Tumgik
#ik heb gehuild van het lachen
rikvandewestelaken · 4 months
Text
Tumblr media Tumblr media
128 notes · View notes
dagboekliesa3d · 2 years
Text
23/04/2018
- Ik voel me vandaag erg gespannen en ik heb moeite met heel diep te ademen. Ik voel me opgefokt alsof ik teveel energie heb die ik kwijt moet.
 Wanneer ik probeer te luisteren naar mijn lichaam voel ik vooral verdriet dat vastgehouden wordt. Ik voel dat mijn kindertijd echt miserabel was en mijn hart breekt als ik daar aan denk, als ik me er van bewust word. Ik heb hier al veel om gehuild, dat ik niet weet of ik het nog mag uiten? Ik wil niet de rest van mijn leven er verdriet om hebben.
 > Waar ligt de grens tussen oprecht verdriet, en mezelf wentelen in medelijden? 
Ik voel me nu ook erg vermoeid en daardoor wat ‘numb’ 
- Ik mis ook mensen en contact met de buitenwereld: ik beeldde me gisterenavond in hoe ik weer contact zou opnemen met enkele mensen en vragen hoe het ging, maar vandaag durf ik weer niet. Het voelt alsof ik dan weer iets op gang breng waar ik veel tijd en energie in moet steken en kan ik meegesleurd worden, omdat ik hier zo intens in op ga. Alsof ik me ergens ingooi en in een stroomversnelling geraak, en geen gas kan terugnemen tenzij ik verdwijn. Is het dat dan wel waard?
 - Ik heb eigenlijk schrik van de wereld en de impact dat het op mij kan hebben, alsof ik nergens controle over heb > mijn eerste levensjaren hebben zoveel bepaald voor mijn verdere leven toen ik 0 controle had, dat ik de skills nooit leerde om controle te hebben over mijn emoties (CEN), relaties (assertiviteit) of situaties. Ik heb geleerd dat het leven mij overkwam en ik er een slachtoffer in was. Mij afhankelijk opstellen is natuurlijk, ik ken niets anders en het is moeilijk te leren, dat ik er wel controle over heb.
 - Ik heb geen idee hoe vriendschappen werken, ik weet nooit of het een evenwichtige relatie is, of ik word misbruikt, of dat ik zelf misbruik. Ik ken niets van de spelregels. Bv ieder krijgt graag interesse, maar wat als mensen terugdeinzen en ik word gezien als opdringerig? Vanaf wanneer weet je dat vriendschap wederzijds is, en de ander niet gewoon profiteert? Wat als de ander niet om kan met eerlijkheid over negatieve gevoelens? Wat als de definities van respect verschillen? Hoe snel moet ik antwoorden op bericht? Hoe eerlijk mag je zijn over gevoelens als je heel snel geraakt bent? 
- Misschien ben ik al mijn hele leven triest, als dit vaak verward wordt met vermoeidheid.
 - 2 zaken waar ik serieus aan moet werken:    
- hoe voel ik mij?    
- wat heb ik nodig?
 - 22u: Ik heb met enkele mensen geinteracteerd vandaag door mijn interesse te tonen of te laten merken dat ik aan hen denk, om zo weer vriendschappen op te bouwen. Ik bleef paraat omdat ik er zelf een hekel aan heb als iemand een gesprek initieert en het dan aftrapt. Het duurde even eer er wat reactie kwam, ik stelde mezelf gerust dat die personen waarschijnlijk wel met wat anders bezig waren, niet dat ze me negeerden omdat ik onbelangrijk was. Ik trachtte zo emotioneel volwassen mogelijk te zijn en empathie getoond.
 Bv ik tagde M. bij een katten-meme en liet daarbij weten dat dit mij aan haar deed denken: ze reageerde kort erna positief, ze moest lachen met de meme. Ik vroeg S. hoe haar sollicitatie was gegaan, ze luchtte haar hart ivm haar werk en ik toonde empathie, ik wou haar nog iets doorsturen maar ze ging slapen dus zweeg ik maar. N. reageerde normaal op tweet ivm haar medestudenten op studiereis. ‘IrritantBeestje’ heeft niet gereageerd op DM ivm hoe het ging, noch N. op gelukswens kopen huis.
 Ergens geraak ik snel gefrustreerd omdat ik moeite doe om interesse te tonen in anderen (half oprecht) maar dat is nooit wederzijds waarop ik het gevoel heb dat ik mijn ei kwijt kan. Ik weet niet hoe ik een vriendschap moet starten als ik interesse toon maar het dan snel weer uitdooft. Er zijn maar een handvol mensen die me ooit interessant vonden, en die hadden dan nog geen oprechte bedoelingen. Ligt het dan aan mij omdat ik me afstandelijk en onzeker opstel, of omdat anderen het nut van vriendschappen niet meer inzien omdat dit vervangen is door sociale media? 
Lopen de potentiële vriendschappen bij mij meteen dood door de maatschappij, of laat ik ze zelf doodlopen door er over te piekeren, meer te verwachten of onzeker te zijn? 
Is het dan de moeite en mijn inzet waard? Of is het een kwestie van nieuwe mensen ontmoeten die me interessant kunnen vinden? 
(Het is niet de eerste keer dat ik contact zoek met de buitenwereld en mijn gebaar gewoon wordt geaccepteerd)
 Ik heb geleerd dat compassie tonen iets goeds is en het zou mij een goed gevoel geven, maar het lijkt anderen niets te doen, enkel uit eigenbelang.
 Of misschien heeft het enkel effect op lange termijn?
 Of misschien zijn mensen enkel nog gefocust op zichzelf en durft niemand meer eerlijk zijn over gevoelens?
 Of misschien verwacht ik gewoon telkens meer, zoals dat ik een veilige plek krijg om over mijn gevoelens te praten en het ontvangen wordt met compassie? Hoe lang moet het awkward blijven tot dat kan? 
Misschien is het een kwestie van afspreken ipv via internet converseren maar dan nog: er zijn weinig mensen die me vragen wat te doen, laat staan mensen die wat zelfde interesses in activiteiten als mij delen.
 Uit ervaring leerde ik ook dat mensen het vaak te druk voor me hebben, dus nam ik niet graag meer het initiatief daarvoor. Wanneer is “ik heb het te druk” dan niet simpelweg een excuus voor niet willen? Misschien spreek ik wel af en heb ik dan spijt? Ook: er zijn gewoon vrij weinig mensen die ik interessant genoeg vind (behalve als ik er zo erg naar op kijk of op een ander niveau staat dat ik er niet mee durf afspreken)
 Wie is het waard om weer tijd in de vriendschap voor te steken? Bv iemand die in buitenland woont? Iemand die nooit in real life afspreekt? Iemand die vaak afspraken last minute afzegt? Iemand met volledig andere interesses? .. 
En dan zijn er nog mensen die er voor me zijn, die met me meeleven, maar ik ze niet genoeg ken of niet genoeg mee deel om mee af te spreken, er is niets dat ons bindt..
0 notes
offtoljubljana · 4 years
Text
127. *in Animalese* Nintendo
3/07/2020
Gisteren kregen we bericht dat Kroatië naar de gele lijst is verplaatst, dus zondag gaan we niet naar Kroatië. Kroatië, Frankrijk en Tsjechië zijn niet meer veilig volgens Sloveense standaarden. Het goede nieuws is dat Nederland en België naar de groene lijst zijn verplaatst.
Maar ja. Corona.
Ik volg het nieuws niet elke dag, maar in het bericht dat Cristina stuurde, bleek dat er eergisteren 21 nieuwe besmetting waren. Dat is het één na hoogste tot nu toe. Het hoogste was 36 ergens midden april. De meeste nieuwe besmettingen zijn blijkbaar jongeren tussen de 15 - 30. Dit verbaasd me niets, aangezien iedereen meteen gaat clubben. De dag dat Shooters weer open ging, was het hele centrum bomvol. 
Alhoewel, volwassenen zijn de mensen die het minst de maskers goed dragen. Ze doen het of alleen over hun mond, of ze doen hun maskers gewoon af als ze langs bewaking enz. zijn gelopen. Wow. 
Een plek 30 km vanaf Ljubljana genaamd Moravče gaat ook weer in lockdown. Er is dus geen landelijke lockdown. Er wordt al vaker gesproken over regionale/lokale lockdowns en hier doen ze dat ook. In die plek zijn 3 besmettingen, maar er wonen weinig mensen, dus het wordt gezien als veel.
Volgens een landelijke enquête zijn de mensen met zorgen over Corona van 11% naar 55% gegaan in 2 weken en dat is ook begrijpelijk. We zijn bijna 2 maanden uit de lockdown en de eerste maand is dus heel goed gegaan, maar nu niet meer. Maar dat is de situatie hier.
Genoeg Corona.
Kroatië gaat niet door en we gaan nu naar Vintgar Gorge op zondag. Ook goed. Ik zei al tegen Cristina dat het me niet uit maakt. Ik wil gewoon dingen zien. Ik vind het wel jammer dat Kroatië niet door gaat, maar “better safe than sorry”.
Ik ben dus een beetje mijn slaapschema aan het terug zetten, aangezien we morgen rond 9:00 - 9:30 vertrekken. Nou, ik werd dus rond 7:22 wakker wegens de harde regen. Ik was op tijd naar bed gegaan, maar ik viel niet in slaap. Ik denk dat ik misschien tot 2:00 wakker was.
Gelukkig viel ik weer in slaap en ik werd om 10:00 wakker om Animal Crossing te spelen. Er is namelijk een mega grote update. Nou, het bleek dat het niet automatisch was gegaan, dus ik heb alles even geüpdatet en nu kan ik duiken.
Tumblr media Tumblr media
Nu heb ik dus deep sea creatures en mijn museum wordt er levendiger door. Thank you, Animal Crossing. 
Tumblr media
Vandaag kwam ook Hamilton uit, maar ik ben van plan om dat vanavond te kijken. Ik wilde namelijk eerst naar BTC. Ik had besloten om toch die Joy-Cons te kopen. Ik speel zoveel op mijn Switch, het is het wel waard. Mijn huidige paar is namelijk kapot met de “drifting”. Ik wilde eerst wachten of ik het kon laten fixen via GameMania, want Nintendo doet gratis drift reparaties, maar ik hoorde ook weer dat sommige Joy-Cons van anderen weer gingen driften na reparatie. Mijn linker Joy-Con drift al voor een jaar (yea), maar mijn rechter is in de laatste paar weken ook gaan driften. 
Mijn redenering:
Ik kan mijn huidige paar niet fixen, maar dan heb ik tenminste nog mijn nieuwe paar
Ik kan mijn huidige paar wel fixen, maar dan heb ik een extra paar
Voor het kopen was het eigenlijk:
Ik heb geen goed paar.
Dus op naar BTC. Wat een lelijke plek en man, het was moeilijk om naar BTC te gaan. Eerst dacht ik eraan om te fietsen, maar het regende. Dan maar met de bus. Ten eerste was het mega druk op de weg. Hierdoor kwam lijn 14 ongeveer 7 minuten te laat, waardoor ik mijn overstap miste. Ironisch. De vorige keer was 27 te laat, waardoor ik 14 miste. Nu was 14 te laat, waardoor ik 27 miste.
Toen nam ik 2, want ik wist dat 2 ook naar het juiste busstation ga. Blijkbaar zijn er twee lijnen 2? Ik realiseerde me dat ik in de foute bus zat. Bij Viadukt stapte ik uit. De volgende 27 zou over 15 minuten komen, maar er waren city bikes. Ik besloot om eens gezond te doen. Het was inmiddels droog. 
Nou, die fiets ging klote, want de city bike herkende mijn Urbana card niet. Toen moest ik oversteken en het was één grote chaos wegens de drukte. En toen kwam ik erachter dat die grote straat richting BTC geen fietspad had en dat ik dus via de woonwijk moest. Dat was een stuk om.
Eenmaal bij BTC begon het weer te regenen en ik reed richting BTC, maar de weg had een dood einde wegens wegwerkzaamheden. Ze hadden ook wel een bordje kunnen neerzetten!
Ondanks de aanwezigheid van de city bikes is BTC mega fietsonvriendelijk en het duurde veel te lang voordat ik een plek vond om die city bike neer te zetten. Toen ik het vond, kwam bus 27 aanrijden. Ik was dus sneller geweest om die 15 minuten te wachten.
Ik heb uiteindelijk er een uur over gedaan en ik had dorst, dus ik besloot die ijsthee te kopen, want die is gewoon goed. Ik heb het al vaker gekocht. Eenmaal buiten nam ik een slok en ik had de foute smaak gekocht 🤦🏻‍♀️. 
