen. Maar wel dat die slungelachtige jongen met de naam Hotze Schuil een groot kaatser is geworden.
In 1943 wordt Sikke, die dan 54 jaar is, veroordeeld tot een boete van ƒ 50,-. Hij had namelijk gezien dat twee mannen uit een pakhuis een zak tarwe hadden gestolen. Van die tarwe kreeg hij 10 kilo, als hij zijn mond zou houden. Het kwam echter uit. Het gezin De Vries krijgt te weinig te eten en aan het eind van de oorlog is de zoon van Sikke ondervoed. Vlak na de oorlog gaat Sikke jr. dan ook naar Engeland om aan te sterken. Zijn zuster Ruurdje vertrekt naar Londen en werkt daar een aantal jaren voor Philips.
Oude liefde roest niet
Zo rond 1950 kaatst Sikke nog steeds. Zijn zoon, die dan ongeveer 15 jaar is, kan ook goed overweg met het kleine balletje maar voor hem is niet zo’n grote carrière weggelegd als voor zijn vader. Samen kaatsen ze wel eens op de dan nog autoluwe Heiligeweg, terwijl Catharina uit het raam toekijkt en haar zoon aanmoedigt. Zoon Sikke gaat naar de Ambachtsschool en wordt machinebankwerker.
Het gezin de Vries voor hun huis aan de Heiligeweg in Harlingen. V.l.n.r.: Catharina, Sikke sr., Sikke jr. en Ruurdje. Foto: Eddy de Vries
De laatste wapenfeiten van Sikke op het Friese gras komen we tegen in september 1950 en 1954.
In 1950 doet hij in Berlikum met A. Wieling en R. IJetsinga mee aan een partij voor oud-kaatsers. Ze sneuvelen in de eerste omloop met een volle telegraaf. In 1954 doet hij weer mee aan de partij in Berlikum, nu met R. IJetsinga en R. Werkhoven. Het is die dag ontzettend slecht weer, waardoor deze partij niet uitgekaatst kan worden. Door loting wordt de winnaar van de partij bepaald. Het lot valt gunstig uit voor Klaas Kuiken, Jacobus Jellema en Klaas de Jager, waarbij Kuiken tot koning wordt uitgeroepen.
In 1950 wordt het straatkaatsen in ere hersteld en de eerste editie van het Lanenkaatsen is zodoende een feit. Het initiatief komt van de familie van der Gaast, eigenaren van sigarenmagazijn ‘t Hoekje, Op het snijpunt van de Lanen en Ossenmarkt werd door de jeugd al voor de eerste wereldoorlog veel gekaatst. Aangemoedigd door de omwonenden die dan een paar centen of iets anders beschikbaar stelden en niet gehinderd door druk verkeer, was het kaatsen daar een vaak voorkomend straatbeeld. De familie Pais, die een groentezaak op de Kleine Breedeplaats heeft, loofde vaak kokosnoten of pinda’s als prijsjes uit. Sikke zal drie keer meedoen aan het Lanenkaatsen en in 1951 wint de ‘oude protter’ de eerste prijs in de oudste leeftijdsklasse.
Nog één keer in het kaatslicht
In 1953 overlijdt zijn zo geliefde Catharina. Hij blijft alleen achter met zijn zoon Sikke, die nog thuis woont en dochter Ruurdje. Ruurdje is getrouwd en woont nu aan de Zuiderhaven. Omdat haar man Jaap vaart en dus veel van huis is, doet Ruurdje grotendeels het huishouden en kookt voor haar vader en broerke. Sikke gaat nog wel vaak naar het kaatsen, bij Eendracht ontbreekt hij bijna nooit en jaarlijks is hij nog keurmeester op de PC. Tot 1965, hij is dan 77 jaar. De ogen worden minder en hij kan het snelle spel niet goed meer volgen. Op de PC van dat jaar worden hij, Jacobus Jellema en Hendrik van Haitsma, de winnaars van 50 jaar geleden, in het zonnetje gezet. Voorzitter Mr. Klaas Bijlsma bedankt Sikke voor de 50 jaren dat hij keurmeester is geweest. Bijlsma staat bekend om zijn ‘oratorische talenten’, en vergelijkt Sikke de Vries met de Romeinse keizer Gajus Julius Ceasar Augustus. “Sikke syn ryk hat it fyftich jier úthâlden, dat fan Gajus Julius mar 48”, aldus de voorzitter.
De winnaars van de PC uit 1915 bijeen op de PC van 1965. V.l.n.r.; Hendrik van Haitsma, Sikke de Vries en Jacobus Jellema. Foto: Eddy de Vries
De laatste jaren van zijn leven kuiert Sikke graag door Harlingen samen met Robbie, zijn trouwe witte keeshond. De twee zijn onafscheidelijk. Hij maakt graag een praatje en geniet volop van zijn kinderen en hun gezin. Hij is maar wat trots op zijn twee kleinzonen.
Op de avond van 27 december 1969 wordt er bij zoon Sikke aangebeld door Jaap, de man van Ruurdje. Sikke is op 81-jarige leeftijd plotseling overleden. Twee dagen daarvoor heeft hij nog bij zijn zoon en schoondochter Klaske gegeten aan de Kimswerderweg. Zij hebben twee zoons waarvan ik de jongste ben, De oudste zoon – mijn broer – was op eerste kerstdag 5 jaar geworden. Hoe hij heet? Sikke natuurlijk!
Toen ik zelf nog kaatste bij de jongens en in het afdelingspartuur van Harlingen zat, werd ik op de dorpen vaak aangesproken. Oude mannen met hun onafscheidelijke witte petten hadden de lijst bekeken en zagen dan een ‘de Vries’ uit Harlingen staan. Steevast werd me dan gevraagd, of ik een van ‘die protter’ was. Na dit te hebben beaamd, kreeg ik al die bijzondere kaatsverhalen te horen. Bij het Lanenkaatsen kreeg ik wel eens wat tips en trucs van ene Hotze Schuil. ‘Dien opa hielp mie oek wel us op gang, seun’, zei hij dan.
Terwijl ik over de laatste zin nadenk, kijk ik even naar rechts van mijn bureau, naar de medaillekast van opa. Nog steeds blinken daarin de medailles en de lepels en een gevoel van trots kan ik daarbij niet onderdrukken. Maar nog steeds mist daarin dat ene bewijs dat hij koning was op de PC van 1915. Waar is toch dat zilveren balletje van Sikke de Vries?
1 note
·
View note
Text
Ineos' Stannard, 33, retires from cycling because of arthritis
Ineos’ Stannard, 33, retires from cycling because of arthritis

Ian Stannard was part of three Tour de France-winning teams
Former British champion Ian Stannard has been forced to retire because of rheumatoid arthritis.
The Ineos Grenadiers rider was one of the first riders to join the team as Team Sky in 2010 and his biggest wins came in the one-day Omloop Het Nieuwsblad races in 2014 and 2015.
