Tumgik
#en toen ik op de middelbare school zat?
polldermodel · 14 days
Note
Stel, je zit/zat op de middelbare school, je hebt een tussenuur en €4, wat voor snack koop je?
- kaasbroodje/frikandelbroodje/saucijzenbroodje
- iets van de snackbar (friet, kaassoufflé, Turkse pizza enz)
- iets kleins uit de automaat (snoep, chocola, chips)
- iets groots maar wel snack-achtig uit de supermarkt (cake, pakken met koekjes, grote zakken chips, chocoladerepen, nootjes, ijs)
- iets uit de supermarkt dat niet direct snack-achtig lijkt (pot met olijven, kaas, pak vla, potjes babyvoeding, bus slagroom)
- iets gezonds (fruit? snackgroente?)
- iets anders
- ik kocht nooit eten in een tussenuur/ik zet het geld op mn spaarrekening
Ps: toen ik op school zat hadden we alleen maar ongezonde zooi (yum) op school dus voel je vrij om de categorieën aan te passen om het meer up to date te maken.
52 notes · View notes
vliegendevis · 7 months
Text
iemand heeft dit vast al eens gedaan
van alle kleine hondjes whatsappstickers gemaakt
haar vingers in je oren geduwd om het geluid van de hagel op het plastic dak te dempen
roze tulpen van de albert heijn naar je gebracht op oudjaarsdag
het heeft eerder zo geonweerd
toen je hier aan deze tafel in deze bar zat
en precies hetzelfde spel met deze mensen,
je vrienden van de middelbare school, speelde
en je bent al heel
lang zo lang
als je nu bent
maar toen kende ik je nog niet
ik ben vaak zo bang geweest als vandaag
wakker geworden met een onderbuik van gonzende magma
en een hart van puimsteen
ik heb vaker een hand vastgehouden
die me niet gerust kon stellen
maar het was niet jouw hand
want ik kende je nog niet
10 notes · View notes
Text
Door hem ben ik in het gevoel van echte liefde gaan geloven.
Ik herinner me nog heel goed hoe ik hem bewonderde vanaf het eerste moment dat hij onze klas binnen wandelde...hij had iets innemend. Ik zag hem en wist dat ik vanaf dat moment elke dag blij zou zijn om hem terug te zien. De vriendelijkheid in zijn ogen hadden de intense kracht om me in geen tijd te raken. 
Lang heb ik getwijfeld om mijn gevoelens neer te schrijven. Wellicht omdat ik me als jong meisje schaamde, me machteloos voelde en vooral omdat ik wist dat het mijn verantwoordelijkheid was om het verborgen te houden. Mijn gevoelens te verbannen...het gevecht binnen in me was pijnlijk, hartverscheurend. Ook al was ik nog maar 16 destijds, ik kende mezelf door en door. Wat ik voelde was uiterst oprecht en intens. Nu, op mijn 22ste realiseer ik me dat niet iedereen dit overkomt. De intense kracht van echte oprechte liefde voor iemand. Een gevoel die je nog nooit eerder voor iemand voelde. Ik kan me goed voorstellen dat vele jonge meisjes verliefd worden op een leraar. Maar dat ze dezelfde gevoelens bezitten als degene die ik had toen ik op de middelbare school zat, dat lijkt me persoonlijk een mysterie. Door hem ben ik in echte liefde gaan geloven. Ik besef dat we dankbaar moeten zijn als dit ons overkomt. Het is uniek. Uiterst zeldzaam en kostbaar. Het getuigd dat iemand een oprecht hart heeft. De laatste jaren heeft het me aan het denken gezet. Het heeft me telkens keer op keer laten groeien. Het heeft me positieve kracht gegeven om mijn verhaal neer te schrijven. Voor jullie, voor degenen die misschien in dezelfde situatie gezeten hebben of jongeren die momenteel enorm gekweld zitten. 
Dit is...
Mijn verhaal
Toen ik in het vierde middelbaar op school in Brugge zat, kregen we een vervanging van een nieuwe leerkracht voor het vak Nederlands. Tamara, een jonge vrouw van wie we destijds enkele uren per week Nederlands kregen, werd zwanger waardoor ze later niet meer in staat was om les te komen geven. Ik herinner me hoe alle leerlingen van onze klas rumoerig waren op het moment dat de nieuwe leerkracht elk moment kon arriveren. Het duurde slechts enkele minuten vooraleer het nieuwe lesuur van start zou gaan. De klink van de oude deur piepte en hij kwam tevoorschijn. Ik was overdonderd en de tijd leek voor mij even stil te staan. Ook hij nam de tijd om de klas in zich op te nemen. Zijn ogen waren groot, glazig, bruin met een lichte grijze gloed in. Ook vond ik ze vol mysterie...hij zag er wat nerveus uit, verbaasd, maar boven al uiterst vriendelijk. Ze raakten me onmiddellijk. Vanaf dat moment wist ik dat ik elke dag zou uitkijken naar zijn lessen...en vooral om hem telkens opnieuw te zien. Hij stelde zich voor en nam de tijd om ook naar ieder van ons individueel te luisteren. Zijn naam ga ik uiteraard hier niet vernoemen. Laat ik het graag zo bij 'D' houden tijdens het neerpennen. Toen hij de rijen volgde in de klas en uiteindelijk zijn blik op mij rustte, voelde ik me lichtjes verstijven. Zijn ogen versmolten met de mijne. Ik probeerde het gevoel opzij te zetten en probeerde gewoon mijn vrolijke, goedlachse zelf te zijn. Telkens was ik opgewekt en opgewonden hem weer te zien. Dat bleef heel lang zo...tot het moment dat mijn gevoelens een andere vorm kregen. 
'D' kreeg het zwaar te verduren met onze klas. In het vierde jaar hadden we een zeer drukke en uitputtende klas. Velen waren uitdagers, onbeschoft en manipulerend. De leerlingen daagden hem uit en maakten het lesgeven een nachtmerrie in plaats van een passie voor hem. Onze klastitularis sprak ons meerdere keren aan tijdens het onthaal over hoe 'D' zich voelde en dat hij zo niet verder kon lesgeven. Zelfs ik, kwam niet graag naar school omdat ik telkens opnieuw in zo'n vreselijke klassfeer terechtkwam. Gelukkig waren mijn grenzen duidelijk en was de interactie met mijn klas op zekere afstand. Ik deelde amper feiten over mezelf, alleen mijn vriendinnen konden emotioneel me dicht benaderen. Ik wou dat ik er voor hem kon zijn. Dat deed ik in de mate zoveel ik maar kon, zolang het mogelijk was. Ik bewonderde hem en behandelde hem zoals het hoorde. Hij was er en ik respecteerde hem. Zo kon ik mezelf zijn als hij in de buurt was. Ik was heel geïnteresseerd en dat merkte hij.
Naarmate het schooljaar voorbij ging, begon ik sterkere gevoelens voor hem te koesteren. Ik was nog steeds heel blij hem terug te zien, maar nerveus dat hij er iets van zou merken. Het moment toen ik echt begon te beseffen dat ik verliefd was, begon ik me er actief tegen te verzetten. Op het einde van de schooldag voelde ik me zo nu en dan extreem uitgeput. Tijdens het studie uur op internaat vocht ik tegen mijn slaap en het besef dat ik hem begon te missen. 'S ochtends wanneer ik wakker werd nam ik me voor dat ik sterker moest zijn en dat het wel gewoon een simpele 'verliefdheid' zou zijn die wel snel net zoals een heerlijk geurkaarsje zou uitdoven...
Tumblr media
Het licht zal plots uitdoven, de geur verdwijnt langzaam maar de kaars blijft. Zo zag ik een verliefdheid. Het verdwijnt plots, de fysieke aantrekkingskracht zal langzamerhand gaan afnemen maar de herinneringen zullen altijd blijven.
Echte liefde, is een kaars die niet iedereen zal bezitten. Het is tenslotte de meest zeldzame en kostbare...
Wanneer deze kaars je overkomt, laat je dit kostbare geschenk nooit los. Berg hem ergens mooi op. Het is het waard om het te koesteren en vooral om zelf voor het nodige licht te zorgen. Hetgeen waar alles van op zijn plekje zal terechtkomen. 
Vandaar heb ik het heel lang stil gehouden. Ik geloof dat ik een heel jaar gevochten heb tegen mijn gevoelens, niemand zou erachter komen. Daar was ik van overtuigd. Ik moest tenslotte sterk blijven. Dat deed ik altijd. Het gevoel van schaamte en onmacht overheerste me en bleef aanhouden. 
Pas het schooljaar daarop merkten slechts een paar van mijn beste vriendinnen op dat er iets aan me knaagde. Ik gedroeg me opvallend stiller en ze vertelden me steeds dat mijn ogen doffer waren. Ik heb al vaker gehoord dat ik sprekende ogen heb, dus ik wist dat ze me des te meer verraden hadden. Met veel moeite vertelde ik mijn drie beste vriendinnen wat er in me omging. Verbazend genoeg reageerden ze positief en enthousiast. Natuurlijk steunden ze me door dik en dun. Daar ben ik hun nog steeds dankbaar voor. Later bleek dat het toch aan de oren gekomen was van een aantal anderen van het internaat. Ik had ruzie gekregen met A, een meisje die me gebruikt had en uit jaloezie roddels verspreidde. Ondanks ze een vermoeden had dat mijn gevoelens voor 'D' klopten, deelde ze het met andere klasgenoten. Ik brak. Gelukkig kwamen mijn beste vriendinnen en mijn eigen klasgenoten voor me op. Ze gingen ervan uit dat het gewoon een roddel was en gelukkig waaide die snel over. Mijn vriendinnen hebben me nooit verraden. Jammer genoeg deden m'n ogen dat wel. 
Het verdere verloop van mijn vijfde jaar verliep moeizamer. Ik begon mezelf meer vragen te stellen of ik echt besef had van de gevoelens die ik voor 'D' had. Ik leerde tijdens die grote vakantie heel veel en het werd me duidelijk dat ik echt van hem hield. Dat werd helder op meerdere gebieden. Zo merkte ik dat ik hem zelfs heel erg miste toen ik in het gezelschap van mijn vriendinnen was of tijdens het uitgaan. Soms zelfs meer dan de momenten wanneer ik alleen was. Het moment dat een andere man me benaderde, kreeg ik het benauwd en brak ik. Vechtend tegen mijn tranen. Ik werd ook sneller ziek en kon niet naar school. 'D' staarde me in de klas vaak aan en ik voelde dat er een bepaalde chemie tussen ons hing. Hij is altijd heel mysterieus geweest. Ik vroeg me vaak af waar hij aan dacht of wat er in hem omging. Er waren zoveel dingen die ik hem wou zeggen maar ik kon het gewoon niet. Nooit heb ik exact geweten hoe hij zich tegenover me voelde. Tot op de dag van vandaag heb ik spijt dat ik nooit met hem diepgaandere gesprekken heb gehad. Ik heb altijd graag boeken gelezen maar tijdens deze moeilijke periode las ik bijna in elk vrij moment. Het hielp me te verwerken en me te laten openbloeien in mijn verbeelding. Het was stof die me hielp om mijn gevoelens te plaatsen en vooral dat ik ze echt onder ogen durfde te zien, in plaats van er telkens alleen maar tegen te vechten.
Op de laatste lesdag, vooraleer de eindexamens begonnen van het vijfde jaar, voelde ik me zo verdrietig dat ik vlak voor de les van 'D' naar mijn kamer van het internaat liep. De gang was open, ondanks de studie voor de examens al die namiddag begon. Ik kon het gewoon niet. Eenmaal de deur met een harde klap achter me dichtviel, liet ik mijn tranen los. Ik was het gevecht zo moe. Ik stuurde Silke en Eline een berichtje dat ik me onwel voelde, dat ik vervolgens cola op mijn kleren gemorst had, waardoor ik langer kon wegblijven. Een leugentje voor eigen bestwil zou je het kunnen noemen. Maar ik dronk amper cola, dus wisten ze al hoe laat het was. Nog steeds ben ik verbaast hoe ze dit zo voor zichzelf hebben kunnen houden. Ik dook rillend onder mijn lakens, mijn lichaam uitgeput van het huilen. Mijn oogleden stonden gezwollen. Opgelucht dat ik mijn zachte lakens voelde, enige poging mezelf wat troost te bieden. Het liefst van alles wilde ik zo graag in zijn armen liggen. Zo dicht tegen elkaar aan dat we nooit zouden loslaten...
Het ging toen echt een stuk bergaf. In de zin dat ik mezelf uitputte met stress en onzekerheid. Terwijl dat eigenlijk voor niets nodig was. Ik moest gewoon mezelf blijven. Daar herinnerden mijn vriendinnen me dagelijks aan. Net vooraleer de examenperiode begon, tekende ik tussen het studeren een portret van 'D'. Het was een van de foto's die ik vond op Facebook die me simpelweg aansprak en besloot ik hem zelf te tekenen. Het hielp me te verwerken en te plaatsen van hetgeen ik op dat moment voelde. Het gaf me enige rust in het eeuwig lijkende gevecht dat diep vanbinnen speelde. Meaghan, een van mijn hartsvriendinnen vond de tekening zo ontzettend mooi dat ze vond dat ik hem echt moest afgeven als bedanking en geschenk voor de boeiende lessen. Ook al wou dat zo graag, het koste haar de grootste moeite om me te overtuigen. Geloof me, het heeft zeker een tweetal weken geduurd. Uiteindelijk besloot ik om mijn kans te grijpen. Ik zat tenslotte in een kunstrichting, zo vreemd is een tekening dus niet. 
