Tumgik
#daarvoor was het obsessief af
madeliefkrans · 2 years
Text
hou zo erg van young adult boeken. hou van lezen hoe zeventienjarige meiden voor het eerst verliefd worden en ontdekken dat die verliefdheid wederzijds is. en hoe ze vervolgens de meest domme, gênante, schattige acties pullen omdat ze nog maar zeventien zijn.
0 notes
jurjenkvanderhoek · 2 years
Text
LENIGE VERHALEN EN BEELDENDE TEKENINGEN VOOR IN FRJEMDE FÛGEL
Tumblr media
Hoorde ik dat lied van Elly en Rikkert door mijn hoofd galmen. Dat lied van voor ze nog niet het licht hadden gezien. Dat lied waaraan bloemen kleven en dat naar wierook geurt. “Zoals we slenteren langs de wegen / Met onze veren door de regen / Nat gespet / Zoals we vrolijk fluitend tegen / Alle mensen die geen snavel kregen / Zijn we net”. Een tekst die groeide en bloeide in de tijd van hippies, peis en vree. Een eenvoudig rijmende tekst op een aangename wijs. Of de song van een ander duo: “He was a most peculiar man / He live all alone within a house / Within a room, within himself”. Weer zo’n simpel vrolijk deuntje als omlijsting van een tekst die dieper gaat dan de woorden doen vermoeden. Een opgewekte melodie met een grimmige grondtoon. Dat sluit vrijwel nauwelijks aan bij het harde paars op de kaft en die vierarmige rare snuiter met doorgroefd gezicht dansend daarvoor. De bundel met korte verhalen van Elmar Kuiper met illustraties door Willie Darktrousers ligt aan mij voor. Vreemd dat daarbij die wijsjes door mijn hoofd dwarrelen. Nog even belt de Earring aan met “She flies on strange wings”, maar ik sla de deur voor de neus dicht. Eigenaardig dat ik bij het lezen van de verhalen denk aan een schrijver als Roald Dahl. Met zijn sterk visuele stijl van schrijven, waardoor de verhalen gemakkelijk te verfilmen zijn.
In het boek “In frjemde fûgel” geeft Elmar Kuiper plastisch en concreet de omgeving weer waar zijn hoofdpersoon in dat enkele verhaal zich bevindt. Waar hij aan denkt, wat hij ziet en zich mee bezig houdt. Omdat de entourage zo nauwgezet is omschreven maak ik als lezer deel uit van het verhaal. Als figurant speel ik mee in de film. Ook al omdat de vreemde vogel een rare snoeshaan is en dat karakter een bekend gevoel geeft. Want ben ik ooit ook eens een vreemde vogel geweest. Met de nek aan gekeken, met de vinger na gewezen. Over dat soort kleine narigheden gaan de verhalen van Kuiper echter niet. Het zijn de vreemde eenden in de bijt. Levend aan de rand van de maatschappij. Worden voor gek versleten, zijn maniakaal, obsessief, verlegen, monomaan of autistisch, lees ik op de achterkant van het boekje. Over die mensen gaat het. Met name op het gebied van intimiteit en relaties leeft het bij hen erg stroef. De dubieuze figuren die de revue passeren geven het leven echter kleur. Zonder deze vreemde vogels zou de wereld grauw en grijs rond de zon cirkelen. De schrijver laat mij als het ware als een gevederde vriend ronddolen in zijn geest, de geest van de vreemde vogel. Welhaast word ik dat rare mens, die eigenaardige persoon. Niet sta ik erbij en kijk ernaar, zoals bij die beren die smeren konden.
Elmar Kuiper heeft een leesbare stijl van schrijven. Schrijvend in de Friese taal buit hij daarvan de mogelijkheden uit. De taal heeft ballen, kan de vertelling krachtig uitdrukken. Is een visuele taal, beschrijft lyrisch de gebeurtenis. Kuiper formuleert de woorden soepel, speels en beeldend plaatst hij de bedachte personages in zijn relaas. Hij houdt mijn aandacht vanaf de eerste zin vast. Ik ga op de punt van de stoel zitten. En niet af en toe bijt ik bijna het puntje van de tong af, omdat Kuiper de spanning concentreert tot op het eind. Het plot steekt vernuftig in elkaar en ik zie de ontknoping zelden aankomen. Daarom schieten mij teksten van Poe en Dahl in gedachten. Het heeft eenzelfde soort wereldvreemde verhaallijn, een bovenaardse vertelling. Zo leest het, maar de waarheid achter de woorden ligt dieper. Het beschrijft momenten van alledag, mensen als jij en ik zoals we hadden kunnen zijn. De gedachte figuren dwalen niet ver van de bewoonde wereld af. Het kan de buurman zijn of die man in de rij achter de kassa. Maar er is een steekje los, zoals ieder leven een open eindje heeft.
