Tumgik
#vogels en de liefde
Text
‘De zoete inval’ en ‘Zeeangst’ van L.H. Wiener: herinneringen van een weemoedige zeerot
Tumblr media
L.H. Wiener (1945) vierde begin dit jaar zijn vijfenzeventigste verjaardag. Zijn nieuwe uitgever Pluim brengt de auteur hulde met De zoete inval, een gulle bundeling met recente korte stukken, én Zeeangst, een bijna-roman in de vorm van een nautisch logboek over een negen weken durende zeiltocht van Haarlem tot het Britse graafschap Devon en weer terug.
De zoete inval
Jeroen Brouwers noemde Wiener ooit de meest verwaarloosde schrijver van de Nederlandse letteren, maar inmiddels staat de ‘vogelman van Zandvoort’ te boek als dé grootmeester van het korte verhaal, alom geroemd en bejubeld omwille van zijn onnavolgbare stijl en zijn krachtige vertelstem. Autobiografie, zelfspot en milde misantropie kenmerken zijn literair werk, geschreven in een loopbaan die nu ruim vijfenvijftig jaar omspant.
De zoete inval bundelt achttien nieuwe korte stukken, waarvan het merendeel al eerder in druk is verschenen, tien zelfs bij kleine bibliofiele uitgevers. Zo goed als alle bekende Wiener-thema’s passeren de revue: de dood, de liefde, het verleden, zijn half-Joodse achtergrond, zijn zelfverklaarde misogynie, het schrijverschap, zijn liefde voor de natuur (in het bijzonder vogels) en de tirannie van alcohol of ‘Koningswater’, om de belangrijkste te noemen. Voor wie vertrouwd is met de vroegere verhalen en romans zijn deze verhalen, herinneringen en brieven (aan F. Starik en A.L. Snijders) dan ook een feest van herkenning, terwijl ze voor de nieuwkomers de perfecte inleiding vormen.  
De opener en het titelverhaal ‘De zoete inval’ is meteen raak. In dit tragikomisch verhaal denkt Victor — Van Gigch, een van Wieners alter ego’s en net als Wiener een gepensioneerde leraar Engels — terug aan een dronken liefdesnacht van 38 jaar geleden. Tegenover de vissportwinkel waar hij net een doosje maden heeft gekocht, bevindt zich een fourniturenhandel. De stoffen in de vitrine doen hem denken aan de rozenjurk van Lena (op de cover van De zoete inval prijkt een verwelkte roos), de vriendin van een kroegvriend die hij ooit oppikte en meetroonde naar zijn vrijgezellenflat om haar ‘langdurig te overmeesteren’.
Lena blijkt een emotioneel wrak te zijn: ze is ongewenst zwanger van haar vriend, flirt met de dood op het balkon van Victor, kotst haar ziel uit en blijkt ondanks haar jeugdige leeftijd een kunstgebit te hebben. ‘De zoete inval’ is onversneden Wiener: humor (zie ook ‘Een kimono staat mij goed’) en tragiek, heden en verleden, vermengen zich naadloos tot een weergaloos verhaal vol pathos en retoriek, waarin de auteur de draak steekt met zichzelf en de zelfgenoegzaamheid van zijn medemens.
‘De zoete inval’ is een prachtig voorbeeld van hoe Wiener het fictieve van de werkelijkheid of het werkelijkheidsgehalte van fictie voortdurend in vraag stelt. De lezer herkent moeiteloos  Wiener in de verteller, maar het doet er niet toe of dit alles hem werkelijk is overkomen of niet. In zijn sleutelwerk De verering van Quirina T. (2006) stelt Wiener: ‘Literatuur is per definitie fictie, alle literatuur, ook autobiografische.’ In Zeeangst doet hij er nog een schepje boven op enverdraait het reviaans axioma ‘Echt gebeurd is geen excuus’ tot ‘niet echt gebeurd evenmin’: ‘Literaire waarachtigheid onttrekt zich aan zowel feit als fictie.’
De waarheid heeft natuurlijk ook te maken met de betrouwbaarheid van herinneringen, nog een belangrijk thema in Wieners werk. Het verleden haalt het heden steeds maar in. Zo ontmoet de verteller in ‘Komt tijd, komt onraad’ op café de bejaarde ‘Meneer Brand’, zijn oude leraar Frans die ooit zijn klaslokaal met ijzeren hand bestierde. In ‘De dood in Zandvoort’ blikt hij vol heimwee terug op schoonheid van de kustplaats waar hij opgroeide, maar stelt met groeiende weerzin de vergane glorie ervan vast.
Wieners geheugen spreekt in de eerste plaats weliswaar over het familieverleden. ‘Familieportret’, een fijn staaltje zwarte humor, gaat over zijn Joodse achtergrond, een kwestie die reeds in In zee gaat niets verloren werd uitgediept, en opent met de geweldige zin: ‘Ik kan mij niet herinneren of ik op mijn elfde wist wat joden waren, toen mijn moeder mij vertelde dat de ouders van mijn vader en zijn jongere broer een einde aan hun leven hadden gemaakt.’ Met de hulp van een oud-leerling wringt de verteller zich in allerlei bochten om op een veiling een portret van die oom te bemachtigen: vintage Wiener.
De herinneringen zijn steeds gloedvol, maar telkens weer zit er een angel in de staart. ‘Moederdag’ bijvoorbeeld, is een warme voordracht gehouden in de Haarlemse Janskerk op het feest van de moeders, waarin Wiener de gekneusde ambities van zijn behoorlijk excentrieke moeder memoreert. Hij kan zich niet ontdoen van de indruk dat ze nooit een kans heeft gehad op een ‘waarachtige levensvervulling’. Op zesenzeventigjarige leeftijd, kort voor haar dood, flapt ze uit dat ze eigenlijk prostituée had moeten worden. In ‘Ippon’ ziet Wiener zijn zoontje een judowedstrijd verliezen tegen een grotere en oudere tegenstander, zoals hij zelf meemaakte als jonge judoka, al was dat tegen een meisje. Wanneer de judostudio afbrandt, wentelt hij zich in leedvermaak: ‘Die brand is niet door mij aangestoken. Echt niet. Je kunt niet aan alles denken.’
In ‘Buizerd’ licht Wiener zijn poëtica verder toe, startend met een knipoog naar W.F. Hermans: ‘Er valt in mijn werk geen mus van het dak zonder dat ik er een verhaal aan wijd. Fantasie speelt geen rol. Verzinnen kan men alles wel. Vormgeven is de kunst.’ Hij vertelt ronduit hoe hij de realiteit soms naar zijn hand zet ten voordele van ‘de literaire werkelijkheid’. Zo was de gewonde kauw in het verhaal ‘Jonge kauw te Katwoude’ in het echte leven niet dood toen Wiener die overhandigde aan het vogelasiel. Waarna — typisch Wiener — een op gelijke leest geschoeid verhaal volgt over de redding van een uitgemergelde buizerd. Fictie blijft fictie, of niet?
De afdwingbaarheid van de literaire werkelijkheid voert Wiener ten top in ‘Life imitates art’. In een verdere demystificatie onthult hij hier de ware toedracht over het zeemansgraf dat hij zijn ontslapen kat Lolitapoes gaf in zijn ‘dodenboek getiteld’ In zee gaat niets verloren (2015), een passage die overigens nog terugkomt in Zeeangst. In realiteit begroef Wiener de kat in een lange bloembak in zijn tuin en was het zeemansgraf niet meer of minder dan ‘een onontkoombare literaire eis’. Maar omdat de auteur naar eigen zeggen alleen ‘werkelijk’ bestaat in zijn boeken en enkel die zijn bestaan ‘rechtvaardigen’, haalt de fictie het nog maar eens op de werkelijkheid: na een jaar graaft Wiener de poes op en laat haar, precies zoals hij eerder had beschreven, te water voor de kust van Zandvoort.  
Wie stelt alleen in zijn zelfgeschreven boeken werkelijk te bestaan, eigent zich bij wijze van overlevingsstrategie ook de literatuur van anderen toe, om die tweede werkelijkheid te kunnen assimileren en uit te breiden. Wiener ziet dan ook waarlijk overal literatuur en doorspekt ongegeneerd zijn verhalen met citaten of verwijzingen (‘La vie devant soi’, ‘Brief aan A.L. Snijders’), een procedé dat hij in Zeeangst tot het uiterste drijft.
