Tumgik
voorbijdevouw · 11 years
Text
Voorbij de Vouw is voorbij!
Deze post zal de laatste zijn op dit blog. Ik heb het erg leuk gevonden om te schrijven naast mijn werk als ontwerper, en heb erg veel geleerd van het opzetten van dit blog. Helaas kostte het voor mij veel tijd om te onderhouden, om telkens met nieuwe posts te komen van constante kwaliteit.
Mijn interesse voor het onderwerp van Voorbij de Vouw blijft en belangstellenden kunnen nog steeds hier blijven lezen - de content blijft (voorlopig) online. Dank voor het lezen en wellicht tot ziens!
0 notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
Twitterwijsheden van de baard van een beroemd reclamemaker
Tumblr media Tumblr media
"Op een dag was ik op kantoor en toen zei iemand tegen mij: "Hey Lee, je tweet van vanochtend op Lee Clow's Beard was geweldig.
Dat was vreemd.
Want ik tweet niet. En wat heeft mijn baard er mee te maken?" - Lee Clow, uit het voorwoord van het boek leeclowsbeard
Lee Clow is een art director die beroemd is geworden door zijn werk voor Apple, zoals de 1984 commercial en de 'Think Different' slogan. Die heeft best wat interessants te vertellen dus, maar toch kwamen de tweets waarover hij op zijn werk werd aangesproken niet van hem. "Ik zeg af en toe slimme dingen. Maar ik ga niet zitten uitzoeken hoe ik mijn woorden in 140 karakters kan vatten."
De tweets bleken afkomstig van Jason Fox, copywriter uit Texas. Jason had het twitterkanaal Lee Clow's Beard gestart als satire op de reclamewereld, die zichzelf volgens hem met regelmaat veel te serieus neemt. Zijn rake en humoristische oneliners, die ook nog eens van de baard van een icoon claimen te komen, worden enthousiast gevolgd. Lee Clow zelf vond het allemaal wel prima, al bleef hij benadrukken dat de tweets niet van hem kwamen.
Na enige tijd kwamen Lee en zijn partner erachter wie de mystery man achter het hele verhaal was. Ze nodigden hem uit voor een lunch in LA en ergens tussendoor werd het idee voor een boek geboren. Ook is er een app bedacht. De beste tweets zijn door Lee ingesproken. Wil je een oneliner gebruiken in een vergadering, klik erop en houd de iPhone horizontaal voor je mond: de baard van Lee verkondigt de wijsheid voor je.
Het leuke van dit hele verhaal vind ik de humor en luchtigheid. De no nonsense-aanpak van het twitterkanaal spreekt helder uit de vormgeving van app en boek. Hier zijn mensen aan het werk geweest met een verfrissende combinatie van liefde voor hun vak en relativeringsvermogen.
beelden via notcot.com
3 notes · View notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
Bright Light app: zoektocht naar zon
Iedereen die adverteert 'moet iets met apps'. In sommige gevallen ontstaan er dan hele nuttige programmaatjes zoals de Appie van Albert Heijn, soms wat minder nuttige -maar wel erg leuke- als Bright Light.
Bright Light is een initiatief van bekend zonnebrillenmaker Ray-Ban en draait om het vinden van een plek in de zon. De app laat op een kaart van je stad zien waar en wanneer gebouwen wat voor schaduwen werpen - je kunt dus strategisch een terrasje kiezen. Ook kun je een wandelroute kiezen waarbij je zoveel mogelijk in de zon loopt.
De commercial roept ondanks een gelikte uitstraling de associatie op met Tell Sell. Veel energie is gestoken in het noodzakelijk maken van de app door de zoektocht naar zon te problematiseren. Dat is best lachwekkend: ach, we zijn met z'n allen ook zoveel tijd kwijt aan het vinden van een ideale plek in de zon! Als ze zich nu minder serieus zouden nemen... Het is gewoon een erg grappig idee, is dat niet genoeg?
via www.notcot.org
3 notes · View notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
Hoe het heruitgeven van de Mensenkalender een feestje werd
Tumblr media
Komende zaterdag is het feest: Jan van Toorn is tachtig. Op 19 mei wordt de wereldberoemde grafisch ontwerper gevierd bij Bijzondere Collecties in Amsterdam. De bezoeker wordt getrakteerd op een bijzonder cadeau: een heruitgave van de ‘Mensenkalender’ uit 1972, een hoogtepunt uit de geschiedenis van Nederlands grafisch ontwerp en één van de bekendste ontwerpen van Jan van Toorn. Het initiatief voor het heruitgeven van deze designklassieker komt van mijn collega Mark Schalken, zelf grafisch ontwerper en samen met Robbert Slotman en Albert Hennipman eigenaar van de Ruimte ontwerpers. We spraken  over het proces van deze kalender: van gedachtekiem tot realisatie en over wat Geert Wilders te maken heeft met uitgeven anno 2012.
Hoe ben je op het idee gekomen om de Mensenkalender opnieuw uit te geven?
Laat ik vrij vroeg beginnen. Vorig jaar was ik het herfstnummer van de Helling aan het ontwerpen, een uitgave van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks. Dat nummer ging over framing, over hoe in de politiek bepaalde discussies en ideeën van een emotionele lading worden voorzien door daar woorden of beelden aan te koppelen. De SP doet dat bijvoorbeeld door de hypotheekrenteaftrek ‘villasubsidie’ te noemen, maar ook de PVV houdt zich er veel mee bezig, onder andere door het presenteren van criminaliteit als een migrantenprobleem.  Echter framing bestaat ook visueel en dat wilde ik gebruiken voor het omslag. De gebeurtenissen op Utoya waren op dat moment in het nieuws en ik gebruikte foto’s van slachtoffers en een foto van een jonge Geert Wilders. Deze poging tot framing was zeer succesvol, wat bleek uit de heftige discussie die het in de redactie losmaakte. Uiteindelijk heb ik dan ook een ander omslag gemaakt.
Tumblr media
Het ongebruikte schetsontwerp voor het Framing-nummer van de Helling. De hoofdreden om het ontwerp niet te plaatsen, was dat het onethisch is om de vermoorde jongeren te gebruiken voor een Nederlandse discussie.
