Tumgik
#grafisch vormgever
Link
Rebranding is een strategie waarbij een bedrijf zijn merkidentiteit, zoals het logo, de naam of visuele aspecten, vernieuwt om een nieuwe look te creëren, nieuwe doelgroepen aan te trekken of veranderingen in de bedrijfsstrategie te weerspiegelen, ondersteund door een samenwerking met een grafisch vormgever en specialist.
0 notes
nadeschdabroere · 2 years
Photo
Tumblr media
Opdracht (grafisch ontwerp) Boekomslag voor de roman ‘De vaalrode vlieger’ van Jan Veenstra ‘De vaalrode vlieger’ verschijnt in maart 2023, het boekomslag ontwerp is in opdracht gerealiseerd voor uitgeverij Passage. 
©Nadeschda Broere - Zilverdock 2023
2 notes · View notes
anrey23gip · 1 year
Text
Tumblr media
GV_ZINE_ONE_PAGE_BOOK_TOYS
0 notes
vankampenhout · 2 years
Photo
Tumblr media
Binnen- en buitenwerk vormgegeven voor de nieuwste publicatie van het @gemeentearchief_schiedam De omslag verwijst naar het personeelsblad, de ‘Hav-band’. #havbank #schiedam #grafisch #studiovankampenhout #2022 #vormgeving #grafischdesign (bij Schiedam, Netherlands) https://www.instagram.com/p/CjSu5I_oevL/?igshid=NGJjMDIxMWI=
0 notes
devosopmaandag · 2 years
Text
Twee vrouwen, een publicatie en een mantel
Door twee tentoonstellingen over art brut (outsider-kunst) en een boekpresentatie* moest ik denken aan dat vermaledijdede begrip 'innerlijke noodzaak', dat op kunstacademies zo vaak gebezigd wordt. Hoe iets dat zo diep wil zijn een frase is geworden. Kunstenaar Griet Menschaert legde tien jaar oude tekeningen voor aan een filosoof, een non-binaire grafisch vormgever en een mindfood-coach. Door de eenzame corona-periode leken de tekeningen een nieuwe betekenis op te roepen. Intiem zijn ze, die tekeningen, confronterend, verleidelijk, verhalend en vervreemdend. De filosoof las zijn tekst voor, terwijl zij haar lichaam inzette als haar eigen vleesgeworden tekeningen. Wat volgde was dat wij als publiek de intimiteit tussen die vier mensen en die van het boek in werden getrokken. Het was mooi, wankel en ongemakkelijk soms, op andere momenten bijna ontoegankelijk. Ik zag een directe parallel met haar tekeningen.
De presentatie vond in de avond plaats in Museum Dr. Guislain te Gent, een voormalig 'krankzinnigengesticht'. De deuren waren open, de gebouwen amper verlicht, de gangen leeg en kaal, slechts een enkel bordje verwees naar de presentatie. We liepen er wat verloren en onzeker rond, maar juist dat gevoel voedde misschien wel mijn ontvankelijkheid voor de rest van de avond. Boven was de tentoonstelling 'Mirror, mirror – Mode & De Psyche' **, met kostuums en textiele werken van psychiatrische patiënten en mode-ontwerpers, voor even opengesteld. Ik werd overweldigd door de werken zoals mij dat zelden overkomt op een tentoonstelling voor hedendaagse kunst. Het waren vooral de geborduurde werken van patiënten die me diep raakten.
Mijn eigen borduurwerk lijkt zo gecontroleerd en helder, maar wie minstens vijf uur per dag borduurt, het laatste wat gedaan wordt voor het slapen en het eerste nog voor het ontbijt, die kan een zekere obsessiviteit niet ontkennen en als de fase aangebroken is van het invullen van de lege plekken, dat is daar maar één woord voor: horror vacui – de angst voor de leegte, of in mijn geval, de lust de leegte te vullen (hetgeen misschien wel het zelfde is). Toen het niet goed met mij ging, werd het borduren mijn troost en houvast.
