Tumgik
#oefenen
stopdeverslaving · 3 months
Text
Therapie en Fractals
Question: Wat heeft therapie nou met fractals te maken???Answer: Het is even een Denk-anstoss maar een fractal is dus een wiskundige berekening die zijn eigen uitkomst voor de volgende ronde van de berekening gebruikt. Dat klinkt heel saai maar kijk even wat dat betekent: Als jouw seksualiteit ‘anders’ is dan dat zogenaamd ‘normale’, dan zijn er nogal eens extra aandachtspunten i.v.m.…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
peecee-columns · 5 months
Text
Stap voor stap het onmogelijke mogelijk maken
‘Dat is wat we doen bij de Nasa: wij maken het onmogelijke mogelijk’, aldus Nasa-directeur Bill Nelson. Het was de slotzin van een interessant artikel dat onlangs in De Volkskrant verscheen. Nelson doelde hier op de buitengewoon knappe prestatie die het Marshelikoptertje Ingenuity (‘vindingrijkheid’)had geleverd. Het helikoptertje zou vijf vluchten op de planeet Mars gaan uitvoeren om de buitenaardse vliegtechnologie te testen. Dat werden er uiteindelijk maar liefst tweeënzeventig. Ingenuity overleefde onder andere enkele stofstormen, een ijskoude Marswinter, overwon problemen met een kapotte navigatiesensor en voerde drie noodlandingen uit.
De beschrijving van de avonturen van het gepersonifieerde Marshelikoptertje in het artikel, in combinatie met de onmogelijk geachte werklust van Ingenuity door de hoogste Nasa-man, deden mij denken aan een nieuwe animatiefilm in de stijl van de aandoenlijke robot Wall-E. De wilskracht, het harde werken onder vaak lastige omstandigheden en de waarde van zijn getoonde optimisme om het gevraagde werk goed uit te voeren zouden in elk geval prachtige eerste ingrediënten zijn voor het maken van zo’n nieuwe film.
Tegelijkertijd moest ik ook denken aan het filmpje Austin’s Butterfly dat ik onlangs van iemand kreeg toegestuurd. Het filmpje duurt ruim zes minuten en het laat in die luttele minuten de essentie zien van wat leerlingen nodig hebben om te leren en persoonlijke groei door te maken. In het filmpje wordt het tekenwerk en de progressie van de zesjarige Austin besproken. Hij kreeg als opdracht om zo goed mogelijk een zelfgekozen foto van een vlinder na te tekenen. Bij het maken van deze tekening vergat Austin te kijken naar de voorbeeldfoto van de vlinder. Hij tekende uit zijn hoofd een vlinder die daardoor niet echt leek op het eerder gekozen voorbeeld.
Austin kreeg vervolgens de opdracht om goed naar het voorbeeld te kijken en het dan opnieuw te proberen. Klasgenootjes gaven hem enkele tips waar hij bijvoorbeeld op kon letten om de vlinder beter te tekenen. Hij luisterde goed naar de tips, keek naar de foto en probeerde het opnieuw. De vorm van de vlinder leek nu een stuk beter maar was zeker nog niet op z’n best getekend. Na poging drie en vier werden zijn vlindertekeningen steeds beter en realistischer. Hij nam de opbouwende kritieken van zijn medeleerlingen goed in zich op en keek tijdens het werken aan een nieuwe tekening aandachtig naar de voorbeeldfoto. Er verschenen uiteindelijk patronen in de vleugels en de vorm van de vlinder leek na vier tekeningen te hebben gemaakt uitstekend op het voorbeeld. Om het geheel nóg beter te maken kleurde Austin in tekening vijf de vlinder in de kleuren zoals op de foto te zien was. Zijn klasgenootjes stonden versteld van de vooruitgang. De eerste tekening leek in de verste verte niet meer op zijn vijfde: “he used the eyes of a scientist”.