Tumblr media
Het is dus niet de zwarte thee met citroen en gember, maar kruidenthee met peer en limoen. Het is niet vies, maar ik zou het niet nog een keer nemen.
***
Hoi. Het is nu 20:02. Om 19:14 besloot ik om even abrupt te stoppen met schrijven om naar de Roza Slon te gaan voor afhaal Boni. Dit is het Thaise restaurant waar ik met Caroline heb gegeten. Ze staan ook altijd op Open Kitchen, maar daar is het duurder. Met Boni krijg ik hetzelfde voor de helft van de prijs. Ik eet nu Pad Thai Pork.
Tumblr media
Ik drink die herbal tea erbij, want dat had ik nog niet opgedronken. 
Op weg naar de Roza Slon zag ik ook een kat. Toen ik dichterbij kwam, rende de kat weg, maar hij bleef eventjes zitten op een afstand.
Wat een mooie!
Tumblr media
Terug naar BTC. Ik heb even gezeten en gedronken en nagedacht over het leven (waarom moest ik nu ook eens actief bezig zijn?). Toen ging ik naar de Mueller om een klein magneetje voor Lulu te kopen. Ze leest deze blog posts toch niet, dus het blijft een verassing. Het is toch zo’n ding van “beste zus”, maar in het Sloveens is het “sestra” en soms noem ik haar zo (wegens mijn obsessie met de tv-serie Orphan Black), dus ik vond het toch wel leuk.
De video game winkel Konzolko is in hetzelfde gebouw, maar via een zij-ingang. Je hebt dus al die loodsen en de grootse winkels staan voorop met eigen ingang. De kleinere winkeltjes delen de rest van het gebouw.
Ik liep meteen naar de Switch spullen en de man achter de kassa keek me aan en zei: “Prosim?”. Ik zei dat ik geen Sloveens sprak (ook al weet ik was prosim is) en hij zei: “What are you doing?”
“... I want to buy these.”
Ik was zo *kuch* enthousiast dat ik niet door had dat ik achter de kassa was gelopen. Hij moest er wel om lachen. Maar ja, Joy-Cons.
En dat was het. Een uur reizen voor 15 - 20 minuutjes BTC. Ik ben maar weer op die betonnen blokken gaan zitten voor een tijd en toen zag ik hondjes.
Tumblr media
De witte liep los en ik was zo bang dat het hondje onder een auto zou komen. BTC is niet echt geweldig qua verkeer. 
Toen ben ik wat kleine boodschappen gaan doen bij de Interspar in City Park (zo’n mega grote Spar waar je zelfs Tv's kan kopen). Toen heb ik even gezeten op comfortabele stoelen bij de mannen die verveeld aan het wachten waren op hun dochters/vrouwen/vriendinnen die aan het winkelen waren. Ah, good times. Daar zat ik vroeger ook altijd tussen. Gelukkig leven we nu in de tijd van smartphones. Vroeger was het wachten behoorlijk saai.
Ik besloot om te gaan en toen kwam net bus 27 aanrijden, dus ik rende naar het busstation en ik nam de bus. Wegens de drukte miste ik weer mijn overstap, maar de vertraging was zo lang dat ik meteen bus 8 kon nemen, net zoals de vorige keer. Toen moest ik 10 minuten wachten.
Ik weet niet waarom het zo mega druk was. 
Eenmaal thuis ging ik mijn nieuwe controllers proberen en het was zo fijn! Mijn personage blijft nu stil staan. Ze driften niet!
Tumblr media Tumblr media
Ik had de meneer van de video game winkel wel gevraagd of ik deze controllers ook naar Nintendo kon versturen vanuit Nederland. We hadden het heel even over het drift probleem (toevallig heeft Nintendo eergisteren voor de eerste keer erkend dat er een probleem is, maar ja, de rechtszaak loopt nog) en hij zei dat ik de bon goed moest bewaren voor Nintendo garantie.
Dus even checken op Animal Crossing en toen opende ik voor de eerste keer in 8 maanden of zoiets Splatoon 2. Dat spel was namelijk niet te spelen met Joy-Con drift. 
Tumblr media
Dit was mijn favoriete spel voor bijna 3 jaar en toen gooide Animal Crossing het van de troon af EN OH BOY ik heb 40 minuten gespeeld en ik vind het zo leuk. Ik miste Splatoon 2 😭😭😭.
Ik won meteen in de eerste ronde.
Tumblr media
Ik heb niet alle rondes gescreenshot en dat is maar goed, want ik heb er meer verloren dan gewonnen. 
Ja en toen ging ik dit schrijven en toen ging ik Pad Thai halen. Ik ga nu kijken of ik Hamilton kan kijken. Ik zie al zoveel reacties online en ooooh yeah. Helaas is er maar 7 dagen gratis proberen van Disney+ (ik wil er echt niet voor betalen lol bye), dus daar moet ik het maar mee doen. Ik weet dat Disney er $75.000.000 voor neer heeft gelegd, dus wat moet dat moet.
***
Tumblr media
There ya go.
***
23:25
Ik was vergeten dat deze show 2,5 uur lang was maar holy shit. HOLY SHIT. Dit was zeer goed en ik heb 5 keer gehuild of zo. Musical-wise is dit gewoon *chef’s kiss*. De tekst? De woordspelingen? De herhalingsmotieven? De dans? Kostuums? Set? Licht? 
Bruh. I’m back on my Hamilton bullshit.
3 notes · View notes
ballsdeeb · 4 years
Note
01. 25.
01. wanneer heb je voor het laatst gehuild en wat was de rede? (Thierry, luister je mee?)
Eergister denk ik, ik zat met een vriend in een cafeetje en ik weet niet meer wat de precieze aanleiding was, maar we hadden het over een vriendin die is overleden, en over mijn trauma en al mn zorgen over mn broertje en dan moet je soms gewoon even huilen
25. wat is het voornaamste kenmerk van de (laatste) persoon waarop je verliefd bent (geweest), waar je nu aan moet denken?
Okay so ik ben nogal in de war, er zijn wel twee/drie mensen die ik leuk vind momenteel en ik weet niet zo goed hoe het allemaal zit?? Maar uhm okay so eentje heeft echt van die superleuke moedervlekken op haar gezicht, en daar word ik heel gelukkig van. Ze hebben alledrie echt de leukste lach waar je je gewoon helemaal warm voelt vanbinnen. en ik vind het ook heel fijn dat ze me op mn gemak laten voelen en dat ik een goed gesprek kan voeren. Maar qua kenmerken ja dus uhm de lachen? ??
1 note · View note
verwaaid · 5 years
Text
Ode aan jou
Ik wil gedichtjes over je schrijven. Over je perfecte lach, je mooie grote bruine ogen. Je was mijn bambi, maar dan net een stukje mooier. Je bent zo wereldwijs, waarom koos je voor mij? Kon ik je ooit geven wat je verdiende? Wat maakte je me onzeker. Je was zo mysterieus. Elke vezel in mijn lijf wilde jou. Je prachtige lichaam, je mooie donker bruine haren. Je innerlijk, zo mooi, zo lief. Ik was verliefd, nog steeds, elke keer als ik een stukje jou tegen kom. Want wat was jij bijzonder. Ik heb nooit meer in mijn leven zo speciaal iemand als jou ontmoet. Wat was je talentvol. Alles wat je aanraakte, daar raakte je mensen mee. Zo naïef en onbevangen, maar tegelijkertijd zo wijs, zo intelligent. Je wilde de wereld zien, en ik wilde de wereld samen met jou ontdekken. Samen zijn, er bestond niks mooiers dan die gedachte. Jij en ik. Was het maar ooit zo ver gekomen. Er was wel een jij en ik, maar het was nooit een wij. Behalve in onze dromen. Elke ochtend als ik wakker werd vroeg ik naar je dromen. Het was mijn favoriete momentje van de dag. Dat je praatte over ons. Over wij samen. Samen lachen, samen huilen, samen ontdekken. Dat deden we al, maar er was een bepaalde afstand. Een afstand die in kilometers niet groot was, en mentaal was hij ook niet groot. Maar fysiek wel. Want, jij was ziek. Dood ziek. En ik wist het, maar ik wilde het niet weten. Je hebt het nooit tegen mij verteld. Maar ik kon het lezen, tussen je zinnen door. Er zat een monster in je, die groter was dan onze liefde voor elkaar.
Van de één op de andere dag was ik je kwijt. Je verdween voorgoed uit mijn leven. Wat deed het pijn. Mijn grote liefde. Wat heb ik gehuild, mijn hart was gebroken in honderd duizend stukjes. Nooit meer wilde ik liefde voelen, het was te intens. Wat heb ik een spijt, dat ik niet op jou heb gewacht. Dat ik je geen tijd heb gegeven om bij mij terug te komen. Dat ik niet voor jou heb gevochten, gestreden. Want ik ging verder met mijn leven. Ik dacht, dit was het dan, vaarwel. Zo gaat dat met mij en liefde. Ik beleef alles te intens, en ik heel wonden niet met tijd, maar met nieuwe liefde. Een fout die ik keer op keer nog steeds maak, en het lijkt wel alsof ik het nooit leer. Maar je bent nooit verdwenen uit mijn gedachten. Daar was je altijd. Je leeft daar nog steeds. Ik zocht weer contact, nog geen jaar later. Alles in mij wilde met jou praten. Maar ik had het verprutst. Ik had een nieuwe liefde, een liefde die niet tegen jou liefde op kon boksen, maar ik nam er genoegen mee. Dat had ik nooit moeten doen. Je vertelde dat je verliefd op me was, maar dat je hoofd het niet aan kon. Stomme rot ziekte. Ik was op dat moment nog verliefder op jou. Ik kon je maar niet uit mijn hoofd zetten. Ik heb het zo verpest, en het spijt me zo.
De jaren verstreken, het ging uit met mijn vervangende liefde, en jij had het geluk in je leven en in de liefde weer terug gevonden. En oh wat ben ik jaloers op hen. Maar, je verdiend het. Je verdiend het om gelukkig te zijn. In het leven en in de liefde. Ik gun je alles van de hele wereld, maar nog steeds het liefste met mij samen. 7 jaar zijn we nu verder. Bij elke nieuwe telefoon, zet ik jou telefoonnummer nog steeds als eerste erin. Ik hoop iedere dag iets van je op te vangen op Social Media, maar je gebruikt het niet meer zoveel als eerst. Elke verjaardag feliciteer ik jou, en jij feliciteerde mij, tot dit jaar.  Jou felicitatie was altijd het belangrijkste voor mij. Als jij mij had gefeliciteerd, dan kon ik weer rustig ademen. Maar alles gaat voorbij, en zo ook onze liefde. 
Ik wacht nog steeds, op het moment dat onze levens elkaar weer kruizen.  Dat ik in die prachtige ogen van je kan kijken en tegen je kan zeggen dat ik van je hou en ik je nooit meer los zou laten. Dat jij mijn leven bent.
11 notes · View notes
anoniemus · 5 years
Note
Vijf over acht, het is al druk, ze draaien New Order, daar komt je zus 'hoe gaat het nu?' en je vader en je moeder, de hele meute, 'your mind's overwhelmed, we're having fun', Grauzone, dansen, lachen, champagne, 'ik ben je dankbaar', bier, fietsen, barsten, doorgaan, gezicht goed schoonmaken, 'waarom heb je gehuild?', bier, zitten, heel veel praten, staren, 'ik hou van jou', 'sorry ik slaap toch niet bij je' 'ik ben vrij... misschien is het dom', tankstation, eten, seks, slapen, opnieuw, wij.
3 notes · View notes
kulabata · 2 years
Text
Luo
Het Swahili kan een woord op verschillende manieren gebruiken door daar andere voorvoegsels voor te plakken. Zo is een Mholanzi een Nederlander (een ‘iemand’ van de stam van de Hollanders), Kiholanzi Nederlands (de taal van de stam van de Hollanders) en Uholanzi Nederland (het gebied van de stam van de Hollanders). Overeenkomstig is het land Uganda het leefgebied van de stam van de Ganda. Er is echter geen Utanzania, want doordat de landsgrenzen als lange rechte strepen door koloniale machten zijn getrokken, vallen hier nu velerlei stammen onder. Historisch gezien zou het gebied waar we zitten Uluo moeten zijn geweest, want de dominante stam in en rond Shirati zijn de Luo.
