Tumgik
#terugblik
joriekerottier · 9 months
Text
TERUGBLIK 2012-2022
‘Wat betekent een lijn voor mij?’ was de vraag die een formeel uitgevoerd onderzoek inzette tijdens mijn academietijd (2012-2016).  Tot dan toe werkte ik puur intuïtief en produceerde beeld na beeld, maar het gebrek aan taal om over de beelden te spreken begon in de context van de academie tegen me te werken. Het formele onderzoek ging me verrassend vlot af en leidde tot veel waardering. Ik stond sterk in mijn talige toelichting ervan. Het voelde als een trucje en ik stopte met die manier van werken omdat het voorbij gaat aan wat kunst kan zijn. Wat ik er nog van meedraag zijn twee werken en een boek: - een rol papier (1.50x10m) met daarop een enkele balpointlijn, in het midden 1.5m openliggend en aan beide kanten opgerold als een boekrol, waardoor onduidelijk is of de lijn de gehele lengte van het papier beslaat - een grillig gevormde, gesmede lijn die in de muur verdwijnt en even later weer tevoorschijn komt - ‘de horizon, een geestelijk verschiet’, een boekje met weinig tekst en veel beeld van verzamelde werken van Ger van Elk, dat eenvoudige materialen als mentale landschappen toont. Achteraf gezien een ontdekking die mijn werkproces sterk heeft gevormd en al opening gaf naar de subjectieve ervaring versus de omgeving.
 ‘’Nut is een begrip dat in de natuur geen betekenis heeft. Het is een antropomorfe gedachte, alsof alles voor ons nut moet hebben. Zo werkt het niet in de natuur. Het gaat om eten of gegeten worden. ‘’
Bovenstaande zinnen dienden lang als ‘verdediging’ van het werk dat ik maakte. De zinloze handelingen die ik uitvoerde waren bijvoorbeeld het vormen van geometrische lege plekken in een met bladeren bedekt wandelpad en het in een leegstaande fabriekshal een stuk muur te ‘schilderen’ met een uitgedroogde verfroller die in diezelfde hal gevonden was. Deze handelingen werden vastgelegd op video of foto en zo als documentatie van een voorbijgegaan moment getoond.
Door de materialen die ik van de diverse locaties meenam steeds meer als uitgangspunt te gaan nemen kwam ik op de notitie van ‘tijdelijkheid’ die leidde tot series van samengevoegde materialen met analoge foto’s van details die ik op de veelal verlaten plekken die ik bezocht maakte. Daarna zocht ik een manier waarop het werk tijdelijk zou zijn in plaats van het te tonen en dit werden ongefixeerde balpentekeningen op papier van divers formaat, zowel gevonden als nieuw (balpentekeningen Kunstwinkel en tijdens ‘witruimte,  in ruimteCAESUUR). Het idee was dat zodra de tekening ergens getoond werd, deze op zou lossen in het licht. De organische vormen van de tekeningen verkennen vragen als waar liggen mijn grenzen qua fysieke en mentale energie, hoe beweegt energie in sociale situaties, wat gebeurd er in het onbewuste en wat zijn mijn waarden? De balpentekeningen zijn sindsdien een doorlopende verkenning van en toegang tot het onbewuste gebleken. Na enkele jaren in schetsboek(jes) gewerkt te hebben vormt nu een boek uit de kringloop ondergrond voor het tekenen. Het boek als vorm komt met regelmaat terug in het werkproces, als samenbrenging van eerder tweedimensionaal werk, als fotoboek zoals bovengenoemd en als object, waarin alle tekst door arceren met ballpoint onleesbaar is geworden (MonCapitaine, zomertentoonstelling 2019 en publicatie in BALLUSTRADA (3/3, 2019). Het interessante is dat deze vorm één persoon tegelijk toelaat, een één-op-één ontmoeting met het werk mogelijk maakt die erg intiem is en geleefd kan worden. Het sluit mij als maker buiten, en ook in een tentoonstelling creëert het een vacuüm door de beperkte toegankelijkheid.
Het boek ‘party of one, a loners manifesto’ van Anneli Rufus lees ik elk jaar, en door de onderstrepingen en notities in de kantlijn groeit het met me mee. Zinnen als ‘desert islands are fine, but not required’ spreken tot mijn verbeelding en zoeken een vorm in het werk. Tijdens een solo-reis van 5 dagen in en rondom Dublin, Ierland herkende ik de eenzaamheid in een landschap dat mij paste als een tweede huid. De eenzaamheid, het verschil met alleen-zijn, en de rijkdommen die beiden kunnen brengen, met name in een wereld waarin dingen die je alleen doet, vaak als minder waard (want vreemd, waarom niet samen? Waarom niet direct met iemand delen wat je meemaakt?) worden gezien. Notities en schetsmatige tekeningen vertellen over het ervaren van een landschap waarin herkenning schuilt, een thuiskomen ervaren wordt, terwijl het de eerste keer is dat ik het bezocht (een tweede reis, van kust naar kust, volgde in 2019, toegevend aan mijn verlangen vanaf die kust ook de oceaan te ervaren). Hierdoor begon ik tussen 2015 en 2018 voor het eerst vorm te geven aan de weerstand die ik voelde tegen de commerciële manier van werken en het vermarkten van kunst. Er kwam een performance-werk zonder publiek waarin ik een groot formaat tekening met schoolbordkrijt maakte op de vloer van de academie. De ochtend na voltooiing werd deze alweer weggevaagd. De afzondering en tijd die nodig waren voor het creëren van het werk en de noodzaak om alleen te zijn werden doorvoeld door het maken ervan en zorgden ervoor dat ik begon te lezen over het onbewuste, dat 80% van de werking van ons brein bepaald. Via een ateliergesprek met Anne-Marie van Sprang kreeg ik het boek ‘het drama van de afhankelijkheid’ met essays van Connie Palmen in handen. Dit boek, haar specifieke taalgebruik, de filosofische grondslagen ervan, het beschrijven van de rol van de eenzaamheid voor het creatieve proces en met name het idee dat de werkelijkheid een weefsel is dat gevormd wordt door allerlei narratieven stuurden het denken-met-mijn-handen in herhalende handelingen, ritmes die gevormd worden door het krassen en ‘gedachteloos’ schrijven met pen op papier, het werken met garens en draden als grove borduursels die vormen van tekst en textuur vermengden.