De tekening gaf ik aan 'D', de dag van mijn mondelinge examen en de dag waarop ik hem wellicht voor de laatste keer zou zien. Ik herinner me dat ik lang voor de spiegel stond. Mijn ogen drongen bijna door mijn lichaam, controlerend of mijn ziel wel het juiste uitstraalde. Oprechtheid, medeleven, nieuwsgierigheid, verdriet, geluk, onzekerheid, liefde...ontzettend veel. Zwaar. Mijn uiterlijk zag eruit zoals gewoonlijk; frisse lange golvende lokken en een naturel gezicht. Een grijs skater kleedje en een rode trui met knoopjes. Mijn hart klopte in mijn keel en mijn huid tintelde erop los. Ik moest me weten te ontspannen. De gedachte van hoe hij me met zijn grote bruine ogen aanstaarde maakte het licht in mijn hoofd. Het was zinloos om even te bezinnen met wat muziek, zo nam ik mijn oortjes en speelde ik 'Someone you loved' by Lewis Capaldi. Het was toen het liedje dat wel dagelijks op de radio gespeeld werd, soms tot frustrerend aan toe, maar hielp me daarnaast ook enorm om tot rust te komen. Mijn hartslag langzaam te doen dalen. Tijdens het examen was ik verbazend rustiger. Hij was zelf heel rustig en wendde zijn blik nauwelijks van me af. Het feit dat hij me opgewekt aanstaarde gaf me een optimistisch gevoel. "Ik kan het, niet twijfelen." Zodra het examen eindigde voelde ik mijn hartslag terug toenemen en de hitte stijgen. "Zeg het nu gewoon, niet twijfelen, grijp je kans!" De stem van Meaghan sprak me opnieuw toe." Ik stamelde wel maar ik kon gelukkig de juiste woorden vinden; " Meneer, ik heb iets voor je getekend. Ik teken heel graag mensen en dingen uit mijn dagelijkse leven en ik dacht dat je het misschien zou appreciëren. Ik twijfelde om het je te geven maar mijn vriendinnen hebben me uiteindelijk de doorslag gegeven." Ik herinner me dat ik dit zei, wellicht wat struikelend over mijn woorden maar dit is zeker de boodschap die ik wou overbrengen. Hij reageerde heel dankbaar en ik zag dat hij oprecht gelukkig was. Hij zei dat hij het heel mooi vond en was verbaasd over hoe goed de tekening was. 
De laatste paar seconden erna waren vreselijk. Het was het moment waarop ik afscheid moest nemen, iets wat bijna onmogelijk voor me leek. Want hoe? Ja, hoe en waarom nu? Diep vanbinnen voelde ik hoe mijn tranen in aantocht waren. Mijn gevoelens gingen als een waterkolk door me heen. Ik kon het over heel mijn lichaam voelen. "Ik moet gaan. Nu." Ik weet nog vaag dat ik snel iets zei, om zo snel mogelijk het lokaal te kunnen verlaten en vooral om in staat te zijn mijn tranen nog net op tijd vast te kunnen houden. 
Sindsdien heb ik hem niet meer gezien. Het is intussen al 4 jaar geleden...ik was 17, hij pas 26 geworden. Ik was me er zeker van bewust dat het toen illegaal zou geweest zijn mocht er beide van ons een stap nemen. Ten eerste werd ik pas 18 in september van dat jaar en was hij nog mijn leerkracht. Nu is alles uiteraard anders. Er is geen moment voorbij gegaan sinds ik afgestudeerd ben dat ik niet meer aan hem gedacht heb. Integendeel, ik denk nog elke dag aan hem en ik mis hem. Enorm. 
Ik ben er me ook heel erg van bewust dat ik enkele fouten gemaakt heb. En vooral dat ik ze maakte op de momenten dat ik hem het hardst miste. Deze ga ik ook hier uiteraard niet delen. Laat ik zeggen dat de fouten heel klein waren. Ik kan me goed voorstellen dat hij zelf ook geen raad wist. Ze kunnen nu eenmaal niet uitgewist worden. En dat is best ok...we maken allemaal wel eens fouten. Ze zijn immers leerrijk...iets dat we absoluut niet mogen vergeten! 
Zelf heb ik nooit geweten hoe hij zich tegenover mij voelde. Ik kon enkel zelf signalen opvangen en enkele die één van mijn vriendinnen (die in het 5de jaar ook in mijn klas zat) zo nu en dan kon opmerken. één ding is zeker; we zagen dat hij met iets zat en zeker in mijn bijzijn. 
Na het lezen van mijn verhaal zul je je wellicht afvragen hoe ik me nu voel...
De verliefdheid is natuurlijk op lange termijn gaan verdwijnen. Ik denk nog steeds veel aan hem. Er is altijd wel een moment of iets dat me plots aan hem doet herinneren. Dan mis ik hem. Hij bezoekt me nog af en toe in mijn dromen. Zoals ik zei kan je een geurkaarsje perfect vergelijken met een 'simpele' verliefdheid. Na al deze jaren heb ik mezelf beter leren kennen en mezelf enorm veel vragen gesteld over wat ik voor hem voelde. Ik heb geleerd dat ik zeker oprecht van hem gehouden heb...dat weet ik aangezien ik nog steeds veel aan hem denk, de kleinste dingen die me nog altijd aan hem doen herinneren. Het verlangen om hem nog een keer te kunnen zien. Zijn spontane vriendelijke lach. Oh wat zou ik toch doen om die terug te kunnen zien... Op zulke momenten komt alles terug boven en dan weet ik het zeker...
Hij was de unieke kaars...eentje die ik voor altijd zal blijven koesteren. Misschien wel heel diep, ergens veilig opgeborgen.
Naar mijn mening is het belangrijk om vooral de tijd te nemen om je gevoelens tot de grond van je hart uit te pluizen. Overhaast je niet, je hebt de tijd die je zelf nodig hebt. Een relatie of enige verliefdheid tussen een leerling en leerkracht wordt uiteraard niet geaccepteerd, zolang jullie op dezelfde school aangesteld zijn en/of de leerling in kwestie nog minderjarig is. 
Tegen de tijd dat je afgestudeerd bent zal je beseffen dat je enorm veel uit deze periode geleerd hebt en dat er nog steeds veel over jezelf te ontdekken valt! Indien je echt houdt van degene, dan zal de tijd het zeker uitwijzen. De kaars van de 'echte liefde' zorgt er immers voor dat alles uiteindelijk op z'n plekje terecht zal komen. Het plekje waar alles thuis hoort. Zolang je erin blijft geloven, de tijd respecteert en boven al, gewoon je ware zelf blijft! 
Liefde & licht
Julie Wesemael
26/04/2023
Ninove
Oost - Vlaanderen
België
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
                     
"In a field of roses, be a sunflower...
                  because being yourself is an art on itself."
                                                                                                                       Love, Julie.
1 note · View note
oneindiglaura · 1 year
Text
Daar zit je dan met je goede bedoelingen, weer op de plek waar je al zo vaak je wonden hebt moeten likken.
Ik ben maar weer voor nu in de wereld van fictieve karakters gekropen om mezelf gerust te stellen want dat is beter dan de leegte in staren de hele dag.
Er ligt een splinter nieuwe life planner op mij te wachten om door mij gevuld te worden en daar heb ik ook echt zin in en motivatie voor om mee te beginnen maar waar begin ik?
Mijn nog ongediagnostiseerde ADHD steekt er altijd een stokje voor maar er moet een oplossing zijn. Een soort van cheatcode om te gebruiken waardoor ik niet constant in de gekke krochten van mijn brein terecht kom wat er weer voor zorgt dat ik geen kant op kan met mezelf en dus weer een ADHD verlamming heb(zoals het blijkbaar vaak wordt genoemd)
Ik dacht altijd dat er iets mis met mij was omdat de dingen die voor mij zo moeilijk waren juist voor anderen vanzelfsprekend waren.
Borden en bestek afspoelen en opruimen nadat je gegeten had(mijn hoofd kon dat nooit verwerken omdat het al lang weer bezig was met activiteiten voor de hele week, welke hondenrassen het langst bestaan, waarom die ene acteur nooit meer te zien is in een film, hoe hersenen werken als je creatief bezig bent, hoe de vrouw van Adolf Hitler eruit zag en allemaal nog meer van dat soort gekke vragen.)
Normaal mee kunnen doen op school(het is een wonder dat ik de middelbare school heb gehaald. Gelukkig zat ik onder mijn niveau anders was het nooit gelukt. Ik heb nooit een vervolgopleiding af kunnen maken want het werd mij altijd te veel. Ik werkte 10x zo hard dan mijn klasgenoten om vervolgens niets te bereiken omdat ik weer een andere denkwijze bij een opdracht had waarvan ik dacht en ga zo maar door. Een en al gezeik, het enige waar ik op kon focussen waren creatieve dingen)
Opruimen(Toen ik nog bij mijn ouders woonde was het een nachtmerrie in mijn kamer, voor mijn moeder met smetvrees al helemaal. Het lukte mij 1x per 2 maanden om mijn kamer wat op te ruimen en daar was dan ook alles mee gezegd. Nu ik op mezelf woon heb ik een groter probleem en word ik regelmatig enorm somber omdat mijn huis zo'n troep is. Ooit vind ik die balans)
Mezelf verliezen in social media en dan bedoel ik ook echt verliezen.. Niet meer weten wie ik nou zelf ben, op eens een ander soort karakter ontwikkelen alsof ik nog in de puberteit zit, aan trends meedoen die helemaal niet bij mij passen en nog meer gezeur. Mijn zus vroeg mij een paar maanden geleden toen ik weer eens een andere stijl had: "Maar wie ben je nou echt" iets in die trant waarop ik zei dat ik zelf ook geen idee heb. Maar waarom moet er überhaupt druk op liggen om dat te weten?
Mezelf verliezen in gamen. Ook een hele bekende voor mij. Dat is vroeger allemaal begonnen toen ik een jaar of 10 was en constant achter de pc zat voor Habbo Hotel, later veranderde dat naar de Sims en Horse-Nation.
Mezelf verliezen in films en series. Zelfde verhaal.
Mezelf verliezen in muziek. Spreekt ook voor zich.
Ik kan mezelf verliezen in elk opzicht van het leven zowel negatief als positief. Ik heb onder andere ook autisme wat daar ook toe bij draagt natuurlijk. Ik hoop dit jaar nog een diagnose te kunnen krijgen en af en toe iets te kunnen nemen qua medicatie zodat mijn brein af en toe even stil kan zijn. Sinds ik een hersenschudding heb gehad is die behoefte namelijk vergroot. Ik ga douchen en ik ben al helemaal gesloopt. Hoestende mensen, huilende kinderen, geknisper van zakjes.. Je kan het zo gek niet bedenken of ik ben al compleet overprikkeld. Had ik die ene dag nou maar niet aan het gordijn getrokken terwijl ik eronder stond, dan was ik nog gewoon mezelf geweest.
0 notes
Text
Hoe ik leerde piano spelen
Tumblr media
Nu ik helaas al een tijdje overspannen ben word je ook wat meer stilgezet bij de dingen die je doet. Een van de dingen die ik misschien het meeste mis is het spelen van piano.
Basisschool
Eigenlijk heb ik, voordat ik op mijn 13de begon met piano spelen, nooit echt interesse gehad in muziek. Als kind op de basisschool had ik maar weinig interesse in de CD-speler die ik van mijn ouders voor mijn verjaardag had gekregen. Ondanks dat mijn broertje toen al een tijdje gitaarles had en mijn zus haar blokfluit inmiddels had omgeruild voor haar dwarsfluit deed ik zelf toen liever andere dingen.
Toen ik 11 jaar oud was had mijn zus mij eens meegesleept naar de Free Record Shop om mijn huidige collectie van één CD uit te bereiden. Ik had op dat moment namelijk alleen de legendarische "Party Squad" CD met Yes R en Ali B die je gratis bij een doos Celebration chocolaatjes kreeg. Als braaf broertje smolt ik al snel voor haar enthousiasme en ging ik even later met een CD van Elvis Presley en DJ Tiësto naar huis en een paar maanden aan zakgeld armer. Ondanks mijn inmiddels grote variatie van 3 keuzes draaide ik echter nog steeds vrijwel nooit een CD.
Mijn eerste liedje: Super Mario
Als 13-jarige op de middelbare school, werd mijn interesse voor muziek bij de muzieklessen op school wel gewekt al begon het pas echt toen ik een keer bij een vriend in dezelfde straat langs was gegaan en we op het idee waren gekomen om het bekende deuntje van Super Mario op de piano te leren. Hij had lang geleden al eens pianoles gehad en kon met een beetje moeite nog bladmuziek lezen. Zelf had ik een hele lading aan papiertjes waar ik de toetsen van een piano met cijfers op getekend had. De cijfers waren dan de volgorde waarop je de noten moest indrukken. Het ritme van het deuntje kende ik natuurlijk al uit mijn hoofd dus dit was voldoende.
Tumblr media
Mijn eerste keyboard: Yamaha DGX230
Omdat we zelf geen piano hadden thuis had ik tijdens de zomervakantie, in de beleving van een tiener van 13, hard gewerkt om een keyboard van 350 euro bij elkaar te sparen. Daarna begon het spelen pas echt.
