Tumgik
#kantoorklerk
saulsplace · 1 year
Photo
Tumblr media
Hoog tijd voor een nieuw economisch paradigma!
Ware rijkdom ligt niet in consumptie, maar in de vervulling die werk kan bieden, betoogde uw auteur in 2015 in een artikel. Tien jaar later kan dit idee misschien vreemd klinken, nu zoveel mensen worstelen met geldzorgen. Naast financiële problemen is er echter nog een ander prangend probleem dat velen kwelt: bij veel banen ontbreekt een zinvolle impact op de wereld. Dit probleem wordt nog urgenter doordat mensen vastzitten in dit soort werk om financiële problemen te vermijden.
In zijn boek Bullshit Jobs (2018) beschreef antropoloog David Graeber (1961–2020) het probleem van het gebrek aan arbeidsvreugde in relatie tot de vervreemding tussen de echte wereld en het arbeidsproces. Onlangs keerde mijn aandacht terug naar dit onderwerp door informatie die ik kreeg van een bevriende ondernemer. Hij is gespecialiseerd in de zorgsector en in wetgeving op en rond de arbeidsmarkt. Hij vertelde me over de situatie in Spanje, waar veel medisch personeel enkel kansen krijgt om deeltijds te werken in de zorg. Daarnaast moeten zij administratieve taken uitvoeren om voldoende inkomen te verdienen. Ondanks hun uitstekende opleiding is het voor velen niet mogelijk om hun roeping uit te voeren, namelijk zorgen voor anderen.
Om de sfeer te proeven beginnen we maar gewoon even met een dialoog tussen de ondernemer en een niet nader te noemen persoon van de vakbond. We zouden verwachten dat de vakbond hoofdzakelijk bezig is om de sfeer op de werkvloer te verbeteren en te zorgen voor bestaanszekerheid voor werknemers. De prioriteiten blijken echter anders te liggen. De ondernemer woonde vele bijeenkomsten bij van de werkgeversbranche en hij zag veranderingen in de ideologische koers. Er werd steeds meer gepreekt over diversiteit, inclusie en intersectionaliteit: steeds was het de vraag of alle ondernemers dat oprecht meenden. Wellicht niet, maar mijn goede vriend zag het en onderging het.
Na lange onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden waren er weliswaar ideologische woke geurvlaggen gevestigd, maar in de kern – wat betreft geldzaken en de balans tussen economische zekerheid en flexibiliteit – zat de zaak nog steeds muurvast. Toen hij zag dat de andere werkgevers begrepen dat zij ondanks hun ideologische kleurverandering niet verder zouden komen, greep hij zijn kans om de waarheid te spreken.
“Nee – ik wil mij niet specifiek richten op transgenders. Hier lig ik niet wakker van. Iedereen die de functie goed kan uitoefenen is welkom. Verder ben ik er simpelweg niet mee bezig.” “Jij wil gewoon geld verdienen!”, snauwde de vakbondspersoon hem toe. “Dat klopt.” antwoordde hij rustig. “Daarom ben ik ondernemer. Ik blijf in mijn rol. Daar ben jij blij mee ook.” “Huh?” “De laatste vijf jaar zaten we in een situatie waarin de werkgevers jullie van de vakbond voortdurend naar de mond praatten. Zogenaamd zouden mijn collega’s zo wakker liggen over inclusiviteit op de werkvloer. Grotendeels onoprecht. Dat voelde je al aan. Jij geloofde ons niet en daar heb je gelijk in. Het ging ten koste van ons onderlinge vertrouwen. Wij als werkgevers willen deugen en zijn bezig de samenleving om te buigen naar jullie utopie. In de hoop jullie vertrouwen te winnen. Vergeefs natuurlijk. Dat werkgevers zo hard meedoen met het bevestigen van jullie ideologie, zou je angst moeten inboezemen. Daarmee stevenen wij af op een communistische heilstaat met bijbehorende planeconomie. Jij verliest daarin uiteindelijk jouw bestaanszekerheid en transgenders idem dito.”