Wandelen werd een vast deel van het werkproces. Op het strand, langs de kustlijn van Walcheren en in de stad Vlissingen vond ik tijdens wandelingen details in gebouwen, menselijke en natuurlijke elementen die me blijvend verwonderen en leren over opbouw en verval, erosie en zorgdragen. Daarnaast raapte ik fragmenten zoals stukjes plastic, vistuig, schelpen, stenen en papiertjes op. Deze worden gefotografeerd op een witte ondergrond in kenmerkend hard Zeeuws licht. Het is een poging te vatten wat ik aan informatie en indrukken opneem tijdens de wandelingen. De wandeling die ik samenstelde op vraag van de Vleeshal tijdens hun programma ‘So you don’t get lost in the neigbourhood’ gaf in combinatie met de publicatie ‘sensitive fragments’, inzicht in mijn werkwijze tot dan toe. Deze manier van mijn werk delen voelde zo natuurlijk dat ik me sinsdien afvraag of het op meer gebruikelijke manieren tentoonstellen van mijn werk nog voor meerwaarde heeft in het werkproces. 
In deze periode kreeg ik kartonnen hoekjes aangeboden, telkens zo’n 100 per maand. Dat ging twee jaar lang door. De kartonnen hoekjes verlijmde ik in ‘aanhef’ (getoond in BLADEREN, in GHL Middelburg) en vervolgens in ‘alinea's’ tot wat nu letter to the horizon (foto) heet. Dit is een van de werken die inmiddels gefungeerd hebben als onderdeel in een ‘tijdelijke stapeling’, waarover later meer. BLADEREN was een experiment waarin ik alles wat ik vanaf 2016 gemaakt had meenam naar de tentoonstellingsruimte. Om te reflecteren op wat er die jaren gebeurd was maakte ik vier weken lang elke week een nieuwe presentatie die een weekend lang open was voor publiek. Hierin ging ik het gesprek aan en zocht samen met de bezoekers naar wat er in de beelden gebeurd was. Dit samen kijken zette mij als kunstenaar in een kwetsbare positie, want het eerste wat ik duidelijk moest maken was, dat ik het zelf ook niet wist.
In 2020 werd ik door GalerieGerritse gevraagd een tentoonstelling te maken. Ik ging het gesprek aan en kreeg toestemming om de galerie vier weken lang als atelierruimte te gebruiken om mijn werkproces te delen met publiek. Tijdens de openingstijden van de galerie stond ik bezoekers te woord en werkte door. Enkele mensen kwamen meerdere keren kijken en groeiden zo mee met het werkproces. Er was ook verwarring, omdat mensen verwachtten ‘af’ werk te zien, ik moest het gesprek zo sturen dat het een uitwisseling werd over een lopend proces in plaats van vastgestelde kunstwerken. Ik nodigde Rebecca Niculae en Annemiek Wolse uit hun praktijk ook inzichtelijk te maken. Met deze vrouwen had ik in die periode een actieve uitwisseling met atelierbezoeken en in die zin maakten zij deel uit van mijn werkproces. De periode werd afgesloten met een gemodereerd gesprek tussen het publiek, de galeriehoudster Ellen Gerritse en mijzelf. Het was voor mij de eerste keer dat duidelijk allerlei lagen van de bevolking aanwezig waren, waardoor ik werd bevraagd op zowel het waarom en ambachtelijkheid als op concepten en inhoud. Bubbelplastic is een materiaal dat me door verschillende personen aangereikt werd. Mijn interesse in verpakkingsmaterialen en –vormen komt voort uit de doelmatigheid waarmee ze geproduceerd worden en de achteloosheid waarmee we ze weggooien wanneer we het begeerde object dat ze beschermden in handen hebben. Die beschermende functie, achteloosheid en het onderweg-zijn dat ze belichamen roept vanzelfsprekend geachte geborgenheid op. Door ze als materiaal te blijven zien beschreef en betekende ik ze met zowel woorden als structuren. Een proefopstelling waarbij de plastics als gelaagde golf in het atelier hingen tijdens Open Atelier dagen in ons ateliergebouw KipVis bracht allerhande beschouwingen te weeg van bezoekers. Het voelde vervreemdend dat het hoofdonderwerp ‘plasticsoep’ werd, waarover afstandelijk gesproken kan worden. Het raakte bij mij aan een inzicht dat materiaal zichzelf blijft, ongeacht wat wij erop projecteren aan mogelijk nut en betekenis(loosheid). Ik was verward en borg het werk op. Het fungeerde erna nog in geheel andere vorm in een tijdelijke stapeling in het atelier.
De maand van de filosofie bracht me in 2022 ‘intieme vreemden’ van psychoanalyticus Paul Verhaege. Daarin verteld hij over energie en stelt hij in een spannende hypothese dat het bestaan van levende wezens wellicht de meest efficiënte manier is om de entropie te bevorderen. Hij verhaalt over het ontstaan van leven en hoe wij als mensen de kroon spannen in het produceren van gigantische hoeveelheden energie die we direct weer opmaken door nutteloze activiteiten uit te voeren, zoals overproductie en toeristische uitstapjes in de ruimte maken. Tenzij, zegt Verhaege, het verbruiken zélf evolutionair gezien de functie is: het bijdragen tot entropie (p.54-59). Hieruit ontstond ‘tegenwicht’, samengesteld uit het betekende bubbelplastic van hierboven. Met veel weerstand en onrust, geplaagd door ‘is dit goed genoeg’ en de wens ‘een statement’ te maken kwam tegenwicht tot vorm. Een installatie in een oude schuur tijdens Kunstenfestival Aardenburg in 2022. Intussen rommelde ik in de losse bodem, wandelde in en rond de schuur en vond daar fragmenten van tegels, glas en hout. Vond een gat in de aarden vloer en vulde dat met de stukjes glas van de gebroken ruiten. Ik verwijderde één afgebakend gedeelte van de groene aanslag die klimop op de binnenmuur had achtergelaten. Kwam tijdens een wandeling plastic stroken bouwafval tegen en bracht dat in twee ‘regels’ als titel zonder woorden op de voorgevel van de schuur. Daar kwam energie vrij in het werkproces, een flow die mogelijk gemaakt wordt door heel open en aandachtig aanwezig te zijn in een omgeving. Dát is mijn werk. En de installatie met bubbelfolie leidde daar enorm van af... ze was niet op de plek zelf ontstaan. Ze hoorde in het atelier.
