Tumgik
#oosterend
dreaming-of-texel · 2 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Oosterend, Island of Terschelling, Friesland, The Netherlands    
5 notes · View notes
Text
Tumblr media
You All Know The Sight
When: February 18, 2024 Where: Texel ZOO Oosterend Texel, the Netherlands
He gets to roam free in a rather large area, but he tends to return to this same spot.
Species: Common Marmoset (Gewone of witoorpenseelaapje) Latin name: Callithrix Jacchus Originates from the northeastern coast of Brazil. Current status: Least Concern
Did you know: …The Common Marmoset is a very small Monkey with a relatively long tail. …They are thought to have been intentionally and unintentionally released in Southeast Brazil. While the same country, they are considered an invasive species out of fear of genetic pollution of other Marmosets and their predations upon Bird nestlings and eggs. …Common Marmosets are the most common non-human Primates to be experimented on for medical experiments, more so in Europe than in the USA.
© Mouselemur Photography • Portegiesje Our work is copyrighted. Do not reproduce, copy edit, publish, transmit or upload in any way without our written permission. Send us a note or chat message if you want to use our work as a reference.
0 notes
rosewendybros · 1 month
Text
Tumblr media
Somehow She Has a Hold On Me
When: February 18, 2024 Where: Texel Zoo Oosterend Texel, the Netherlands
Sitting perfectly with that crest in view.
Species: Schalow’s Turaco (Schalows toerako) Latin name: Tauraco Schalowi Originates from South central Africa. Current status: Least Concern
Did you know: …It has the longest crest of any Turaco species.
© Mouselemur Photography • Portegiesje Our work is copyrighted. Do not reproduce, copy edit, publish, transmit or upload in any way without our written permission. Send us a note or chat message if you want to use our work as a reference.
0 notes
brinschk · 4 years
Photo
Tumblr media
@_chrisklaas_ took this photo seven years ago as we were on holiday on Terschelling. It's still one of my favourite photos of myself. I do miss travelling right now. Terschelling was on our list of places we thought about going this year. Won't likely be happening now. #me #holiday #throwbackthursday #sevenyearsago #terschelling #oosterend #happyday #happy (hier: Oosterend, Terschelling) https://www.instagram.com/p/B_m_cWIJsng/?igshid=h560kab7s4cr
4 notes · View notes
carlavermeend · 6 years
Photo
Tumblr media
02-13 Texel 6 - IJzeren Kaap #texel #oosterend #texelpics #texelvakantiekrant #rsa_challenges #rsa_naturepics #rsa_nature #iphoneonly #phonographer #365challenge #seascape #royalsnappingartists #picoftheday #sea (bij Oosterend) https://www.instagram.com/carlavermeend/p/Bt1QNDJjwpV/?utm_source=ig_tumblr_share&igshid=1fhds0vtb2qd5
146 notes · View notes
furtherfurther · 3 years
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Oosterend, Texel
1 note · View note
travelless · 6 years
Photo
Tumblr media
Windmill 'Het Noorden' (Texel)
1 note · View note
dvdbrkhff · 7 years
Photo
Tumblr media
Oosterend Texel
1 note · View note
fromthepolder · 4 years
Photo
Tumblr media
Oosterend . . . #oosterend #terschelling https://www.instagram.com/p/CANy0VdHAgp/?igshid=1bowoxg7k45o9
0 notes
Photo
Tumblr media
En the winner is..... JA!!! Papa Piet en @kokkiemarcelino een 1e plaats! Zo trots op de mannen! Gefeliciteerd ! 🥳 #visrookwedstrijd #oosterend #winnaars #trots #sliptong #poontjes (bij Oosterend Texel) https://www.instagram.com/p/B2Z6qpgIN80/?igshid=13qjr834sly5m
0 notes
dreaming-of-texel · 2 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Oosterend, Island of Terschelling, Friesland, The Netherlands    
6 notes · View notes
rvexillology · 4 years
Photo
Tumblr media
Gorredijk town flag (Friesland, Netherlands)
from /r/vexillology Top comment: Gorredijk is the largest town in the municipality of Opsterland, in the Dutch province of Friesland. The hamlets of Oosterend and Kortezwaag are also incorporated in the town which is represented by the three acorns and leaves of the oak tree which is common in the area. The stylised arrow shape represents the dyke, while the colours represent peat (black), forest (green), and wheat (gold).