De persoon van de vakbond was met stomheid geslagen en zei nog even niets. De ondernemer ging verder. “Daarom is het heel goed dat ik, als ondernemer, nu naar voren stap en weer hardop zeg: JA, IK WIL GELD VERDIENEN. Dat is een trein die ik aan het rijden breng. Een kapitalistische trein. En het is jouw rol om aan de laatste wagon te hangen en te zeggen: ‘Ondernemer, jij gaat zo snel. Hou rekening met de achterblijvers!’ Dan gaan we daarover een potje armdrukken. Resultaat is een iets minder hard rijdende trein waarin ook de achterblijvers in de wagon deelnemen aan de reis. Zo bouwen we een verdienmodel rond het goede en verbetert het onderlinge vertrouwen. Met al dat deugpronken, al dat ‘woke’, doen werkgevers alsof inkomsten genereren onderaan de ladder staat van prioriteiten. Daarmee liegen we tegen onszelf en tegen de wereld. Logisch dat jullie ons niet vertrouwen.”
De vervreemdende ervaring die doorklinkt in dit gesprek, is een uitmuntende aanleiding om het probleem met de arbeidsmarkt dieper aan te snijden. Bullshit jobs zijn er misschien altijd geweest, maar nu komt het fenomeen steeds meer naar de voorgrond en het raakt steeds meer mensen in hun dagelijks leven. Het hervormen van sectoren die op zich best efficiënt waren, leidt ertoe dat de financiële plussen die dat oplevert, worden omgebogen naar nóg meer bullshit jobs.
Graeber betoogt dat de toename van bullshit jobs samenhangt met de groeiende impact van de financiële sector. Dit verklaart ook waarom essentiële banen steeds meer onnodige taken bevatten. Om dit te begrijpen, gaan we terug naar de opkomst van het industriële kapitalisme. Ondernemers richtten zich toen vooral op de productie van specifieke producten, zoals landbouwmachines of ontbijtgranen. De bedrijfsleiders hadden in cultureel opzicht méér gemeen met de werknemers aan de lopende band dan met professionele investeerders en beursspeculanten. Hoewel ze financiële diensten gebruikten, stonden bedrijfsleiders toch wantrouwend tegenover de financiële sector, wat merkbaar was in de interne organisaties van bedrijven.
Rond 1970 trad er een verandering in, omdat de elites van de financiële sector en die van de managers, overheid en de bureaucratische toplaag, in feite fuseerden. CEO’s begonnen nu heen en weer te springen tussen bedrijven in totaal verschillende branches. De band tussen werkgevers en werknemers werd flexibeler en werknemers voelden zich minder loyaal naar hun bedrijf en werkgever. Om het gedrag van werknemers te monitoren en hun loyaliteit af te dwingen, werden bureaucratische pressiemiddelen ingevoerd.
Een belangrijke gevolgtrekking, die ook aansluit bij de praktijkervaring van de geciteerde ondernemer, is dat menselijke arbeid nu plaatsvindt binnen een systeem dat in theorie kapitalistisch is, maar in de praktijk heel anders functioneert dan wat begrepen en verklaard kan worden vanuit klassieke economische theorieën zoals die van Adam Smith, Karl Marx, Von Hayek en Keynes.
Wellicht vinden we een belangrijke aanwijzing bij de Franse theoreticus Guy Debord. Hij stelde in De spektakelmaatschappij (1967) dat de economie is overgegaan van ‘zijn tot bezit’ op ‘zijn tot schijnen’. Het geproduceerde product, wordt binnen het kapitalistische proces losgelaten en vervangen door representatie van dat product. Oftewel, niet het verwerven van bezit is nu de belangrijkste drijfveer van het kapitalisme, maar de handel in impressies, in sfeerbeelden, in ervaringen en status qua wat anderen van ons vinden. Dit verklaart de extreme aandacht voor marketing en PR, voor ideologische geurvlaggen op het werk. Het verklaart de groteske geldsommen die opgaan aan sociale media en aan CEO’s die net als feodale vorsten willen pronken met hun hofhouding, met hoeveel personeel zij onder zich hebben, los van hoe efficiënt het bedrijf opereert.  