Het filmpje toont op een prachtige manier wat de impact kan zijn van concrete en gestuurde feedback in het onderwijs. De resultaatgerichtheid van Austin en zijn supportende klasgenootjes laat in het kort het belang zien van directe instructies die onherroepelijk kunnen leiden tot grootse resultaten. Belangrijk hierbij is dat een leerling wordt aangesproken in begrijpelijke taal door mensen die hij kan vertrouwen. De tips werken stimulerend en de getoonde progressie per tekening versterken zijn gevoel dat hij het (nog beter?) kan. Daarnaast wordt hij gezien en hij mag fouten maken, als hij het maar probeert. Het mag voor zich spreken dat deze aanpak op school geldt bij het uitvoeren van alle taken en het aanleren van kennis bij alle vakken. Met een stukje inzet, doorzettingsvermogen, sturing, optimisme, nieuwsgierigheid en ingenuity kun je niet altijd het onmogelijke mogelijk maken, maar uiteindelijk wel verder komen dan je ooit had durven dromen.  
0 notes
jongkind-training · 1 year
Text
Tumblr media
Training Omgaan met agressie en lastig gedrag
Medewerkers aan balie of telefoon ervaren dagelijks lastig gedrag en agressie. Dat heeft een enorme impact, op het werk maar ook thuis. Daarom heeft Jongkind Training & Coaching de incompany training Omgaan met agressie en lastig gedrag ontwikkeld. Deelnemers oefenen in een veilige omgeving met effectief gedrag. De training maken we altijd op maat aansluitend bij uw praktijk.
0 notes
antroposofiedoen · 1 year
Text
Dagindeling
Dit artikel wordt regelmatig bijgewerkt. 
‘s Avonds (voor het slapen gaan) laat ik de dag in achterwaartse volgorde aan mijn dan gesloten ogen voorbij gaan. Meestal doe ik dat in bed, half zittend half liggend. Ik besteed dan geen aandacht aan elk detail, omdat het oefenen anders te veel tijd in beslag zou nemen. Wel blijf ik wat langer stilstaan bij de reacties op hetgeen ik heb gedaan of nagelaten en hoe bepaalde interacties tussen mij en andere mensen die dag zijn verlopen (ik kijk er kort naar, ik probeer er ook iets bij te voelen, maar dat is dan ook alles). De overige momenten neem ik tamelijk snel door: ik heb dat gedaan, dat gedaan, dat gedaan, enz. In totaal neemt de ongeveer oefening 5-7 min. in beslag. Hierbij probeer ik zoveel mogelijk in de beeldenstroom te blijven en zo weinig mogelijk aan iets anders te denken.
Soms na het hardlopen laat ik het parcours (zoals in de vorige oefening) aan mij voorgaan. Ik probeer mij dan wederom niet elk detail, elke stap, elke ademhaling te herinneren, maar wel elke weg, elk bospaadje, enz. Ik blijf wat langer stilstaan bij het horen ruisen van de wind (hooguit een paar seconden), het eerste lente zonnetje, het waarnemen van bepaalde geuren of geluiden en hoe ik andere weggebruikers heb ervaren.