Tumblr media
De verhalen van Elmar Kuiper lopen bijna nooit zoals ik al lezend denk dat ze zullen gaan. Het leidt telkens ergens anders heen dan zoals ik verwacht dat het zal eindigen. Dat rekt de spanningsboog op, zover dat deze strak staat tot na het laatste woord. Dan denk ik nog na en doorzie pas de essentie. Niet omdat ik de Friese taal niet machtig ben en spreektaal niet van boekentaal kan onderscheiden. De schrijfstijl en verhaaltrant van Kuiper nodigt uit een enkel verhaal meermalen te lezen. Daarmee doorgrond ik beter de levens van de vogels, vreemd maar wel vertrouwd. De duidingen zijn expressief en suggestief. Een beeldend taalgebruik zoals mijn inziens alleen het Fries dat kent. Uitdrukkingen die meer poëtisch klinken dan als proza geschreven. Vandaar ook dat Kuiper er zo flexibel mee weet om te gaan. Als geboren dichter trekt hij de jas van tekstschrijver aan. Dit is zijn eerste verhalenbundel naast de rij eerder gepubliceerde gedichtenbundels. Voor diverse gedichten en enkele verhalen ontving de psychiatrisch verpleegkundige, beeldend kunstenaar, videofilmer, performer/zanger van de Tigers fan Greonterp, en dichter de Rely Jorritsmapriis. Voor het titelverhaal van de bundel ‘In frjemde fûgel’ ontving hij vorig jaar nog deze pretentieuze Fryske literatuurprijs. Dit verhaal lijkt over hemzelf te gaan, want geschreven in de ik-vorm. Maar daarmee houdt hij het persoonlijk, de lezer kan zelf in die ik kruipen en zich hoofdpersoon van het verhaal voelen. Op andere bladzijden gaat het over Marten, Hindrik, Bernard, Gysbert en Jelmer. Maar ook in een ander verhaal zie ik mezelf terug. Dat verhaal heeft een open einde met een dubbele punt, als hoort er nog wat achteraan te komen. Een interactieve vertelling. Want dat iets mag ik zelf invullen door terug te grijpen op alinea’s eerder in het relaas: ‘us rit sit derop’.
Tumblr media
De tekeningen van Willie Darktrousers bij de verhalen, de illustraties die de beschreven figuren uittekenen, zijn even vreemde schetsen als de sketches dat zelf zijn. In een onbeholpen stijl van werken zet de tekenaar de karakters neer. Maar die harkerige opzet is het handelsmerk van Darktrousers, daarmee steekt hij boven het maaiveld uit, valt hij op in de grauwe massa van tekenaars en illustratoren. Voor “In Frjemde Fûgel” blijft hij daarmee helemaal bij de les. De nuvere yllustraasjes geven onomwonden en nadrukkelijk weer hoe de hoofdpersoon niet is maar zich wel voelt. Waar Elmar in de huid kruipt van de buitenbeentjes zit Willie in hun hoofd. Lenig en beeldend.
In Frjemde Fûgel. Verhalen van Elmar Kuiper. Tekeningen Willie Darktrousers. Uitgeverij Hispel, 2022.
https://websjop.afuk.frl/nl/winkel/in-frjemde-fugel-ferhalen/?fbclid=IwAR3kj080ATZWRaeNxws1wnCvqCVIPpmlZwWQLE5rfhnh7ao5Sl4abuZMRCQ
0 notes
Text
Retorisch toiletpapier: interactieloze participatie in een fantasiewereld
Het internet heeft de manier waarop interactie met muziek wordt aangegaan de laatste twee decennia fundamenteel veranderd. Dit slaat niet alleen op muziekconsumptie, zoals streamingservices, maar ook wederzijdse interacties tussen muzikanten en fans op sociale media en de interactie tussen muzikant en muziek. Rondom muziek kan een artiest een digitale, pseudo-tastbare wereld creëren waarbinnen de muziek bestaat en die luisteraars betreden zodra de muziek beluisterd wordt. Een voorbeeld hiervan is de webshop https://store.thefuturebites.com/ van Steven Wilson. Deze website laat naast de standaard fysieke albums en merchandising ook uitverkochte items zien, waaronder een €230 kostende rol toiletpapier, van het fictieve bedrijf The Future Bites waarop het verhaal van het nog te verschijnen album is gebaseerd. De vragen rondom diëgese die dit oproepen zijn op zichzelf al reden genoeg om te concluderen dat deze webshop een ludo-muzikaal object is, een object waarin spel en muziek samenkomen.