Dit proces deed me denken aan Jan van Toorn -één van mijn favoriete ontwerpers- omdat hij zich in zijn carrière veel heeft beziggehouden met hoe machthebbers worden uitgebeeld en geportretteerd. Hij vroeg zich af wat voor betekenis we meegeven aan die verbeeldingen: is die positief, negatief, agressief zelfs? Ik ging in een overzichtswerk op zoek naar beeld dat ik zou kunnen gebruiken voor de Helling en stuitte zo op een selectie bladen uit de Mensenkalender van 1972. Jan van Toorn ontwierp elk jaar voor drukkerij Mart Spruijt een kalender als relatiegeschenk, maar deze in het bijzonder is beroemd geworden. Hij wordt de Mensenkalender genoemd omdat foto’s van mensen de rode draad vormen van de publicatie: van fotomateriaal van huisvrouwen op de Albert Cuyp tot politieke collages rondom Nixon en Vietnam-demonstranten. De aanpak was simpel maar poëtisch: van Toorn had uitgeknipte beelden bij elkaar gelegd, gegroepeerd, passend bij zijn overtuiging dat beelden niet zozeer in hun eentje iets betekenen als wel in combinatie. Dat bleek ook in de reacties op mijn schets voor de Helling waarbij ik Wilders met doodgeschoten jongeren combineerde: het leverde automatisch de suggestie van betrokkenheid op. Hoe dan ook, ik was zeer onder de indruk van dit werk en wilde het origineel wel hebben. Dat bleek nergens te krijgen en toen bedacht ik in mijn enthousiasme dat het moest lukken om de Mensenkalender opnieuw uitgegeven te krijgen.
  Wat was de volgende stap?
Ik heb Els Kuipers gebeld, zij is publicist over grafisch ontwerp en docent ontwerptheorie aan de academie in Den Haag. Ze vond het meteen een leuk idee en samen stapten we naar de originele drukkerij; Mart.Spruijt. De eigenaar van toen, Mart Spruijt zelf, is inmiddels overleden. De nieuwe directeur  wilde het project wel voor de helft sponsoren, maar dan moesten we een uitgever vinden om de rest van het financiële plaatje rond te krijgen.
  Ik dacht dat we de wind in de rug zouden hebben: Jan van Toorn werd bijna tachtig, de kalender zou dan precies veertig jaar oud zijn: dat momentum is gunstig voor een uitgever. Dat bleek ingewikkelder, uitgevers waren niet te enthousiasmeren. Ze vonden het onhandig dat uitgerekend een kalender halverwege het jaar zou verschijnen, of ze wisten überhaupt niet zo goed wat ze ermee moesten. Dat was problematisch: dit project moest voorgefinancierd worden door een andere partij, als de Ruimte ontwerpers konden we dat risico niet nemen. Er was te weinig tijd om een fonds aan te schrijven, dus ging ik terug naar Mart.Spruijt.
  We gingen hernieuwd in gesprek en ik kwam in contact met Robert van Rixtel van [Z]OO Producties, die veel publicaties uitgeeft rondom grafisch ontwerpen. “Je moet het omdraaien,” zei hij. “Je moet ervan uitgaan dat je er niks mee gaat verdienen, anders wordt het ingewikkeld. Anderen moeten ook gratis meewerken. Je moet een evenement organiseren en de kalender daar weggeven.” Die filosofie spreekt erg uit Robert’s manier van werken: hij is dan wel uitgever, maar hij hanteert een ander verdienmodel dan het klassieke. Hij organiseert veel publieksbijeenkomsten over grafisch ontwerpen, waarbij zijn publicaties gratis worden uitgedeeld. Na afloop van zo’n event wordt dezelfde publicatie elders te koop aangeboden.
Tumblr media
Eén van de publicaties van [Z]OO producties, onderdeel van een serie van portretten van bekende Nederlandse ontwerpers.
Ik heb hem gevraagd of hij het organiseren van een dergelijke bijeenkomst - het verjaardagsfeest voor Van Toorn - op zich wilde nemen en dat heeft hij gedaan. Hij heeft BNO en Premsela benaderd, die nu ook meedoen met het regelen van die dag. Met deze stap werd het van een intern project ineens een plan met exposure. Hoe is dit anders dan wanneer je de kalender bij een klassieke uitgeverij had uitgebracht? Het is totaal anders, een klassieke uitgeverij zou een publicatie voorfinancieren -vaak met subsidie- en dat moeten terugverdienen met de verkoop. Het is daarom wel bijzonder dat het nu met de Mensenkalender lukt, vind ik: veel drukkerijen gaan in deze tijd over de kop en in de papierbranche gaat het ook slecht. Het gesponsord krijgen van een project als dit is nu veel lastiger dan pakweg vijftien jaar geleden. Toen werd heel wat uitgegeven onder het motto van: dit is PR, dat betaalt zichzelf weer terug. Als een ontwerper iets moois maakte, dan sponsorde een drukker dat om zich als kwaliteitsleverancier te profileren. Vroeger bepaalden ontwerpers dan ook veel sterker waar iets gedrukt wordt. Nu willen opdrachtgevers vaker dat er meerdere offertes worden aangevraagd, of ze vragen zelf een prijs aan bij internetdrukkers. De economische crisis speelt natuurlijk ook een rol bij dat fenomeen.
   Ik zou zo niet kunnen zeggen of Robert van Rixtel’s aanpak uitgerekend in deze tijd past of eerder ook al succesvol is geweest, maar hij is zeker een slag apart. Dat realiseren van uitgaves in het kielzog van iets anders, dat vind ik interessant. Tegelijkertijd was dat ook het lastige in ons proces: hij suggereerde om de oude kalender simpelweg te herdrukken en met een plasticje te omhullen. Ik wilde toch er iets speciaals van maken en heb gezorgd dat het dezelfde kalender bleef maar wel ook het komende jaar te gebruiken is. Els heeft een essay geschreven, dat heb ik op een drukvel laten opnemen – in de witruimte om een viertal kalenderbladen. In gevouwen vorm is het een soort klein boekje, maar als je het uitklapt vind je ook een affiche op de achterkant. Dat monumentale gebaar vond ik belangrijk.