Op het begin was het hard werken. Het lezen van bladmuziek duurde lang en omdat ik nog niet gewend was aan het spelen van twee handen leek het instuderen van een nummer altijd echt een eeuwigheid te duren. Gelukkig was de passie van die vriend waarmee ik het Super Mario deuntje had ingestudeerd inmiddels ook aangewakkerd en konden we ons aan elkaar optrekken. Ik denk dat die vriend en ik in die tijd allebei wel een gevoel van broederlijke rivaliteit hebben ervaren. Immers kon ik natuurlijk niet achterblijven als hij weer een nieuw nummer had ingestudeerd en omgekeerd vermoed ik dat hij het ook zo beleefde. Daarop terugkijkend ben ik, ondanks de jaloerse momenten, dankbaar voor de motivatie die dat heeft teweeggebracht. Later hebben we nog wel eens gesproken over die tijd en kunnen we er nu alleen maar om lachen.
Tumblr media
Mijn eerste pianolessen
Na ongeveer een jaar piano gespeeld te hebben met mijn papieren docent "Piano spelen voor Dummies" mocht ik van mijn ouders op pianoles. Omdat ik tot die tijd eigenlijk alleen maar muziek van computerspelletjes zoals Super Mario en The Legend of Zelda speelde was het voor mij even wennen dat ik opeens andere, voor mij onbekende, muziek moest spelen. Nummers zoals Accidentally in Love, River Flows Within en Mad World kwamen toen voorbij terwijl ik die nog nooit eerder had gehoord. Ik denk dat ik er toen pas achterkwam hoe slecht ik echt in bladmuziek lezen was, vooral de ritmische aspecten.
Bij pianoles, inmiddels 14, leerde ik veel nieuwe dingen zoals het spelen met akkoorden, het verweven van de melodie in akkoorden en het spelen van verschillende ritmes. Ook forceerde mijn muziekleraar mij om een poging te wagen te improviseren, iets waar ik toen helemaal geen interesse in had maar waar ik achteraf echt heel dankbaar voor ben.
Mijn eerste bandje
Vanuit het volleybalteam waar ik toen ik 15 was in zat ontstond ook het eerste bandje waar ik in speelde. De volleybalband heeft het uiteindelijk ongeveer een jaar overleefd omdat zo goed als niemand daadwerkelijk de nummers had geoefend die we die keer daarvoor hadden afgesproken (tieners…). Wat wel cool was was dat we via een bekende een eigen bandruimte hadden waar we konden repeteren, dat gaf toch het gevoel dat het allemaal wat serieuzer was dan het daadwerkelijk was haha.
Zo gingen er een aantal jaren voorbij met periodes van motivatie en periodes waar nauwelijks in geoefend werd, waarbij ik moet toegeven dat de laatste vooral overheerste meestal. Inmiddels had mijn pianoleraar mijn keyboard met plastic ongewogen toetsen ook als niet meer geschikt bepaald en kregen we, mede omdat mijn moeder er ook van droomde om piano te spelen, een echte mooie zwarte akoestische Yamaha piano in huis. Ik moet bekennen dat ik toendertijd heel teleurgesteld was omdat ik stiekem had gehoopt op een groter keyboard (ondankbare tieners...). Al duurde niet lang voordat ik helemaal was verkocht aan deze piano en mijn ouders, broertje en zus al snel klaagden over de hoeveelheid die ik erop speelde.
Tumblr media
Mijn eerste eigen nummer
Toen ik 16 was maakte ik mijn eerste eigen nummer voor mijn eerste liefde. Ik was trots en was blij dat ze het mooi vond en het voelde natuurlijk als een ultiem romantisch gebaar. Die trots was echter maar van korte duur, want als lerend pianist duurt het niet lang tot je doorhebt hoe imperfect hetgene was wat je het jaar daarvoor het gespeeld of gemaakt. Toch was dit wel het begin moment dat ik begon met meerdere eigen nummers schrijven en dat ik mijn toen nog beperkte improvisatie vaardigheden toch goed van pas kwamen.
Tumblr media
Mijn eerste keer voor publiek
Een aantal jaar later, toen ik rond de 17 was, werd ik gevraagd of ik een keer wilde meespelen met de jeugddienstband van onze kerk. Ik kan mij nog goed herinneren dat ik mij op de maandag daarvoor al slecht sliep terwijl ik pas die zondag daarna 2 nummers hoefde te spelen. Gelukkig ging alles goed en was de rest van de band tevreden.
Niet lang daarna stopte dezelfde band en werd ik gevraagd om in een nieuwe band te spelen die de oude zou vervangen. Het begin was toen erg aanpoten omdat veel mensen geen of maar beperkte ervaring hadden met het samen spelen in een band, maar over de jaren raakten we steeds meer ingespeeld op elkaar en veranderde onzekerheid in motivatie om mooiere muziek te maken.
Naarmate ik steeds beter werd voelde ik me ook vrijer om te improviseren tijdens het spelen. Niet langer hoefde ik alleen te spelen wat ik perfect had ingestudeerd, maar kon ik ook aan de hand van de akkoorden iets spelen wat ik terplekke bedacht. In de afgelopen 10 jaar heb ik ook veel op bruiloften of begrafenissen kunnen spelen en mocht ik deel zijn van de mooie en verdrietige momenten van verschillende mensen. Ik herinner me altijd nog die spannende momenten waarop je speelt op een bruiloft en een bepaald nummer niet correct was doorgegeven waardoor je die niet geoefend had.
Mijn eerste keer dat ik niet meer kan spelen
Als ik nu, inmiddels alweer bijna 16 jaar nadat ik voor het eerst Super Mario speelde, terugkijk op al die momenten realiseer ik mij dat ik eigenlijk weinig heb stil heb gestaan bij wat het spelen van piano nou echt voor mij betekent. Op een moment zoals nu, waarop ik tijdelijk even niet in bands kan spelen i.v.m. het herstel van overspannenheid vraag je je af: Waarom speel ik eigenlijk piano? Eigenlijk weet ik dat niet zo goed. Misschien is het wel een combinatie van veel dingen. Enerzijds is het een manier om je emoties te uiten en anderszijds komt het voort uit het verlangen iets moois te willen maken waarvan anderen kunnen genieten. Misschien voelt het voor mij ook wel alsof ik nieuwe werelden kan ontdekken door het maken van muziek. Er zijn tenslotte zoveel verschillende ervaringen en gevoelens die verstopt zitten in muziek.
Misschien wel een van de mooiste dingen aan het spelen in een band vind ik de manier waarop je verbondenheid met een groep mensen kan voelen wanneer je met elkaar muziek maakt. De momenten van spanning als dingen anders gaan dan verwacht, maar ook de vreugde wanneer het een keer goed lukt. Ik ben echt dankbaar dat ik die kans heb gehad.
Mijn eerste keer dat ik tevreden ben
Ik zal eerlijk toegeven dat perfectionisme mij een lange tijd in de weg heeft gestaan om echt te kunnen genieten van de muziek die ik maakte. De kritische houding die ik tegenover mijzelf had zorgde er enerzijds voor dat ik kon groeien als muzikant, maar zorgde er ook voor dat ik minder genoot van wat ik speelde. Oefenen voor het spelen in de band kostte vaak best wat uren en energie en ondanks de goede voorbereiding merkte ik dan toch dat ik vaak ontevreden was als het tijdens het optreden zelf kleine foutjes maakte, al is dat iets wat over de jaren steeds beter gaat. Tijdens het schrijven van eigen nummers was ik vaak wel tevreden over delen van de muziek die ik schreef, maar nooit eerder heb ik het gevoel gehad dat het geheel goed was zoals het was.
Toch is laatst voor het eerst het moment aangebroken ben dat ik echt tevreden ben met een eigen nummer wat ik geschreven heb. Misschien is dit wel een van de mijlpalen waar ik ten diepste al die tijd naar verlangd had. De opname kwaliteit en de manier waarop ik speel is dan misschien wel niet perfect, maar ik ben blij dat ik tevreden ben met de compositie zelf en ik kan er van genieten als ik het zelf speel. Hopelijk jullie ook!
0 notes
madeliefkrans · 2 years
Text
ik werd gisteren in een whatsappgroep gegooid. twee vrienden van vroeger kwamen elkaar tegen tijdens een concert en moesten denken aan de vriendengroep die we met z'n zevenen vormden toen we eerstejaars waren. ons jaar bestond maar uit veertig studenten, waarvan tien vrouw. acht jaar geleden. ze besloten dat het tijd was voor een reünie.
twee vrouwen, vijf mannen. met haar ben ik nog steeds goede vrienden. ik beschouw haar als een van mijn beste vrienden. ze woont in dezelfde stad. we hebben altijd goed contact gehad. door dik en dun. ik hou zo veel van haar.
een daarvan is de eerste jongen die ik uitnodigde op mijn kamer. we keken samen een film. aten pizza. achteraf had ik door dat hij me leuk vond, dat hij het misschien als date zag. we appten vaak tot diep in de nacht. ik vond de aandacht fijn. hij stuurde: als je ooit jongens van je studie ziet vechten gaat dat sowieso om jou.
een daarvan was een van de vele crushes die ik had in het eerste half jaar van mijn studie. hij was bevriend met degene hierboven, ze kwamen van dezelfde middelbare school. ik trok veel met ze op, raakte verstrikt in hun vriendengroep, reisde met de trein naar feestjes van hun vrienden, nam de eerste trein weer terug. ik heb herinneringen aan zuipen in de kerk, achterop de fiets naar de mac.
een daarvan was hetzelfde jaar als ik voorzitter van onze respectievelijke studievereniging. toen ik hem leerde, had hij nog nooit the lord of the rings gezien. diezelfde week keken we met de groep de eerste film. hij was de enige die een bijnaam kreeg. een bijnaam die zo veel gebruikt werd dat men dacht dat het zijn echte naam was.
en een daarvan was degene die om de zoveel jaar weer in mijn leven kwam, die ik mijn allereerste avond tinder daar tegenkwam, met wie ik twee keer heb geprobeerd te daten, op wie ik verliefd werd terwijl ik in een relatie zat, die verliefd op mij werd terwijl hij in een relatie zat, met wie ik eindelooslange mails uitwisselde, mijn phantom ex, die ik in mei 2021 voorgoed uit mijn leven zette, omdat ik eindelijk doorhad dat contact met hem mijn ontwikkeling in de weg stond.
1 note · View note
schelpenzand · 2 years
Text
De Storm: Hoofdstuk 2
Anna studeerde film en zou aan haar laatste jaar beginnen, had ze me verteld. Ze moest enkel nog haar eindproef maken, een kortfilm, en nu ze geen theoretische vakken meer hoefde te volgen, had ze meer vrije tijd en begon weer vaker vrienden uit haar vorige leven op te zoeken. Toen ik haar enkele weken geleden voor het eerst in het jeugdhuis zag, was dat de eerste vraag die me te binnen schoot: ‘Wat doe je tegenwoordig?’ Ik vroeg het niet uit beleefdheid, uit formaliteit of gewoon om de stilte te vullen, want Anna was misschien wel de meest intelligente persoon die ik ooit ontmoet heb en ik wilde oprecht weten wat ze studeerde of wat voor werk ze deed. Ik had verwacht dat ze eerder voor een academische carrière zou kiezen en zou doctoreren in wijsbegeerte of politieke en sociale wetenschappen, zoals Bart, en het verwonderde me dus dat ze voor een creatieve richting gekozen had.
Ik kende haar nog van het Koninklijk Atheneum; ze volgde Latijn-Wiskunde, maar verder wist ik weinig over haar. We zagen elkaar enkel tijdens de lessen moraalwetenschappen, waar we ooit een presentatie voor moesten maken over een onderwerp dat de mogelijkheid opende tot een debat. Anna stelde voor om een presentatie te houden over dierenwelzijn, meer bepaald over de manier waarop we met dieren omgaan die bedoeld zijn voor consumptie, en of die omgang ethisch te verantwoorden was. Ze was al jaren vegetariër en stelde aan de groep voor om allemaal het boek Animal Liberation van Peter Singer te lezen. Ze was ambitieus, perfectionistisch, en onze groep kreeg de beste punten van de klas, dankzij haar. Ze was niet bijzonder knap, had veel last van jeugdpuistjes en droeg kleren die er een tikkeltje ouderwets uitzagen.
Ik zag haar niet vaak, maar tijdens de pauzes zat ze altijd op de grond met haar rug tegen de muur over een boek gebogen, haar vingers tikkend op haar knie. Ik vermoedde dat ze niet veel vrienden had, maar ze was altijd aardig, altijd vrolijk, ze was het type meisje dat wist dat het goed met haar zou komen, het type dat geloofde dat alles waar je van droomt werkelijkheid wordt, zolang je je best maar doet. Na de middelbare school hadden we geen contact meer, ze was naar Gent verhuisd, had ik gehoord, had daar een nieuw leven opgebouwd, en ik, ik was hier gebleven.
Het was al bijna vier jaar geleden dat ik haar nog had gezien en het duurde even voor ik haar herkende. Ze zag er goed uit, had haar haar laten groeien en had blijkbaar besloten om tegenwoordig jurkjes te dragen in plaats van de jeansbroeken die ze in het middelbaar bijna iedere dag aanhad. Haar jeugdpuistjes hadden plaats gemaakt voor een egale huid en lichtroze wangen wanneer ze gedronken had.
0 notes
overwijs · 3 years
Text
①⑤ ⓙⓐⓐⓡ
Mijn leerlingen zijn rond de 15 jaar.