Swahili is de lingua franca van Oost-Afrika, en wordt door veel mensen naast hun stamtaal gesproken. De dominante stamtaal is hier dus Luo. Hoewel het Luo als lokale stamtaal wel een aantal leenwoorden uit het Swahili heeft, kan ik er over het algemeen niets uit relateren aan het Swahili omdat het uit een andere taalfamilie komt. Swahili is Bantoe, Luo Nilotisch. Echter spreken de inwoners van Shirati ook maar weinig Engels, dus Swahili blijkt vaak toch de compromis waarop we uitkomen, ook al spreken beide partijen het niet vloeiend. Het wordt wel enorm op prijs gesteld als je naast je Swahili een paar Luo-begroetingen kunt produceren. Zo werd ik op mijn eerste vrijdagochtend - er is dan geen overdracht maar maombi, een soort mis, voor een grote zaal – door Chirangi voor het blok gezet om mezelf voor te stellen in het Swahili, en de zaal eens even leuk in het Luo te begroeten. Ik krijg over mijn schouder een groet gesouffleerd door Joost (“Homera”) en die doet het goed, iedereen moet er hartelijk om lachen. Later vraag ik wat ik nou eigenlijk gezegd heb, en blijk ik de zaal vol gedistingeerde ouderen en collega’s te hebben aangesproken met: “Hey, goooozer!”. Het ijs was wel gelijk gebroken. Constant doet het een week later op de maombi nog beter: die slaat het hele Swahili over, en heeft een paar zinnen Luo ingestudeerd. Het komt hem op enorme waardering te staan.
Aan de ouderen merken we de staminvloeden het sterkst, de jongeren lijken toch meer Tanzaniaan dan Luo en zijn het Swahili ook meer machtig. Zo hebben we een oude dame op de VIP-gang liggen met rituele verlittekening van de borsten. Ook missen de ouderen vaak de middelste vier ondertanden omdat het gebruikelijk was om die te verwijderen, en was in die generatie vrouwenbesnijdenis vermoedelijk nog vrij prevalent. Waar de jongere generatie wel nog veel culturele uitingen laat zien, is rond het levenseinde. Wanneer een familielid overlijdt, komt de hele familie naar de overledene toe, en wordt er oorverdovend theatraal gehuild. Dat wil de zorg van de overige patiënten nog wel eens verstoren. De definitie van familie en verwantschappen is overigens ook anders dan ik het gewend ben: veel ouderen worden door talloze ‘familieleden’ als vader of moeder beschouwd, ook als er een geen of slechts een ver verwijderde bloedrelatie is, en hieruit volgt dat iedereen dus ook meerdere vaders en moeders heeft, waarvan slechts één biologische. Na het overlijden, gaan er twee weken voorbij tot de uitvaart. Meestal meldt zich dan een enorme stoet piki piki’s bij het ziekenhuis, wordt bij het ophalen van het lichaam weer hetzelfde rituele gehuil ingezet, en verdwijnt het geluid daarna langzaam in de verte als de stoet richting begraafplaats trekt. De overlast van zowel de motoren als het schreeuwen is zo groot, dat wij onze visite dan het best even kunnen onderbreken.
Het leukste aan het Luo zijn de namen. Elke Luo heeft drie namen (denk aan Christian Obonyo Odika). De eerste is een Christelijke voornaam. De tweede is een persoonlijke achternaam, vaak beginnend met een ‘O’, die de omstandigheden van iemands geboorte aangeven. De derde naam is de persoonlijke achternaam van de vader, of voor getrouwde vrouwen, van de echtgenoot. Bij de persoonlijke achternamen, wordt creativiteit zeker niet geschuwd. Enkele fantastische voorbeelden zijn:
·        Owino – geboren met de navelstreng om de nek
·        Ogutu – geboren naast de traditionele ugali-kom
·        Okungu – geboren tijdens een rupsenplaag
·        Okongo – geboren tijdens een viering waar de alcohol rijkelijk vloeit
·        Odek – geboren nadat de moeder traditionele groenten had opgehaald op de boerderij
0 notes
zielsvlucht · 6 years
Text
Buitenoords - 3: Het bos vol kleuren
[lees het vorige hoofdstuk] - [lees het begin]
Uitgeput en buitenadem, strompelde ik door wat leek op een buitenaards bos. Ik keek constant achterom maar ik zag niemand en ik hoorde geen motorgeluiden. De vreemde voertuigen en hun bestuurders waren me dus niet gevolgd. Ik vroeg me af of ze me ooit hadden achtervolgd, of dat het allemaal maar mijn angstige verbeelding was geweest. Ze zouden me toch zeker gezien moeten hebben toen ik op hen afliep? Ik was niet verstopt, ik maakte lawaai en ik was het enigste ding dat bewoog op een grote zandvlakte. Waarom waren ze me niet gevolgd? Of waarom hadden ze me niet gezien?
In dit vreemde bos voelde ik me verdwaald. Ik ging helemaal nergens naartoe en elke stap die ik zette was een stap verder deze rare plek in. Als ik een stap terug zette dan voelde dat exact hetzelfde aan. Eigenlijk wou ik gewoon van alles om me heen weg lopen en wou ik weer iets vertrouwd tegenkomen. Maar ik vond niets dat ik herkende dus er was niets om naartoe te gaan. De wrakstukken van het ruimteschip waren de enigste dingen geweest op deze wereld die ik een beetje begreep. Nu was ik verloren gelopen in dit rare landschap. Nu ja, ik was niet echt verloren. Ik wist waar ik vandaan was gekomen en ik wist dus min of meer mijn weg terug naar het strand. Maar werkelijk was ik op het strand even verdwaald geweest als hier. In dit vreemde oord was ik overal verdwaald en hoorde ik nergens thuis. Ik wist niet of ik de goede richting uit liep of dat ik steeds meer verloren liep. Ik liep gewoon.
Hoe was ik op deze planeet terecht gekomen? Het was zo absurd. Ik had nog nooit in een raket of ruimteschip gezeten. Ik was geen astronaut. Ik wist niets van deze planeet af. Dit was niet Mars, Jupiter, Uranus of een andere planeet waarover ik vroeger op school geleerd had. Bestond deze planeet wel? Soms keek ik om me heen en dacht ik dat ik droomde. Niets leek echt. Alles was net iets te kleurrijk en net iets te vreemd om echt te zijn.
Vreemde planten in vreemde kleuren torenden boven me uit. Het bladerdak was oranje. Ik stapte over wat gevallen bladeren heen. Verbaasd stopte ik en bukte ik me om een blad op te rapen. Ik voelde er aan. Het was niet echt een blad. Meer een grote brede veer. Zoals de veren van vogels. Alleen voelde het koud aan, zoals een blad. Hoe kunnen planten aan fotosynthese doen als hun bladeren oranje zijn?  Vroeg ik me af. Misschien waren het niet eens planten. De stammen van de 'bomen' varieerden veel van kleur. Wit. Grijs. Beige. Bruin. Niets donkerkleurig. Ook de bodem van het bos: De 'aarde' was hier niet zo donker als de aarde er zou uitzien op ... Aarde. Het was hoogstens een donkerbeige tint. Op de bodem van het bos groeiden er ook struikachtige dingen in allerlei vormen en formaten, en met gelijkaardige oranje bladeren. Maar ook dingen die niet op planten leken groeiden hier. Wat waren het? Paddenstoelen? Koralen? Ik vond exemplaren in alle mogelijke kleuren. Felrood. Felblauw. Geel. Soms waren ze bolvormig en soms hadden ze vertakkingen en leken ze bijna op vreemde cactussen zonder stekels. De vreemdste plant(?) die ik zag was iets dat leek op een gekke blauwe blubber dat over stukken bodem van het bos lag en her en der de boomstammen op kroop. Het was alsof iemand grote klodders van blauwe kauwgom in het bos had rondgehangen. Uit nieuwsgierigheid had ik er aan gevoeld maar het was helemaal niet zoals blubber. Het voelde sponsachtig aan. Sponsmos, dacht ik. Natuurlijk.
Blauw spons-kauwgom-mos.
Ik voelde me heel ongemakkelijk in het kleurrijke bos. Voor een lange tijd wist ik niet waarom maar plots kwam het in me op. Het was er te stil. Af en toe dacht ik iets te horen. Dan stopte ik met stappen en luisterde ik. Soms bleek dat er een stil geluid klonk van ergens anders in het bos, ver van me af. Een geluid dat snel genoeg weer weg stierf. Het waren niet altijd dezelfde geluiden, maar ik wist nooit wat het was. Voor mij waren ze allemaal even vreemd. Vele vaker echter stopte ik met stappen en hoorde ik helemaal niets meer. Het geluid was dan van mijn eigen voetstappen gekomen want dat was hoe stil het bos was. Geen wind in de takken. Geen insectengezoem. Geen vogels. Ik zou gehuild hebben van geluk als ik gewoon een simpel musje kon horen tsjilpen. Maar hier waren geen vogels. Ik wandelde voor een lange tijd door het bos zonder enig idee te hebben van waar ik mee bezig was. Geleidelijk aan kalmeerde ik ook wat. Het bos was zo stil en er gebeurde zo weinig dat ik er langzaam van overtuigd werd dat ik er alleen in rondliep. Dat was een rustgevende gedachte. Al was het helemaal verkeerd.
Op een zeker moment terwijl ik door het bos wandelde, zag ik iets vreemd op een boom groeien. Het was zo vreemd dat ik stopte en er geïntrigeerd naar staarde. De plant was zo raar dat ik mij er ongemakkelijk bij voelde. Het was blauw zoals het sponsmos en het... het... Had die plant nu ... ?
Was dat een ledemaat?
Plots bewoog de plant. Eerst een beetje. Het bewoog zijn arm. Ik verschoot, schreeuwde en deinsde achteruit. Toen schoot het ding in beweging. Het sprong van de boom af en ik schreeuwde in paniek, bedekte mijn gezicht en dook weg. Het ding landde ergens ver uit mijn buurt. Ik hoorde het over de bosgrond draven en dan hoorde ik dat het geluid omhoog ging. Ik keerde mijn hoofd terwijl ik in foetushouding op de grond lag en ik zag ergens boven me takken bewegen. Het ding was in een andere boom geklommen. Ik zag flitsen van blauw door de bladeren bewegen. De bewegende takken verwijderden zich van me. Het buitenaardse ding was weg.
Toen ik het niet meer hoorde, barstte ik in tranen uit. Gedurende mijn verblijf op die vreemde planeet zou ik niet meer dan zes keer huilen. Voor hoe lang ik er gebleven ben, valt dat best wel mee. Geloof me. Dit was de eerste keer dat ik huilde en het is moeilijk uit te leggen waarom ik toen huilde. Misschien had ik tot dan toe ergens gedacht dat het misschien allemaal niet echt was, of dat het een soort van wrede grap kon zijn. Dat de hele wereld rondom me nep was. Maar toen ik voor het eerst een buitenaards wezen zag, voelde ik dat het echt was. Het kon niet anders. Naast de angst van het vreemde die me die eerste dag constant overmande, was het de realisatie dat ik echt vast zat in dit vreemde oord die me gek maakte. Ik lag daar en ik huilde.
Op een zeker moment kroop ik echter weer recht en wandelde ik angstig verder. Ik kon niet zomaar blijven liggen in dit vreemde bos waar de buitenaardse monsters overal konden schuilen. Ik probeerde niet te denken aan het wezen dat ik gezien had, hoe het er uitzag of wat het aan het doen was toen ik het vond. In plaats daarvan probeerde ik het juist te vergeten. Net zoals ik niet probeerde te denken aan hoe de bestuurders van de voertuigen er hadden uitgezien. Alsof dat mijn problemen zou oplossen. Deze keer voelde ik me nergens veilig bij. Bij elk takje dat kraakte onder mijn voeten, verschoot ik. Ik keek constant om me heen. Soms als ik dichtbij een vreemd geluid hoorde, riep ik terug zodat het geluid stopte. Zo hoopte ik de rare monsters van het bos van me weg te jagen, maar het deed me niet minder bang voelen omdat ik tegelijkertijd besefte dat een nieuwsgierig buitenaards wezen misschien juist op mijn geschreeuw zou afkomen.
Ik heb weinig herinneringen nog over van de rest van mijn eerste dag, maar ik weet nog goed dat de roze zon begon te zakken en het tot mijn schrik donker begon te worden. Ik herinner me dat ik probeerde te rennen om de duisternis voor te zijn, om niet in dat bos te hoeven zijn wanneer de duisternis viel, maar het had geen nut. De nacht kwam, mijn zicht verdween en de geluiden van het bos werden luider en kwamen steeds vaker dichterbij. De duisternis omsingelde me. Ik wist helemaal niet waar ik heen ging. Ik liep waarschijnlijk in cirkels. Ik schreeuwde. Ik schreeuwde naar alles dat ik hoorde bewegen.
