Tumgik
#Als je altijd doet wat je deed krijg je wat je kreeg
mamaplaneet · 1 year
Text
1 note · View note
regioonlineofficial · 2 months
Text
Woningcorporatie Parteon, stichting Clean2Anywhere en gemeente Zaanstad gaan samen twintig woningen produceren die gemaakt zijn van gerecycled materiaal. De woningen worden volledig gebouwd op de productielocatie, veelal door mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. De woningen zijn geheel verplaatsbaar en méér dan CO2-neutraal. Samenwerking Parteon, Clean2Anywhere, Werkom en gemeente Zaanstad De afgelopen maanden is een samenwerking opgezet tussen Clean2Anywhere, Parteon, Werkom en de gemeente Zaanstad. Doel van deze samenwerking is om in Zaanstad een productielocatie te openen waar modulaire woningen uit afval worden geproduceerd (bestemd voor starters en spoedzoekers) door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit is haalbaar door mensen kleine, behapbare taken te geven, zodat ieder zijn of haar talent kan benutten. Clean2Anywhere huurt voor de productie van de woningen een loods van Parteon, op het Chromosterrein in Krommenie. “Het mooie van deze tiny houses is dat ze bestaan uit gerecycled materiaal en grotendeels zelfvoorzienend zijn. De woningen zijn relatief licht en kunnen daardoor zonder paalfundering relatief eenvoudig geplaatst worden. Wij kijken uit naar de eerste plaatsingen van de woningen. Dit is ook een mooie oplossing voor wonen op het erf of in de achtertuin voor jongeren, of in de vorm van een kangaroowoning voor ouderen.” – Directeur-bestuurder Monique Kwaak van Parteon. Plaatsing van circulair gebouwde woning - Foto: gemeente Zaanstad Modulaire woningen “Modulaire woningen kunnen snel gebouwd worden. Er is woningnood en die vraagt om snelle oplossingen. Door woningen te maken vanuit afval geven we ook vorm aan de klimaatdoelen. Deze oplossing is innovatief, duurzaam én sociaal. Daarom willen we deze waardevolle productieketen naar Zaanstad halen.” - Wethouders Harrie van der Laan (Wonen) en René Tuijn (Duurzaamheid) van gemeente Zaanstad Méér dan CO2-neutraal De woningen zijn duurzaam in alle opzichten. Zo worden ze volledig van gerecycled materiaal gemaakt. Clean2Anywhere bouwde eerder al schepen en tiny houses gemaakt van afvalplastic en (sloop)hout en maakt nu de overstap naar complete woningen – die ondanks dat ze verplaatsbaar zijn voldoen aan het permanente bouwbesluit. De materialen worden op zo’n manier gekozen en gebruikt dat de woningen netto bijdragen aan opslag van CO2-uitstoot, met een negatieve CO2-uitstoot als resultaat. Ook krijgen de woningen na plaatsing zonnepanelen op het dak. “De verandering naar een duurzame en inclusieve leefomgeving is moeilijk. Er is niet zoiets als een handleiding dus hoe moet je dit aanpakken? Nauw flink experimenten vinden wij bij Clean2Anywhere om zo de schone route te ontdekken. Want als je steeds doet wat je altijd deed dan krijg je wat je altijd al kreeg. Een van onze ontdekkingen is dat we in staat zijn een circulair modulaire woningen te bouwen met mensen die daar totaal niet voor zijn opgeleid en dat doen met de inhoud van je kliko. Je mag best weten dat ik heel trots ben op de prestaties die onze stichting vanuit een maatschappelijk belang levert.” – Clean2Anywhere founder Edwin A. ter Velde. Samen duurzamer Parteon werkt samen met haar partners voor een betere wereld die thuis begint, daarom zetten we ons in voor een duurzamere samenleving. C2A strijkt daarom neer op een toekomstige ontwikkellocatie van Parteon, waar vanaf juni 2024 de eerste volledige woningen van gerecycled materiaal zullen verrijzen. Deze twintig woningen krijgen daarna een plek binnen de gemeente Zaanstad.
0 notes
lesleyschrijft · 11 months
Text
WAAR GAAT HET EIGENLIJK OVER?
Waar gaat het eigenlijk over? Vroeg de meneer die voor me zat aan mij terwijl hij zich omdraaide naar me en me vragend aankeek.
Mijn eega zat naast me en die voelde de bui al hangen, dus keek me smekend met puppy ogen aan en zijn gezicht sprak boekdelen.
Ik begreep de hint, ja ja, ik moest mijn fatsoen houden voor hem en voor onze dochter zodat ze niet op school hoefde te verschijnen de volgende dag en te horen zou krijgen dat haar moeder zich had misdragen in de klas, in een klas vol ouders tijdens de informatie avond.
Dus ik probeerde mijn geduld te bewaren en zei liefjes tegen de meneer die voor me zat en me nog vragend aankeek...
...Ik weet het niet want ik hoor niks, ik kan er niks van verstaan, en ik haalde mijn schouders een keer of zes op en probeerde weer naar de juf te luisteren die nog midden in haar verhaal zat.
Goh wat deed ik dat beleeft, mijn man en dochter konden trots op me zijn.
Pissig keek ik naar de vrouw die naast hem zat, het zal zijn vrouw geweest zijn vermoed ik,
Waar gaat het eigenlijk over? waar gaat het eigenlijk over?
En dat wordt aan mij gevraagd? ik ..die er niks van kan verstaan omdat dat mens van hem er constant doorheen zit te lullen.
Het liefst zou ik gezegd hebben, nou ja gezegd, getierd eigenlijk..
...als die mevrouw naast u misschien een keer dr kop dicht kan houden, en niet de hele tijd voor mijn neus en naast uw neus er dwars doorheen zit te praten dan weet u nu waar het over gaat en ik ook.
Ik gaf al hints, door mijn man aan te stoten en mijn ogen omhoog te rollen, en daarbij luid zuchtend en blazend hopelijk dat mens te laten zwijgen, maar ze had niks in de gaten.,
Hee Peet kan jij het volgen? versta jij het? vroeg ik aan mijn eega, ik versta geen reet, ik kan geen twee dingen tegelijk door elkaar heen hebben, en ik zei het net wat harder dan nodig was.
Toen de juf daar voor de klas nog steeds haar verhaal stond te doen en ik het woord scheikunde hoorde vallen, kwam ik erachter dat het dus over scheikunde ging, héhé eindelijk,.. heb ik veel gemist? vroeg ik aan de mevrouw links van mij, ik kon het door omstandigheden allemaal niet horen ziet u.
Dat zei ik hard genoeg zodat die klep voor me het kon horen.
Het gaat over schijtkunde, riep ik naar de tafel voor me, waarna ik een por van mijn eega kreeg,
Maar affijn...
Of de een praat, of de ander praat, maar niet alles door elkaar, want ik als adhd'er krijg dan teveel prikkels binnen en wordt dan horendol en raak de draad kwijt, met als gevolg dat mijn oren en hersenpan niet meer normaal functioneren naar behoren.
Ik heb altijd al moeite gehad wanneer er een paar mensen tegelijk tegen mij praten,
of een radio op de achtergrond terwijl er iemand tegen je praat en dan vooral met zo'n discuzeur programma waarbij ze aan een tafel met van die monotone stemmen het wel en wee van fc knudde bespreken.
Om gillend gek van te worden.
Tijdens een familie bezoek ook,.. ma praat honderduit hele verhalen..alleen tegen mij...altijd ben ik de pineut... de verhalen van ma komen mijn linker oor binnen, en via mijn rechter oor hoor ik...mam mam, lachen joh ik liet nog een boer in de klas , en toen moest ik er uit,
Ik was mijn brood trouwens vergeten, dus heb ik op school een broodje gekocht.
Mam...mam...ik heb nog push up bh's nodig en onderbroeken en een spijkerbroek., gaan we morgen naar de stad?
Mam... ja dat is niet eerlijk...ik ben aan de beurt, ik moet ook nieuwe kleren.
Mam...wat zegt de weerman nou? 30 graden op de wallen?
Neehee, 30 graden op de wadden!!
Mam dit... mam dat.
Les, hoor eens even, ik denk dat mijn tv binnenkort kapot ga, hij doet zo raar, gaat moeders verder er dwars doorheen.
Na zo'n half uurtje moet ik met spoed het familie bezoek beeindigen en rap naar huis, en ben ik toe aan een valium,
Maar aangezien ik die niet heb wil een fles wijn en een pak stroopwafels waar ik me mee vol kan stouwen ook nog wel eens wonderen doen.
Met een rustgevend muziekje probeer ik mezelf ook wel eens een beetje af te sluiten, zo...héhé ..onderuit op de bank, oortjes in.
Lekker hoor, ha dat was fijn, die anderhalve minuut muziek, want langer kan ik niet luisteren omdat er opeens drie man op mijn schouder staan te kloppen, en bij alle drie schijnt het dringend te zijn en kan het niet wachten omdat ze staan te gebaren dat ik mijn oortjes uit moet doen.
Ik haal mijn oortjes eruit en vraag wat er perse nu zo dringend is dat ik niet even muziek kan luisteren.
Ja mam...zeg dat ze mijn shirt terug moet geven, ze heeft hem in haar kast hangen maar hij is van mij.
Oh helemaal niet, die zwarte is van mij want jij had de grijze,
Nee niet ...het is juist andersom.
En terwijl de meiden gezellig zitten te kibbelen had mijn eega ook nog een brandende vraag.
Wanneer gaan we eten? wanneer ga je met het eten beginnen?