Voor Wiener is schrijven naar eigen zeggen het ‘tijdloos fixeren’ en ‘op literaire wijze tot expressie brengen’ van emoties die zijn gemoed doen vollopen. Zo schreef hij een pakkend portret van de hoogbejaarde, officieuze havenmeester van de Haarlemsche Jachtwerf (‘Freek’), die tijdens een roofoveral om het leven kwam. Wanneer hem wordt gevraagd waarom hij schrijft, antwoordt Wiener steevast: ‘Om niet anoniem te passeren’. In ‘Over niet anoniem passeren’ begint de auteur te twijfelen aan Oscar Wildes credo dat schrijven een ‘volstrekt zinloze bezigheid’ is, zeker wanneer hij ontdekt dat een schipper zijn verhaal ‘Freek’ heeft opgehangen aan  het wachthuisje van de haven en verschillende wandelaars en zelfs een jogger stoppen om het stuk te lezen.
De zee als vijand
Bulkte De zoete inval van de referenties aan de dood, dan zijn die nog prominenter aanwezig in Zeeangst en dat vanaf de eerste pagina’s. In de proloog al doet Wiener uit de doeken waarom zeezeilen voor hem een dualistische uitdaging is (enerzijds fascinatie, anderzijds angst): als dertienjarige ontsnapte hij op het nippertje aan de verdrinkingsdood tijdens een zeiltochtje met drie vrienden vlak voor de kust van Zandvoort. Omdat hun zeilbootje te zwaar geladen was, kantelde het. In een poging de mast terug recht te trekken raakte Wiener onder water verstrikt in een touw. Een van de vrienden wist hem bijtijds terug boven te halen. Deze gebeurtenis transformeerde de zee tot een vijand. Sindsdien is zee kiezen voor Wiener opgaan in de natuur en genieten van de schoonheid, maar tegelijk ook het tarten van de dood (‘De zee is te veel de baas. En ik steeds minder.’).
Wieners traumatiserende ervaring doemt regelmatig op in zijn dromen en herinneringen, waarin hij steevast níet wordt gered, maar wel degelijk verdrínkt. De auteur spreekt in dat geval van ‘opdringing’, een begrip dat hij eerder al uitwerkte in De verering van Quirina T.: ‘herinneringen aan gebeurtenissen die zich in de werkelijkheid als zodanig niet hebben voorgedaan, maar zich niettemin als voltrokken vonnissen manifest in het geheugen hebben vastgezet’. Het is weinig verwonderlijk dat het incident ook in Wieners teksten hier en daar opduikt. In ‘Tweemaal is scheepsrecht’ bijvoorbeeld, een verhaal uit de bundel Ochtendwandeling (1996), waarin Wiener zijn angst beschrijft om onder zijn boot te duiken om de kiel schoon te maken, een actie die hem terug slingert naar die noodlottige dag op zee.
Wie bekend is met Wieners werk weet dat de auteur een ervaren zeiler is en een eigen schip heeft (vroeger de Archimedes, vandaag de Argos, the good ship). Ook zijn ‘huidige vriendin voor het leven’ Antje Noordwest is een gediplomeerd zeilster. Het koppel beslist om gedurende 9 weken en over een afstand van meer dan 800 mijl hun favoriete zeilgebied langs de Britse zuidkust en het eiland Wight te bevaren (voorin zitten kaartjes met de uitgestippelde route). Deze keer hebben ze ook twee doelen voor ogen: een bezoek aan het graf van Malcolm Lowry en de plaats waar Virginia Woolf de Ouse (en de dood) instapte. Bijzonder is dat de reizigers ook de jonge poes Loes (is zij vernoemd naar de tante uit In zee gaat niets verloren?), aan wie Zeeangst bovendien is opgedragen, mee aan boord nemen.
In zijn badinerende en mijmerende stijl tekent Wiener hun wederwaardigheden op in ‘een logboek’, niet voor niets de ondertitel van Zeeangst, hoewel de bijdrages niet gedateerd zijn. In ‘Tweemaal is scheepsrecht’ en In zee gaat niets verloren hanteerde hij eerder al de logboek-vorm, hoewel hij voor laatstgenoemde liever de term ‘scheepsjournaal’ gebruikt. Als voorbeeld neemt Wiener Coasting (1986) van Jonathan Raban, een zeilklassieker die hij ooit in vertaling kreeg van Mizzi van der Pluijm, vroegere redactrice en huidige uitgever van de auteur: ‘Langs dezelfde lijnen als Coasting wil ik Zeeangst opzetten: deels als nautisch logboek, maar in essentie als een autobiografisch geschrift, waarin mijn verhouding tot de zee, de literatuur en het leven, als een reis door mijn heden maar vooral door mijn verleden, gestalte krijgt. Toekomst bestaat niet.’ De inzet van de reis is hoog.
Voor een schipper in de herfst van zijn leven wordt ‘toekomst’ een steeds ijler begrip (‘de zee is een bedding van de dood’). Meer dan eens suggereert Wiener dat dit misschien wel de laatste keer is dat hij deze geliefde kusten zal bezeilen. De dood lijkt soms mee te reizen: er is niet alleen het korte saluut aan het graf van Lolitapoes, maar ook de bezoeken aan de laatste rustplaatsen van literaire helden zoals Malcolm Lowry, Virginia Woolf en Cyril Connoly zijn telkens een aanleiding voor de reiziger om het levenseinde te contempleren, het liefst overdadig gelardeerd met Engelstalige citaten. Voor Wiener is de dood ‘de schaduwkant van de oplichtende levensdrift’: tijdens een fietstochtje wordt hij in een moment van onoplettendheid ei zo na omvergereden door een voorbijrazende truck en aan de zelfmoordkliffen van Beachy Head wrikt hij een steenbrokje los voor Anton Dautzenberg, die droomt van een sprong in die bekende diepte (‘Een koorddanser tart de val, een schipper de zee’).
Wiener zou Wiener niet zijn mocht er naast de schaduwkant ook niet flink wat worden afgelachen. Reizen met een poes zorgt hoe dan ook voor burleske situaties, al zeker over water. Schitterend zijn de passages waarop Wiener en Ant de jacht op Loes inzetten wanneer die aan land voor de zoveelste keer pleite is. Even hilarisch is de woordenwisseling met een gepensioneerde dierenarts die Loes als een illegaal dier het land wil uitzetten of de brief die Wiener schrijft aan een schipper wiens boot hij zou geraakt hebben bij het aanmeren. Wanneer Loes Ant al spelend verwondt aan het oog moet ze naar het ziekenhuis: de beschrijving van de consultatie bij de knappe jonge oogarts Hannah Fieldhouse is Wiener op z’n best.   
Aangrijpend en ongebruikelijk zijn de talloze momenten waarop de schrijver-schipper zijn onzekerheid uitdrukt, zijn angst om fouten te maken, blunders die op zee fatale gevolgen kunnen hebben. De druk is zo hoog dat de zeilers beslissen om bij de terugreis de route af te snijden en over binnenwater terug naar Haarlem te varen. Nochtans weet Wiener zich ettelijke keren, met de hulp van Ants expertise en ten koste van zware fysieke arbeid, uit hachelijke situaties te redden, dankzij zijn goed zeemanschap en alertheid. Soms is de verantwoording heel technisch, vakjargon dat enkel begrijpelijk is voor doorgewinterde zeilers. Gelukkig is er achterin een verklarende woordenlijst, voorafgegaan door een Wieneriaanse vermaning: wie niets weet over zeilen, mag er niet over schrijven. Voor de zekerheid is er dan ook een bibliografie toegevoegd, met waardige zeilklassiekers die niet mogen ontbreken in elke zichzelf respecterende boordbibliotheek.
De geweldige epiloog is een lange brief aan Paul Léautaud, een van de grootheden uit de autobiografische literatuur en ‘de grootste kattenman allertijden’, waarin Wiener vertelt hoe hij het baasje van Loes werd. Met een naar de keel grijpende wending op het einde maakt Wiener van de zeilende poes het uiteindelijke hoofdpersonage van zijn uitzonderlijk reisverslag. 