Op een zeker moment liet ik me uitgeput vallen op de bosgrond. Ik duizelde. Ik hoorde hoe vreemde wezens in de duisternis langs me liepen. Ik zag schimmen van verwrongen creaturen om me heen staan. Ze kwamen dichterbij.
"Ga weg!" riep ik naar ze, waarbij ze wegstoven.
Maar ze kwamen terug.
"Ga weg!" schreeuwde ik wanhopig "Laat me met rust!"
Het is diep in die nacht terwijl ik het onbekende om me heen hoorde schuifelen in de absolute duisternis, dat ik ook voor mijn tweede keer huilde. Ik weet niet of iemand kan flauwvallen van angst, maar iets in die aard moet gebeurd zijn. Misschien was het omdat ik zo vermoeid was. De duisternis werd me te veel en plots was alles weg.
Alles was weg...
...
Er kwam iets anders in de plaats. Een vreemde droom. Eerst zag ik alleen maar zwart. Zelfs in mijn dromen had de duisternis voortgezet. En ook in deze droom lag ik op de grond. Maar hier lag ik op mijn rug terwijl de duisternis me tegen de bodem drukte. Nee, niet zomaar de duisternis. Er zat iets op mij. Twee bloedrode reptielenogen verschenen boven me. Ze staarden me aan. Ik begreep langzaamaan wat ik voelde. Een zwart wezen van pure duisternis was in mijn bijzijn. Ik zag de donkere schubben glimmen. Ik voelde het zware kronkelend lichaam dat bovenop mij lag. Ik zag een hals, een kop en een gespleten tong die naar buiten gleed. Het was een slang. Een grote zwarte slang die mij aankeek. Het leek alsof het naar mij grijnsde. Kan een slang lachen?
"Wordt wakker, Adam." sprak de slang.
Ik opende mijn ogen. De slang verdween en de duisternis trok weg.
Het licht was al aan het terugkomen. De geluiden waren weer zachter en verder weg. Ik lag alleen op de bodem van datzelfde vervloekte bos. Ik had waarschijnlijk voor een tijdje geslapen maar ik wist niet hoe lang. Meer dan een paar uur toch wel. Het was genoeg om de volgende dag te doen beginnen, maar niet genoeg voor mij om van mijn vermoeidheid af te geraken. Ik ging rechtop zitten en keek om me heen. Ik lag ergens in dat bos. Ik wist niet waar ik was, ik wist niet of dit dezelfde plek was waar ik in slaap was gevallen of niet en ik wist al zeker niet meer waar ik vandaan was gekomen. Maakte het nog iets uit?
Vermoeid stond ik op, zonder te weten hoe ik verder moest.
En zonder te weten hoe ik verder moest, ging ik verder. Grappig hoe dat gaat. Mijn gedachten waren weg, opgeslokt door de vermoeidheid. Het was alsof mijn hoofd helemaal leeg was. Maar in alle sufheid dacht ik nog even terug aan die vreemde droom voor ik hem weer zou vergeten.
Wat maf. Ik heet niet eens Adam.
[lees het vervolg]
3 notes · View notes
geheimenonvrolijk · 4 years
Text
Lieve ouders,
Het is 00:02 en vannacht zal ik mezelf in slaap moeten huilen. Ik heb het jullie verteld, het hoge woord is eruit. Ik zie het leven niet meer zitten.
Ik had niet verwacht dat het zo'n grote impact zou maken. Voor mij is de dood een heel normaal concept, een alledaags onderwerp, iets waar ik continu over nadenk. Maar tegen wie ik het ook vertel, iedereen schrikt ervan. En jullie het allermeest. Ik zag het in jullie waterige ogen en hoorde het in jullie gezucht.
En jullie hebben alle recht om te schrikken. Ik begrijp het goed, zeker omdat ik nauwelijks aan jullie laat zien hoe ik me echt voel. Het lukt me nooit om niet te lachen. Ik heb nog nooit gehuild bij mijn psycholoog, en zelfs huilen in mijn eentje vind ik moeilijk. Ik doe het allemaal niet expres, ik doe mijn best. Maar het lukt me telkens niet om me echt open te stellen. Ik zou willen dat ik dat kon. Maar ik denk dat ik daarvoor mijn hersenen moet vervangen, of op zijn minst resetten.
Soms vraag ik me af of lachen ook een manier van liegen is. Want dan ben ik de grootste leugenaar die er bestaat. Sorry.
0 notes
avondurenvanroos · 7 years
Text
#25 Eigenlijk wil  ik in een veld staan en schreeuwen dat ik niet mee wil doen.
Het leven van een twintiger is hard. De wereld waarin we een plek, een bestaan voor onszelf moeten opbouwen is hard. Fucking onverbiddelijk, onvriendelijk, vol onbegrip en desinteresse. Niemand geeft iets om ons. Ons leven is onbeduidend en de kans dat we wat achter laten of iets moois neer zetten is klein. We worden dood gegooid met succes verhalen van jong volwassenen die imperium na imperium opbouwen uit niets, die landen afreizen alsof het hun achtertuin is, die geschiedenis schrijven in het maken van een toekomst. Er wordt zo veel van ons verwacht en we verwachten zo veel van onszelf.
Iedereen voor ons heeft alles al gedaan, onze toekomst is al bedacht. We zoeken antwoorden op vragen die mensen vroeger al stelden. Er is geen land meer wat van niemand is. Ik geloof niet van veel van ons geschiedenisboeken zullen halen.
Ik ben 21 geworden vorige week. Het was alsof ik de laatste brug achter me zag afbranden. Het was de laatste mijlpaal voor volwassenheid die ik voor me zag liggen. Ik mag nu drinken in Amerika. Toen ik achttien werd heb ik gehuild. Ik wilde niet mee doen aan de grote mensen wereld. Belastingen, zorgverzekering, huur, laat me alsjeblieft met rust zeg. Het liefst zou ik terug intrekken bij mijn ouders, tien jaar jonger zijn en weer voor me laten zorgen.
En werken. Jezus.
Op mijn verjaardag moest ik ook werken. Lam lending stond ik in de keuken, met een verkoudheid die ik al dagen probeerde te onderdrukken met soep en thee. Ik had een chronische vermoeidheid ontwikkeld doordat ik door bleef gaan en weinig rust kreeg. Twee weekenden sliep ik twee uur tussen mijn diensten en werkte ik letterlijk dag en nacht. Deed wonderen voor mijn gezondheid.
Mijn oma’s zouden als enigen langs komen, ik had wel vrienden uitgenodigd maar zou het toch nog vieren met mijn zusje. Na mijn werk was ik naar huis gegaan om me om te kleden, spullen te pakken en snel nog een beetje te blowen. Het was makkelijk te verantwoorden, omdat ik jarig was. Een cadeautje voor mezelf. Op de fiets was mijn derde versnelling te zwaar trappen en kwam ik hijgend en hoestend niet sneller vooruit dan van die kromme bejaarde vrouwtjes waarvoor je vreest dat ze vallen als het te hard waait.
Thuis plofte ik neer op bed, stak een joint aan en checkte hoeveel tijd ik zou hebben om de bus te halen terwijl ik op Netflix een serie aanzette. Mijn maag voelde leeg. Eten had ik al een paar dagen niet meer in huis, ik at bananen als ontbijt en haalde ‘s avonds een afbakpizza of maaltijdsalade. Mijn nieuwe ritme had me in een soort desinteresse voor eten geworpen en ik had nergens echt zin in.
Met veel moeite pakte ik mijn spullen toen het tijd was om aan te lopen voor de bus, greep wat kleren bij elkaar en besloot dat het allemaal niet zoveel uit maakte wat ik meenam. Ik rookte het laatste beetje joint, spoot een wolk deo op mijn kleren en deed mijn kamerdeur op slot. Mijn hele lichaam zeurde, alles deed pijn en ik voelde me licht in mijn hoofd terwijl ik naar de halte liep. Stug negeerde ik alles, ik was toch een paar dagen vrij.
Mijn OV was leeg toen ik in wilde checken dus kocht ik met tegenzin een rittenkaart. Het gemist van mijn studentenabonnement is een groot gapend gat in mijn hart en portemonnee. De bus erna reisde ik zwart en stapte ik uit, zwaaiend naar de chauffeur en een slecht geweten. In het boeren dorp waar ik opgroeide wachtte mijn moeder me op bij de bushalte. Ze omhelsde me toen ik in stapte, haar ogen groot en nostalgisch. 
‘Wat gaat de tijd toch snel,’ zei ze voor de eerste keer die avond. ‘Mijn volwassen dochter, eenentwintig al.’
Mijn grimas deed haar lachen. Ik was al weken aan het zeuren dat ik niet ouder wilde worden. Eigenlijk al een paar jaar. Ze bekeek me nog even goed en streek een verdwaalde pluk haar uit mijn gezicht. 
‘Je ziet erg witjes, eet je wel goed?’ Woorden die ik bijna iedere keer hoorde als ik thuis kwam. 
Meestal gepaard met: ‘Ben je weer afgevallen?’ ‘Je ziet er moe uit.’
Mijn ouders maken zich zorgen om me. 
Daarna begon de routine van mijn oma’s op verjaardagen. Oma Rita kwam drie uur vroeger aangezet dan gepland met cake die niemand lustte en alleen door Oma Mia gegeten werd omdat ze altijd haar best deed zo veel mogelijk van de hapjes tot zich te nemen. Toen Oma Mia een half uur later dan gepland aan kwam zetten omdat ze haar serie anders zou missen begon de gewoonlijke machtsstrijd waarin ze altijd leken te verkeren. Deze keer rakelden ze hun eigen verleden en opvoeding op (voor de verandering), spraken ze uitvoerig over het thuis waarin ze hun kinderen hadden grootgebracht, bakten ze kleine leugens mee in de verhalen die ze op tafel gooiden. Ze lieten elkaar nooit uitpraten.
Vroeger lette ik niet op de geforceerde glimlachen van mijn ouders en de blikken die ze op elkaar wierpen als een van hun moeders weer eens iets vertelde waar geen zak van klopte. Nu deed ik mee.
Ik zat de hele avond te luisteren naar hoe ze zichzelf uit putten met hun wil te overtreffen, een dekentje om me heen en thee voor mijn neus. Het werd donker en ik dacht vooral een ding: ‘ik hoop niet dat ik zo word als ik die leeftijd heb.’
En daarna dat de tijd wel heel snel ging. Dat ik er al eenentwintig jaar op heb zitten. In een vingerknip. En dat die tijd alleen maar sneller zou gaan naarmate ik ouder word. Omdat dat in een artikel stond wat ik ooit heb gelezen. En dat ik straks aan tafel zit met mijn kind wat eenentwintig word. En wat voor moeder ik zou zijn. En dat ik hoop dat ik niet alles verneuk op weg daar naar toe. Dat ik mijn shit bij elkaar krijg, dat ik een doel vind in dit warrige leven.
En dat.
En ik keek omhoog naar de sterren tussen de bladeren, dacht aan mijn kleine kamertje boven wat uit kijkt op de straat kant en hoe ik daar zo lang had geslapen en hoe ver weg die tijd voelde en hoe gelukkig ik was. Hoe zorgeloos.
En ik keek naar mijn ouders, en wenste vurig dat ik ook iemand zou vinden met wie ik over de tafel blikken kan delen terwijl er een gesprek gaande is.
En ik dacht aan Jack en aan Wolf en aan hoe graag ik gewoon een mooie lange man in mijn bed wilde om naast wakker te worden en seks mee te hebben en mentale steun van te krijgen. Iets op te bouwen.
Allemaal wensen voor de toekomst, mijn eigen verlangens kwamen mijn strot uit. Telkens godverdomme hetzelfde met mij, om moe van te worden. Mijn vicieuze  cirkel van zelfhaat en passiviteit wil ik doorbreken.
Ik nam me voor om minder te zeiken over de dingen waar ik het niet mee eens was en meer te gaan doen. Daadwerkelijk, of zo. Stoppen met blowen, sparen, even oprotten naar het buitenland en dan weer fris beginnen met een nieuwe opleiding.
Zoiets. Misschien.
1 note · View note
actualmoonbeams · 5 years
Text
21/134 22:34
hola!
het is en was een fijne week. Dinsdag kregen we de eerste drama lessen. Ik ben helaas vergeten waar het over ging (ughh mijn hersenen), ik hoop hier later op terug te komen.. 