Een non-muzikaal, immaterieel en grotendeels non-interactief object ludo-muzikaal noemen is een standpunt wat moeilijk te verdedigen is. De muzikale connectie met het conceptalbum, en daarmee met de traditie van de (rock-)opera in het algemeen, is eenvoudig te leggen, maar het spelelement is moeilijk te definiëren. Dit essay beargumenteert dan ook dat door het analyseren van de diëgetische kwesties het ludische aspect van deze webshop duidelijk wordt.
Allereerst is de kwestie van realiteit belangrijk. Een conceptalbum vertelt een fictief verhaal, en een voorwaarde voor iedere vorm van fictie is dat de ontvanger binnen het verhaal alles als mogelijk en waar ervaart. Michel Chion noemt dit een audiovisueel contract wat wordt gesloten tussen zender en ontvanger, wat de zender in staat stelt om een verhaal te vertellen.[1] Dit fictieve verhaal speelt zich af in een zogeheten Toovercirkel die de realiteit waarbinnen het verhaal zich afspeelt omkadert.[2] The Future Bites is hierin niet anders dan andere conceptalbums, maar de webshop verandert de strikte relatie tussen realiteit en fictie, door een manifestatie van een object binnen de Toovercirkel, buiten de Toovercirkel te zijn; dit heet supradiëgese.[3]
Deze supradiëgese werkt twee kanten op. Allereerst is het een object wat uit de Toovercirkel dichter bij de realiteit is gezet. Ik heb het hier niet over in de realiteit, omdat zowel de winkel als de producten geen fysieke gestalte hebben, maar alleen virtueel bestaan. Er kan in beperkte mate interactie mee worden aangegaan, maar de producten die ten toon gesteld worden zijn “uitverkocht” en kunnen niet besteld worden (wat logischerwijs ook onderdeel is van de diëgese). Anderzijds is het conceptalbum gebaseerd op het winkelconcept van de webshop en integreert het dus elementen uit de echte wereld in de Toovercirkel. Het album is gebaseerd op een winkelketen die “by adding a limited-edition serial number to an otherwise mundane object, [increases] its value ten-fold”, waarbij deze webshop dienstdoet als deze winkelketen.
De manier waarop het verhaal en de webshop met elkaar in verhouding staan doet in die zin denken aan de manier waarop realiteit, fictie en plaats een rol spelen in mythologie. De consensus van een levende mythologie in de samenleving is dat het een verzonnen verhaal is dat wordt behandeld alsof het waar gebeurd is.[4] De plek waarop het verhaal zich afspeelt is, net als deze webshop, een bestaande plek die de realiteitsgraad van de mythe waarborgt, terwijl de mythe een testament is voor de significantie van de plaats waar de mythe plaats heeft gevonden.[5] Dit is echter niet het enige waarin The Future Bites doet denken aan mythologie. Het bestaan van de webshop lijkt tegenstrijdig te zijn met de futuristische dystopie die in de rest van het concept gestalte lijkt te krijgen. Dit soort tijds-incongruenties zijn vergelijkbaar met mythologische verhalen waarin het feit dat het in het verleden plaats vond belangrijker is dan de chronologie en het exacte jaartal. De functie van het verhaal is tenslotte niet van historische aard, maar van contemplatieve: het is een verhaal wat iets zegt over het heden.