Ik wilde eigenlijk een beetje vroeg eten want dan kan ik daarna nog even gaan vissen.
Wat eten we? vraagt de jongste.
Macaroni...antwoordde ik.
Oh getver.., maar dan wel zonder uien en paprika en champignons, en die saus vind ik ook helemaal niet lekker.
Ja hoor prima joh, ik kook gewoon een pak macaroni, gooi dat op de borden we doen er simpel alleen wat ketchup bij en klaar is kees.
Dit is echt niet goed voor mijn zelf vertrouwen hoor jongens, bij je vriendinnen en overal lusten jullie macaroni behalve bij mij.
Kan ik niet koken ofzo?
Nee!! roepen de dames beide in koor.
Mooi..nog een punt wat ik bij mijn psycholoog op tafel moet gooien.
Jullie weten me wel altijd leuke complimentjes te geven hé? Bedankt!
Graag gedaan, laten we patat eten.
#blog #blogger #bloggen #lezen #humor #kortverhaal
0 notes
eventjesilo · 3 years
Text
‘Onverwachts Avontuur’ door Ilo
Ik had je al een tijdje niet gezien en toen ineens.... een ondeugend berichtje van jou. Hmm terwijl ik je berichtje las voelde k mn tepels hard worden en ging t kriebelen in mn onderbuik , blijkbaar was ik hard toe aan een goede beurt het was ook alweer een tijdje geleden. brutaal stuurde ik je een berichtje terug waarin ik je vertelde dat ik vanavond alleen was en je vroeg of je zin had om af te spreken. Ik kreeg direct een berichtje terug dat je me om 10 uur op zou pikken en dat ik een rokje aan moest doen.... Toen je netjes op tijd voor de deur stond keek je even goedkeurend naar mijn zwartje korte strapless jurkje en toen ik in de auto stapte en je net een klein randje kant van mn kousen zag volgde er een passionele zoen waarbij jou hand onder mn rokje verdween om even met het randje van mn kous te spelen.... hmm alleen die ene zoen en ik voelde mezelf al nat worden. Tot mijn verbazing reden we niet naar jou huis maar gingen we een hele andere kant uit.. "waar gaan we heen" vroeg k waarop jij alleen maar uitdagend naar me lachte. Na een tijdje in het donker rondgereden te hebben stopte jij langs de kant van de weg en toverde van achter je stoel een blinddoek te voorschijn , deze deed je bij me om en we reden verder. Na nog een minuut of 10 gereden te hebben stopte je de auto. "Trek je stringetje uit" zei je me. Na braaf gedaan te hebben wat je me zei hoorde ik je uitstappen en om de auto heen lopen , mijn deur ging open en je pakte me bij mn arm om me te helpen uitstappen. Nadat de auto op slot gedaan was voelde ik hoe je mn handen naar mn rug bracht en deze stevig vastbond. Ineens voel ik jou grote sterke hand die me stevig in mn nek pakt en je zoent me hard , snel en grondig. ik voel aan jou manier van zoenen dat je al bijna net zo opgewonden bent als mij. Voorzichtig pak je me bij mn arm en voorzichtig help je me lopen t bos?? In.. We lopen langzaam maar zeker verder ik weet nu zeker dat we in het bos lopen ik voel de zachte bosgrond onder mn schoenen en ruik de dennennaalden. Ineens blijf je stilstaan en ik voel je hand in mn lange losse haren , je trekt mijn hoofd iets naar achteren en zoent me zachtjes in mn nek ik voel hoe je hand mn haar steviger vastpakt en ineens voel ik je tanden in mn nek "ow au hmm" ik kan mn verschrikte kreun niet onderdrukken. "Ssst" fluister je in mn oor "er stonden nog meer autos dus als je niet betrapt wilt worden moet je stil zijn" ik hoor de gemene glimlach in je stem want je weet dondersgoed dat stil zijn niet mn sterkste punt is... Met je hand nog steeds stevig in mn haar dwing je me op mn knieen en ik hoor hoe je je broek losmaakt. Met je hand stuur je mn hoofd en ik voel je harde pik tegen mn wang. Plagerig lik ik er even aan maar blijkbaar ben je ongeduldig en zonder waarschuwing duw je je geile lul helemaal mn mondje in. Hmm wat is dit geil zeg normaal heb ik altijd de controle tijdens t pijpen en heb ik mn handen om te zorgen dat je niet te ver gaat , maar hier geblindoekt op mn knieen en met mn handen vast op mn rug ben ik geheel overgeleverd aan jou en jij bent blijkbaar niet van plan voorzichtig met me te doen. Nadat je een paar keer langzaam je lul in en uit mn mondje hebt laten glijden zodat ik gewend ben aan t gevoel van jou eikel achter in mn keel pak je met 2 handen mn hoofd beet en begint hard en met een flink tempo mn mondje te neuken. Ik heb nauwelijks tijd om adem te halen en voel hoe mijn speeksel en jou voorvocht langzaam over mn kin loopt. Jou ademhaling versneld en je begint zacht te kreunen , ook ik kreun zacht en ben me bewust van hoe keihard mn tepels zijn en door het windje wat zachtjes door mijn geopende benen waait voel ik dat ik al zeiknat ben. Jou handen grijpen steeds harder in mn haar zo hard dat t bijna pijn doet maar ik geniet met volle teugen en aan jou gekreun en onregelmatige tempo te merken vind jij t ook heerlijk. eerder dan verwacht en onder een welgemeend "fuck" uit jou mond voel ik hoe je je zaad diep in mn mondje spuit , zachtjes zuig en lik ik alle restjes van je nog harde pik... Je pakt me bij mn bovenarmen en helpt me overeind. ik voel dat je mn handen losmaakt en je duuwt me met mn rug tegen een boom. Nadat je mn bh uitgetrokken hebt bind je mn handen achter de boom vast en ik voel hoe je handen mn borsten omvatten en je even gemeen hard in mn tepels knijpt "hmm" weer kan k mn kreun niet onderdrukken. Je mond vervangt eerst je ene en daarna je andere hand en terwijl je mn borst flink masseert lik zuig en bijt je alsof je er geen genoeg van kan krijgen. Plotseling neem je een stap terug en ik mis de warmte van je lekkere lijf nu al. Ik ben al drijfnat en wil eigenlijk gewoon dat je me neemt dus dat fluister ik zacht naar je "neem me alsjeblieft neem me hard en diep ik ben al zo nat voor je ". Ineens voel ik je hand stevig om mn keel je fluisterd in mn oor "wil je dat ik je neem" "je hebt maar geduld ik wil eerst nog een beetje met je spelen" een gefrustreerde zucht komt over mn lippen maar veel tijd om te klagen heb ik niet want terwijl je hand harder in mn keel knijpt stoot je 2 vingers bij me naar binnen... Terwijl 1 hand verder gaat met t strelen en plagen van mn borsten weet de andere mn gspot te vinden en al snel voel ik de druk opbouwen op mn lip bijtend om niet te veel geluid te maken kom ik heerlijk klaar , maar tijd om op adem te komen gun je me niet bijna direct voel ik je tong op mn clitje. Nog naschokkend voel ik hoe jij met je tong steeds een beetje meer druk uitoefend. Ik voel hoe jou handen stevig mn heupen vastpakken en al zuigend op en likkend aan mn clitje laat je me voor een 2de keer heftig klaarkomen zo heftig dat jou handen op mn heupen moeten helpen om me op mn benen te houden. Als de ergste trillingen over zijn en ik weer op eigen kracht kan staan maak je mn handen los en neemt me mee naar een omgevallen boomstam waar ik zonder pardon voorover overheen geduuwd word. Een flinke tik op mn billen volgt , ik voel gewoon jou handafdruk branden maar ik vind t heerlijk. Ik voel hoe je je eikel tegen mn kletsnatte kutje duuwt en langzaam o zo langzaam glij je bij me naar binnen. Ongeduldig probeer ik mezelf tegen je aan te duwen of mn heupen te kantelen maar een ferme "nee" gecombineerd met een tweede hardere tik op mn billen zorgt ervoor dat k me gedraag. Tergend langzaam duuw je je geile harde lul bij me naar binnen totaan je ballen waarbij je net mn baarmoederhals raakt met een tevreden zucht buig je je even over me heen en zoent me zachtjes in mn nek. Net zo langzaam haal je je kloppende pik uit mn natte kutje en dit herhaal je nog een paar keer totdat je geduld op is en je met een grom jezelf keihard bij me naar binnen werkt en me op een flink tempo begint te nemen. 1 hand in mn haar en 1 om mn keel het enige wat we horen ons gekreun en het gesop en slap slap slap van jou lichaam tegen t mijne. Het hele stil zijn vergeten kom ik luid kreunend met mn nagels in je arm nogmaals klaar terwijl jij me op de voet volgt en zelf ook nogal luidruchtig klaarkomt. Nog steeds hangend over die boomstam met jou warme lichaam over mn rug voel ik hoe je eindelijk mn blinddoek afdoet. "Lekker schat?" Vraag je me terwijl je een kus op mn oorlelletje drukt. "Hmm nix aan" antwoord ik met een glimlach in mn stem. Pets pets.. auw "nu heb ik zeker blauwe billen morgen" zeg k met een grijns op mn gezicht. "Eigen schuld bijdehandje" krijg ik terug terwijl je me overeind helpt. Na mn jurkje rechtgetrokken te hebben en mn bh van een tak te hebben gevist lopen wel (ik nog een beetje wankel) voldaan terug naar de auto. Als we onder t wandelen terugkijken lijkt t alsof we iemand zien staan tussen de bomen... maar ja t is donker en het kan net zo goed onze verbeelding zijn geweest.