Stannard also helped Chris Froome and Bradley Wiggins win five…
View On WordPress
0 notes
Photo
Only 45 days until racing returns to Belgium. Although we have not yet recovered from the horror of 2015! Omloop Het Nieuwsblad | 📸 Kramon www.belgianboysclub.cc | Belgian Boys Club
3 notes
·
View notes
Text
BUITENHOF TEGEN BAUDET – STRIJD OVER WOORDEN
Misschien is het anderen intussen ook opgevallen, maar in de Nederlandse politiek gebeurd praktisch niets meer. Meestal is het saai, kleingeestig en er is gewoon veel te veel Rutte in omloop. Eigenlijk is het dan ook niet verwonderlijk dat het saai is. Rutte is nu eenmaal saai, en zal ook niet anders worden. Een droge korst brood heeft meer uitstraling dan het VVD opperhoofd, dat ook al veel te lang premier is. Verder is er eigenlijk bijna nooit iets te berichten; soms een klein schandaaltje, en af en toe komen de boeren langs. Maar die worden dan weer bij het Binnenhof weggehouden, en krijgen niet eens de kans om zo af en toe heel even de gierspuit op het torentje te richten. Kijken we naar de landen om ons heen, dan zien we dagelijks politieke strijd. Hier gaat alles gewoon zijn gangetje. Daarom is er ook bijna nooit meer iets om over te schrijven. Jammer, maar wel gewoon een feit.
Toch komt er af en toe een incidentje langs waaruit je kunt afleiden dat ook hier de globalisten agenda op de achtergrond wel degelijk meespeelt. Kort geleden ontstond er een ruzie tussen het programma Buitenhof, en de leider van het Forum voor Democratie, Thierry Baudet. Wat was er precies gebeurt? Tijdens een uitzending van Buitenhof zei presentatrice Nathalie Righton dat Thierry Baudet had beweerd dat de Europese Unie een lopend plan heeft om het Europese blanke ras te vervangen door Afrikaanse migranten. Baudet reageerde woedend en zei dat hij dit nooit zo had gezegd. Hij gaf aan nooit racistische uitspraken te doen, en geen verschil te maken tussen mensen. Zijn doel is het stoppen van de massamigratie, onverschillig wie er komt, omdat een te grote instroom onze samenleving bedreigd. Hij eiste onmiddellijk rectificatie. Dat werd weer geweigerd door Buitenhof, waarbij een woordvoerder aangaf dat Baudet wel degelijk gelijksoortige uitspraken had gedaan. De zaak gaat nu naar de rechter.
Een conflict over woorden, zou je kunnen concluderen. Niet echt belangrijk dus. Maar als we even verder kijken, is het al snel duidelijk dat er veel meer aan de hand is. Waar het om gaat is hoe de media omgaan met meningen en standpunten, die het systeem niet welgevallig zijn. Op het eerste gezicht zou de gemiddelde kijker denken dat de presentatrice gewoon de woorden van Baudet heeft samengevat. Maar dat is precies wat de media wil dat we denken. Wat hier in feite achter schuil gaat is het zogenaamde “framing”. Mediamakers krijgen hier speciale richtlijnen voor die van hogerop afkomstig zijn. Die richtlijnen zijn bedoeld om er voor te zorgen dat iemand die de mening van de elite naar voren brengt of verdedigd, omhoog geschreven of gepraat wordt. Iemand met een andere mening moet dan de grond in gestampt worden, of op z’n minst in een kwaad daglicht worden gezet. Wat men bij “framing” doet is het overbrengen van een kern van waarheid in een omhulsel van negatieve zaken of halve leugens, dit om de mening van een persoon of een organisatie waar het systeem een probleem mee heeft, zo te verdraaien dat diezelfde mening gediskwalificeerd wordt of zelfs schadelijk lijkt. Dit wordt steeds herhaald of hergebruikt zodat de kijker of de luisteraar gaat denken dat het de volledige waarheid is, en men het werkelijk zo heeft gezegd. De huidige zaak rond Baudet is op dit gebied een klassiek voorbeeld.
Waar Baudet vaak over spreekt is de grote bevolkingsuitwisseling, die is opgezet door de VN en wordt uitgevoerd door de Europese Unie. We spreken dan over een lange termijnplan dat Europa voor altijd zal veranderen en zeker niet ten goede. Dat Baudet zich hier tegen verzet is volledig legitiem. Immers de grote instroom bedreigt onze identiteit, onze cultuur, geschiedenis en manier van leven. Verzet tegen dit soort plannen heeft met racisme niets te maken. Het is immers niet gericht tegen een bepaalde bevolkingsgroep, maar keert zich tegen de massamigratie in het algemeen, en vooral tegen de aanstokers er van. Natuurlijk is het ook niet zo dat onder het plan de Europese bevolking per persoon wordt vervangen door migranten uit Afrika of het Midden Oosten. Baudet zal dit ook nooit hebben beweerd, maar door zijn woorden met een sausje racisme te overgieten, kan Buitenhof hem als een soort verkapte racist neerzetten. Daarom is het ook juist dat hij naar de rechter stapt. De leugenpers zoekt altijd de grenzen op, en moet daarom ook af en toe op diezelfde grenzen worden gewezen.
Maar terug naar de grote bevolkingsuitwisseling. Het doel is dus niet een 1 op 1 vervanging. Men wil Europa zo vol laten stromen met migranten uit voor ons vreemde culturen, dat ons continent naar verloop van tijd een soort mengbevolking krijgt. Een dergelijk bevolking zal door de vele vermengingsexperimenten en parallelgemeenschappen meestal passief zijn, en geen kritiek uiten. Men heeft immers geen identiteit, geen geschiedenis en geen tradities, dus ook geen reden voor verzet. De elite krijgt dan de volledige controle en alle oppositie zal uitgeschakeld zijn. Daarom ook wil de EU de nationale staten afschaffen. Juist die staten zorgen er voor dat de volkeren in Europa weerbaar zijn. Voor de globalisten, die nog steeds dromen van een Verenigde Staten van Europa, zijn deze staten een barrière, die hun plannen om de uitbuiting tot een hoogte punt te brengen in de weg staan. Zij willen Multi-Culti zodat ze zo veel mogelijk groepen tegen elkaar kunnen uitspelen, met verdeel en heers als het belangrijkste middel. Om dit te voorkomen moeten we de massamigratie stoppen en de nationale staten behouden.