Ikzelf, als docent, ben net zo oud. Vandaag, of eigenlijk gisteren, 15 jaar geleden, gaf ik mijn eerste les. Niet als stage, want ik gooide mezelf direct het diepe in.
De docente Milou, is dus even oud als een deel van mijn leerlingen. Dus toen ik begon voor de klas, was een goed deel van mijn leerlingen nog niet geboren. Niet iets waar ik al te lang bij stil wil staan, maar wel een mijlpaal.
In deze 15 jaar heb ik op twee scholen gewerkt, met naamsveranderingen meegeteld drie. Heb ik ongeveer 9 vakken gegeven. Heb ik 0 keer van begin van het schooljaar tot einde van het schooljaar exact dezelfde invulling van mijn baan gehad. Heb ik meer taken gehad dan ik kan tellen. Ben ik op meer dan 30 scholen en locaties geweest, buiten mijn eigen school om. Heb ik zeker meer dan 1500 verhalen op mijn blog geplaatst. En heb ik onttelbare bijzondere dingen mogen meemaken.
Elk jaar denk ik dat ik in rustiger vaarwater zal komen, maar misschien ben ik daar niet voor gemaakt. Zoals een van mijn volgens schreef: “je lijkt 16 jaar in 1 decennium te stoppen.”
Elk jaar, elke week, elk lesuur, elk gesprek, elk blog brengt mij weer wat nieuws en daardoor leer ik en kan ik mij blijven ontwikkelen als mens, als collega en als docent. En daar ben ik zeker nog niet klaar mee.
Wat mij betreft dus op naar de volgende 15 jaar. Ik kan niet wachten om te ontdekken wat dat mij nog meer gaat brengen, samen met mijn leerlingen, mijn collega’s en met jullie.
Een dag om stil te staan van waar ik ben gekomen, waar ik nu ben en mijmeren over wat ik terecht zou kunnen komen. Kom maar op!
ps. Lees vooral ook mijn “begin-verhaal”, van 5 jaar geleden.
——————————————
Docent en nu al een tijdje
Tumblr media
“Milou, gefeliciteerd met je 10 jarig jubileum” – ik sta mijn tanden te poetsen terwijl ik dit berichtje lees van mijn zus. Ik sta even stil, denk na en bedenk mij dat het niet morgen dertien maart is, maar vandaag al.
Hoe mijn zus het weet? Geen idee. Ze wist dat het ergens in deze periode was en heeft het opgezocht. Tien jaar voor de klas… Wow!
Ik staar nu al een paar minuten naar mijn scherm, enige wat ik kon bedenken was: Wow!
Afgelopen zaterdag was ik bij mijn neef en zijn verloofde en herinnerde we ons dat jaren geleden zij mij geïnterviewd had. Ik kende haar nog niet of nauwelijks en ze was bij mij op mijn werk voor een interview over de grens van echte boosheid en schijn-boos. Het voelde als een mensenleven geleden – een ander leven.
Ik werkte ergens anders, ik woonde ergens anders, gaf andere vakken dan nu, was een andere docent dan nu, deed andere dingen dan nu, had geen blog zoals nu, heette hetzelfde en woonde met dezelfde vriend samen (of toen nog net niet?).
Tien jaar geleden startte ik met nul ervaring met het geven van Informatiekunde op mijn oude middelbare school. Ik zat in het eerste jaar van mijn docentenopleiding Natuur- en Scheikunde. Had nog geen les in mijn leven gegeven. Mijn eerste stage was net een maand bezig en daar mocht ik niets anders dan kijken.
Toen stond ik daar. Na een kort gesprek was het duidelijk – zij hadden iemand nodig en ik was iemand. De volgende week stond ik voor de klas, alleen. Pure waanzin als ik er aan terug denk. Ik moest niet alleen zelfstandig lesgeven maar had ook geen directe collega om de planning mee af te stemmen. Ik ging all-in vanaf minuut één.
Nu coach ik beginnende docenten en ben ik bezig met het opzetten van beleid in het goed opvangen van pas afgestudeerde docenten. Ik wist al dat mijn start onverantwoordelijk was – maar nu besef ik mij dat nog meer. Maar ik kan niet anders dan erkennen dat mijn start en mijn loopbaanpad mij niet anders dan goeds heeft gebracht.
Naast mijn lessen NaSk, krijg ik de kans om wiskunde en soms Frans te geven. Begeleid ik nieuwe collega’s met behulp van video, schrijf ik een begeleidingsplan voor net afgestudeerde docenten, ben ik betrokken bij de PR van school en de Social Media-accounts, beheer ik een website van school, ben ik huisfotograaf, zit ik bij de schoolkrant en het team dat betrokken is bij invoering van duurzaamheid, schrijf ik de wekelijkse nieuwsberichten voor collega’s, werk ik één dag in de week als projectleider voor de grote organisatie waar wij één vestiging van zijn, geef ik trainingen en workshops, stuur ik mensen aan en schrijf ik allerlei pilots, plannen en andere droge Word- en Exceldocumenten om Digitaal Onderwijs om een kleine 30 scholen een grotere rol te laten spelen, vind ik daarnaast nog de tijd om te bloggen, mijn lessen voor te bereiden en toetsen na te kijken, maak ik instructievideo’s voor mijn leerlingen en maak ik leerstof interactiever behulp van leuke digitools. En ja… Ik geef ook nog les.
Ik denk terug aan het eerste moment dat ik aan een onderwijscarrière dacht. Ik liep mijn stage bij een kinderdagverblijf (ik wist niet wat ik wilde worden, had dus zelf geen stage gevonden en werd hier ingedeeld). Iedereen die mijn kent durft wel een inschatting te maken hoe ik dit vond. Ver-schrik-kelijk! Een hele fijne docent mocht mijn stagebezoeken en nam mij mee lunchen. Hij plantte het idee: “is het onderwijs niets voor jou”. Ik reageerde sceptisch, zoals ik ben en had geen idee waar dit vandaan kwam. Twee jaar laten vroeg hij mij voor mijn eerste baan als docent Informatiekunde. Hij zei toen al: “je moet nooit fulltime voor de klas gaan staan, dat wil jij niet” – toen had ik nog geen idee wat ik er dan “naast” ging doen en zonder op zoek te gaan heeft dit alles mij gevonden, de beste manier.
Hoe het kan dat ik in het onderwijs terecht ben gekomen, geen idee. Niet iedereen vond het ook een goed plan. Dat het de juiste beslissing was, weet ik nu wel zeker. Een collega zei laatst: “kijk wat je in die korte tijd onderwijs allemaal bereikt hebt, dit doen weinig mensen je na” – en juist dat kan ik niet bevatten. Waarom ik? Geen idee – ik zal vast iets goed dan ga ik dan maar van uit. Dat het goed voelt kan ik wel erkennen want toen een collega zich hardop afvroeg hoe ik dit allemaal kon doen zonder overwerkt, overspannen of burntout te raken, begreep ik niet. Ik vind dit gewoon állemaal super leuk! Passie is mijn motivatie en drijfveer en hopelijk blijft dat de komende tien jaar ook zo!
Helaas, geen leuk stukje over grappige leerlingen maar een droog kijkje in het laatste decennium. Een kijkje in de samenloop van omstandigheden die voor mijn prachtige carrière heeft gezorgd. Je zou denken dat hier slimme plannen en visies achter lagen, maar dat was dus niet zo.
Op 13 maart 2007 begon ik in het onderwijs en ik ben er nog lang niet klaar mee! Zolang ik mooie kansen krijg, blijf ik ze grijpen en wie weet wat voor een moois er allemaal nog gaat komen… Nu eerst maar eens trakteren om het de vieren (omdat ik weet dat sommige collega’s daar op rekenen, sommige collega’s die vandaag vrij waren…)
4 notes · View notes
sampauwelsschrijft · 4 years
Text
Autistische representatie in fictie II: hoe je het goed doet
Hallo iedereen, ik heb eindelijk een vervolg op mijn vorige blogpost voor jullie. Yaaaay! Executieve dysfunctie is een bitch.
Lees de eerste post van deze serie (? I guess) hier .
Laat me dit opnieuw beginnen met een persoonlijk verhaal. Ik neem je mee naar het vierde jaar van de middelbare school, toen ik nog geen idee had dat ik autistisch was.
Voor het vak Engels lazen we een boek met een autistisch hoofdpersonage. Nu moet je weten dat ik zelden boeken voor school effectief las omdat ik extreem veel stress krijg van lezen, maar ik ben er op een of andere manier in geslaagd dit specifieke boek wel volledig uit te lezen.
Ik ga je niet vertellen welk boek het was, want ik wil het liever niet promoten. Dit verhaal is niet zoals de vorige keer een positief verhaal over hoe autistische representatie me geholpen heeft, dit is het tegenovergestelde. Dit gaat over slechte representatie.
Ik ga eerlijk zijn. Ik herinner me niet veel over hoe ik me voelde toen ik het boek las, en ook niet over wat voor huistaak we erbij hadden. Dat is waarschijnlijk het eerste teken dat dit boek slecht was. Als het goed was geweest, had ik als autistische persoon toch op zen minst iets van mezelf moeten herkennen in het hoofdpersonage of het verhaal?
Het boek ging volledig over autisme, maar niets aan het verhaal was herkenbaar voor mij en ik stelde me geen vragen. Ik las het boek, maakte mijn opdracht en vergat het.
Dat kan ik deels op mijn naïviteit steken, ik wist toen namelijk niets over autisme, maar was dat niet waarom de leerkrachten dat boek uitgekozen hadden? Om ons over autisme te leren? Dus waarom was ik dan even naïef nadat ik het las als voordat ik het las?
Dus, ik was het boek volledig vergeten, maar drie jaar later kwam mijn zus thuis met datzelfde boek en kwamen de herinneringen eraan terug. Ik had ondertussen een diagnose, en ik vroeg me af waarom ik geen aha-moment had gehad toen ik zelf het boek moest lezen.
Het antwoord op die vraag is simpel: het hoofdpersonage uit het boek is helemaal niet autistisch. Hij is niet eens een persoon. Hij is een wandelende symptomenlijst volgepropt met verouderde ideeën, geschreven door een auteur die duidelijk niet veel onderzoek heeft gedaan. Een karikatuur van wat neurotypische mensen ooit dachten dat autisme was. Een cis blanke tiener met het brein van een kind en geen empathie, met als enige positieve kwaliteit dat hij goed is in wiskunde en, idk, van zijn rat houdt of zo.
Kunnen we die problemen steken op het feit dat het boek ondertussen bijna twintig jaar oud is? Misschien, maar waarom wordt het boek dan nog steeds aangeboden als verplichte literatuur in veel scholen? Je zou denken dat we ondertussen als maatschappij al verder zouden staan en dat op zen minst leerkrachten het inzicht zouden hebben om de problemen in te zien maar nee, ZELFS ALS DE AUTEUR ZELF TOEGEGEVEN HEEFT DAT HIJ EIGENLIJK NIETS OVER AUTISME WEET EN DAT DIT BOEK VERKEERDE REPRESENTATIE IS, eet de maatschappij die shit op. 
Inspiratieporno, dat is hoe die dingen heten, en het is bullshit.
Ja, ik ben boos op dit boek. En ja, ik ben boos op mijn oude middelbare school omdat ze iedereen dit boek laten lezen. Het was toen mijn zus thuiskwam met dat boek en een of andere verouderde, stereotypische symptomenlijst van asperger (die term wordt niet meer gebruikt, we spreken momenteel van de overkoepelde term ASS of gewoon autisme) dat ik besloot om aan self-advocacy te doen.
Er was voor mij als autistische persoon bovendien iets misselijkmakends aan de manier waarop de zogenaamd autistische jongen uit het boek behandeld werd. Hij werd aanzien niet als iemand die zoals iedereen liefde nodig heeft, maar als een last voor zijn familie en leerkrachten. Bijna als iemand die beter dood zou zijn.
En dat is wat mijn middelbare school me wou leren? Dat het oké is wanneer mensen tegen me liegen en me manipuleren want ‘ik zou het toch allemaal niet begrijpen en, oh, ik ben baby en ik moet beschermd worden’? Dat ik een last ben voor mijn ouders en dat ze zo graag een neurotypisch kind hadden gehad en dat ik hun leven verpest? Dat ik niet mag bestaan?
Geloof me, mijn brein verteld me dat al vaak genoeg, ik hoef het niet ook nog eens van mijn school te horen. EN IK MOEST HET ZEKER NIET HOREN TOEN IK VIJFTIEN WAS EN IN EEN VAN DE MEEST KWETSBARE PERIODES VAN EEN MENSENLEVEN ZAT.
Nou, voor een keer ben ik blij dat ik toen nog niet wist dat ik autistisch ben, want op dat moment zou ik het misschien nog geloofd hebben ook. Kwam ik net uit een autistische burn-out waardoor ik drie maand school gemist had en heel veel kosten had gemaakt voor mijn ouders, en dan gingen ze me zoiets vertellen? Seems kind of toxic to me but idk, you tell me, misschien ben ik gewoon veel te gevoelig en ben ik aan het overdrijven of zo.
Maar goed, ik ben boos aan het worden, dus laten we iets anders bekijken: goede autistische representatie in Violet Evergarden.
Violet Evergarden is een anime (die je op Netflix kan kijken) met een duidelijk autistisch gecodeerd hoofdpersonage. Violet was een kindersoldaat, maar de oorlog waarin ze vocht is voorbij en nu moet ze als autistische persoon leren leven in een neurotypische samenleving die ontbreekt aan de duidelijke regels en hiërarchieën die ze in het leger kende, zonder de persoon die in het leger voor haar zorgde.