‘s Morgens en ‘s avonds mediteer ik een twintigtal minuten. Ik zit dan op een kussen (zafu) en een mat (zabuton) in de halve lotushouding. Het laatste is niet verplicht, maar het past bij mij en het is een houding waarin ik gemakkelijk kan mediteren. Ik praktiseer de Rozenkruis-meditatie om mij: 
los te maken van de zintuigelijke waarneming 
los te maken van het zogenaamde ‘hersendenken’ (begrijpen, oordelen, analyseren, herinneringen)
te verheffen tot een bovenzinnelijke bewustzijnstoestand
‘Meditatie moet ons uit het fysieke, uit het zinnelijke bevrijden.’ (Mieke Mosmuller – Meditatie, Occident, 2001)
Het uitvoeren van de Rozenkruis-meditatie is verspilde moeite als er niet wordt geprobeerd om dit kruis ook zo levendig mogelijk te aanschouwen. ‘Het beeld moet zó intensief worden voorgesteld, dat het beeld geleidelijk aan even sterk in de aanschouwing aanwezig is als de fysiek-zintuiglijke realiteit, ja sterker nog.’ (Mieke Mosmuller – Meditatie (Occident 2001). Dat gebeurt niet als ik bij wijze van experiment op een dag mijn ogen zou sluiten om een object waar te nemen dat ik zojuist in mijn omgeving heb gezien. Zo’n beeld is ‘koud’, inhouds- en levenloos. Er doen zich geen gevoelens en gedachten voor zoals bij het terugdenken aan een ingrijpende gebeurtenis. Om deze reden gaat aan de eigenlijke schouwing een voorbereidingsfase vooraf.
STAP 1
In stap 1 laat ik een bol/zaadje uitgroeien tot een bloem/plant. Dit wakkert mijn concentratievermogen aan. Ik merk op: de plant is onderhevig aan de zuivere hartstochtloze groeiwetten. Dtt gebeurt al bij het eerste uitkomen van het zaadje: de plant kan niet anders dan gehoorzamen. Hoe anders is dat bij mens!
STAP 2
In stap 2 vergelijk ik de bloem/plant met de mens. Ik merk op: ten opzichte van de plant beschikt de mens over de mogelijkheid om zich vrij te bewegen. Hij kan gaan en staan waar hij wil en is een slaaf van zijn driften (lager zelf). Dat blijft hij totdat hij tot het inzicht komt: zo wil ik het niet langer! Ik wens een zuiverdere manier van leven (hoger zelf).
‘Als de mens eenmaal begint met mediteren, dan voltrekt hij daarmee de enige werkelijk volledig vrije handeling in het menselijk leven’ (Rudolf Steiner, Meditatie – wezen en techniek, Pentagon 2012).
STAP 3
In dit besef laat ik uit de plant groen sap en uit de mens rood bloed stromen. Deze twee sapstromen laat ik vervolgens samenkomen in het gedachtebeeld van een rode roos. De rode roos is een symbool voor het zuivere leven (het hogere zelf) waarin het lager zelf is overwonnen. De concentratie is inmiddels merkbaar toegenomen.
‘Je kunt feitelijk pas van meditatie spreken, als je het concentratiepunt van de gedachte in het voorhoofd ervaart. Van daaruit kun je veilig mediteren, mits je het denken op kracht houdt, ook tijdens de overgave. Overgave betekent niet: alles loslaten, ook de concentratie. Het is een ingespannen denken, dat zich opent voor het bovenzinnelijke. Dat openen is de overgave, maar de inspanning blijft gehandhaafd.’ (Mieke Mosmuller – Waarom zou ik mediteren?, Occident 2008)
STAP 4
Het kost moeite om dit ‘gebied van de zuivere intelligentie’ te betreden ’waar niets van eigen belang, sympathie of antipathie meer een rol speelt, en waar je toch meer jezelf bent dan waar ook’ (Mieke Mosmuller – Meditatie, Occident 2001). Daarom laat ik nu het beeld van de rode roos overgaan in een zwart kruis, waarop – omheen het punt waar de twee balken elkaar kruisen – een krans ligt van zeven stralende rode rozen (symbool voor de zeven chakra’s). Nu gaat de meditatie over in schouwen (contemplatie). Op levendige (geconcentreerde) wijze aanschouw ik dit Rozenkruis door mijzelf open te stellen voor gevoelens die in mij opkomen als ik naar dit kruis kijk. Zintuiglijke prikkels dringen zich naar de achtergrond in de mate waarin het mij lukt om mijzelf volledig over te geven aan dit beeld, om alleen maar dit kruis te zien/zijn. Zo bereidt ik mij voor op de fase van de inspiratie.