8 notes · View notes
mariellemeijer · 5 years
Photo
Tumblr media
Als je altijd doet wat je deed, krijg je resultaten die je kreeg. Het is zo simpel en toch een waarheid die veel ondernemers over het hoofd zien. Want ondanks dat het niet lukt en de klanten wegblijven, blijven de meeste ondernemers doorploeteren met exact hetzelfde. Gaan ze nog meer van hetzelfde doen. Harder werken, waardoor de frustratie alleen maar groter wordt. Waarom ga je het niet compleet anders doen? In plaats van het harde werken gewoon eens een paar dagen vrij nemen. De boel de boel laten. Je werd ooit ondernemer, omdat je de vrijheid van het ondernemerschap zo aantrekkelijk vond. En nu zit je gevangen in je frustraties. Pak die vrijheid dan ook. Ga genieten, ga uit, laat je verwennen (liefst door je eigen partner), koop die mooie jurk, lees dat boek. Neem de tijd voor jezelf. Vul jezelf met liefdevolle energie. En daarna ga je bedenken hoe je wél die klanten kan krijgen. Ik hoor graag hoe dit voor je werkt. Groetjes Marielle https://ift.tt/2JHCx6G
1 note · View note
laurapraat · 3 years
Text
Moederdag
Moederdag….. Elk jaar komt het weer terug. En elk jaar krijg ik er een steeds grotere hekel aan. Hoe de relatie tussen mij en mijn partner tot stand is gekomen doet er nu even niet toe. Maar mijn partner was met moederdag voor zijn ex altijd echt een droom man leek het wel… Hij bakte met haar kinderen cupcakes en versierde die. Regelde een ontbijt, Ging met haar kinderen de stad in en zorgde ervoor dat ze lekker rook. En verwende haar met een lekker kopje thee ’s avonds op de bank. Het deed mij denken aan de momenten dat ik zelf als kind samen met mijn vader op moederdag de moeite nam om mijn moeder eens goed te verwennen.
Die eerste moederdag moest dan toch wel goed zitten toch ? Ik kreeg een ontbijtje op bed. En een leuk sieraden setje waar ik al weken over bezig was. Ik had die nacht amper geslapen, stonk naar een zure melk lucht die de kleine die nacht over me heen had geworpen, Toen hij eindelijk sliep was ik het compleet vergeten en snakte ik verschrikkelijk naar wat slaap. Nee niet echt de moederdag die je bij anderen op hun social media feed voorbij ziet schieten.
De tweede moederdag dan …. Die zou toch dan wel helemaal top zijn geweest toch ? Deze keer gingen partner en zoonlief voor een ring als cadeau. Die kreeg ik de avond van te voren alvast want hij moest werken. En Bram het cadeau laten bewaren was iets te risicovol… Bram propte op dat moment letterlijk alles in zijn mond…. Mijn. vader nam mij en Bram die middag gezellig mee de stad in.
Oke maar vorig jaar dan ? Dan moet het toch wel een perfecte moederdag zijn geweest toch ? Nee helaas niet …. Ik kreeg snel het cadeautje met een eigen gemaakte waardebon om een cadeau uit te zoeken, En een kop thee. Een uur later zat ik op de spoed wegens een baarmoeder ontsteking. En zo heb ik dus meerendeel van die dag in het ziekenhuis doorgebracht.
Oke en vandaag dan ?! Laat ik het er maar gewoon op houden dat mijn partner er gewoon enorm slecht in is…. Het eerste knutselwerkje van Bram bleek door zijn kleuterjuf zelf even snel in elkaar gezet te zijn. Ontbijt op bed moest nog snel gehaald en geregeld worden. waardoor ik tot 1 uur vanmiddag op de slaapkamer moest blijven. Bram propte snel het cadeau in mijn handen en was al weer druk met zijn lego bezig. En mijn partner zat al weer druk op zijn telefoon te tik tokken (dat platform met al die filmpjes waar voornamelijk in gedanst word).
Ik heb inmiddels dus de hoop maar opgegeven… Moederdag is hier in dit gezin gewoon een dag om gedoemd te zijn. Het lijkt werkelijk niks op de postes die anderen over moederdag doen.
Appjes van vriendinnen wimpel ik heel simpel af om maar niet te hoeven vertellen hoe waardeloos mijn dag was in vergelijking met die van hun. De foto’s van dure Rituals pakketen, Sieraden, ballonnen, bloemen, ontbijtjes op bed en prachtige knutselwerkjes open ik al niet meer.
Ik geniet de overige dagen wel gewoon van de vele knuffels en grappige uitspraken die Bram doet.
En volgend jaar ? Dan skip ik gewoon moederdag.
(disclaimer: Nee ik ben niet ondankbaar hoor. Voor mij is elke dag al moederdag. En nee mijn partner is niet elke dag zo hoor…. De overige dagen geniet ik enorm van hem en zijn stink sokken. Zijn was die hij overal neer gooit behalve IN de wasmand. En het ’s avonds samen even we time moment…. Uhm ik bedoel me time …. Meerendeel van de avond ligt hij binnen een half uur snurkend op de bank. Kortom een gemiddelde man dus.)
1 note · View note
jasvegh · 4 years
Text
Gerechtvaardigd door het geloof alleen
Overdenking over Romeinen 1:16-21 ter gelegenheid van de herdenking van de Kerkhervorming
 Op 31 oktober 1517 spijkerde Maarten Luther vijfennegentig stellingen aan op de deur van de slotkapel in Wittenberg, Duitsland. Hij maakte bezwaar tegen de praktijk van de aflaat: tegen betaling kon iemand kwijtschelding krijgen van de tijdelijke straffen, die de kerk hem of haar had opgelegd als boetedoening voor bepaalde zonden. Dit werd soms ook zo begrepen, dat men tegen betaling vergeving van zonden kreeg.
Maar niet alleen tegen de aflaat protesteerde Luther: ook tegen de verering van Maria en de heiligen, tegen de verwereldlijking van paus en priesters, tegen de rijkdom van de kerk en talloze andere misstanden. Het was hem een doorn in het oog, dat de Bijbel niet meer in het centrum stond. Het was hem een doorn in het oog, dat de kerk leerde, dat je door je goede werken zalig kon worden.
Luther zelf ook worstelde met het geloof. Hij was een diep denker. Hij stelde zich de vraag: “Hoe krijg ik een genadig God in de hemel? Is God mij genadig, omdat ik goede werken doe? Of schiet ik toch nog te kort?”
In het klooster dacht Luther diep na over deze dingen. Hij las en hij las. Hij las ook de Bijbel. Hij las ook de brief van Paulus aan de Romeinen. Hij las ook onze tekst van vanavond: Romeinen 1:17: “In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt”. Er ging Luther een licht op. Hij onderstreepte voor zichzelf de woorden “enkel en alleen wie gelooft”. Dus niet door mijn werken word ik zalig, dacht hij. Ik moet natuurlijk het goede doen. Ik moet God en mens dienen. Ik moet me houden aan Gods geboden. Maar ik ben een mens, een zondig mens. Ik heb fouten en dat moet ik erkennen. Maar gelukkig is God mij genadig. Hij neemt mij in genade aan als ik geloof.
Dit heeft Luther gevonden in de brief van Paulus. En hij las natuurlijk nog meer van Paulus. Hij las ook de context van die woorden: Paulus bedoelde: als ik geloof, dat Jezus Christus in mijn plaats gestorven is aan het kruis, word ik gerechtvaardigd. Dan spreekt God mij vrij, dan mag ik Hem recht in de ogen kijken.
Het volgende beeld gebruikt Paulus vaak: Wij zijn in de rechtbank. God is onze rechter en wij moeten ons voor Hem verantwoorden vanwege onze overtredingen. Hij zou ons moeten veroordelen, zelfs ons ter dood veroordelen, maar dat wil Hij niet. Hij wil, dat we leven. In het rechtsgeding tussen God en ons is er nog een derde. Hij treedt op als onze Advocaat. Het is Jezus Christus. Hij komt naar voren. Hij zegt tegen God de Rechter: “Spreek deze mens vrij. Want Ik heb al voor zijn schuld betaald, toen ik stierf aan het kruis. Ik deed dat in zijn plaats”. En wat doet God de rechter dan? Hij strijkt met zijn hand over zijn hart. Hij betoont Zich genadig. Hij spreekt ons vrij.
Wat gebeurt hier? Wij, zondaars, worden gered. Gered waarvan? Van de toorn van God. Nu is toorn een ouderwets woord. Het betekent zoveel als: woede, boosheid.
We kunnen ook zeggen: “We worden gereinigd door het bloed van Christus”. Talloze mogelijkheden zijn er om dit alles onder woorden te brengen. In onze liederen zingen we er vaak van. Het is me opgevallen, dat in de liederen in Kantika di Fe i Alabansa veel wordt gezongen over het bloed van Christus, dat reinigt van de zonde. We worden door Christus gered.” Mi ta salbá di pikánan dor di Hesu Kristu. E sanger di Hesu Kristu ta purifiká-nos di nos pikánan”.