Op de tentoonstelling boog ik mij lang over een zwarte mantel, die een patchwork-voering had van reeds geborduurde stoffen in petit point. De maakster, die de mantel altijd bij zich droeg, borduurde en appliqueerde daar overheen, vaak grof en grillig. Ik voelde bijna het dwingende van dat maken, zonder welke het leven misschien wel onleefbaar was voor haar. Een jas, een ding als een nest, een bed, zo basaal als brood, water en vuur, een ding als een kind dat beschermd en gevoed moet worden. Vlak voor de avond begon gaf ik Griet een opgerold borduurwerkje met 'IK VOEL DE SNELHEID VAN MIJN ZIEL'. Ze kreeg een kleine schok bij het lezen van de woorden. Innerlijke noodzaak voelde ik, bij de vrouw van de mantel en bij haar.
* 'Some Body Help', uitgave met zes tekeningen van Griet Menschaert en drie door haar met de hand uitgeschreven teksten van filosoof Leon Heuts, mindfood-coach Hadas Cnaani en non-binair ontwerper Noam Youngrak Son. https://www.grietmenschaert.be/
** Dubbeltentoonstelling in het MoMu te Antwerpen en Museum Dr. Guislain te Gent, nog te zien tot 26 februari
3 notes · View notes
Text
Opdracht: Kunstautobiografie
Ervaringen met kunst en cultuur
Binnen mijn gezin en in ons land van herkomst was er weinig ruimte voor creativiteit of artistieke vrijheid. Toen we naar Nederland verhuisden, ontdekte ik die vrijheid op de basisschool, waar ik vrij kon tekenen en werd aangemoedigd om meer te experimenteren. Deze creatieve verkenning zette zich voort op de middelbare school, waar tekenen mijn favoriete vak werd. In mijn jeugd was ik echter als rebelse puber minder geïnteresseerd in andere kunstvormen zoals theater of muziek. Deze interesse heb ik door de jaren heen ontwikkeld, wat heeft bijgedragen aan de persoon die ik nu ben.
Kennis en ervaring als deelnemer aan verschillende kunstdisciplines
Ik ben afgestudeerd als grafisch vormgever en heb een sterke passie voor experimenteren met verschillende vormen van beeldtaal. Mijn werk is divers, variërend van grafische experimenten met nieuwe software en typografie tot het slopen van vazen om ze op een vernieuwende manier te herstellen en hun functie te onderzoeken. Mijn creatieve proces draait om de vraag "En wat als ik het zo doe?". Ik sta altijd open voor het leren van nieuwe vaardigheden en het verbeteren van bestaande. Dit weerspiegelt zich ook in mijn werk als docent, waar ik de jeugd aanmoedig om vrij te creëren, te experimenteren en risico’s te nemen. Voor mij is "nee" slechts een beginpunt; "ja" is altijd mogelijk om te creëren.
Mijn ervaring als maker ligt vooral bij beeldende kunst, hoewel ik veel vrienden heb die dansen of theater maken. In een ander leven had ik misschien danser kunnen zijn, maar in dit leven geniet ik vanuit het perspectief van een beeldend kunstenaar en docent van deze disciplines. Hoewel dans, theater en film mij interesseren, liggen mijn sterke punten niet bij de uitvoerende kant van deze kunstvormen. Ik sta er echter open voor om als kunstenaar en docent deze disciplines te leren kennen en toe te passen op mijn eigen werk om zowel mijn beeldende werk te versterken als persoonlijk te groeien.
Muziek vormt voor mij een uitdaging. Hoewel ik van muziek en dansen houd, is mijn gevoel voor ritme beperkt. Ik heb nooit de behoefte gehad om een instrument te spelen, maar ik luister wel graag naar allerlei soorten muziek. Als docent voel ik niet de behoefte om muziek als discipline te onderwijzen, maar ik ben wel geïnteresseerd in de creatieve mogelijkheden van het combineren van muziekstukken of geluiden met mijn beeldende werk, zoals werken met audio en film.
