Tumgik
#hebben we er allemaal weer zin in
smithsparker · 5 months
Text
HALLO WIDMBLR. HOE IS HET
3 notes · View notes
keesdp · 10 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Faroer eilanden.
Na 30 uur op de boot zijn we blij land te zien. Het is al 23:30 uur, maar het is hier nog licht genoeg om de eilanden te zien als we allemaal op het dek staan te kouwkleumen. Eindelijk weer land. We gaan de trapjes af van dek 9 tot waar onze auto staat op cardeck 3. Net als alle passagiers trouwens wat een enorme drukte geeft in de stalen trappenhuizen. Als we eindelijk onze auto betreden zien we de campers om ons heen al gaan rijden. Snel starten en later de spullen opruimen dus. Het is verboden om niet op campings te overnachten, zegt de lokale overheid. Maar de camping in Tórshavn is alleen toegankelijk als je gereserveerd hebt zegt de man met de kabouterbaard bij de ingang. 50 km verderop in Vestmanna is altijd plaats zegt hij. Wij hebben geen zin om zo ver te rijden in de nacht, al is het best nog licht, en vinden een plekje bij het atletiekveld, waar mensen een wandelingetje maken op de mooie rode baan, om zo met elkaar te praten of om gezellig te keuvelen naast elkaar. 3 ronden op de baan is toch 3 x 400m vlakke weg. Zelfs mannen met een rollator doen het, alleen niet snachts. Een prima plekje zo aan de rand van de stad. We zullen hier nog 3 overnachtingen maken in deze 10 dagen. Vlak bij ons is het Nordichús, een cultureel centrum waar iedereen welkom is. Er is ook een park in Tórshavn met een mooi kunstmuseum. We genieten van beiden. We zijn van plan om alle eilanden te bezoeken die niet alleen met boot of helikopter te bereiken zijn, maar wel met tunnel of brug. Prachtige natuur vinden we op de stille wegen en weggetjes, waar altijd schapen lopen. Overal hebben we zicht op de zee en kunnen we kilometers ver kijken. De dorpjes liggen zonder uitzondering in een baai aan de zee en zijn via een weggetje langs de kust te bereiken. Meestal moet je dan hetzelfde weggetje weer terug om naar de volgende nederzetting of eiland te gaan. Er zijn een paar uitzonderingen, waar een tunnel door de berg een verbinding maakt met de andere kant van het eiland. 1 uitzondering is Eidi (waar het kunstgras voetbalveld een camping is, Wij staan in de 16), daar kan je een weggetje over de bergen nemen naar de andere kant van het eiland. Door alle wegen te nemen die er zijn, zien we heel veel van Faroer. We hebben 10 dagen, dus rijden we ze allemaal af. In Hvannasund vinden we een plekje in de haven naast de sleephelling. We gaan wat wandelen en zien een boot met mensen de trossen los gooien. Yvonne roept naar de schipper of we meekunnen. De man knikt en Yvonne zegt: maar dan moet ik eerst m'n jas halen. No, zegt de man, NOW. De treeplank is al weg en een bemanningslid wijst ons naar de achterkant van de boot waar hij een railinghek open maakt zodat wij aan boord kunnen komen. Benedendeks zit een man die kaartjes verkoopt. Je kan er ook koffie krijgen uit de automaat die ook creditcards accepteerd. Ik vraag aan de schipper waar we heen gaan. Hij noemt de eilanden die in het Noorden liggen. En gaat u daarna dan ook weer terug? Ja hoor na 2,5 uur zijn we terug. Wat een mazzel, voor het zelfde geld moesten we overnachten op één van die eilanden. Het zijn vriendelijke mensen. Als we de volgende dag de boot weer zien varen, zwaaien we naar de bemanning. Zij herkennen ons en zwaaien terug. De stuurman komt zelfs even naar buiten om te zwaaien. Het land ziet er vanaf zee heel anders uit. We besluiten meer eilanden te bezoeken die ook per ferrie te bereiken zijn, zoals Sandur in het zuiden. De ferrie gaat om de 1,5 uur en zit meestal stampvol. Op de terugweg moest er zelfs 1 auto op de kade achterblijven en konden wij als laatste mee. Het is een prachtig eiland en binnenkort per tunnel te bereiken. Het enige eiland met zandstrand, vandaar de naam. We zijn 10 dagen hier geweest en dat was prachtig. Langer hoeft echt niet, we hebben volgens mij alles gezien wat de moeite waard is. Alleen de Faroers vinden dat we ook de slachting van de grienden hadden moeten zien, Wij zijn blij deze gemist te hebben. Over cultuurshock gesproken.
4 notes · View notes
fransopdefiets · 11 months
Text
5-7 Hunmanby
Om te eten opnieuw naar de brouwerij gegaan, je kunt daar goed binnen zitten aan grote tafels gemaakt van pallets. Op het moment dat je je pint tussen in plaats van op de planken zet, wordt het tijd om te vertrekken.
Dit keer een pizza ham genomen. Ik had alleen wat gelopen, dus dat was genoeg.
Voor het eten zat ik wat te somberen over de zwaarte van de route, het echte werk moet namelijk nog komen, maar uiteindelijk besloot ik dat als ik maar 20 kilometer op een dag zou afleggen, dat dat ook goed is. En dat als ik het redt, dat ik volgend jaar de Andes ga proberen. Gewoon om te zien waar mijn limiet ligt, voordat ik ingehaald wordt door het verval van de ouderdom. Want dat was wel mijn constatering gisteren, toen ik spontaan bejaardenkorting kreeg aangeboden. Anderen hebben het altijd eerder door dan jijzelf. Je wordt oud en op een dag kom je de berg niet meer op. Maar dat moment ligt nog voor me.
Het regent een beetje als ik opsta, niet hard maar ik pak natuurlijk wel een natte tent in. Half acht weg, de route gaat weer over een oude spoorlijn, the Cinder Trail. Eerst klimmen naar Ravenscar, dan dalen naar Scarborough, het wegdek bestaat afwisselend uit gravel, asfalt, keien en modder. Toch schiet het best lekker op en je hebt prachtige uitzichten over zee. In Scarborough is het tijd voor een korte koffiepauze. Ik kom ergens terecht waar je alleen buiten kunt zitten, wat prima is, maar pal voor het terras staat een koelwagen met generator te loeien. Dan neem ik later nog wel een tweede koffie.
Het is nog maar een dikke 20 kilometer naar de camping van Hunmanby en die bestaat, is open en accepteert tenten, dat heb ik gisteren telefonisch allemaal gecontroleerd.
Ik heb het maar koud vandaag, ondanks drie lagen kleding. Om me heen lopen mensen in korte broeken te wandelen, ik snap niet hoe ze dat doen. Volgens mij hebben ze gewoon een ongeschreven regel, tussen 21 juni en 21 september loop je in zomerkleding.
Een tweede stop in het Clock Café aan de noordkant van Scarborough, leidt tot thee met een zalmsandwich. Dat is pal voordat ik aan de getijderoute begin. Dat is een pad dat bij vloed onderloopt, het is nu laag en eind van de middag pas hoog, dus dat komt goed. Die route wordt met veel bombarie aangekondigd, maar is in tien minuten gefietst en dan mag je als beloning je fiets over een gravelpad letterlijk tegen de klippen op duwen. Maar goed, bij het Clock Café spreek ik een Engels echtpaar uit de omgeving en ook enthousiaste fietsers. Die raden me een andere route naar Hunmanby aan, omdat mijn route over een hele drukke en steile weg met inhaalverbod leidt. Dat advies volg ik graag op en zo sta ik een uur later bij een bordje “public footpath, no bikes please” . Nu kan ik Hunmanby al zien liggen dus ik denk, niemand die me ziet, ik ga ervoor. Toen minuten later haal ik twee wandelaars in en ik hou me van de domme. “I am a bit lost, is this the right direction to Hunmanby?”. Jazeker, maar verderop is een hek en daar moet je overheen klimmen. Maar we helpen u wel. Inderdaad, een groot hek en op slot. Alle tassen eraf en er overheen, daarna tillen we samen de fiets erover. O ja, zeggen ze daar is nog een hek, ziet u wel? Dat zijn kissing gates dus dat zal u wel lukken. Maar die kissing gates zien er van bovenaf zo uit <-. Een heel klein deurtje, dat tussen de poten van de V beweegt. Met daarboven, op circa 2 meter, een dwarsbalk. Daar kan die fiets niet door, zelfs niet rechtop op zijn achterwiel. Dus weer alle bagage eraf en met zijn drieën wurmen we de fiets over het deurtje en onder de balk door. Als ze dan ook nog de weg naar de camping voor me gaan vragen, kan mijn middag niet meer stuk.
De camping, met de bloemrijke naam Orchard Farm staat als rustig beschreven. Dat klopt in die zin, dat er nauwelijks kampeerders zijn. Maar het trekkersveld ligt naast de doorgaande weg en de spoorlijn. En die leveren een hoop lawaai op.
Afstand: 60 kilometer
Tijd: 5 uur
Tumblr media Tumblr media
2 notes · View notes
overwijs · 1 year
Text
ℕ𝕒𝕊𝕜𝕖𝕣𝕚𝕒𝕒𝕟𝕤
Tumblr media
Vandaag heb ik geleerd. Zo leerde ik vandaag hoe ik de voorgaande zin moet ontleden en wat een bijwoordelijke bepaling (ook alweer - al kan ik me niet herinneren het ooit geleerd te hebben) is. Ook leerde ik dat je als baby, zelfs in de buik, het verschil kan horen tussen je moedertaal en een vreemde taal, door klanken, klemtonen, melodie en andere kenmerken. Later leren we dit weer af én aan.