Kortom, Marx dacht dat het internationale handelsimperialisme de hoogste en laatste fase van het kapitalisme was, voorafgaand aan de uiteindelijke implosie. Maar er was nog een fase daarná, namelijk de productie en marketing van gebakken lucht. Graeber schiet dus tekort in zijn analyse van ‘bullshit jobs’; we moeten eerder spreken van een ‘bullshit economie’ die de voedingsbodem vormt voor dergelijke banen. In deze economie moeten ondernemers die iets tastbaars willen produceren en een positief resultaat willen bereiken, door bureaucratische en ideologische hoepels springen. Zéker de kleine zelfstandige wordt tot wanhoop gedreven.
Deze vernietigende situatie geldt helaas niet alleen voor multinationals, de overheid en mensen in loondienst. Neem nu een lunchroom-ijssalon in een dorp als Velp. Het is halverwege april en de zomer moet nog beginnen. Toch zit de zaak al vol met vliegen. De eigenaar kan hiertegen weinig doen: het ophangen van plakstrips om de vliegen te vangen is verboden onder het mom van ‘dierenmishandeling’. Als hij toch plakstrips ophangt, kunnen inspecties hem boetes opleggen van honderden euro’s. Dit is totaal ontmoedigend voor de motivatie om iets moois te creëren. Als ondernemer moet je dus ondernemen onder een regime dat eigenlijk niet wil dat jij onderneemt. Je zou dan een akkoordje moeten sluiten met de lokale burgemeester, om dit absurde beleid niet te handhaven in het belang van de gemeenschap die van de lunchroom gebruik wil maken. Helaas zijn er in Nederland geen gekozen burgemeesters en zijn de huidige burgemeesters afhankelijk van het partijkartel en de baantjesmolen. Wat kun je hier nog aan doen?
Jonge kinderen zijn meestal opgewekt wanneer zij ontdekken dat ze voorspelbare resultaten in de wereld kunnen bewerkstelligen. In dat stadium maakt het nog niet uit of wat ze bewerkstelligen ook nuttig is of een gunstig gevolg heeft voor henzelf. Simpelweg iets in gang kunnen zetten, biedt vreugde. Dit ‘plezier van het zijn van de oorzaak’ laat zien hoe essentieel het is, voor het zijn van een volwaardig mens, om een causale impact op de wereld te hebben. Experimenten laten ook zien dat, als het kind eerst plezier heeft in oorzaak-gevolg relaties in gang zetten, en als daarna die gevolgen worden weggelaten, het kind boos en verdrietig wordt en zich volledig van de wereld afsluit.
Hieruit volgt dat het geestelijk zeer schadelijk en ontwrichtend is voor mensen om een baan te hebben waarin iedereen doet alsof je invloed hebt, en alsof die invloed een relevante impact maakt, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. Als bedrijven werknemers gaan betalen voor hun tijd en aanwezigheid, in plaats van voor eenheden zinvol verrichte arbeid, zien we hoe de economie ten prooi valt aan perverse wisselwerkingen. De bullshit economie maakt de werknemer tot een pion in het machtsspel van een ander. Een pion die een verbeelding in stand houdt, een illusie van meer controle, efficiency en merkbekendheid. De arbeidsproductiviteit stijgt al jaren niet meer!