Tumblr media
  Affiche uit de heruitgave, met essay en kalenderbladen
Hoe kijk je terug op de hele onderneming? Ben je tot nieuwe realisaties gekomen? Aanvankelijk was het nogal een laveren met die kalender, een slepen van partij naar partij, maar toch was het een leuk proces. Ik heb geleerd dat je bij een project als dit echt andere mensen moet betrekken. Je moet er iets van maken voor hen: een partij als Premsela of de BNO wil misschien geen geld geven aan jouw kalender, maar wel aan hun evenement. Die deelname maakt het dan weer interessanter voor de drukker om op een ander vlak bij te springen. Uiteindelijk zijn wij bij de Ruimte ontwerpers zelf uitgever geworden van de  Mensenkalender. Uitgeverij de Ruimte heb ik anderhalf jaar geleden al bedacht om een publicatie uit te brengen van een autonoom schilderproject dat ik had gedaan. Het ging destijds maar om vijftig exemplaren, maar ik wilde het serieus aanpakken. We hebben Uitgeverij de Ruimte laten inschrijven bij de Kamer van Koophandel als dochterbedrijf. Toch heb ik ons sindsdien heel lang niet als potentiële uitgever gezien, tot nu.  Ik realiseerde me ineens weer dat we het eigenlijk prima zelf kunnen: natuurlijk moet zo’n ding een ISBN-nummer krijgen en verspreid worden, maar dat kunnen we best zelf. Uiteindelijk hebben we daar wat aan, als bedrijf. Ik heb wel zo’n honderd uur in dit project zitten, maar ik denk dat daar veel erkenning voor terugkomt. En die kalender is zo bijzonder - die herdruk moest er gewoon komen!”
Voor wie graag naar het feest wil komen: je bent van harte welkom! Het programma met sprekers (Els Kuijpers, Rick Poynor, Lies Ros en Mark Schalken) is vanaf 14.00 u bij de Aula Lutherse kerk van de UvA, Singel 411 in Amsterdam. Het feest is vanaf 15.30 bij Bijzondere Collecties, Oude Turfmarkt 129, ook in Amsterdam. Meld je s.v.p. aan bij de BNO: [email protected]
2 notes · View notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
Het digitale museum
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
u
Oké, sommige van deze fotomontages van Léo Caillard zijn een beetje flauw, maar de denkrichting is wel interessant. Hoe gaan onze musea eruit zien in de toekomst? Zou een expositie ook een te downloaden verzameling beelden kunnen zijn, die zich op afzonderlijke enorme hoge resolutie beeldschermen manifesteert?
- Marlies
Dank aan Maarten van Enkhuizen voor de tip!
0 notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
Hoe technologie onze blik op de aarde verandert
Een prachtig filmpje dat visualiseert hoe, vanaf het begin van het industriële tijdperk, het aangezicht van onze aarde is veranderd. Uiteraard is het een knap staaltje animatie en geen satellietbeeld, maar toch - de razendsnelle ontwikkeling over de afgelopen twee eeuwen geeft het mooi weer.
-door Marlies, gevonden via nextnature.net
0 notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
Designing Alone Together
Op fontanel.nl kwam ik dit filmpje tegen over de grafisch ontwerpers van Non-Format. Het duo, bestaande uit Kjell Ekhorn en Jon Forss, werkt internationaal. En dan bedoel ik internationaal werken als in: Kjell woont in Noorwegen, Jon in de Verenigde Staten. Mooi dat het kan - en dat het ook nog eens echt werkt! Bovenstaand filmpje van Adobe vertelt iets over het proces.
1 note · View note
voorbijdevouw · 12 years
Photo
Een GoeieMaandag!
Tumblr media
11K notes · View notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
Social Media Shoenen
Want... Waarom niet? De facebook is het beste wat mij betreft. Ontwerper Lumen Bigott is zo verrast door de enthousiaste reacties dat ze gaat kijken of ze deze schoenen echt kan uitbrengen.
via spireinme.com
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
2 notes · View notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
Gestalte geven aan Gestalten
Tumblr media
Ik heb al eerder een lofzang gezongen over het TV-kanaal van Gestalten, de Duitse uitgever van kunst- en ontwerpboeken. De Duitse zender Arte heeft dan weer een interessant kanaal waar zij creatieve geesten vragen om hun ideeën uit te tekenen. Zie hier een interview met Robert Klanten, redacteur en uitgever bij Gestalten en curator, consultant... Veel plezier, en als je nog een andere goeie wilt zien: beroemde ontwerper Erik Spiekermann heeft een interessante visie op het kantoor van de toekomst!
6 notes · View notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
's Werelds eerste all digital kunsttijdschrift
Tumblr media
Nauwelijks heb ik de grote post over Facing Pages afgerond waarin ik beschreef hoe Jeremy Lesley zich afvroeg hoe het karakter van een tijdschrift naar iPad te vertalen, of design milk komt met een artikel over Installation Magazine, een nieuw kunsttijdschrift dat alleen op iPad verkrijgbaar is. Het eerste nummer gaat over California; als denkwijze, als kunstzinnig broednest, als leefstijl.
Installation magazine is gratis te downloaden.
Tumblr media
Mooi is dat de Creative Director Field Sells in het interview zijn achtergrond in cinematografie en fotografie benoemt. Ik kan me voorstellen dat dit bij de iPad bij uitstek een zinnige opleiding is, gewend als je dan bent aan bewegend beeld maar niet per se alle interactieve toeters en bellen uit de kast hoeft te trekken. Een paar beelden in deze post via design milk, maar ik raad je aan vooral het originele artikel te lezen.
0 notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
Facing Pages 2012 - een verslag
Afgelopen zaterdag was ik in Arnhem voor Facing Pages, een festival dat de makers en liefhebbers van onafhankelijke magazines bij elkaar brengt. Volledig verzadigd van beeld en kennis ging ik aan het eind van de dag naar huis. Als je het gemist hebt, volgt hier een overzicht van mijn hoogtepunten uit een dag vol mooie uitspraken, bijzonder beeld, goeie grappen en ongelimiteerde koffie (!).
Tumblr media Tumblr media
De expositie op de eerste verdieping...
Tumblr media
Jawel, een krant voor spionagecultuur! Met goeie vermommingen, verschillende soorten snorren en al het andere dat de spion van nu interesseert.