Kennis en ervaring als toekomstig CKV-docent
In mijn werk als docent lijkt het mij waardevol om technieken uit het theater toe te passen, omdat ik creëren vaak associeer met acteren. Ik geloof dat kunst maken een soort toestand is waarin je in een flow raakt, en dat je hier soms bewust naartoe moet werken. Theateroefeningen, zoals opwarmingen of rollenspellen, kunnen hierbij helpen.
Als toekomstig CKV-docent wil ik de vaardigheden uit verschillende disciplines inzetten om leerlingen te leren kijken naar kunst in al haar vormen. Ze hoeven niet per se te dansen, acteren of muziek te maken, maar ik wil ze inspireren om te luisteren, kijken en ervaren. Het gaat erom dat ze verder leren kijken dan wat ze al kennen, en nieuwsgierig blijven naar de vele verhalen die verscholen liggen in de kunst en cultuur om hen heen.
Leerdoelen voor de CKV-module
Als toekomstig CKV-docent wil ik graag leren hoe ik verschillende kunstdisciplines effectief kan inzetten om leerlingen te helpen anders te kijken naar kunst en cultuur. Ik wil vaardigheden ontwikkelen om hen te stimuleren voorbij hun eigen ervaringen te kijken, en hen te leren open te staan voor nieuwe ervaringen. Ik wil ze laten zien hoe ze de bijzondere bewegingen van het leven kunnen ontdekken in de verhalen die door middel van alle verschillende kunstdisciplines worden verteld.
0 notes
Text
‘Een man met goede schoenen’ van Rob van Essen: tuinkabouters als stootkussen
Tumblr media
Op de voorflap van Een man met goede schoenen, Rob van Essens (1963) derde verhalenbundel, prijkt de op het eerste gezicht onschuldige afbeelding van een olijke kabouter die een kruiwagen voortduwt. Het colofon vermeldt dat het beeld is geplukt van Shutterstock, een gigantische online databank met rechtenvrije stockafbeeldingen. De garden gnome van Tomacco is door de grafische vormgever echter licht bewerkt: de glanssporen op de muts van de kabouter zijn verdwenen, alsook de vergulde gespen op zijn laarzen en riem én de madeliefjes in het gras en de kruiwagen. Stockafbeeldingen geven een soort standaard weer: het zijn weergaves van een zekere maatstaf, inwisselbare beelden als toetsstenen van gangbaarheid. Soms zijn de ijkpunten waartussen het normale zich afspeelt rekbaar, zoals de behoorlijk hilarische Instagram-account Stutter.shock van kunstenaar Jasper Rigole aantoont. Dat principe van wat ik ‘flexibele normaliteit’ zou durven noemen, ligt aan de basis van de twintig verhalen in Een man met goede schoenen en bij uitbreiding van Van Essens gehele oeuvre.  
Normaliteit en vervreemding
Uit het verhaal ‘De therapeut’ weet de lezer dat het kruiwagentje tijdens een wraakoefening zal worden gevuld met een welbepaald lichaamssap, een vuige daad die onze perceptie van de noeste alverman op de cover op zijn kop zet. Want als toonbeeld van normaliteit genereert een tuinkabouter een automatische reactie. Wanneer Van Essen met subtiele ingrepen en kleine deviaties ons waarnemingskompas op hol laat slaan, doorbreekt hij moedwillig onze automatismen en vervormt de werkelijkheid die we gewend zijn. Het is een prachtig voorbeeld van Viktor Sjklovski’s vervreemding: nooit meer zal de lezer nog op een normale manier naar een tuinkabouter kunnen kijken. Dat Van Essen onze leeservaring binnen het korte bestek van een verhaal op een natuurlijke manier kan doen kantelen, pleit niet alleen voor zijn vertelkunst, maar is meteen ook een handelsmerk van de auteur. Zijn romans en verhalen — vaak gestoeld op een al dan niet directe autobiografische basis — vertrekken doorgaans van alledaagse gebeurtenissen, om gaandeweg naadloos over te vloeien in verbeeldingrijke, exuberante en absurdistische situaties. Alles lijkt wel degelijk wat het is bij Van Essen, tot op het moment dat hij alles omkeert en niets meer is wat het lijkt.  