Violet is een vrij stereotypische autistische persoon, maar er zijn toch grote verschillen tussen Violet en de jongen uit het eerder vermelde boek, die ervoor maken dat Violet wel echt autistisch is:
Violet vertoont stereotypisch gedrag zoals het niet begrijpen van spreekwoorden of het niet goed voelen van haar gevoelens, maar ze vertoont dit op haar eigen, persoonlijke manier en er zijn bepaalde symptomen die ze meer of harder vertoond dan andere. De schrijver heeft niet een symptomenlijst erbij genomen en dat een lichaam gegeven. De schrijver heeft een persoonlijke vorm van autisme ontwikkelt enkel en alleen voor Violet.
We zien alles gebeuren vanuit Violet zelf. We zien hoe autisme haarzelf affecteert. Violet heeft haar eigen gevoelens en maakt haar eigen keuzes op basis daarvan, zelfs als ze haar gevoelens niet altijd voelt en al zeker haar gevoelens niet laat zien zoals neurotypische mensen dat doen. Violet wordt getoond vanuit de binnenkant van een autistische persoon, terwijl in het eerder vermelde boek vooral de buitenkant van de autistische persoon afgebeeld werd, de manier waarop neurotypische mensen de autistische persoon (op een verkeerde manier) zien.
We zien ook hoe Violets autisme de andere personages affecteert, maar Violet wordt niet afgebeeld als een last. De andere personages doen hun best om Violet te leren begrijpen en helpen Violet om optimaal te functioneren en haar dromen waar te maken. Dat geldt niet alleen voor haar autisme, maar ook voor haar andere handicap. Haar beide armen zijn geamputeerd en ze heeft protheses waarmee ze niet goed kan schrijven, dus krijgt ze een job waarbij ze een typmachine kan gebruiken.
Kortom: Violet is een individu die gevoelens heeft en op basis van die gevoelens keuzes maakt, relaties met anderen vormt en haar leven leidt. Violet heeft een persoonlijkheid. En ja, autisme is een groot deel van die persoonlijkheid, maar ze is geen karikatuur.
Alles samengevat:
Volgens mij is het belangrijkste waar je rekening mee moet houden als je een autistisch personage schrijft, of het nu gaat over je hoofdpersonage of over een zijpersonage, dat autistische mensen (of bovennatuurlijke wezens) individuen zijn, geen stereotypes.
Iets anders dat je zeker moet doen wanneer je over een autistisch personage schrijft, is zoals altijd onderzoek.
Dus waar kan je dat onderzoek het best doen?
In de eerste plaats zijn er natuurlijk dingen zoals encyclopedieën, websites van organisaties en wetenschappelijk onderzoek, maar voor je weg klikt om naar wikipedia te gaan of verdwaald te geraken in Google Scholar, wil ik je een aantal waarschuwingen geven:
Veel wetenschappelijk onderzoek over autisme is verouderd of steunt op verouderde ideeën.
Veel wetenschappelijk onderzoek kijkt naar autisme vanuit de ogen van de neurotypische persoon. Ze vragen zich af wat er ‘mis is’ met autistische mensen, in plaats van zich af te vragen wat er ‘anders is’.
Er zijn professionelen in het veld van autisme die eigenlijk geen idee hebben waar ze over praten, geloven in verouderde ideeën of discrimineren tegenover bepaalde groepen.
Het is belangrijk om een idee te hebben van de basis van autisme en de symptomen die erbij horen, en daarvoor zijn wetenschappelijke bronnen zeker goed, maar ik denk dat het voor een schrijver belangrijker is om naar de groep de je representeert zelf te luisteren. Vergeet dus zeker niet om ook onderzoek te doen op plaatsen waar de autistische gemeenschap actief is, zodat je kan luisteren naar wat autistische mensen zelf te zeggen hebben.
Een gemakkelijke manier om de autistische gemeenschap te vinden op sociale media, is de #actuallyautistic hashtag. (Die is beter dan hashtags zoals #autism omdat er in de ‘oude’ hashtags veel haat verspreid wordt.)
Je bent ook altijd welkom om mij te contacteren! Ik wil heel graag al je vragen beantwoorden en je helpen om je autistische personage tot leven te brengen. Toch hoort hierbij nog een waarschuwing: luister niet alleen naar mij. Luister ook niet alleen naar je neefje dat toevallig autistisch is. Luister naar meerdere autistische personen. We zijn allemaal individuen met diverse meningen. (Net zoals jouw personage!) Het is niet omdat het grootste deel van autistische mensen een bepaald iets zegt of verkiest, dat er geen mensen zijn die er anders over denken. Ik weet bijvoorbeeld dat het grootste deel van de autistische gemeenschap de oude term ‘asperger’ niet meer wilt gebruiken, maar ik ben al mensen tegengekomen die zichzelf wel nog steeds een ‘aspie’ noemen, omdat ze zich daar beter bij voelen, en dat is helemaal oké!
Het laatste wat ik te zeggen heb is: vergeet niet dat iedereen autistisch kan zijn. Man of vrouw, cis of trans, blank of zwart, heteroseksueel, biseksueel, homoseksueel of aseksueel. Het idee dat de ene groep meer kans heeft om autistisch te zijn dan de andere is verouderd. Autisme komt even vaak voor bij vrouwen als bij mannen. De enige reden dat cijfers het anders uitwijzen, is dat er vooroordelen bestaan bij professionelen en dat vrouwen vaak een diagnose mislopen. Er is een enkele kanttekening die ik hierbij zal maken, en dat is dat recente cijfers en onderzoek kunnen uitwijzen dat autistische mensen meer kans hebben om transgender te zijn, maar er bestaat alleen nog maar speculatie over waarom dat zou kunnen zijn.
Nog een paar random kleine dingen waarvan ik wil dat je het onthoudt voordat je weggaat:
We houden niet allemaal van treinen. Onze interesses zijn net zo uiteenlopend als die van neurotypische mensen. Als je naar mijn ‘over’ pagina gaat, zal je zien dat ik het daar nergens over treinen heb. Treinen kunnen me niet minder schelen. I only care about hot anime boys, en treinen zijn niet erg sexy.
Autistische meisjes kunnen en mogen meisjesachtig zijn. Ik hou van kleren, de kleur roze, shoujo anime (letterlijk vertaald als meisjes anime) en dating simulators. Dat is oké en maakt mij niet minder autistisch.
We zijn niet allemaal goed in wiskunde. (Ik bedoel, kijk naar mij. Ik had ooit 30% op mijn examen wiskunde.) We zijn niet allemaal geniaal. Ja, we hebben een sterke liefde voor onze interesses en weten vaak veel over die dingen, maar we zijn niet allemaal Darwin, Mozart of Einstein (yes, they were one of us, suck it ableists).
Autistische mensen schelden. Autistische mensen hebben seks. Autistische mensen trouwen en worden ouders. We zijn geen kinderen (tenzij onze leeftijd anders uitwijst).
‘Autisme’ is geen slecht woord. Je hoeft er niet rond te huppelen. JE MAG HET UITSPREKEN.
En hier is nog een allerlaatste waarschuwing/ paragraaf/ idk. Het is misschien een beetje controversieel voor sommige meer ‘traditionele’ schrijvers (ja, idk hoe ik het moet noemen), maar schrijf niet over iets dat je zelf niet kent. Daarmee bedoel ik:
Ja, schrijf autistische personages, maar schrijf niet OVER autisme als je niet zelf autistisch bent.
Betekenend: ja, maak een personage autistisch, maar laat je boek niet volledig over autisme draaien als je zelf niet autistisch bent.
Dat is gewoon iets dat ik denk, en je mag het met een korreltje zout nemen als je wilt, maar deze eeuw is niet meer een eeuw waarin je over mensen heen kan spreken. Het is tijd om het woord aan de mensen waar het over gaat te geven. Want, om eerlijk te zijn, de meeste autistische mensen en zoveel andere minoriteitsgroepen zijn het beu dat er altijd over ons heen gepraat wordt, en de situatie met Sia’s film is daar een goed bewijs van. Denk daar gewoon eens over na. (Oh, look, I went full circle, look at me being an organized bitch. Are you proud of me mom?)
Dank je om te lezen! Kijk nog eens rond op mijn blog, misschien vind je iets interessants. Bye bye.
16 notes · View notes
versplinterd · 4 years
Note
Ik wil dat je voelt dat er mensen zijn die lezen wat je schrijft en erdoor geraakt worden. Ik herken mezelf heel erg in jou, of ik ken vooral de gedachten die je benoemd.
Ik stuur dit bericht anoniem naar je. Misschien schrik je van hoe open het is, maar je hoeft niet te weten wie ik ben om te leren van wat ik heb gezien. Ik ben een vrouw net als jij, Nederlandse en drie jaar ouder.
Ik lees dat je 19 bent. Toen ik 19 was, verkeerde ik in een diepe depressie. Ik was net op vakantie geweest met een vriend, die niet goed voor mij was. Ik had een psychologe die me behandelde voor een trauma. Tijdens die sessies ontdekte ik ook dat ik over een gevoeligheid bezit die niet iedereen heeft.
Ik voel me naakt op de wereld. Misschien jij ook? Iedereen ziet mij, ziet door mij heen. Mensen komen dichtbij en kunnen me kwetsen. Ik heb ze nodig, maar ik wil alleen zijn.
Alleen is veilig, maar niet gezond.
Op Tumblr lees je soms over mensen die "neurotypical" zijn. Wij zijn dat allebei niet. Dat maakt het niet makkelijker op deze wereld.
Ik had het gevoel dat niemand me begreep. Ik lees dat jij ADHD hebt. Daar ben ik niet bekend mee. Ik heb een leerling, een meisje van 13 dat het ook heeft. Ik geef Engels op een middelbare school. Als ik in je posts lees dat je moeite hebt met de dagen, dan herinnert me dat er ook aan dat ik wat extra op de leerlinge let. Er zijn echt wel mensen die je willen begrijpen.
Een anoniem bericht van over de grens gaat je niet van je verdriet verhelpen.
Toen ik 19 was zat ik ik het tweede jaar van mijn lerarenopleiding. Mijn eerste jaar overleefde ik nauwelijks. Met een psychologenbrief voor de examencommissie lieten ze me doorgaan. Hier in Nederland moet je de school verlaten als je in je eerste jaar een negatief studieadvies krijgt door te weinig studiepunten.
Ik wist niet waarom ik het nog deed. Voor mezelf leefde ik al lang niet meer. In de ergste nachten lag ik in het duister in bed, suïcidaal. Hand op m'n borstkas, huilend.
Toch ging ik maar door. Wat is het alternatief? Het is grof maar een echt einde maken aan mijn leven was niet realistisch. Ik zou te veel mensen achterlaten.
En het werd beter. De pijn van wat ik had meegemaakt draag ik iedere dag mee. Maar het zorgde er ook voor dat ik verder kan kijken dan mezelf.
Je gaat door. Iedere seconde tikt verder weg en velen ervan zul je vergeten. Ieder stapje verder van de pijn die je gevoeld hebt.
Ik leerde dat sommige mensen niet goed voor mij zijn. Wees eens eerlijk en kijk naar de mensen om je heen. Nemen ze je serieus? Luisteren ze naar je? Wie neemt alleen je energie weg, maar geeft niets aan je terug?
Volwassen worden is leren omgaan met wie je bent en waar je mee geboren bent. We hebben onszelf niet gemaakt, maar we kunnen wel leren werken met wat we gekregen hebben. Wanneer voel jij je goed? Bij wie voel jij je op je gemak?
Ik zie dat je bijvoorbeeld prachtig Engels kan. Ja ik ben echt een juffrouw, dat beloof ik. Je kan mooi schrijven, bent gevoelig. Vier dat ook aan jezelf.
Vandaag was voor mij een moeilijke dag. Mijn emoties zijn ook over mij nog vaak de baas. Morgen ga ik naar de huisarts om hulp te zoeken. Beloof me dat jij ook denkt aan hoe je jezelf kunt helpen?
Omdat je me niet kent kan ik zonder ironie zeggen: leer voor je zelf te leven. Het leven is wel mooi. Dat zeg ik nu, na dezelfde dingen te hebben gedacht die jij schrijft. Op een dag wordt je wakker en denk je niet meer meteen aan verdriet. Zo wordt het steeds ietsje beter.
Je gaat nog zoveel mooie dingen zien, zoveel meemaken. Nog zoveel presteren, nog liefhebben, nog huilen, nog lachen.
Ik weet niet zo goed waarom ik dit schrijf. Misschien omdat ik mezelf herken en graag gehoord had dat ik destijds niet de enige was? Misschien moest ik ook even iets kwijt. Het helpt altijd om over dingen te praten :)
Ik ben maar een anoniem iemand uit een ander land, ik kan je nergens toe dwingen en dat wil ik ook niet. Ik hoop alleen dat je je niet zo alleen voelt als je dit leest. Er zijn mensen die willen luisteren.