Verschenen op: De Lage Landen (volledige tekst achter betaalmuur) en op papier in Ons Erfdeel, november 2020
De zoete inval van L.H. Wiener, Pluim 2020, ISBN 9789492928917, 108 pp. & Zeeangst Een logboek van L.H. Wiener, Pluim 2020, ISBN 9789492928894, 284 pp.
Ter gelegenheid van L.H. Wieners 75ste verjaardag verscheen in een oplage van 75 exemplaren een ‘visuele bibliografie’, alleen verkrijgbaar via antiquariaat Hinderickx & Winderickx: Theo Rabou, Schrijven heeft geen enkele zin… Bibliografie van de reguliere en bibliofiele uitgaven van L.H. Wiener., Vught 2020, 220 p.
0 notes
jurgenameen · 4 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
137, 38, zo een
Eenvoudig dat het lijkt
Om de boodschap te begrijpen
Om de ziel in afstemming te laten rijpen
Innerlijk geijkt
Echter een stap uit de eenheid lijkt zo gewoon
Het luisteren vergeten
Ieder zijn loon
De kennis van de liefde vergeten
Zo eens de ontkenning en hoon
Echt de liefde die roept
De boodschap of heilig icoon
De vogel die broedt
-copyrights Ambiance 2024-
0 notes
zielsvlucht · 5 months
Text
02/05/2024
Ik kijk uit het raam van de trein, naar alle dingen die we voorbij rijden. Alle dingen die we gemaakt hebben. Overal daken, muren en wegen. Net een volgestampte minecraft server. Ik zie de auto's in rijen van de stad wegrijden. Als een vloeiend spoor van lichtgevende mieren. Het doet me denken aan bloed dat door aders wordt gestuwd. Als ze konden opstijgen, dan was ik naar Blade Runner aan het kijken.
En toch zijn al die dingen gemaakt door mensenhanden. Of gemaakt door machines, die gemaakt zijn door machines, die gemaakt zijn door mensenhanden. Gemaakt zoals de nesten van vogels en de dammen van bevers. Ik vraag me af waar al onze pretentie vandaan komt. Niemand kon me ooit uitleggen waarom mensen geen dieren zijn. Ze zeggen me dat een mens meer dan een dier is. Dat kan zijn maar een vierkant is meer dan een rechthoek. En het is nog steeds een rechthoek. Heeft alle eigenschappen van een rechthoek. Gewoon omdat een mens meer dan een dier is, wilt niet zeggen dat de mens minder dier is. We zijn gewoon dieren met extra bagage. Omhooggevallen apen die doen alsof ze kunnen dichten. Ook wij worden gedreven door honger en onze zintuigen. We voelen ons even machteloos wanneer we buiten in de storm staan en we zoeken naar vormen in de sterren. Allemaal tevergeefs want er is uiteindelijk maar zo veel dat we kunnen doen met ons leventje. En ons leventje draait eigenlijk om dezelfde dingen als bij andere dieren: eten, seks en doodvallen.
En liefde natuurlijk. Want zelfs ik ben niet cynisch genoeg om het belang van liefde te ontkennen.
We praten over dieren in het nauw, alsof we zelf niet even wilde sprongen maken. We praten over dierlijke instincten, alsof we zelf vrij zijn. We praten over inteligentie, alsof we begrijpen wat dat is. Sinds kort zijn we iets anders artificiele inteligentie beginnen noemen. Misnoemen. Het lijkt voor geen meter op de echte inteligentie van dieren, maar het verraad wel hoe wij denken dat inteligentie werkt. Wat wij denken dat het is. En hoe ver we er naast zitten.
De blinden leiden de blinden en ik klaag er over alsof ik wel de dingen kan zien. Maar al dat ik zie is een puinhoop. Een explosie die iemand gepauzeerd heeft, waarin wij nu leven. En ik weet niet waarom alles ontplofte, waarom alles vervalt, waarom wij niet beter zijn dan de vonken waaruit we gemaakt zijn. Ik weet niet waarom vormen in onze explosie, zoals de vormen in wolken en in vallende golven in de branding van de zee; waarom zij denken dat ze bestaan en denken dat ze sterven wanneer ze terug uiteen drijven. En toch zou ik het ook graag hebben dat alles waarvan ik hou, zijn vorm behoudt. En dat ik er nog even zal zijn, om het mee te maken. Om jullie te kunnen vertellen over het vuurwerk dat ik zag. Al is het maar zodat jullie het hoofd kunnen schudden en zeggen:
"Hou toch op met die existentiele zever, jij blinde omhooggevallen aap."
0 notes
keynewssuriname · 6 months
Text
Forest 93-ambassadeur Veira brengt wildlife Suriname realistisch in beeld
Tumblr media
Wildlifefotograaf Jean-Pierre Veira nam van 21 tot en met 23 maart deel aan de Green Awareness Expo – een initiatief van de Torarica Group in samenwerking met WWF Guianas – ter gelegenheid van Earth Hour. Deze expositie had als doel bewustwording te creëren over milieukwesties. Veira, nu officieel ambassadeur van Forest93, sloot zich aan bij de expo en presenteerde in Torarica Resort 15 van zijn beste foto’s uit zijn portfolio aan het publiek. Earth Hour en Forest93 Earth Hour is een wereldwijd evenement dat jaarlijks wordt georganiseerd door het Wereld Natuur Fonds (WWF). Tijdens Earth Hour worden mensen over de hele wereld aangemoedigd om gedurende een uur de verlichting en elektrische apparaten uit te schakelen; dit als een daad van solidariteit met de planeet en een oproep tot actie tegen klimaatverandering. Het evenement is bedoeld om bewustwording te creëren over milieukwesties en de noodzaak van duurzaamheid en energiebesparing te benadrukken. Earth Hour wordt gewoonlijk gehouden op de laatste zaterdag van maart, van 20.30 uur tot 21.30 uur lokale tijd. “Surinamers moeten opkomen om hun land te beschermen. Een persoonlijke connectie met de natuur versterkt de drang om de natuur te beschermen”, zegt Veira in gesprek met Key News. Jagers schieten met geweren op dieren, maar Veira doet dat met de camera. De 25-jarige fotograaf heeft zich gespecialiseerd in wildlife en natuurfotografie. “In de studio kun je alles zelf bepalen, alles naar je hand zetten. Landschapsfotografen moeten wachten op het juiste licht en juiste omstandigheden, maar dan hebben ze ruimschoots de gelegenheid er iets moois van te maken”, zegt Veira. “Maar een jaguar, anaconda, exotische vogel of tapir, die kan besluiten niet mee te werken, weg te vliegen vlak vóór het mooiste shot, de andere kant op te gaan of – in het ludiekste geval – in de camera kijken en daarmee laten zien, dat ze weten dat je er bent”, aldus de ervaringsdeskundige. Het fotograferen van wilde dieren in het Surinaamse regenwoud is een droombaan voor de fotograaf, die ook als gids fungeert voor overwegend Amerikaanse en Europese toeristen. Als visuele producent heeft Veira zich voornamelijk gespecialiseerd in het fotograferen van reptielen en amfibieën. Hij zet zich al een aantal jaar pro Deo in om de natuur te promoten en mensen bewust te maken over de waarde van het Surinaams regenwoud met al zijn biodiversiteit. Zijn inzet is niet onopgemerkt gebleven. Veira is door Forest93 aangetrokken als ambassadeur en zelfs toegevoegd aan de lijst van bekende Forest93-ambassadeurs zoals Dean Gorré, Jaïr Tjon en Fa, Shaquille van Zichem en Sharda John. Forest93 is via Green Growth Foundation Suriname een campagne gestart om Surinamers bewust te maken van de waarden van onze natuur. De campagne kent verschillende initiatieven die gefocust zijn op wetgeving, vooral wanneer het aankomt op de grondrechten van onze tribale gemeenschappen. Zo worden er projecten uitgevoerd van Paramaribo tot Kwamalasemutu. Slangenman bij Snake Patrol Suriname In een land waar slangen vaak verkeerd worden begrepen, wijdt Veira zijn leven aan het uitbannen van misvattingen en het voorlichten van anderen over deze fascinerende wezens. Veira