Wat zegt een supradiëgetische webshop over het heden? Henry Jenkins benoemt enkele functies van convergence culture, waarvan een van de eerste is dat het leidt tot mobilisatie van subculturen die zich tegen de dominante stroming verzetten.[6] Het verzet-element is in dit dystopische toekomstbeeld duidelijk aanwezig; Steven Wilson verzet zich tegen het kapitalistische systeem van vraag en aanbod waarin je door het aanbod te verlagen de prijs van je product artificieel hoog kan houden. Dit beeld van Steven Wilson valt goed te rijmen met vorige thema’s in de muziek van Steven Wilson, zoals de destructieve invloed van het internet op het sociale leven en obsessief materialisme, en het feit dat hij een groot supporter van lokale bedrijven is. Een digitaal artefact van een wereld waarin deze marktwerkingen zijn geëxplodeerd bieden de fans van Steven Wilson met dezelfde politieke ideologieën een platform om als imagined community samen te komen.[7]
Hiermee komt een tweede spelelement van The Future Bites naar boven: participatie. Een webshop waarop alleen uitverkochte artikelen staan biedt weinig ruimte tot interactie. Dit zou logischerwijs leiden tot een gebrek aan interactie, maar Henry Jenkins haalt deze twee termen uit elkaar. Participatie met een cultuur is het gebruiken van de media-uitingen rondom die cultuur, terwijl interactie vraagt om een platform dat daarvoor is gemaakt.[8] Participatie met een cultuur zonder consequenties die aan specifieke handelingen verbonden zijn noemt hij “retorische participatie”.[9] Retorische participatie zou zodoende kunnen worden gezien als deelnemen van de fans aan het doen-alsof van de artiest dat het verhaal en de Toovercirkel in de eerste plaats hebben geconstrueerd.
Dit brengt mij bij het laatste punt: is er bij retorische participatie nog wel sprake van agency bij de participant? In de woorden van Gadamer is “ieder spelen […] een bespeeld worden”.[10] Zo wordt iedere bezoeker van de webshop van The Future Bites het subject van het supradiëgetische spel van Steven Wilson en onderdeel van de spelwereld van het conceptalbum. Dit zou ook kunnen worden beschreven als supradiëgetische affordance, wat de agency bij de website zelf legt. Ook is de website ook een bron van vermaak voor de bezoekers en is de bezoeker puur door de keuze om de website te bezoeken de agent, ook zonder dat er sprake is van interactieve handelingen. Er is dus geen duidelijke agent-patient verdeling in het functioneren van de website.
Samenvattend functioneert https://store.thefuturebites.com/ als brug tussen de Toovercirkel en de realiteit. Zo biedt het fans om te participeren in het verhaal en de wereld die Steven Wilson probeert te creëren met zijn aankomende album The Future Bites. De website geeft het verhaal een illusie van realiteit, terwijl het album de website waarop merchandise gekocht kan worden extra significantie geeft door het dubbel dienst te laten doen als “mythologische plek”. Het zorgt voor een extra lag immersie in het verhaal en de muziek. Zo is deze vorm van retorische participatie hetzelfde als de producten van The Future Bites: “You may not need it, but you have to concede it makes you feel special.”[11]
[1] Michel Chion en Claudia Gorbman, Audio-Vision: Sound on Screen, Second edition (New York: Columbia University Press, 2018).
[2] Johan Huizinga en Vincent Mentzel, Homo ludens: proeve eener bepaling van het spel-element der cultuur (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2010).
[3] van Elferen, ‘¡Un Forastero! Issues of Virtuality and Diegesis in Videogame Music’, Music and the Moving Image 4, nr. 2 (2011): 30, https://doi.org/10.5406/musimoviimag.4.2.0030.
[4] Eric Csapo, Theories of mythology, Ancient cultures (Malden, MA: Blackwell Pub, 2005).
[5] Angela Ganter Kühr née, ‘Ethnicity and Local Myth’, in A Companion to Ethnicity in the Ancient Mediterranean, onder redactie van Jeremy McInerney, 1ste dr. (Wiley, 2014), 228–40, https://doi.org/10.1002/9781118834312.ch15.
[6] Henry Jenkins, ‘Rethinking “Rethinking Convergence/Culture”’, Cultural Studies 28, nr. 2 (4 maart 2014): 267–97, https://doi.org/10.1080/09502386.2013.801579.
[7] Peter Brooker, A glossary of literary and cultural theory, Third edition (Abingdon, Oxon ; New York, NY: Routledge, 2017), 156.
[8] Jenkins, “Rethinking ‘Rethinking Convergence/Culture’”, 283.
[9] Jenkins, 271.
[10] Günter Figal, red., Hans-Georg Gadamer, Wahrheit und Methode, Klassiker auslegen, Bd. 30 (Berlin: Akademie Verlag, 2007).
[11] Steven Wilson, THE FUTURE BITESTM, 2020, https://www.youtube.com/watch?v=Asex3WtLPOA.
0 notes