(de oplettende lezer mist wellicht de werkperiodes en wat deze gebracht hebben. Ze zijn zó vormend voor mij (geweest), dat ze een aparte reflectie verdienen.)
0 notes
haarlemupdates · 1 year
Link
In mei 1973 trad het kabinet den Uyl aan, het meest linkse kabinet dat Nederland ooit kende. Op donderdag avond 13 april van 20.00 tot 22.00 uur blikt de Pletterij terug op deze unieke periode in de Nederlandse politiek. Dat doen we met bewindslieden uit dat kabinet: Jan Pronk (PvdA), Laurens Jan Brinkhorst (D’66), Michel van Hulten (PPR) en Martin van Rooijen (staatssecretaris KVP). De column is van auteur Peter Bootsma die o.a. samen met Willem Breedveld het boek ‘De verbeelding aan de macht’ schreef over het kabinet-Den Uyl. De avond wordt gemodereerd door Mark Kranenburg (NRC) en Jan Hoekema (Pletterij). Info 13 april 2023, 20:00-22:00 uur Tickets a 3,00 zijn te koop via de website van de Pletterij: https://pletterij.nl/events/terugblik-50-jaar-kabinet-den-uyl/        
0 notes
smartcitymeeuwen · 2 years
Text
Kritische reflectie
Taak  
Ons ontwerp heeft als doel om de verblijfskwaliteit te verbeteren. Dit proberen wij te doen door de lange wachttijden te verminderen en de doorstroming te verbeteren door middel van het plaatsen van een brug. Echter zijn er ook enkele delen van het probleem niet opgelost. Zoals het ontwerp er nu uitziet, hebben mensen op de fiets en minder validen geen profijt van de brug. Ten tweede is er discussie in de groep of verblijfskwaliteit daadwerkelijk wordt verbeterd door te zorgen dat mensen sneller van de locatie weg zijn. Wel werd het prototype door eindgebruikers positief ervaren, al spreekt de vorm van het prototype weinig tot de verbeelding. De verbeteringspunten die voorgedragen werden uit het testen met eindgebruikers, zijn de slechte toegankelijkheid en de erg strakke vormgeving. Deze verbeterpunten zouden echter met redelijk gemak verbeterd kunnen worden in een toekomstig prototype.
Proces
Het team heeft het ontwikkel en onderzoeksproces in vier weken doorlopen. Bij het terugblikken wordt er geconstateerd dat er nog wel meer ruimte was om participatory design op een zinvolle en invloedrijke manier uit te voeren en toe te passen. Met de huidige opzet van het etnografische onderzoek hebben we moeite gehad om meningen te krijgen zonder zelf mensen in een richting te sturen. Denk hier aan vragen zoals “vind je het ook vervelend dat je twee keer moet oversteken vanaf de S.V.B.?”. Mensen denken al weinig over de locatie waardoor meepraten een probleem kan zijn. Hierdoor is bij het formuleren van de probleemstelling ruimte ontstaan voor eigen inbreng vanuit de projectleden. Deze eigen inbreng werd geleid door eigen interesses en belangen. Er ontbreekt nog in grote mate inzicht in de problematiek die door de gebruikers van het gebied ervaren wordt. Bijvoorbeeld de perspectieven van mensen die slecht ter been zijn of een rolstoel gebruiken zijn niet opgehaald. Ook is er weinig informatie verkregen vanuit fietsgebruikers omdat van fietsers het lastiger is om tijd en aandacht te vragen. Een mogelijke oplossing hiervoor zou zijn om de testen op meerdere momenten uit te voeren om zo meerdere perspectieven te krijgen. 
Om een beter inzicht te krijgen in de gebruikers en de problemen die zij ervaren, hebben wij unaniem besloten dat hiervoor terug zal moeten worden gegaan naar de Empathise fase. 
Zelfregulatie 
De samenwerking in de groep was goed en iedereen had een redelijk gelijke bijdrage. Het gebruik van Trello maakte dat de taakverdeling altijd helder was en een enkele keer daargelaten, de deadlines werden aangehouden. Door Tumblr te gebruiken voor het portfolio was het overzicht soms lastig te vinden omdat de posts niet op een logische manier geordend waren. Om het overzicht te verbeteren is er een index post gemaakt waardoor de posts beter te groeperen waren. Ook kwam het regelmatig voor dat we door de gezelligheid afgeleid raakten. Hiernaast merkte we zeker dat er enige dominerende en minder dominerende perspectieven in het ontwerpteam waren. Zo werkte Lars meer op de achtergrond waar Tycho als Built Environment student gespecialiseerd op mobiliteit een grote inbreng had. Zijn blik heeft er waarschijnlijk in het bijzonder voor gezorgd dat we veel aandacht hebben gestoken in het verkeersvraagstuk. 
Persoon 
Lars
Ik ben een 20 jarige Bouwkunde student die studeert in het Saxion gebouw. Om van en naar Saxion Deventer te komen maak ik vaak gebruik van de bus die recht voor de school een bushalte heeft. Als ik naar de bushalte of de Jumbo wil, loop ik langs de ontwerp locatie en moet ik ook oversteken bij het kruispunt. Als voetganger moet je om bij de bushalte te komen een stukje omlopen om er te komen, terwijl het een stuk sneller is om direct over te steken. Met name als de bus bijna aankomt of bij slecht weer zie je dan ook vaak mensen oversteken recht tegenover de bushalte. Als je bij het stoplicht wilt oversteken is het vaak erg vol en druk en lopen mensen elkaar in de weg tijdens het oversteken.
Bart
Mijn naam is Bart, ik ben 23 jaar en zit in het vierde jaar ICT technologie. Ik kom uit Tilburg en ben niet erg bekend met Deventer zelf maar wel met het kruispunt tussen de Saxion en het Boreel. Sinds de minor loop ik gemiddeld twee keer per week naar het Boreel om voor de lunch en om een frisse neus te halen. De interviews lieten blijken dat het stukje vanaf de deur naar de brug van het Boreel als negatief ervaren wordt. Dit komt doordat de wachttijden lang aanvoelen en je een stuk naar het kruispunt moet omlopen.  Hierdoor steken er mensen door rood over. Afsnijden kan ook niet doordat een hek geplaatst is. 