wordt algemeen erkend als de ‘slangenman’ en combineert zijn expertise in herpetologie met zijn liefde voor fotografie, waardoor boeiende beelden ontstaan die niet alleen de schoonheid van de natuurlijke wereld laten zien, maar ook dienen als een krachtig hulpmiddel voor milieueducatie. Hij is teammember van Snake Patrol Suriname. Op de expositie stond hij dan ook bij de booth van deze “slangenorganisatie”. Vooral voor kinderen was het een echt avontuur om hun angst te overwinnen en prachtige foto’s te maken met wurgslangen. Vooral de tapijtslang, een boa constrictor waarover er veel mythe is in de Surinaamse orale vertelcultuur, had veel bekijks. Maar het draaide voornamelijk om educatie. Snake Patrol Suriname zet zich in voor educatie en het delen van positieve ervaringen. “Vaak wordt angst aangeleerd of versterkt na traumatische gebeurtenissen, vooral als we iets niet begrijpen of kennen”, schrijft de organisatie op haar pagina. Haar slogan “Het verschil zien tussen schoonheid en angst door kennis” vormt de basis van het werk van de organisatie. Via workshops, trainingen, kinderfeestjes en lezingen biedt SPS op interactieve wijze educatie op maat aan. “We willen dat het ontdekken van de fascinerende wereld van slangen leuk, leerzaam en boeiend is”, merkt Veira op. Read the full article
0 notes
jurjenkvanderhoek · 7 months
Text
OP EXCURSIE DOOR HET LEVEN MET OCTAVIE WOLTERS
Tumblr media
Octavie Wolters is graag in de natuur. Tussen wollegras, kroontjeskruid en onder bramenstruiken, populieren ligt haar tweede natuur. Daar is zij geaard, op die grond gedijt ze goed. Dat wezen van buitenleven en natuurschoon beschrijft zij liefdevol en gedetailleerd. Zittend aan de keukentafel met haar boek “Dit gaat nooit voorbij” geopend voor me liggend heb ik het idee dat ik met haar in dat veld ben. Want zij is geen bosmens. Octavie Wolters is van de horizon, van de open velden, de akkers. Bossen zijn haar te nauw, dan kan ze niet van zich afkijken en voelt zich opgesloten. In mijn fantasie bij haar verhaal wandel ik met haar, draaft de Friese hond die kan slootjespringen voor ons uit en zwijgt W. W is haar levensgezel die de natuur met haar deelt. Ik ben daarbij, wanneer ik mijn ogen sluit en haar teksten in mij om laat gaan.
Zij is geen wereldreiziger. Zij houdt van haar kleine, nabije omgeving. Het land dat ze zo goed kent en dat haar iedere dag weer iets nieuws laat zien. Octavie hoeft niet ver te gaan, daar in dat open veld vindt ze haar antwoorden. En haar vragen. “Ik weet nooit wat het doel is van alles, van de mens, de wereld, het leven. Of van mij.” De scholeksters halen hun gevederde schouders op en zeggen: “Dat hoeft je toch ook niet te weten?” En Wolters is het daar mee eens toch: het is goed zo – alles is er, dat is reden genoeg. Ze kan het geluk aanraken. Het gaat als een vogeltje op haar wijsvinger zitten. De essentie van geluk is de vogel, de liefde ervoor. “Dat gaat nooit voorbij”, denkt ze hardop.
Tumblr media
Die gedachte werd de titel van haar nieuwste uitgave, waarin zij spreekt met de vogels die ze treft op haar wandelingen. Ze vraagt zich af hoe vogels tegen de dingen aan kijken. In die fantasie zou het mooi zijn om met hen te kunnen praten. Octavie Wolters praat natuurlijk niet werkelijk met de merel, de kievit en de kokmeeuwen. Maar het woord is gewillig en het beeld volgzaam. Want niet alleen beschrijft Wolters haar gesprek en de omgeving waarin die samenspraak plaats vindt, ze maakt ook een afbeelding van de gesprekspartners. Dit doet zij door de plaat uit te snijden in linoleum en deze vervolgens kleurig af te drukken. Het spreken met de mezen, de zwaluwen en de ekster doet zij in gedachten. Die denkbeelden schrijft ze op en tekent ze uit, zodat het wel lijkt of de vogels net mensen zijn. De bever zwijgt, maar de mus, de kleine zwartkop en de blauwborst voeren het hoogste woord.
In gedachten spreekt ze feitelijk met zichzelf. Geeft zichzelf weerwoord of diepzinnige antwoorden op gelaagde vragen. Levensbeschouwelijk, bespiegelend, contemplatief. Ze is graag in de natuur, houdt van de vogels. En kan daarom hun verenpak aantrekken. En die jas past haar goed, al is de coupe en de stijl afwijkend. Ze observeert zo dikwijls en dermate intensief, dat ze zich met de gevederde vrienden kan vereenzelvigen. In haar gedachten vindt ze troost bij de vogels, in zichzelf. Het is als bidden. Moeiten en zwarigheden uitspreken en deze als het ware op het bordje van een hogere macht leggen. Bij Octavie Wolters is die macht de natuur, zijn dat de vogels. Bidden is net zo goed praten in jezelf, met een denkbaar persoon in gedachten discussiëren. Die iemand is ergens geloof je, maar zeker weten doe je het niet. Wolters gelooft in de vogels, vertrouwt op de natuur. Legt haar gemoed en gevoel bij hen neer in de fantasie van het verhaal. En ze krijgt antwoord, waar de goede god schijnbaar zwijgt.
Tumblr media
Haar verhalen zijn fabels, de vogels krijgen het gemoed van mensen. Geleerde mensen, want ze geven beschouwelijke antwoorden op de vragen van het leven. De vragen in het leven waarmee Octavie worstelt. Ze filosofeert over het zijn, bepeinst het wezen. Probeert een vinger achter het bestaan te krijgen, het aanwezig zijn hier en nu te vatten. Ze verbaast zich over dingen die zomaar gebeuren zonder dat iemand het opmerkt. “Sommige dingen gebeuren gewoon”, zegt de winterkoning. “Soms valt er iets voor zonder dat iemand op de wereld ervan weet”, denkt Wolters. Is het dan wel echt gebeurd wanneer niemand het opgemerkt heeft, filosofeert ze verder. “We kunnen soms alleen maar een verhaal verzinnen.” Dat beaam ik en sla de bladzijde om.
De verhalen zijn uiterst persoonlijk. Voor de vogels, en door de vertellingen dus ook voor mij, opent zij haar ziel. Ze heeft angsten, net als ieder mens. Wolters is bang dat zonder angst zij ophoud te bestaan. De angst is bij haar gaan horen, is een deel van haar geworden, een onmisbaar orgaan. Lang heeft ze zich vastgeklampt aan hoop, aan een verwachting, aan de gedachte dat alles ergens goed voor is. Ze denkt aan alle paden en wegen in haar hoofd, de herinneringen, toekomstdromen, alles in het hier en nu, waar ze aan werkt of mee bezig is. In het gladde wateroppervlak waarin de wolken voorbijdrijven ziet ze de reflectie van zichzelf. De visjes flitsen door haar heen alsof deze haar gedachten zijn. Het is een wereld van beelden, woorden zijn er niet nodig.
Tumblr media
Het zijn gedachten waarmee een ieder die serieus in het leven staat wel worstelt. ’s Nachts van wakker ligt. Troost zoekt overdag. Het zijn universele levensvragen die antwoorden verdienen, die om raad smeken en een uitweg zoeken. “Troost is er als al het andere al lang vervlogen is”, zeggen de mezen. Haar levensverhaal smeert Octavie Wolters uit over de seizoenen, deelt deze op in de maanden van het jaar. De winter, de lente, de zomer en de herfst, alle hebben een eigen karakter en signatuur. Het gemoed valt zwaar wanneer de blaadjes vallen bijvoorbeeld. In september denkt ze aan haar kindje dat er zo hartverscheurend niet meer is maar daardoor een nieuw soort aanwezigheid vormt. “Iets kan er tegelijkertijd zijn en niet zijn.” Gemis is nooit weg, vindt ze. Maar de pijn van de leegte kan wel gevuld worden. Ware woorden, de mees had het niet beter kunnen bedenken.