De globalisten weten dat hun plannen niet populair zijn, en dat steeds meer mensen zich verzetten. En terecht. Daarom wordt framing ingezet om tegenstanders onschadelijk te maken, uit welke hoek ze ook komen. Net als ooit de beruchte Colijn, zou de elite graag zien dat we rustig gaan slapen. Dat plezier zullen we hen niet doen. En we laten ons ook niet voor racisten uit maken. Ieder die wil deelnemen aan de strijd voor een vrij Europa zonder EU dictatuur is welkom. Achtergrond of afkomst spelen hier in geen enkele rol. Er is echter geen plaats voor volksverraders en agenten van de globalisten. Dat is de enige scheidslijn. Het vrije Europa van de onafhankelijke staten kan er komen, als we allemaal nu actief worden. Dan kunnen we de EU vernietigen en de globalisten verjagen. Precies dat zal de strijd van de komende jaren bepalen, en het zal de enige strijd zijn die er toe doet. Het is een strijd die we niet mogen verliezen, hoe hoog de prijs die we zullen betalen ook mag zijn. WE HALEN ONZE LANDEN TERUG!
Naschrift: In de laatste dagen heeft de Turkse islamitische dictator Erdogan zijn grenzen open gezet, en duizenden nepmigranten richting Europa gestuurd. Veel van deze figuren zijn terroristen uit Syrië die daar in het nauw zijn gedreven. Zij hebben in Europa niets te zoeken, en de Griekse autoriteiten werken keihard om de grens te beschermen tegen de invasie. Opnieuw probeert Erdogan Europa te chanteren. Dit mag hem niet lukken, dus; GRENZEN DICHT – NOOIT MEER 2015!!
Links:
Internet: www.volkskracht.blogspot.com
Twitter: Volkskracht Vooruit! @VolkskrachtV
Telegram: t.me/volkskrachtvooruit (abonneren na installeren Telegram App)
VK: https://vk.com/id484133031
Artikel uitgebracht door: VOLKSKRACHT VOORUIT! @ 2020
0 notes
Text
50cm:Degenkolb leads Trek-Segafredo turnaround at Gent-Wevelgem
It has been a trying start to the year for the Trek-Segafredo team, not least their Classics squad, but they turned things round dramatically at Gent-Wevelgem, where John Degenkolb claimed second place at the end of a day in which all their key riders finally delivered.
The Classics campaign got off the worst possible start as riders apologized to team management for their performances at Omloop Het Nieuwsblad at the start of the month. They hardly fared much better at Kuurne-Brussel-Kuurne the following day and it seemed the poor form had continued into the main cobbled classics period when they made no impact whatsoever at E3 BinckBank on Friday.
However, it looked like a different team Gent-Wevelgem on Sunday. Not only did one rider step up; they all did. All four of their Classics specialists – Degenkolb, Jasper Stuyven, Mads Pedersen, and Edward Theuns – made it into an elite 18-rider breakaway that went clear after only 50km and shaped the complexion of the whole race.
ADVERTISEMENT
Though Degenkolb was dropped on the first ascent of the Kemmelberg - with Stuyven and Pedersen dropping back when Theuns went clear with Peter Sagan, Matteo Trentin, and Mike Teunissen - the German sat patiently in the main group and sprinted to his first Spring Classics podium since 2015.
Although he came so close to victory, there was no hint of disappointment, as he admitted Alexander Kristoff was the worthy winner and instead basked in a much-improved collective display.
“We take a lot of confidence from that. We turned the page after quite a few disappointments this year already. It’s the time to give the payback,” Degekolb told Cyclingnews in Wevelgem.
You can read more at Cyclingnews.com
0 notes
Text
Next: de belofte van mobiele AR
VR is uit, AR is in, zo stellen diverse experts. Mede doordat er geen head-up display voor nodig is. En enkel een smartphone al voldoende is om realtime voorwerpen in de omgeving te tonen. Is het inderdaad al een gelopen race of zijn de kaarten nog lang niet geschud? Sprekers op het onlangs in Amsterdam gehouden congres VR Days moesten het volmondig toegeven: er is een gure winter aangebroken voor virtual reality. Na de hype zien fabrikanten zich geconfronteerd met tegenvallende verkopen van premium VR-brillen. Philip Rosedale, oprichter van Second Life, denkt dat het iPhone-moment voor VR zeker nog vijf jaar verwijderd is. De huidige generatie VR-brillen verkeert volgens hem als het ware in een pre-smartphonestadium. Daar staat tegenover dat augmented reality (AR) of mixed reality (MR) – de combinatie van de virtuele en fysieke wereld – zich in een enorme belangstelling mag verheugen. Om over extended reality (XR), de mens-machine-interactie, nog maar te zwijgen. In het afgelopen jaar werd zo’n 1,8 miljard dollar in AR en VR geïnvesteerd, volgens cijfers van Digi-Capital. In het derde kwartaal verschoof de aandacht echter duidelijk naar AR. De blues rond VR zou je er bijna door vergeten. Bij augmented reality wordt virtuele informatie als het ware over de werkelijkheid heen gelegd. Dit bestaat al heel lang en wordt bijvoorbeeld sinds de jaren negentig al gebruikt in gevechtsvliegtuigen. Een andere bekende toepassing zijn head-up displays in auto’s. Bij de eerste smartphonetoepassingen werd er informatie gezocht bij de omgeving die de telefooncamera waarnam. Dat was tevens het idee achter de Nederlandse app Layar, die zo rond 2010 furore maakte. De toepassing werd miljoenen keren gedownload, maar de doorbraak bleef uit. Waarna het bedrijf zich richtte op de traditionele gedrukte media, om digitale content aan drukwerk te koppelen zonder QR-codes. Het grote AR-succes was natuurlijk het virtuele spel Pokémon GO. Pokémon vangen in het park, de duinen, op het strand of in je eigen straat met je smartphone werd in de zomer van 2016 een megahype. Opvallend genoeg heeft het spel maar weinig navolging gekregen en technisch viel er wel wat op af te dingen. Zo zijn er snellere processoren nodig om virtuele objecten ook echt realistisch in een omgeving te plaatsen. Investeren In 2015 realiseerde Microsoft voor het eerst het huwelijk tussen AR en VR, beter bekend als mixed reality, met behulp van de HoloLens. Deze helm beschikt, net als de slimme camera Kinect, over een camerasysteem dat naast lengte en breedte ook diepte in beeld waarneemt. De HoloLens reageert op gebaren, gesproken commando’s en oogbewegingen. De toepassing nadert de beleving van traditionele hologrammen, waarbij je om objecten heen kunt lopen. Hoewel de demo’s alom werden geprezen, had Microsoft lange tijd geen haast met het op de markt brengen van het toestel. Alleen ontwikkelaars konden een vroege versie aanschaffen voor zo’n drieduizend dollar. Sinds dit najaar is de bril dan ook eindelijk in de Benelux te