We lezen in zijn Romeinenbrief, dat Paulus is geroepen om dit evangelie te brengen aan de volken. Hij schaamt zich niet voor dat evangelie. Wij hebben niet altijd de vrijmoedigheid te spreken over ons geloof. We voelen een zekere terughoudendheid. Paulus niet. Waarom niet? Hij weet, dat het in het evangelie gaat over redding. Het evangelie is als het ware een reddingsboei voor drenkelingen. “Het is een reddende kracht voor allen, die geloven”, zegt Paulus. En dan haalt hij een vers aan uit de profetie van Habakuk: “De rechtvaardige zal leven door geloof”. Ook Paulus onderstreept in gedachten de woorden “door geloof”. Hij bouwt voort op de woorden van de profeet. En dat heeft Luther begrepen.
Het maakte veel in Luther los. Hij had een tomeloze energie. Hij wilde de kerk van binnenuit hervormen. “Terug naar de Schriften”, was zijn motto. De Bijbel moet weer in het centrum staan van ons leven.
Dat geldt ook voor ons. We mogen leven met een opengeslagen Bijbel. We mogen leven vanuit Gods Woord, als gelovige, als kerk. Daarom zijn het geloofsgesprek en Bijbelstudie zo belangrijk. En dan ontdekken we, dat God een genadig God is. Hij roept ons en wij mogen komen. De weg is geopend door Jezus Christus. Door Hem mogen we in verbinding staan met de hemelse Vader. Door Hem mogen we leven!
0 notes
stefselfslagh · 4 years
Text
Stephan Vanfleteren: “Met dit boek leg ik mijn hoofd op het hakblok.”
Dit stuk verscheen op zaterdag 27 juni in Zeno, de weekendbijlage van De Morgen.
Tumblr media
In het compleet fotoloze Dagboek Van Een Fotograaf neemt Stephan Vanfleteren (50) ons mee op de lange wandelingen die hij tijdens de lockdown maakte. En stelt hij en passant zijn imago van melancholicus bij. "Onnozel doen, is een onderschat medicijn."
De huizen op de Appelmarkt in Veurne doen me denken aan de namaakhuizen die ik als tienjarige naast mijn speelgoedtrein stationeerde: dezelfde beigebruine bakstenen, dezelfde pittoreske looks. Zeker twee seconden lang verdenk ik de burgerwoonsten ervan om beschilderde neppanden te zijn. Gipsen fraudeurs. Spuitbetonnen bedriegers. Dan daalt de werkelijkheid weer in: zowat de hele Appelmarkt, inclusief het oude bankgebouw waarin Stephan Vanfleteren met zijn gezin woont, heeft de status van beschermd - en onvervalst -erfgoed. 
Amper een paar tellen nadat ik bij de Vanfleterens heb aangebeld, zwaait de deur al open. 'Welkom', zegt de heer des huizes, daarin galant bijgetreden door zijn hond Kosmos, die noch als een maniak aan mijn kruis snuffelt, noch als een malloot op mijn benen springt. Kosmos Vanfleteren is genoemd naar de al lang verdwenen, maar tussen Westende en Lombardsijde nog altijd legendarische Camping Cosmos. Punker Jan Bucquoy maakte er in 1986 een film over. Ik herinner me een caravan waarop de slogan 'Le cinéma est un anus artificiel' geschilderd was. Toen was anarchisme nog heel gewoon.
Terwijl Kosmos op zoek gaat naar een plaats waar hij vol overgave op de grond kan liggen, nemen Stephan Vanfleteren en ik plaats aan de lange tafel in zijn atelier. Voor ons ligt een met aantekeningen geretoucheerde drukproef van Dagboek Van Een Fotograaf, het boek waarin Vanfleteren voor het eerst beelden kneedt van woorden. Nog voor ik hem kan vragen waarom een fotograaf een boek zonder foto's maakt, vertelt hij me dat het allemaal de schuld is van uitgeverij De Bezige Bij. Francien Schuursma, uitgever bij De Bezige Bij, had hem twee jaar geleden al gevraagd om een boek te schrijven. En de lockdown, en de daarmee gepaard gaande windstilte in zijn agenda, bleek de uitgelezen periode - pun fully intended - om dat boek maar eens te schrijven. 
"Het is vreselijk ongepast om te zeggen, maar de coronacrisis kwam voor mij heel gelegen", zegt Stephan Vanfleteren. "Ik was voor Present, mijn overzichtsexpo in het FOMU, helemaal in het rood gegaan. Ik was een wrak. Maar dankzij de lockdown kreeg ik nieuwe zuurstof: elke dag maakte ik bij valavond lange wandelingen. In de duinen, de bossen, de polders en op het strand. Met mijn camera maakte ik foto's, met mijn iPhone notities: ik wou de onheilspellende sfeer van de lockdown vatten. Al gauw had ik tijdens mijn wandelingen heel wat notities verzameld. Toen wist ik: als ik dat boek nu niet schrijf, doe ik het nooit. De lockdown was een genereuze bron van inspiratie."
Twee maanden later heeft Stephan Vanfleteren niet één, maar twee nieuwe werkstukken aan zijn oeuvre toegevoegd: Corona Walks, een verzameling lockdownfoto's die bij wijze van fotografisch addendum aan de Present-expo is toegevoegd, en Dagboek Van Een Fotograaf, het words only-boek waarin hij ons post factum meeneemt op zijn coronawandelingen. Dagboek Van Een Fotograaf is, in weerwil van zijn wat zouteloze titel, een buitengewoon meeslepend boek. Honderdzestig pagina's lang promoveert Vanfleteren ons tot bevoorrechte getuigen van zijn fotografische zoektocht naar verstilling. En hij laat daarbij gul in hoofd en hart kijken: de occasionele overwegingen over sluitertijden en autofocusfuncties worden aangelengd met persoonlijke observaties en filosofische bespiegelingen. Waar coronawandelen al niet goed voor is.
"Ik ging ook voor de lockdown al wandelen", vertelt Vanfleteren. "Maar de coronacrisis heeft de wandelaar in mij veel alerter gemaakt. Temidden van de leegte en de stilte merkte ik méér op. Ik zag dat de winterstormen het strand hadden veranderd. Ik fantaseerde uitvergrote virussen in de kruinen van geknakte bomen. Dat onzichtbare virus deed mij helemaal anders kijken."
"In het begin van de lockdown dacht ik: 'Ik moet het desolate San Marcoplein in Venetië gaan fotograferen. Of het verlaten Times Square in New York.' Als fotograaf droom je er vaak van om een stad voor jou alleen te hebben. En nu kon dat plots. Maar ik geráákte niet tot in New York of Venetië, want ik mocht het land niet uit. En dus dacht ik: ik ga hiér goed rondkijken. Ik ga van de verlatenheid gebruik maken om het vertrouwde eens op een andere manier te observeren. 'Wat is dat eigenlijk, een zeegolf?' 'Wat zie ik écht als ik door mijn raam kijk?' Twintig jaar geleden zou ik met mijn camera naar de intensive care-afdelingen van de ziekenhuizen zijn gestormd. Zou ik het menselijk lijden achter de coronacijfers in beeld hebben willen brengen. Nu wou ik de crisis op een meer introspectieve manier benaderen."
Omdat introspectie zelden gebaat is bij glinsterend daglicht, ging Vanfleteren bij valavond wandelen. 'Het duister knijpt de keel van de dag dicht en ik graai nog het laatste licht uit de luchtpijp', schrijft hij in Dagboek Van Een Fotograaf. Is Stephan Vanfleteren een nachtdier? 
"Ik ben vooral dol op l'heure bleue: het moment waarop de dag in de nacht overgaat. De nakende duisternis doet de filosoof in mij ontwaken: ik krijg in het wazige schemerlicht andere inzichten dan in het harde daglicht. Plus: 's nachts ziet de wereld er totaal anders uit. Ik heb vossen gezien die onder het maanlicht in de branding van de zee aan het dartelen waren: die zijn er overdag niet. De ochtend is, met zijn nevel en mist, misschien wat fotogenieker dan de nacht. Maar ook veel minder mysterieus."
Bij gebrek aan collega-kuieraars ontwikkelde Stephan Vanfleteren al wandelend de illusie dat de wereld hem toebehoorde. 'Een boulevard van nat zand voor mij alleen', schrijft hij op 23 maart. 'De zee is deze avond van mij, mij, mij, mij!' "Ik heb de eenzaamheid tijdens mijn tochten niet als een last, maar als een cadeau ervaren. Omdat ik door niemand bekeken werd, kon ik me heel vrij gedragen. Het gebeurde dat ik rond een boom stapte, wegging, terugkeerde, even bleef staan en opnieuw rond die boom begon te slenteren. Gewoon omdat ik dacht: misschien moet ik die boom toch nog eens vanuit een andere invalshoek bekijken. Normaal gedrag is dat niet. Maar omdat er niemand in de buurt was, geneerde ik me nergens voor." (lacht) 
Is hij tijdens zijn solitaire expedities weleens bang geweest? "Vaak zelfs. En nog het meest van mezelf. De stilte en de eenzaamheid maakten mijn zintuigen hypergevoelig. Ik dacht soms dat de bomen naar mij keken in plaats van omgekeerd. (lacht) Vergeet ook niet: de leegte in de openbare ruimte maakt veel zichtbaar. Er waren wel weinig mensen op straat, maar ik heb toch regelmatig radeloze vluchtelingen zien rondzwerven. Of junks met ingevallen kaken. Ik waande me bij momenten in een zombiefilm."