Doordat werk steeds meer onder protocollen wordt gebracht en wordt opgedeeld in compartimenten onder het mom van ‘efficiency’, is de oorspronkelijke betekenis van het begrip ‘zorg’ in dienstverlening aan het vervagen. In een zorgdienst is het normaal zo dat één persoon betaalt voor zorg. Daarbij gaat de ontvanger van het geldbedrag een overeenkomst aan, om ‘aan te voelen’ wat de betaler precies verlangt en verwacht, wat diens wensen zijn. De zorger raakt dus bedreven in het ‘aflezen’ van de emoties en intenties van de ander, terwijl hij die betaalt, dit omgekeerd niet hoeft te doen. Dit fingerspitzengefühl biedt sociale meerwaarde. Het maakt dat mensen die werken in een praktische zorgomgeving, vaak fijn zijn om mee te werken en mee om te gaan. Helaas verdwijnt dit emotionele kapitaal als een gevolg van bureaucratisering en digitalisering.
Voor een bondige samenvatting van wat er de laatste vijftig jaar met het kapitalisme is gebeurd, kijken we naar de Elephant Tea Factory aan de rand van Marseille. Dit was oorspronkelijk een zelfstandig bedrijf, maar werd overgenomen door Unilever, de eigenaar van Lipton, de grootste theeproducent ter wereld. Initieel werd de fabriek met rust gelaten en hadden de werknemers de gewoonte om aan de machines te sleutelen. Dit leidde in de jaren negentig tot verbeteringen die de productiesnelheid met vijftig procent verhoogden en daarmee ook de winsten.
In de jaren vijftig, zestig en zeventig was de consensus in de industriële wereld dat bij verbetering van het productieproces een deel van de hogere winsten terugvloeit naar de werknemers. Echter, vanaf de jaren tachtig gebeurde dit niet meer, doordat bedrijven werden overgenomen door managers die behoren tot een globale elite van beroepsbestuurders. Een medewerker van de theefabriek legde dit uit aan Graeber:
“Kregen wij wat van dat geld? Nee. Werd het teruggeïnvesteerd in de fabriek, voor meer arbeiders en meer machines? Ook niet. In plaats daarvan werden er meer kantoorklerken aangenomen. Toen ik hier begon te werken waren er slechts twee: de baas en zijn personeelschef. Nu zijn er zeven kantoormedewerkers die rondlopen en notities maken terwijl wij werken. Ze praten erover in vergaderingen en schrijven verslagen. Eigenlijk proberen ze hun eigen baan te rechtvaardigen en dat lukt maar niet.”
Doorgaans dient administratief personeel om de efficiëntie te verhogen. Hier had dit geen zin, omdat de arbeiders de efficiëntie van de fabriek eigenstandig al maximaal hadden verhoogd. Toch werden er kantoorklerken neergezet. Dit heeft dus niets met efficiëntie of productiviteit te maken maar alles met de veranderde rolopvatting van corporaties. Nu er geen gangbare praktijk meer is dat verhogingen van arbeidsproductiviteit zich vertalen in meer voordeel voor werknemers, is het hoogst haalbare dat je net genoeg doet om niet ontslagen te worden. Dit is dodelijk voor de arbeidsmoraal en heeft ook tot gevolg dat die taskmasters en box-checkers worden aangenomen om personeel te controleren. Helaas zijn de opbrengsten van de verhoogde productiviteit omgezet in peperdure gebakken lucht.
Wij concluderen dat deelnemen aan het arbeidsproces een vervreemdende ervaring is geworden. Is hier een praktisch advies aan te verbinden? Eigenlijk niet. Het individu kan er geen impact op maken en zal steeds meer worden blootgesteld aan geraffineerde vormen van gaslighting en manipulatieve nudging. Het meest zinvolle is om je zoveel mogelijk aan het arbeidsproces te ontrekken, totdat het weer een aantrekkelijke optie wordt. Dit laatste is evident niet uitsluitend financieel bedoeld.
Steun Sid Lukkassen via BackMe om dit werk mogelijk te blijven maken: https://sidlukkassen.backme.org/  Absoluut aan te raden is het om zijn werk te volgen via Telegram!