Ik heb veel geleerd met het etnografisch onderzoek. Ook al kan er veel verbeterd aan worden zoals meer tijden er op uit te gaan maar het was wel erg handig om verschillende meningen en perspectieven te horen.
Ik heb een sterke bias naar het verminderen van autos. Mijn oorspronkelijke voorstellen waren ideeën die het gebruik van de auto ontmoedigen. Denk aan dingen zoals het sociaal ongemakkelijk maken van het gebruik van de auto, bewust auto’s langer laten wachten en een tunnel voor de auto’s zodat deze uit het zicht verdwijnen en geen hinder geven voor he rest van het verkeer. 
Door mijn opleiding kijk ik wat technisch mogelijk zou kunnen zijn voor de brug. Zo word ik kijk ik naar de mogelijkheden zoals een pianotrap maar denk ik ook aan dingen zoals verlichting, sensoren om te meten hoeveel de brug gebruikt wordt etc.
Goos
Ik ben een 3e jaars student Vastgoed en makelaardij op Saxion. Normaliter studeer ik dan ook in Enschede maar voor deze minor reis ik al een aantal maanden regelmatig van Zwolle naar Deventer. Ik denk dat een belangrijke eigenschap die zeker van belang bij deze minor is dat ik over het algemeen redelijk dystopisch denk over de Smart City. 
Zelf maak ik amper gebruik van de locatie, wel heb ik er enkele keren gereden met de met de auto voor werk en hiernaast ga ik soms naar de Jumbo vanuit Saxion. Ik was niet van mening dat er significante problemen waren aan het kruispunt voor ik aan dit project begon, naar mijn mening kon de weg naar de Jumbo iets efficiënter en toen de opdracht gegeven was viel me al snel op dat ik de locatie akelig lelijk vind, iets waar ik eerder weinig tot geen aandacht aan had geschonken. 
Ik denk dat al het bovenstaande het ontwerp significant heeft beïnvloed, zo heeft mijn studierichting ervoor gezorgd dat ik graag een ontwerp voor een fysieke ingreep wilde ontwerpen met een voorkeur voor SketchUP t.o.v. bijvoorbeeld een app of het plaatsen van sensoren. Iets wat nog eens werd versterkt door mijn negatieve toekomstbeelden met betrekking tot technologie en hoe dit mogelijk anders kan worden ingezet in de toekomst tezamen met mijn gebrek aan technische kennis waardoor enkele Smart toepassingen al snel afvielen of niet eens in mij opkwamen. Een pianotrap als smart technology met een lage impact bood dan ook een juiste manier om dit toch in onze opdracht te verwerken. Ook is het ontwerp de oplossing voor het enige irritatie puntje wat ik bij tijden had, namelijk de oversteekplaats onderweg naar de Jumbo.
Tycho
Ik ben Tycho en 21 jaar oud, een aantal aspecten die van invloed kunnen zijn op het ontwerpproces is dat ik mobiliteit studeer aan de hogeschool van Amsterdam. Doordat ik kennis heb van verkeersknooppunten, was het bij deze casus gelijk raak om mijn kennis te raadplegen over verkeerstechnische vraagstukken. Tijdens het onderzoeken van de locatie werd ik ook regelmatig met mijn neus op de feiten gedrukt door mijn samenwerkingspartners dat ik vooral in verkeersoplossingen denk. Naar aanleiding van dit gegeven ben ik mij bewuster geworden van mijn bias. Verder vond ik het een goede toevoeging om daadwerkelijk etnografisch onderzoek uit te voeren. Hiervan heb ik in week 3 een hoop van opgestoken. Bijvoorbeeld dat ik het idee had dat het als onveilig ervaren zou worden door fietsers, maar dat bleek totaal niet uit het onderzoek. De problemen die ik zelf ervaar bij het kruispunt is dat je als voetganger lang moet wachten bij de verkeerslichten. Daarnaast krijg je als voetganger ook het gevoel dat je hier snel weg wilt door de vele drukte van het gemotoriseerde verkeer. De uiteindelijke oplossing lost het probleem van de wachttijd bij de verkeerslichten goed op, er hoeft namelijk slechts omhoog gelopen te worden. Het probleem over verblijfskwaliteit worden niet direct aangepakt met deze oplossing, daar zou nog zeker beter naar gekeken kunnen worden. 
Tineke
Als student bij de ICT opleiding in Deventer ben ik al meermaals te vinden geweest in het gebied, en had zodoende al enige ervaring met de onprettige verblijfssituatie in het gebied. Zo heb ik al vele malen meegemaakt dat mensen bij het verkeerslicht door rood lopen, er veel auto’s bij het kruispunt langs gaan, en dat het pad naar het SVB-gebouw niet prettig is om te belopen. Maar dat is uiteraard wel vanuit mijn eigen oogpunt als medegebruiker van het gebied. Toch was het lastig om deze houding los te laten, omdat in mijn ervaring het grootste deel van de voetgangers in het gebied net als mijzelf studenten waren, die tijdens een pauze richting het winkelcentrum lopen. Hierdoor was het bijna vanzelfsprekend dat er een oplossing werd ontwikkeld die voornamelijk de studenten helpt. Tijdens de ideate-fase heb ik veel bruggetjes kunnen leggen naar andere projecten die ik wel eens gezien heb, en kwam zodoende meermaals met uitspraken als ‘Ik heb dit wel eens ergens gezien’. Hierdoor kwamen we in het eerste prototype uit op een brug met verschillende attracties, maar deze zijn in een latere iteratie grotendeels verdwenen, enkel de pianotrap is behouden.
Thijs
Mijn naam is Thijs ik ben 20 jaar en studeer de opleiding Vastgoed & Makelaardij. In deze opleiding heb ik enige bouwkundige kennis opgedaan. Voor dit project denk ik dat ik het probleem bekijk het als student en daardoor is het mogelijk lastiger om je in te leven in andere groepen zoals ouderen of werkenden in deze omgeving. Door de kennis uit mijn studie en door logisch nadenken een goede bijdrage heb geleverd. In het dagelijks leven loop ik echter wel bijna nooit langs de locatie van het kruispunt omdat ik vrijwel nooit naar de jumbo ga. Dit heeft mogelijk tot effect dat ik mij iets minder goed kan inleven in de complicaties op de locatie tijdens de empathise fase.