Woensdag  (gisteren) was een heftige dag. We moesten ook melden bij de citizen service van VIA (de uni waar ik studeer). Op school aangekomen om 9 uur bleek dat ik mijn pasfoto’s vergeten was. Ook Hannah, mijn klasgenoot, was wat vergeten dus wij gingen samen met de bus terug naar onze dormitorys om deze spullen op te halen. Best gehaast gingen we weer terug met de bus, bleken voor ons beide de pasfoto’s niet goed te zijn want je mocht er niet op lachen (ik had gewoon foto’s van de middelbare school meegenomen). We zaten toch al in de bus dus we stapte niet uit bij de uni maar bij het centraal station. Daar paspoort foto’s laten maken en weer terug naar de uni. Als ik het nu zo typ klinkt het helemaal niet zo dramatisch als dat het op dat moment voelde. Op school aangekomen werd Hannah met wie ik ging helemaal niet lekker. Ze begon te shaken en te doen. Ze heeft een pacemaker en af en toe gebeurt dat. Lino en een andere meid hielpen haar terwijl ik en een paar andere op de gang zaten te wachten totdat Hannah zit weer beter voelde. 
Om 12:30 begon de wonderroom, georganiseerd door Robbie, Tyna en Laura. Maar iedereen was te laat en iedereen was een beetje in shock door hannah dus we begonnen denk ik pas 13;00 uur. Ik vond de wonderroom super tof. We begonnen met een spel waarbij 2 mensen een gesprek met elkaar voerde in nonsens taal (sims taal zegmaar) en 2 andere waren vertalers. Ik was de vertaler van Emmi, Emmi voerde een “gesprek” met Lino en Axie was de vertaler van Lino. Dit was een tof spel. 
Daarna deden we een improvisatie spel. 1 speler begon en 4 spelers waren op de gang. Elke keer kwam er een speler bij die een nieuwe scene begon. Het was super grappig en leuk. 
Het laatste spel was ook leuk! Je moest op een papier een object schrijven op een ander papiertje een emotie. Deze gingen in een bakje. Iedereen kon nu grabbelen en zo kreeg iedereen een emotie en een object die je moest uitbeelden. Ik had curious chair. Daarna kwamen er nog 2 dingen bij. Een movement en een geluid.  Uiteindelijk was ik een Curious chair die kon rennen en gehuild maken van een huilende baby. 
Na de wonderroom bespraken we hoe het was. Iedereen ging zijn emoties uiten en het was een emotionele bedoeling. We hielden elkaars handen vast en zongen met elkaar een Afrikaans lied over hoop. Het was mooi, maar voor mij ook lastig, op het zelfde moment. Uit school ben ik met Alja naar de 2nd hand shop gegaan en heb ik een broek gekocht. Ik zag op een bord dat daar vlakbij maxibon te koop waren!! Alsof het zo moest zijn kwam ik Laura en Sofia tegen en hebben we een maxibon gekocht. 
Vandaag begonnen we met het statue verhaal wat dinsdag was begonnen. In groepjes van 4 moest je per persoon 3 statues bedenken van speciale momenten uit je leven. Ik werkte samen met Chiara, Momoko en Alina. Ik beelde uit de minidisco, vrienden en vriendinnen en een vliegtuig. Daarna gingen we nog dansen, wat ik super leuk vond. Ik was vaak het voorbeeld van Klaus wat me gek genoeg een kick gaf. 
Om 1600 begon het schoolfeest al. Uit school dus snel naar huis, omkleden en terug naar school. Het was super gezellig. We aten met zn alle lasagna en we konden feesten. Moe maar voldaan ging ik om 21:30 naar huis. 
Nu ben ik bijna klaar om te gaan slapen. Ik kan niet uitstaan dat ik niet kan bedenken wat we dinsdag hebben gedaan, want volgensmij was het een hele leuke dag haha. 
 Ik begin te graven. We moesten ook statues doen. Elkaar aanraken en niet. Een land uitbeelden. Meer kan ik voor nu niet bedenken. 
Ik ga slapen, bijna weekend!! Morgen ga ik samen met Hannah en Laura naar een handbalwedstrijd en daarna naar weer een schoolfeest. See you there. 
x
update op 27/2/2019 om 9:03 Ik weet weer wat we dinsdag hebben gedaan. We moesten standbeelden maken van landen. Ik had bijvoorbeeld het land groenland samen met een paar andere. Ook hadden we als groepje een opdracht om een standbeeld te vormen open of gesloten, en elkaar aanraken of niet. Het was heel interessant. Daarna hebben we elkaar na gedaan hoe je als mens staat en beweegt. Ik moest Boy nadoen. Later moest ik ontdekken dat Joachim mij na deed. Dat was super leuk. Ik hang op 1 been en frunnik aan m’n sieraden, maar gelukkig wist ik dat al (: 
0 notes
eigenliefde-blog · 7 years
Text
04-08-2017
Gisteren was ik op bezoek bij vriendinnetje. Het was zo fijn om haar weer te zien. Ik was bang voor een herhaling van die ene keer, bang dat het weer zo naar zou worden. Maar ze was helder en we konden fijn praten en wandelen. We liepen over het terrein, over alle vertrouwde wegen, naar het bos en de mierenhoop (die nu nog veel groter is geworden, echt bizar). Al die bospaadjes.. ik ken ze op m'n duimpje, ik kan ze dromen. Toen we weer wat gingen drinken, zei ze 'ze gaan volgende maand al verhuizen'. Ik wil niet dat de kliniek verhuist. Niet weg van het terrein en al helemaal niet naar Ermelo. Het voelt alsof een stukje van mij daarmee verdwijnt. Doordat de kliniek van het terrein verdwijnt, verdwijnt daarmee ook de plek waar ik me zo gezien en gehoord heb gevoeld. De plek waar ik zoveel heb gehuild en geschreeuwd, de plek waar ik me wanhopig en intens bang heb gevoeld, maar ook de plek waar ik heb geleerd plezier te maken en op sommige momenten de tranen me in de ogen hebben gestaan van het lachen. Het is de plek waar ik heb leren voelen. En doordat díe plek, die voor mij van levensbelang is geweest, verdwijnt, is het definitief dat ik nooit terug zal keren naar die plek. Ik ben nog langs de kliniek gelopen en ik zag behandelaar zitten. Ze was in gesprek. Het was de laatste keer dat ik daar was en haar zag, denk ik. En dat doet pijn.
1 note · View note
overwijs · 5 years
Text
Tumblr media
Ik ben allergisch voor van alles en dan nog wat, hierdoor gebruik ik het hele jaar door medicijnen om de symptomen te onderdrukken. Toch breekt er soms iets doorheen en nies ik meerdere keren achter elkaar, heb ik een loopneus of jeuk aan mijn ogen. Achteloos zat ik dit keer aan mijn ooghoek en voelde ik meteen de irritatie opkomen. Ik haalde mijn schouders op want de bel ging elk moment en dan zou mijn les beginnen.
De leerlingen stromen binnen de in plaats van naar hun plek te lopen, kijken ze naar mij op, kijken geschrokken en roepen één voor één: “Mevrouw, gaat het wel? Mevrouw, heeft u gehuild?” “Wat is er mevrouw?” “Heeft u een ontstoken oog?”
Ik leg het uit, krijg achtergrond vragen, beantwoord en ga dan eindelijk de les starten. Zodra ik verder kan, praat ik met de leerlingen over breuken. Ik sta serieus een stukje theorie uit te leggen als een leerling van aandachtig naar mij kijken plots omslaat naar keihard lachen. Ik ken haar een beetje en reageer: “Dus je lacht mij nu gewoon keihard uit omdat ik een rood oog heb?”. Ze lacht zo hard dat ze niet echt in staat is te antwoorden en knikt tijdens het proesten ja. Zelfs de klas kijkt haar oprecht verbaasd aan.
Als ze even later bijgekomen is, kan ze weer praten: “Sorry mevrouw, ik kan u zo gewoon niet serieus nemen, u lijkt gewoon stoned met zo’n rood oog!”. Er ontstaat meteen een discussie over rode ogen, pupillen en waar je dan echt aan kan zien of iemand stoned is. De meningen zijn verdeeld, ook over het feit of ik er dan stoned uit zie.
Ik probeer de rust en mijn les weer te herpakken en dat lukt mij aardig. Tot er een vinger de lucht in gaat.
“Ja?”
“Weet u wat het enige is wat ik over breuken heb geleerd van mijn meester?”
“Nee…”
“Breuken zijn alleen vervelend in het ziekenhuis!”
*Bam* Terug bij af. Chaos. Leerlingen vragen om de grap uit te leggen omdat niet iedereen hem begrijpt. Ik begrijp hem wel meteen, het wordt een lange les. Allemaal vanwege een rood oog.
0 notes
123carlin-blog · 7 years
Text
Mijn moeder is niet mijn moeder
Daar zit ik dan …. Vermoeid, in de war en miljoenen vragen.
Eindelijk na een lange en slopende zoektocht gevonden wat er met mij “ mis ” is…… En dat is een hele hoop. Ergens wist ik het altijd al wel wat er anders was. En nu heeft het een naam gekregen. Ik heb altijd het willen verkroppen en er niet aan willen denken, want dat deed teveel pijn. Maar uiteindelijk ben ik met mijn neus op de kei harde feite gedrukt en was het tijd om aan mezelf toe te geven dat het nooit zou veranderen en dat ik moest kiezen tussen gevangen blijven of kans op een gezonde leven voor mijn zoontje en mij.
Dus zeg ik het nu maar voorzichtig hard op….
Mijn moeder is een Narcist.
Ja dat doet pijn om te zeggen en het is ook behoorlijk eng om te zeggen. En ja het is iets wat je niet zomaar over je moeder moet zeggen dat ben ik het compleet met mensen eens. En ja ik weet dat sommige mensen mij echt niet serieus gaan nemen. Maar dat geeft niet ik heb deze mensen al lang vergeven. Zij kunnen er niks aan doen en dat weet ik maar al te goed….
Inmiddels ben ik 25 jaar en heb ik allerlij gevechten gehad… De meeste met mijn moeder. Ik ben door allemaal testen gemoeten vroeger want er zou iets mis zijn met mij… Echter konden psychologen er geen vinger op leggen bij mij als kind. Niemand wist waar het nou allemaal precies vandaan kwam. Het enige wat er gevonden werd was dat ik dyslectische en detactische ben. Andere testen zouden niet werken omdat er “ teveel ruis was in mijn leven ” … Deze citaat begrijp ik nog steeds niet. Jaren lang vocht ik met mezelf… “ waarom ben ik niet gewoon zoals andere ?” en “ waarom kon ik niet gewoon lachen zoals anderen ?” . deze gedachte had ik al toen ik nog maar in groep 4 a 5 zat…ik wist dat ik niet normaal was zoals andere kinderen bij in de klas. Op school voelde ik me ook daardoor enorm eenzaam. Mensen vonden mij toch maar een raar kind dacht ik. En dat gevoel werd met jaren alleen maar erger. Thuis kreeg ik vaak mijn moeder op mijn dak… Over mijn kamertje die ik op moest ruimen of dat haar koffie niet goed maakte of dat ik teveel pindakaas op mijn boterham had gesmeerd of …. Ga zo maar door. Ik kan me goed herineren dat ik wel eens op mijn kamertje zat en dacht “ ik vandaag niet hoeven huilen, mischien word ik nu normaler ”. Als kind wilde ik altijd alleen maar lief zijn voor iedereen en als iemand moest huilen huilde ik altijd mee. Ik groeide op en de problemen werden erger toen ik in de pubertijd kwam. Mijn ouders waren inmiddels gescheiden maar de ruzie’s waren er nog…. Alleen dan met mij. Ik kreeg vaak te horen dat ik egoistische varken was en dat ik autistische was en scheldwoorden zoals. Kutpuber, kutwijf, ondankbaar misbaksel, varken, stom rund… Kreeg ik bijna dagelijks over me heen. En dat niet alleen … Als ik ook maar iets durfde terug te zeggen dan werd ik geslagen… En nee geen corigerende tik maar het met het vuist en schoppen. Ik herinner me heel goed dat ik dan altijd mezelf als een balletje opkrulde en….“ sorry mama, sorry mama , sorry mama , sorryyyyyyy”. Het duurde telkens ongeveer 12 klappen en dan hield ze op en dan zij ze telkens “ het spijt je helemaal niets, verdwijn nu onmiddelijk naar je kamer”. Op mijn kamer probeerde ik dan zachtjes de pijnlijke plekken te verzorgen. Niemand wist er van… En durfde het ook tegen niemand te zeggen. Hoe ouder ik werd hoe meer ik ging beseffen dat het niet goed was..ik was een paar keer weg van huis gelopen…hopend dat ik gehoord zou worden. Helaas. Ik zat zo diep in greep vastgehouden dat als er eindelijk hulp was ik niet durfde te zeggen wat er aan de hand was. Nu inmiddels ben ik 25 en na de zoveelste uiteenspattende ruzie contact verbroken. Iemand liet mij met alle voorzichtigheid een filmpje zien over het narcistisch slachtoffer syndroom en wat dat allemaal inhoud. Het filmpje duurde ongeveer 15 minuten… En voor het eerst in mijn hele leven was alles meer dan duidelijk. Voor het eerst in mijn leven wist ik wat er precies met mij mis was. En voor het eerst wist ik waarom alles wat ik geprobeerd had nooit werkte. Ik heb NSS ( narcistische slachtoffer sydroom). Na het filmpje heb ik denk ik 3 uur aan een stuk door gehuild… Maar echt het lelijke huilen. Ik snapte eindelijk alles van mijn leven en daarmee kwam ook veel gemis en pijn bij zetten. Eerste gedachte was aan mijn vader… Zou hij dit weten ?… En zou hij weten hoe erg ik ben opgezet tegen hem… En zou hij weten hoeveel dat mij zo enorm spijt… De tijd die ik niet meer met hem kan inhalen. En ook de vrienden die ik kwijt ben geraakt door dit probleem.. En de familie , ooms en tantes… Zouden zij dit ook weten?. Ik heb vaker contact met mijn moeder verbroken en na een tijdje had ze het weer voor elkaar dat ik toch weer met haar omging…nu weet ik de tactieken en kan ook begrijpen dat sommige mensen mij daardoor niet serieus meer nemen. En ook omdat ze bij andere mensen het slachtoffer speelt of verteld dat ik geestelijk ernstig ziek zou zijn snap ik ook dat mensen mij met een korreltje zout zouden nemen. Ik begrijp het wel ik ben 25 jaar Lang voor de gek gehouden dus dat een ander ook voor de gek gehouden word door haar vind ik niet vreemd.