19 notes · View notes
marcolikestowatch · 4 years
Photo
Tumblr media
at Terschelling Oosterend https://www.instagram.com/p/CGh0CBwFs5i/?igshid=p3ttun6ng90x
1 note · View note
carlavermeend · 5 years
Photo
Tumblr media
09-18 (bij Oosterend)

7 notes · View notes
Photo
Tumblr media
#terschelling #heartbreakhotel #ijsjesvannederland #icecreamofthenetherlands #ijsje #ijsjes #icecreamcone #icecream #iceicebaby #pastel #strandtent #oosterend #beach #strand
0 notes
mohair-schrijft · 5 years
Text
Texel
We rijden van de boot. Op het eiland schijnt de zon dapper door, er staat een briesje. De omgeving oogt glashelder, alsof ik net mijn brillenglazen heb gepoetst. Er ontstaat een kleine file, richting De Cocksdorp, het uiterste plaatsje noord op Texel. Twee hooiwagens voor ons. Lekker langzaam, in een optocht van auto’s, het onthaasten is begonnen. Man krijgt de kriebels, slaat rechtsaf, om toch maar weer terug te keren. De hooiwagens zijn inmiddels verdwenen. 
Ons onderkomen is een vrijstaand huisje in de glooiende duinen. Twee konijnen huppelen op het terras. Een zeemeeuw krijst. ‘s Avonds na het eten wandelen we naar het strand. In het heldere licht, dat je alleen op een eiland treft. Het duinlandschap strekt zich uit aan twee kanten. Prachtige (grijs)groene en paarse tinten, af en toe een plukje geel, de lucht erboven gekleurd door een half ondergaande zon, het slingerende schelpenpad, de stilte.
Aan het eind van de kilometers, de weg loopt omhoog, zien we bovenaan in de verte de zee rollen. Onstuimig, met spierwitte schuimkoppen, niet het geelbruin wat ik ook wel ken van de Noordzee in het westen. Hup, erop af. De golven aan onze voeten. Het brede, lege strand. In de verte een boot. Zoon rent energiek heen en terug, met de zee mee. Hij joelt. Het aloude spel. We wandelen terug door de duinen. De opvallende stilte, de schoonheid van het landschap is overweldigend.
‘s Avonds in ons huisje is het muisstil, geen auto-geluiden, niets. Slechts het suizen van mijn oren en een zacht tikkende klok. ‘Mag het geluid aan, vraagt zoon. Anders is het zo stil’.
*
Ik ga mijn fiets ophalen. Thuis online vast gehuurd en betaald. Een damesfiets met zeven versnellingen. Man loopt met me mee. Het begint zachtjes te regenen. Daar zal je het hebben. De jonge vrouw komt met de fiets aan de hand aangelopen. Een Gazelle, ziet er uit als nieuw. Man zet het zadel wat hoger, nadat het mij niet lukt. Ik stap op. Perfect. Het is al weer droog.
Zoon ziet mijn fiets, wil een rondje. ‘Mama ik kan er makkelijk op fietsen, alleen het zadel staat te hoog’. Ik weet dat hij liefst zou ruilen van fiets. Zoon heeft een prima fiets. Vorig jaar nieuw gekocht. Ik weet een leuk onderwerp voor aan tafel, zei hij een week geleden. Verwachtingsvol keken we hem aan. Ik wil een nieuwe fiets, zei hij stellig. Dit keer waren zijn ouders onverbiddelijk. Laten we het gazellig houden, zei hij nog. We lachten. Hij zag het als een aanmoediging. ‘Ga er maar voor sparen’.