3 notes · View notes
betoverheks · 6 years
Text
Heks heeft het koud. Heks kan niet slapen. Dus kijk ik TV. Ik val midden in een film over Philippe Petit, de legendarische koorddanser. De kleine roodharige Fransman, die op 7 augustus 1974 45 minuten heen en weer dartelde op het dunne koord gespannen tussen  ‘The Twin Towers’.
Op 400 meter boven de grond! Maar liefst 8 keer stak hij de 61 meter tussen de gebouwen over. Hij knielde even neer en bracht een groet aan het koord, de torens, de hele stad….. Hij ging zelfs eventjes liggen. Hij draaide pirouettes. Keek op zijn gemak naar beneden…… En ga zo maar door!
Heks zit gefascineerd te kijken. Ik heb al eerder iets over de man gehoord, gezien of gelezen. Maar nooit zo uitgebreid. De film ‘The Walk’ vertelt het hele verhaal. Redelijk waarheidsgetrouw weet ik intussen na een klein onderzoek online.
Op jonge leeftijd krijgt Petit in de wachtkamer van de tandarts een foto van de in aanbouw zijnde Twin Towers onder ogen. Op de foto zijn ze echter al af. Hij voelt direct hoe die torens hem roepen. Hem en zijn koord!
Dus scheurt hij de afbeelding gewiekst uit het magazine en verlaat het pand. Zijn afspraak bij de smoelsmid laat hij zitten. Hij heeft wel iets anders aan zijn hoofd!
Vanaf dat moment begint hij zich voor te bereiden op zijn ‘coup’. Hij verzamelt mensen om zich heen, oefent zich een ongeluk op het hoge koord, probeert sponsors te vinden, vliegt op en neer naar New York, doet onderzoek ter plekke vermomd als bouwvakker, journalist, gehandicapte, kantoorklerk…. Zeker zes jaar is hij hiermee bezig. In de film is dat veel korter.
In de film zijn wel meer dingen anders. Zo valt hij tijdens zijn eerste optreden omlaag in een ondiep meertje. In de werkelijkheid is Petit nooit gevallen tijdens een performance. Slechts 1 keertje tijdens een repetitie. Maar dan loopt hij ook rustig met iemand op zijn nek heen en weer te paraderen.
Heks zit ademloos te kijken. Helemaal opgezogen in het verhaal. Ik volg zijn droom met hem. Net als zijn vriendinnetje Annie. Zij steunt hem door dik en dun. Dit is ook niet helemaal waar lees ik ergens online.
Ze kreeg af en toe de rambam van die vent. In de werkelijkheid mislukt een eerste poging om deze stunt uit te voeren. Zij zit dan in Frankrijk. Ver weg. Op zijn verzoek komt ze uiteindelijk toch. Hij heeft haar nodig. ‘Zijn leven vrat me helemaal op…’ aldus Annie.
Elders beweren boze tongen, dat Petit na zijn magische optreden en arrestatie seks had met 1 van de toeschouwers van het spektakel….. De roem steeg hem direct naar het hoofd. Maar misschien had je in die tijd ook al fake nieuws in de Verenigde Staten. Erg belangrijk is het ook niet. Behalve dan voor Annie. Die kwam er dan weer bekaaid af.
Het is een spannende film. Zelfs al ken ik de afloop. Toch kan ik me niet losmaken van het oplopende stressniveau. Tegen de tijd, dat die kleine gezegende gek zijn grote oversteek begint zit ik werkelijk te griezelen voor de buis. Ik durf bijna niet te kijken.
Dat hebben ze toch maar goed verfilmd! Je ziet er niks van dat de acteur maar een paar meter boven de grond loopt te stunten! Je maag draait echt om! En ik ben niet bang op een keukentrap of lange ladder! Maar dit! Het idee alleen al!