Al het goede uit Nederland :)
lieve lieve lieve anoniem het spijt me zo voor mijn late antwoord. ik heb dit opnieuw en opnieuw en opnieuw gelezen de afgelopen dagen. ik moet nog steeds trillen als ik het lees
je hebt me zo bewogen & aangedaan & ik vind het moeilijk om onder woorden te brengen hoe veel dit voor me betekent. maar ik wil het toch proberen :p
“ik voel me naakt op de wereld”. ja ja ja 100x ja dat is altijd waar het op neerkomt, hè? en dat was ook het punt waarop ik bij mn eerste keer lezen in huilen uitbarstte
“Iedere seconde tikt verder weg en velen ervan zul je vergeten. Ieder stapje verder van de pijn die je gevoeld hebt”. ik ben zo ongelooflijk blij dat je op dit punt beland bent. dat je er zo wijs bent uitgekomen. dit klinkt als een mantra voor mij, en ik moet toegeven dat het al sinds ik het las in mijn hoofd zit - als het eerste beetje toekomstzekerheid dat ik in lange tijd heb. of toekomsthoop. dankjewel daarvoor
ik beloof dat ik beter ga kijken naar wat me echt helpt ipv wat me gewoon goed doet voelen maar uiteindelijk mijn eigen leven saboteert. ik beloof dat ik op tijd aan de alarmbel zal trekken. dat is het minste wat ik nu voor je kan doen; dat met m’n hele wezen beloven
je klinkt als een fantastisch, prachtig persoon. en het doet me goed om te horen dat je leerkracht bent, omdat je ongetwijfeld dagelijks kinderen/jongeren helpt op zowel kleine als grote manieren. en ik hoop dat je daar altijd warmte in kan vinden. ik hoop dat de mooie dagen zowel frequenter als lichter zijn, met al je dieptepunten achter je
het wringt dat ik niet meer kan doen om je te bedanken. je hebt me geholpen op een manier die ik nooit zal kunnen beschrijven. maar weet dat je op een manier mijn leven hebt gered hiermee, en dat je (zeker als leerkracht) kleine of grote stukjes leven van iedereen om je heen blijft redden. ik wou dat ik terug in de tijd kon gaan om jou iets soortgelijks te vertellen toen je even diep zat. mooie mensen als jij helpen de wereld verder
ik ga dit blijven herlezen opnieuw en opnieuw en ben je zo dankbaar maar volgens mij is dit nu lang genoeg om je beschaamd te maken (ik weet dat ik zo zou zijn 😉) dus ik wens je een prachtige dag toe. het wordt lenteweer!!!! geniet ervan, en van alle dagen daarna <3
8 notes · View notes
woestijnprins · 3 years
Text
Het enige dat ik nu nog van je weet is welke muziek je op Spotify luistert. En ik zie af en toe een Instagram story. Je was een paar dagen geleden in de Efteling met je vader. Ik zou mee gaan maar het is uit dus ik ging niet mee. Dat vond ik jammer want ik heb geen vader meer om mee naar de Efteling te gaan.  Op Spotify luister je naar Motion Sickness van Phoebe Bridgers. Je luistert naar Bob Dylan. Nick Cave & The Bad Seeds. Talking Heads. Tom Waits. Toen we net aan het daten waren zaten we uren op de grond van mijn kamer met een glas rode wijn in onze hand en luisterden naar elkaars muziek. Liedjes vlogen over en weer en vaak gingen ze samen met de verhalen die erbij hoorden.  Toen we net aan het daten waren en ik bij jou achterop de fiets zat zong ik And I Love You So van Don McLean. Ik had je verteld dat ik op de middelbare school samen met mijn hele klas bij de bruiloft van mijn mentor mocht zijn. Het was ergens in Frankrijk, ik kan me niet precies herinneren waar, en onze klas zong dit liedje toen de bruid over het grasveld naar de bruidegom kwam lopen. Het was één van de meest bijzondere momenten van mijn leven. Iedereen huilde van geluk.  Ik probeer me steeds te bedenken hoe het zo heeft kunnen lopen tussen ons. Hoe we elkaar kwijt hebben kunnen raken. We waren zo intens verliefd op elkaar.  Alles gaat voorbij. Maar die bruiloft geeft me hoop. Ik weet dat ik weer heel hard voor iemand ga vallen en dat de liefdesliedjes weer over iemand anders zullen gaan. Dat ik dat geluk opnieuw ga beleven. Voor nu ben ik even met mezelf.  En dat is oké. 
2 notes · View notes
dwarszitter · 4 years
Text
Lenka - Mijn dwarszitter?
Mijn dwarszitter? Dat is overduidelijk mijn mama. Mijn mama die al 6 jaar niet meer kan doen waar ze de beste in is: mama zijn. Zorgen voor mij, mijn vier broers en mijn zus, elke dag het lekkerste eten maken, truien breien in overvloed, de hele familie aan het lachen brengen en er gewoon zijn, altijd. In mei 2014 werd mama ziek, van de ene dag op de andere werd ons hele leven overhoop gehaald. We begonnen aan onze eigen rollercoasterrit, met de mooiste toppen en de engste afdalingen. Mama had kanker, en er was niets meer aan te doen. Mijn oudste broers vertelden me dat de dokters enkel en alleen nog mama’s leven konden rekken. Een paar weken, enkele maanden of nog enkele jaren? Daar konden ze niet op antwoorden, maar één ding was duidelijk: genezen kon niet meer. Vanaf dan werd ze heen en weer geslingerd tussen thuis en zieken(t)huis, en wij dus ook. Plots was alles anders: mijn broer werd de nieuwe kok van het gezin, de zetel werd vervangen door een ziekenhuisbed, en het tafeltje in het ziekenhuis werd om de zoveel weken een bureau waar mijn zus en ik ons huiswerk moesten maken. 
Het was raar maar na enkele weken werden we het ook wel gewoon. Dit was ons nieuwe leven. Maar de woorden van de dokters waren soms vervelende geesten in mijn hoofd. Soms verdwenen ze helemaal naar de achtergrond, het leek namelijk wel allemaal oké te gaan met mama. Al was het niet altijd even gemakkelijk om telkens heen en weer geslingerd te worden, maar als het écht moest konden we zo nog jaren verder. Maar dan kwamen ook de woorden weer naar boven en werden we weer met onze voeten op de grond geplaatst: ze zal -nooit- meer kunnen genezen, we kunnen enkel haar leven rekken. Mama’s leven werd gelijkgesteld aan een elastiekje, dat je zover mogelijk probeerde uit te rekken, maar iedereen weet dat het op een gegeven moment, gewoon zomaar, toch knapt. Ik wist dus dat er ooit een moment ging komen dat ik afscheid moest nemen. Maar zelfs al weet je dat het komt, je zal altijd verrast zijn wanneer het er echt is. En plots was het daar, een paar weken voordien ging het nog goed: de scans toonden aan dat de tumoren verkleind waren, en dat is goed nieuws toch? Maar toch was het daar. Toen ik thuiskwam van school, na een rare les cultuurwetenschappen, was het er. “Lenka, we gaan meteen naar het ziekenhuis. Nils, Sieber, Vitas, mit, pit en ik zitten daar al de hele dag. Ze hebben ons gebeld dat het niet zo goed gaat met mama, en dat het beter is dat we bij haar zijn.” De woorden van mijn papa waren diegene waar ik al maanden zat op te wachten, maar ik altijd had ontweken. Ik had het me al duizendmaal voorgesteld, waarom leek het nu dan zo vreemd? Ik moest afscheid gaan nemen van mijn mama. Hoe doe je dat, afscheid nemen van iemand die je nog je hele leven bij je wilt houden? Die je nog zo vaak nodig zal hebben en waar je nog zoveel momenten mee wil delen? Na 6 jaar weet ik het nog steeds niet. 
Plots was ik ‘het meisje zonder mama’, en ik wist helemaal niet hoe dat moest voelen. De eerste weken voelden overweldigend, we kregen veel hulp en massaal veel kaartjes. Maar op sommige momenten was ik ook boos, want het was -mijn- mama die gestorven was. Al die honderden mensen op de begrafenis zullen mama heus wel missen, maar ze voelden helemaal niet wat ik voelde. Niemand kon voelen wat ik voelde, want zij waren niet net hun mama verloren en moesten niet in volle pubertijd verder leven zonder mama. Ik was ook boos omdat het zo oneerlijk aanvoelde. Ik moest nadenken over hoe ik afscheid moest nemen van mijn dode mama, terwijl mijn vriendinnen zich zorgen maakten over de grote toets van natuurwetenschappen drie dagen later. Ik wou ook gewoon stress hebben voor de examens, en me geen zorgen hoeven maken over hoe ik verder ging overleven zonder het advies en de zorgen van mama. Dat dit dus een serieuze dwarszitter was en zou blijven, was dan ook meteen duidelijk. 
Ik ging op zoek naar verhalen van jongeren die hetzelfde hadden meegemaakt. Op het internet werd ik overspoeld met verhalen over ouders die afscheid hadden moeten nemen van hun kind, mannen en vrouwen die verder moesten zonder partner of mensen van ‘middelbare leeftijd’ die afscheid moesten nemen van hun ouders. Rouwen is natuurlijk altijd ingewikkeld en moeilijk en ik herkende me soms wel in deze verhalen, maar toch voelden ze niet wat ik voelde. Ik wou weten hoe jongeren omgingen met het idee dat ze ooit zullen trouwen, kinderen krijgen, gaan studeren,… zonder de aanwezigheid van die ene ouder. Hoe ze die middelbare schoolperiode doorspartelden met steeds die ene lege plek in hun hoofd. Hoe ze ook gewoon ruzie wouden maken met hun beide ouders, zich afvroegen hoe ze telkens opnieuw hun verhaal moesten vertellen wanneer ze iemand leerden kennen, en dan telkens weer ‘dat jonge meisje zonder mama’ werden. Ik was toch niet de enige die dit meemaakte?   
Ondertussen weet ik wel beter, ik ben niet de enige. Er zijn nog jonge mensen die afscheid moesten nemen van die ene persoon die ze het liefst hun hele leven lang zo dicht mogelijk bij hen wouden houden. Omdat ik deze verhalen niet vond op het internet, begon ik ze zelf maar te schrijven. Tientallen notitieboekjes kliederde ik vol met mijn gedachten. Zinnen waarvan ik later soms niet wist waar ik ze vandaan had gehaald, woorden die een hele warboel vormden, maar ze stonden nu tenminste op papier en zo kon ik ze uit mijn hoofd drijven. Op dagen dat het moeilijk was verplichte ik mezelf om te schrijven, zelfs al wist ik na al die maanden soms niet meer wat ik nu juist moest schrijven. Soms kraamde ik er de gekste onzin uit, dat ik mama miste maar we die dag wel lekkere taart hadden gegeten en ik het jammer vond dat zij die niet meer kon proeven. Dat ik wilde gaan shoppen, maar niet wist hoe dat moest zonder haar. Ik bezocht haar graf, maar voelde me soms een idioot die daar gewoon maar wat stond te staren naar een foto. Toch werd ik elke keer opnieuw terug naar daar getrokken, en als ik het gevoel had dat ik daar moest zijn dan was het oké, toch? Ik wist ook helemaal niet hoe het voelde om te rouwen, hoe je verder moest zonder mama en hoe ik me nu juist moest gedragen. Ik deed maar wat en schreef rustig tientallen boekjes vol die rondslingerden in mijn hele kamer. 
Gelukkig kreeg ik op school hulp van de beste leerlingenbegeleidster, en ook mijn vriendinnen stonden steeds klaar. Ik had de beste supporters en leerde mijn verdriet ‘een plaats’ te geven. Ik leerde dat rouwen niet in hokjes geplaatst kan worden en ik daar ook niets aan kan doen. Soms sta ik op in een slechte dag en overvalt het gemis me op de stomste momenten. Dan mis ik mama, omdat het zondag is en dat altijd een familiedag zal blijven. Dan vertellen mijn vriendinnen over hun mama en wil ik zo graag ook nog eens thuiskomen met een mama die in de zetel op me wacht. Dan schrijf ik al mijn frustraties en gedachten van me af, en vervloek ik daarna mijn woorden. Omdat ik weet dat ik nooit een antwoord zal krijgen en zelfs schrijven het verdriet niet zomaar kan wegnemen. Ik mis mama, en dat zal altijd zo blijven. Ik besef dat het verdriet en gemis een deel geworden zijn van mijn leven. “Het verdriet zal wel slijten en je komt er wel over.” zegt iedereen altijd. Maar ik weet dat ik er nooit ‘over zal geraken’, mama is er niet meer en komt nooit meer terug. Daar hoef ik zelfs niet overheen te raken want dat zal altijd een gemis blijven in mijn leven. Het verdriet is anders dan in het begin, dat is waar. Het is er niet meer elke dag zo hevig, maar eens het er weer eens is steekt het soms heviger dan ooit. Mama is al zo ver en ik kan alleen maar doorwandelen, steeds verder weg. Het verdriet en het gemist hebben dus het volste recht om er te zijn, en ze mogen blijven.
Het verdriet is een deel van mij, en ik beslis dus ook zelf hoe vaak ik er wil over schrijven of praten. Ik heb geleerd dat de voorgeschreven rouwprocessen nergens op slaan en ik dus gerust mijn eigen pad mag bewandelen. Een pad waarbij ik soms dagenlang gewoon aan de kant wil blijven zitten, omdat ik niet verder wil zonder haar. Waarbij ik op andere dagen gewoon over het pad zweef en leuke dingen doe met mijn vriendinnen. Waarbij ik mijn verdriet ergens diep achterin mijn hoofd prop. Maar het is ook oké dat het daar soms even vertoeft. Mama is er niet meer, maar ik probeer ze wel mee te nemen langs het pad. Soms draag ik een van haar kleedjes en voelt het alsof ze er toch weer even bij is, of denk ik extra hard aan haar omdat ik weet dat ook zij van het moment zou genoten hebben. En als het verdriet zich toch weer eens naar voren wurmt, dan haal ik mijn notitieboekjes gewoon weer boven en laat ik het toe. Ik laat even weten aan mijn vriendinnen dat het er weer is, maar dat ik het wel weer doorspartel. Met of zonder hulp, dat zien we dan wel weer. Soms heb ik eens een uitgestoken hand nodig om me er weer door te trekken: een luisterend oor, een troostende tekst of professionele hulp. Andere keren volstaat het dan weer om te schrijven en mijn verdriet te omarmen als een deel van de dag. 