Tumblr media
Charlotte Cheetham over het belang van tekst voor beeldmakers Als eerste vertelde de Franse Charlotte Cheetham, grafisch ontwerp curator, over de Text Library die ze had samengesteld, een expositie die ook onderdeel was van Facing Pages. Gelijkend in methode op het concept van de hoofdtentoonstelling, had ze een aantal grafisch ontwerpers gevraagd om een artikel te noemen waarvan zij vonden dat iedereen het moest lezen. Deze artikelen stonden uitgesteld in een bibliotheek-achtige setting en met behulp van de aanwezige kopieermachine kon de bezoeker een eigen reader samenstellen.
Items: het heruitvinden van een designtijdschrift
Tumblr media
Het volgende op het programma was de presentatie van het herontwerp van de Items,  bekend designtijdschrift. Hoofdredacteur Max Bruinsma schetste een interessante voorgeschiedenis van het blad, dat ooit was begonnen als onafhankelijk tijdschrift en sindsdien veelvuldig van eigenaar wisselde, maar nu opnieuw zelfstandig was geworden. In zekere zin past die onafhankelijkheid het blad beter, want de kritische houding die ten grondslag ligt aan Items botert niet zo met 'harde commercie', vertelde Max. Dat kritische, tegendraadse proberen ze nu juist te cultiveren als selling point, om te beginnen door het herontwerp van de papieren Items door de grafisch ontwerpers van Almanak, maar ook door het ontwikkelen van een iPad app in samenwerking met LUST. Van de iPad-versie was nog niets te zien, maar uit het verhaal kon ik opmaken dat het een app zou betreffen die naar aanleiding van de content een eigen vorm zou creëren. Ik ben erg benieuwd naar dat resultaat, maar ben wel sceptisch over de waarde die door de redactie blijkbaar gehecht wordt aan rigoureuze methodiek: heeft de lezer echt baat bij zo'n voortdurende confrontatie met het systeem van de ontwerper? Spread uit de herontworpen Items. Via website items.nl
LUSTlab: hoe digitale media ons leven veranderen
LUST vormde een logische opvolging van bovenstaande met hun presentatie van het onderzoeksproject LUSTlab en mijns inziens was het één van de boeiendste lezingen van de dag. Dimitri Nieuwenhuizen lichtte toe hoe digitale media grote veranderingen hebben veroorzaakt in journalistiek, uitgeven en lezen - en hoe zelfs de manier waarop wij en nieuwe generaties denken in flux is. We nemen data steeds minder op als slechts een rechtlijnig narratief. De tijd van nu vraagt van ons dat we meerdere soorten informatie tegelijkertijd -parallel- opnemen. Dat betekent ook dat ontwerpers anders moeten nadenken over hoe zij maken, structureren. Verschillende disciplines zouden meer moeten samenwerken, dan kan het digitale medium een nieuwe fase in, een toevoeging worden aan de fysieke wereld. Dimitri stelde die fysieke manifestatie van het virtuele voor als een soort enorm brein waarin de individuele gebruikers als hersencellen fungeren. Elke individuele 'hersencel' (persoon dus) heeft toegang tot een enorm netwerk aan informatie en ervaring, maar net als 'echte' hersencellen kunnen de over-en-weer vliegende impulsen genegeerd worden. De lezing van zaterdag is bij mijn weten niet online, maar zie het filmpje hieronder voor een paar van de besproken voorbeelden.
Komfort Mag: waarom in Tsjechië een designtijdschrift tussen pornoblaadjes staat
Next up was Komfort Mag, een Tsjechische publicatie. Een mooi blad dat in het thuisland nog veel terrein te winnen heeft. Door de makers werd aangestipt dat niet al te lang geleden 'onafhankelijk tijdschrift' daar synoniem was aan 'illegaal tijdschrift' en zij illustreerden dit feit met een foto van zo'n tijdschrift dat door de eigenaar van een kiosk was weggemoffeld tussen de pornoblaadjes (helaas geen foto van).
It's Nice That: commercieel denken zonder je ziel te verliezen
Tumblr media
It's Nice That is één van de bekendste blogs in de kunst- en ontwerpwereld en het was dan ook heel waardevol om door initiator Will Hudson door het ontstaansproces te worden geleid. Wat begon als een digitaal achterafsteegje dat in de vroege ochtenden, avonden en weekenden met het mooist van het web werd behangen, is nu een hoofdstraat waar meer dan 90.000 bezoekers per maand komen voor de broodnodige inspiratie. Die omslag is mede gemaakt doordat Will en consorten ook durfden te denken aan het commerciële potentieel van het blog, gelukkig zonder dat ze daar hun ziel voor hoefden te verkopen. Er wordt duidelijk goed nagedacht over de meerwaarde van elk initiatief, elke samenwerking. Het tweejaarlijkse tijdschrift It's Nice That is dan ook meer dan het op een hoop gooien van de gemaakte posts. "Mensen die een blog bezoeken, kijken alleen naar de meest recente berichten. Niemand gaat er eens lekker voor zitten om te lezen wat er drie maanden terug geplaatst is. Een tijdschrift maken geeft je de gelegenheid om meer aandacht aan de redactionele laag te besteden." Nice guy Will Hudson over successen en falen van It's Nice That.
Intermezzo: Michael Bojkowski
Toen door de MC werd aangekondigd dat een live review van magazines zou volgen, wist ik eerlijk gezegd niet zo goed wat ik kon verwachten en ik dacht dat het wel eens een onhandig, onsamenhangend verhaal zou kunnen worden. Een beetje onhandig en onsamenhangend was het misschien wel, maar Michael Bojkowski -die voor de gelegenheid de festivalwinkel geplunderd had- wist er wel een bijzonder onderhoudende chaos van te maken. Hij doet dan ook al langer dit soort recensies waarbij hij al pratende door een tijdschrift bladert en het van commentaar voorziet, maar gewoonlijk niet live, want op zijn website linefeed. Ook in de live opzet wist hij in de willekeurige selectie van magazines spontane, grappige en nuttige opmerkingen te plaatsen en zijn onbegrensde enthousiasme wat betreft tijdschriften werkte aanstekelijk. Vooral zijn commentaar op het tijdschrift La más bella revista was memorabel. (La más... is een tijdschrift dat niet zozeer uit een papierbundel bestaat als wel een bundel van objecten en in een plastic map geleverd wordt). "Kijk, dit is funest voor papiergeeks als ik die graag de ruggen van hun tijdschriften netjes gesorteerd in de boekenkast willen hebben staan. Wat moet ik hier nu mee?"