Het is duidelijk dat ik een lesje, of twee zelfs, Nederlands gevolgd heb vandaag (wist je dat “vandaag” een bijwoordelijke bepaling is in deze zin?). Het mooie van mijn werk is namelijk dat ik ook heel veel bij andere docenten in de les mag en kan zijn. Zo krijg ik de kans om anders naar mijn onderwijs maar ook dat van anderen te kijken, meer mee te krijgen van de wereld van de leerling én als het mij gegeven is samen met mijn camera de docent uiteindelijk weer een stapje verder te brengen in de eigen ontwikkeling. Ik hoop dus dat ik niet alleen wat geleerd heb vandaag maar met mij ook de docent en de leerlingen iets leerden.
Terwijl ik rondloop door het lokaal, kijkend naar posters die uit het niets ontstaan over moedertaal, besluipt mij de gedachte dat we in onderwijs ook onze moedertaal hebben. Mijn vaktaal is duidelijk anders dan die van deze docent Nederlands, zonder dat we daar veel bij stilstaan óf last van hebben.
Ondertussen zitten in het lokaal 17 leerlingen en het eerste wat ze op de poster schrijven is hun moedertaal in grote letters. Als ik snel tel kom ik al gauw op negen verschillenden geschreven, van Antilliaans tot Turks, van Braziliaans tot Vlaams, van Arabisch tot Pools, van Portugees tot Surinaams. En Nederlands natuurlijk niet te vergeten. De “taalbarrière” in vaktaal staat mij en mijn collega niet in de weg in onze communicatie en leerproces, net zoals het verschil in moedertaal deze leerlingen hun onderlinge verhoudingen niet tegengaat. We hebben namelijk voldoende gemeenschappelijke taal, met mijn collega’s de onderwijstaal, tussen de leerlingen Nederlands, en zo verstaan we elkaar dus allemaal.
Terwijl ik hierover mijmer gaan de leerlingen verder met hun poster. Op het digitale bord prijkt de volgende vraag: “wat vind je het mooiste woord in jouw moedertaal?”. Jeetje, wat was ik blij dat ik in het lokaal van 28 graden Celsius niet zat te zwoegen op dit dilemma. Wie heeft er ooit bij deze vraag stilgestaan? Ikke niet in ieder geval!
Wat vind ik het mooiste woord? In het Nederlands, in onderwijstaal of in het “NaSkeriaans” (zoals ik het in mijn lokaal altijd noem)? Ik kom er niet uit, terwijl de leerlingen hun antwoorden vlug neerpennen. “69”, “mi lobi you”, “lul”, “gamen”, “geld”, “Mac” en “aardbei” verschijnen op de grote vellen. Ik glimlach en denk “puber”, dat is toch het mooiste woord wat er bestaat? Met een knipoog natuurlijk, zoals bijna alles wat ik zeg en schrijf.
Wat vind jij het mooiste woord, in je moedertaal, in het Nederlands, in jouw vakgebied of in het onderwijs? Ik hoor ze graag en wie weet leer ik zo weer wat bij, net zoals bij de bijwoordelijke bepaling.
1 note · View note
Text
Deel 2- Hoofdstukken 9-12 van De avond is ongemak
Hoofdstuk 9
Alle 3 kinderen zijn van plan om Matthies te begraven tussen de dode kippen, maar ze willen niet dat hun ouders daar zijn. Dus probeert Jas zijn moeder af te leiden terwijl de andere twee plaats maken voor Matthies. Terwijl Jas de begrafenis meemaakt zit zijn hoofd ergens helemaal anders. Hij denkt over hoe hij ooit zijn ouders moet begraven en dat het allemaal zijn schuld is. Hanna schrijft op het graf: Opdat wij niet vergeten. Zij voelen dus dat hun ouders Matthies zo snel mogelijk willen vergeten. Jas voelt ook dat zijn ouders ook niet willen weten hoe het met hen gaat. Hij denkt dat als zij weg gaan dat het leven van zijn moeder veel makkelijker zal worden. OOK ben ik iets helemaal vreemds te weten gekomen. Ik dacht dus dat Jas een jongen is, blijkt dat Jas een meisje is. Dat kom ik nu pas te weten omdat ze zei dat ze een eerste liefje had, die Sjoerd heet. En ik denk dat Sjoerd een jongensnaam is. Diezelfde avond liggen de twee zussen (Jas en Hanna) samen in bed en denken ze over een redder die hen zal redden. Jas wilt dat het Boudewijn de Groot is en Hanna wilt dat meester Herbrecht hen komt redden. Later in de avond komen ze tot de conclusie ze dat ze niet perse een redder nodig hebben, maar de ze wel allebei naar de overkant terecht willen komen. Ik weet niet wat en waar de overkant is, maar dit zegt al genoeg dat ze weg willen gaan.
Hoofdstuk 10
De volgende ochtend worden beide zussen wakker. Meer gebeurd er niks speciaal in dit hoofdstuk.
Hoofdstuk 11
Het hele gezin zit nu aan tafel. En Jas heeft net verteld dat ze altijd water uit cola flessen moeten drinken. En dat het nog steeds naar cola smaakt omdat de fles niet goed uitgewassen. Ik heb dat zelf al vaak meegemaakt en weet dat het niet lekker is. En daarnaast wordt hun water niet in de koelkast gezet, dus is hij lauw. De discussie aan tafel gaat verrassend goed en vader toont weer een glimlach. Jas was daar heel blij mee. Na het eten moest Jas meehelpen op het land. Deze keer heeft ze er veel zin, zekere nadat haar vader in een goed humeur zit. Voor het eerst noemt Jas haar broer op, ze zegt dat Matthies twee hooipakken tegelijk kon vastpakken. Meteen valt de glimlach van het gezicht van de vader af. Jas zelf was zeer hard geschrokken, ze wist niet wat ze fout heeft gedaan. En toen zei de vader dat we niet over dode mensen praten, we gedenken die alleen. En toen antwoordde ze: ' we kunnen toch hardop denken'. Ik was er helemaal mee eens. We moeten er op een gegeven moment erover moeten kunnen praten. Vader was niet blij en antwoordde zeer grof terug. Paar uur later zou haar vriendin Belle weer langskomen om de Sims te spelen.
Hoofdstuk 12
In dit hoofdstuk lazen we de discussie tussen de twee zussen over pedofielen en dat het andere soort mensen zijn en dat het vooral mannen zijn. Ik denk dat Jas het gevoel heeft dat ze een pedofiel is omdat ze de hele tijd naar karaktereigenschappen zocht. Zodat ze die met haarzelf kon vergelijken.
Dit was het voor nu!!
Veselina☺︎
2 notes · View notes
cindy-vandervelpen · 2 years
Photo
Tumblr media
Een maand.
Ik schrijf alweer een nieuwe post. Een avond waarop alles terugkomt. Ik beleef het opnieuw. Ik schrijf dit niet om medelijden op te wekken, integendeel. Ik wil het van me afschrijven, dit werkt therapeutisch. Mijn gedachten ordenen. Mijn gedachten delen. Wie dit te zwaar vindt, hoeft dit niet te lezen. 
Een maand lijkt lang en kort tegelijk. Als je met twee gaat werken en je ziet de lonen binnenkomen, lijkt het alsof je de wereld aankan. Als eens alle rekeningen betaald zijn, is die som jammer genoeg al goed geslonken. Mijn aankoopjes bij bol.com en Veepee moet je natuurlijk ook meetellen, sorry, Robin. 😆 Als je uitkijkt naar je nieuw loon en dus nieuw shoptegoed, kan een maand lang duren.
En toch. Exact één maand geleden begon voor ons de nachtmerrie. 10 dagen, 10 dagen na het nieuws dat er geen beterschap op komst was, heb je ons voorgoed verlaten. Vanavond beleef ik alles opnieuw. Hoe we de dokter van wacht en de thuisverpleegkundige belden. Hoe we plots doorhadden dat je te veel sliep en te versuft was. Hoe de ambulance en mug toekwamen. De lichten in het donker, de gele en groene pakken die binnenkwamen. We voelden ons klein, heel klein. We hadden hoop. Tot ze zeiden dat je niet meer wakker zou worden. Toch beslisten we om je naar het ziekenhuis te laten brengen. Daar zouden we ons gesterkt voelen. De ambulanciers die je met de grootste zorg op de brancard legden. De kamer was te klein dus ze moesten je dragen. Een lappenpop. Meer was je niet meer. Voor ons wel. Onze papa. Opa. Mama haar man.
Ik zie de ambulance wegrijden. De lichten vervaagden in de duisternis. Daar ging je. Op weg naar de plaats waar je zou overlijden. Kippenvel over heel mijn lichaam. Angst. Verdriet. Wanhoop. Hoop.
We reden jullie achterna en wilden zo snel mogelijk bij je zijn. Voor we bij je mochten, werden we bij de assistent op spoed geroepen. Een kleine, kille, koude kamer met een tafel in het midden en een doos zakdoeken erop. De spanning en stress die ik toen voelde, gingen door elke ader van mijn lichaam.
Jou zien, met buisjes, een masker en draadjes en computers om je heen. En toch. Mooi. Mama, Tina en ik rond jou. "Komaan papa, word nog even wakker." De pijn die toen door me ging, voel ik opnieuw. En toch, nadien genoot ik van een lekkere koffie. Hopend op een betere nacht en dag.
Zaterdag 10 uur. We hadden met 4 in de auto geslapen. Tina, Arno, Robin en ik. Ondanks mijn jeugdige leeftijd, was ik geradbraakt. Wij allemaal. De komende uren waren cruciaal en we hadden hoop. Weer veel hoop.
We mochten bij je. Allemaal. Op de intensieve spoedkamer. Als Tina en ik naast je kwamen staan, ging je hartslag de hoogte in. Je hoorde ons. Maar reageren ging niet meer. De supervisor kwam binnen met een bedrukt gezicht. "Het spijt me..." De rest van de zin hoorden we nauwelijks. Je ziet het gebeuren in Chicago Med, maar niet in je eigen leven. We mochten vragen stellen en kregen antwoorden. Je werd naar een kamer gebracht en we brachten onze familie en jouw vrienden op de hoogte. Mooi. Ontroerend mooi hoe ze jou nog kwamen bezoeken. Je moet gevoeld hebben dat ze daar waren. En wij.