*
Ik zit met koffie en een stroopwafel in een streep zon voor het huisje. Twee meeuwen vliegen cirkels boven mijn hoofd, er volgen er nog twee. In een reflex verstop ik mijn stroopwafel onder mijn arm. nog een rondje en ze vliegen weg. Verbeeld ik het me, of heb ik ze om de tuin geleid? De betoverende stilte wordt steeds vaker onderbroken door vliegtuiggeraas. We blijken vlak bij Texel airport te zitten. Niets is wat het lijkt. ‘Nee, zegt man, je hoort de Efzestiens van vliegveld Leeuwarden’. 
‘s Middags fietsen we door Nationaal park Texel, richting de vuurtoren. Flinke klimmetjes, het lukt me om in zijn twee, te blijven rijden. Als een slak, ik val nog net niet van mijn fiets. Al bijna negen maanden niet gesport, denk ik verbeten. 
De natuur maakt alles goed. De zee, bijna groen, als een verlengstuk van het duinlandschap. Komt door de dreigende donkerblauwe lucht die er boven hangt. Ik zie twee lef-surfers. Zoon wil de vuurtoren bezoeken. We zetten de fietsen in het rek, wandelen er naar toe, links in de diepte het enorme strand, in de verte de zee. Hier en daar een vlieger, slechts een paar stipjes mensen. Aan deze kant oogt de zee niet groen, maar blauw met fantasierijke wolken erboven. 
Weer het scheurende geluid van F16’s. Stelletje spelbrekers. We beklimmen de vuurtoren. Dat verklaart de lege stranden. Ik aarzel, al die mensen achter elkaar op de smalle treden in de benauwde toren naar boven. Om maar te zwijgen over de hoeveelheid mensen die tegelijkertijd naar beneden wil. Ik krijg het benauwd, loop naar buiten. Ga je nog mee? vraagt man. Ik verman me en loop braaf achter hem aan. Had me al bijna verzoend met mijn aftocht. nu ben ik definitief mijn moeder, dacht ik. Die wachtte ook regelmatig op ons door zelf achter te blijven. Het uitzicht vanaf de toren is als een ansichtkaart. Het duingebied verpletterend, zeker zo mooi als de kant van het brede strand met de zee. Texel doet me weer versteld staan. 
Via De Cocksdorp fietsen we terug. Niet voordat zoon nog even een ijsje scoort. Wij wachten op hem, mijmerend staan we naast onze fietsen. Daar zal je ‘m hebben. Hij houdt het ijsje omhoog. Ziet er uit als een bak voor drie personen. Het is een sundae ijs met chocoladesaus. ‘De stukjes kitkat is hij vergeten. Misschien verstond hij me niet’ zegt zoon met volle mond,  neemt een grote hap waarbij de chocola om zijn mond blijft plakken.
We komen bij het huisje, parkeren onze fietsen en zien drie konijnen. Even later hupt een fazant op het terras. de fazant ruikt voorzichtig aan de trapper van mans fiets. Ik maak er een foto van. Onderweg in de duinen zagen we twee paarden. Zonder zadel of berijder. Althans, ik heb ze niet gezien. 
De zon schijnt, ik installeer me met boek en drank voor het huisje, lekker lezen in ‘Het feest’ van Elizabeth Day. Even later valt er een buitje. Ik struikel naar binnen met boek, wasgoed en mijn glas. Nog geen kwartier later, is het weer stralend. De zon is weldadig met 21 graden in augustus.  
Na het eten, vraagt zoon of ik met hem wil badmintonnen. Hier krijgt hij al snel spijt van. God wat ben ik slecht. ‘Mama, wel je best doen hoor’. Zijn opmerking maakt het treurig, beter dan dit kan ik niet. Gelukkig kan ik hem wel aan het lachen maken. Beetje de clown uithangen in tijden van (sportief) onvermogen. Zoon heeft het niet van een vreemde. De clown uithangen dan, verder is hij een en al sportiviteit. Zijn juf schreef in zijn rapport, hij zat op de kleuterschool, ‘Maarten, je hoeft niet altijd de clown uit te hangen’.