Tumblr media
De vervreemding bij Van Essen leunt ook aan bij het freudiaanse ‘Unheimliche’, de angst en fascinatie die ontstaan wanneer datgene wat van oudsher vertrouwd was, plots vreemd lijkt. Onverklaarbare zaken passeren plots als dagdagelijks, als faits divers die er nu eenmaal bijhoren: ‘De wereld bestond uit twee helften die even langs elkaar waren geschuurd, zonder dat dat de bedoeling was geweest; dimensies waren doorbroken en tijd en ruimte hadden zich door een kleine onoplettendheid in de kaart laten kijken.’ De verteller van ‘In de Rijnstraat (bij de Albert Heijn)’ hoopt dat de bevreemdende gebeurtenis hem betekenis zal brengen, ja zelfs enige vorm van inzicht in het onvatbare: ‘Overal voelde ik betekenis rondzingen’.
Fantastiek
De verhalen in Een man met goede schoenen zijn geschreven in de afgelopen zes jaar. Het gros verscheen eerder in tijdschriften en kranten of op Van Essens bijzonder lezenswaardige blog ‘Reddend zwemmen’, het creatieve lab van de auteur, zeg maar, genoemd naar zijn debuutroman uit 1996. Van Essens vorige verhalenbundels, Elektriciteit (2010) en Hier wonen ook mensen (2014), zijn inmiddels respectievelijk tien en zes jaar oud. Is het openingsverhaal van Een man met goede schoenen mogelijks een vingeroefening voor De goede zoon, dan zijn enkele andere verhalen met hun fijnzinnig uitgewerkte plots eerder uitlopers van vroegere romans als Visser (2008) en Alles komt goed (2012). Hoewel in de lijn van de verwachtingen sinds de exuberante verbeelding van De goede zoon, valt het aantal verhalen met onversneden fantastische elementen op, met het openingsverhaal als onheilspellende voorbode van al dat onverklaarbaars.
Zo waren in Een man met goede schoenen heel wat dubbelgangers rond. In het bizarre ‘In het restaurant (drie gangen)’ wijst een serveerster een restaurantbezoeker op het feit dat hij ook wat verder in een hoekje zit (‘Kijk dan u bent het zelf.’) en in het aangrijpende ‘J.O.S. Days’ herkent een oudere vrouw een toevallige passant als haar jaren geleden overleden broertje. Hoewel de verteller niet in reïncarnatie gelooft, herinnert hij zich van alles, bijvoorbeeld wanneer de vrouw hem meeneemt naar hun vermeende vroegere woning. Opnieuw genereert de vervreemding een zekere angst (‘Al deze dingen kan ik niet verklaren’), die pas eindigt bij een bezoek aan het graf van het overleden jongetje: ‘Nu we bij mijn dood waren beland, was het voorbij.’
De wandelaar in ‘J.O.S. Days’ — een ik-verteller die zoals wel vaker verdacht veel weg heeft van Van Essen — struint langs de Weespertrekvaart en mijmert over de ‘wederopbouwwijken’: ‘Mijn hele volwassen leven heb ik terugverlangd naar een tijd die ik niet zelf heb meegemaakt.’ Hij verlangt ernaar te weten hoe het was om als Amsterdams kind op te groeien in zo’n wijk in het tijdperk waarvoor die wijken waren bedoeld (zie ook in dat verband Van Essens schitterende autobiografische kroniek Kind van de verzorgingsstaat (2016). Tót zijn gemijmer wordt doorgeprikt, letterlijk van gene zijde. Van Essen slaagt er alweer moeiteloos in om een doodnormale situatie te laten verglijden tot een die we met rede niet kunnen vatten, maar tegelijkertijd gewillig voor waar aannemen.