Wanneer hij naar de vakantie-appartementen op de dijk keek, dacht hij niet aan toeristen, maar aan gevangenen. Zijn 'zwaarmoedig beeldende brein' vermengde de sombere realiteit van de lockdown met nóg donkerder gedachten. "Mijn brein geeft de werkelijkheid graag extra vitaminen. Andere mensen gebruiken daar drugs voor, ik doe dat uit mezelf. (lacht) Ik hou ervan om het moment nog te verhevigen. Om mezelf het gevoel te geven dat ik lééf. Ik ben geen Red Bull-gozer die op zoek is naar kortstondige kicks. Maar ik verlang wel naar intensiteit. Naar een diepere vorm van bewustzijn."
Op 21 mei ziet hij op het strand van De Panne een man in een pastelgroene bermudabroek. Een moonwalkende cycloop in lederhosen had hem niet méér uit zijn evenwicht kunnen brengen. "Ik was geschokt", zegt hij. "Ik was vergeten dat mannen met pastelgroene broeken uberhaupt bestáán. Het bermuda-moment was voor mij een kantelpunt: ik besefte dat het tijd was om met mijn coronawandelingen te stoppen. Het werd weer drukker, de zee was niet langer mijn monogame echtgenote, maar een hoer waar iederéén van mocht genieten. De verstilling die ik wou capteren, was verleden tijd.”
Ging dat besef gepaard met een accuut gevoel van droefheid? "Ja. Ik voelde toen al dat ik mijn dagelijkse wandelingen zou missen. Mochten we vandaag nog steeds in quarantaine zijn, ik zou er bij valavond nog altijd op uittrekken. Maar aan alles komt een einde. En zo hoort het ook. De lockdown was zo intens omdat hij tijdelijk was. "
Natacha Hofman, de echtgenote van Vanfleteren, zet twee borden zelfgemaakte ossobucco op tafel: mijn beloning omdat ik vanuit het woelige binnenland naar het verre Veurne ben gereden. Ik schenk mezelf een glas witte wijn in en vraag mijn gastheer of hij er ook één wil. "Nee, dank je", zegt hij. "Ik ga nog een gin-tonic drinken. Als het over drank gaat, ben ik een hokjesdenker." (glimlacht)
Op professioneel gebied redeneert Vanfleteren minder strak in compartimenten: de fotograaf in hem begon al vroeg in zijn carrière ook te schrijven. In een interview met deze krant verklaarde hij dat als volgt. "Ik had een fotorubriek in de weekendbijlage van De Morgen en daar schreef een journalist dan een tekstje bij. Vreselijk vond ik dat. Alleen ík ken het verhaal en het gevoel dat achter mijn beelden schuilgaat. Dus schreef ik die teksten liever zelf. Zo begon ik korte, poëtische stukjes te maken. Over Parijs-Roubaix, een ode aan de kassei, dat soort dingen.”
Tot voor kort werden zijn teksten geëscorteerd door zijn foto's. Dat is in Dagboek Van een Fotograaf voor het eerst anders. Ik vraag waarom zijn woorden er dit keer alleen op uit mogen trekken. "Ik vond het maken van een boek zonder foto's een mooie manier om mezelf te provoceren. Om nog eens een gevecht met mezelf uit te lokken. De tweede zin van mijn dagboek - 'Duizenden foto's, maar geen enkele in dit boek' - woonde al een hele tijd in mijn hoofd." 
"Wat mij over de streep heeft getrokken om dit boek te schrijven, is de wetenschap dat het 'maar' om een dagboek ging. Dat verloste me van de gedachte: 'Oei, ik moet literatuur bedrijven.' Voor een dagboek heb je noch een structuur, noch een plot nodig: je verhaal wordt gestut door een begindatum en een einddatum. En daartussenin kan je heel wat kwijt: observaties, overpeinzingen, citaten, dialogen, weetjes, noem maar op. Dat gaf me de kans om het beeld dat mensen van me hebben - de melancholische man die mijmerend door de branding wandelt - enigszins bij te stellen. Ik ben namelijk ook een danser. En een zwanzer. En een kritische geest. En een onnozelaar. 'Vanavond naar de hoeren!', schreef ik in mijn dagboek toen ik mijn galeriehouder in de Antwerpse prostitutiebuurt zou gaan bezoeken. Aan het schrijven van die zin beleefde ik een haast puberaal plezier. Onnozel doen, is een onderschat medicijn."
"Ik vond het prettig dat ik mezelf in dit boek eens in al mijn facetten kon tonen. Mochten mensen in mij alleen maar een estheet zien, zou ik dat een reductie van mezelf vinden."
In het voorwoord van zijn dagboek noteert hij: 'Schoenmaker, blijf bij uw leest: het is een wijsheid.' Om te vervolgen met: 'Kijk niet naar mijn schoenen. Kijk niet naar mijn voeten. Lees mijn voetafdrukken.' Een verbale dam tegen opmerkingen à la 'Och kijk, Vanfleteren denkt dat hij een schrijver is'? "Zoiets, ja. Ik betreed een ander speelveld en dat maakt mij kwetsbaar. Sterker nog: met dit boek leg ik mijn hoofd op het hakblok. Het volstaat dat één recensent een zinnetje uit mijn boek ridiculiseert om de indruk te wekken dat ik er niks van bak. En dan zal er voor mij niks anders opzitten dan mijn gekrenkte ziel in lijdzaamheid te bezitten." (lacht) 
"Maar ik wil niet vals bescheiden zijn. Ik ben een fotograaf die de taal altíjd al heeft bemind. En ik mag dan wel een dyslecticus zijn, ik heb in mijn leven al teksten geschreven die voor anderen iets betekend hebben. Ik kan met woorden wel degelijk een wereld oproepen. Beweren dat ik helemaal níks heb met schrijven en toch een boek uitbrengen: dát zou pas pretentieus zijn."
"Los daarvan: mocht je me veertig jaar geleden gezegd hebben dat ik ooit nog een boek zou schrijven, dan had ik eens goed gelachen. Als tiener smeet ik mijn boeken uit pure dyslectische frustratie tegen de muur." (lacht) 
Ik blader door Dagboek Van Een Fotograaf en bewierook de zin: 'Iedere zeegolf is een pièce unique van vluchtigheid: maritieme Snapchat.' Hij neemt mijn compliment haast verontschuldigend in ontvangst. "Maritieme Snapchat: sommige mensen zullen dat qua beeldspraak overdreven vinden. Maar ik ben nu eenmaal geen zuinige schrijver. Ik schrijf graag beeldend, ik hang krulletjes aan mijn zinnen."
Wanneer ik vraag of hij even hard nadenkt over het juiste adjectief als over de juiste lichtinval, stelt hij me een onverwachte wedervraag: 'Wat is een adjectief?' Ik antwoord dat 'adjectief' een synoniem is voor 'bijvoeglijk naamwoord'. Hij kijkt me grijnzend aan en zegt dat hij het op zijn heupen krijgt van grammaticale begrippen. "Op school waren de lessen zinsontleding voor mij een pure marteling. Werkwoorden en lidwoorden: tot daar was ik mee. Maar zodra het over bijvoeglijke naamwoorden of bezittelijke voornaamwoorden ging, was ik compleet verloren. Die woorden geven me tot op de dag van vandaag een gevoel van machteloosheid."
Ik herformuleer mijn vraag: denkt hij even hard na over het juiste woord als over de juiste lichtinval? "Het is anders. Naar woorden kan je zoeken. Naar de lichtinval moet je je schikken: je kan de manier waarop het licht valt maar in beperkte mate manipuleren. Daarom zijn fotografen ook zo'n wendbare mensen: ze zijn het gewoon om zich aan te passen aan de omstandigheden. Journalisten blinken daar ook in uit, vermoed ik." Zolang de omstandigheden maar niet de vorm aannemen van vervroegde deadlines, denk ik, maar ik besluit om van mijn professionele schrikbeelden geen gespreksonderwerp te maken.
Wél lees ik ongevraagd een fragment voor uit Dagboek Van Een Fotograaf: 'Heerlijk toch, een boek zonder beeld. Ik kan je alles wijsmaken. In tegenstelling tot wat er voor mijn lens gebeurt, moet ik hier ‘maar’ letters op mijn klavier aanraken, die met een beetje geluk woorden worden en tot zinnen aanzwellen om uiteindelijk als beeld te landen in het hoofd van wie ze leest. Een schrijver is God, een fotograaf Jezus. De ene zit op zijn wolk, de andere maakt zijn schoenen vuil.' Voelde Stephan Vanfleteren als schrijver een vrijheid die hij als fotograaf niét heeft? 
"Zeker. Al heb ik de lezers niks wijsgemaakt. Ik heb alleen maar stilgestaan bij de mogelijkheid dat ik dat had kúnnen doen. Een schrijver mág liegen. Hij moet er alleen voor zorgen dat hij zijn lezers meekrijgt. Een fotograaf daarentegen is gebonden aan een realiteit. Maar ook die kan veel moois te bieden hebben. Zeker als je goed kijkt."
Is het voor een fotograaf moeilijk om te aanvaarden dat beelden die met woorden geboetseerd zijn, vervormd worden door de verbeelding van de lezer? "Ja, maar dat gebeurt ook met foto's. Op één van mijn coronafoto's toon ik een rimpeling in het zeewater. Twee mensen die onlangs hun pasgeboren kindje hebben verloren, lieten me weten dat ze in dat beeld een metafoor zagen voor het leven dat hen was ontglipt. Dat had ik zelf nog nooit in mijn foto gezien. Maar ik was diep ontroerd door wat die mensen schreven."