*
Fietstocht naar het Sluftergebied. De Slufter, Sluftervallei ook wel genoemd, is een grotendeels door duinen omsloten strandvlakte, die in open verbinding met de Noordzee staat, waardoor *een kwelderlandschap is ontstaan. Het pad er naar toe is heuvelachtig met tegenwind. Ik fiets in mijn favoriete versnelling.
Het Sluftergebied is indrukwekkend mooi. Net als de vorige keren. Maarten was drie maanden, lag in de groene kinderwagen, man liep erachter. Hier is een foto van, vandaar het beeld.
De tweede keer was zoon zes. Nu is hij elf. Net lang genoeg geleden om het weer eens te willen beleven. Zoon zorgt voor entertainment onderweg, bovendien kiest hij de route. We staan voor een watertje waar we alleen met natte enkels de overkant kunnen halen. Avontuur is soms nodig. Uiteindelijk maken we een flinke wandeling door de Slufter, door het mulle zand van de duinen, zo richting de zee. ‘Nieuwegein’ schrijft zoon in het natte zand. Niet voordat hij eerst een piemel heeft getekend. ‘Kijk eens, mama’. Op de terugweg rijdt langs ons een wagen met twee paarden ervoor (waar hebben we deze paarden eerder gezien). De vrouw op de bok van de wagen roept streng naar een man met een vlieger: ‘Mag hier niet, meneer’. 
Die avond eten we pannenkoeken in het dorpje Oosterend. Ik wijs naar twee bordjes aan de muur: ‘pas op het opstapje’ en ‘pas op het afstapje’. Ze hangen nog geen dertig cm van elkaar. ‘Als je dan nog op je smoel gaat…’ zegt man. Zoon schiet in de lach, houdt zijn mond met chocomel, met moeite dicht.  
Maarten heeft ‘South Park’ ontdekt. Ik kijk even mee, begrijp de charme. Het getetter van de karakters verbreekt wreed de stilte. Slapen is hier trouwens een surreële ervaring. Doodstil, aardedonker en een bed met dekbed waar je happend naar adem uit wakker schrikt.
*
Vandaag gaan we naar Den Helder om de laptop van zoon op te halen. Hij zou thuis bezorgd worden, niet handig, kunnen we niet checken of hij het doet voordat zoon straks naar de brugklas gaat. De laptop is naar Primera gestuurd, in een geestdodend winkelcentrum. Zullen we straks naar het onderzeeërmuseum gaan? vraagt man. Het Marine museum is vlak bij waar de Veerboot aanlegt. 
Er zijn verschillende onderdelen, de historische afdeling, een rondleiding in een werkelijke onderzeeër. *De Tonijn’, leest zoon voor, ‘in de Potvisklasse’. Ik denk dat hij een geintje maakt, maar wat weet ik er nou van? Lange, trage rij naar boven. We kijken om ons heen, staan akelig hoog. ‘Dit is waarom ik aan parachutespringen niet eens ga beginnen’ zegt man. Ik knik begripvol. Ieder zijn angsten. Eindelijk zijn we aan de beurt.
‘Achterstevoren het trapje aflopen’ waarschuwt de begeleider. ‘Is het erg smal en laag daar beneden.. ? vraag ik nonchalant, terwijl ik me vast omdraai. ‘Ja’ zegt de man . Dus als je last hebt van claustrofobie, niet doen. het is druk, je kunt er niet zomaar uit’. Dan zie ik er toch vanaf, zeg ik en stap opzij. Man gaat verder, loopt het smalle trapje af het donkere gat in, blijft even hangen met zijn rugzak. Zoon is al binnen, zie nog net hoe hij naar me zwaait. Wacht maar hier, zegt de begeleider, over een kwartiertje komen ze daar uit, wijst hij. Een kwartiertje. Jezus, ik had minstens drie kwartier in gedachten. Te laat.