Ook ‘De glazen kamer’ toont hoe een onschuldig gegeven (een auteur wordt voor een ereceremonie ten paleize uitgenodigd samen met andere figuren uit de culturele sector die zich verdienstelijk hebben gemaakt)  al snel uitwaaiert tot een bijna uitzinnige explosie van verbeelding en fantasie. De basis is weer licht autobiografisch getint: een Van Essen-achtige verteller herkent enkele andere gasten, ‘die net als ik het afgelopen jaar een literaire prijs hadden gewonnen’. Tijdens een onwennig gesprek verwijst de koning naar ‘dat verhaal met die katten’ (uit Hier wonen ook mensen) en wanneer de verteller verdwaalt in het paleis, verzucht hij ‘ik liep niet rond in een hotel of een restaurant, hier woonden ook mensen’. Tot zover de realistische zijde van dit verhaal. Wanneer de verteller het toilet zoekt, komt hij plotsklaps terecht in een kamer die geheel van glas is, met een luik in de vloer dat leidt tot een eindeloze en duizelingwekkende Alice in Wonderland-konijnenpijp. Het is telkens weer een waar lezersgenoegen om te beleven hoe Van Essen je onverhoeds meeneemt op een trip en de wonderlijkste werelden binnenloodst (zie ook de Roald Dahl meets Tim Burton-onderwereld in ‘Ideeën van ontsnapping’).
Tijdreizen en absurdisme
De verbeelding viert evenzeer hoogtij in ‘In de kelder van de kruidenier’ waar een groepje scholieren een wormgat ontdekt in de kelder van de dorpskruidenier. Voor een stevige portie tijdreizen draait een meesterverteller als Van Essen uiteraard zijn hand niet om (in een recent interview liet hij zich overigens ontvallen dat tijdreizen mogelijks een belangrijk thema zal worden in zijn volgende roman). In ‘De lastigste logé sinds tijden’, oorspronkelijk verschenen in een Engelstalige versie op 2.3.74, krijgen Axel en Miranda hun (goede) zoon Erik op bezoek uit de toekomst. Hij wil zijn ouders verhinderen om hem te verwekken. De ouders vragen zich af of ze Eriks wens om niet te bestaan al dan niet moeten eerbiedigen. In het vervolgverhaal ‘De vissen eten geven’ is Eriks opzet blijkbaar mislukt want Axel en Miranda betrappen hun zoon terwijl hij in het zwembad ‘iets heel lichamelijks’ aan het doen is met het buurmeisje.
Tumblr media
Het gruwelijk absurdisme van de scheerbeurt steekt een tweede keer de kop op in ‘Iedereen werd verpleegd’. Daar is een man  er getuige van hoe iemand op een terras met zijn vuist zijn jeneverglas aan stukken slaat en de scherven tot bloedens toe over zijn gezicht wrijft. Tegen wil en dank gaat de man met de gewonde mee naar het ziekenhuis, waar hij verzucht dat ‘de basso continuo’ van zijn leven eenzaamheid is. Vrolijker ongerijmds schuilt dan weer in ‘De man die weer naar buiten wilde’, waarin buiten — alsof het niets is — letterlijk binnen wordt en omgekeerd, én in het titelverhaal ‘Een man met goede schoenen’, waar degelijk schoeisel niet meer of minder dan een statussymbool is en een onooglijk zakje verwelkte groenten geldt als valuta.
Oude bekenden
Een ander behoorlijk gesjeesd verhaal is ‘Nu is het diep genoeg’, oorspronkelijk verschenen onder de titel ‘Een uiterst belangrijke boodschap’ in De Groene Amsterdammer. Wanneer een man zijn ex-vriendin bij de ingang van een dierenkerkhof ziet, wordt hij terug geslingerd naar de tijd toen ze samenwoonden. De man vertelt over zijn uit de hand gelopen obsessie met de onderbuurman die op zijn schedel een enorm getatoeëerd oog heeft staan en een hondje heeft dat Kazan heet: ‘Soms zie je iets wat onmogelijk is’. De man, een (nieuw) hondje en de buurman eindigen uiteindelijk als een ongewoon menage à trois, zonder de vriendin dus. Het korte ‘Nog warm van de clown’ ademt de sfeer uit van de beste Robert Altman-films en het slotverhaal ‘Waar het werkelijk om ging’ verscheen als kerstverhaal in NRC Handelsblad. In die afsluiter wordt een slachtoffer van een huisbrand ei zo na pyromaan en beraamt een plan om grote delen van de stad in de fik te steken. Uiteindelijk voert zijn psychologe zijn plan uit: samen ontvluchten ze de brandende stad, terwijl het zacht begint te sneeuwen, wat niet alleen de kerstsfeer oproept, maar ook ‘The dead’, het laatste verhaal van James Joyce’s Dubliners (1914), een verhaal dat de hoofdpersonages in Van Essens tweede roman Troje (2000) meermaals bediscussiëren.