Mijn mama is dus soms echt een vreselijke dwarszitter, en soms blijf ik er dagenlang voorzitten om te kijken hoe immens hoog dit obstakel alweer is. Dan moet ik eerst honderden teksten lezen, podcasts luisteren en films bekijken die me nog wat verdrietiger maken. Die me het gevoel geven dat het mag, verdrietig zijn en mama missen. Terwijl ik op andere dagen er zo overheen huppel, gewoon, alsof het zo een zwart blokje van het zebrapad is dat ik als kind probeerde te ontwijken. Daar zaten immers de haaien, en haaien zijn nooit een goed teken. Rouwen en dwarszitters zijn raar en soms zijn ze even té veel en heb je wat hulp nodig. Maar met een uitgestoken hand en de juiste supporters, spring je vast wel over die vervelende haaien heen! 
1 note · View note
madeliefkrans · 2 years
Text
mijn bf die positief terugblikt op zijn middelbareschooltijd en hoe bizar dat voor mij in de oren klinkt. mijn herinneringen aan de middelbare school zijn een chaotische verzameling. op de wc ontdekte ik dat ik voor de eerste keer ongesteld was. in het trappenhuis gluurde ik stiekem naar degene die ik leuk vond, dat was elk jaar iemand anders. de eerste paar jaar trok ik veel op met mijn bff, die ik in groep 1 en 2 op de basisschool had leren kennen. tot ze naar de havo ging, begon met roken, en kwallen van vriendjes kreeg. ik vond een nieuwe vriendinnengroep, die ik nog steeds heb. ik sprak nauwelijks af met mensen buiten school, zat voornamelijk achter mijn computer op mijn kamer. ik schoof liefdesbrieven in lockers. in de vierde klas ontdekte ik animanga en werd dat mijn grootste obsessie. ik kleedde me perfect, smetteloos, in jurkjes en rokjes, maar ik luisterde het liefst naar emo, metal, poppunk en huilde mezelf met enige regelmaat in slaap. ik huilde op school. soms in de klas. in de tweede klas kreeg ik een beugel en pas toen ik zeventien was, mocht die eruit. twee leerlingen pleegden zelfmoord in de zes jaar dat ik daar rondliep. ik koos natuurkunde, maar faalde, en in de zomer tussen de vierde en vijfde klas haalde ik een jaar maatschappijwetenschappen in. ik zei nauwelijks iets tijdens de les, want ik walgde van vrijwel al mijn leraren, alleen als ik vond dat ze zich onredelijk gedroegen kon ik scherp uit de hoek komen. dan kwamen achteraf andere leerlingen naar me toe om te zeggen dat ze dat niet van me verwacht hadden. in hetzelfde jaar werd ik uitgenodigd voor het feest van een van de populairste meiden en ging ik naar animecon met de nerds van de school. ik voelde me nergens thuis, mijn lichaam was een bron van schaamte. ik was zo opgelucht toen het voorbij was. ik was alleen thuis toen ik gebeld werd met mijn eindexamenuitslag. ik sprong op het grijze hoogpolig kleed van mijn ouders.
1 note · View note
schelpenzand · 2 years
Text
De Storm: Hoofdstuk 3
‘Bart, nog ene!’
Schuin achter mij stond Davey met een hand op mijn schouder. Ik weet niet of dat uit vriendschappelijkheid was of omdat hij zijn evenwicht wilde bewaren, in ieder geval stonden zijn ogen behoorlijk wazig en hield hij een arm omhoog met een leeg bekertje in de hand.
‘En zet die kutmuziek af! Wij willen Metallica horen, hé Ben?’
Davey sloeg op mijn rug, hard, en ik verslikte me toen ik een slok van mijn biertje nam.
‘’t vat is af,’ zei Bart, zijn monoloog over het Israëlisch-Palestijns conflict stakend.
‘Komaan hé, ‘t is vrijdag, wat is dat nu voor zever?’
‘Sorry, man. Niks aan te doen. Binnen tien minuten, een kwartier gaan we sluiten.’
Davey vloekte, smeet zijn bekertje op de grond en begaf zich naar de andere kant van de ruimte waar hij bij het open raam een sigaret opstak.
Op dat moment vibreerde Anna’s telefoon. Ze grinnikte toen ze op het scherm keek, stak haar telefoon weer in haar handtas en deed haar jas aan die tot dan toe op de plakkerige toog had gelegen.
‘Ik moet gaan,’ zei ze glimlachend terwijl ze mij en Bart afwisselend aankeek. ‘Tot volgende week misschien?’
‘Cava,’ zei Bart. ‘Hou je goed.’
‘Ja, tot volgende week misschien,’ zei ik.
Anna ging nog even praten met het groepje mensen aan de biljarttafel en verdween nadien met snelle, zelfzekere passen door de poort. Ze zei Davey geen gedag.
Bart zag dat ik haar nakeek. ‘Ja man…’
‘Wat?’ vroeg ik.
Hij waste Anna’s glas af en haalde zijn schouders op. ‘Gewoon,’ zei hij. ‘Je weet wel.’
Ik vroeg niet verder.
Ik wist het.
Davey braakte. Een enorme hoeveelheid braaksel sproeide uit zijn mond, kwam half op de muur, half op de vloer terecht.
‘Godverdomme, Davey, serieus? Alwéér? ’Bart verdween onder de toog en haalde materiaal boven om Davey’s gevolg van overvloedig drankgebruik mee op te ruimen.
Ik keek op mijn telefoon, het was precies drie uur.
Davey wankelde en probeerde met zijn hand de muur te vinden, wat mislukte, waarna hij besloot naar mij toe te stappen. Als een zombie kwam hij op me af, zijn lange armen slungelig naast zich, maakte hetzelfde grommende geluid.
‘Je moet me brengen, maat,’ zei hij.
‘Naar huis? Of wat bedoel je?’
‘Naar huis? Ja, klinkt goed.’
Ik had mezelf ervan overtuigd dat ik nuchter genoeg was om Davey veilig thuis te brengen, zeker toen ik vergeleek in welke staat we verkeerden. Op de schaal van dronkenschap moest hij een acht, achtenhalf geweest zijn, ik hoogstens een vier.
Ik had Davey al vaker gezien toen hij een acht, achternhalf was; de eerste keer moet inmiddels drie jaar gelden geweest zijn; het was mijn eerste bezoek aan het jeugdhuis en ik kende er haast nog niemand. In de middelbare school had ik wel eens van ‘De Storm’ gehoord, hoorde over de meest onvoorstelbare gebeurtenissen die er zich iedere vrijdag afspeelden, maar het kwam nooit bij me op om er zelf heen te gaan, ik voelde me er nooit hip genoeg voor, niet volwassen genoeg, ook al is het helemaal niet de bedoeling dat je je volwassen voelt wanneer je naar een jeugdhuis gaat, maar zo zat ik dus in elkaar.
0 notes
overwijs · 4 years
Text
Dag 160 – “Photograph”
Dit verhaal hoort bij mijn werkdag van maandag 11 januari.
Opleidingsdag! Al mijn lessen vielen al uit door de SE-week, de week waar leerlingen hun schoolexamentoetsen maken, dus geen moeite hoeven doen met opvang of lessen verplaatsen. Wel moet ik bekennen dat ik het spannend vind.
De eerste keer dat ik Zoomziek werd, was tijdens de eerste online sessie van mijn opleiding en de laatste keer dat ik plat moest heb ik daar echt nog wel een merk de gevolgen gemerkt. Ik wil dat gewoon niet meer, maar iets voorkomen waarvan je niet zeker weet hoe het ontstaat is knap lastig.
Dan komt er nog bij dat waar ik tijdens de vorige opleidingsdag, maandag voor vakantie, het goed had ingeschat dat het huiswerk een probleem voor mij ging worden. Met 9 werkdagen tussen de twee opleidingsdagen, waarvan ik er 2 ziek ben geweest en 2 alleen maar bezig was met het voorbereiden van de huidige lockdown. Tel daar de ‘slechte’ start van mij vorige week bij op en je hebt mijn huiswerksituatie. Ik wist dat ik niet voldaan had aan de opdracht en daar hou ik niet van.
Ik ben op de middelbare school nooit de braafste leerling van de klas geweest, ik had een grote mond, ik kon vervelend doen, maar stiekem hoorde ik wel altijd de uitleg. Huiswerk had ik meestal wel gewoon af, cijfers waren best prima. Een stiekeme streber, misschien? Of ik verveel(de) me gewoon snel? Ik merk nu soms ook dat ik aan minder woorden al genoeg heb, het zou het kunnen verklaren.
Maar in mijn ik-wil-het-goed-doen-hart komt het hard aan om het dus niet voor elkaar te hebben, maar het was te complex voor die paar dagen vorige week. Toen we eenmaal goed en wel zaten bleek ik ook gewoon een deel van het huiswerk niet onthouden te hebben, straal overheen gelezen, niet scherp, vergeten of nooit geweten. Ik weet het niet, zo stond ik in plaats van 2-0 achter, opeens op 0-4 voor mijn gevoel.
Was ik de vorige opleidingsdag driftig aan het meetypen in de vorm van aantekeningen voor mezelf, dacht ik nu opeens na twintig minuten uitleg: “Verhip, moet ik niet iets doen om dit te onthouden en nog terug te kunnen vinden?”. Zo’n dag werd het dus… Snel begon ik mijn verslaglegging van de dag en probeerde ik de theorie bij te benen.
Ondertussen ben ik ook bezig met de dingen te doen waarmee ik denk te kunnen voorkomen dat mijn systeem weer overbelast raakt. Ik informeer de trainers en zet voor een deel van de dag waar het kan mijn camera uit. Niet dat ik dan minder input binnen krijg die ik moet verwerken, maar wel omdat ik dan ‘onderuit’ kan zitten, in de relaxstand en met een gezondere houding om te typen.
Tumblr media
Wat een flashback naar mijn eigen schooltijd, al weet ik niet of ik zo in de klas zat, onderuit, huiswerk niet af, doen alsof je alles begrijpt wat er uitgelegd wordt en als er gevraagd wordt wie van het groepje gaat presenteren elkaar heel lang vragend aankijken tot iemand toegeeft.
Ja, het voelt echt als een klasje ondertussen. We zijn de staredowns, waarbij we elkaar in de camera aankijken, al gewend. We weten wie heel graag praat, wie er te graag praat en wie zich er liever zo min mogelijk mee bemoeid. We weten wie de strebers uit de klas zijn, wie de nerds die alles snappen, wie de kids zijn die stiekem met andere dingen bezig zijn en wie bezig is met kijken met een kritische blik naar alles wat een ander zegt.
Soms is het fijn om als docent even terug te gaan in het leerlingperspectief, om dingen als leerling te ervaren. Iets wat ik ook altijd probeer mee te nemen in de trainingen die ik geef, werkvormen die je wil gaan toepassen moet je ook zelf eens ervaren. Het kan namelijk zo zijn dat dingen die wij als docenten als heel leuk ervaren voor een leerling heel onprettig kan zijn, bijvoorbeeld omdat er teveel tijdsdruk is. Als je dat zelf eens ervaren hebt, weet je beter wanneer je iets wel of niet kan en moet toepassen in de les. De docent als leerling is dus heel waardevol.
Dus als de trainers een opdracht meegeven waarbij we in een groepje een presentatie moeten voorbereiden en we weten dat na afloop één van alle deelnemers, dus niet alleen uit jouw groepje, de gemaakte presentatie moet presenteren, voel je meteen de druk die leerlingen in de les dan ook ervaren. Als we terugkomen uit de breakoutrooms, na het maken van een presentatie over een complex stukje materie als je het mij vraagt, zit dus, vermoed ik, iedereen met zijn vingers gekruist. Ook ik mompel tegen mezelf: “fingers crossed” in de hoop dat het rad met onze namen wat straks gedraaid wordt niet op mijn naam stopt.
Je raadt het al… “Milou” stond er met grote letters op het scherm. Ik was echt even die leerling, en vanuit mijn perspectief als docent kon ik het niet laten om te zeggen: “Ik ga dit nooit meer bij mijn leerlingen doen. Ik dacht nog wat is de kans dat ik moet…”. Ik presenteer zo goed en kwaad als ik kan en mag nog complimentjes ontvangen ook na afloop. Blijkbaar had ik het wel goed gedaan, of waren ze in ieder geval heel erg lief. Dat maakte toch weer iets goed voor deze aan-zichzelf-twijfelende leerling-Milou. Man, wat mis ik de middelbare school (soms) niet. Beetje gek om te zeggen als docent, of niet? Life's better now (as a teacher) than it was back then (as a student).
Look at this photograph
Every time I do, it makes me laugh
How did our eyes get so red?
And what the hell is on Joey's head?