Tot slot stappen we in de Radarbol. De 3D-radarbol geeft de richting, afstand én hoogte van objecten aan, lees ik. Dus dat ronde ding kan ‘de vijand’ traceren. Het nadeel is dat ze door diezelfde radar zelf ook sneller in het vizier komen. Ik kijk met andere ogen naar de witte bol op het dek van een oorlogschip. De bol lijkt nog het meest op een onaf standbeeld, de ronde gipsen kop nog niet gevormd in het hoofd van een President of zo. Goed, een radar dus.
De Veerboot heeft ook een radar. Alleen niet 3D. En is niet uit op de vijand maar wel op objecten, als de kade, een walvis of een anders schip. Legt man uit in Jip en Janneke-taal.  
‘Er is een Mac in Den Helder’ roept zoon opgetogen, als we na uren weer buiten staan. ‘En het is donderdag’. Man ziet mijn gezicht. ‘Het is een ritueel, daar houd jij toch zo van’. ‘Oké, op naar de Mac’. Ik neem zelfs een Mcflurry toe. De nieuwste met stukjes brownie, toffee en caramelsaus. Ik kan het afraden. De kaart voor Oma? Daar staat een brievenbus, man wijst naar buiten. ik kijk op mijn telefoon, snel! Ik ren de zaak uit.
Rond zevenen staan we weer op de Veerboot terug naar Texel. Vierde keer op de boot in korte tijd. Voelt bijna als routine. Man laat zich zelfs verleiden tot een selfie (‘threesie’).
*
Zoon en man hebben hun ochtendzwem achter de rug. Ik blijf achter in het huisje, want ik kom elke ochtend als laatste uit bed. Elke keer om half 9, zonder wekker, het tijdstip waarop zij vertrekken naar het zwembad. Anders is het te druk, aldus man. Het voelt als een nederlaag en toch is het iedere ochtend hetzelfde liedje.
Zoon en ik gaan midgetgolfen. ‘Weet je nog, vorig jaar in Saarburg? toen was het 34 graden en nergens schaduw’. Zoon weet het nog. Vandaag is het perfect. 21 graden, zonnig en de bekende (eiland)bries. Bij een baan, slaat hij in een keer raak. ‘Jij kan beter richten, ik sla harder’ aldus zoon. 
We fietsen naar vliegveld Texel. We hebben forse wind tegen. Na ruim zeven kilometer zijn we er. Parachutisten in de lucht. Tandemsprongen worden gemaakt. Kleine vliegtuigen, als in de animatiefilm ‘Planes’ stijgen op en landen. Moeiteloos. Allemaal op hetzelfde veld. Gefascineerd kijken we naar het komen en gaan, als dat maar goed gaat. Het gaat goed. Zouden we zelf willen parachutespringen? Hm… liever niet. 
Zullen we dezelfde route maar terugnemen, hebben we wind mee, stel ik voor. Ja leuk, zegt man spottend. ‘Nee, ik weet iets beters: stukje door, wind tegen, dan naar rechts, wind schuin komen we weer bij de Slufter uit, en dan naar huis, wind mee.’ Bij de Slufter weet man nog een geinig paadje tussendoor. Het is een klimmetje, dat wel. Hijgend kom ik uiteindelijk boven. Stuit op het bord Verboden voor fietsen. ‘Terug’. ‘Welnee’ zegt man en rijdt stug door. Ik pruttel nog wat maar fiets achter hem aan over de wiebelende stenen, duidelijk gemaakt voor wandelaars. ‘Kijk eens naar het uitzicht, gebaart hij. We fietsen tegen beter weten in. Weer een klim, stijl omhoog. Met de fiets aan de hand lopen we omhoog en aan de andere kant weer omlaag. Zoon en man kijken toe hoe ik voetje voor voetje naar beneden loop met mijn fiets. ‘Ik heb sandalen aan, jongens’ roep ik als excuses voor mijn slome geschuifel. Je kunt je handremmen inknijpen, adviseert man. Oh ja, reageer ik, moet hier zo hard om lachen, dat ik alsnog bijna mijn evenwicht verlies.  