Het schrijven helpt mij bij het herstel en ik hoop op een beter leven. Dit is mijn verhaal hoe ik dingen ervaar.
1 note · View note
stefselfslagh · 4 years
Text
Caroline Pauwels: “Dat ik zoveel liefde krijg, ontroert me mateloos.”
Dit stuk verscheen op zaterdag 9 november in Zeno.
Tumblr media
Nadat Caroline Pauwels (55) in juni te horen kreeg dat ze kanker had, verdween ze even van de radar. Reculer pour mieux sauter, leek het wel. Want sinds de opening van het nieuwe academiejaar is de VUB-rector weer alomtegenwoordig. "Ik heb de voorbije maanden al even vaak gelachen als gehuild."
"Kanker of niet, ik ga straks in de AB naar Brihang kijken", zegt Caroline Pauwels. Haar ogen fonkelen harder dan een glitterpump van Jimmy Choo. "Ik ben een grote fan van Brihang. Geen hiphopper is poëtischer dan hij." Een paar uur later zal ze op haar Facebookpagina enkele foto's van het concert delen. Ze voegt er een geparafraseerd stukje tekst uit de Broadway-musical A Chorus Line aan toe: 'But I felt nothing. Except goooooood.'
Voor wie het nog niet had meegekregen: de door maag- en slokdarmkanker getroffen VUB-rector is nog niet meteen van plan om een euthanasieformulier te downloaden. Haar kankercellen mogen dan hun best doen om haar lichaam van binnenuit op te vreten, op haar levenslust krijgen ze voorlopig geen vat. 'Ik vecht niet tegen de dood, ik vecht voor het leven', liet ze in Knack optekenen. 'Ook als je ziek bent, kan je nog mooie dingen doen', klonk het in De Zevende Dag.
De daad bij het dappere woord voegend, publiceerde ze op een maand tijd maar liefst twee boeken: Ode Aan de Verwondering, een tachtig pagina's tellend pleidooi om de wereld te zien als één groot Surprise-ei; en Wonderlust, een interviewboek waarin ze samen met journalist Pat Donnez en filosoof Jean Paul Van Bendegem uitlegt hoe je van het leven meer kan maken dan een aaneenschakeling van software updates, katers en boterhammen met préparé.
Met de ondertitel De kunst van een mooi leven positioneert Wonderlust zich als een gebruiksaanwijzing bij het bestaan. Aangezien dat genre de laatste jaren tekenen van saturatie begint te vertonen, vraag ik waarin Wonderlust verschilt van andere levensbeschouwelijke titels. "Wonderlust is niet dogmatisch", zegt Caroline Pauwels. "We leggen de lezer geen onwrikbare geboden op. Dat is belangrijk, want een mooi leven is niet per se een coherent leven. Zelf vind ik bijvoorbeeld dat we absoluut iets aan het klimaat moeten doen. En toch leef ik niet elke minuut van de dag klimaatbewust. Ben ik daarom hypocriet? Ik vind van niet. Het is niet omdat je ergens heel hard in gelooft dat je niet af en toe een steekje mag laten vallen. Van dat uitgangspunt is Wonderlust doortrokken. En dat geeft de lezer ademruimte, vermoed ik."
Is het niet te ironisch voor woorden dat ze een boek met levensadviezen uitbrengt, uitgerekend op het moment dat er achter haar eigen leven een vraagteken wordt geplaatst? "Dat is zo", glimlacht ze gelaten. "En toch heeft mijn ziekte Wonderlust op geen enkele manier beïnvloed. Toen Pat, Jean Paul en ik onze laatste gesprekken voerden, wist ik al dat ik kanker had. Maar aangezien ik op dat ogenblik nog niet eens mijn eigen kinderen had ingelicht, heb ik gedaan alsof er niks aan de hand was. Dat kostte me trouwens weinig moeite: ik heb tijdens de interviews voor Wonderlust nauwelijks aan mijn diagnose gedacht."
Ze neemt een slokje van haar biologisch geproduceerde limonade en zegt: "Toen ik mijn andere boekje - Ode Aan de Verwondering- voor het eerst in mijn handen hield, heb ik me wel afgevraagd: 'Is dit nu mijn testament? Is dit het laatste wat ik geschreven heb?' Maar meteen daarna dacht ik: een tekst die oproept om in een staat van kinderlijke verwondering te leven: qua testament is dat zo slecht nog niet. Als het lot er zo over beslist, laat mijn liefdesverklaring aan de verwondering dan maar mijn ultieme boodschap aan de wereld zijn. Al hoop ik natuurlijk dat het dat niét wordt."
Kankermopjes
In Ode Aan De Verwondering roept ze op om 'been there, done that'-gedachten te vermijden en een kinderlijke blik op de wereld te cultiveren. Slaagt ze daar op haar 55ste zelf nog in? "Ja. En ik moet daar eigenlijk weinig voor doen. Ik heb mijn kinderlijke nieuwsgierigheid nooit verloren. Mijn kinderen hebben zich daar bij momenten weleens over beklaagd. (lacht) Op een dag reden we met de auto ergens naartoe en zagen we een ree staan. Ik vond dat een absolute verrukking en was in alle staten, terwijl mijn kinderen - het waren al pubers - hun wenkbrauwen optrokken en zeiden: 'So? Dit is een ree, ja. Kan je dan nu opnieuw normaal doen?'" (lacht)
Misschien moet de wetenschap maar eens een miniem breiningreepje bedenken dat ook pubers toelaat om nog onbevangen naar de wereld te kijken, opper ik. Ze lacht en zegt: "Ik denk dat we daar vooral in onze opvoeding aan moeten werken. Veel ouders zeggen tegen hun kinderen dingen als: 'Doe niet onnozel', 'Dat is nu eenmaal zo', 'Spreek met twee woorden'. Een begrijpelijk onderdeel van het opvoedingstraject, maar als je niet oplet, bouw je in je kind zoveel remmen in dat het elke vorm van spontaniteit verliest. En dat zou zonde zijn. Ik ben in ieder geval heel blij dat ik samen met mijn vriendinnen nog altijd in het openbaar de slappe lach durf te krijgen. Ik zie andere mensen dan denken: 'Maar enfin. En dat op hun leeftijd.' (lacht) Maar daar trek ik mij weinig van aan. Er is niks zo heerlijk als de slappe lach krijgen, elkaar aankijken en opnieuw in lachen uitbarsten. Lachen is lang niet au serieux genomen - en bijgevolg ook niet wetenschappelijk bestudeerd - maar het is één van de mooiste bezigheden waaraan een mens zich kan overgeven."
Valt er ook te lachen met een ongenadige ziekte als kanker? "Oh ja. Ik heb de voorbije maanden al even vaak gelachen als gehuild. Toen ik een goeie vriend vertelde dat ik kanker had, zei hij: 'Aha, nu kan ik jou al mijn kankermopjes vertellen!' Ik heb geantwoord: 'Die kankermopjes mag je voor jezelf houden, maar je mag gerust met míj lachen.' En dat doet hij dan ook. Met verdacht veel overgave, zelfs." (lacht)
Dokter Google
En dan heeft mevrouw de rector plots zin in een peer. Een harde. Eén van haar medewerkers zet een kom vol peren op tafel. 'Kies er de hardste maar uit', zegt hij. Wanneer de peren na rectorale inspectie allemaal van het zachte type blijken te zijn en de kom weer weg mag, richt de medewerker zich tot mij: 'Niet dat de rector kieskeurig is, hoor, verre van.'
Pauwels lacht. Plaagstoten zijn op de vijfde verdieping van het Braemgebouw niet verboden. Ook niet in tijden van tegenspoed.
Ze vertelt me hoe ze haar vrienden heeft meegedeeld dat ze ziek was. Het gebeurde - dat kon even niet anders - op haar verjaardag. "Ik was een Whatsapp-groepje aan het samenstellen van iedereen die ik op de hoogte wilde brengen. Mijn vrienden zagen dat. Maar omdat ik verjaarde, dachten ze: 'Caroline wil ons uitnodigen voor een feestje vanavond'. Toen ik klaar was om hen te melden dat ik kanker had, waren ze al volop aan het speculeren over waar mijn feestje precies zou doorgaan en wie ik allemaal zou uitnodigen." (lacht)
Humor is verdriet dat op zijn kop staat. Zeg dat Ernest Claes het gezegd heeft.
Wanneer ik schoorvoetend naar haar genezingskansen pols, zegt ze: 'Daarover kan ik kort zijn: de dokters praten er niet over en ik vraag er niet naar. Ik heb begrepen dat maag- en slokdarmkanker in meer dan 80% van de gevallen mannelijke zestigplussers treft. En dat het bijgevolg erg ongewoon is dat een 55-jarige vrouw eraan lijdt. Maar voor de rest ben ik niet van plan om over mijn ziekte iets op te zoeken. Dat is misschien niet bijster wetenschappelijk, maar ik wil mij niet laten destabiliseren."
Liever dan dokter Google te consulteren, kiest ze voor activiteiten die haar lichaam en geest opmonteren. Zwemmen, bijvoorbeeld. "Een tijdje geleden ben ik om zeven uur 's ochtends in de Noordzee gaan zwemmen. Ik lag helemaal alleen in die grote plas, er was niemand op het strand, ik hoorde alleen mijn eigen ademhaling en het geklots van het water. 'Wow', dacht ik met een brede smile op mijn gezicht, 'dit is écht leven.'"
De herinnering is zoet, ze trekt zich even terug in haar gedachten. In de stilte die ontstaat, hoor ik Elisa Waut in mijn hoofd Sailors Don't Cry zingen. Therapeuten zullen er vast een uitleg voor hebben.
Wanneer Caroline Pauwels opnieuw gespreksklaar is, vat ze onbeschroomd haar state of heart voor me samen. "Er zijn momenten waarop ik alles gitzwart zie. Maar er zijn ook momenten waarop ik mij volstrekt zorgeloos voel. Eén ding is zeker: ik wil opnieuw aanhaken bij het leven. Ik zou me ook kunnen laten gaan - dat zou in de gegeven omstandigheden niet zo moeilijk zijn - maar daar pas ik voor. Er zijn trouwens maar weinig kankerpatiënten die de moed opgeven. Als de dood lonkt, doen de meeste mensen er alles aan om zo lang mogelijk te blijven leven. Dan is zelfs een extra uur de moeite waard."