0 notes
antroposofiedoen · 1 year
Text
Dagindeling
Dit artikel wordt regelmatig bijgewerkt. 
‘s Avonds (voor het slapen gaan) laat ik de dag in achterwaartse volgorde aan mijn dan gesloten ogen voorbij gaan. Meestal doe ik dat in bed, half zittend half liggend. Ik besteed dan geen aandacht aan elk detail, omdat het oefenen anders te veel tijd in beslag zou nemen. Wel blijf ik wat langer stilstaan bij de reacties op hetgeen ik heb gedaan of nagelaten en hoe bepaalde interacties tussen mij en andere mensen die dag zijn verlopen (ik kijk er kort naar, ik probeer er ook iets bij te voelen, maar dat is dan ook alles). De overige momenten neem ik tamelijk snel door: ik heb dat gedaan, dat gedaan, dat gedaan, enz. In totaal neemt de ongeveer oefening 5-7 min. in beslag. Hierbij probeer ik zoveel mogelijk in de beeldenstroom te blijven en zo weinig mogelijk aan iets anders te denken.
Soms na het hardlopen laat ik het parcours (zoals in de vorige oefening) aan mij voorgaan. Ik probeer mij dan wederom niet elk detail, elke stap, elke ademhaling te herinneren, maar wel elke weg, elk bospaadje, enz. Ik blijf wat langer stilstaan bij het horen ruisen van de wind (hooguit een paar seconden), het eerste lente zonnetje, het waarnemen van bepaalde geuren of geluiden en hoe ik andere weggebruikers heb ervaren.
‘s Morgens en ‘s avonds mediteer ik een twintigtal minuten. Ik zit dan op een kussen (zafu) en een mat (zabuton) in de halve lotushouding. Het laatste is niet verplicht, maar het past bij mij en het is een houding waarin ik gemakkelijk kan mediteren. Ik praktiseer de Rozenkruis-meditatie om mij: 
los te maken van de zintuigelijke waarneming 
los te maken van het zogenaamde ‘hersendenken’ (begrijpen, oordelen, analyseren, herinneringen)
te verheffen tot een bovenzinnelijke bewustzijnstoestand
‘Meditatie moet ons uit het fysieke, uit het zinnelijke bevrijden.’ (Mieke Mosmuller – Meditatie, Occident, 2001)
Het uitvoeren van de Rozenkruis-meditatie is verspilde moeite als er niet wordt geprobeerd om dit kruis ook zo levendig mogelijk te aanschouwen. ‘Het beeld moet zó intensief worden voorgesteld, dat het beeld geleidelijk aan even sterk in de aanschouwing aanwezig is als de fysiek-zintuiglijke realiteit, ja sterker nog.’ (Mieke Mosmuller – Meditatie (Occident 2001). Dat gebeurt niet als ik bij wijze van experiment op een dag mijn ogen zou sluiten om een object waar te nemen dat ik zojuist in mijn omgeving heb gezien. Zo’n beeld is ‘koud’, inhouds- en levenloos. Er doen zich geen gevoelens en gedachten voor zoals bij het terugdenken aan een ingrijpende gebeurtenis. Om deze reden gaat aan de eigenlijke schouwing een voorbereidingsfase vooraf.
STAP 1
In stap 1 laat ik een bol/zaadje uitgroeien tot een bloem/plant. Dit wakkert mijn concentratievermogen aan. Ik merk op: de plant is onderhevig aan de zuivere hartstochtloze groeiwetten. Dtt gebeurt al bij het eerste uitkomen van het zaadje: de plant kan niet anders dan gehoorzamen. Hoe anders is dat bij mens!
STAP 2
In stap 2 vergelijk ik de bloem/plant met de mens. Ik merk op: ten opzichte van de plant beschikt de mens over de mogelijkheid om zich vrij te bewegen. Hij kan gaan en staan waar hij wil en is een slaaf van zijn driften (lager zelf). Dat blijft hij totdat hij tot het inzicht komt: zo wil ik het niet langer! Ik wens een zuiverdere manier van leven (hoger zelf).
‘Als de mens eenmaal begint met mediteren, dan voltrekt hij daarmee de enige werkelijk volledig vrije handeling in het menselijk leven’ (Rudolf Steiner, Meditatie – wezen en techniek, Pentagon 2012).
STAP 3
In dit besef laat ik uit de plant groen sap en uit de mens rood bloed stromen. Deze twee sapstromen laat ik vervolgens samenkomen in het gedachtebeeld van een rode roos. De rode roos is een symbool voor het zuivere leven (het hogere zelf) waarin het lager zelf is overwonnen. De concentratie is inmiddels merkbaar toegenomen.
‘Je kunt feitelijk pas van meditatie spreken, als je het concentratiepunt van de gedachte in het voorhoofd ervaart. Van daaruit kun je veilig mediteren, mits je het denken op kracht houdt, ook tijdens de overgave. Overgave betekent niet: alles loslaten, ook de concentratie. Het is een ingespannen denken, dat zich opent voor het bovenzinnelijke. Dat openen is de overgave, maar de inspanning blijft gehandhaafd.’ (Mieke Mosmuller – Waarom zou ik mediteren?, Occident 2008)
STAP 4
Het kost moeite om dit ‘gebied van de zuivere intelligentie’ te betreden ’waar niets van eigen belang, sympathie of antipathie meer een rol speelt, en waar je toch meer jezelf bent dan waar ook’ (Mieke Mosmuller – Meditatie, Occident 2001). Daarom laat ik nu het beeld van de rode roos overgaan in een zwart kruis, waarop – omheen het punt waar de twee balken elkaar kruisen – een krans ligt van zeven stralende rode rozen (symbool voor de zeven chakra’s). Nu gaat de meditatie over in schouwen (contemplatie). Op levendige (geconcentreerde) wijze aanschouw ik dit Rozenkruis door mijzelf open te stellen voor gevoelens die in mij opkomen als ik naar dit kruis kijk. Zintuiglijke prikkels dringen zich naar de achtergrond in de mate waarin het mij lukt om mijzelf volledig over te geven aan dit beeld, om alleen maar dit kruis te zien/zijn. Zo bereidt ik mij voor op de fase van de inspiratie.