Om kwart over 5 is de laatste vriend vertrokken. We zaten daar met 6. Mama en jij, Tina en Arno en Robin en ik. We praatten over het weer en over het broodje dat we gegeten hadden. Gek hoe de wereld kan doordraaien. Om 5 voor 6 wou ik gaan wandelen. Ik had nood aan frisse lucht. "Wat zou papa zeggen als ik ga wandelen?", vroeg ik nog. Mama zei dat ik moest gaan. Toch ging ik nog naar het toilet. Ik kwam terug en zag je stilletjes wegglijden. Je ademde nog. Oef. Tot die ene, laatste keer. Jouw borst ging niet meer omhoog. Je voelde dat het goed was. We stonden rond jou en hebben je vergezeld naar je laatste, lange reis.
Een maand lijkt lang, maar voor ons is het kort. De pijn is rauw. Het verdriet doet pijn. En toch. We doen ons best. We genieten van de kleine, mooie dingen. Maar er blijft een waas over ons hangen. Het leven draait door, maar voor ons is het niet meer hetzelfde. Het is niet alleen het verdriet om jouw heengaan, maar ook de beelden en momenten die eraan vooraf gingen. Het jarenlange zorgen. We moeten even tot rust komen. En dat doen we. We nemen onze tijd want... een maand is niet lang.
3 notes · View notes
devosopmaandag · 2 years
Text
Uit mijn hoofd
Al dagen probeer ik drie gedichten uit mijn hoofd te leren. Dat moest van onze regisseur en van mijn medespeler. Poëzie is nu eenmaal anders dan een verhaal of een dialoog of een betoog, zo werd mij gezegd. Daar ben ik het natuurlijk helemaal mee eens. 'Learning by heart' zeggen de Engelsen, en de Fransen zeggen het zelfde: 'apprendre par coeur'. De Duitsers houden het bij het neutrale 'auswendig lernen', zoals wij ook 'van buiten leren' zeggen. Vreemd, want als je iets van buiten kent, ken je het eigenlijk van binnen. Hoe je met je hart moet leren, dat weet ik eigenlijk niet. Ik ging nogal onhandig aan de slag. Toen ik net was begonnen op de middelbare school, en we nooit op de lagere school hadden geleerd hoe huiswerk te maken, vroeg ik mijn veel oudere broer om mij te overhoren. Ik begon met het opdreunen van een tekst. Tot mijn verbazing bleek dat dat niets met leren te maken had. Nee, ik moest schema's maken. Ik schaamde mij.
Ik besloot om zo mijn eigen drie gedichten toegankelijk te maken in mijn geheugen. Ik ontleedde ze in kleine 'bits' en gaf ze namen. Zo is er een lijst 'meidoorn – druivensuiker – spreeuw – engelen – aap – fruit – atlas – pop-up boek – ideeën – zilvermeeuwen – achtertuin'. Een andere lijst luidt: 'schillen – vallen – schudden – rijgen – spugen – malen – proeven – smeren' . Ook maakte ik kleine kettingen van symbolen.
Terwijl de bossen van de Veluwe langs vlogen en zonnevlekken in de stiltecoupé wierpen, prevelde en prevelde ik, en spiekte vaak. Ik was op weg naar het noorden, waar van mij verwacht werd dat ik de gedichten uit mijn hoofd kende. Ik had nog een klein uur.
'Stampen' heet uit het hoofd leren ook. Stampen, dat is bewegen, fijnmaken, hard trappen op de vloer, pompen, samenpersen, schoppen. Nou, dat deed ik in zekere zin allemaal. Ik ontdekte een enkele denkfout in mijn gedichten (ja, die bestaan in de poëzie ook), weerbarstigheden die zonder problemen gelezen kunnen worden, maar die bij het uit het hoofd leren onoverkomelijk blijken. Steeds weer vergat ik een zelfde zin, of gebruikte ik steeds een verkeerd woord. Het leidde ertoe dat ik zelfs veranderingen aanbracht. Om mijzelf even wat rust te geven, want stampen is zwaar werk, las ik in de nieuwste bundel van Mustafa Stitou. Jaren geleden kocht ik zijn 'Varkensroze ansichten', en ik kwam tot de conclusie dat ik niets van zijn poëzie begreep, dat hij 'niet voor mij was'. Ik sloeg het boek open en las als eerste het motto: 'We hebben vuur en hout, zei Isaak, maar waar is het lam voor het offer?' (Genesis 22:7). Ik was gegrepen. En zijn gedichten zitten vol weerbarstigheden. Toen sloot ik de bundel en ging gesterkt verder met mijn arbeid.
4 notes · View notes
modernfilmcanon · 5 days
Text
Cannes Daily Dispatch 6
Mes amis du cinéma,
Gisteren zette uw dienaar koers naar La Bocca, een onooglijke voorstad van Cannes waar een paar jaar geleden een futuristisch multiplex (Google maar eens Cineum Cannes + afbeeldingen) werd gebouwd naar een ontwerp van Rudy Ricciotti.
Het Festival de Cannes mag dan wel het belangrijkste filmfestival ter wereld zijn, het kampt ook met een verouderde infrastructuur en een tekort aan zaal- en hotelcapaciteit. Bij de 60ste editie van het filmfestival in Cannes werd daarom een nieuwe, geïmproviseerde bioscoopzaal op het dak van het Palais des Festivals gebouwd in een grote (tijdelijke) tent, maar dat blijft allemaal aan de krappe kant om 40,000 geaccrediteerde bezoekers te bedienen. Die extra zaalcapaciteit in Cineum Cannes is in die zin meer dan welkom.
We besloten er een ochtendwandeling van te maken – grofweg 30 minuten langs het strand, daarna 3 minuten door een pittoresk deel inclusief Romaans kerkje en tot slot 27 minuten over een zelfs naar industrieterreinmaatstaven tamelijk naargeestig industrieterrein; het soort plek waar de ambiance moet komen van een loods die ‘Ambiance Sanitaire’ heet.
De bioscoop zelf biedt het comfort maar ook de sfeerloosheid van een modern multiplex, en uiteraard veel strekkende meters popcorn en haribo. De buzz van de festivalvoorstellingen in Cannes wordt node gemist: op de beste momenten is het bijwonen van een film in Cannes een geweldig live-concert, maar op een industrieterrein in een voorstad van Cannes is die sfeer heel ver weg.
Vandaag de volgende films gezien:
Apprendre van Claire Simon (13/20, Special Screening) is een nieuwe toevoeging aan het genre van de lagereschooldocumentaire (zie ook Favoriten, Être et Avoir), dit keer in Ivry-sur-Seine, een voorstad van Parijs. De schoolklas als mini-samenleving; het blijft een dankbaar onderwerp voor films en documentaires. Deze haalt het niet bij de hierboven genoemde documentaires, maar ik heb nu wel geleerd hoe ik met een paar huis-, tuin- en keukenattributen mijn longinhoud kan berekenen.
Black Dog van Guan Hu (16/20, Un Certain Regard) had de fraaiste landschappen van dit festival te bieden; de film is gesitueerd in een verlaten industriestadje aan de rand van de Gobi-woestijn. We volgen Lang, een zwijgzame ex-bajesklant die terugkeert naar zijn woonplaats en aan de slag gaat bij een patrouilleteam dat zwerfhonden (waarvan er honderden in de stad rondlopen) moet vangen, in de hoop grote bedrijven weer richting de stad te lokken. Lang, zelf een eenzaat, ontwikkelt een bijzondere relatie met een zwarte hazewindhond waar jacht op wordt gemaakt omdat hij rabiës zou hebben. Liefhebbers van Lassie mogen thuisblijven, dit is een rauw portret van het leven in een deel van China dat niet is meegenomen in de stormachtige economische ontwikkeling van het land. Jia Zhangke heeft een mooie gastrol. Aangekocht door Cinéar
The Substance van Coralie Fargeat (17/20) was een nieuw festivalhoogtepunt: een uitzinnige, hypergestileerde, verrukkelijke over-the-top bodyhorrorfilm waarin Demi Moore de voormalige filmster Elisabeth speelt; ooit Oscarwinnares, nu gastvrouw van een fitnessshow op tv. De zenderbazen vinden dat Elisabeth te oud is en willen haar inruilen voor een jongere en lekkerdere vrouw. Bij toeval krijgt Elisabeth te horen over The Substance, een middel dat – als je het injecteert in je eigen lichaam – een jongere, verbeterde versie van jezelf uit je eigen film extraheert. Belangrijke instructie is wel dat je na elke zeven dagen weer een week moet terugkeren in je oude lichaam. Wat er gebeurt als je je niet aan de instructie houdt, moet u zelf maar in de bioscoop gaan ontdekken. Recensenten die dit afdoen als style over substance dwalen: de film is niet alleen een technisch meesterstuk, maar heeft ook nog eens intelligente dingen te zeggen over onze schoonheidsidealen, de angst van jonge vrouwen om oud te worden en de angst van oudere vrouwen voor hun jongere ik. Een film waar nog lang na Cannes over zal worden gepraat. Nog geen distributeur in Nederland maar dat gaat vast niet zo blijven.
Aan het einde van de filmdag mijn eerste walkout tijdens dit festival. Les Femmes Au Balcon van Noémie Merlant (midnight screening) was een incoherent soepzootje met het soort acteerwerk dat ik eerder bij een improvisatieworkshop op de Toneelacademie verwacht dan in een film uit het officiële programma van het filmfestival in Cannes. Elk jaar vertoont Cannes wel een paar films van acteurs/actrices die in de regiestoel plaatsnemen. Tamelijk vaak blijkt dat het toch een ander métier is. Voor het festival al aangekocht door Cinéart, maar ik vermoed dat de film daar lang op de plank zal blijven liggen. Halverwege hield ik het voor gezien (daarom geen score) en ging aan de kabeljauw met prei en aardappel. Ik hoop van u hetzelfde.