‘Dit gaat nooit voorbij’ is een prentenboek voor volwassenen, maar in de platen kunnen kinderen zich ook heel goed vinden. De vertellingen verhalen over levensvragen en het vinden van troost in de kleine wonderen van de natuur. Die vragen zijn te groot voor kinderen, wel lijken me de beschrijvingen van de omgeving aan te sluiten bij hun beleving. Volwassenen zullen bij de platen, portretten van vogels in weelderige flora, zelf een verhaal voor kinderen kunnen fantaseren. Deze platen hebben een klare lijn zonder veel omhaal van vlak en kleur. Duidelijk en essentieel, helder het karakter van de vogel in zijn habitat verbeeldend. Daarbij improviseren de verbeeldingskracht en het voorstellingsvermogen als vanzelf een verhaal. “De zon schijnt en de lucht voelt ineens warmer vandaag, al is het een wat schijnheilige warmte met een ondertoon van tochtige vrieskou. (…) De randen van de dagen worden langzaam zachter, het licht dimt, het lawaai verstomt.” De ekster vliegt op, maakt een rondje om de boomkruin en krast me gedag.
Dit gaat nooit voorbij. Octavie Wolters, tekst en illustraties. Uitgeverij Ploegsma, 2024.
1 note · View note
regioonlineofficial · 7 months
Text
Zuid-Holland - Voorjaar, dé tijd waarin de natuur ontwaakt uit haar winterslaap en alles weer tot leven komt. Om de nieuwe generatie de ruimte te geven om op te groeien, kunnen de boswachters van Stichting Het Zuid-Hollands Landschap jouw hulp goed gebruiken. Zodat dieren in de kraamkamer de rust krijgen die ze zo hard nodig hebben. Voor boswachter Melanie en haar collega's is de lente een van de meest mooie seizoenen van het jaar. "Het is het begin van nieuw leven en vol met geluksmomentjes om de eerste tekenen van ontwaken te zien," zegt boswachter Melanie. "Of het nu gaat om vogels die terugkeren uit warme oorden of planten die na de koude maanden weer beginnen te bloeien, de natuur bruist van energie en vitaliteit. Het is altijd weer een bijzonder moment om dit te mogen aanschouwen." Voorjaarskriebels Voor veel dieren markeert de lente het startsein om zich een partner aan te meten, een liefdesnest te bouwen en de liefde te bezegelen met kroost. Dit proces is van onmisbaar voor het voortbestaan van planten en dieren. Het Zuid-Hollands Landschap roept daarom alle bezoekers van de natuurgebieden op om zich bewust te zijn van de impact van hun aanwezigheid. "Rust, reinheid en regelmaat zijn de sleutelwoorden in de kraamkamer van de natuur," legt boswachter Melanie uit. "Kuikens, eendjes, jonge hazen en reekalfjes zijn kwetsbaar. Zonder verstoring van de mens is het al uitdagend genoeg voor ze om te overleven en op te groeien." Knobbelzwaan met kuiken - Foto Zuid-Hollands Landschap Wat kan jij betekenen in het Zuid-Hollands Landschap? Het Zuid-Hollands Landschap doet dan ook een beroep op alle bezoekers. Om de jongste generatie ruimte en rust te geven om veilig op te groeien, vragen zij je, juist in het broedseizoen, je aan de regels te houden: Houd je aan de huisregels van de natuurgebieden en let vooral op eventuele extra maatregelen vanaf 1 maart. Is een gebied afgesloten? Betreed het dan niet. Verstoring in deze meest kwetsbare gebieden heeft grote impact op de rust van dieren. Raadpleeg de website zhl.nl voor toegankelijkheid. Blijf op de aangewezen paden. Houd je hond aangelijnd. Laat geen afval achter om gezondheidsrisico's voor dieren te vermijden. Neem een verrekijker mee om van een afstand te genieten van de pracht van de natuur zonder verstoring. Voor meer informatie over het Zuid-Hollands Landschap en haar natuurgebieden, bezoek www.zuidhollandslandschap.nl.
0 notes
joostjongepier · 1 year
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Wat?   Ecce Ancilla Domini! (The Annunciation) (1849-50) en Study for ‘Ecce Ancilla Domini!’ (ca. 1849) door Dante Gabriel Rossetti, Notitieboek van William Blake, Paolo en Francesca (from Dante’s Inferno) (1846-48), Elizabeth Siddal with Dante Gabriel Rossetti (ca. 1853), The Girlhood of Mary Virgin (1848-49) en Beata Beatrix (1864-1870) door Dante Gabriel Rossetti
Waar?   Tentoonstelling The Rossettis – Radical Romantics in Tate Britain, Londen
Wanneer?   9 augustus 2023
Tate Britain wijdt een tentoonstelling aan the Preraphaelite Brotherhood en meer in het bijzonder aan de familie Rossetti. Dichteres Christina Rossetti en schilder-dichter Dante Gabriel Rossetti zijn zus en broer. Elizabeth Siddal huwde met Dante Gabriel Rossetti. Een van Gabriels eerste olieverfschilderijen toont zijn zuster Christina tijdens een annunciatie-scène. Hun broer Michael poseerde voor de engel. Deze annunciatie werd geïnspireerd door middeleeuwse religieuze kunst, maar met een moderne psychologische invalshoek. De engel heeft Maria opgeschrikt uit haar dromen; haar gezicht toont schrik.
Een inspiratiebron voor Dante Gabriel Rossetti was William Blake, van wie ik in januari 2020 een tentoonstelling zag in dit zelfde museum. Toen Gabriel student was aan de Royal Academy leende zijn broer hem 10 shilling (nu zo’n 75 pond) om het notitieboek van Blake te kunnen kopen. Het boek versterkte zijn weerzin tegen de regeltjes en tradities van de Academy en een jaar later stopte hij dan ook met zijn studie.
Vader Rossetti was docent en vertaler van de Italiaanse middeleeuwse dichter Dante Alighieri. Dantes inferno verhaalt over de liefde van Francesco en Paolo, die beiden gedwongen zijn in een gearrangeerd huwelijk. In de compositie van Gabriel toont Paolo Francesca een boek waarin de minnaren Lancelot en koningin Guinevere zijn afgebeeld. De intimiteit van het moment eindigt in een kus. De minnaars worden echter betrapt en ter dood veroordeeld.
Elizabeth Siddal werkte in een hoedenwinkel toen ze in contact kwam met de pas opgerichte Preraphaelite Brotherhood. Ze poseerde voor verschillende schilderijen, onder meer voor Ophelia door John Everett. Later zou ze trouwen met Gabriel.
Het schilderij The Girlhood of Mary Virgin toont Christina en moeder Frances, die poseren als Maria en Anna. Hoewel Gabriel een atheïst was, waardeerde hij de kracht van religieuze kunst, symbolen en ideeën.
Op 11 februari 1862 vond Gabriel Elizabeth buiten bewustzijn met een lege fles laudium naast haar. Een dokter behandelde haar, maar ze stierf de volgende ochtend. Elizabeths leven en dood werd daarna hoofdthema in Gabriels werk. In Beata Beatrix vergelijkt Gabriel  zijn gevoelens na Elizabeths overlijden met Dante Alighieri’s wanhoop na de dood van Beatrice. Een vogel brengt haar een papaver als boodschapper van de dood en de zonnewijzer symboliseert tijd. Op de achtergrond kijkt Dante naar Love, een engel die de vlam van Beatrice’s leven vasthoudt. De rivier Arno symboliseert de rivier Styx uit Dante’s Inferno.
Het tragische is dat Elizabeth Siddal, dankzij Gabriels postume verering, beter werd herinnerd als tragische muze dan als een zelfstandig kunstenaar. Het zou honderddertig jaar duren eer er een solotentoonstelling aan haar werk werd gewijd.