We fietsen de laatste kilometers op het heuvelachtige pad van de Slufter naar het huisje, met wind mee. De tegenliggers werken hard, sommige kijken alsof ze moeten poepen of in snikken willen uitbarsten. Meestal pubers.
*
Mijn moeder is vandaag jarig. Ik denk aan haar. Daarna aan mijn broer die op dit moment, samen met vrouw en kind, zijn uiterste best doet om haar feestje in goede banen te leiden.
Zon. Klein buitje. Weer felle zon. Zoon heeft een voetbaltoernooi(tje). We gaan kijken. Ploegje waarin hij speelt, oranje hesjes, wordt uiteindelijk tweede. Twee kleine jongens zitten bij hem in het team. Ik schat ze zes jaar. Vol vertrouwen rent het mannetje met de bruine krullen over het veld. Hij is niet bang voor de bal en al die grote lijzen om hem heen. ‘Laatste potje: de ouders tegen de kinderen’ roept de bebaarde jongen van het animatieteam, hij draagt zijn petje achterstevoren. Man aarzelt geen seconde. 
Daarna willen we naar de muziek, krijgen zoon niet mee. Hoe we ook aandringen (motiveren), hij wil chillen na deze inspanning. Dan samen. We stappen in de auto. Eerst naar Oudeschild waar vandaag ‘het havenvistijn’ is. Het is druk, kleurrijk gezicht al die vissersboten in de kleine haven. Sommige vertrekken tussen twee kades door richting open Waddenzee. De zon glinstert in het water.
Daarna op naar Strender pop in Oosterend. We gaan op de muziek af. Daar is het terrein, midden tussen de dorpshuizen. We krijgen fluorescerende polsbandjes om. Bedaard staan we tussen het publiek. Om ons heen alle leeftijden. De band die bezig is, klinkt niet onaardig. Amy Macdonalds, met ‘this is the life’ schalt over het veld. Rond zessen zijn we weer terug. We wagen het restaurant op het park. Er is nog een tafeltje. Zoon gaat tussendoor op het springkussen. Sluit het etentje er ook mee af.  Ik lees thuis ‘Het feest’ uit.
*
We fietsen naar het strand, maken een wandeling langs de zee. Forse wind, fantastische zee, lucht en wat een breed strand. Als we terugkeren, slaat zoon af richting springkussen. Naar zijn vrienden. Ik ga zitten in de zon met een nieuw boek. Het is zomer! Behalve dat dit boek ‘t Hooge Nest’ van Roxane van Iperen, verpletterend is. Wat een aangrijpend verslag. ’s Avonds kijk ik Zomergasten helemaal uit. Maxim Februari. Vriendelijk, intelligent, onderhoudend. Mooie fragmenten, zinnig commentaar.
*
Op naar Ecomare, wens van zoon. Ik herken alles nog. Zoon ziet de waterspeelplaats, brengt daar veel tijd door. De zeehonden vindt hij de moeite waard, terug in de auto heeft hij al hun namen onthouden. Skinny en Rohan, Boelie en Beer, Michael en Dennis, somt hij op, ‘oh nee, dat waren Bruinvissen’. Bruinvissen zijn geen vissen en ze zijn ook niet bruin. Bruinvissen lijken op dolfijnen, ze zijn beiden familie van de walvisachtigen, maar je ziet zelden een Bruinvis met een boog boven het water uitspringen.
De roggen vind ik de leukste vissen. Een steekt zijn kopje boven het water uit, een plat wiebertje met een lief gezichtje. Zijn kleine ronde kieuwen gaan open en dicht, net ogen die knipperen. Op het allerlaatste moment wil zoon toch de roggen zien. ‘Ik heb er mijn spreekbeurt over gehouden’ verklaart hij.  Als we weer thuiskomen, barst het in alle hevigheid los. Voor het eerst sinds we hier zijn.  