‘Het mediteren en contempleren moet een zó krachtige activiteit worden, dat de meditatie geen denkbeeld blijft, maar gebeurtenis, lotgeval wordt.’ (Mosmuller, Mieke – Meditatie, Occident 2001)
Er wordt gezegd dat het lang kan duren, alvorens ik de vruchten van deze oefening kan plukken. Om deze reden kan ik nu (nog) niets zeggen over wat er op uitvoeringsfase (stap 4) volgt, namelijk de stadia: imaginatie, inspiratie en intuïtie (zie voor een heldere beschrijving van deze fasen het hoofdstuk ‘Meditatie zonder voorafgaande oefening van het zuivere denken’ in het boek Meditatie van Mieke Mosmuller (Occident, 2001). Wat ik wel weet is dat er nu bovenzinnelijke waarnemingen kunnen optreden en dat deze imaginaties/beelden veel helderder zullen zijn dan de beelden ik zelf heb opgebouwd. Maar ook dat ze geen herinneringen kunnen zijn aan wat dan ook, zelfs niet aan vorige levens. Later zou er ook een zekere samenhang/betekenis in de beelden gaan ontstaan. Daarna vindt er wederom een verdere ontwikkeling plaats (zie het gedeelte ‘De drempel van de geestelijke wereld’ in het boek Meditatie, Steinervertalingen, 2000).  Pas in de laatste fase van het inspiratie/intuïtie stadium zou er ook contact met het hogere Zelf (ken uzelve!) mogelijk moeten zijn.
‘Meditatie is de weg voor de ziel om waarnemingsvermogen voor de geestelijke – bovenzinnelijke – wereld te verwerven … Meer dan ooit is het nodig te weten wat je doet, want je stoot je neus niet aan het niet-tastbare.’ (Mieke Mosmuller – Waarom zou ik mediteren?, Occident 2008)
Ik heb gezegd dat ik op dit moment (nog) niets kan zeggen over wat er op de uitvoeringsfase volgt, maar Mieke Mosmuller kan dat wel, en daarom geef ik haar hier nu het woord: ‘Bovendien groeit er toch iets in je, al “zie” je helemaal niets, dan alleen het met moeite vastgehouden zinnebeeld. Dichterbij dan dit beeld begin je een bewegende kracht te ervaren, die niet meer alleen het krachtpunt tussen de ogen is. Het wordt een zich verruimend krachtenveld, waarin je geen “punt” meer bent, maar een veel groter geheel. Eerst breidt het veld zich uit naar het gebied van mond en strottenhoofd, dan naar het gebied van het hart, maar ook van de armen en de handen. Heel, heel veel later, als het onderlijf en de benen allang niet meer voelbaar zijn, strekt het veld zich ook vaag tot daar uit. Vaag, veel minder welomschreven dan in hoofd, borst en armen. Het zijn niet meer de lichamelijke gewaarwordingen, want je beleeft jezelf niet meer als lichaam. In plaats daarvan is het zich verruimende krachtenveld gekomen, maar het is in zeker opzicht nog met het lichaam verbonden, je kunt het immers lokaliseren. Er wordt een “tweede” mens geboren, met een “tweede” lichaam, dat boven gedifferentieerd is, onder uitvloeit in vaagheid.  De tijd breekt aan, dat je voelt dat je de voorstelling van het zinnebeeld moet gaan loslaten; dat je je geheel en al aan dit krachtenveld moet gaan overgeven. Dat wil je ook, maar het komt je voor als “niets”. Het heeft geen andere inhoud meer dan bewegende kracht, niet helemaal helder begrensd. De tijd breekt aan, dat je voelt dat je de voorstelling van het zinnebeeld moet gaan loslaten; dat je je geheel en al aan dit krachtenveld moet gaan overgeven. Dat wil je ook, maar het komt je voor als “niets”. Het heeft geen andere inhoud meer dan bewegende kracht, niet helemaal helder begrensd.  Je wilt iets hebben om je aan vast te houden, het zinnebeeld was tenminste nog iets. Nu moet je zien één te worden met het bewegende, deinende, golvende krachtenveld. Daarmee laat je het fysieke lichaam voor een of enkele ogenblik(ken) los, volkomen. Dat geeft huivering, angst, onzekerheid – al dan niet bewust. Als het bewust is, kun je trachten te overwinnen. Is het onbewust, dan dwaal je nu af, val je terug in het gewone voorstellen. Je moet opnieuw beginnen of stoppen en de volgende keer opnieuw trachten …  Het kan zijn, dat het dan lang duurt voordat je weer zover komt, dagen, weken, nog langer. Je moet meer kracht verzamelen om deze beproeving te doorstaan. Het is een examen, maar er wordt geen kennis gevraagd. Moed wordt gevraagd, de moed om tot de allereerste loslating van het fysieke bestaan – en daarmee van je geliefde persoonlijkheid – te komen.  Maar er wordt een tweede zelfoverwinning gevraagd. Tot nu toe was je steeds zelf degene, die het hele innerlijke proces in gang zette. Je bent de denker, je bent tevens de gedachte, alles is jouw inzet, ook al is de inhoud nog zo onzelfzuchtig …  Nu moet je de moed vinden om uit dit krachtenveld te treden terwijl het zonder jou verder beweegt. Het is nog steeds van jou, door jou opgewekt, maar je treedt in de aanschouwing ervan, je stelt je er innerlijk tegen over. Dit is het spiritueel-concreet geworden “denken over het denken”. Je gebruikt het element van de denkkracht om van buiten af de denkkracht als bewegend veld te aan schouwen. Dan laat je niet alleen je fysieke lichaam los, maar ook je etherlichaam. Je begeeft je buiten het fysiek-etherische, buiten het levende lichaam dat op aarde je instrument is. Maar dan wordt werkelijk alles anders. Nog steeds kan het zijn dat je “niets” ziet, dan alleen het krachtenveld en jezelf erbuiten. Maar let op: alles verandert nu. Eerst keek je vanuit je levende lichaam om je heen. Nu kijk je voor een ogenblik vanuit de omgeving naar je levende lichaam, naar je krachtenveld. Als de moed om los te laten groot genoeg is, dan wordt het levenslichaam, het krachtenveld, tot een soort spiegel, waarin dat wat in de omgeving is, maar wat je in eerste instantie nog steeds zelf bent, gespiegeld wordt. Je voelt hoe je wordt meegevoerd in beweging buiten je “normale” zelf, je wordt bewogen, gedacht, voorgesteld – en dit bewogen worden, gedacht worden, voorgesteld worden, spiegelt zich in het krachtenveld. Dit neemt andere vormen, andere bewegingen aan, die niet meer uit jouw persoonlijkheid stammen, maar die jouw ziel als instrument gebruiken om zich kenbaar te maken. Hiervoor is een nog veel grotere overgave nodig. Er mag geen enkel verzet, geen eigen impuls, geen eigen gedachte meer zijn, alles is bereid zich te laten bewegen, denken en voelen.  