Morgen meld ik me met een laatste dispatch; er wacht werk in Maastricht en daarom moet ik dit keer het festival vier dagen voor het einde verlaten. Maar niet voordat ik Ali Abbasi’s kijk op de jonge jaren van Donald Trump heb gezien. Daarvan woensdag verslag in mijn laatste dispatch.
A bientôt,
Mark
0 notes
euroadventure · 25 days
Text
Bouillon
Dinsdag 30 april
Het is af en toe behelpen. De ene nacht is het koud en de volgende nacht weer net te warm, maar goed dat betekent waarschijnlijk ook warmte overdag. En dat klopt, tenminste wanneer ik wakker wordt schijnt de zon volop 😎, een uur later is het al weer bewolkt. Maar prima wandelweer wat mij betreft!
Het lijkt nog wat fris dus voor de zekerheid toch een lange broek aangedaan tijdens de wandeling...🥵 na een minuut of tien wandelen ben ik al helemaal bezweet en is alles klam. Mijn trui is snel uit maar ik heb helaas geen korte broek meegenomen.
Ik loop gelukkig in de bossen wat even wat verkoeling meebrengt. Ook hier is alles prachtig groen, maar het verschil met Nederland is dat het meeste nog wel in de knop zit. Ook passeer ik nog een groot en imposant klooster en ietsjes later een mooie hangbrug waar ik niet overheen hoef, maar toch even van dichtbij ga bekijken 😉.
Tumblr media Tumblr media
De route is 13 kilometer dus best pittig, maar als het goed is ook leuke tocht. Toch let ik even niet op en loop ik zomaar bijna 1,5 kilometer de verkeerde kant op 🙈 en die kan ik dus ook weer teruglopen...ach dan maar 16 kilometer...🙃.
Ik vervolg mijn route langs de rivier de Semois. Erg mooi!
Tumblr media
Misschien heeft het zo moeten zijn...want het eerste stuk is bewolkt, maar wanneer ik bij het hoogtepunt van de route aan kom (letterlijk ook het hoogste punt), komt de zon volop door! Jeuuhhh 🥳. Echt een strak blauwe lucht heb ik deze dagen nog niet veel gezien, maar de zon maakt al veel goed.
Tumblr media Tumblr media
Het uitzicht is super! Voldaan loop ik deels over de zelfde route terug, behalve het laatste stuk.
Tumblr media Tumblr media
Ik word weer door het bos gestuurd langs nog een paar uitzichtpunten, waaronder een over de stad Bouillon. Echt tof!
Tumblr media
Eenmaal weer bij mijn campertje moet ik eerst even bijtanken met lekker glas cola. Vervolgens was ik mij en trek ik wwer schone kleren aan. Altijd lekker 😉. Ik wil even boodschappen gaan halen in het centrum. Ik besef me dat het morgen hier 1 mei is, dag van de arbeid, en dan zijn de winkels in België, Luxemburg en Duitsland allemaal gesloten dus moet ik nu toch maar even gaan.
Net als ik op het punt sta te vertrekken komt er een Nederlandse man naast mij staan met zijn camper. We kletsen wat en heel toevallig komt hij uit Zeeland, uit Goes. Grappig!
Ik loop naar het centrum haal boodschappen en plof nog even op het terras, wel verdiend na zo een inspanning, al zeg ik het zelf 😁.
Tumblr media Tumblr media
Eenmaal terug bij mijn campertje lees ik nog een boekje, luister een podcast, lekker relaxed! Even later komt 'de buurman' terug. Hij was ook nog even wat boodschappen gaan halen.
Hij blijkt hier regelmatig te komen, al van kleins af aan en vind het een fijne plek om te staan. Eigenlijk mag je hier maar maximaal 24 uur staan, maar zegt hij daar kijkt niemand naar. Ik blijf dan toch nog maar een nachtje staan, want het was lelker rustig en ik heb geen zin om weer te rijden.
Uiteindelijk kletsen we nog de hele avond buiten in onze relaxed stoelen over van alles en nog wat. Hij blijkt ook veel gereisd te hebben en in her buitenland gewerkt te hebben. Leuk om te horen waar hij allemaal geweest is. Om 22 uur begint het achter de heuvels te flitsen en te rommelen, ook vallen de eerste druppels. Gauw spullen binnenzetten. Een paar minuten nadat ik binnen ben begint het opeens goed door te regenen. Tijd om mijn bed maar in te kruipen 😊.
0 notes
stefselfslagh · 3 months
Text
Rutger Bregman: 'Die grenzeloze aandacht voor jezelf, hou daarmee op.'
Dit interview verscheen op zaterdag 9 maart in Zeno, de weekendbijlage van De Morgen.
Tumblr media
Vijf jaar na De Meeste Mensen Deugen heeft de Nederlandse historicus Rutger Bregman (35) een nieuw boek klaar. In Morele Ambitie legt hij uit hoe u de wereld kunt verbeteren. Door met uw bullshitjob te stoppen, bijvoorbeeld. "Vergéét je passie. Vraag je liever af wat de wereld van jou nodig heeft."
Houten, een gemeente ten zuidoosten van Utrecht. Het Plein - met hoofdletter omdat het plein in kwestie ook daadwerkelijk Plein heet - lijkt op een levensechte versie van de maquettes waarmee projectontwikkelaars ons willen doen geloven dat een Disney-leven perfect haalbaar is. Fleurig geklede Houtenaars laven zich aan de eerste lentezon, de café-uitbaters hebben hun terrassen uitgepakt, de fietspaden zijn breed en putloos, Albert Heijn staat paraat om middenklassebuikjes te vullen, er wordt gewuifd, gedoeid en gehoudoed dat het een lieve lust is.
Het is dan ook even aanpassen wanneer Rutger Bregman me er in café De Roskam aan herinnert dat we in ontwrichtende tijden leven. "Er is voor het eerst sinds lang weer oorlog in Europa, radicaal rechts wint overal de verkiezingen, er liggen nieuwe pandemieën op de loer en ondertussen sneuvelt het ene temperatuurrecord na het andere. Ik ben zoals bekend geen doemdenker, maar we bevinden ons wel op een scharniermoment in onze geschiedenis. En dus is het de hoogste tijd om in actie te komen. Om de grote uitdagingen van onze tijd aan te pakken."
Hoe we dat kunnen doen, legt Bregman uit in Morele Ambitie, de opvolger van het over ontelbare toonbanken geschoven De Meeste Mensen Deugen. Morele Ambitie vertrekt van de provocerende premisse dat de grootste talenten in onze samenleving zelden aan de grootste problemen werken. Omdat ze vastzitten in goedbetaalde, maar nutteloze banen. Omdat ze verblind en versuft door hun privileges niet meer zien wat er écht toe doet.
Gelukkig heeft Bregman tegen die kolossale verspilling van talent een medicijn ontwikkeld: morele ambitie. Dat is, zo schrijft hij, 'de wil om de wereld drastisch te verbeteren.' En het woord 'drastisch' is niet toevallig in die zin gesukkeld. Als je de wereld wil verbeteren, volstaat het niet om sojaschnitzels te eten. Je moet ook een veel krachtiger hefboom gebruiken: je carrière.
"De gemiddelde carrière bestaat uit tweeduizend werkweken", legt Bregman uit. "Als je bereid bent om die allemaal te besteden aan de grote problemen van onze tijd - of het nu gaat over klimaatverandering of kindersterfte, over belastingontduiking of dierenleed - kan je veel meer voor de wereld betekenen dan door af en toe wat vegetarische smeerworst op je boterham te smeren of een keertje minder te vliegen."
Bregman stond erop om de daad bij het woord te voegen: hij schreef niet alleen een boek, maar richtte ook een organisatie op - The School for Moral Ambition - waarmee hij en zijn co-founders zoveel mogelijk mensen willen helpen om hun bullshitjob in te ruilen voor een betekenisvolle baan. The School for Moral Ambition is gevestigd in de Amsterdamse Zuidas, het hart van het Nederlandse grootkapitaal. Omdat daar het talent zit dat op betreurenswaardige schaal verspild wordt?
(knikt) "Mijn collega Simon van Teutem noemt de Zuidas 'de Bermudadriehoek van talent': de plek waar pas afgestudeerden worden opgezogen door consultancybedrijven, advocatenkantoren, banken en ICT-ondernemingen. Die veelbelovende jonge mensen willen we redden, door hen de kans te geven om met hun talent de grote wereldproblemen te helpen oplossen. In mei starten we met twee fellowships. De uitverkorenen stomen we klaar om hun carrière helemaal om te gooien. En we hanteren daarbij een totaal andere definitie van succes. Slagen betekent bij ons niet 'zo veel mogelijk geld verdienen' maar 'zo veel mogelijk goed doen'. Natuurlijk, je moet nog steeds je hypotheek kunnen betalen. Ik heb hier in Houten ook een koopwoning en een elektrische auto. Maar je kan maar in één auto tegelijk rijden. Het getuigt van een zekere leegte als je op een gegeven moment niet genoeg hebt."
Was je boek ongeloofwaardig geweest als je The School for Moral Ambition niét had opgericht?