Bijzonder aardig voor de fans is dat er enkele oude bekenden uit de vorige verhalenbundels opduiken in Een man met goede schoenen, met name de mythische jeugdvriend Scipio en de slome, zachtaardige oom Evert. In ‘Eindhoven’ lift de verteller (waarin we wederom moeiteloos de jonge Van Essen herkennen) samen met zijn zelfverzekerde en baldadige makker met hoog punkgehalte Scipio naar Eindhoven. Ze worden opgepikt door een politiewagen. Wanneer Scipio drie maal ‘hoelah’ roept, ontstaat er een hilarische discussie tussen de twee literatuurminnende agenten, want een van hen herkent de uitroep uit Cees Nootebooms verhaal ‘Hoela’.
Van Essen krijgt geregeld de vraag of er geen roman over Scipio komt. Alle verhalen hebben weliswaar een zekere droefenis over zich, want ze zijn allemaal geschreven in het besef dat Scipio al lang dood is, zogezegd doodgeslagen aan het Sarphatipark. In het schitterende ‘Scipio’s zuster’ gaat Van Essen dieper in op dat gewelddadig overlijden en trekt het — hoe kan het anders — in twijfel. Het personage Van Essen wordt ontboden door de zuster van zijn jeugdvriend; ze wil weten waarom de auteur haar broer in zijn boeken heeft laten doodgaan. De schrijver probeert duidelijk te maken dat Scipio voor hem een personage is, ‘een amalgaam van jongens die ik vroeger heb gekend’ en dat hij Scipio heeft laten sterven voor ‘het dramatisch effect’, hoewel hij de aanval in het park dan toch zou overleefd hebben. Uiteindelijk sluit de zuster de schrijver op in de vroegere kamer van Scipio: hij mag er pas uit als hij nog verhalen over haar broer vertelt. De schrijver begint dan maar ‘Eindhoven’ te vertellen, maar dat kent ze al, dat stond immers in Tirade! In een bizar einde is de schrijver er meer en meer van overtuigd dat de zuster eigenlijk Scipio zelf is.
Tumblr media
Van Essen wordt vaak geprezen voor zijn laconieke, heldere stijl, vol onderkoelde humor en rake beschrijvingen. Meer dan terecht, maar voor mij is hij ook de ultieme clever writer, een gewiekste fabulator die als geen ander een plot kan uitwerken en een steengoed verhaal vertellen. Voor elke narratieve patstelling heeft hij een gepaste oplossing, verhaaltechnisch lijkt er geen limiet op zijn kunnen te staan. Een hoogtepunt op dat vlak is ongetwijfeld het eerder aangehaalde ‘De therapeut’, met een lengte van veertig pagina’s meteen ook het langste verhaal uit Een man met goede schoenen. David is ’s morgens voor het eerst bij een therapeut geweest. Diezelfde avond komt de therapeut onaangekondigd aanbellen en neemt zijn nieuwe patiënt onder lichte dwang mee op een hallucinante tocht naar zijn verleden. Met sardonisch genoegen laat Van Essen in deze gebalde comedy of manners vol verrassende plotwendingen de lezer alle hoeken van de narratologische kamer zien, met tuinkabouters als stootkussen.
Verschenen op: De Reactor, 7 januari 2021
Een man met goede schoenen van Rob van Essen, Atlas Contact 2020, ISBN 9789025464127, 245 pp.