‘Het mediteren en contempleren moet een zó krachtige activiteit worden, dat de meditatie geen denkbeeld blijft, maar gebeurtenis, lotgeval wordt.’ (Mosmuller, Mieke – Meditatie, Occident 2001)
Er wordt gezegd dat het lang kan duren, alvorens ik de vruchten van deze oefening kan plukken. Om deze reden kan ik nu (nog) niets zeggen over wat er op uitvoeringsfase (stap 4) volgt, namelijk de stadia: imaginatie, inspiratie en intuïtie (zie voor een heldere beschrijving van deze fasen het hoofdstuk ‘Meditatie zonder voorafgaande oefening van het zuivere denken’ in het boek Meditatie van Mieke Mosmuller (Occident, 2001). Wat ik wel weet is dat er nu bovenzinnelijke waarnemingen kunnen optreden en dat deze imaginaties/beelden veel helderder zullen zijn dan de beelden ik zelf heb opgebouwd. Maar ook dat ze geen herinneringen kunnen zijn aan wat dan ook, zelfs niet aan vorige levens. Later zou er ook een zekere samenhang/betekenis in de beelden gaan ontstaan. Daarna vindt er wederom een verdere ontwikkeling plaats (zie het gedeelte ‘De drempel van de geestelijke wereld’ in het boek Meditatie, Steinervertalingen, 2000).  Pas in de laatste fase van het inspiratie/intuïtie stadium zou er ook contact met het hogere Zelf (ken uzelve!) mogelijk moeten zijn.
‘Meditatie is de weg voor de ziel om waarnemingsvermogen voor de geestelijke – bovenzinnelijke – wereld te verwerven … Meer dan ooit is het nodig te weten wat je doet, want je stoot je neus niet aan het niet-tastbare.’ (Mieke Mosmuller – Waarom zou ik mediteren?, Occident 2008)
Ik heb gezegd dat ik op dit moment (nog) niets kan zeggen over wat er op de uitvoeringsfase volgt, maar Mieke Mosmuller kan dat wel, en daarom geef ik haar hier nu het woord: ‘Bovendien groeit er toch iets in je, al “zie” je helemaal niets, dan alleen het met moeite vastgehouden zinnebeeld. Dichterbij dan dit beeld begin je een bewegende kracht te ervaren, die niet meer alleen het krachtpunt tussen de ogen is. Het wordt een zich verruimend krachtenveld, waarin je geen “punt” meer bent, maar een veel groter geheel. Eerst breidt het veld zich uit naar het gebied van mond en strottenhoofd, dan naar het gebied van het hart, maar ook van de armen en de handen. Heel, heel veel later, als het onderlijf en de benen allang niet meer voelbaar zijn, strekt het veld zich ook vaag tot daar uit. Vaag, veel minder welomschreven dan in hoofd, borst en armen. Het zijn niet meer de lichamelijke gewaarwordingen, want je beleeft jezelf niet meer als lichaam. In plaats daarvan is het zich verruimende krachtenveld gekomen, maar het is in zeker opzicht nog met het lichaam verbonden, je kunt het immers lokaliseren. Er wordt een “tweede” mens geboren, met een “tweede” lichaam, dat boven gedifferentieerd is, onder uitvloeit in vaagheid.  De tijd breekt aan, dat je voelt dat je de voorstelling van het zinnebeeld moet gaan loslaten; dat je je geheel en al aan dit krachtenveld moet gaan overgeven. Dat wil je ook, maar het komt je voor als “niets”. Het heeft geen andere inhoud meer dan bewegende kracht, niet helemaal helder begrensd. De tijd breekt aan, dat je voelt dat je de voorstelling van het zinnebeeld moet gaan loslaten; dat je je geheel en al aan dit krachtenveld moet gaan overgeven. Dat wil je ook, maar het komt je voor als “niets”. Het heeft geen andere inhoud meer dan bewegende kracht, niet helemaal helder begrensd.  