1 note · View note
saarschrijft · 1 year
Text
De reizende artiest
Met de artiest bedoel ik diegene, die durft te breken met het bekende. Die durft te reizen naar het land waar nog geen liefdes gevormd zijn en harten gebroken. Die artiest zal moed moeten tonen tijdens het reizen en daar alle obstakels omtoveren tot kracht, alle ontdekkingen als voeding gebruiken en kijken met de blik van een kind. Alle wonderen zullen hem begroeten, lachend zal zij begeleid worden. Enkel en alleen de artiest kan deze reis maken, omdat nog geen ziel eerder de eerste stap heeft durven nemen. Durven dromen is een kunst en het land der onbekende willen bereiken, is een zaak van de mafketels, de vreemde eenden en rare vogels. Want voor gek zul je verklaard worden, ook dat is een gegeven voor de artiest. Laat ze maar praten, vervolg je reis. Want eenmaal aangekomen in het land, zullen de bomen rijzen, de bloemen bloeien. Zonnen zullen schijnen, wolken zullen dansen en de wind zal aanvoelen als een zachte kus. Een huis zal zich vormen in de schaduw. En alle mensen met hetzelfde hart arriveren op precies het goede moment. Iedereen komt thuis, vroeg of laat.
0 notes
Text
Voor Iedere Dag | Ochtend Overdenking U bent Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn dienaar die Ik verkozen heb.(Jesaja 43:10) Lees verder 1 Johannes 5:1—5. Toen meneer Hone, die het “Elke dag boek” schreef, door Wales reisde, hij was een ongelovige, stopte hij eens bij een huisje en vroeg om wat water. Een klein meisje zei, “O ja, meneer, zonder twijfel zal mijn moeder u wat melk geven, kom binnen.” Hij ging naar binnen en ging zitten. Het kleine meisje las haar Bijbel. Meneer Hone zei, “Zo, mijn kleine meid, doe je je plicht?” “Nee, meneer,” antwoordde ze, “ik lees mijn Bijbel.” “Ja,” zei hij, “het Bijbellezen is toch je plicht?” “O nee,” antwoordde ze, “het is geen plicht om de Bijbel te lezen, ik houd van de Bijbel.” “Waarom houd je van de Bijbel?” vroeg hij. Haar eenvoudige en kinderlijke antwoord was, “Ik dacht dat iedereen van de Bijbel hield.” Ze vond het werkelijk de grootste traktatie in de hele wereld en dacht dat iedereen blij was om Gods Woord te lezen. Meneer Hone was zo geraakt door de oprechtheid van die uitdrukking dat hij de Bijbel zelf ging lezen. En in plaats dat hij een tegenstander werd van God werd hij een vriend van Gods waarheid. Laten we op dezelfde manier aan de wereld laten zien — die denkt dat onze godsdienst slavernij is — dat het een plezier en vreugde is, dat het geen last is om te bidden net zoals het voor een vis geen last is om te zwemmen, dat het geen slavernij is om God te dienen net zoals het voor een vogel geen slavernij is om te vliegen. Echte liefde tot God is ons natuurlijke element nu we door de Geest van God een nieuwe natuur hebben gekregen. Wees daarom getuigen van God. Ter overdenking Ben je God gehoorzaam omdat je voelt dat het moet of omdat je het graag wilt? Het motief en de geest van onze daden zijn belangrijk voor God (2 Korinthe 9:7). Leiders in de gemeente hebben de verantwoordelijkheid om de juiste houding aan te moedigen (1 Petrus 5:2–3). Preek nr. 644, 13 augustus 1865
0 notes
mijndagboekblog · 1 year
Text
Ik vestigde mijn aandacht op het volgende en heb het onderzocht: Wat de wijzen en rechtvaardigen tot stand brengen, is in de hand van God. Ook hun liefde, ook hun haat. Geen mens kan in de toekomst zien. Hij weet alleen dat ieder mens hetzelfde lot wacht. Ben je een rechtvaardige of zondaar, goed en rein of onrein, offer je wel of offer je niet, ben je goed of zondig, durf je makkelijk een eed te zweren of ben je bang een eed te zweren – alle mensen treft hetzelfde lot. Dat is zo triest bij alles wat de mensen doen onder de zon; en hoe triest ook dat hun hart hun leven lang vol kwaad en dwaasheid is, en dat hun leven eindigt bij de doden. Voor wie nog leven mag, is er nog hoop; beter een levende hond dan een dode leeuw. Wie nog in leven zijn, weten tenminste dat ze moeten sterven, maar de doden weten niets. Er is niets meer dat hun loont, want ze zijn vergeten. Hun liefde en hun haat, alle hartstocht die ze ooit hebben gehad, ging allang verloren. Ze nemen nooit meer deel aan alles wat gebeurt onder de zon.
Dus eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn. God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan. Draag altijd vrolijke kleren, kies een feestelijke geur. Geniet van het leven met de vrouw die je bemint. Geniet op alle dagen van je leven, die God je heeft gegeven. Het bestaan is leeg en vluchtig en je zwoegt en zwoegt onder de zon, dus geniet op elke dag. Het is het loon dat God je heeft gegeven. 
Doe wat je hand te doen vindt. Doe het met volle inzet, want er zijn geen daden en gedachten, geen kennis en geen wijsheid in het dodenrijk. Daar ben je altijd naar op weg. Ik heb onder de zon opnieuw gezien dat niet altijd een snelle hardloper de wedloop wint, een sterke held de oorlog, dat niet altijd degene die wijs is zijn brood heeft, en hij die inzicht heeft de rijkdom, hij die bekwaam is het respect. Zij allen zijn afhankelijk van tijd en toeval. Nooit weet de mens wanneer zijn tijd gekomen is: zoals de vissen verraderlijk worden gevangen door de fuik en de vogels door de val, zo wordt de mens verrast door de verraderlijke tijd, wanneer die als een klapnet op hem valt.
1 note · View note
renskehoekzema-blog · 2 years
Video
youtube
Boek review: Scheepjes Yarn Bookazine 15: Metamorphosis
De nieuwste Yarn van Scheepjes​ is uitgekomen! Je vind hem nu in mn winkel: https://www.renskecreatief.nl/Scheepjes-YARN-Bookazine-15-Metamorphosis-NL Groetjes Renske Het nieuwe Scheepjes YARN Bookazine 15 Metamorphosis is geïnspireerd op de constante veranderingen in de natuur. Tijdens de lockdowns die de coronapandemie met zich meebracht, werden we teruggeworpen op de natuur dicht bij huis. Met onze favoriete garens in de hand zagen we de natuur floreren en zo zagen we ook het licht aan het einde van de lockdowntunnel. Achtertuinen en balkons transformeerden, onkruid sprak tot onze verbeelding en het gezoem van insecten en het wonderschone gezang van vogels trok onze aandacht, dingen waar we eerder niet zo bewust bij stil stonden. Metamorphosis is een ode aan de metamorfosen die in de natuur hoe dan ook plaatsvinden. Het aanschouwen van deze kleine wonderen stelt ons in staat om, na de lockdowns, als bewustere versies van onszelf te verschijnen. YARN Bookazine 15 neemt u mee in het thema Metamorphosis aan de hand van vier hoofdstukken die elk gewijd zijn aan een bijzonder dier dat we kunnen vinden in onze tuinen: de Damselfly (juffer), Garden Tiger Moth (grote beervlinder), Honey Bee (honingbij) en Muslin Moth (mendicabeer). Met de 16 haak- en breipatronen transformeert u vezels in de mooiste kleding, mode- accessoires, woondecoratie en speelgoed. Verfijnd borduurwerk in veel items vestigt onze aandacht op details van de natuur. Wat dacht u van een prachtige gehaakte omslagdoek met jufferpatroon, een gebreide uniseks trui met geborduurde vlinder, een handige opbergmand in de vorm van een bijenkorf of een knuffelbare mendicabeervlinder in een cocon om mee te spelen? Het thema Metamorphosis wordt verder verkend in interviews met kunstenaars die zich laten inspireren door gerecyclede materialen, architectuur en technologie. Informatieve artikelen over solitaire honingbijen en de ondersteuning van biodiversiteit door Scheepjes maken dit Bookazine compleet. YARN Bookazine is een luxe verzamelitem, waarin de liefde voor handwerken, fotografie en inspiratie zijn gebundeld en waarin een breed scala aan haak- en breipatronen te vinden is voor beginnende en ervaren crafters. In dit lookbook worden oogstrelende fotografie en prachtige haak- en breiprojecten afgewisseld met interessante interviews en de inspirerende visie van de Creative Director van Scheepjes, Simy. Het tweede gedeelte van het YARN Bookazine is een patronenboek met duidelijk beschreven patronen, vaak voorzien van schema’s en diagrammen. In deze editie van YARN zijn de volgende Scheepjes garens gebruikt: Alpaca Rhythm, Cahlista, Catona, Cotton 8, Eliza, Furry Tales, Legacy No. 10, Linen Soft, Maxi Sweet Treat, Merino Soft, Metropolis, MIGHTY, Mohair Rhythm, Organicon, River Washed, Softy, Stone Washed, Sunkissed, Terrazzo, Truly Scrumptious, Whirlette, Whirligig en Woolly Whirlette.