koop. Waarbij voor de consument inmiddels goedkopere mixed reality-toestellen beschikbaar zijn. Die werken – anders dan de HoloLens – echter alleen in combinatie met een pc die voor mixed reality geschikt is. Omdat Microsoft de slag om de mobiele markt heeft verloren, blijft mixed reality dan ook grotendeels beperkt tot de desktop. Het verklaart wellicht ook waarom er voor de HoloLens nog niet heel veel geprogrammeerd wordt. Automerken als Volkswagen, Volvo, Renault en Audi hebben ermee geëxperimenteerd. En Ford gebruikt de HoloLens voor het bekijken van prototypes, maar het moet allemaal eigenlijk nog van de grond komen. Microsoft blijft overigens wel flink investeren in deze technologie. Zo heeft het in San Francisco The Mixed Reality Capture Studio geopend, evenals de San Francisco Mixed Reality Academy. Die laatste organiseert allerlei workshops voor ontwikkelaars. Verkeerde afslag De belangrijkste slag wordt momenteel geleverd door Apple en Google, die zich grotendeels bewegen op het terrein van mobiele AR. Daarbij worden geen brillen gebruikt, maar kijk je door de lens van de smartphone. De voor iOS benodigde ontwikkelomgeving ARKit is sinds iOS 11 beschikbaar voor de iPhone en iPad. Voor die tijd was het al wel mogelijk om AR te ontwikkelen voor iOS, maar dankzij ARKit is dat een stuk eenvoudiger geworden. Apple zet onder meer een techniek, genaamd Visual Inertial Odometry (VIO), in om de directe omgeving in kaart te brengen. VIO wordt weer gecombineerd met Core Motion, dat gegevens van sensoren analyseert. Hierdoor weet de smartphone of tablet hoe hij door een ruimte beweegt en is er geen kalibratie vereist. ARKit kan ook de optimale belichting berekenen. Voor deze AR-functie is wel een iOS-toestel met minimaal een A9-processor vereist. Inmiddels zijn er al aardig wat AR-apps voor de iPhone beschikbaar. Quartz laat je bijvoorbeeld het nieuws in augmented reality beleven. En een app van een Amerikaanse autohandelaar laat zien of de auto van je dromen in je garage past. Daarnaast zijn er ook flink wat games in omloop. Apple-topman Tim Cook heeft al aangegeven dat augmented reality een toekomstige kerntechnologie voor Apple wordt. Vooral omdat AR overal kan worden toegepast. Bij VR sluit de gebruiker zich af van de omgeving, een argument dat vaker wordt gebruikt om het verschil met AR aan te geven. Een eigen HoloLens ligt voor Apple echter niet in het verschiet. Google was Apple eigenlijk voor met Project Tango, maar heeft een verkeerde afslag genomen. De technologie maakte gebruik van sensoren die niet standaard aanwezig zijn in smartphones en daarom werd het platform amper gebruikt. Sinds enkele maanden heeft de zoekgigant echter een opvolger: ARCore. Eigenlijk het antwoord op Apples ARKit. Er zijn geen speciale eisen meer voor diepteherkennende camerahardware, en programmeurs kunnen aan de slag met verschillende talen of speciale bouwapps. Daarbij is er onlangs ook een nieuw platform gelanceerd, Poly, een soort virtuele kunstuitleen voor 3D-objecten die je voor AR-toepassingen kunt gebruiken. Het belangrijkste punt waarop ARCore nog achterloopt op iOS is de beschikbaarheid. ARCore is op dit moment bruikbaar op de Google Pixel-smartphones en op de Samsung Galaxy S8. Met Samsung is wel een nauwe samenwerking afgesproken. Ondanks de achterstand van Google vindt Roel Pollen van 3DIMERCE, een Nederlandse specialist op het gebied van complexe ‘visuele configuratoren’ in de meubelbranche, de mobiele standaarden van groot belang voor de verdere ontwikkeling. “Doordat ARKit en ARCore augmented reality softwarematig toepassen op alle nieuwe en een groot deel van de bestaande toestellen, heb je opeens een bereik van honderden miljoenen apparaten. Dat opgeteld bij de technische mogelijkheden en de eenvoud, maakt AR toepasbaar voor een grote groep consumenten.” Een derde standaard komt van Mozilla, het bedrijf achter de browser Firefox. Die heeft inmiddels een ontwikkelraamwerk voorgesteld voor webtoepassingen voor zowel VR als AR. Met Google werkte Mozilla in het verleden aan WebVR, waarvan WebXR de opvolger moet worden. En tracht het de werelden van VR, MR en AR nader tot elkaar te brengen. Breininterfaces De verwachting is dat consumenten voorlopig de voorkeur hebben voor mobiele toepassingen zonder bril. Zij zijn namelijk niet bereid om veel geld uit te geven voor headsets. In 2016 werden slechts twee miljoen VR-headsets verscheept en ongeveer vierhonderdduizend waren voor rekening van Facebook-dochter Oculus. Sony claimt 1,2 miljoen PlayStation VR-headsets te hebben verkocht, maar dat stelt op de totale hoeveelheid PlayStation-computers nog altijd niet veel voor. Fabrikanten als Oculus en HTC hebben de prijzen van hun headsets al diverse keren moeten verlagen. Nokia stopte onlangs zelfs met de ontwikkeling van zijn OZO VR-camera, wegens een ‘trager dan verwachte VR-markt’. Marktvorser Digi-Capital maakt zich dan ook geen illusies: voor een massamarkt voor AR en VR moeten we waarschijnlijk nog vele jaren wachten, wellicht tot het volgende decennium. Premium VR komt niet eerder van de grond dan wanneer ergens in 2019 sterk verbeterde headsets beschikbaar zijn. Anderen zien juist wel omzet: 2,2 miljard dollar dit jaar, oplopend naar 28,5 miljard in 2020, mede dankzij mobiele VR-oplossingen als Google Daydream en Samsung Gear VR. En dan is er nog de vraag wat consumenten aan bijvoorbeeld AR-technologie hebben. Games liggen als toepassing uiteraard voor de hand, maar de gimmick van meedraaiende virtuele voorwerpen in een echte omgeving gaat snel vervelen. Apps van IKEA, Amazon of het Amerikaanse Target, waarmee je virtuele meubels in je woonkamer kunt plaatsen, zul je niet dagelijks gaan gebruiken, omdat je niet vaak een stoel of bank koopt. Wel keren langzamerhand weer toepassingen terug die eerder mislukten. Albert Heijn lanceerde onlangs de AH Productscanner. Dat is een app die klanten met behulp van augmented reality informatie geeft over ingrediënten, voedingswaarden, allergenen, recepten en herkomst van eigen merkproducten. Als gezegd staat de technologie nog in de kinderschoenen. Een aspect dat daarbij een rol speelt, stelt de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) die daar onderzoek naar heeft gedaan, is dat de markt lijdt aan het zogenaamde ‘horseless carriage-syndroom’. Men grijpt bij de introductie van nieuwe technologieën vaak terug op bekende toepassingen. Voorbeelden zijn de eerste auto’s die eruitzagen als koetsen, en de eerste websites die leken op papieren brochures. VR/AR-toepassingen kunnen in diverse branches echter van toegevoegde waarde