Ik vraag of ze gelooft in een wisselwerking tussen lichaam en geest. Of ze denkt dat ze minder kans heeft om te genezen als ze er mentaal onderdoor gaat. "Ik geloof dat lichaam en geest tot op zekere hoogte één zijn, ja. Of dat een wetenschappelijk onderbouwd geloof is, heb ik niet onderzocht. (glimlacht) Maar ik weet wel dat yoga - de niet al te esoterische variant, bedoel ik dan - mij al veel deugd heeft gedaan. Als ik voor een lastig onderzoek sta, ga ik altijd in yogamodus. Dat helpt mij om het onderzoek in kwestie te doorstaan."
Overweegt ze als patiënt behandelingen die ze als wetenschapper hoort af te wijzen?"Ik ga niet op zoek naar alternatieve behandelingen, als je dat bedoelt. Al weet ik natuurlijk niet wat ik ga doen als ik op een dag te horen krijg dat ik uitbehandeld ben. Misschien ben ik dan wél bereid om één of andere wazige therapie uit te proberen. Maar tot nog toe benader ik mijn ziekte wetenschappelijk. Zeker in het ziekenhuis treedt mijn analytische geest snel in werking. Ik bekijk dan hoe de werking van het ziekenhuis nog verbeterd kan worden. Of ik schrijf in gedachten een sociologische observatie over al die jonge mensen die op de oncologische dienst werken."
"Het helpt natuurlijk dat ik - nog? - niet volledig murw geslagen ben. Mocht ik doodziek in een rolstoel zitten, zou ik in de kliniek al heel wat minder observeren. Dan zou ik alleen maar hopen dat mijn pijn zo efficiënt mogelijk onderdrukt wordt en dat mij een zekere sereniteit gegund wordt. Want vergis je niet: ook al maak ik soms grapjes over mijn ziekte, ik word heel vaak getroffen door de verwoestende impact die kanker op mensen heeft. Er zijn patiënten die nog tien keer, wat zeg ik: honderd keer, moediger zijn dan ik."
Op sommige vragen ken je het antwoord al. En toch stel je ze. "Of ik vaak verdrietig ben? Natuurlijk. Maar niet omdat ik denk: 'Wat overkomt mij nu toch?' Wel omdat ik moet vaststellen dat mijn energiepeil zakt. Dat ik sommige dingen niet meer voor elkaar krijg. Ik doe niks liever dan koken voor mijn vrienden. Alleen: door mijn behandeling walg ik momenteel van eten. Als je mij zou vragen wat ik straks ga eten, zou ik je met grote, holle ogen aankijken. Vrienden rond mijn eettafel verzamelen en gezellig voor hen koken, lukt me momenteel dus niet. Het zijn die dingen waar ik nog het meest verdrietig om ben."
Glaasje cava
Sinds ze de status van kankerpatiënt heeft, vraagt ze haar vrienden en vriendinnen om haar bij wijze van troost grappige filmpjes van hun kinderen door te sturen. Vertedering als antidotum tegen verdriet. "De ongekunsteldheid van kinderen zien, helpt me om mijn levenslust op peil te houden."
Ook haar eigen kinderen stutten haar hart. Emil (21) studeert in Canada, maar nam een gap year om wat vaker bij zijn moeder te kunnen zijn. Anna Violette (19) zou in Parijs kunst gaan studeren, maar week uit naar de VUB en de kunstacademie in Brussel. "Ik wou eigenlijk niet dat mijn kinderen hun plannen voor mij zouden aanpassen", zegt Caroline Pauwels. "Maar ze zijn volwassen, ik heb hen niet te zeggen wat ze wel of niet moeten doen. En natuurlijk ben ik ook wel blij dat ze zo vaak bij me zijn."
Een stilte, een kuchje, een zucht. Dan: "Ik ben opnieuw brieven naar mijn kinderen beginnen te schrijven. Dat deed ik vroeger ook al. Wanneer Emil en Anna Violette vonden dat ik als moeder een verkeerde beslissing had genomen, gaf ik hen in een brief wat extra duiding. Maar vandaag valt het schrijven van die brieven me een stuk zwaarder dan vroeger. Ik word er soms verschrikkelijk emotioneel van."
Voor het eerst klinkt in haar stem een vorm van vertwijfeling door. Dat haar kinderen nog zo jong zijn, zegt ze. En dat ze er altijd zo naar heeft uitgekeken om kleinkinderen te hebben. "Ik hou al jaren het speelgoed van mijn kinderen bij om het aan mijn toekomstige kleinkinderen te kunnen geven." Ze zegt er niet bij: 'Heb ik dat dan allemaal voor niks gedaan?' Maar haar ogen vragen het zich wel af.
Ik vraag of ze voorbereid is op een negatief verdict. Of ze mentaal al heeft gerepeteerd wat ze dan gaat denken, zeggen en doen. "Ik denk niet dat je op voorhand kan inschatten hoe je op een doodvonnis reageert", zegt ze. "Dat weet je volgens mij enkel op het moment zelf. Wat ik me al wél heb afgevraagd, is: wat zullen - ooit - mijn laatste gedachten zijn? Gaat mijn brein zich tijdens de laatste minuten van mijn leven concentreren op de goeie dingen die ik heb meegemaakt? Of op de slechte? I hope the leaving is joyfull, om het met Frida Kahlo te zeggen. Ik las dat Marieke Vervoort met een glas cava in de hand afscheid heeft genomen van het leven. Dat vind ik wel mooi."
"Bang ben ik in ieder geval niet. Misschien komt dat omdat ik altijd al doordrongen ben geweest van mijn eigen sterfelijkheid. Het leven hangt altijd aan een zijden draadje, zo eenvoudig is het. Ik moet nu leven met een existentiële onvoorspelbaarheid, maar eigenlijk is onze existentie per definitie onvoorspelbaar. Gelukkig maar, zou ik zeggen. Het besef dat ik eindig ben, heeft ervoor gezorgd dat ik mij niet teveel au serieux heb genomen. En dat ik een vrij getalenteerd levensgenieter ben geworden. (lacht) Ik leef ontzettend graag. Ik probeer me met alles wat ik in me heb terug te knokken naar het leven dat ik had vóór ik ziek werd."
Zwemvliezen, snel!
In Het Nieuwsblad zei ze: 'Mijn diagnose heeft me laten voelen hoe graag ik gezien word'. Ik vraag of ik dat één van de positieve neveneffecten van kanker mag noemen: dat de ziekte liefde zichtbaar maakt."Ik zal niet gauw de woorden 'kanker en 'positief' in één en dezelfde zin gebruiken. (lachje) Maar de liefde die ik de voorbije tijd heb mogen ervaren, ontroert mij ... mateloos. Ik had totaal niet door dat ik zo graag gezien word. En ik moest niet eens dood gaan om dat te weten te komen. (lacht) Hoe mijn familie, vrienden en collega's zich organiseren om mij te helpen, je houdt het niet voor mogelijk. Als ik nog maar opper dat ik misschien zwemvliezen nodig heb om ondanks mijn verzwakte staat nog in een aanvaardbaar tempo te kunnen zwemmen, gaan mijn vrienden direct in overdrive: 'Zwemvliezen! Caroline heeft zwemvliezen nodig!' En binnen het halfuur héb ik die zwemvliezen dan ook. Hallucinant. Er zijn zelfs vreemden die me lange, mooie brieven schrijven. Ik ga voor de mensen nooit terug kunnen doen wat zij allemaal voor mij doen. Ik moet mij inhouden om mij daar niet schuldig over te voelen."
De afgelopen maanden verbleef ze met haar gezin en haar vrienden vaak in Oostende. Speelt de koningin der badsteden een rol van betekenis in haar genezingsproces? Ze knikt en zegt: "Ik hou ontzettend veel van het strand, de zeelucht, het eeuwige spel van eb en vloed. En Oostende is een beetje zoals Brussel: schoonheid en lelijkheid zijn er in gelijke mate vertegenwoordigd. Dat vind ik heerlijk. Knokke is me te eenduidig. Ik kan wel een tijdje genieten van orde en properheid, maar daarna verlang ik toch weer naar een portie chaos en smerigheid. (lacht) Oostendenaren zijn vaak ook wilde denkers. Mensen die hun voeten vegen aan het status quo. Die hun gedachten alle kanten laten opwaaien. Ik mag graag denken dat dat het heilzame effect is van de zeewind."
Op mijn vragenlijst staat nog: 'Gaat u zich begin volgend jaar opnieuw kandidaat stellen voor het rectorschap?' Het komt me plots als een bijkomstigheid voor, maar ik besluit de vraag toch maar op tafel te leggen. "Voor ik ziek werd, wilde ik héél graag opnieuw rector worden. Vier jaar is eigenlijk te weinig om je stempel op een universiteit te drukken. Maar mijn kandidatuurstelling is hypothetisch geworden. Als mijn gezondheid het toelaat, zal ik kandidaat zijn, anders niet. Hoedanook: zelfs mocht het mij gegeven zijn om mezelf op te volgen, zal ik beduidend meer momenten van rust moeten inlassen. Daar ontkom ik niet aan."
We hebben bijna twee uur gepraat, haar medewerkers komen polsen of ze niet te moe is. Lees: of het niet hoog tijd wordt om de mijnheer van De Morgen met zijn klikken en klakken buiten te smijten. Hoewel Pauwels aangeeft dat ze nog niet meteen in elkaar dreigt te zakken, ronden we af. Hoffelijkheid gaat boven nieuwsgierigheid. En bovendien moet ze nog naar Brihang.
In de auto op weg naar huis herinner ik me plots een flard van ons vorige gesprek, in februari van dit jaar. 'Wat beschouwt u als uw grootste uitdaging?', had ik gevraagd. 'Dit leven overleven', had ze geantwoord.
Rectoren beschikken soms over profetische gaven.
0 notes
Text
De rollercoaster van afgelopen maanden & een nieuw begin.
Lieve allemaal,
Alweer een tijd geleden schreef ik voor het laatst. En wat is er ontzettend veel gebeurt na mijn laatste blogpost. Pas nu voel ik dat het tijd is om echt even rustig te gaan zitten en mijn verhaal te schrijven.
Nadat ik had besloten om te stoppen met mijn studie ben ik me volledig gaan focussen op de zorg voor mijn moeder. Het ging steeds slechter met haar en mijn gevoel zei dat dit de juiste keuze voor mij was.. ik wist dat het niet lang meer ging duren, dat zei mijn intuitie.