Zoon heeft vrienden gemaakt. Jayden, Daan en zijn broertje. Hij vertelt ons dat hij het broertje van Gerco tegenkwam op het springkussen. Gerco zat bij zoon in de klas. Ooit op zijn eerste feestje geweest. Nooit echt vrienden geworden. Broertje vertelde dat ze ieder jaar naar deze camping komen. Wat een toeval.
*
Vandaag een fietstocht naar De Koog, we hebben de hele weg tegenwind. Zoon gooit om de paar kilometer, demonstratief zijn fiets in het gras. Hij slaat zijn armen over elkaar, kijkt stuurs en zegt dat hij er nu echt mee stopt. ‘Ik ga terug’. Jij houdt het nog het beste vol, zeg ik hijgend en voel aan mijn natte rug. ‘Je wilt toch niet verliezen van je moeder?’ ‘Ik kan het wel, maar vind het saai’. Saai? echoot zijn vader en gebaart demonstratief om zich heen. Dan stapt zoon toch maar weer op en gaat er als een speer van door. Hij fietst staand. Misschien moet je gewoon blijven zitten, adviseer ik hem later, mijn hoofd gloeit van de inspanning. ‘Blijf jij maar lekker zitten hoor, mama’ zegt hij spottend.
Na een aantal kilometers, houdt hij het weer voor gezien. Weer smijt hij zijn fiets in de berm. Ik wijs naar het bordje De Koog, ‘krijg je daar een ijsje’. Een simpele en effectieve oplossing. De Koog is de grootste badplaats op Texel. Ik loop het boogbruggetje op naar de zee. Altijd fijn om de zee te zien. Ik vind de weg naar het strand vanaf ons huisje, mooier. Kleiner, eenvoudiger.   
Op de terugweg racet zoon keihard op huis aan. Lekker voetballen of naar het springkussen. Daar is hij tenminste onder gelijkgestemden. Hij rijdt een heel stuk voor ons uit. Ik vraag me af of hij nu rechtdoor is gefietst of toch dezelfde weg langs de Slufter, net als wij. Vertwijfeld kijk ik man aan. Wat wou je er aan doen? reageert hij. Ik denk aan de middelbare school waar hij over twee weken op zit, en probeer het los te laten. We hebben wind mee. Veel tegenliggers. Sommige hebben hun fietslamp aan staan. Wat zijn dat voor idioten? vraag ik me af.  
Halverwege staat zoon vast op ons te wachten, bij het restaurant aan de Slufter bijvoorbeeld. Nee, mis. Uiteindelijk komen we bij het park, rijden langs het springkussen. Nee. Ik fiets naar het huisje. Nee, ook niet. Dan komt man aangefietst. Hij is er niet, zeg ik. ‘Jawel hoor, op het voetbalveldje’. ‘s Avonds heeft zoon weer een voetbaltoernooi. Hij kijkt in zijn schermpje. Ja, tijd om te gaan. Snel strikt hij zijn veters, pakt zijn fiets, steekt zijn hand naar ons op.
*
We zijn op weg naar Oudeschild. Met de auto. De bekende hit van de Beegees klinkt. Ik denk even aan mijn vader. ‘Pa was een van de eersten die deze elpee kocht’. In gedachten hoor ik de trots in mijn broers stem. Ondertussen schiet de natuur van Texel aan ons voorbij. Ha! ha! ha! ha! Stayin’ alive.
Texel 44 staat op de boot. We zijn niet de enigen. De boottocht is op de Waddenzee en zal twee uur duren. Het is windkracht 3. Gisteren nog ruim 5 en de dag ervoor zeker 6. Ik bof maar weer. Het is heerlijk op zee. Felle zon, mooie blauwe lucht met Hollandse wolken. We varen naar Den Helder, richting de marine basis. Ze zijn met oefeningen bezig. Er vaart een oranje, twee persoonsreddingsbootje een tijdje keihard met ons mee. Ze lijken er plotseling te zijn. En net zo snel, zijn ze ook weer verdwenen. We zien een zeebank met zeehonden. Af en toe een zeilbootje of ander schip. Gaaf hè, lach ik naar zoon. Mag ik een ijsje? vraagt hij. 