zijn. Respondenten uit het BOM-onderzoek die aangeven VR/AR te willen gebruiken, verwachten de technologie vooral in te gaan zetten bij training en simulatie. Michael J. Gourlay, Principal Development Lead van de Environment Understanding group of Analog R&D van Microsoft, en onlangs in Nederland voor VR Days, ziet de huidige technische ontwikkelingen als onderdeel van een evolutie. “We zijn ons er zeer goed van bewust dat brillen als de HoloLens beperkingen hebben, al was het maar omdat je elkaar niet in de ogen kunt kijken.” Gourley is ervan overtuigd dat in een verre toekomst geavanceerde breininterfaces ontstaan die beelden direct in de hersenen zelf kunnen projecteren. Op dit gebied zijn al wat onderzoeken gaande. Daarnaast ziet hij ook mogelijkheden voor kunstmatige intelligentie. Slimme hulpjes als Cortana of Siri kijken straks met ons mee via het oog van de mixed reality-camera en zullen de reële omgeving nog beter begrijpen om ons advies te kunnen geven. Goedkope AR-bril Studenten Industrial Design Engineering van de Universiteit Twente hebben onlangs een augmented reality-bril op de markt gebracht voor 29 euro. Door de Aryzon zo goedkoop op de markt te zetten, hopen de studenten op een wijdverspreid gebruik van AR. De bril is qua functionaliteit grotendeels vergelijkbaar met Microsofts HoloLens. Net als de VR-bril van Google ontvangen bestellers de Aryzon als kartonnen bouwpakketje. Waardoor hij zelfs door de brievenbus past. Voor gebruik is een smartphoneapp nodig. Diminished reality Augmented reality voegt virtuele elementen toe aan een bestaande omgeving, maar diminished reality (DR) haalt juist informatie weg. Denk aan een lelijk uitzicht via het raam of een kronkelend snoer op de vloer. DR is een soort realtime Photoshop, waarbij de software een kleur of patroon uit de omgeving als ‘vulling’ gebruikt. De technologie komt van pas bij AR-apps van Wayfair of IKEA, bijvoorbeeld om je woonkamer anders in te richten. De verwachting is dat DR standaard onderdeel wordt van veel AR-apps. Te weinig ambities De Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) waarschuwde al eens dat ontwikkelaars van VR en AR meer focus en ambitie moeten laten zien om het groeikapitaal aan te trekken. Waarbij er een groot verschil blijkt te zijn tussen de inkomensambities en de financieringsbehoeften van VR-developers en aanverwante technieken. Dat verschil moet worden aangepakt, anders zal de ontwikkeling er onder lijden, denkt BOM. Uit eigen marktonderzoek blijkt dat er naast de hype in elk geval serieuze kansen zijn. Bedrijven geven nu al gemiddeld 41.250 euro per jaar uit aan VR/AR, en denken dat dit verder stijgt naar 67.400 euro. Ontwikkelaars verwachten een verdubbeling van de omzet in 2020. * Dit artikel verscheen eerder in het decembernummer van Emerce magazine (#163). http://dlvr.it/QB3FBn
0 notes
Link
0 notes
Text
Extreme Connectiviteit en Social Sharing
Oké, we worden veel digitaler en zijn straks meer verbonden. Dat betekent dat bedrijven hier ook in mee moeten gaan. Het is belangrijk om een klantgerichte focus aan te brengen in je bedrijfsstrategie en processen. Het valt ons nog te vaak op dat er gekozen wordt voor de ‘korte termijn sales’ in plaats van de goede klantervaring op lange termijn.Deze digitale transformatie waarbij de klant echt centraal staat, gebeurt natuurlijk niet in één dag. Het vergt bedrijfsveranderingen, nieuwe tools en platformen. Maar het allerbelangrijkste is de nieuwe mindset, waarbij de customer journey, individuele voorkeuren en de lifecycle van de klant centraal staat in alles wat je doet als bedrijf. Dat is natuurlijk een hele andere benadering dan veel bedrijven op dit moment gewend zijn, maar wel noodzakelijk.We zijn een weg ingeslagen waarbij consumenten producten en diensten met elkaar delen en dit zal ook de komende jaren nog heel wat toenemen; het principe van social sharing.
Iedereen kent Snappcar en BlaBlaCar (het delen van een auto) of Airbnb (het delen van je huis) wel. Als we alleen al kijken naar de ongekende groei van Airbnb over de afgelopen vijf jaar, dan wordt de impact van deze ‘social sharing-economie’ snel duidelijk.
Onze ‘persoonlijke’ bezittingen spelen een belangrijke rol in het verdienen van geld en het delen van producten en diensten tegen een relatief kleine vergoeding. En de komende jaren zullen ook andere vormen van ‘social sharing-initiatieven’ opkomen. Denk hierbij aan initiatieven als Meetsies, waarbij ‘onbekende’ mensen samen eten om eenzaamheid tegen te gaan en iCow, gericht op agrarische sector om boeren te helpen hun productiviteit te vergroten. Deze deeleconomie is zowel iets nieuws als iets ouds. Al sinds oudsher hebben mensen sociale regelingen getroffen om producten uit te wisselen. Of het nou gaat om vlees of het gebruik van een auto, het draagt bij aan optimaal gebruik van een product. Het nieuwe aan dit aspect is de technologische innovatie dat ervoor heeft gezorgd dat we genoeg ‘vertrouwen’ hebben om producten te delen met onbekenden. De voornaamste redenen om dit te doen: gemak, een betere prijs en goede product/service-verhouding. Het is dan ook niet gek dat het komende jaar deze (sociale) initiatieven nog veel groter worden, bevestigd ook Goldman Sachs in het ‘Global Investments Research‘.
Drie belangrijke factoren: snelheid, eenvoud en connectiviteitWe zijn met z’n allen steeds meer verbonden, meer dan ooit tevoren. We zijn verslaafd aan informatie en interactie. De opkomst van deze extreme connectiviteit zorgt ervoor dat deze ‘positieve verslaving’ grotere vormen aan kan nemen. Een verslaving die dus niet draait om de techniek, maar om snelheid, eenvoud en connectiviteit. Nieuwe technieken dragen daar ook aan bij. Dit is ook terug te vinden het artikel over customer first-model.De drie factoren: snelheid, eenvoud en connectiviteit, zullen er dan ook voor zorgen dat bedrijven moeten schakelen. Hoe meer de wereld met elkaar verbonden is, hoe sneller de communicatie verloopt en des te minder tijd we hebben om met elkaar te communiceren. Maar nog belangrijker is hoe hoog de verwachtingen van de consumenten liggen richting bedrijven. Uit onderzoek van SDL blijkt dat 60 procent van de millennials (geboren tussen 1980 en 2000) een consistente klantervaring verwacht, ongeacht of ze nou in de winkel, via de telefoon of online met een merk de interactie aangaat. En laat dat nou net een doelgroep zijn met de grootste potentie. Hoe gek het ook klinkt, emoticons gaan ervoor zorgen dat onze manier van communiceren nog sneller gaat verlopen. Wearables zullen communicatie relevanter en efficiënter maken.