Het is een proef, die moet worden afgelegd. De voorbereiding kan langdurig zijn. Alles wat je tot nu toe hebt opgebracht aan wilsinzet, waardoor je je concentratie versterkt hebt, waardoor je een krachtenveld bent geworden, waardoor je je erbuiten in de aanschouwing ervan hebt gesteld, die gehele wilsinzet moet nu stil worden, vervloeien, zich overgeven. Zou je dit gedaan hebben op een minder hoog niveau van wilsinzet in het denken, dan zou je dieper in het graf van je lichaam begraven zijn geraakt dan je aanleg is. Nu echter wacht je de opstanding uit het graf, maar daartoe moet je geheel bewust je wil kunnen ontspannen, zodat deze zich niet meer beweegt, niets meer wil dan alleen overgave. Je voelt dan hoezeer je gewend bent je te weren, voortdurend. Je zet je schrap met je wil, nu nog steeds, ook al valt er geen uiterlijk doel meer na te streven en is je innerlijke ontwikkeling je enige streven – naar het schijnt. Nu steekt nog eens in alle hevigheid de storm van de begeerte, van de zelf-wil op. Zodra je je wil gebiedt zich te ontspannen, drijf je hopeloos af van je meditatieve concentratie. Je zakt terug in je lichaams-denken, of je valt in slaap. Het loslaten van alle eigen wil staat gelijk aan het loslaten van de wil van deze incarnatie: dat wil je helemaal niet, je durft het niet. Wie kan jou garanderen dat je niet zult sterven? Dat je niet onherroepelijk bevrijd wordt van de banden met het lichaam, zodat je niet meer terug kunt? Hier sta je werkelijk aan de drempel met de geestelijke wereld en je durft deze niet te overschrijden. In je twijfel, je matheid, je angst verschijnt nog eens je totale hindernis voor je geestesoog. Je moet vechten, elke meditatie opnieuw, om het vervloeien van je wil te kunnen verdragen. Met het denken kwam je dankzij de concentratieoefeningen vrij gemakkelijk los van je verstand; je gevoel bevrijdde zich in de meditatie; maar je wil verzet zich. Je voelt hoe die wil verbonden is met de lichaamsprocessen, want plotseling wordt je gewaar hoe je ademhaling half willekeurig verloopt. Voordien merkte je geen ademhaling meer op, nu komt deze met alle kracht in het aandachtsveld. Dat wijst erop dat je terug bent gevallen in je lichaam, dat je concentratie- en meditatiekracht niet sterk genoeg is. Je hebt de proef niet doorstaan en moet verder streven. Je moet leren, je aandacht gericht te houden op je concentratiekracht, en deze niet laten afleiden naar de processen die met je lichamelijke wil zijn verbonden, zoals de ademhaling.  Pas wanneer je zover afstand hebt kunnen doen van je persoonlijkheid en je lichaam, wordt het mogelijk bevrucht te worden door de geestelijke wereld. Maar dan is je kennende verhouding geheel en al veranderd. Je staat niet meer tegenover een object of wezen dat je wilt leren kennen, het wezen spreekt door jou. Je bent volledig bewust doorgedrongen tot het intuïtieve kennen. Je bent één met het te kennen object, omdat dit zich in jou heeft uitgegoten. Je leeft erin, het leeft in jou.’ (Mieke Mosmuller – Waarom zou ik mediteren?, Occident 2008)
‘Wanneer je de innerlijke weg niet kunt zien als een spannende tocht, als een sprookje waarin het op volharding aankomt, heeft het geen zin hem te gaan.’ (Mosmuller, Mieke – Meditatie, Occident 2001)
Zie voor meer details over de Rozenkruis-meditatie: De wetenschap van de geheimen der ziel (Steinervertalingen 2019 – hoofdstuk ‘Inzicht in hogere werelden’) en Macrokosmos en microkosmos (Steinervertalingen 2015 – achtste voordracht).
‘s Morgens – op een vast tijdstip en/of op andere momenten van de dag – besteed ik aandacht aan één of meerdere van Rudolf Steiners nevenoefeningen. De tijdsduur van deze oefeningen varieert van een aantal seconden tot hooguit vijf minuten. Voor een bespreking van de oefeningen verwijs ik hier kortheidshalve naar het hoofdstuk ‘Inzicht in hogere werelden (Over de inwijding of initiatie)’ in het boek De wetenschap van de geheimen der ziel en het gedeelte ‘Imaginatie, inspiratie en intuïtie’ uit het boek Meditatie).
Tot slot, als aanvulling op het voorafgaande: ‘In de antroposofische scholingsweg ben je op jezelf aangewezen. Het is een weg die in de regel niet snel tot spectaculaire resultaten leidt, de belangrijkste kwaliteiten die je onderweg moet ontwikkelen zijn geduld en doorzettingsvermogen’ (uit het ‘Nawoord’ van Meditatie, Steinervertalingen 2000).
0 notes
anaelrich · 1 year
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Rebel Faces: An 18th century painting containing the actual faces of rebels who participated in one of the most well documented revolts by black enslaved people.
      “...The main figures in the revolt were the three brothers Wally, Mingo and       Baratham.”
“... Because of the shortage of women, many of the enslaved men had wives and children living on other nearby plantations and it had become custom for these men to visit their families during their free time.”
“...warden Westphaal was given the order to increase the yield and restore order and discipline. To effectuate this, one of the measures he took was bringing down the amount of free time from two days back to one.”