Tumblr media
Michael die zich geen raadt weet met Lá mas
De meest recente video van Michael's hand via zijn website linefeed.me
Jeremy Lesley X de toekomst van tijdschriften
Jeremy Lesley sprak als één van de laatsten. Hij is redacteur van blog magCulture.com en heeft ook het inmiddels ter ziele Colophon mede opgericht - een Brits festival voor onafhankelijke tijdschriften. Ik denk dat wel gezegd mag worden dat hij een beetje een celebrity is en de zaal zat dan ook weer helemaal vol bij deze presentatie. Jeremy greep terug op Michael's presentatie: "Tsja, een magazine als La más... You deal with it!" En hij vervolgde met een schets van hoe het eigenlijk heel interessant is dat er zoveel met het idee magazine gespeeld wordt: wat definieert dat format eigenlijk? En dan gaat het niet alleen over fysieke dimensies en samenstelling (of een gebrek daaraan), maar ook om het heruitvinden van klassieke tijdschriftgenres. Als voorbeeld droeg hij een paar tijdschriften over eten aan, waaronder Yummy. In plaats van haute cuisine gaat dit 'junkfoodesignmagazine' over de koks van geliefde buurtcafetaria's en de favoriete snacks die in straatstalletjes worden bereid. Yummy laat echter ook de rommel zien, de koffievlekken op de tegelvloer, het verfrommelde plastic bakje op straat... Als onafhankelijk tijdschrift kan het zich die bewuste on-esthetica, die confrontatie met de andere kant van het verhaal, permitteren. (Hierop bedacht ik dat het wel een fantastisch project zou zijn om de afwas te fotograferen die ontstaat na de shoot van zo'n hoorn des overvloeds als de Allerhande paasbrunchtafel.) Jeremy benadrukte in zijn verhaal dat de ontwerper meer dan tevoren een bepalende rol inneemt in de productie van kwaliteitstijdschriften, en illustreerde dit met een aantal rekensommen en de voorbeelden die als mogelijke uitkomsten konden gelden: DESIGN X CONTENT en
PRINT X DIGITAL = ? waarbij de X als vermenigvuldiging moet worden gezien. In het geval van de tweede rekensom bestaat er bij Jeremy blijkbaar nog twijfel over de  uitkomst. Hij nam daarbij de Britse krant The Guardian als voorbeeld, die nu bestaat uit een papieren krant, een website, een iPhone en een iPad app. "Als je de krant uit dit rijtje haalt, zou de geloofwaardigheid weg zijn. Zonder krant betwijfel ik de rest." Een ander probleem dat nog niet overtuigend is opgelost: "Ik heb zelf ook voor de iPad ontworpen en alles gaat er gewoon hetzelfde uitzien ongeacht het ontwerp; het wordt slick en glossy. Elke uitgave moet tegenwoordig op meerdere platforms werken, maar hoe breng je het unieke karakter van zo'n uitgave over op de iPad zonder je te verliezen in animaties en andere toeters en bellen?"
Tumblr media
Jeremy Lesley: "Het slechte nieuws is dat de tijdschriftwereld in flux is. Het goede nieuws is dat het altijd al zo is geweest."
Magazine-presentaties: waarom makkelijk ook moeilijk mag
Door de dag heen werden verscheidene tijdschriftpresentaties gehouden. Zo was er POSTR magazine,veen Belgisch tijdschrift dat zoals de naam al zegt op posterformaat  wordt uitgegeven (A1). De makers waren het gestart vanuit een interesse voor retro Amerikaanse uitgaves van the Rolling Stones en Gonzo journalistiek. "Het is een moeilijk tijdschrift. De inhoud is moeilijk. Het formaat is moeilijk. De manier waarop het gevouwen is, is moeilijk. En dat hoort ook zo," sprak de redacteur/ontwerper .
Tumblr media
Eén van de laatste magazine-presentaties was de presentatie van Der Wedding, dat absoluut niets met bruiloften te maken heeft, maar alles met een volksbuurt in Berlijn. Elk nummer heeft een ander thema dat in gaat op het dagelijks leven van de normale mensen die hier wonen. Zo is er een nummer dat over werk gaat. Het werk-nummer is compleet in de Arial gezet. "Waarom de Arial? Omdat het een font is dat hard moet werken, vooral in der Wedding. Waarschijnlijk omdat het met een a begint." Ook heeft dit nummer een modereportage met als thema 'het uniform van de werkloosheid': het joggingpak. Het meest recente nummer, over het Westen, heeft een glossy voorkant met een foto van een glitterende cowboyhoed/discobal op de voorkant en kost 6 euro 99. "Want dan kun je altijd zeggen: het kost nog geen zeven euro!"
Tumblr media
In conclusie: 
Het leuke van de dag was de energie van de tijdschriftmakers, waarmee een persoonlijke fascinatie een fysiek object kan worden. Wie vanuit de tekstschrijvershoek of journalistieke hoek naar Arnhem gevlied was, kwam wellicht bedrogen uit: Facing Pages belichtte nadrukkelijker het ontwerpersperspectief. Niet erg, want zoals hierboven beschreven betekende dat zeker geen gebrek aan inhoud - en voor zover ik weet vormden ontwerpers de door de organisatie beoogde doelgroep, de zaal zat er vol mee. Over de gehele dag genomen merkte ik echter dat in de stroom van beelden en anekdotes die voorbij kwam, de sprekers met de meeste aandacht voor content en context, met oog voor samenhang in ontwerp én onderwerp, mij het meest inspireerden. Jaap Biemans was de hekkensluiter met zijn verzameling van tijdschriftcovers. Eén uitspraak was vooral exemplarisch voor het punt dat ik hier probeer te maken, vervangt u in gedachten het woord 'cover' door 'tijdschrift': "Wat maakt nu een goede cover? Goede smaak, wat lef én een geweldige redacteur."
1 note · View note
voorbijdevouw · 12 years
Text
Kamerscherm voor je boekenkast
Tumblr media Tumblr media
Ik heb, zoals iedereen denk ik, de gewoonte om bij iemand thuis onmiddellijk nieuwsgierig naar de boekenkast te loeren om te zien wat voor interesses mijn gastheer of -vrouw erop nahoudt. Veel fictie? En welk genre dan? Kookboeken? Bezoek ik een zoetekauw of een fan van Sonja Bakker?