Je wilt iets hebben om je aan vast te houden, het zinnebeeld was tenminste nog iets. Nu moet je zien één te worden met het bewegende, deinende, golvende krachtenveld. Daarmee laat je het fysieke lichaam voor een of enkele ogenblik(ken) los, volkomen. Dat geeft huivering, angst, onzekerheid – al dan niet bewust. Als het bewust is, kun je trachten te overwinnen. Is het onbewust, dan dwaal je nu af, val je terug in het gewone voorstellen. Je moet opnieuw beginnen of stoppen en de volgende keer opnieuw trachten …  Het kan zijn, dat het dan lang duurt voordat je weer zover komt, dagen, weken, nog langer. Je moet meer kracht verzamelen om deze beproeving te doorstaan. Het is een examen, maar er wordt geen kennis gevraagd. Moed wordt gevraagd, de moed om tot de allereerste loslating van het fysieke bestaan – en daarmee van je geliefde persoonlijkheid – te komen.  Maar er wordt een tweede zelfoverwinning gevraagd. Tot nu toe was je steeds zelf degene, die het hele innerlijke proces in gang zette. Je bent de denker, je bent tevens de gedachte, alles is jouw inzet, ook al is de inhoud nog zo onzelfzuchtig …  Nu moet je de moed vinden om uit dit krachtenveld te treden terwijl het zonder jou verder beweegt. Het is nog steeds van jou, door jou opgewekt, maar je treedt in de aanschouwing ervan, je stelt je er innerlijk tegen over. Dit is het spiritueel-concreet geworden “denken over het denken”. Je gebruikt het element van de denkkracht om van buiten af de denkkracht als bewegend veld te aan schouwen. Dan laat je niet alleen je fysieke lichaam los, maar ook je etherlichaam. Je begeeft je buiten het fysiek-etherische, buiten het levende lichaam dat op aarde je instrument is. Maar dan wordt werkelijk alles anders. Nog steeds kan het zijn dat je “niets” ziet, dan alleen het krachtenveld en jezelf erbuiten. Maar let op: alles verandert nu. Eerst keek je vanuit je levende lichaam om je heen. Nu kijk je voor een ogenblik vanuit de omgeving naar je levende lichaam, naar je krachtenveld. Als de moed om los te laten groot genoeg is, dan wordt het levenslichaam, het krachtenveld, tot een soort spiegel, waarin dat wat in de omgeving is, maar wat je in eerste instantie nog steeds zelf bent, gespiegeld wordt. Je voelt hoe je wordt meegevoerd in beweging buiten je “normale” zelf, je wordt bewogen, gedacht, voorgesteld – en dit bewogen worden, gedacht worden, voorgesteld worden, spiegelt zich in het krachtenveld. Dit neemt andere vormen, andere bewegingen aan, die niet meer uit jouw persoonlijkheid stammen, maar die jouw ziel als instrument gebruiken om zich kenbaar te maken. Hiervoor is een nog veel grotere overgave nodig. Er mag geen enkel verzet, geen eigen impuls, geen eigen gedachte meer zijn, alles is bereid zich te laten bewegen, denken en voelen.  Het is een proef, die moet worden afgelegd. De voorbereiding kan langdurig zijn. Alles wat je tot nu toe hebt opgebracht aan wilsinzet, waardoor je je concentratie versterkt hebt, waardoor je een krachtenveld bent geworden, waardoor je je erbuiten in de aanschouwing ervan hebt gesteld, die gehele wilsinzet moet nu stil worden, vervloeien, zich overgeven. Zou je dit gedaan hebben op een minder hoog niveau van wilsinzet in het denken, dan zou je dieper in het graf van je lichaam begraven zijn geraakt dan je aanleg is. Nu echter wacht je de opstanding uit het graf, maar daartoe moet je geheel bewust je wil kunnen