’s Avonds fietsen we naar De Cocksdorp. Ze hebben er wel 57 pizza’s zegt man opgetogen. We komen aan. Gesloten. Op een woensdagavond? Dan maar een ander restaurant. ‘Pangkoekehuus’. ‘Grappig, zegt zoon, ‘hier wil ik naar binnen’. Op de terugweg, zie ik twee vage lichten in de struiken. Staat mijn fietslicht nou aan? Ik stop. ‘Jongens brandt mijn voorlamp?’ Al fietsend draait zoon zich om. ‘Ja, al dagen, hoezo?’
*
Laatste dag. Ik wil naar het strand en in de zee zwemmen. Wie gaat er mee? Zoon niet, gaat met zijn vrienden springen en voetballen. Duimpje. Man wil wel mee. Vanaf morgen wordt het aanzienlijk warmer, komend weekend begint een hittegolf. Vandaag nog niet. Man loopt voorbij al het gepeupel voor een rustig plekje aan zee. Drie keer denk ik: Stop dit is een goeie plek. Hebben we profijt van het windscherm dat er al staat. Man loopt en loopt. Eindelijk stopt hij. Inderdaad een rustig plekje. Wel volop wind.
Het is een overweldigende zee met flinke schuimkoppen en een stevige stroming. Godsamme wat koud. Man loopt heldhaftig door zonder twijfel. Ik ogenschijnlijk ook. De ultieme ervaring. Doet me aan vroeger denken. Sommige mensen denken vooruit, ik denk regelmatig terug. Zo vaak zwem ik niet meer in de zee, en zeker niet met man. Ik krijg de slappe lach van zoveel vastberadenheid. Ik ga onderuit door de stroming. Heerlijke afsluiting zo’n laatste dag.
De volgende ochtend staan we op het dek van de Veerboot, op weg naar huis. We kijken naar die prachtige zee, die nooit verveelt, de wind waait om ons hoofd.
‘Ik vond dit de leukste vakantie tot nu toe, zegt zoon. ‘Nou ja, samen met Berlijn dan’.
—–
*Texel heeft een landoppervlak van ongeveer 170 km². De lengte van Texel is 20 km en de gemiddelde breedte 8 km.
 *Kwelder: Bij het onderlopen van een slik tijdens vloed, blijft er telkens wanneer het water wegloopt wat nieuwe modder liggen. Hierdoor ontstaat de kwelder, die langzaam maar zeker steeds droger wordt. De laagste delen van een kwelder worden gevormd door geulen, slenken en kreken. De kwelderwal is een hoger gelegen deel van de kwelder, waar bij overstromingen vaak grover materiaal werd afgezet.
 Kenmerkende planten van de kwelders zijn zeekraal, lamsoor, Engels slijkgras, kweldergras, zilte rus, roodzwenkgras, zulte, schorrenkruid, strandkweek, heen, zeegroene ganzenvoet, zee weegbree en schorrenzoutgras.
 *De Tonijn is een driecilinder onderzeeboot van de Potvisklasse. Tussen 1960 en 1992 vormden de driecilinder onderzeeboten de kern van de Nederlandse onderzeedienst. Hun primaire taak was het bestrijden van Sovjetonderzeeboten. Door hun onzichtbaarheid en geruisloosheid waren ze uiterst geschikt om gegevens te verzamelen over schepen van het Warschau Pact. Hiertoe werden regelmatig geheime patrouilles uitgevoerd in de Noordelijke IJszee en de Middellandse Zee.
De Tonijn werd bij de werf Wilton-Fijenoord in Schiedam gebouwd. De Nederlander M.F. Gunning (1895-1972) ontwikkelde het principe van de driecilinder voor onderzeeboten. Deze constructie verbeterde de stabiliteit en de boot kon dieper duiken dan andere onderzeeboten uit dezelfde tijd.
1 note · View note