0 notes
atelieryona · 3 months
Text
Artist Statement
Als maker ben ik voortdurend bezig met het combineren van beeld en verhaal, altijd op zoek naar manieren om mijn verhaal te versterken en te vertellen. Vanuit mijn achtergrond als vormgever bekijk ik mijn werk vanuit een esthetisch perspectief en streef ik ernaar woorden en beelden te combineren tot een geheel. Ik probeer ambacht en grafisch ontwerp in mijn werken te verenigen. Ik geniet ervan om met mijn handen te werken en dit vervolgens om te zetten naar iets grafisch.
Daarnaast heb ik een liefde voor edelsmeden ontwikkeld en hoop ik sieraden te maken met een verhaal, waarbij de drager een connectie voelt. Mijn werk gaat vaak over mezelf. Als maker zoek ik naar een beeldende vertaling van mijn culturele identiteit, waarbij ik vooral mijn Braziliaanse cultuur verken. Ik vraag me vaak af waarom ik me zo verbonden voel met Brazilië en minder met mijn Nederlandse of Chinese roots. Mijn werken dienen als ontmoetingsplaatsen waar al deze invloeden samenkomen. Wie ben ik hier in het Westen en wie ben ik in Brazilië? Op beide plekken voel ik me niet volledig thuis. Deze ontmoetingsplaats die ik voor mezelf creëer, fungeert als een veilige plek waarin ik mezelf beter leer kennen.
Met dit in gedachten, heb ik tijdens mijn atelier jaar 3 hier verder aan gewerkt. In mijn sieraden heb ik symboliek proberen te verwerken, waarbij ik beelden heb gecreëerd die voor mij het gevoel van gemis en verlangen naar Brazilië uitdrukken. Dit werk toont mijn onderzoek naar mijn eigen culturele identiteit. Ik hoop hiermee mensen aan te spreken die ook het gevoel hebben tussen 2 werelden te leven.
1 note · View note
Text
Tumblr media
Deze inspo ging over het bedrijf accenture.
Dit gaat over het gedeelte interaction design, hoe grafische vormgeving en productontwikkeling samen hand in hand tepaar kunnen gaan in één bedrijf.
Wat mij het meest heeft verrast was dat zo'n groot bedrijf toch in kleine groepen rond projecten werken. Deze werden ook nog genoeg verantwoordelijkheid toegelaten. Ook was de optie om bij hetzelfde bedrijf te kunnen werken maar in verschillende landen indrukwekkend.
0 notes
lolaumarova-breitner2 · 7 months
Text
Korte biografie
Lola Umarova, geboren in Nijznij Novgorod, Rusland in 1994, heeft een boeiende levensgeschiedenis. Van Oezbeekse afkomst, groeide ze op in Kyrgyzstan waar haar overige familie verblijft. Op vijfjarige leeftijd ontvluchtte ze samen met haar ouders, oudste zus en neef naar Nederland. Na een asielperiode van ruim acht jaar kregen ze het verlossende nieuws dat ze permanent mochten blijven. Hierop verhuisde het gezin naar de Randstad, waar Lola haar hart verloor aan Rotterdam.
In 2015 behaalde ze haar diploma als grafisch vormgever en startte vervolgens als zelfstandig nagelstylist. Deze vaardigheid had ze zichzelf aangeleerd tijdens haar studie als bijbaan, een welkome afwisseling van het voornamelijk op de computer gerichte grafisch vormgeven. Door haar grafische vaardigheden te combineren met nagelstyling, werd Lola een van de pioniers in Rotterdam op het gebied van nail-art, geheel autodidact.
In de wereld van nagelstyling ontmoette ze dagelijks veel mensen, wat haar verlangen naar sociaal contact vergrootte. Hier ontdekte ze haar overtuigende spreekstijl en haar vermogen om anderen te inspireren, wat haar leidde naar een nieuwe roeping: docent worden. Sinds 2020 studeert Lola aan de Breitner Academie, waar ze zich specialiseert in de opleiding voor docent beeldende kunsten.