ontspannen, zodat deze zich niet meer beweegt, niets meer wil dan alleen overgave. Je voelt dan hoezeer je gewend bent je te weren, voortdurend. Je zet je schrap met je wil, nu nog steeds, ook al valt er geen uiterlijk doel meer na te streven en is je innerlijke ontwikkeling je enige streven – naar het schijnt. Nu steekt nog eens in alle hevigheid de storm van de begeerte, van de zelf-wil op. Zodra je je wil gebiedt zich te ontspannen, drijf je hopeloos af van je meditatieve concentratie. Je zakt terug in je lichaams-denken, of je valt in slaap. Het loslaten van alle eigen wil staat gelijk aan het loslaten van de wil van deze incarnatie: dat wil je helemaal niet, je durft het niet. Wie kan jou garanderen dat je niet zult sterven? Dat je niet onherroepelijk bevrijd wordt van de banden met het lichaam, zodat je niet meer terug kunt? Hier sta je werkelijk aan de drempel met de geestelijke wereld en je durft deze niet te overschrijden. In je twijfel, je matheid, je angst verschijnt nog eens je totale hindernis voor je geestesoog. Je moet vechten, elke meditatie opnieuw, om het vervloeien van je wil te kunnen verdragen. Met het denken kwam je dankzij de concentratieoefeningen vrij gemakkelijk los van je verstand; je gevoel bevrijdde zich in de meditatie; maar je wil verzet zich. Je voelt hoe die wil verbonden is met de lichaamsprocessen, want plotseling wordt je gewaar hoe je ademhaling half willekeurig verloopt. Voordien merkte je geen ademhaling meer op, nu komt deze met alle kracht in het aandachtsveld. Dat wijst erop dat je terug bent gevallen in je lichaam, dat je concentratie- en meditatiekracht niet sterk genoeg is. Je hebt de proef niet doorstaan en moet verder streven. Je moet leren, je aandacht gericht te houden op je concentratiekracht, en deze niet laten afleiden naar de processen die met je lichamelijke wil zijn verbonden, zoals de ademhaling.  Pas wanneer je zover afstand hebt kunnen doen van je persoonlijkheid en je lichaam, wordt het mogelijk bevrucht te worden door de geestelijke wereld. Maar dan is je kennende verhouding geheel en al veranderd. Je staat niet meer tegenover een object of wezen dat je wilt leren kennen, het wezen spreekt door jou. Je bent volledig bewust doorgedrongen tot het intuïtieve kennen. Je bent één met het te kennen object, omdat dit zich in jou heeft uitgegoten. Je leeft erin, het leeft in jou.’ (Mieke Mosmuller – Waarom zou ik mediteren?, Occident 2008)
‘Wanneer je de innerlijke weg niet kunt zien als een spannende tocht, als een sprookje waarin het op volharding aankomt, heeft het geen zin hem te gaan.’ (Mosmuller, Mieke – Meditatie, Occident 2001)
Zie voor meer details over de Rozenkruis-meditatie: De wetenschap van de geheimen der ziel (Steinervertalingen 2019 – hoofdstuk ‘Inzicht in hogere werelden’) en Macrokosmos en microkosmos (Steinervertalingen 2015 – achtste voordracht).
‘s Morgens – op een vast tijdstip en/of op andere momenten van de dag – besteed ik aandacht aan één of meerdere van Rudolf Steiners nevenoefeningen. De tijdsduur van deze oefeningen varieert van een aantal seconden tot hooguit vijf minuten. Voor een bespreking van de oefeningen verwijs ik hier kortheidshalve naar het hoofdstuk ‘Inzicht in hogere werelden (Over de inwijding of initiatie)’ in het boek De wetenschap van de geheimen der ziel en het gedeelte ‘Imaginatie, inspiratie en intuïtie’ uit het boek Meditatie).