Eind vorig jaar liet hij in deze krant optekenen: 'Mijn werk wordt steeds trager en serener.' Met de foto's die hij tijdens zijn coronawandelingen maakte, gaat hij nog een paar non-figuratieve stappen verder. Sommige beelden zijn bijna abstract. "Mijn visuele onthechting neemt steeds drastischer vormen aan, ja. (lacht) Ik denk dat dat komt omdat ik al een zekere geloofwaardigheid heb opgebouwd. Ik kan het me permitteren om een onscherpe foto te maken, dat is in mijn geval geen effectbejag. John Cage heeft ooit een song gemaakt - 4'33" - waarin hij gedurende vier minuten en drieëndertig seconden alleen maar stilte laat horen. Mocht een zeventienjarige beginner dat doen, zou dat flauw zijn. Maar bij John Cage is het een statement. Omdat je weet dat die man tijdens vier minuten en drieëndertig seconden práchtige muziek uit zijn vingers zou kunnen toveren. Als hij dan toch zegt: 'Laten we luisteren naar de geluiden rondom ons', betékent dat iets."
We vervangen de gin-tonic door water en geven het woord tijdelijk aan de stilte. Kosmos komt om aandacht bedelen. Hij brengt zijn kop binnen streelafstand en knijpt zijn ogen dicht van contentement wanneer de handen van zijn baasje in zijn pels graaien. 
In Dagboek Van Een Fotograaf krijgt Kosmos een paar mooie cameo's. Maar ook de andere gezinsleden van Stephan Vanfleteren spelen verdienstelijke bijrollen. Op een lente-avond trekken ze met z'n vijven naar de duinen om pizza's te eten en wijn te drinken. De kinderen dollen in het zand en laten scheten op elkaar. Vanfleteren bespringt zijn vrouw en doet hij alsof hij met haar ter plekke een vierde kind gaat maken. De fotografische balans van de avond: 0 duinfoto's, 64 familiefoto’s en één lege pizzadoos. 
"De lockdown was ook in familiaal opzicht een bijzondere periode", zegt hij. "Mijn kinderen waren bij wijze van uitzondering - en ongetwijfeld ook voor de laatste keer - nog eens alledrie thuis. Mijn zoon studeert al een paar jaar in Rotterdam, mijn tweelingdochters verlaten volgend jaar het nest. Dat we door de omstandigheden nog eens een lange periode met z'n allen thuis waren, maakte de quarantaine nog specialer dan ze al was."
Zijn gezin heeft het de voorbije decennia vaak zónder hem moeten stellen: Vanfleteren verzamelt douanestempels alsof het Delhaizepunten zijn. Mocht covid-19 de wereld geen Zlatan Ibrahimovic-schop onder de kont hebben gegeven, was hij ook dit voorjaar naar Italië en Irak getrokken. Is niet meer kunnen reizen een beetje als doodgaan zonder reden, zoals reisauteur Jan Brokken in De Standaard schreef? 
"Goh. Ik vind het fantastisch om in Namibië een woestijnolifant te fotograferen. Maar ik geniet er ook van om in de Noordzee foto's van de golven te maken. Dus om nu te betreuren dat we niet langer zomaar op een vliegtuig kunnen springen? Nee. Ten eerste is het een luxeprobleem: veel mensen kunnen een vliegticket niet eens betálen. En ten tweede kan de wereld het ook niet meer aan dat gepriviligieerden zoals wij zo vaak het vliegtuig nemen. Naar Kopenhagen vliegen omdat je in restaurant Noma wil gaan eten: dat kan niet meer, vind ik. Als je dat niet inziet, heb je een probleem." 
"Als mijn bestemming minder dan 1.400 km ver is, neem ik voortaan de auto. Dat is ook vervuilend, maar toch minder. En met de auto reizen, kan fantastisch zijn. Ik ben ooit met een kameraad naar Dakar gereden. Ik heb van die rit meer genoten dan van alle vliegtuigreizen die ik ooit gemaakt heb."
"We leven in een nieuwe wereld en daar moeten we ons naar schikken. We kunnen ook niet meer op café gaan zoals we dat vroeger deden. Maar als dat ons helpt om te overleven, dan moet het maar. Voor veel mensen is niet langer zorgeloos op café kunnen gaan trouwens veel erger dan niet langer onbekommerd kunnen vliegen. Ik ben geneigd om hen daarin gelijk te geven." (lacht)
We hebben meer dan drie uur gepraat, de nacht staat klaar om de dag af te lossen. We drinken nog een koffie en nemen contactloos, maar niet gevoelloos afscheid. Buiten kleurt het schemerlicht de Appelmarkt in epische blauwtinten. Een midzomernacht is niet alleen in Stockholm oogverblindend.
De volgende dag krijg ik een sms-je: 'Heb je op de terugweg genoten van de avondmist ter hoogte van Jabbeke?' Ik antwoord naar waarheid dat ik bijna was uitgestapt om in mijn eentje door de polders te gaan zwerven. 
0 notes
sneltoets · 7 years
Text
Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg.
130 notes · View notes
inekevermeulen · 4 years
Text
Oeps
De afgelopen weken waren speciaal, dat is het minste wat je kan zeggen, ik heb het ervaren als een emotionele rollercoaster. De éne dag kon ik enkel het negatieve zien; thuiswerken met twee kleuters, geen sociaal contact en dan ook nog eens niets op tv. Andere dagen was ik positiever en dacht ik aan de rush waarin we normaal leven en wat een fantastische opportuniteit het wel niet was dat we nu zoveel tijd met de kinderen konden doorbrengen. Iedereen in dit huis is superblij dat woensdag de school opnieuw opent! Want al die tijd spenderen met de kids, dat was heus niet altijd genieten.
Dochterlief is geobsedeerd door kleding en schoenen. Dagelijks trekt ze verschillende outfits aan, wanneer we bij de nichtjes gaan spelen, heeft ze binnen het kwartier alle schoenen uitgehaald en een kleedje uit de kast van haar beste vriendin aangetrokken. Ze heeft vier paar sandalen, vier, persoonlijk vind ik dat voldoende om de zomer door te komen, maar neen, ze wil er nog. De eerste vragen van de dag zijn steevast; ‘Krijg ik vandaag nieuwe sandalen? Ga je die nu bestellen? Mag ik er nu kiezen op je computer?’, en dit allemaal voordat ik koffie heb gehad. Vorige week was er één paar sandalen spoorloos, dagen heb ik lopen zoeken, zij had geen enkel idee waar ze zouden kunnen zijn. Na een paar dagen vond zoonlief de sandalen, ergens weggemoffeld in een kast. Bleek dat ze die daar had verstopt, zodat ze nieuwe zou krijgen. Zo ver gaat het. Gisteren was ze boos op haar papa, ze dreigde met het ergste: ‘Straks maak ik al jouw kleren kapot’.
Ondertussen weet zoonlief wat hij later wil worden; YouTuber. Hij is, net zoals zijn papa natuurlijk, een gamer. Elke woensdag en in het weekend mag hij eventjes gamen, dat zijn echt hoogdagen voor hem. Terwijl dochterlief filmpjes van Peppa Pig bekijkt op de tablet, bekijkt hij er van Youtubers die aan het gamen zijn en daarbij vertellen wat ze doen. Hij denkt nu zelfs dat het zo hoort, tijdens het gamen, is hij ook verteller. Mijn vijfjarige praat nu dus als een Hollandse gamer. ‘Hey mama, wat doet die gozer daar? Da’s easy, Ow, dat is echt naar, Mama, wil je dat ik die ff capture?,…’ Ja, hij klinkt echt stoer, maar eigenlijk is hij ons gevoelig zieltje. Hij is heel verantwoordelijk en wil graag het juiste doen. Hij is ook altijd enthousiast, vindt alles leuk en smult steeds van alles wat je hem voorschotelt. Hij kan heel erg aangedaan zijn wanneer je hem nog maar een kleine, onschuldige opmerking geeft. Zo zei hij een keertje toen ik thuis aan het werken was en hij dus even moest wachten om iets te vertellen: ‘Misschien moest je maar beter geen kindjes hebben gehad, die zijn toch alleen maar vervelend’. Mijn hart brak.
Ook ik heb me regelmatig tot YouTube gewend tijdens de lockdown. Wist je dat je daar zo goed als alles van kan leren? Ik leerde behangen (mijn keuken ziet er zo goed als nieuw uit) YouTube toonde me hoe ik bij mezelf een frou kon knippen. Ik speelde ook kapster voor dochterlief, zoonlief, manlief en zelfs mijn zus kreeg een nieuwe coupe.
Maar toen werd ik te zelfverzekerd. Ik had in het begin van de quarantaine de haren van zoonlief en manlief wel wat bijgeknipt, maar dacht dat het toch nog mooier kon. Als ik nu gewoon met de tondeuse het aan de zijkanten kort deed en bovenop wat langer. Ja, dat was het plan, YouTube had me alles laten zien, ik was er klaar voor. Ik ging eerst zoonlief onder handen nemen, daarna was manlief aan de beurt.
Ik begon met de tondeuse op 7mm, niet te kort beginnen, dacht ik. Ik bleef maar over de haren gaan, maar er gebeurde precies niets. Ik haalde het bovenstukje er even af om het machientje proper te maken, ik zette het er terug op, maar het zat niet goed vast, dacht ik. Ik duwde het stevig aan en begon domweg vooraan zijn hoofd, zzzzzzzzzzz, alles weg!! Nog 2mm was over, uiteraard geen weg terug meer, nu moest alles zo kort. En net nu hij weer naar school mag. Ik kon wel huilen, nog steeds eigenlijk, heb er niet van geslapen vannacht, het moment dat die eerste streep haar verdween, bleef zich maar herhalen.