Voor wie zich een beetje geneert voor zijn of haar boekenkast, of vindt dat het de ander niets aangaat, komt de oplossing van Isabel Greenberg: een schermpje dat je discreet voor je verzamelboxen Twilight kunt plaatsen. Als ik dan bij je thuis ben, kan ik slechts de conclusie trekken dat je van grappige illustraties houdt en mijn blog leest en kom je er dus vrij snel met een positieve boekenkast-recensie vanaf!
gevonden via creativereview.co.uk
7 notes · View notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
Pixels, maar dan echt
Tumblr media
Gave installatie op Motel Mozaique dit weekend van Jonas Vorwerk en Yoren Schriever. Eén pixel is niks, pas door combinatie en interactie krijgen pixels betekenis en functie.
video en beeld via jonasvorwerk.com, dank aan Robbert Slotman voor de tip!
7 notes · View notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
Brian Dettmer en de anatomie van het boek
Deze kunstenaar snijdt met grote precisie de kleinste elementjes uit dikke boeken en creëert zo een soort kijkdoos, een inzicht in de werelden die het boek in zich heeft. Ironisch genoeg zijn die werelden door Dettmer's actie niet meer toegankelijk.
gevonden via edwinmijnsbergen.nl
7 notes · View notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
Van diepzwart naar hi-res
Tumblr media
Vorige week kreeg ik van mijn collega Albert een krantenknipsel toegeschoven uit de nrc.next. De titel: 'Een fotograaf is feitelijk een mijnwerker' maakte meteen al nieuwsgierig, maar uiteindelijk waren de laatste twee zinnen het meest interessant.
Het was een recensie van een fotoboek over steenkoolgebieden, een serie foto's van zwarte bergen op zwart papier met bijzondere zwarte inkt gedrukt. Conceptueel prachtig, indrukwekkend, dat alles. Echter, zoals de auteur van het artikel zegt:
Het turen naar iets wat zo moeilijk zichtbaar is, is eerst nog fascinerend, maar gaat al snel irriteren. Het bewijs dat alle beelden wel alle details en kleurnuances in zich hebben, is te zien op de website van de fotograaf, waar de lichtbak van het beeldscherm de foto's tot pareltjes maakt. Als je dat toch eens in een boek kon drukken.
Ik ben ervan overtuigd dat dat wel kan, overigens, maar dat het eerder een keuze van de fotograaf en de ontwerper is geweest om je dieper en langer te laten turen, als het ware ook te laten 'graven' in de foto. Maar het is wel een goed punt dat het digitale veld door fotografie nog te weinig  benut wordt. Begrijpelijk ook weer - de weergave hangt behoorlijk af van het scherm van de kijker en daar heb je dan geen controle op.
Toch zouden er prachtige dingen gedaan kunnen worden door fotografieboeken naar bijvoorbeeld de iPad te vertalen, met name omdat je het geld -bespaard uit de lithografie- kan inzetten voor goed programmeren van het 'boek'. Waar toepasselijk hoeft de combinatie foto's niet lineair te zijn (zoals bijvoorbeeld bij deze site,) meer tekst of een video-interview kan verwerkt worden in het geheel... Misschien dat de jongens van hi-res eens ermee aan de slag moeten, met hun spannende experimentele en non-lineaire sites als die voor de TV-serie LOST en de film Donnie Darko.
2 notes · View notes
voorbijdevouw · 12 years
Text
"De vernauwing waar we in zitten kan leiden tot nieuwe paradigma's"
Tumblr media
Felix Erkelens is de oprichter van uitgeverij Juwelenschip, dat boeken uitbrengt op het gebied van psychologie, levensbeschouwing en spiritualiteit. Voordat Felix zijn bedrijf opstartte was hij jarenlang de directeur en eigenaar van uitgeverij Servire en tot op heden is hij daar als adviseur bij betrokken. Ik was nieuwsgierig naar waar de wortels van zijn uitgeverschap liggen, hoe hij zijn vak vandaag de dag ervaart en waar hij in de toekomst naartoe wil.
Wat voor boeken las je als kind?
Ik las met name literatuur, ik was zo’n klassiek geval dat graag vluchtte in andere werelden en het heerlijk vond om te vertoeven in het bestaan van anderen. Ik las alles, raakte geïnteresseerd in verschillende culturen en talen van expressie, had een breed spectrum aan boeken en ik was toen nog weinig kieskeurig – een veelvraat.  Dat is later wel veranderd, ik ben nu veel preciezer geworden, zowel op het professionele als het persoonlijke vlak.
Ondanks mijn grote liefde voor boeken was het niet direct vanzelfsprekend dat ik uitgever zou worden. Na de middelbare school ging ik naar de lerarenopleiding en vervolgens naar de universiteit. Ik wilde in die tijd al niet meer leraar worden maar iets doen in de journalistiek of de uitgeverij. Via een tip van iemand kwam ik als stagiair terecht bij uitgeverij Servire in Katwijk. Toen ik eenmaal merkte hoe leuk ik dat vond, heb ik mijn studie ook niet meer afgemaakt.
In de uitgeverij gaat het mij om de combinatie van het bezig zijn met taal en inhoud en de spanning van het ondernemerschap, iets waarvoor ik gevoel bleek te hebben.  Daarnaast had ik in mijn persoonlijke leven veel baat gehad bij boeken over psychologie en spirituele onderwerpen en raakte ik gemotiveerd om mensen te ondersteunen door ze kwalitatief goede literatuur aan te bieden als hulp om tot inzicht en bewustzijn te komen.
Bij Servire was sprake van een heel bijzondere constellatie, want de directeur, Fazal Inayat-Khan, was tegelijkertijd geestelijk leider van de Internationale Soefi Beweging. Het waren in de tijd dat ik daar kwam in 1977 voornamelijk buitenlanders die daar samen een gemeenschap vormden. Veel interessante types die bereid waren om hun eigen cultuur een tijd los te laten om bij een spiritueel leraar een ontwikkelingsweg te gaan en tegelijkertijd keihard werkten om allerlei activiteiten en ondernemingen van de grond te krijgen.