"Absoluut. Ik zit al meer dan tien jaar in de bewustzijnsbusiness. Ik schrijf boeken, ik geef lezingen en elke keer hoop ik dat er daardoor wat gaat veranderen. Maar na tien jaar dacht ik: wat heb ik nou eigenlijk écht bereikt? Het antwoord op die vraag was ontnuchterend: sommige mensen hebben aan mijn boeken een positiever mensbeeld overgehouden, maar daar blijft het meestal ook bij. Dat moet dankzij The School of Moral Ambition veranderen. Als we elkaar over vijf jaar opnieuw spreken, wil ik het niet hebben over hoeveel boeken ik heb verkocht. Dan wil ik kunnen vertellen hoeveel technologieën we verder ontwikkeld hebben, hoeveel wetten we veranderd hebben, hoeveel bedrijven we opgestart hebben, hoeveel mensen en dieren we geholpen hebben. De eerste tien jaar van mijn carrière stonden in het teken van ideeën, de volgende tien moeten in het teken staan van impact."
De grondbeginselen van The School for Moral Ambition zijn in een aparte stijl geschreven. 'We zijn dankbaar dat we de wereld mogen verbeteren.' 'We beschouwen alle wezens met bewustzijn als leden van onze morele kring.' Ik hoor het jullie bijna in groep reciteren, al dan niet met de handen ten hemel geheven. Dreig je de kritische, hoogopgeleide mensen waar jullie op mikken met deze toon niet af te schrikken?
"Ik denk het niet. Ik denk dat veel mensen er naar verlangen om onderdeel te zijn van iets groters. Ik vind je vraag eerlijk gezegd een typische Lage Landen-vraag. 'Heb je wel genoeg zelfspot?' 'Maak je jezelf niet te groot?' Ik denk niet dat ze me dat in Amerika zouden vragen. Maar in de Lage Landen is het natuurlijk niet de bedoeling dat je moralistisch of ambitieus bent. Hier krijg je applaus als je in de krant cynisch commentaar levert."
Ik ben niet cynisch, ik stel een oprechte vraag.
"Fair enough, het is ook een goede vraag. Kijk, ons zesde grondbeginsel gaat over levenslust. Over het feit dat moraliteit niet het enige in het leven is. Een beetje rotzooi trappen, wat aanlummelen: ook dat hoort bij een rijk en veelzijdig bestaan. Dus nee, we gaan niet gebukt onder te veel ernst. De basisdrijfveer om je bij ons aan te melden, zou enthousiasme moeten zijn: het gevoel dat er niks leukers is dan met je talent de wereld te veranderen. Als je de kans hebt om een verschil te maken, waarom zou je dat dan niet doen?"
Op LinkedIn schreef je: 'Ik ben nog nooit zo hyper geweest als de afgelopen maanden.' Omdat je merkt dat je nu al veel losweekt?
"Ik krijg dagelijks mails van mensen: 'Kan ik helpen? Kan ik meedoen?' Het is heerlijk om samen iets te bouwen. Om je met andere mensen te verenigen rond een ideaal, een plan en de afspraak om er een deel van je leven aan te wijden. Je kan wel blijven leuteren over de noodzaak van systeemverandering en de defecten van het neoliberalisme, maar op een gegeven moment moet je toch wat gaan doen."
Je wil met The School for Moral Ambition ook internationaal potten breken.
"Morele Ambitie komt ook in de Verenigde Staten uit. En dus willen we ook nabij Wall Street - die andere hotspot van talentverspilling - een organisatie opzetten. Eind dit jaar verhuis ik met mijn gezin voor een tijdje naar New York. Schoorvoetend, moet ik toegeven, want ik ben niet zo'n globetrotter. Maar je kan niet al zoomend een beweging uit de grond stampen."  
Was De Meeste Mensen Deugen een aai over onze bol, dan is Morele Ambitie een pets in ons gezicht: we stellen onze talenten ten dienste van bedenkelijke bedrijven, en wat we onze carrière noemen, is in vele gevallen maar een geesteloze bedoening. Vooral marke-teers, lobbyisten, influencers, beurshandelaars en bedrijfsadvocaten - 'de mensen die kunnen staken zonder dat iemand er last van heeft' - mogen zich aangesproken voelen. Al vindt Rutger Bregman dat iederéén zich door het concept van morele ambitie kan laten inspireren.
"Mijn moeder werkt als lerares met autistische kinderen. Ze heeft samen met col-lega's een leesmethode ontwikkeld waarmee die kinderen vlotter leren lezen, ook kinderen waarvan werd gezegd dat ze nooit zouden leren lezen. Aanvankelijk werd de methode enkel op haar eigen school toegepast, maar ondertussen vertelt ze er ook over op andere scholen. Dat geeft aan dat iedereen, ook mensen die al heel betekenisvol werk doen, zich kunnen afvragen: hoe kan ik meer impact realiseren?"
In sectoren zoals de zorg en het onderwijs is er een tekort aan arbeidskrachten. Dat zijn mooie bestemmingen voor mensen die een zinvoller job willen. Maar in andere sectoren is het aanbod kleiner. Er zijn meer vacatures voor marketeers die ketchup moeten verkopen dan voor marketeers die dierenrechten op de kaart moeten zetten.
"Dat geeft aan dat er een brede morele revolutie nodig is. Dat het belangrijk is om ook samen te werken met ondernemers en impactinvesteerders. Zij kunnen zoeken naar nieuwe verdienmodellen voor idealistische bedrijven. Zij kunnen ertoe bijdragen dat er meer betekenisvolle banen gecreërd worden."
Wat als ik een marketeer ben die het leuker vindt om ketchup te verkopen dan dierenleed aan te kaarten? Wat als ik liever speel dan preek? Ben ik dan een moreel laakbaar mens?
"Dan ben je vooral een saai mens. Ik vind ketchup hartstikke lekker, maar het lijkt me wel suf om nog een ketchupmerk in de markt te zetten. Al kan het uiteraard nog veel erger: je kan ook voor de tabaksindustrie werken. Dan is je baan gewoon een morele schandvlek."
Je legt in je boek uit hoe we onze jobs betekenisvoller kunnen maken. 'Een bioloog of ingenieur kan een verschil maken in de strijd tegen de volgende pandemie. Een wiskundige of informaticus kan helpen bij de veilige ontwikkeling van artificiële intelligentie.' Hoe kan ik, als journalist, meer morele ambitie aan de dag leggen?
"Als journalist bepaal je mee waarover mensen nadenken. De vraag is dus: wat zet je op de voorpagina? Wereldwijd is één van de de grootste oorzaken van kindersterfte loodver-giftiging. En toch schrijven kranten daar bijna nooit over. Het gevolg van dat gebrek aan aandacht is een gebrek aan actie: er zijn over de hele wereld maar twee serieuze ngo's die loodvergiftiging uit de wereld proberen te helpen. Terwijl er elk jaar miljoenen kinderen aan sterven. Als journalist zou je dus kunnen zeggen: ik ga over iets onderbelichts schrijven. Zoals loodvergiftiging."
Is bijvoorbeeld de oorlog tussen Israël en Hamas dan niet belangrijk?
"Natuurlijk wel. Maar er zijn al ontzettend veel journalisten die daarover schrijven. Gaan jouw stukken dan het verschil maken? Regelmatig krijg ik de vraag: 'Rutger, waarom staat je tijdlijn niet vol met woedende berichten over Gaza?' Als ik zou geloven dat die berichten een verschil zouden maken, zou ik ze schrijven. Want het is waar dat Israël de ene oorlogs-misdaad na de andere pleegt. Maar ik heb niet de illusie dat ik daar met wat tweets iets aan kan veranderen. Goed doen is meer dan alleen het goede zeggen. Overigens vind ik ook dat journalisten zich veel te vaak op het binnenland fixeren. In Nederland heeft Geert Wilders een gigantische verkiezingsoverwinning geboekt, die deels is gefaciliteerd door de bereidheid van zowat alle journalisten om mee te gaan in het frame dat de asielcrisis op dit moment het grootste probleem van Nederland is. Artikel na artikel las je hetzelfde: 'We worden overspoeld, we kunnen dit niet aan.' Dat is onzin. Nederland is steenrijk. Wij kunnen de opvang van asielzoekers prima aan. De overheid heeft de voorbije jaren gewoon te weinig geïnvesteerd in opvangcapaciteit. Nogal logisch dat mensen dan in parken gaan slapen."
Ook kunstenaars geef je het advies 'om mensen in beweging te krijgen en de aandacht te vestigen op wat nu nog onder de radar blijft.' Hebben kunstenaars die geen maatschappe-lijk geëngageerde kunst maken een bullshitjob?
"Nee, joh. Zoals gezegd: het leven is meer dan alleen maar moraliteit. Soms wil je gewoon naar iets onwijs moois kijken. Begrijp me echt niet verkeerd: ik zeg niet dat moraliteit alles moet opslokken. Je mag ook nog bordspelletjes spelen met je vrienden. Of lekker op vakantie gaan naar Europarcs. Ik zeg alleen dat moraliteit in veel carrières een veel te kleine rol speelt. Dat je met je talent net zo goed wat wereldproblemen kan helpen oplossen."
Alleen is het soms verdomd moeilijk om te weten hoé je die problemen moet oplossen. Voor de ene wetenschapper zit in de verdere ontwikkeling van kweekvlees een enorme potentiële winst, voor de andere zal vlees nooit op voldoende grote schaal gekweekt kunnen worden om écht een verschil te maken. Hoe kun je als doorsnee geïnformeerde sterveling weten aan welk doel je je talent het best schenkt?
"Door je in wetenschappelijk onderzoek te verdiepen. Er zijn genoeg onderzoekers die zich elke dag afvragen: wat zijn op deze planeet nu echt de grootste problemen en wat is er nodig om ze aan te pakken? Zij kunnen je vertellen wat voor jou de meest kansrijke opties zijn. Die kritische, onpartijdige analyse ontbreekt vaak. Iedere jobcoach vraagt: wat is je passie? Vergéét je passie. Vraag je liever af wat de wereld van jou nodig heeft. Bij het Londense Charity Entrepreneurship, een incubator voor moreel ambitieuze start-ups, houden sommige mensen zich bezig met de gezinsplanning in Ghana. Denk je dat dat hun grote passie was? Helemaal niet. Maar ze hebben zich erin verdiept, ze hebben gemerkt dat ze er een enorm verschil mee kunnen maken en zo is het hun passie geworden. Die grenzeloze aandacht voor jezelf, dat eeuwige naar binnen kijken: hou daar mee op. Ik vind Alain de Botton een uitstekend schrijver, maar zijn School of Life is natuurlijk wel een beetje een School for Navelstaarders. Wij willen een School for Wereldverbeteraars zijn."