Mijn lieve, lieve zoon ziet er nu dus uit als een boeddhistische monnik, je ziet de vorm van zijn schedel, de zon reflecteert op zijn hoofdje.
Omdat hij zo gevoelig is, heb ik mijn paniekske niet laten merken, natuurlijk. We vertellen hem dat hij er super uitziet, zo’n lekker fris kopje voor de zomer. Hij fluisterde me daarstraks toe dat hij het toch liever ietsje langer had gehouden. ‘Het is een beetje mislukt hé, mama?’.
Alsjeblieft, als je mijn zoon ziet lopen, vraag hem niet naar zijn nieuw kapsel of zeg hem dat het er super uitziet! Laat hem niet lijden voor mama’s fouten!
Het spreekt uiteraard voor zich dat ik daarna het haar van manlief niet meer mocht aanraken.
0 notes
prozeersels · 7 years
Text
Getuigenissen
I.
“We hebben echt heel erg lang gepraat, die middag. Ik kan me niet herinneren dat we ooit zo lang hebben gepraat.” Hij is de eerste die ik ben tegengekomen, hij is geen onbekende voor me. Hij haalt zijn hand even door zijn haar, kijkt naar een punt achter de camera, achter mij. “Misschien was het omdat hij zoveel kalmer leek. Met hem afspreken was altijd vermoeiend. Soms bleef hij praten, andere keren kreeg je er niets uit. Hij kon zo cynisch en grimmig zijn, zo donker. Ik had altijd even tijd nodig om van hem te herstellen. Dat klinkt akelig, toch?” Hij kijkt vragend naar mij. Ik spoel een stukje door. Ik hoef mijn eigen stem niet te horen, ik weet toch wat ik zeg.
“Nou ja, we hebben het echt over alles gehad. Over de reizen die hij wilde maken, over verhuizen, over de boeken die we lazen, over dingen die we hadden meegemaakt de afgelopen maanden. Halverwege viel het me op dat de donkere kringen onder zijn ogen minder leken, toen hadden we het ineens over zijn nieuwe slaappatroon en hoe hij dacht dat het kwam doordat hij geen vlees meer at. Daar had hij op zijn telefoon zelfs een paar wetenschappelijke artikelen voor opgezocht.” Hij schudt zijn hoofd. Hij kijkt niet vaak in de lens, zijn blik dwaalt rond door zijn eigen huis, blijft nu en dan op mij rusten maar oogcontact met de camera vindt nauwelijks plaats. “Ik heb die dag echt honderden keren opnieuw beleefd. Elke keer bedenk ik weer nieuwe dingen die een hint kunnen zijn. Ik denk dat je wel weet wat ik bedoel.” Ik weet dat ik op dat moment even slik, een paar keer met mijn ogen knipper. Zijn blik is bezorgd, hij buigt zich iets naar me toe. Opnieuw spoel ik door, tot hij weer achterover leunt en de zorg van zijn gezicht verdwijnt.
“Ik denk niet dat er echt dingen zijn waaraan ik het heb kunnen zien. Misschien het afscheid, toen ik met hem meeliep naar de poortjes. Hij met zijn ov-kaart al in zijn hand, iets nerveuzer dan daarnet. Hij keek niet eens op de borden, liep gewoon naar de poortjes toe. Een meter ervandaan draaide hij zich om, namen we afscheid met een omhelzing. Hij zei nog dat ik goed op mezelf moest letten, gaf me zo’n half glimlachje en toen was hij weg, richting een trein.”
Hij zucht diep. Zijn laatste woorden heeft hij traag uitgesproken, op zijn gezicht denk ik de inspanning van het herinneren te kunnen zien. “Weet je waar ik echt lang mee zat? Echt maanden lang? Dat ik dacht dat we het soort vriendschap hadden waarin hij zich veilig genoeg voelde om zich niet meer te sluiten, en dat ik dat blijkbaar verkeerd had gezien.” Hij bijt op zijn onderlip, kijkt uit het raam. Ik stop het afspelen. Twee seconden later vraagt hij of we kunnen stoppen.
II.
“Hij wilde weer gaan studeren, wist je dat?” Ze schatert het uit, klapt in haar handen van plezier. “Echt, ik wist niet wat ik hoorde. Hij had al zes jaar geen collegezaal meer van binnen gezien, had geen idee hoe een studie voltooien in zijn werk ging maar hij was het echt van plan. Hij wist nog niet wat maar hij had foldertjes van de universiteiten op zijn bureau liggen en had zich aangemeld voor open dagen. Het kwam zo uit het niets, allemaal, hij leek tevreden met hoe zijn werk ging, hoeveel vrijheid hij wist te vinden tussen de onregelmatige diensten door. Ik dacht dat hij dat nog wel even zou blijven doen.” Haar glimlach is aanstekelijk, zelfs nu ik niet meer met haar in dezelfde ruimte ben. Het is niet moeilijk om te vinden wat hij aan het oppervlak in haar zag. Ze praat eenvoudig, schuwt de camera nauwelijks en straalt een vurige energie uit. Het is aantrekkelijk, ik vraag me af hoe ze onder het oppervlakte is, wat hij nog meer heeft gezien.
“Hij was zo’n vreemde combinatie van breekbaar en sterk, weet je wat ik bedoel? In het begin kon hij geen stiltes tussen ons laten hangen, daar werd hij onrustig van. Telkens als we even niets te zeggen hadden liet hij vallen dat ik mooi was, of leuk, of bijzonder. Ik werd er op een gegeven moment zelf onrustig van, ik had het gevoel dat ik niet genoeg bood tegenover die eindeloze uitingen van affectie. Het duurde even voordat dat afnam, voordat hij rustiger werd maar hij kon af en toe nog steeds doordraaien, in zichzelf keren en overal spoken zien. Hij zei vaak dat hij dacht dat hij niet goed genoeg voor me was, dat ik beter kon vinden. Ik zei dan altijd dat het me erom ging of hij goed genoeg wilde zijn en ik kon zien dat hij dat wilde.” Een kleine lach krult om haar lippen, anders dan haar glimlach. Ze knijpt haar ogen een beetje samen. “ Er was zoveel wat ik aan hem waardeerde. Zijn stem als hij zong, hoe gedreven hij kon zijn wanneer hij iets wilde creëren, zijn nieuwsgierigheid, hoe hij me aan kon raken. Er waren zoveel details waar ik van genoot, zoveel minuscule kenmerken waarmee hij me kon prikkelen. Als hij merkte dat ik me niet goed voelde, leek hij altijd te weten wat hij moest doen of zeggen. Misschien de laatste paar weken wat minder maar volgens mij dachten we allebei dat dat wel weer in evenwicht zou raken.”
Ze zucht diep. Peinst enkele momenten. Ze legt de nagel van haar duim tegen haar bovenlip en wrijft een paar keer heen en weer, dan merkt ze haar beweging op en stopt ze abrupt, een kleine blos kleurt haar wangen. “Na hem is er niemand anders meer geweest. Ik weet niet of dat ligt aan wie ik ben of aan wie hij was. Misschien omdat het nog steeds pijn doet, de manier waarop hij zichzelf uit mijn leven wiste, de manier waarop hij toegaf aan die spoken in zijn hoofd. Ik heb nog zoveel vragen voor hem, zoveel dingen die ik wil weten en ik krijg de antwoorden niet.” Haar stem is op een breekpunt gekomen, ze kijkt recht in de camera. “Weet je hoe dat voelt?”
III.
Ik stop met het doorspoelen van de opname op het punt waarop ik mijn hand door mijn haar haal. Ik vind het moeilijk om mezelf te zien zitten, mijn wallen lijken dan ik ze in de spiegel kan meten en mijn haar is warrig en onverzorgd. Ik heb het begin van de opname vaak genoeg gezien, ik weet precies wat ik zeg, op welke manier ik mijn zinnen vorm en de woorden weeg. Dit deel heb ik nog niet teruggekeken. Op het beeld leg ik mijn handen op tafel. “In zijn kamer vond ik een stapel notitieboekjes. Ze lagen in de la onder het bed. Ik was net even alleen, papa was de aanhangwagen oppikken en mama was in gesprek met de buurjongen. Ik heb ze in mijn rugzak gestopt, niets gezegd. Ik denk niet dat hij had gewild dat het in verkeerde handen kwam, ik wist niet eens of mijn handen wel de juiste waren.” Ik kijk naar mijn handen. Het is een ondoordachte beweging, intentieloos. Het voelt gemaakt, geveinsd. Ik maak een aantekening om er een kleine fade-out in te monteren. Ondertussen praat ik verder.
“Er was een jongen, op het station. Hij leek op hem. Niet echt, natuurlijk, maar ik dacht even dat hij op hem leek. Toen ik thuiskwam, heb ik een boekje opengeslagen. Eerst vluchtig gebladerd, later begon ik te lezen, te kijken. Ik wist niet dat hij was begonnen met tekenen, hij heeft het me nooit verteld. Ik kon ineens zien op welke manier hij naar zijn eigen leven keek, wat hij wilde vastleggen. Eerst slordig en gehaast, later met steeds meer details, steeds meer aanhechtingen om zich aan vast te knopen. Alsof hij zich met die tekeningen wilde verankeren aan iets wat uit zijn vingers leek te glippen.” Ik haal diep adem.