Read more at https://anaelrich.com/2020/11/10/rebel-faces/
Source images: https://estherschreuder.wordpress.com/2020/04/13/terugblik-op-de-grote-suriname-tentoonstelling-de-slavendans-van-dirk-valkenburg/
1K notes · View notes
jufsylvie · 3 months
Text
Tumblr media
Terugblik circusvoorstelling 🦁 ‘tjes
4 notes · View notes
roodwitblauw · 3 months
Text
2 notes · View notes
wavdsteen · 9 months
Text
Eind van 2023 is in zicht, hallo 2024
Nog even, en het jaar 2023 is voorbij en verwelkomen we het jaar 2024, tijd om terug te kijken op het afgelopen jaar, want er hebben nogal wat leuke dingen plaats gevonden, kortom een terugblik in vogelvlucht. Januari van 2023 Laten we eerst even stil staan bij het feit dat ik op 1 Januari 2023 hier nog geen maand op dit adres woonde.Het was dus mijn eerste kerst, maar ook jaarwisseling dat ik…
Tumblr media
View On WordPress
2 notes · View notes
k3fanblog · 1 year
Text
Marthe in de tweede terugblik op 25 jaar K3: Ik kan me dat niet voorstellen dat ik mij zou inschrijven als kind en dan zo mee mocht doen in een clip van K3
Ik: Marthe. Je hebt je op 19 jarige leeftijd ingeschreven voor K3 zoekt K3 en je bent nu K3
2 notes · View notes
Text
Daan Manneke: ‘Spinoza is mijn leidsman'
Op 7 november 2024 wordt de componist Daan Manneke (Kruiningen, 1939) 85 jaar. Voor deze gelegenheid publiceerde hij een terugblik op zijn leven: Archipel, een memoir. Het verschijnt bij Uitgeverij Van Kemenade en is vernoemd zijn gelijknamige compositie, waarvan hij liefst negen versies maakte, resulterend in Grote Archipel voor zes verschillende pianisten, die in 2018 zijn première beleefde. Ik…
0 notes
mantingerdijk · 8 days
Text
Ledenvergadering Ledencommissie
Zaterdagmiddag 14 september: Ledenvergadering Ledencommissie Drenthe Natuurmonumenten op Voscheheugte, Mantingerdijk 8 te Mantinge. Inloop vanaf 13.00 uur13.30: Ledenvergadering, met korte terugblik op het jaar 23/24; ambities van de ledencommissie; afscheid van Wim Klein Nulent als lid van de ledencommissie en w.v.t.t.k.14.00: Korte introductie Mantingerveld door Eric Menkveld, gebiedsmanager…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
regioonlineofficial · 19 days
Text
De gemeenteraad nodigt inwoners van Soest uit in het kader van de landelijke Dag van de Democratie, om samen te eten, te praten en te luisteren naar muziek. Op deze dag vieren gemeentes dat inwoners van Nederland het in vrijheid met elkaar oneens mogen zijn en er in gezamenlijkheid gedragen oplossingen ontstaan. De Avond van de Democratie vindt plaats op donderdag 12 september 2024 in Openluchttheater Cabrio in Soest. Het programma begint om 18.00 uur en duurt tot 21.30 uur. Er is een avondvullend programma dat wordt gepresenteerd door De Kiesmannen, een club jonge mensen die theaterprogramma's en campagnes maken om mensen te activeren voor maatschappelijke thema's. Ze geven een show over de democratie in de gemeente Soest en brengen gedurende de hele avond gesprekken en ideeën op gang. Centraal staat het leven in de gemeente Soest én het besturen van de gemeente. Tussendoor is er livemuziek door leerlingen van het Griftland College. Programma Avond van de Democratie 17.45 uur: Inloop 18.15 uur: Democratieshow door De Kiesmannen 18.40 uur: Muzikaal intermezzo door leerlingen van het Griftland College 18.45 uur: Samen eten aan lange tafels: Kennismaken met raadsleden, wethouders en burgemeester, gesprekken over leven in de gemeente Soest; muziek door leerlingen van het Griftland College 19.30 uur: Vraaggesprek met inwoners die een burgerinitiatief tot stand hebben gebracht 19.45 uur: CRAZY 8: Soest 2030, je eigen burgerinitiatief! Wat kan er beter in de gemeente? 20.30 uur: Presentaties van de ideeën uit CRAZY 8 21.00 uur: Terugblik en vooruitblik, tijd voor een laatste drankje 21.30 uur: Einde programma Adres Openluchttheater Cabrio, Soesterbergsestraat 140, Soest. Informatie over de bereikbaarheid: https://www.openluchttheatersoest.nl/routebeschrijving. Aanmelden Er is nog een aantal plaatsen beschikbaar. Aanmelden kan tot en met zondag 8 september door een e-mail te sturen naar [email protected]. Geef hierbij ook eventuele dieetwensen door. De toegang is gratis.
0 notes
gpfansnl · 1 month
Link
Schitterende beelden 😀
0 notes
Tumblr media
Diksmuide in 2011: Een terugblik op het historische stadscentrum https://www.indegazette.be/diksmuide-in-2011-een-terugblik-op-het-historische-stadscentrum/?utm_source=dlvr.it&utm_medium=tumblr
0 notes
news2024news · 1 month
Text
Tumblr media
Rico Verhoeven doet emotionele terugblik http://dlvr.it/TBxw1J
0 notes
franknorbertrieter · 2 months
Text
Tumblr media
Ter gelegenheid van pride heb ik mijn YA novelle Zwijgen is zilver afgeprijst. Verkrijgbaar bij bol.com of stuur me een DM.
Hieronder de obligate flaptekst;
Zwijgen is zilver vertelt het verhaal van de achtienjarige Patrick. Hij is homo en hij vindt het hoog tijd om dat aan de wereld te vertellen. Zijn herkenbare coming-out verhaal geeft ook een tijdsbeeld van de jaren ’90 en laat zien hoe homoseksualiteit aan acceptatie had gewonnen en was losgeraakt van schuld en schaamte.
(eigenlijk haat ik het schrijven van flapteksten - ik bedoel, wat ik wilde zeggen zit in het boek - lees het nou maar gewoon - dat dus).
Ik schreef de novelle toen ik 18 was (eh, 1991). Mijn terugblik daar op staat in deze blog op mijn website.
Tumblr media
1 note · View note