Behalve een aanklacht tegen intellectuele zelfbevlekking, is Morele Ambitie ook een oproep om idealisme te doen renderen. Om goede bedoelingen om te zetten in harde resultaten. In de strijd tegen onrecht, vindt Rutger Bregman, is winnen een morele plicht. En dus moeten we afscheid nemen van het idee dat bewustzijn automatisch tot verandering leidt. De Occupy Wall Street-protesten hebben de bezuinigingen niet tegengehouden, de Black Lives Matter-beweging heeft tot weinig concrete wetgeving geleid.
"Bewustzijn is noodzakelijk, maar onvoldoende", zegt Bregman. "De progressieve wereldburgers zijn uitstekend geïnformeerd. Ze kennen de toeleveringsketens van de koffie die ze drinken en de kleren die ze dragen. Maar lijdt dat bewustzijn ook tot actie? Heel vaak enkel tot negatieve actie: ze eten geen vlees, ze vliegen niet, ze mijden bepaalde winkels. Dat is op zich niet verkeerd, maar is dat dan hun grote bijdrage aan een betere wereld? Voor mij gaat het niet over wat we niet doen, maar over wat we wel doen. Eén van onze ambassadeurs, Mpanzu Bamenga, is in de politiek gegaan omdat hij een landelijk verbod op etnisch profileren wil afdwingen. Dat bewonder ik enorm. Veel te veel activisten staren zich blind op bewustzijn, terwijl ze misschien beter een lobby-organisatie of een start-up uit de grond zouden stampen."
Mensen die denken dat de goede zaak genoeg heeft aan goede intenties, noem je in je boek 'de nobele verliezers'.
"Ja. Ze staan zogezegd aan de goede kant van de geschiedenis, maar krijgen in het hier en nu niks voor elkaar. Om echt het verschil te maken, moet je strategisch denken. Coalities smeden, geldstromen analyseren, macht opbouwen, op het beleid wegen. Effectieve idealisten zijn radicaal in hun doelstellingen, maar doelgericht in hun uitvoering."
Kan jij na Morele Ambitie nog bevriend zijn met iemand die geen morele ambitie toont?
"Ja, hoor. Maar als ik zie dat een vriend van me zijn talent verkwist, zal ik niet nalaten hem daarmee te plagen. Ik ben nooit vies geweest van een beetje shamen." (lacht)
Dat blijkt ook in je boek. Over dertigplussers zeg je dat 'wie eenmaal een taartschep heeft, doorgaans een verloren zaak is.' Over online activisten dat ze meer bezig zijn met goed overkomen dan met het goede doen. Over Gen Z-ers dat ze wel idealistisch zijn, maar onvoldoende ambitieus. Je houdt je lezers een weinig flatterende spiegel voor.
"Soms moet je mensen een beetje wakker schudden. Maar ik hoop dat ze mijn ongelijk zullen bewijzen. En dat ze onthouden dat ik hen een aantrekkelijk levensideaal voorhoud. Sommige mensen tekenen uiteraard protest aan. Niet de consultants of de bankiers, die geven meestal vrij snel toe dat hun baan sociaal nutteloos is. 'Dit is mijn laatste jaar bij McKinsey', zeggen ze dan. Om dat het jaar daarop nog eens te herhalen. (lacht) Maar de activisten die alleen maar Instagram-posts schrijven, of de mensen die enkel nadenken over de woorden waarmee het onrecht in de wereld beschreven moet worden, hebben het misschien wat moeilijker met mijn boek. Ze vinden het niet fijn om te horen dat ze te weinig resultaten boeken, dat het hen aan een strategie ontbreekt. Maar het is vaak wel de waarheid. Zo zijn er links-progressieve activisten die altijd alles op één hoop gooien. Die zeggen: 'Jij mag alleen meestrijden voor betaalbare huisvesting als je ook de juiste standpunten inneemt over de Israëlisch-Palestijnse kwestie, de klimaatverandering en de rechten van transmensen.' Ik denk niet dat zulke mensen voor veel verandering gaan zorgen. Je hebt immers een coalitie nodig om het verschil te maken. En het is echt oké om één probleem per keer op te lossen. Als je alles tegelijkertijd wil doen, bereik je meestal niks."
Je positioneert Morele Ambitie als het anti-zelfhulpboek: we leven niet enkel om zelf gelukkig te worden, maar ook om van de wereld een betere plek te maken. Rangschik je een thema als mentaal welzijn lager op de maatschappelijke prioriteitenladder dan kindersterfte of armoede?
"De Britse abolitionist Thomas Clarkson heeft zich zeven jaar te pletter gewerkt om de slavernij te helpen afschaffen. Hij kon op een gegeven moment niet eens meer de trap oplopen. Wellicht had hij beter af en toe wat ademhalingsoefeningen gedaan en nu en dan iets in zijn dankbaarheidsboekje geschreven. Maar ik ben toch vooral blij dat hij voor een prachtig ideaal heeft gestreden en een groot verschil heeft gemaakt. Ik denk dat we soms wat te fanatiek in onze eigen ziel roeren. Je om anderen bekommeren, is vaak een veel betere manier om gelukkig te worden. De oorzaak van al ons mentale ongeluk is volgens mij niet hard werken, maar een gebrek aan zingeving. Als je gelooft in wat je doet, kan je gerust tachtig uur per week werken. Maar als je een bullshitjob hebt, kan dertig uur per week al te veel zijn."
Waarom heb je Morele Ambitie opgedragen aan je moeder?
"Omdat zij me geleerd heeft dat het belangrijker is om op te komen voor het goede dan om anderen op hun gemak te stellen. Als een vriend haar zegt dat hij tijdens zijn vakantie naar Bali gaat, vraagt mijn moeder: 'Oh ja? Waarom dan? Jij was toch bezig met duurzaamheid en het klimaat? Dat waren toch je idealen? Waarom handel je er dan niet naar?' (lacht) Zo'n gesprek kan best ongemakkelijk worden. Maar ook ongemak kan productief zijn."
Mag ik je idealisme het verlengstuk van je opvoeding noemen?
"Ik zou mijn opvoeding niet idealistisch noemen, maar veeleer zingevend. Het leven is meer dan alleen das Fressen, dat idee. Waarom ben ik hier? Waar ga ik naartoe? Wat is mijn rol in het grotere geheel? Mijn ouders hebben me erop gewezen dat je als mens niet aan een aantal fundamentele vragen ontsnapt. Maar ze hebben me alle vrijheid gegeven om die vragen zelf te beantwoorden."
Twee jaar geleden werd je dochter Kaat geboren. Heeft het prille vaderschap je doen beslissen om de wereld een moreel geweten te schoppen?
"Nee, ik was al langer met het idee van morele ambitie bezig. Ik durf trouwens te betwijfelen of je wel een beter mens wordt door kinderen te krijgen. Vaak gebeurt het tegenoverge-stelde. Kunnen jonge ouders plots niet meer verder kijken dan hun eigen gezin. Zeker hoog-opgeleide, progressieve mensen lopen vaak eindeloos te soebatten over minieme variabe-len. 'Geef ik mijn dochter wel lang genoeg borstvoeding?' 'Mag mijn zoon wel of niet bij mij in bed slapen?' Dat soort dingen doet er niet zoveel toe toe."
Hoe inconsequent mag jij van jezelf leven?
"Ik kan haast niet anders dan inconsequent zijn. Puur veganisme, bijvoorbeeld, is een bijna onbereikbaar ideaal. Ik heb een leren riem: moet ik die weggooien? Mag ik een gerecht niét meer eten omdat er nog een microgram melkpoeder in zit? Als je je idealisme zo ver doordrijft, is het niet langer aantrekkelijk. Dan ben je ook te veel met jezelf bezig in plaats van met de wereld. Ik wil geen heilige zijn. Ik wil ook nog de bloemetjes kunnen buitenzetten en een keer geld uitgeven aan onzin. Anderzijds mag je het jezelf ook niet te gemakkelijk maken. Ik zou niet te snel denken: 'Ach ja, de mens is een gebrekkig wezen, wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.' We moeten ook offers kunnen brengen. Zo'n zwaar leven hebben de meeste Nederlanders en Belgen niet."
In een interview met de Volkskrant zei je dat aandacht 'karakterbedervend' kan zijn. Wanneer kwam je daar achter?  
"Toen ik in Zuid-Korea op tournee was om Utopia for Realists, mijn derde boek, te promoten. Een interviewer stelde me een vraag over de politieke situatie in Zuid-Korea. Ik hoorde mezelf het begin van een antwoord formuleren en dacht plots: 'Wat ben ik in vredesnaam aan het doen? Ik weet níks over dit land. Ik ben hier net een paar uur en ik zit al meningen rond te strooien over de Zuid-Koreaanse politiek. Terwijl ik niet eens de naam van de premier ken. Of is het een president?' (lacht) Dat zijn dus de momenten waarop je jezelf streng moet toespreken."
Je houdt er uitgesproken standpunten op na. Wanneer heb je voor het laatst over iets getwijfeld?