‘Doe niet zo raar, Heks,’ maar nee. Pas als ik er nog een keertje opnieuw naar kijk kan ik er echt van genieten. Maar ja, ik ben het ook niet gewend, dat gedans op een stuk touw. Hoog boven de vaste grond. Ons Moedertje Aarde.
Philippe Petit is van een geheel andere categorie. Extreme hoogten lijken geen vat op hem te hebben. Op het koord komt hij tot leven.
Zo noemt hij het ook: Hij waagt niet zijn leven, maar beleeft het juist. ‘Not death-defying, but life-affirming!’ ‘Hij is altijd enorm druk, echt manisch. Maar zodra hij op het koord stapt komt er iets over hem…’ aldus 1 van zijn vrienden.
Het is wat sporters zeggen over momenten, dat ze top presteren. Of zangers. Het is wat mensen zoeken, als ze mediteren. Het is wat Boeddhisten 1 smaak noemen. Wat Gurdjieff herinneren noemt….. Dit volledig in het moment zijn. Helemaal aanwezig.
Het is het mooiste wat er is.
‘Volg je dromen,’ geeft de film je nadrukkelijk als boodschap mee. Ja, ammehoela! Dat is dan weer lekker. Dan moet je wel dromen hebben. En de mogelijkheid om ze te volgen. De energie om ze na te jagen om maar eens mee te beginnen……
Heks kijkt filmpjes over de echte Philippe Petit, waarin hij te zien is als jongeman, tijdens  repetities en een paar andere stunts. Het is inderdaad ongelofelijk. De man is volstrekt thuis op het hoge koord. Zijn hele lichaam ontspannen danst hij heen en weer. Knielt, gaat liggen, neemt iemand op zijn rug……
Ik bekijk foto’s van zijn gang tussen de Twins in aanbouw. Die indrukwekkende bouwwerken, die er niet meer zijn. Er is helaas geen filmmateriaal van zijn ‘coup’. Jammer, jammer. In deze tijd niet meer voorstelbaar. Het huidige tijdperk, waar men zelfs dodelijke verkeersongevallen online plaatst.
‘Het is eigenlijk de kunst van het lopen. Iets dat we allemaal ooit leren. Maar dan geperfectioneerd…..’ glimt Petit ergens in een interview. Ja! Dat is wat me zo fascineert! Het is de kunst van het lopen. In perfecte balans.
En op die grote hoogte kom je dan vanzelf helemaal in het nu terecht. Op de grond kan dat ook. Vraag maar aan Thich Nhat Hanh!
Perfecte balans, een dans op grote hoogte. Op het smalle koord….. Heks kijkt gefascineerd naar een rooie dare devil, Philippe Petit. Vertolkt door Gordon-Levitt in de film ‘The Walk’. Wat een lef heeft die man! En wat een passie! Een oud verhaal opnieuw verfilmd. En terecht! De kunst van het lopen kan niet genoeg onder de aandacht worden gebracht! Het is van levensbelang! Herinneren hoe te lopen kan ons redden van onszelf! Heks heeft het koud. Heks kan niet slapen. Dus kijk ik TV. Ik val midden in een film over…
0 notes
kateorganizing · 7 years
Text
Waarom stress ook een zegen kan zijn
Bron: Men’s Health 
Het meest recente onderzoek naar stress, inclusief nieuwe inzichten, is zojuist op ons bureau beland. 
Het meest recente onderzoek naar stress is zojuist op ons bureau beland. Het blad Frontiers in Ageing Neuroscience ontdekte dat onze dagen vullen in plaats van relaxen de manier is om scherp te blijven. Ook heb je een minder grote kans dement te worden op latere leeftijd. We zochten stresswerende tips tot het ons didelijk werd: wat als we zorgen dat stress juist een zegen is? Nu spelen we advocaat van de duivel, maar is dat niet gewoon de enige goede manier om met stress om te gaan als je geen idee hebt hoe je ’t van je af moet zetten?