And this is where I grew up
I think the present owner fixed it up
I never knew we ever went without
The second floor is hard for sneaking out
And this is where I went to school
Most of the time had better things to do
Criminal record says I broke in twice
I must've of done it half a dozen times
I wonder if it's too late
Should I go back and try to graduate?
Life's better now than it was back then
If I was them, I wouldn't let me in
Oh, oh, oh
Oh, God, I, I
Every memory of looking out the back door
I have the photo album spread out on my bedroom floor
It's hard to say it
Time to say it
Goodbye, goodbye
Every memory of walking out the front door
I found the photo of the friend that I was looking for
It's hard to say it
Time to say it
Goodbye, goodbye
(Goodbye)
Remember the old arcade?
Blew every dollar that we ever made
The cops hated us hanging out
They said somebody went and burned it down
We use to listen to the radio
And sing along with every song we know
We said someday we'd find out how it feels
To sing to more than just the steering wheel
Kim's the first girl I kissed
I was so nervous that I nearly missed
She's had a couple of kids since then
I haven't seen her since God knows when
Oh, oh, oh
Oh, God, I, I
Every memory of looking out the back door
I have the photo album spread out on my bedroom floor
It's hard to say it
Time to say it
Goodbye, goodbye
Every memory of walking out the front door
I found the photo of the friend that I was looking for
It's hard to say it
Time to say it
Goodbye, goodbye
I miss that town
I miss their faces
You can't erase
You can't replace it
I miss it now
I can't believe it
So hard to stay
Too hard to leave it
If I could relive those days
I know the one thing that would never change
De liedjes luisteren doe je hier: https://open.spotify.com/track/3hb2ScEVkGchcAQqrPLP0R?si=QHZ86GW8QcqMKcjFnqypcQ
De hele afspeellijst van mijn blogs hier: https://open.spotify.com/playlist/5EtxaLDydwfpnPsFrSS3Oh?si=Q38OEQ4aSDWoR42OH9Ef6A
5 notes · View notes
sampauwelsschrijft · 4 years
Text
Mijn ‘eerste’ autistische meltdown (en het verschil tussen meltdowns en paniekaanvallen)
Toen ik voor het eerst over autisme begon te leren en las over meltdowns, dacht ik dat dat iets was dat ik niet had… tot ik twee weken later mijn ‘eerste’ meltdown had en besefte dat het helemaal niet mijn eerste was.
Ik was 18 jaar oud en ik zat in het laatste jaar van de middelbare school. Ik wist al dat ik autistisch was, maar ik had nog geen officiële diagnose.
Waar ik leef, vieren de meeste scholen samen met hun zesdejaars de laatste honderd dagen van het schooljaar, want tja, waarom zouden we niet vieren dat we nog maar honderd dagen door hel moeten?
Mijn school vierde ‘honderd dagen’ met onder andere een fuif georganiseerd door de zesdejaars, een show georganiseerd door de zesdejaars waarbij de hele school zich verkleedde, en een ontbijt en activiteiten georganiseerd door de school voor de zesdejaars. De show en de activiteiten gebeurden op dezelfde dag, in de voormiddag hielden de zesdejaars hun show voor de andere jaren en leerkrachten, waarna de school hen trakteerde op een ontbijt en bussen hen naar hun activiteit brachten.
De meeste zesdejaars gingen de avond daarvoor uit. Het was voor velen een soort traditie om ’s avonds de laatste trein naar een grote stad te nemen en pas ’s ochtends met de eerste trein terug naar huis te gaan. De meeste leerlingen waren dan ook dronken op de dag van de activiteiten, en degene die dat niet waren hadden een kater. Het was niet zeldzaam voor leerlingen om na de show naar huis te gaan en niet op te dagen voor de activiteiten in de namiddag. Ik weet niet of dat voor mij een goed of een slecht ding was, want ik was die dag ook iemand die tussen de twee gebeurtenissen naar huis ging, maar bij mij was dat niet vanwege alcohol.
Ik en mijn vrienden deden het een beetje rustiger aan. We keken een film, aten pizza (nou ja, ik at chocolade mousse want ik kon op dat moment niet goed eten en ik zal later nog wel vertellen waarom), en bleven dan bij een van hen slapen.
Het was een erg leuke avond. Sommige mensen denken dat autistische mensen geen nood hebben aan sociale contacten, maar dat is niet waar. Het is enkel zo dat we snel moe worden van sociale situaties. Dat zal later nog belangrijk worden.
’s Ochtends verkleedden we ons als piraten, daar had ik erg naar uitgekeken. De honderd dagen show was de enige dag van het schooljaar waarop ik me kon kleden zoals ik wou (vanwege de strenge regels rond kleding die op mijn school gelden :( ) en ik had voor die dag een Killstar jurk met korset op de achterkant, kanten handschoenen en gestreepte kniekousen mee.
We vertrokken dan naar school. Dat deden we met de fiets, wat voor mij een probleem was aangezien is heel snel last krijg van mijn astma als ik fiets, maar mijn vrienden hielden daar goed rekening mee en het zorgde niet voor problemen. Ik was een beetje buiten adem toen ik op school aankwam, maar ik had het al veel erger ervaart.
We lieten onze spullen achter in de kleedkamers en verwelkomden de leerlingen van andere jaren met confetti, slingers en andere dingen die we naar hen gooiden, waarna de show begon. Ik had zelf geen act in de show, dus ik moest enkel toekijken terwijl ik met mijn vrienden praatte en lachte. Alles verliep prima.
We ruimden op en vetrokken naar de eetzaal voor het ontbijt dat de school organiseerde. Ik at niet veel. Ik nam een paar happen van een koffiekoek en gaf de rest aan een vriendin. Ik had net blokjes gekregen, en hoewel mensen maar bleven zeggen dat je prima kan eten met blokjes, ben en blijf ik autistisch. Ik kan me niet zo gemakkelijk aanpassen aan nieuwigheden als neurotypische mensen, en mijn brein weigerde te bijten. Vandaar dat ik de avond daarvoor chocolademousse gegeten had in plaats van pizza (wat ik eerlijk gezegd niet erg vond want ik houd van chocolademousse en pizza is maar pizza, sorry papa.)
Na het ontbijt hadden we een half uur tot de bus naar onze activiteit (ik en de meeste van mijn vrienden hadden paintball gekozen) vertrok. Ik besloot om in die tijd snel naar huis te gaan zodat ik yoghurt kon eten om onder andere mijn medicatie te nemen (daarvoor moest ik eten), want ik had geen zin in paniekaanvallen tijdens de paintball.
Dus ik nam mijn fiets en ging naar huis, waar ik yoghurt uit de koelkast nam, en alles verliep nog steeds prima. Ik had helemaal niet door dat mijn brein op dat punt vreselijk vermoeid was. Ja, ik was bang over de paintball want ik heb een angststoornis en alle onbekende dingen zijn doodeng, maar tot dan toe was alles goed verlopen dus ik dacht niet dat er een probleem zou zijn.
Tot ik een lepel liet vallen en ik letterlijk instortte. Plots was alles me te veel. Het voelde alsof mijn brein explodeerde en plots kon ik niet meer nadenken.
Ik deed het enige dat me op dat moment logisch leek, en ik vluchtte. Ik rende naar de winkel van mijn ouders, waar zij op dat moment aan het werken waren, en begon huilend te schreeuwen dat ik niet terug naar school wou gaan.
Eens ik gekalmeerd was besloot ik mijn vrienden een berichtje sturen dat ik niet naar de paintball zou komen en dat ze de leerkrachten moesten verwittigen, maar zodra ik aan het typen was, wist ik niet wat ik hen precies moest vertellen. Wat was er met me gebeurd? Ik had gewoon een lepel laten vallen en het had zo’n invloed op me gehad?
Ik zei uiteindelijk dat ik bijna flauwgevallen was en voor de zekerheid thuis wou blijven. Het was geen vreemde situatie. Ik had regelmatig last van een lage bloeddruk, ik was al een paar keer flauwgevallen en ik had de laatste paar dagen niet veel gegeten. Ze zouden het niet raar vinden als dat mijn reden was om niet terug naar school te gaan.
Het was pas later die dag dat ik besefte wat er werkelijk met me gebeurd was. Ik had een meltdown gehad. De vermoeidheid van een hele avond met vrienden praten, het slapen op een onbekende plaats, het fietsen terwijl ik wist dat ik dan gemakkelijk buiten adem geraakte, het geschreeuw van alle leerlingen tijdens de verwelkoming, de luide muziek van de show, de beugel waardoor ik niet kon eten, de angst die ik bij al die dingen voelde en uiteindelijk de lepel die viel. Alles had zich in mijn brein opgestapeld tot ik het niet meer aankon en mijn lichaam een staat van vechten of vluchten betrad: een meltdown.
En ik realiseerde me op dat moment dat wat ik twee weken daarvoor gedacht had verkeerd was: ik had wel degelijk al meltdowns gehad. Ik had ze alleen altijd bestempeld als paniekaanvallen, omdat ik nooit geweten had dat ik autisme had en nooit de juist vocabulaire gehad had.
Maar nu kon ik het verschil zien en kon ik een duidelijk onderscheid maken tussen paniekaanvallen en meltdowns. Tijdens een paniekaanval had ik nog een relatieve vorm van controle, tijdens een meltdown verloor ik alle controle over mijn gedrag, mijn gedachten of mijn gevoelens.
Een voorbeeld om dat praktisch uit te leggen is een situatie toen ik vijftien jaar oud was en een paniekaanval meteen gevolgd door een meltdown had.
Ik zat in de les en had een paniekaanval, zoals ik in die periode vrijwel dagelijks had (ik wist het toen nog niet, maar bij nader inzien kan ik je vertellen dat ik toen een autistische burn-out had). Ik begon te paniekeren, maar ik had nog genoeg controle om mijn hand op te steken om de leerkracht te verwittigen, om met iemand anders naar het secretariaat te gaan en om naar de EHBO ruimte te gaan.
De meltdown gebeurde iets daarna terwijl ik wachtte tot mijn moeder me kwam halen. Een medewerker van het secretariaat kwam me vragen of ik ondertussen wist wat ik had, want zij zagen ook dat ik regelmatig thuis bleef en regelmatig in de EHBO ruimte belandde.
Ik weet nu dat ik toen een autistische burn-out had, maar op het moment zelf was het allemaal een mysterie, ook voor de huisdokter, die eerst dacht dat ik klierkoorts had, maar dat bleek fout te zijn na een bloedtest.
Toen de secretariaatsmedewerkster dat vroeg, klapte ik dicht, want ik wist ook niet wat er mis met me was, en de dingen die ik wel wist wou ik haar echt niet vertellen. Lessen missen omdat je een virus had was allemaal goed en wel, maar lessen missen omdat je constant dacht dat je ging flauwvallen en daardoor panikeerde was iets helemaal anders op mijn eerder ‘traditionele’ school.
De secretariaatsmedewerkster begon aan te dringen, en het klonk op dat moment heel erg alsof ze niet eens geloofde dat ik echt ziek was en dat ze dacht dat ik alsof deed om aan lessen te ontsnappen. En ik begon te huilen.
Toen ik even daarvoor een paniekaanval gehad had, had ik dat goed verborgen. Ik had enkel gezegd dat ik me niet goed voelde en was op een rustige manier naar het EHBO lokaal gegaan. Maar nu kon ik dat niet. Wat het ook was dat ik op dat moment voelde, ik kon het niet verbergen. Ik begon luid snikkend te huilen. Mijn brein was nu niet aan het panikeren, het was oververhit, en het functioneerde niet meer. Ik kon de huilbui niet tegenhouden en ik kon geen vat krijgen op mijn eigen gedachten. Het enige dat ik kon denken of zeggen was ‘ik wil naar huis’, opnieuw en opnieuw, tot ik non-verbaal ging en het vermogen om te praten ook volledig verloor.
Dat gevoel van mijn brein dat explodeerde, was iets dat ik altijd bestempeld had als een paniekaanval. Ik dacht gewoon dat het een ergere paniekaanval was dan de andere ‘echte’ paniekaanvallen. Maar er is wel degelijk een verschil tussen de twee.
Het zijn allebei vecht- of vluchtreacties, maar een paniekaanval is uit mijn ervaring enkel een gevoel. Je voelt dat overweldigende gevoel van angst alsof je in levensgevaar bent en je lichaam reageert daarop met hartkloppingen, hoofdpijn, misselijkheid, rillingen, etc, maar je kan nog steeds genoeg nadenken om te weten dat je een paniekaanval hebt en dat je niet echt in gevaar bent.
Een meltdown is anders. Je hebt de angst, je hebt de lichamelijk reacties, maar daarbovenop klapt alles dicht en wordt logica de deur uitgegooid. Die angst is het enige gevoel dat je nog hebt, en alles in de omgeving lijkt op een mogelijke dreiging. Het enige waar je nog aan kan denken is het feit dat je moet vluchten of vechten. Dingen zoals schaamte of de wens om andere niet ongemakkelijk te maken zijn er niet meer, en als ze er wel zijn, maken ze alles alleen maar erger.
Er is dus wel degelijk een verschil tussen meltdowns en paniekaanvallen, en dat is een van de redenen dat mijn autismediagnose het beste ding in mijn leven was. Nu heb ik de kennis en de woordenschat om een verschil te maken tussen paniekaanvallen en meltdowns, en kan ik meltdowns voorkomen door beter te letten op de staat van mijn brein en mezelf op tijd uit bepaalde situaties te verwijderen.
Het leven is inderdaad veel beter als je een naam hebt voor wat je bent ^^.
5 notes · View notes