"Ik ben de hele tijd aan het twijfelen. Na jouw vraag over de grondbeginselen van onze school sloeg de onzekerheid meteen toe: 'Heeft hij een punt? Hadden we die beginselen anders moeten formuleren?' Maar soms ben ik ook heel zeker van mijn zaak. En dat vinden mensen weleens vervelend. Als je zoals ik een groot podium krijgt, roep je ook veel weerstand op. En dat snap ik. Ik zou Rutger Bregman ook een ergerlijk figuur vinden als ik hem niet was. (lacht) In het Algemeen Dagblad verscheen laatst een column waarin stond: 'Morele ambitie is een prima idee, maar niet als Rutger Bregman het zegt.' Kan ik best mee leven. Het is niet mijn levensdoel om door iedereen aardig gevonden te worden."
We ronden af, 'the Dutch wunderkind of new ideas' (copyright: The Guardian) moet nog andere journalisten te woord staan. Terug op het Plein zie ik twee toekomstige alumni van The School for Moral Ambition: een tienermeisje dat later een grote rechtszaak tegen Philip Morris gaat winnen en een kalende dertiger die nog voor zijn midlifecrisis een doorbraak in de ontwikkeling van kweekvlees zal aankondigen. 'Straks toch even checken of ik eigenlijk een taartschep heb', denk ik terwijl ik in mijn auto stap.
0 notes
victor-burger · 4 months
Text
Twee weekenden in de kerstvakantie ’23 en ‘24
Door omstandigheden is het beter als Leef en ik in het begin van de kerstvakantie '23 niet thuis zijn. Dus eerst een paar dagen naar Bleau en dan logeren in Lelystad.
Vrijdagmiddag heen. We slapen bij Bloasis. Alleen de kinderen van Fabian slapen in de andere kamers maar zijn er alleen ’s nachts. Zo hebben wij het rijk voor onszelf. Heerlijk.
Tumblr media
Zaterdag heel rustig aan doen en pas na de lunch spreek ik met Bart en Rutger op de parkeerplaats van JA Martin af. Het is koud, guur en beetje miezer. Toch heb ik veel zin om te klimmen. Etrave assis proberen. Gaat op zich okay, maar het is wel heel koud en vochtig.
Zondag is een topdag. Heerlijk weer en de blokken zijn droog. Leef en ik klimmen mooie boulders in Canche aux Merciers. Leuke paarse, gele en blauwe! Eind van de middag nog even naar een wat moeilijkere boulder. Ik kan close contact gelukkig snel klimmen met de aanmoedigingen van Leef.
Tumblr media
Maandag is het een stuk minder mooi weer. We proberen eerst wat droogs te vinden in Isatis maar dat is kansloos. In 91.1 is het wel droog. Daar klim ik wat mooie boulders. Eind van de middag nog even naar Frenesi in Petit Rempart. Uiteindelijk maak ik alle passen maar lukt het einde niet omdat alle grepen nat zijn….. Volgende keer.
Dinsdag is het bagger weer en lopen wij een rondje en daarna snel naar Nederland.
Anderhalve week later zit ik in de auto met Edwin voor ons traditionele eerste weekend van januari. We slapen ook weer bij Gerard maar nu bij zijn huis, net buiten het centrum. Waarschijnlijk de laatste keer hier want volgend jaar slapen we in ons huis. Gek idee. Donderdagmiddag vertrekken en heel voorspoedige reis.
Tumblr media
Vrijdag is het prachtig weer! Blauwe lucht, wind en droge blokken. Weinig vochtigheid. Opwarmen in Cuvier en dan door naar Rempart. Ik klim Frenesie nu wel snel. Top. Daarna probeer ik nog wat moeilijke boulders maar die lukken niet. Prachtige dag.
Tumblr media Tumblr media
Zaterdag warmen we op in Gorge aux Chats. Mooie boulders als opwarmer die ik nog niet eerder had gedaan. Daarna flink zoeken naar Rififi. Eerste pas vind ik het moeilijkst. Maar na goed puzzelen en coaching van Edwin lukt het. En het staat op film. Omdat het nog niet regent naar Telegraph waar ik in de eerste poging nog een 7c doe en nog een leuke 7b+ dyno (ook niet heel moeilijk). Heerlijk dag en goed gaar!
Zondag doen we het een beetje anders. Wij zoeken op bleau.info naar de mooiste 6a's en 6b's. Paar boulders in Bizon komen naar voren. Zijn we beide nog nooit geweest. En er zit een 7c die ik nog wel een keer wil proberen. De boulders zijn prachtig!!! Echt geweldig mooie boulders. Hier ga ik ook ooit nog het hele blauwe circuit doen. Wat is klimmen dan toch een mooie sport. Ik soleer per ongeluk ook nog een 6c kant.... Dat was wel spannend.
100% pur jus is de 7c die ik wil proberen. Met tips van Ed en een kleine swooch over de pad (zie hieronder) klim ik de boulder. Voor mij goed genoeg maar fijn dat op film staat hoe ik de boulder klim.
Daarna nog Merry Christmas proberen maar dat gaat niet meer. Ik klim me leeg op de boulders rondom. Problemen die ik eerst niet kon, lukken nu allemaal in de 1ste poging. Is al dat plaatklimmen in de hal ook ergens goed voor ;-)
Naar Milly voor taartjes en dan snel naar huis. Goede terugreis en om 20 uur weer in Zeist.
0 notes
keynewssuriname · 5 months
Text
Er gloort hoop aan de horizon
Tumblr media
Na drie jaren van enorme herzieningsmaatregelen, beginnen zich nu macro-economisch wat tekenen van voorzichtige stabiliteit af te tekenen in de samenleving. De inflatie is redelijk teruggedrongen, maar nog lang niet op aanvaardbare proporties. De wisselkoers van de Amerikaanse dollar en euro is redelijk stabiel en daalt geleidelijk aan naar beneden. Dit creëert de mogelijkheid voor de business wereld om stapvoets weer acties te ondernemen. Wat we echt nodig hebben, is een significante expansie van de nationale productie en daarmee het scheppen van banen. Want wie formeel loon ontvangt, kan in de vorm loonbelasting afdragen aan de fiscus en vanuit deze instantie kan de overheid de publieke financiering in orde maken. Met het ontvangen loon kan men ook in allerlei vormen deel nemen aan het economisch verkeer. Een andere positief teken aan de wand is de optimistische mededeling van de minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij tijdens de plechtigheid bij de inaugurele vlucht van SLM naar Barbados dat Suriname nu de mogelijkheid heeft om wekelijks tonnen fruit te exporteren naar dit Caraïbisch eiland. Natuurlijk zit er een vleugje politieke populisme in deze mededeling, maar deze open deur moeten wij als bevolking zeker aangrijpen om de lijnen verder uit te zetten. Bovendien hebben we zeker wat formaliteiten in orde te maken om zaken te concretiseren. We denken bijvoorbeeld aan de benodigde documentatie en certificering van de landbouwproducten die we hierbij zullen exporteren. Welke input gebruiken we allemaal bij het planten en verzorgen van de producten totdat ze worden geoogst. De docering van chemicaliën in het teeltproces, rekening houdend met de volksgezondheid. Dit alles is niet zo een eenvoudig te realiseren, want het gaat gepaard met de nodige financiën. Maar wanneer alles professioneel wordt opgenomen in een investeringsplan met een businessplan als onderdeel daarvan, dan kunnen zaken sterk worden vereenvoudigd. Dit alles is sterk aan te bevelen, omdat Suriname naast Barbados deze lijnen verder kan uitzetten naar eilanden als Aruba, Bonaire, Curaçao en Trinidad die ondertussen, wat de fruitbehoefte betreft, worden voorzien vanuit Venezuela en Colombia. De voornoemde eilanden kunnen middels een strategische aanpak een goede afzetmarkt worden voor Suriname. Het vruchtbaar binnenland kan als braakliggend terrein in een bijzonder positieve zin dienen als leveranciers van het benodigd fruit die we moeten exporteren naar Barbados en alle andere eilanden. Een goede samenwerking tussen het ministerie van LVV en het Directoraat Agrarische Ontwikkeling Binnenland(DAOB) van het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport(ROS) zou ongetwijfeld een goede basis vormen voor het halen van de targets waar ernaar gestreefd wordt. Er zijn nu reeds hier en daar wat initiatieven in binnenland voor de productie. We zien bijv. de inputs van het SAMAP project naar de binnenlandbewoners toe. Dat is zonder meer prijzenswaardig, maar we moeten nu echt naar een professioneler niveau. Ettiré Patra Read the full article
1 note · View note
corverver010 · 6 months
Text
DE BLOG VAN DONDERDAG 30 NOVEMBER 2023 ✅
Tumblr media
Goedemorgen volgers, we zijn weer opweg naar het #weekend dus ben ik weer #wakker en is dit weer de nieuwe blog, het is vandaag donderdag 30 november 2023 en wat ik vandaag allemaal ga doen, vertel ik pas in de volgende updates, dus na een bak #cappuccino ☕️ ¹>
Nou ja na een bak, maar we gaan even vertellen wat ik vandaag allemaal ga doen, vandaag niet zo heel veel, zo ga ik dadelijk even de wasophangen en de wasmachine aanzetten, en verder even de was sorteren, en verder ook weer even wat foto bewerken in mijn fotoarchief, ²>
En verder nog even wat oude foto's, filmpjes, nieuwsberichten plaatsen op "rotterdam van alles" en verder vandaag weer even wat oude foto's plaatsen, en verder doe ik het vandaag rustig, dus een vrije dag, en zie ik wel weer wat ik nog ga doen, dus zie ik jullie weer laters, ³>
Tja je kan wel een vermoeden hebben over je buren, dat de politie gisteren kwamen controleren, blijf het vreemd vinden, ze keken door het boven raampje in de berging, was okee zeiden ze, zeker een tip gehad, ? vermoed dat er eerder politie is geweest, ⁴>
Maar weet wel ze worden in de gaten gehouden, ze zochten iets maar wat mochten ze niet zeggen, en verder zijn ze ook weer weggegaan, ja hij is een verzamelaar van spullen wat naar Marokko toe gaat, nou hou er nu over op, ga zo even weer wat oude foto's plaatsen, ⁵>
Wat ik ook weer al gedaan had, maar ga zo eerst even wat te eten maken en een bak #cappuccino maken, ☕️ en daarna ga ik even genieten van de avond lekker #relaxen en #stoelhangen en verder zie ik wel weer wat ik vandaag nog ga doen, dus zie ik jullie weer laters, ⁶>
Nou had gezegt dat ik nog meer foto's zou plaatsen wat ik dus niet heb gedaan, Nou ja komt morgen wel weer, heb niet altijd zin om foto's te plaatsen, en dit is ook weer de een na laatste update van vandaag, dus zie ik jullie weer in de laatste update van vandaag, ⁷>
Zo dan is dit weer de laatste update van vandaag, en is deze #donderdag ook weer bijna voorbij, maar morgen ben ik weer terug, dus is het wel weer mooi geweest, ik wens jullie voor straks slaap lekker en tot morgen weer gezond en fris weer op voor een nieuwe dag, 🥱😴🤫 ⁸< ✅️
0 notes
josjeblogt · 6 months
Text
EN ALLEEN DE VOGELS VLIEGEN...