Ontwikkeling van Internet of things
Zoals we het nu kennen, zal verdwijnen. Dit komt doordat mensen verwachten dat apparaten steeds slimmer worden en verbonden zijn. Om die reden zal IoT aan het einde van de rit een norm worden, maar zo ver is het nog lang niet. IoT staat nog in de kinderschoenen, concludeert onderzoeker Steffen Sorrell. Dat loT de komende jaren enorm zal groeien bevesitigt Ericsson. Als we kijken naar het aantal ‘connected devices’ per persoon zal dit flink toenemen. Denk bij connected devices aan apparaten als mobiele apparaten, wearables, electronische consumentenproducten, automotive apparaten en omgevingsapparaten als sensoren. Uit hetzelfde onderzoek van Ericsson, is de verwachting geschetst dat er in 2020, 50 miljard connected devices in omloop zullen zijn. Dat is een groei van 373 procent ten opzichte van 2015. Dit komt neer op ongeveer zes connected devices per persoon in 2020.
Volledige klantgerichtheid
Oké, we worden veel digitaler en zijn straks meer verbonden. Dat betekent dat bedrijven hier ook in mee moeten gaan. Het is belangrijk om een klantgerichte focus aan te brengen in je bedrijfsstrategie en processen. Het valt ons nog te vaak op dat er gekozen wordt voor de ‘korte termijn sales’ in plaats van de goede klantervaring op lange termijn.
Deze digitale transformatie waarbij de klant echt centraal staat, gebeurt natuurlijk niet in één dag. Het vergt bedrijfsveranderingen, nieuwe tools en platformen. Maar het allerbelangrijkste is de nieuwe mindset, waarbij de customer journey, individuele voorkeuren en de lifecycle van de klant centraal staat in alles wat je doet als bedrijf. Dat is natuurlijk een hele andere benadering dan veel bedrijven op dit moment gewend zijn, maar wel noodzakelijk.
Relevant op elk contactmoment, wanneer de consument daar om vraagt
Door technologische ontwikkelingen als IoT, zal de scheidingslijn tussen de offline- en online klantervaringen langzamerhand verdwijnen en zullen er meer klantcontactmomenten ontstaan. Google noemt het micro-moments. Dit zijn micro-contactmomenten waarbij consumenten meer willen weten, ergens naartoe willen of bijvoorbeeld iets willen kopen. Uit het onderzoek van Google blijkt dat 82 procent van de consumenten in de winkel nog hun smartphone erbij pakt om te beoordelen of ze overgaan tot aankoop. Het is aan bedrijven om die context (micro-momenten) in kaart te brengen en te weten op welk moment, welke boodschap, op welk apparaat moet worden getoond. De ‘verwachte’ klantervaring (snelheid, eenvoud en connectiviteit) moet naadloos op elkaar aansluiten, op elk apparaat en kanaal. Hierdoor komen de fysieke- en digitale omgevingen letterlijk samen, ongeacht waar de klant zich bevindt. Je kunt je vast voorstellen dat communicatie tussen bedrijven, overheden en consumenten sterk vereenvoudigd wordt door bijvoorbeeld de komst van digitale assistenten op basis van machine learning. Zo liet Philips al weten een samenwerking aan te gaan met Amazon. Philips is niet alleen geïnteresseerd in de digitale gezondheid, maar ook in IoT. Daarmee is Philips een van de eerste bedrijven die werkt aan de ‘digitale persona’ en hun rol binnen de ‘Internet of Everything context’. Andere bedrijven als Microsoft, IBM, Intel, Samsung en Google hebben zich ook vol op de IoT markt gestort.
0 notes
Text
Ian Stannard: Former British champion and Ineos Grenadiers rider retires with rheumatoid arthritis
Ian Stannard: Former British champion and Ineos Grenadiers rider retires with rheumatoid arthritis

Ian Stannard was part of three Tour de France-winning teams
Former British champion Ian Stannard has been forced to retire because of rheumatoid arthritis.
The Ineos Grenadiers rider was one of the first riders to join the team as Team Sky in 2010 and his biggest wins came in the one-day Omloop Het Nieuwsblad races in 2014 and 2015.
Stannard also helped Chris Froome and Bradley Wiggins win five…
View On WordPress
0 notes
Text
Miniproject: Urk Fashion Film - post #3
Voortbordurend op mijn eerste blogpost over het idee Urk Fashion film werk ik aan een idee voor een storyline. Eerder liet ik vallen dat ik het fascinerend vind hoe het huidige modebeeld totaal niet klopt met het modebeeld van vroeger en wil dat misschien gebruiken voor een kleine film. Het beeld dat we van onszelf hebben is in mijn ogen verkracht door marketing. Marketing campagnes zeggen tegen ons onderbewustzijn, “je voelt je pas goed over jezelf als je dit product hebt gekocht”. Hierdoor is er vandaag de dag meer marketing in omloop dat werkelijk unieke modeartikelen, elke maand een nieuw ‘modeseizoen’ waar de koper mee laat zien; “ik ben in de mode”.
Dit effect zorgt ervoor (denk ik) dat mode nu veranderlijker is dan ook, sommige mensen willen hierdoor elke maand iets nieuws kopen om weer actueel te zijn. De video die ik wil maken wil ik het recept van bekende ad campains gebruiken. Het creëren van een utopie die mode hapklaar / als een soort snack toont. Een rap tempo is ook belangrijk, beelden die te snel langs komen zodat je de video nog een keer moet zien om iets écht waar te nemen.
Twee voorbeelden van ad campains / fashion films die ik als doel beschouw:
youtube
In de advertising van Prada’s s/s12 collectie zit een lekker tempo en een fijne edit. De muziek is goed geknipt, elke paar seconden heb je een omslag die een ander karakter weergeeft. Het lopen van de modellen vind ik (hoewel ik niet begrijp waarom het zo vaak gekopieerd wordt) prettig om naar te kijken. Er gebeurd wat verhaal betreft niet zo veel, maar het is vooral zo lustvol bewegen naar zichzelf kijken van de modellen dat me intrigeert. De karakteristieke typetjes wil ik gebruiken.
youtube
De Madonna for H&M commercial maakt ook gebruik van specifieke typetjes. In het kort zit één personage (Madonna) op de troon, ze heeft twee hulpjes die voor haar kruipen (de stijlisten), voeg daar een klein leger al gestijlde onderdanen aan toe en top het af met een fashion victim die “nog wat moet leren”. Het tonen van karakter en eigen stijl wordt door de koningin niet getolereerd, in de Madonna-utopie is iedereen kopie van haar. De film heeft een komisch aspect doordat de mensen zichzelf veel te serieus lijken te nemen, terwijl je als kijker ook snapt dat dit wereldje te idioot voor woorden is. Dit is een energie die ik mee wil nemen in mijn eigen film, ik wil dat je het gevoel krijgt dat het een keurslijf is die haar punt voorbij is geschoten.