Tot slot, als aanvulling op het voorafgaande: ‘In de antroposofische scholingsweg ben je op jezelf aangewezen. Het is een weg die in de regel niet snel tot spectaculaire resultaten leidt, de belangrijkste kwaliteiten die je onderweg moet ontwikkelen zijn geduld en doorzettingsvermogen’ (uit het ‘Nawoord’ van Meditatie, Steinervertalingen 2000).
0 notes
tw1giii · 1 day
Text
ik vind immense vreugde als ik mijn huid snijd.
5 notes · View notes
alexisashnew · 2 months
Text
After years of on-and-off looking for the extremely rare lutece statue i fucking found one wtf. Fuck its so expensive but there are only 250 of them and i love the luteces...... god
4 notes · View notes
lockedinsideacage · 1 year
Text
Waarom is je benen waxen zo moeilijk
3 notes · View notes
nederlandsespoorwegen · 5 months
Text
Wil je oefenen met uit de kast komen? Onze treinen zijn heel lief en begrijpend. Maak vandaag nog een afspraak
29 notes · View notes
schellekes · 6 months
Text
Tumblr media
Oefenen op het potje.
38 notes · View notes
jungleklas · 5 days
Text
Vanaf nu zien de eerste 20 minuten elke morgen er zo uit. De ene groep leest en de anderen oefenen op Calcupal. Calcupal is een programma dat gemaakt is voor het automatiseren van rekenfeiten. Momenteel oefenen de leerlingen de splitsingen. Na een 10 tal minuutjes wisselen de groepjes.
📚💻
12 notes · View notes
impishdullahan · 4 months
Text
Aje gie dit kunt lesen, ton moede gie e vroagje na mie sturen, asjeblief. 'k wil ekik e bitje vloams oefenen.
Más féidir leat seo a léann, cuir ceist orm, le do thoil. Ba mhaith liom mo ghaeilge a chleachtadh.
9 notes · View notes
jongkind-training · 1 year
Text
Tumblr media
Training Resultaatgericht leidinggeven: oefenen met acteur
Als leidinggevende herkent u dit vast wel: die ene medewerker gooit de kont tegen de krib en doet niet volop mee. Of iemand die maar om hulp blijft vragen. Uw energie loopt erop leeg. Daarom heeft Jongkind Training & Coaching de incompany training Resultaatgericht leidinggeven ontwikkeld. U gaat praktisch aan de slag en gaat ook oefenen met een trainingsacteur. Een training op maat.
https://www.jongkind-training.nl/trainingen/management-trainingen/training-resultaatgericht-leidinggeven/
0 notes
ochtendstorm · 5 months
Text
Ik wil terug ruimte leren opnemen, terug ergens buiten mezelf kunnen vertellen, terug elk deel van mezelf laten bestaan, en tumblr is daar een veilige eerste stap toe, om dat terug te oefenen. Dus af en toe-tjes wat meer updates hier, banale dingen en zware dingen.
6 notes · View notes
deberghuthorizon · 7 months
Text
In stilte onze nieuw ontdekte hoofdletter oefenen!
Dat gaat uiteraard beter met de ‘Bouncing Bubbles’ op het bord…
10 notes · View notes
aardbrein · 7 months
Text
Oke terugkomend op de aflevering van gisteren,
Hoe de fuck is het alleen Fons geluk om dat kaartenhuis te bouwen en hoe lukte hem het zo snel terwijl IEDEREEN keihard struggelde… heeft hij dit kunnen oefenen omdat hij voorkennis had ofzo… of heeft hij gewoon geluk…
7 notes · View notes
uiltjesklask3 · 6 days
Text
Thema axenland
We maken ons voorblad a.d.h.v. een stappenplan, we maken woorden met de schuifletters, we verkleden ons zoals zieme de pauw, we geven de pauw terug veren maar in patroon (abc, abb en aab), we mogen het haar mooi maken met speldjes (pauw-mooi maken, fier zijn), we oefenen rangorde,...
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
3 notes · View notes