De vrije, frisse, oorspronkelijke manier waarop met spiritualiteit werd omgegaan sloot direct bij me aan. Ik leefde in deze intense gemeenschap en heb het ook wel eens nodig gehad om ruimte voor mezelf te maken, maar zoals Martin Buber zo mooi zegt: ‘je wordt aan de ander’. Met andere woorden: je ontwikkelt je altijd in relatie tot een ander mens en in die tijd was dat volop gaande. Ik heb ongelooflijk veel avonturen beleefd en ben erg gevormd door die tijd.
Je beschrijft een mooie tijd, maar tegelijkertijd ging het er destijds economisch slecht aan toe. Hoe kwam dat?
Simpel gezegd ging het slecht omdat Fazal geen uitgever was en wij allemaal amateurs waren. Er werd ontzettend veel geld onttrokken aan het moederbedrijf vanwege het opzetten van allerlei dochterondernemingen in het buitenland en de eerste economische crisis van begin jaren ’80 nekte ons. Dat was de eerste keer dat je goed kon merken dat wanneer het economisch slechter gaat, mensen als eerste gaan beknibbelen op wat zij als luxe artikelen beschouwen, dat was ook het boek. Deze crisis die ons op de rand van het faillissement bracht had tot gevolg dat Fazal terugtrad als directeur en naar het buitenland vertrok. Een heleboel mensen keerden daarop terug naar hun eigen land. Toen heb ik de verantwoordelijkheid voor Servire geclaimd en daarop startte een lange periode van pure survival, keihard werken en voortdurend crediteuren op afstand houden. Eén van de grote beslissingen die ik heb genomen was om te gaan specialiseren. Servire was destijds nog een kleine algemene uitgeverij, er zat van alles in: fictie, natuurboeken, kinderboeken, je kan het zo gek niet bedenken. Ik bedacht toen dat we ons uitsluitend zouden gaan concentreren op spiritualiteit, psychologie en gezondheid. Ik ben ook veel meer aandacht gaan geven aan professionele vormgeving. Vorm, inhoud en presentatie naar buiten moesten congruent met elkaar zijn, Servire moest een kwaliteitsmerk worden. Daarin was ik voor mijn tijd redelijk vernieuwend, terugkijkend is dat een moedig besluit geweest – en dat heb ik vanuit de markt teruggekregen. Daarnaast kregen we op een gegeven moment de wind in de rug doordat spiritualiteit steeds belangrijker werd in de loop van de jaren ’80.
Waar kwam die groeiende fascinatie voor spiritualiteit vandaan, denk je?
Op persoonlijk niveau was ik een zoeker en deels ook een getormenteerde ziel die op zoek was naar heling en innerlijk inzicht. In mijn studententijd had ik verschillende flirts gehad met spirituele wegen, maar ik kwam pas thuis in de vrije ruimte die Fazal rond zich heen wist te creëren. Maar ik was echt een pars pro toto voor mijn generatie. Veel kinderen van gescheiden ouders, net als ik. Zoekenden naar nieuwe oprechte waarden en waarlijke inspiratie. Wij hadden ook de ruimte om ons opnieuw te oriënteren. De grote religies, met name het Christendom, voldeden niet meer in het beantwoorden van de grote levensvragen van mensen. Het instituut kerk had niet meer het antwoord op de tijd. Ik denk dat we geestelijk evolueren, dat het collectieve mensdom streeft naar geestelijke vrijheid. Dat gaat in deze tijd door, je ziet het niet alleen hier, maar ook aan de Arabische Lente. Wat mij betreft is de mens een geestelijke, eeuwige essentie en niet een materialistisch opwindpoppetje.
Met zo’n nieuwe wave van interesse in spiritualiteit krijg je er vast ook een heleboel pulp bij?
It’s all in the game. Die ontwikkeling is simpelweg niet te stuiten. Tegenwoordig hebben alle grote uitgeverijen esoterische imprints. Ze zagen op een gegeven moment aan de verkoopcijfers dat het een grote groeimarkt was. Niet belast door enige kennis, maar wel met geld zijn er in relatief korte tijd veel spirituele fondsen ontstaan. Toen het surfen opkwam kreeg je opeens verschillende surftijdschriftjes, iedereen gaat dan natuurlijk toch graantjes meepikken. Op een gegeven moment blijft dan gelukkig
het beste surftijdschrift over. Zo gaat dat nu eenmaal.
Wat is er zo veranderd in de jaren in uitgeversland?
Er is in de tijd dat ik in het vak zit zo ontzettend veel veranderd. Vooral op het technische vlak binnen het vak. Wij brachten vroeger onze manuscripten naar een zetter, later hadden we een eigen IBM Composer – een soort veredelde typemachine met een geheugen van drie a-4tjes. Toen kreeg je steeds meer geavanceerde zet- en opmaaksystemen, de oorspronkelijke zetters hielden op en uiteindelijk kregen we computers en het werd uiteindelijk  zo dat we de zetfase helemaal over gingen slaan. Vroeger besprak je alles met de zetter en er was nog een hele ethiek over hoe iets op een pagina gezet moest worden, maar op een gegeven moment kon je dat gewoon zelf op de computer of je liet het over aan je vormgever. De ontwikkelingen die in de IT hebben plaatsgevonden hebben mijn vak radicaal veranderd. Het is met de komst van het internet en de moderne druk- en printtechnieken mogelijk om je eigen boeken relatief goedkoop te publiceren. Kleine oplages hoeven niet duur te zijn.
Zie je die veranderingen vooral als positief?
Ik vind het leuk dat kleine uitgeverijen met eenvoudige middelen projecten kunnen publiceren in kleine oplagen en dat die ook nog eens vanwege zoekfuncties op het internet vindbaar zijn. Het voordeel van de grote uitgevers is relatief afgenomen. De drukkerswereld heeft een aantal grote revoluties doorgemaakt en zeker één van de grote revoluties is het internationale drukken. De prijzen in China en India zijn niet te vergelijken met die in West-Europa. Er is een enorme shakeout geweest in de drukkerswereld in de afgelopen tien jaar.
Hebben de veranderingen in het vak ook geleid tot een verandering van je status als uitgever?