Lola’s kunst kent diversiteit, variërend van grafische experimenten met nieuwe software en typografie tot het slopen van vazen om ze op een andere manier te herstellen en de functie ervan te onderzoeken. Haar creatieve proces draait altijd om de vraag ‘en wat als ik het zo doe?’. Ze staat open voor het leren van nieuwe vaardigheden en het verbeteren van bestaande, en ze gelooft in de voortdurende groei van zowel het individu als de tijdgeest. Dit weerspiegelt zich ook in haar docentschap, waar ze de jeugd aanmoedigt om met de flow mee te creëren, te experimenteren en risico’s te nemen. Voor Lola is ‘nee’ slechts een beginpunt; ‘ja’ kun je altijd creëren.
0 notes
Link
1 note · View note
Link
Ontdek uiteenlopende marketingstrategieën bij grafisch-ontwerp.org, een inzichtelijke bron voor merkstrategie en bedrijfscommunicatie gerealiseerd in samenwerking met een vooraanstaande grafisch vormgever.
0 notes
astroblogs · 11 months
Link
Tumblr media
0 notes
anrey23gip · 1 year
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
GV_POSTER_SERIES_CHILDRENS_ACTIVITIES
0 notes
regioonlineofficial · 11 months
Text
Naar aanleiding van de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november organiseert Algemene Beschouwingen voor de derde keer een project om alternatieve verkiezingsposters te ontwerpen. De beste posters worden verspreid in de straten van Breda en tentoongesteld in het Werkwarenhuis in 's-Hertogenbosch. De Tweede Kamerverkiezingen van 2023 vormen de aanleiding voor een nieuwe editie van Algemene Beschouwingen. Iedereen die zich geroepen voelt mag meedoen en een verkiezingsposter ontwerpen die er toe doet. Inzenders geven hierop hun visuele commentaar op de Nederlandse politiek of kaarten een probleem of actualiteit aan. Het kan een protest of juist een aanmoediging zijn: makers hebben een carte blanche. Aan inspiratie is deze ook editie geen gebrek. Mark Rutte verdwijnt van het toneel, Pieter Omtzigt maakt een wederopstanding en met BBB lijkt de ultieme risée van de politiek te zijn gevonden. Alle reden tot het ontwerpen van alternatieve verkiezingsposters. Jury- en publieksprijs Algemene Beschouwingen is bedoeld om de verkiezingen actief onder de aandacht te brengen met een ongebruikelijke, experimentele en alternatieve beeldtaal. Net als met de Tweede Kamerverkiezingen wordt er bij Algemene Beschouwingen op woensdag 22 november gestemd. Het winnende affiche wordt overhandigd aan zijn ontwerper. Daarnaast kiest ook de jury een winnend affiche. Beide winnaars worden beloond met de Algemene Beschouwingen Award. Poster Algemene Beschouwingen 2021. Foto: I. de Jong Bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen waren er ruim 200 deelnemers aan Algemene Beschouwingen. De deadline voor deelname aan de straattentoonstelling in Breda en de tentoonstelling in Den Bosch is 31 oktober, 10:00 uur. Posters die later binnenkomen worden alleen op de site en/ of Instagram geplaatst. Over Algemene Beschouwingen Algemene Beschouwingen is een project van Nieuwe Bossche School en Graphic Matters uit Breda. De Nieuwe Bossche School is een gelegenheidscollectief van grafisch ontwerpstudio's ATTAK, Autograph, Studio Boot en Studio Turbo en staat voor ruimhartig omgaan met typografie als beeldmiddel en royaal kleurgebruik. Over Graphic Matters Graphic Matters maakt het werk van visueel eigenzinnige, maatschappelijk betrokken en/of sociaal kritische vormgevers zichtbaar. Met een beleefbare programmering worden vakgenoten en jongeren geprikkeld om samen kritisch te kijken naar visuele cultuur. Presentaties in een openbare context creëren ruimte voor dialoog. Daarnaast wordt hen de kans geboden om kennis en vaardigheden te ontdekken en te ontwikkelen. 
0 notes
nadeschdabroere · 1 year
Photo
Tumblr media
Opdracht (grafische vormgeving, illustratie)
Ontwerp voor het evenement Fietsplezier in het Westerkwartier (A0 sandwichbord, A4 poster) i.o.v. Stichting Oranjerun. ©Nadeschda Broere / Zilverdock 2023
0 notes