Tumblr media
Er zit al dagen een liedje in mijn hoofd;
Het wil er maar niet uit;
“En alleen de vogels vliegen van Oost naar West Berlijn
Worden niet teruggefloten, ook niet neergeschoten
Over de muur, over het ijzeren gordijn
Omdat ze soms in het westen, soms ook in het oosten willen zijn
Omdat ze soms in het westen, soms ook in het oosten willen zijn”
Mijn man was de afgelopen week in Berlijn, misschien was dat de trigger.
Of misschien was het een video op het nieuws die ik zag waarin mensen uit Oost en West Jeruzalem hun visie gaven op de vreselijk oorlog die daar is uitgebroken.
Ik ben aan het wandelen met onze honden. Het is mooi weer. De zon schijnt. De honden hebben het naar hun zin.
Mijn gedachten dwalen af naar mijn jeugd. Ik groeide op in het meest langgerekte dorp van Nederland; Andijk. Het ligt aan de rand van het IJsselmeer en is ongeveer tien kilometer lang.
In Andijk woedde ook een stille oorlog. Gebaseerd op geografie en religie. Ik hoorde bij de Westers. Westers hadden hun eigen dorpshuis, hun eigen voetbal- en handbalvereniging, hun eigen kerk.
Van mijn moeder kreeg ik mee dat Westers goed waren. Oosters daarentegen waren raar. Ze mochten op zondagen niet met de auto, droegen hoedjes en zwarte kousen. Ze moesten elke dag een paar keer bidden. Als Wester ging je niet met Oosters om. Want Oosters waren raar.
Oosters hadden ook een dorpshuis en een voetbalvereniging. Er waren meerdere kerken; hervormd, gereformeerd en een die volgens mijn moeder de ‘zwarte kousen-kerk’ heette. Of misschien was dat wel de gereformeerde kerk, ik had geen idee.
Op de basisschool waar alle Westers naar toe gingen, was wel aandacht voor de (Katholieke) kerk maar wij hoefden thuis niet te bidden en gingen eigenlijk alleen maar met kerstmis naar de kerk.
Ik herinner me een fietstocht die mijn beste vriendinnetje Ingrid en ik ooit maakten. We hadden als lunch zure lappen mee, trekdrop en een flesje limonade. Als onze benen moe werden van het trappen, pauzeerden we op de dijk. Tussen de schapen. We keken uit over de lange Dijkweg waar maar geen einde aan leek te komen.
We begonnen ons, na de zoveelste pauze, af te vragen waar we waren. We moesten toch al minstens op de weg naar Lelystad zitten?
We besloten een oudere vrouw die de was aan het ophangen was, te vragen in welke stad we waren. Van haar antwoord vielen onze monden open: “Nôh moisie, dut sal ik je dr es goed uitlegge. Jullie benne hier in Andoik!”
Ergens was dat niet gek, we reden tenslotte nog steeds langs de dijk. Aan de andere kant verraste het ons ook. De huizen en de mensen zagen er namelijk nog steeds hetzelfde uit als onze eigen huizen en onze eigen moeders. Dat zou niet moeten kunnen als zij Oosters waren en wij Westers toch?
Elke zomer gingen we bollenpellen bij de echtgenoot van de kleuterjuf. Zij woonde in de polder. Een soort ‘niemandsland’.
We hadden altijd de grootste lol met iedereen die daar werkte. Nooit heb ik me afgevraagd wie nou Westers en wie Oosters waren.
Op een dag hoorde ik twee meiden, waar ik inmiddels goed bevriend mee was geraakt in de bollenschuur, praten over hun weekend. Ineens realiseerde ik me, dat zij Oosters waren!
Maar… hoe kon dat? Ze waren aardig, we hadden dezelfde interesses. Aan de muren van onze slaapkamers hingen dezelfde posters van popsterren en filmacteurs, we zongen even hard mee met de top veertig- liedjes die uit de oude radio achter onze rug schalde. Waarom liepen ze niet met zwarte kousen aan, waarom droegen ze geen hoeden? Waarom moesten zij niet bidden voor de lunch?
Ik raakte ervan in de war.
Ik ontdekte dat blijkbaar alles wat ik vroeger geloofde, niet waar hoefde te zijn. We waren allemaal tieners. Allemaal Andijkers ook.
Vorige week had ik een goed gesprek met een Libanese man, een vaste bezoeker van ons taalcafé. Hij zag er grauw uit, alsof hij al dagen niet had geslapen. Hij vertelde mij dat hij zich enorm veel zorgen maakte over zijn familie die vlak bij de grens met Gaza woont. De oorlog lijkt zich uit te breiden naar zijn land en zijn familie is niet langer veilig.
Hij vertelde me dat hij, net als ik eigenlijk, was opgevoed met het idee dat de Palestijnen anders waren. Minder. Raar. De haat was, net als bij mij in Andijk, al generatie op generatie doorgegeven in de opvoeding.
De man vertelde me dat hij, sinds hij zelf vader is van drie heerlijke jochies, toch anders kijkt naar de Palestijnen. Ook Palestijnen hebben heerlijke jochies, ook Palestijnen zijn liefhebbende vaders die er alles voor over hebben om hun kinderen veilig groot te brengen.
Hij zei: “Als we niet op zoek gaan naar de verbinding in plaats van naar de verschillen, komen we er nooit uit en zal de oorlog voortduren en vele levens kapot maken, aan beide zijden.”
Ik kreeg er kippenvel van en in mijn ooghoek brandde een traan.
Ik hoor een van mijn honden blaffen en ben in een seconde weer terug in het hier en nu.
Zoals honden van verschillende rassen heerlijk samen kunnen spelen. Zoals kinderen van allerlei achtergrond allemaal achter dezelfde voetbal aanrennen op het schoolplein.
Zoals mensen uit verschillende landen met elkaar kunnen praten en lachen bij ons op het taalcafé.
Zo zou het moeten zijn tussen de bevelhebbers van Hamas, Israël en de Palestijnen.
Ook zij zouden in staat moeten zijn te zoeken naar de verbinding in plaats van naar de verschillen.
Ze zijn Westers. Of Oosters. Allemaal anders, maar toch ook allemaal hetzelfde.
1 note · View note
woordvandeweek · 7 months
Text
Week 36
Dag allemaal, deze week loop ik kort eventjes alle woorden langs en vertel ik een kort detail. Ik zal het proberen een beetje binnen de perken te houden.
Stilzwijgend: Ben ik de enige die dit woord dubbelop vindt?
Braadslee: Fantastisch woord, als je dit voor het eerst zou horen zou je niet weten waar je het zoeken moet (zowel letterlijk als in spreekwoordelijke wijze). ‘Zou het bij de winteruitrusting liggen??’ ‘Nee hoor, gewoon in de keukenlade.’
Levensdraden: Album titel van een mage bekende artiest, en tegelijk net beginnende muzikant @edwinevers.
Knevels: Knevel kan verwijzen naar: Mondknevel, dat wordt gebruikt voor martelen van gevangenen. En voor haargroei op de bovenlip.
Zeerot: Mooi oud hollands woord (meer hoef ik er niet aan toe te voegen)
Paraskevidekatriafobie: Ben jij zo’n persoon die afgelopen vrijdag (13 oktober) extra op zijn passen lette? Dan is de kans groot dat jij paraskevidekatriafobie hebt. Bit betekent letterlijk fobie voor vrijdag de 13e.
Spanjolen: Negatieve benaming voor de Spanjaarden die het meest werd gebruikt rond de 16e eeuw tijdens de tachtigjarige oorlog.
Watertrappelen: deze oefening hebben we waarschijnlijk allemaal tot in den treure geoefend. Ik heb er altijd al een hekel aan gehad, maar het levert wel een leuk woord op.
Zwammen: Ontleend aan de zwam als een sponsachtige, die zeer spoedig opkomt en groot wordt om daarna weer in te zakken. Volledig identiek dus aan zeurderige gesprekken, aan loze praatjes. Ik wil dit woord graag opdragen aan Kick Poortenaar.
Verzot: Een woord dat is ontstaan door dichters en muzikanten. Geen persoon die ik ken zou dit woord gebruiken in een normale zin, maar muzikanten en dichters strooien er mee alsof het strooigoed is tijdens Sinterklaas.
Hiphoprepertoire: Dit woord ziet er gewoon heel erg leuk uit. Om eerlijk te zijn moet ik toegeven dat het waarschijnlijk een spelfout was van iemand die bij de krant werkt, maar het zou zonde zijn dit woord zomaar van tafel te vegen.
Krekel: De beste nachten van mijn leven, waren de nachten waar ik in slaap werd gesust door het tjirpende geluid van krekels die de diepte van de stilte doorbraken.
Degas Edgar heeft ‘la repetition’ geschilderd, zie achtergrond.
0 notes