Vroeger stond een uitgever aan het hoofd van de onderneming. Bij bijvoorbeeld de Bezige Bij of de Arbeiderspers was de uitgever de grote man. Nu heb je directielagen met financieel directeuren, marketingdirecteuren, God-weet-wat-voor-directeuren en daaronder komt dan ergens de uitgever. Tegenwoordig proberen ze die functie nog verder uit te hollen door het aanstellen van acquirerend redacteuren – ook een mogelijkheid om mensen lager te kunnen honoreren. De marketingmensen geven nu over het algemeen het groen licht voor een project. Dus als uitgever moet je in eerste instantie je manuscripten aan je marketingmanager kunnen verkopen. Het vak is enorm vercommercialiseerd en de creatieve functie van de uitgever, die in mijn ogen nog altijd de spil is van een uitgeverij, wordt ondergewaardeerd.
Heeft het marketingdenken te maken met het cynisme in de boekenwereld van nu? In de zin van: ‘er moeten boeken verkocht worden anders gaan we kopje onder’? Of was er vroeger minder een focus op verdienen?
Natuurlijk moest er verdiend worden, maar het ging wel veel meer om de boekenspirit en de uitgever vertegenwoordigde die spirit. Er waren bijvoorbeeld veel meer literaire tijdschriften en daar investeerde je als uitgever in en het was eervol om daaraan mee te werken en om daarin te publiceren. Maar de tijden zijn in meerdere opzichten veranderd. Er is nu weer een economische crisis en mensen besteden steeds meer tijd aan surfen op het internet, de middelen om informatie op te nemen zijn enorm veranderd. Bij het non-fictieboek is sprake van functieverlies.
Een auteur heeft nu dus ook veel meer mogelijkheden om iets te doen met zijn manuscript. Vroeg ging je vanzelfsprekend naar een uitgever. Die reageerde vaak vanuit een ‘gutfeeling’ en niet op basis van allerlei verkoopprognoses. Veel auteurs bieden nu hun manuscript aan bij een literair agent, die je vervolgens kan gaan vragen om het van 150 000 woorden terug te brengen naar 100 000 anders is je boek niet te verkopen aan uitgevers. Vervolgens gaat het in de catalogus die weer naar allerlei uitgeverijen wordt gestuurd. De uitgeverijen bekijken op hun beurt of ze het interessant genoeg vinden. Dat is heel wat anders dan wanneer een uitgever een directe relatie heeft met een auteur. Dat was vroeger altijd zo en ik doe het eigenlijk nog altijd zo. Nu moeten uitgevers een boek dus ook nog eens intern verkopen, er moet een calculatie gemaakt worden en een heel marketingplan ingediend worden. Als iets vooraf al niet echt promotable is – bij voorkeur moet het om een Nederlandse auteur gaan of er is iets ongebruikelijks aan waar de media iets mee kunnen – dan kun je het eigenlijk al vergeten. Om een boek door die bureaucratie heen te loodsen, puur op basis van de inherente kwaliteit ervan, is heel erg lastig.
Vanuit het heden richting de toekomst; wat fascineert je aan de huidige tijd?
Er vindt van alles fascinerends plaats in de wereld op het moment. We zitten in een vernauwing met zijn allen en die vernauwing kan leiden tot nieuwe paradigma’s, nieuwe manieren van denken en van omgaan met de werkelijkheid. Er zijn ontwikkelingen gaande die ons dwingen om zoveel breder te kijken dan onze eigen belangen. Je voelt dat er een nieuwe esprit ontstaat waarbij mensen oprecht met elkaar in gelijkwaardigheid iets willen opzetten en traditionele machtsstructuren niet meer accepteren. Die spanning vind ik absoluut het interessantste van wat er op het ogenblik plaatsvindt.
  Is het een ambitie van je om deel uit te maken daarvan?
Ja, zeker. Als ik zou kunnen bijdragen aan dat nieuwe esprit, aan de opbouw van die geestrijkheid, dat besef, bewustzijn; daaraan bijdragen zou een ster op mijn borst zijn.
Het principe van een gemeenschap is een wens die je ook beschreven hebt voor het Juwelenschip.
Ja, er is een grote wens om te werken en te leven met/in een kring, een gemeenschap van gelijkgestemden. Dat is iets dat niet ontstaat omdat je het definieert, omdat je het samenstelt, maar het komt voort uit vrijwilligheid. Mijn wens is dat het Juwelenschip en dan vooral de website een inspiratiebron is waar mensen zich wel bij voelen en zich op een natuurlijke wijze voegen.
Wat me lastig lijkt in jouw positie, is dat je enerzijds fantastische boeken aan het maken bent, terwijl er anderzijds wereldwijd een nadruk komt te liggen op de computer en het internet. Hoe speel je dat spel mee met behoud van de dingen waar jij van houdt?
Dat is de spijker op z’n kop, dat is mijn dilemma. De crisis treft mij ook, treft mij niet alleen omdat er veel minder boeken worden verkocht, het treft mij ook op persoonlijk niveau. Het hebben van kinderen en het hebben van welstand die bedreigd wordt, dat doet een heel interessant ding met iemand, begin ik in te zien. Heel regelmatig denk ik terug aan het onwaarschijnlijke lef dat ik had in de tijd van Servire, aan de intuïtie en vanzelfsprekendheid waarmee ik toen opereerde. Ik vind tot op heden dat ik geneigd ben om teveel vanuit de kramp om te gaan met mijn eigen problematiek. Aan de andere kant hebben we het net over de kansrijkheid van deze tijd, waarvan ik vind dat het levendig maakt. Dat heb ik eerlijk gezegd nog niet goed genoeg in mezelf te pakken. Ik heb het gevoel dat bijvoorbeeld het Juwelenschip een basis kan zijn, een podium waarop iets kan gaan gebeuren. En ik kan me voorstellen dat er in samenwerking met anderen ineens een idee ontstaat waarmee we het muisje bij z’n staart kunnen pakken. Dat nieuwe dat in de lucht hangt, maar waar je nog net niet bij kunt. Ik denk dat het eerlijk gezegd ook echt een onderdeel is van deze tijd, waarbij heel veel creatieve mensen net wel of net niet het muisje bij de staart beet hebben. We zijn dichtbij. We voelen dat het anders moet, maar helemaal precies weten we het nog niet. Ikzelf zit nog altijd niet met dat staartje van de muis in mijn hand. En zeer waarschijnlijk veel anderen met mij.
0 notes