WIJZIGING VAN PLANNEN De omschreven plannen voor de mogelijke storyline onderbreek ik vanwege de productie-omvang. Dit plan zou veel te groot worden, terwijl ik het juist als tussendoortje beschouw. Ik wil juist op zoek gaan naar iets dat ik zelf kan maken, een mini productie.
Voor de vorm van de jurkjes haalde ik inspiratie van de Engelse designer Robert Wun, maar nu trof ik ook nog eens een collectievideo van hem waarvan de styling misschien wel bij mijn project past.
youtube
Een andere video met dezelfde insteek is die van Ruth Hogben voor LOVE Magazine uit 2015. De camerapositie is hetzelfde maar de opbouw van de video veel hysterischer.
youtube
Bij het voormalige eiland Urk denk ik met name aan de Zuiderzee en de visserij, Urk is van oudsher een vissersdorp. Gezien dat wij Nederlanders altijd een diepe band met de zee hebben gehad en onze schilderkunst veel werd beïnvloed door het fenomeen ‘Dutch Light’ (werken van Van Goyen, Van Ruisdael, Vermeer, Mondriaan) lijkt het me erg passend het perspectief van de twee bovenstaande films te gebruiken. Kijkend naar de lucht schept de film misschien ook wel wat lucht binnen het fenomeen mode. Tevens is het ook lekker efficiënt dat ik op het dak van mijn atelier zou kunnen filmen ;-)
Update 6 maart: De video is inmiddels opgenomen, gemonteerd en staat klaar voor publicatie op een internationaal cultuurblog.
0 notes
Text
ZIJLSTRA EN DE NEPNIEUWS STRATEGEN VAN DE VVD
Het is al weer een week geleden dat Halbe Zijlstra het veld moest ruimen na zijn Poetin leugen. Soms moet je nieuws even laten bezinken voor dat je conclusies trekt, want het gaat over veel meer dan een leugenachtige liberaal. De leugen van Zijlstra had maar een doel; Rusland neerzetten als een agressieve tegenstander die bezig is om een nieuw rijk op te bouwen. Dat is het beeld dat de NAVO wil zien, en dat is dus ook het beeld dat de VVD naar voren schuift. Is de VVD dan alleen maar bezig om de NAVO een plezier te doen, of steekt er meer achter?
De leugen van Zijlstra was zeker niet alleen een poging om de NAVO een plezier te doen, hoewel het deze oorlogsmisdadigers natuurlijk wel goed uit kwam. Maar het zou fout zijn om deze nu toegegeven leugen als een op zichzelf staand incident te zien. Al jaren, en zeker vanaf 2014-2015, is de Nederlandse regering bezig om Rusland in diskrediet te brengen. Natuurlijk staat men hier in niet alleen, en komt veel van de inspiratie uit Duitsland, maar toch is het opvallend dat Nederland in dit soort “dirty tricks” campagnes altijd een hoofdrol opeist. Vooral de VVD is de geest van de koude oorlog nooit te boven gekomen. Men kan het eenvoudig weg niet accepteren dat Poetin weigert om naar de pijpen van het westen te dansen. Dus wordt er alles aan gedaan om Rusland als een soort bloeddorstig monster neer te zetten. Een monster dat elk ogenblik toe kan slaan.
De leugen van Zijlstra was weer zo’n poging. En, wat nog belangrijker is, het is een goed voorbeeld van de Nederlandse betrokkenheid in het publiceren van nepnieuws. Het hele westen beschuldigd juist Rusland van het verspreiden van nepnieuws, terwijl hiervoor absoluut geen bewijzen zijn. Maar het Nederlandse nepnieuws is nu een bewezen feit, en het zal zeker niet op zich zelf staan. Kijk naar het onderzoek naar de ramp met de MH17. Vanaf het begin heeft Nederland de Oekraïne een hoofdrol laten spelen in dit onderzoek, terwijl de kans groot is dat Kiev zelf achter het neerhalen van het vliegtuig zat. Iedere criminalist zal kunnen vertellen dat je een verdachte van een misdaad nooit kunt laten deelnemen aan het onderzoek. Toch heeft de Nederlandse regering dit vanaf het begin gedaan. Daar komt nog bij dat Den Haag alle leugens vlekkeloos heeft nagepraat die door de Kiev fascisten zijn verspreid. Men gebruikt ook steeds de zogenaamde onderzoeksresulaten van Bellingcat, een onderzoekscollectief uit de koker van de CIA. Alles wat uit dit collectief tevoorschijn komt is zondermeer als nepnieuws te bestempelen.
Je moet je steeds opnieuw afvragen waarom dit onderzoek al zo lang loopt en er nog steeds geen echte resultaten zijn. De meest voor de handliggende reden is dat men er maar niet in slaagt om bewijzen tegen Rusland te vinden. Juist daar is zo hard naar gezocht. Maar verder dan een paar gefabriceerde YouTube filmpjes is men niet gekomen. De kans is heel grote dat de ware schuldigen in Kiev zitten, maar dat wil men natuurlijk niet zien. Er zijn immers innige banden met de fascisten daar. Niemand is vergeten wat een geweldige relatie de rat Koenders met de Kiev fascisten had toen hij minister van buitenlandse zaken was. Dat is onder de huidige regering echt niet veranderd. Dus volgt de ene leugen de andere op. Dat hierbij de media een grote rol spelen is duidelijk.
Hierbij is een hoofdrol weggelegd voor de NOS Moskou correspondent David Jan Godfroid. Hij kan het nooit laten om in zijn stukken Rusland zo zwart mogelijk te maken. Natuurlijk gebeurd dit in opdracht, en zijn het niet allemaal zijn eigen bedenksels. Het begon al tijdens de oorlog in de Donbass, toen Godfroid zonder problemen alle verhalen van Kiev overschreef. Ook hij zag grote massa’s Russische tanks over de grens denderen. Alleen waren die tanks nergens te vinden en is er nooit een invasie van het gebied geweest. Sinds die tijd is Godfroid bij iedere leugen campagne tegen Rusland in de voorste rijen te vinden. Als er een nepnieuws detector bestond zouden er bij zijn stukken vele malen rode alarmlampjes geen branden.