Om te beginnen was stress niet altijd zo’n zwaarbeladen woord – net zoals stress vermijden niet altijd een industrie was waar miljoenen in omgaan. Maar, voor elke wellnessgoeroe die op prachtige retreats je leert mediteren, is er een overspannen kantoorklerk die geen idee meer heeft hoe hij z’n hartkloppingen moet stillen.
Laten we beginnen met wat er nou precies gebeurt wanneer je je zorgen maakt. Het autonoom zenuwstelsel zet je lichaam in vecht-of-vluchtmodus, wat zorgt dat je hartslag stijgt. Maar, hier is het grote inzicht: dat is niet een slecht iets. Sterker nog: je lichaam reageert op precies dezelfde manier wanneer je opgewonden of blij bent. Het is slechts de context die zorgt dat we de reactie aan angst koppelen in plaats van aan een uitgelaten gevoel. Ren er niet voor weg, ga het achterna. Dat is geen advies wat je van je Instagram-goeroes gewend bent, maar lees even verder.
Stresstest
Er werd een onderzoek gedaan waarin deelnemers werden gevraagd wiskundeproblemen op te lossen. Degenen die bang waren het niet goed te doen, deden het slechter omdat ze meer cortisol aanmaakten. Tot zover logisch, toch? Maar, de deelnemers die de steken door hun maag niet als angst zagen maar als iets positiefs, deden het juist beter omdat hun lichamen meer cortisol aanmaakten. De stress zorgde dat ze scherper waren. Deze ‘opwindingsenergie’ heeft dus een goede kant, zoals je ziet. Ja, te veel en je hersenen koken over, maar een tekort kan ook zorgen dat je niet genoeg presteert.
Tiger Woods zei ooit: “De dag waarop ik niet nerveus ben voor ik de groene mat op loop, is de dag dat ik opgeef.” Hij had dat gevoel juist nodig om op zijn best te kunnen presteren. Als je jezelf ervan overtuigt dat je te allen tijde stress moet vermijden om altijd Boeddha-achtig kalm te blijven, doe je jezelf tekort doordat je onderpresteert. Daarbij: als je niet in staat bent de sereniteit te bereiken die je wilt, zal je dit als falen ervaren, wat als stressfactor werkt. Sterker nog: volgens onderzoek van de American Psychological Association kan bewust proberen te kalmeren voor een stressvol evenement minder goed helpen tegen angst dan jezelf juist oppeppen.
Ben je er nog steeds niet van overtuigd dat stress een zegen is? De opgewonden staat zorgt ook dat je noradrenaline aanmaakt, een neuromodulator die effectief tussen nieuwe hersenverbindingen groeit. Bij oudere mensen zorgt dit voor mindere cognitieve achteruitgang wanneer ze redelijk stressvolle ervaringen opdoen. De noradrenaline zorgt dat hun hersenen zich beter kunnen aanpassen, wat ze beschermt tegen degeneratieve ziektes. En het kan hetzelfde voor jou doen – in welke levensfase je ook zit.
Natuurlijk is dit geen reden om Trumps tweets te gaan zitten lezen, of het heftigste bootcamp ter wereld te gaan doen, maar een beetje stress kan echt geen kwaad. Angst en zorgen gaan vaker om de angst voor stress of de symptomen ervan. Leren hoe je die opgewonden reactie kunt interpreteren als een signaal dat je lichaam klaar is voor actie, is veel waardevoller. Dit geeft je automatisch de ‘uitdaging’-mindset die je nodig hebt, waarbij je anticipeert op beloning in plaats van bedreiging. Dus hey, de volgende keer dat je voor een groep moet spreken: vertel jezelf dat dit een kans is om je van je beste kant te laten zien onder druk. Go get ‘em!
Noot van Cathy:  maar goed dat ik nerveus ben voor mijn workshop dan!
0 notes