0 notes
marco-no-trace · 2 years
Link
0 notes
zielsvlucht · 5 months
Text
Pasen 2024
De lente bracht ons weer de vogels, de vlinders en de bijen. Ook de mensen keerden terug naar ons oude huis. Zelfs Moeke's rolstoel kwam binnen door onze voordeur.
We zetten haar en Vake op het einde van de tafel. Waar ze de rest van de dag stil glimlachend zitten te kijken naar hun kinderen, en hun kinderen. En de nieuwe gezichten van nieuwe veroverde harten. En dan weer hun kinderen. Ze glimlachten zo want dat is al dat je kan doen. Je kan alleen maar lachen als je ziet dat je zoveel liefde gezaaid hebt, dat het nu een hele kamer kan overwoekeren.
Een prachtige puinhoop. Het is een enorm lawaai van wel honderden gesprekken kris kras door mekaar. De constante beweging van blije mensen die elkaar proberen te kruisen al pendelend tussen een dessertenbuffet en meerdere tafels. Het verkennen van nostalgie in oude kamers uit onze jeugd. Gezelschapspelen waarbij iedereen even vergeet dat er maar één winnaar kan zijn.
Ik zat ook op het einde van een tafel en ik glimlachte ook. Af en toe keek ik door de menigte heen en zag ik Moeke's ogen schitteren. Maar ze zei niets en ik wist zelf ook niet goed wat zeggen vandaag. Ik denk dat we beiden wouden spreken, maar niet wisten hoe. Ik even niet, en zij al een tijdje niet meer. Maar toch moeten we, leeftijd terzijde, beiden voor hetzelfde probleem gestaan hebben;
Wat kan ik ooit zeggen? Hoe kan ik ooit tonen aan een kamer vol mensen, dat ik zo veel van ze hou?
0 notes
devosopmaandag · 3 years
Text
Ik was bespeeld
Dit weekend bezocht ik vijf concerten van November Music, het festival voor actuele muziek. Het begon met een concert van het ensemble Musikfabrik dat 'Prozession' speelde, een groot werk van Enno Poppe, onder zijn leiding. Wandelend in de vroege avond erheen bedacht ik dat ik misschien niet eens een liefhebber van hedendaagse gecomponeerde muziek ben, want dat veronderstelt toch enige kennis, nee, ik ben vooral nieuwsgierig. En mijn ervaring is dat het goed is af en toe auditief door elkaar geschud te worden. Toen ik me een tijd in het Taoïsme verdiepte en in een leesgroep de Tao Te King las, leerde ik: niet oordelen, lezen, geduld hebben, de tekst op je in laten werken. Dat lijkt erg op luisteren naar nieuwe muziek.
Uitgevoerd door maar liefst vier slagwerkers, strijkers, blazers en toetsenisten was 'Prozession' meeslepend en overweldigend. Het ging van fluisterend naar oorverdovend, van heel even bijna lyrisch naar geordende chaos. Het was alsof ik af en toe werd opgetild. De volgende dag woonde ik het concert van een van de slagwerkers van het gezelschap bij, Dirk Rothbrust, die 'Dust' van Rebecca Saunders uitvoerde. Ik voelde me soms betoverd door de onwaarschijnlijke klanken en door zijn handelingen met het enorme arsenaal aan geluidmakende objecten. Het visuele en het auditieve vielen samen, en Rothbrust zelf leek soms een gewillig instrument, bespeeld door de dingen.
En dan waren er twee concerten waarin klanken uit het Midden-Oosten en Midden-Europa mij meevoerden, zuiver lyrisch en ritmisch. Maar waarover zongen zij toch? Vast over de liefde. En ja, hoe mooi en heerlijk ook, ik miste het ontregelende en de ontmoeting met het onbekende van de andere concerten.
Dat ontregelende was helemaal afwezig in The Juliet Letters, het werk van het Brodsky Quartet en Elvis Costello, waar ik begin jaren negentig zo vaak naar luisterde, alleen en treurig. Nu werd het uitgevoerd door het Ragazze Quartet met zang van Katherine Dain. Het plezier en de bravoure van de vijf vrouwen was precies wat ik in die grijze kille zondagmiddag nodig had. Ook al zong ze eerst 'That you were meant to be the first to leave' en eindigde met 'I had to be the first to leave' en was ik voor even terug naar die staat van hulpeloosheid en verlangen van bijna dertig jaar geleden. Ik werd niet door elkaar geschud, of misschien wel de sneeuwbol van mijn geheugen, dwarrelende vlokken die langzaam weer neerdaalden.
En toen ik bijna thuis was en de winter al in de verte voelbaar zong een vogel zo hoog en virtuoos, dat ik stil stond en luisterde. Geen merel, geen mees, een nachtegaal? Kan dat in mijn straat? Maar was er eerder die middag al niet een Duitse roodborst die complexe muziek maakte? Ik was bespeeld, twee dagen lang.
2 notes · View notes
jurjenkvanderhoek · 2 years
Text
EEN LEVENSVERHAAL IN PAARS VINYL
Tumblr media
Het is een lied van symbolen, dat weet ik nu. Een zachte stem voert mij zingend naar tuinen tussen sneeuwwitte bloemen en kelken vol licht. De zon verwarmt en ik word gekust door de regen. Het schijnt een liefdeslied op het leven. De stem houdt van het leven, maar ziet ook valkuilen in dat zijn. Die hobbels op de weg hoor ik niet in het lied. Toen niet, in 1968. Maar nu wel, in 2022. De stem zingt mij nu wel de stadia van het leven, die ik toen ik jong was – een tiener nog – niet doorzag. Nu ik ouder geworden ben en het leven heb gezien, doorleefd, wordt mij veel duidelijk in het lied. Misschien dat Elly Nieman, getrouwd Zuiderveld, daarom nu pas het laatste couplet “De achtste tuin” aan het lied “De zeven tuinen” kon schrijven.
André van der Weide van NoorderLicht Project graaft het lied op en krijgt van platenmaatschappij Universal toestemming het bij te schaven en uit te brengen. Dan daagt hij Elly Nieman uit om een ‘Achtste tuin’ tekst te schrijven en haar bijna dood ervaring blijkt daarvoor een goede voedingsbodem, de juiste inspiratie. Van der Weide maakt vervolgens in de trant van de oude melodie een nieuw arrangement met andere instrumenten om de weemoed in klank te verbeelden.
In dat lied van toen doorloopt Elly als jonge vrouw zes tuinen. Van baby en peuter tot meisje, alles is vrede en liefde – pais en vree, er zijn geheimen natuurlijk en er is bekoring en verleiding. Aan die verzoeking toe te geven geeft spijt achteraf, het is het Bijbelse onderscheid en inzicht tussen goed en kwaad. Het verkeerde pad in lopen geeft heimwee, maar je had wel plezier op dat moment. De kater is berouw. En terwijl je die andere tuinen zo kon binnen wandelen, want je was die dag zo vrolijk, weerhoudt een loodgrijze muur jou de laatste tuin binnen te gaan. “Ik kan er wel heen, maar mijn angst is te groot, want achter die muur wacht de tuin van de dood.”