Ik vertelde mijn baas dat ik er even niet zou zijn. Gelukkig hadden ze daar heel veel begrip voor.  Ik heb ongeveer een maand voor mama gezorgd. Ik was ongelofelijk moe. Niet alleen omdat ik voor haar aan het zorgen was, maar ook omdat ik al aan het rouwen was. Mama veranderde steeds een beetje meer.. door de tumoren in haar hoofd, de medicijnen en haar lever die steeds slechter werkte, veranderde haar gedrag. Ze was mijn mama niet meer. Ze werd extreem euforisch, nu was mama altijd al heel enthousiast en positief, maar dit werd irritant. Soms was ze ook fel, maar gelukkig kwam dit niet vaak voor.  Ze was erg druk.. wilde zooooveel vertellen. Nu was het al een kletskous (goh, van wie zou ik het hebben?), maar dit was echt vermoeiend.  Bijna elke dag moest ik vreselijk huilen in bed. Wie is dit? Mama is er nog, maar eigenlijk is ze al weg. Waarom heeft nooit iemand mij verteld dat het ook zo zou kunnen lopen? Ik had echt geen flauw idee. Ik was op alles voorbereid, behalve op dit scenario.  Met alle liefde heb ik voor mama gezorgd, natuurlijk. Ik ben ZO blij dat ik goed naar mijn gevoel heb geluisterd, once again.. bewijst het maar weer dat goed naar je intuitie luisteren je heel veel goede dingen kan brengen. Ondanks dat mama zo veranderde, heb ik natuurlijk echt nog genoten van de mooie momenten met haar samen. We hebben uren gepraat, geknuffeld, gehuild. Ik ben blij dat ik dit nog voor haar heb kunnen doen, na alles wat zij voor mij gedaan heeft.  Jeetje, wat heeft ze het de afgelopen 10 jaar zwaar gehad. Je merkte dat bijna nooit. Natuurlijk hadden we gesprekken en natuurlijk was ze wel eens chagrijnig, of was ze verdrietig. Ze was ook een mens. Ik was zelfs blij als ze zo’n bui had, ik zei : “Mam, je emoties toelaten is ook belangrijk. Positief zijn is niet alleen maar de hele dag een lach op je gezicht toveren.” En daar hebben we het vaak over gehad. Mama ging steeds meer over haar gevoel schrijven op haar blog en gaf toe dat ze het af en toe hartstikke zwaar had en een rotdag had. Ik vond dat fijn om te horen (ik las haar blog niet omdat ik natuurlijk met haar woonde, dus alle verhalen had ik al... minstens 2 keer gehoord, haha!). We kwamen zo nog dichter bij elkaar. De band was altijd al heel sterk, maar vooral in het laatste jaar zijn we erachter gekomen dat we nog veel meer dingen gemeen hadden. Ik leerde van haar en zij leerde van mij. Dat vond ik een heel mooi compliment. Ik ben daarnaast ook zo blij voor haar dat ze de documentaire nog heeft kunnen meemaken! Haar laatste missie was om minstens 1 vrouw te redden en dat is gelukt. Ze was daar zo blij mee! En het allermooiste is nog dat er nu een ondertitelde versie komt! “Oops, my boobs.” Mama zou zeggen: “Hoe gááf is dat?!”. Helaas ging mama op 1 dag heel erg achteruit. Ik was doodsbang. Daar zat ik dan, ‘s ochtends vroeg.. wat moest ik in hemelsnaam doen? Gelukkig kwam de huisarts al snel (de huisartsenpost vond het niet levensbedreigend genoeg en liet mij dus een uur wachten... een uur duurde NOOIT zo lang, het leek wel 2 weken). Binnen no time had ik de familie allemaal gebeld en waren we allemaal samen bij mama. 2 dagen later is zij overleden. Ze overleed in het bijzijn van ons allemaal. Toen ze lag te sterven hielden Mike en ik haar hand vast.. we hadden muziek op staan. Opeens hoorde ik mama haar stem in mijn hoofd: “Ik wil dat je jouw afspeellijst op zet”. Ik had de dag voor haar overlijden een afspeellijst gemaakt met een paar liedjes die ze de laatste tijd veel luisterde.Ze was toen al niet meer bij bewustzijn. Ik volgde mijn intuïtie maar, want dat was het denk ik. Toen ik de afspeellijst opzette, werd ze opeens veel rustiger en begon ze langzaam te ‘gaan’. Ze stierf uiteindelijk op het lievelingsliedje van mijn oma “Que sera, sera”. Het liedje die ook getatoeëerd staat op mijn arm. We keken elkaar allemaal vol verbazing aan... wow, wat bijzonder! Ik wist het zeker: ik heb mama echt gehoord. Dit kan niet anders. Er is echt meer tussen hemel en aarde. Ik was daar al van overtuigd, omdat ik heel vaak van die ‘gekke’ dingen heb meegemaakt, maar nu was het voor mij zeker.  Het moment daarna was verschrikkelijk. Ik heb nog nooit zo hard en luid gehuild. Ik dacht dat ik voorbereid was op wat komen zou gaan, maar dat was ik helemaal niet. Het is zo heftig om je ouder te zien sterven. Je kunt je daar nooit op voorbereiden. Daarna begon de rollercoaster. De avondwake en crematie waren ontzettend mooi, mama had bijna alles zelf geregisseerd.. het stond allemaal in haar boekje geschreven hoe ze het wilde hebben. Er waren zoveel lieve mensen. En jeetje wat hebben we veel mooie kaarten met prachtige woorden ontvangen, nog ontzettend bedankt daar voor! 
Daarna besloten Mike en ik om meteen de huur op te zeggen. Wat zouden we anders moeten doen? Dan zouden we een maandje wachten, een maandje extra huur betalen.. middenin de maand december zitten. Niet fijn. En het is hoe dan ook toch verschrikkelijk om het huis te moeten leeghalen, dus we dachten: dan maar all the way.  We begonnen met het leegruimen van het huis en wat was dat heftig, maar ook heel mooi. Veel mooie herinneringen kwamen naar boven. Mike en ik hebben een heleboel mooie gesprekken met elkaar gehad en veel tranen gedeeld. Onze band is echt sterker geworden. Het missen van mama doet vreselijk veel pijn, maar we zijn blij dat we elkaar nog hebben en precies begrijpen wat we voelen, ook al zijn we zo verschillend.. dit is iets wat we altijd zullen delen.  4 weken na mama’s overlijden besloot ik om er even tussenuit te gaan. Mama overleed een dag voordat ik naar Valencia zou gaan met mijn vader. Dat hadden we dus geannuleerd. Maar ik wilde nog steeds zo ontzettend graag heen, helemaal nu! Ik had er enorm naar uitgekeken en besloot om dan maar in mijn eentje te gaan. Het werd een maandje later dan gepland. Op het moment dat ik in de taxi zat en de stad binnen reed, voelde ik me meteen weer thuis. Wat is dat toch een heerlijk gevoel! Ik had een leuke studio geboekt, waar ik 5 dagen verbleef. De eerste dag was ik nog ontzettend hyper, mijn lichaam stond echt op overleven. De dag daarna was ik opeens ontzettend moe. Ik heb heel erg veel geslapen. Zonde, zou je zeggen, maar ik had het echt hard nodig. Ik gaf er maar aan toe en was aan niemand iets verplicht. Ik ben 2 keer uit eten geweest met de jongen (of nou ja, jongen.. jongeman, haha) waar ik mee aan het daten was van de zomer in Valencia, we hebben nog steeds contact. Af en toe belden we ook, vooral in de week dat mama op sterven lag. Hij is een enorme steun en we vinden elkaar heel erg leuk. We zijn nog niet samen, we doen het rustig aan en zijn vooral heel erg dankbaar dat we elkaar hebben ontmoet. Beide zitten we niet in een ideale situatie en hebben we dingen waar we aan moeten werken. Dat neemt niet weg dat we ons erg op ons gemak bij elkaar voelen. Het is nu gewoon de juiste tijd nog niet en dat is helemaal niet erg. We kunnen uren kletsen, lachen en zijn niet bang om ons kwetsbaar op te stellen. We zijn erg open over onze gevoelens en dat vind ik echt een cadeautje! We hebben tegen elkaar gezegd: wat er ook gebeurt.. hoe het ook loopt, we blijven hoe dan ook goede vrienden. Want elkaar verliezen willen we zeker niet.  Het was heel fijn om hem weer te zien, helemaal niet vreemd! We hadden elkaar al 3,5 maand niet gezien maar het voelde als gisteren, we pakten het meteen weer op.  Daarnaast ben ik met een lieve vriendin een paar keer wat gaan eten en drinken. En in de tussentijd rustte ik uit, ging ik soms even een kleine wandeling maken.. wat souvenirtjes kopen enz.  De laatste dag zat ik in mijn eentje op een terras met mijn gezicht in de zon. Ik voelde me opeens zo intens gelukkig. Ik kreeg tranen in mijn ogen van geluk. Ik voelde de liefde van mama door mijn lijf stromen en ik voelde haar steun. Mama vond het geweldig dat ik me daar zo thuis voelde en gunde het mij enorm om daar te gaan wonen. Ze vond het dan ook heel erg dat zij mij ‘tegenhield’, wat natuurlijk helemaal niet haar schuld was. 
Het was confronterend om alleen op vakantie te gaan, maar tegelijkertijd ook heel erg goed. Het was een soort warming up... zo is het dus straks ook als ik hier woon.. dan kan ik mama niet bellen. Maar toch voelde ik haar aanwezigheid. Ik heb flink gehuild, voelde me echt hartstikke rot.. maar tegelijkertijd voelde ik dus ook geluk. En zo zal het zijn. Ik vond het fijn om te ervaren, te weten dat ik ook nog steeds dat geluksgevoel kan hebben, daar, zonder mama. 
6 weken na mama’s overlijden leverde ik de sleutel in. Met een paar traantjes verliet ik het huis. Oké, dat was het dan. Geen ouderlijk huis meer, geen thuisbasis. Een nieuw hoofdstuk. Ik was vlak voor mijn vakantie naar mijn vriendin en vriend verhuisd. Ik slaap nu in een klein kamertje, ik ben blij dat ik een dak boven mijn hoofd heb.. maar het was erg wennen. Natuurlijk niet vanwege dat kamertje, maar vanwege het feit dat alles zo snel gegaan was en ik nu bij een stel in huis woonde. Ik moest daar even aan wennen, wilde niet teveel zijn. Maar het gaat hartstikke goed en ik vind het hartstikke gezellig! Het verloopt allemaal heel natuurlijk. Toen ik net terug was van vakantie, ging ik meteen door met het leegruimen van het huis. We waren nog lang niet klaar. 2 tantes kwamen helpen, 1 van mijn tantes was er iets eerder en we hadden een fijn gesprek. Ze vroeg waarom ik niet eerder naar Valencia ging, omdat ik haar vertelde dat ik eigenlijk echt wel klaar ben in Nederland. Het voelt zo doelloos.  Ik zei dat ik niet wilde vluchten en Mike niet zo snel wil achterlaten.  Ze vertelde dat het helemaal geen vlucht is. Ze zei: “Je wilt dit al 2,5 jaar! Je bent er al zo lang mee bezig.. ik denk niet dat dat een vlucht is, die klap krijg je later toch nog wel.”  En dat was ik helemaal met haar eens. Dat was een mooi inzicht, het is helemaal geen vlucht. Ik heb mijn leven even op pauze gezet voor mama, maar anders had ik er 2,5 jaar geleden al gewoond. Wat houd mij nu nog tegen? M’n tante adviseerde om gewoon eens te gaan kijken naar appartementen en banen en dan te besluiten wanneer ik zou gaan. En ja, hoor! Binnen no time had ik een appartement gevonden... en wat voor een! WAUW. In de allerleukste wijk van Valencia, Ruzafa! 3 slaapkamers, hartstikke ruim. Ik mocht er zo snel mogelijk in als ik zou willen. Nou goed, ik dacht aan februari..  Ik belde Mike op en natuurlijk vindt hij het niet leuk, maar hij wist natuurlijk al heel lang dat ik zou gaan. Het scheelt ook maar 2 maanden. Hij is heel blij voor mij en gunt mij dat geluk, maar natuurlijk is het niet makkelijk. En dat geldt ook voor mij, het is wel mijn eigen keuze.. maar ook ik zit daar straks ‘alleen’. Gelukkig is Valencia heel dichtbij en hebben we afgesproken dat we elkaar zeker een paar keer per jaar gaan opzoeken!  Ik was door het dolle heen, maar een paar minuten later moest ik vreselijk huilen. Ik keek naar een foto van mama en zei: “Shit, mam... ik ga eindelijk.. en nu kan ik het je niet eens vertellen.” Ik deelde alles met mama, een beetje teveel zelfs, haha. En dat mis ik zo ontzettend erg. Ik ga een heel nieuw leven beginnen in Spanje.. eindelijk, maar ik wil het zo graag delen met haar. En ik had haar zo graag bij me gewild, met haar door de leuke straatjes willen struinen.. laten zien waar ik ga wonen enzovoorts.  Ze is wel bij me, dat voel ik en weet ik. Ik heb het idee dat ze ook een beetje aan het sturen is. Ik weet zeker dat ze heel blij voor me is en zou zeggen : “Hoe krijg je DAT nou weer voor elkaar?” , want dat zei ze altijd. Hoe vaak ze wel niet dacht: “Oh god waar begin je nu weer aan..” en dan kneep ze ‘m wel even. Maar ze was altijd blij om te zien dat ik het toch voor elkaar kreeg en altijd vol verbazing HOE ik dat voor elkaar kreeg. Ik kan het zelf soms ook niet geloven, maar ik geloof heel sterk in de wet van de aantrekkingskracht. Dat heeft mij al heeeel veel mooie dingen gebracht. Vertrouwen op je kunnen en je gevoel is gewoon ontzettend belangrijk.
Daarom weet ik dat het tijd voor mij is om te gaan over een paar weken. Mijn taak zit er op, hier. Het is tijd om mijn vleugels uit te slaan.  Ik heb daarom mijn baan ook opgezegd, om van de laatste weken hier te genieten. Ik ben nog steeds erg vermoeid en kom nu pas echt aan mezelf toe. Rust wil ik, quality time met alle lieve mensen om me heen en ik moet een heleboel regelen voor mijn emigratie. PLUS: de taal leren. Want dat is ook belangrijk (oh ja joh?).  Het is een enorme rollercoaster geweest, en nog steeds.. maar ik weet zeker dat we het op de juiste manier hebben gedaan. De juiste manier, voor ons. Het voelt goed zo en we gaan allebei een mooie toekomst tegemoet.  Ik blijf zeker schrijven en houd jullie op de hoogte over mijn avonturen in Valencia. 1 februari emigreer ik. Het is ongelofelijk dubbel, maar ik ben ook heel erg blij dat ik mijn vleugels uit ga slaan. Met mama op mijn schouder :-) Liefs, Stèphanie
0 notes