Zijlstra met zijn Poetin leugen is er dus maar een van velen. Wat de onthulling wel aangeeft is hoe ver men eigenlijk bereid is om te gaan om Rusland en ook Poetin in een kwaad daglicht te plaatsen. Zijlstra loog niet alleen over zijn aanwezigheid, maar hij gaf ook nog een volledig verdraaide versie van wat er werd gezegd in die beroemde bijeenkomst in 2006. Hij deed dit 10 jaar na het gebeuren. Dat geeft aan hoe de kijk op Rusland is veranderd. In 2006 liet zo’n verhaal iedereen koud omdat het westen toen nog hoopte dat Poetin Rusland in de uitverkoop zou doen. Maar in 2016 was die hoop vervlogen en kwam de nepnieuwsmachine pas goed op gang. Toen mocht Zijlstra zijn verhaal vertellen, een verhaal dat niet het zijne was. Uiteindelijk is hij in zijn eigen leugens gestikt.
Iedereen die Rusland en zeker Poetin een beetje kent zou het nepverhaal van Zijlstra meteen van de hand hebben gewezen. Poetin is slim genoeg om dit soort uitspraken nooit te doen. Hij weet immers dat er druk gezocht word naar dingen die de campagne tegen Rusland kunnen voeden. Kijk maar naar de Russische atleten op de Olympische Winterspelen. De doping waar de Russische atleten van worden beschuldigd wordt ook door atleten in het westen gebruikt, maar dan wordt er zogenaamde een uitzondering gemaakt omdat het middel voor gezondheidsredenen nodig zou zijn. Wordt er dan helemaal geen doping gebruikt door Russische atleten? Natuurlijk wel, dat gebeurd immers overal in de sport en het gaat over alle grenzen heen. Bij iedere nieuwe controle die wordt ingevoerd, wordt gelijktijdig weer een nieuwe methode ontdekt om die zelfde controle te omzeilen. Alleen als er politieke redenen zijn wordt er werk van gemaakt, dus is iedere Russische sporter verdacht. Niet omdat hij of zij iets genomen zou hebben, maar omdat de westerse politieke leiding dat zo wil.
Als we dit alles goed beschouwen is de volgende vraag hoeveel meer leugens over Rusland er eigenlijk in omloop zijn. Een goede graadmeter is om alles wat er over Rusland wordt geschreven en gezegd in de westerse media als propaganda te zien. Een diepergaand onderzoek zal de kleine stukjes waarheid er dan wel tussenuit filteren. Het westen, en vooral dan Amerika, ziet ieder land dat zijn eigen weg gaat als een potentiële vijand. Landen als Nederland worden dan als pakezel gebruikt om de leugens rond te strooien en op de juiste plekken te bezorgen. Het is niet voor niets dat de Nederlandse inlichtingendiensten meer in dienst staan van Washington dan van Den Haag. Er wordt blindelings geluisterd en gefunctioneerd.
De Nederlandse politiek, met de VVD voorop, is onderdeel van deze machine. Het gebeurd maar weinig dat dit soort activiteiten aan het licht komt. Dat dit met Zijlstra nu wel is gebeurd kan twee redenen hebben: hij was te dom of te onervaren voor zijn taak, of een bepaalde kring wilde hem uit de weg hebben. Wat de reden ook was, het is wel gelukt. Achter de schermen zal ook Rutte behoorlijk in een hoek zijn gedrukt. Men houdt immers niet van bedrijfsongevallen die de werkwijze van de nepnieuws strategen blootlegt. Het zou zo maar kunnen gebeuren dat niemand het nepnieuws meer geloofd, wat voor deze kringen een ramp zou zijn. Ook Rutte heeft dus een fikse deuk opgelopen, en wij allemaal zijn een stukje wijzer geworden. De VVD zal deze ramp wel weer te boven komen. Of dat ook voor Rutte geldt, moet nog blijken.
0 notes
Text
50cm:Matthews realistic over Milan-San Remo after injury-hit season
Michael Matthews (Team Sunweb) is under no illusions as he heads towards the start line of Milan-San Remo on Saturday. During the winter, the versatile Australian had selected the first Monument of the season as a major spring goal but a crash in Paris-Nice robbed him of vital racing and, with just one day of racing in his legs, the 28-year-old is not among the favourites.
In fact, Matthews only made the selection for Milan-San Remo on Wednesday after a last-minute medical confirmed that his Paris-Nice injuries were not as serious as first thought.
"The recovery has gone surprisingly well, and faster than I ever imagined," Matthews told Cyclingnews from Milan on Thursday evening.
ADVERTISEMENT
"Last week I was told that I would be off for three months, and now it's Thursday and I'm here for Milan-San Remo. It's been a fast turnaround. There are two or three fractures around my eye. On the original CT scan they thought they were bigger than originally thought, but then a week later I had another scan and they turned out to be just hairline fractures. I'm able to race without any side effects or problems."
Under normal circumstances, Matthews would be considered a prime favourite for the race. He has the pedigree to race in events that push towards 300 kilometres and has two top-10 finishes in San Remo to his name. His best result came in 2015 when he was third behind winner John Degenkolb and Alexander Kristoff.
However, this year has seen Matthews endure bad luck on two separate occasions. Although he finished 12th at the Omloop Het Nieuwsblad, his race was defined by a crash that left him chasing for close to 70 kilometres. In Paris-Nice – a race at which he has previously won three stages – he failed to make it past the first stage due to his fall. The preparation for an event as difficult as Milan-San Remo has been far from ideal.
You can read more at Cyclingnews.com
0 notes
Text
Flinke strop voor gamedistributeur NL Media Groep
NL Media Groep uit Apeldoorn is vandaag door de rechtbank Den Haag veroordeeld om aan klanten geleverde Rollercoaster Tycoon Games terug te nemen wegens inbreuk op de exclusieve rechten van Atari. De relatie tussen beide bedrijven dateert al van 2003, toen het aan NL Media Groep gelieerde MSL een contract sloot met Atari Europe voor de distributie van de game Roller Coaster Tycoon. Het contract is daaropvolgende jaren steeds verlengd, zij het dat MSL in een later stadium had te maken met Atari Benelux alias Namco Bandai Partners Benelux. Na het faillissement van dit bedrijf is er kennelijk iets misgegaan, want Atari merkte dat de game nog steeds via MSL in Europa werd aangeboden. Tussen november 2015 en februari 2016 vond overleg plaats tussen Atari en MSL over de te betalen vergoeding over de tussen 2013 en 2015 door MSL verkochte games en over de mogelijke voortzetting van de verkoop. Daar is men niet uitgekomen, zeker niet toen bleek dat er meer in omloop was gebracht dan was opgegeven. Atari stelde MSL aansprakelijk voor 2,3 miljoen euro. De rechtbank heeft nu in een bodemzaak bepaald dat MSL de games niet meer in roulatie mag hebben, ook moet er een opgave komen van alle bedrijven waaraan is geleverd. Ook is het bedrijf veroordeeld tot een schadevergoeding die begint bij 566.912 euro. De proceskosten belopen alleen al ruim 20.000 euro. http://dlvr.it/Q4d3bM
0 notes