Tumblr media
Elly Nieman schreef het lied nog voor haar bekering. In haar tienerjaren had ze zich, nadat een vriendinnetje plotseling was overleden, afgekeerd van het geloof. Ze verwarde de kerk met God toen en verzoende zich ermee nooit in de hemel te zullen komen. Nadat zij Rikkert Zuiderveld had ontmoet en met hem een relatie aanging, is ze samen met hem op zoek gegaan naar de waarheid en maakt kennis met verschillende religies. In die tijd schreef ze dit lied, van die zeven tuinen. Waarvan het eind zich in figuurlijke nevelen hult. Het enige dat daaraan zeker en vast is – klaar en helder is de dood, het einde, een streep onder het leven. Uit niets spreekt dat er nog iets anders dan de dood na die muur zal zijn.
In het lied proeft Elly aan het leven, ze doet zich als de Grietje van Hans tegoed aan het zoet en het zacht. Daarna eet ze van het leven en gaat door de tijd als christelijk bloemenkind, hippie van God. Dansend en zingend door de tijd. Nu ze heeft gesmuld van het leven is het goed zich te bezinnen, terug te kijken op wat nog moet worden afgerond. Eén van die onvoltooide zaken is het lied “De zeven tuinen”. Toen destijds was het af, klaar. Het haalde het album “Een ander land”. Ik zocht de plaat op en draaide de elpee op mijn platenspeler. Een heerlijk gekraak duidt erop dat ik de plaat ooit grijs heb gedraaid. Vooral het lied “Vreemde vogels” komt uit mijn herinnering nog weleens vrolijk boven drijven. De stem van Elly is door dat zwarte vinyl zacht en breekbaar, de muziek dromerig. Ik zweef met haar zo door de tuinen en beland met beide benen op de grond bij die muur, die loodgrijze muur van angst. Het duidde een periode, net als die andere songs van dat album. Hoewel er enkele gedateerd zijn, zijn andere tijdloos. De tuinen is daar één van. Vooral nu het is voltooid.
Tumblr media
Want die achtste tuin is het gebied na de dood, de eeuwige jachtvelden, het hiernamaals. Met de dood is het leven wel eindig, maar nog niet klaar. De zevende tuin is de tuin van de dood, maar de achtste tuin is de tuin van de hemel. Toen Elly het lied schreef was ze niet zo zeker van dat leven na de dood. Nu is ze dat wel en kan er over schrijven en vol lof van zingen. In dat laatste couplet, dat eigenlijk de vervolmaking van het lied is maar een eigen arrangement heeft, omschrijft ze haar bijna dood ervaring. Iemand voert haar mee op vleugels van vuur hoog over de muur naar de tuin die nog moet komen. Maar eigenlijk vliegt ze over die tuin en belandt in de achtste tuin. Daar mag ze even gluren en ziet zilveren vogels en vliegende vissen, regenboogbeken en koepels van glas. Ze hoort engelenstemmen, fonteinen van woorden en zoete akkoorden. Maar ze mag er niet blijven, hoewel de verleiding groot is.
Tumblr media
Het album “De acht tuinen” is een collectors item, een object voor de verzamelaar. Hoeveel plaatjes ervan geperst zijn weet ik niet, maar het is stellig geen grote oplage. De beide liedjes zijn geperst in paars vinyl en dat is niet zomaar omdat het een vrolijke tint is. De kleur paars namelijk staat religieus symbool voor boete, inkeer en vergeving. Op kant A van het 45 toeren plaatje vind ik het eerste lied terug, het hiernumaals. Even breekbaar gezongen als toen in de jaren 60 van de vorige eeuw. Geen wonder, het is hetzelfde lied, enkel enigszins digitaal bijgeschaafd. Op kant B staat de voltooiing of eigenlijk de voleinding, het besluit, de slotscène, het hiernamaals. De stem van Elly is hoorbaar doorleefd, het zacht dromerige is versleten. Maar het is geen afgesleten stem, de klank is nog voortdurend helder.
Tumblr media
En de opmaak van de kleurige hoes waarin het plaatje zit is precies zoals ik me Elly Zuiderveld, geboren Nieman, voorstel. De jonge meid zit in een wit gewaad met een krans in het haar tussen de bloemen onder een regenboog. En wanneer de hekken opengaan van de schijnbaar achtste tuin danst ze kinderen met ballonnen aan hun hand tegemoet. Ze is zichtbaar ouder geworden, maar straalt nog steeds. Vlinders dartelen om hen heen, duiven vliegen in de lucht en vissen, ichthustekens: Jezus Christus, Zoon van God. De hoes en de plaat daarin verbeelden eigenlijk het leven van Elly Zuiderveld-Nieman. Het is een testament bijna. Daarin geeft ze haar hoop weg aan een ieder die het wil hebben.
De acht tuinen. Elly Zuiderveld-Nieman. Single in klaphoes. Uitgave NoorderLicht Music Publishing, 2021. Verschenen bij Noorderlicht Project, december 2022.
0 notes
Text
Visie op en muurschildering: Een grote vis trekt een visarend secondenlang onder water. De vogel lijkt te verdrinken, maar hij komt altijd boven. Dit vormt voor muurkunstenaar Joram Roukes een mooie parallel met de wapenspreuk 'Ik worstel en kom boven' van de provincie Zeeland. Hij heeft deze bijzondere vogel op een artistieke wijze verwerkt in de muurschildering die hij van 12 tot 22 september gaat aanbrengen op de muur van het markante huisje aan de Prinsenstraat 21 in Vlissingen. De muurschildering is onderdeel van het nieuwe Urban culture festival in Vlissingen dat de naam Royal Flush draagt, voortgekomen uit het Creative City Boost Zeeland project. Visarend 'De wilskracht en het doorzettingsvermogen van de visarend is vergelijkbaar met de stad Vlissingen', aldus Joram Roukes. Een stad die menig watersnood en oorlog te boven kwam en de laatste jaren flink aan bouwen is na een moeilijke periode. De bewoners van het huisje waren direct enthousiast toen de organisatie van Royal Flush bij hen aanklopte. Ze zien de meerwaarde van muurkunst voor een stad als Vlissingen en kunnen niet wachten totdat Joram gaat beginnen. Muurschildering van Joram Roukes Joram Roukes, geboren in 1983, behaalde in 2006 zijn BFA in beeldende kunst aan de kunstacademie Minerva in Groningen. Het werk van Joram Roukes is vaak een duister, humoristisch toneelstuk over onderwerpen die variëren van populaire cultuur, mondiale zaken en persoonlijke ervaringen. Zijn werk is te vinden in verschillende internationale gallerieen. Sinds 2015 schildert Roukes actief grootschalige muurschilderingen over de hele wereld, waarbij hij zijn oude liefde voor het schilderen van graffiti op een grotere en meer volwassen schaal toepast. Voor meer informatie over de kunstenaar verwijzen we graag naar www.jroukes.com Urban Culture Festival Royal Flush Op 23 september 2023 vindt de eerste editie van het Urban Culture Festival 'Royal Flush' plaats op de Jan Weugkade, naast de Machinefabriek in Vlissingen. Tijdens het festival zorgen lokale en nationale graffitiartiesten, hiphop dansers en woordkunstenaars voor een spectaculair programma dat geschikt is voor jong en oud. Het festival duurt van 11.30 tot 17.00 en is gratis toegankelijk. Over Creative City Boost Zeeuwse binnensteden levendiger en toekomstbestendiger maken door verrassende samenwerkingen tussen cultuurprofessionals en ondernemers. Dat is in het kort het uitgangspunt van Creative City Boost Zeeland. Provincie Zeeland en CBK Zeeland zijn de samenwerkende partners in dit project. Vijf steden doen mee: Goes, Middelburg, Vlissingen, Terneuzen en Hulst. In elke stad werken cultuurprofessionals en middenstanders samen aan vernieuwende activiteiten en producten in de stad. Daarnaast werken jonge creatieven (het talentteam) onder begeleiding van CBK Zeeland aan evenementen. Het project loopt in het najaar van 2023 af. Over REACT-EU Onder de noemer REACT-EU stelt de Europese Unie extra middelen beschikbaar voor een versneld economisch herstel van regio's na de coronacrisis. Creative City Boost is een van de dertien Zeeuwse projecten die mogelijk gemaakt worden vanuit dit programma. Het project ontvangt € 625.000 van het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Rijk; de Provincie betaalt de andere helft (inclusief cofinanciering CBK).
0 notes