“En tussen alle schetsen door die eindeloze hoeveelheden tekst. Hoe vaak heeft hij gekeken naar zijn eigen beslissingen en keuzes? Volgens mij heeft aan aan alles wat hij de laatste vijf maanden deed wel enkele regels gewijd. Alles werd aan alle kanten bekeken, doorgelicht, van evaluatie en lering voorzien. Overal die twijfel, het streven naar verbetering, het zichzelf opjagen. Ik heb soms dagen niet kunnen lezen omdat hij zichzelf zo weinig gunde, omdat dat zo confronterend was met de manier waarop ik hem had zien struikelen, de laatste jaren.
Ik lach kort. Het klinkt schamper, een beetje spottend. Het is alsof ik hem hoor. “Op één van de laatste bladzijden schrijft hij: ‘mensen die nergens over praten sleuren je regelrecht het donker in’. Ik weet nog steeds niet of hij het daar over zichzelf heeft of over iemand die hem het donker in wist te sleuren en er is zoveel wat ik nog niet weet. Er missen delen, lijkt het. Hij heeft om bepaalde dingen heen geschreven, personen tussen de regels gelaten maar nooit een uitgedrukte passage gegund. Hij schrijft vaak over zichzelf terugtrekken, verdwijnen en vrede vinden, niet over de dood. De laatste bladzijden lezen niet als een afscheid of breekpunt, hij laat geen paniek zien. Ik begrijp door wat hij achterliet nog minder dan ik van de leegte begreep.”
Ik pauzeer de opname, spring twee minuten verder, naar de laatste shots. “Op de allerlaatste bladzijde van het half-beschreven boekje staat alleen het woord ‘vrede’, in stift. Dikke zwarte letters. Ik weet niet of hij het als laatste schreef of vroeg zodat hij er ooit weer op zou stuiten, maar ik hoop dat hij het voelde toen hij het schreef.” Mijn blik verandert, glijdt door de kamer, langs muren die zijn gevuld met onze schoolfoto’s, onze verjaardagen, onze ontwikkeling. Ik slik iets weg, kijk de camera in. “Ik hoop dat je vrede hebt gevoeld.”
8 notes · View notes
mischafaalhaas · 4 years
Text
Vrijdag 20 maart, dag 5.
"Wat rustig op straat. Ik zie weinig auto´s. Ben jij met de brommert?" - Bewoner Jan (i.v.m. privacy zijn de namen veranderd)
Vandaag was ik vrij, maar in het kader van iets te doen te hebben viel ik een paar uurtjes in voor een zieke collega, eigenlijk puur eigenbelang. Op de werkvloer was het stil, de sluiting van de verpleeghuizen heeft direct effect. Het scheelt dat onze afdeling op de begane grond aan een tuin grenst; het hek van anderhalve meter hoog met de heg zorgt ook wel voor de anderhalve meter afstand. Over het hek worden dingen uitgewisseld zoals vuile en schone was, lekkernijen voor de bewoners van familieleden, en een meisje kwam met haar ouders een zakje met geschilderde steentjes met steunbetuigingen voor de bewoners brengen. De bewoners beginnen door te krijgen dat er iets aan de hand is, worden licht onrustig, maar kunnen niet meer bevatten wát dan exact. Het resulteert in opmerkingen zoals die waar ik dit stuk mee begon. De verzorging is open en eerlijk over de situatie, maar het blijft bij de bewoners niet meer hangen. De situatie is al lastig genoeg te bevatten voor hen die helder zijn van geest, laat staan voor hen die in het moment leven.
Dan is er nog de toespraak van Koning Willem-Alexander. Feitelijk vertelde hij niets nieuws, ik vermoed dat de toespraak slechts bedoeld was om beginnende onrust om de vraag "Waarom horen we niets van de Koning?" de kop in te drukken. Ik heb eigenlijk vrij weinig op te merken op die toespraak.
Inmiddels begin ik ook te merken dat ik begin te wennen aan wat er aan de hand is. Ik begin te wennen aan een nieuw dagritme, en de realisatie dat ik maandenlang écht te veel hooi op m'n vork had begint in te dalen. Ik vermoed niet alleen bij mij; ik heb het idee dat mensen inderdaad aan het ontspannen en helen zijn. Nieuwskanalen lijken minder te ontploffen, inmiddels heeft iedereen wel gehamsterd en het 'nieuwe' lijkt er af te zijn. C*rona begint 'normaal´ te worden, en mensen beginnen door de rust weer wat meer in contact met zichzelf en de ander te komen. Ik hoor onze bovenburen meer lachen dan ooit, en eerlijk is eerlijk, de relatie tussen m'n vriendin en mij heeft ook een flinke oppepper gekregen. We hebben al een aantal dagen samen kunnen avondeten, ons huis is nog nooit zo opgeruimd en schoon geweest, en jeetje, ik begin de rust te krijgen om daadwerkelijk een film te kijken zonder er iets onder te moeten doen, en de film meer te zien in plaats van horen.
Ik merk dat ik door de rust anders tegen dingen aan begin te kijken; als de conventionele manieren van zijn weg vallen, wat doe je dan? Je gaat op zoek naar onconventionele manieren van zijn. Dingen en manieren waar je eerst nooit over na dacht, maar uiteindelijk misschien nog wel beter werken dan de conventionele manieren, maar je nooit aan begonnen bent wegens verschillende redenen. Niet de onzekerheid aan durven of willen, niet de energie, de tijd of de mogelijkheden. Belemmerende verantwoordelijkheden, of simpelweg omdat het niet nodig leek, als de conventionele manieren van zijn voor je werkten. Als je doet wat je altijd deed krijg je wat je altijd kreeg. Voor de creatieven van geest is het een gouden tijd, binnen een oogwenk stond de wereld volledig op z'n kop. Neem nou de economie; volledig aan gort. Als geld verdienen (tijdelijk) stopt, maar je het aan andere dingen dan boodschappen en vaste lasten ook niet echt kan uitgeven, wat doet dat dan met je perspectief? Hoe en naar wat verschuift het, en is dat niet iets interessants om te gaan onderzoeken? Baat het niet dan schaad het niet, althans, niet nu. Ik kijk uit naar de toekomst; maar voor nu heb ik een puzzel gekocht. Niet alleen voor creatievelingen, maar ook voor webwinkels in legpuzzels schijnen het gouden tijden te zijn.
0 notes
angelsuenos · 4 years
Text
Lieve ......,
Vandaag 23 februari schrijf ik mijn zoveelste brief aan jou. Hopelijk is dit wel mijn laatste. Ik zal hem nooit versturen, dat weet ik, maar misschien helpt het wel om ons inmiddels afgesloten hoofdstuk, voor mezelf ook echt af te sluiten.
Ik hield van je, vroeger, nu, en naar verwachting zal ik dat altijd blijven doen. Toch is het sprookje waarvan we beide deden dromen nooit werkelijkheid geworden. We waren bang. Allebei en altijd. Bang om hetgeen waar we van hielden kwijt te raken. Zo bang dat wij onze keuzes door angst lieten bepalen. Weglopen voordat de ander wegloopt. Het leek de beste oplossing. Vele psychiaters en therapeutes, hebben er prachtige woorden voor. 
Verlatings-angst. Bindings-angst. 
Mogelijke oorzaken daarvan kunnen zijn: mishandeling, verwaarlozing, onveilige hechting in de kindertijd, traumatische breuk in het verleden.En zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik denk dat wij beiden een bingokaart vol hebben, en ja we hebben dan ook de hoofdprijs gewonnen. Verlatingsangst, bindingsangst en CPTSS, all inclusief. Met alle gevolgen van dien. 
Op sommige momenten beseffen wij heel goed wat we doen, en waarom we het doen, en vooral waarom we het juist niet moeten doen. Maar ja, dat is makkelijker gezegd dan gedaan. 
Jaren terug liep ik voor je weg. Omdat ik van je hield. Verlatings-angst. Bindings-angst. Wijze lessen van vroeger -Alles waar je van houdt raak je kwijt.- bepaalde mijn keuzes. Angst overheerste. Ik kon het niet. Ik had de moed niet, om er tegen te vechten. Ik delete je volledig uit mijn leven, en uit mijn hoofd. Deed er alles aan om je maar te kunnen vergeten. De meeste dingen hielpen maar voor even, maar het was beter dan niets.
Tot ik op het punt kwam, dat jij ongevraagd mijn hoofd weer binnen drong, en ik beseft wat ik had gedaan. Angst werd vervangen door ongekend grote spijt. Tranen van spijt, liefde, gemis en verdriet vloeide rijkelijk. Ik had een grote fout gemaakt, en die was onomkeerbaar. Ik had je weggestuurd omdat ik je haatte, maar eigenlijk was ik te bang om van je te houden. Wat ik toen nog niet wist. - Daden kun je beïnvloeden, gevoelens niet.- Vaak smeekte ik aan het ‘ bovennatuurlijke’ of ik je nog 1 keer mocht zien, voelen, horen, maar diep van binnen wist ik ook wel dat het onmogelijk was. Ik had een keuze gemaakt, n daar moest ik meeleven. 
‘ Wie zijn billen brand, moet op de blaren zitten.’ 
Dat deed ik, ik accepteerde uiteindelijk de keuze die ik in het verleden had gemaakt. Ik gebruikte de herinneringen aan jou, op een positieve manier. Ze lieten mij niet meer huilen, maar juist lachen, zweven en genieten. Ik creëerde mijn eigen sprookje. Ons sprookje. Waar ik in vluchtte als ik de harde realiteit niet aankon. 
Ik leefde mijn leven. Vocht tegen demonen uit het verleden, en overwon! Beetje bij beetje vond ik mezelf terug. Ik genoot nog steeds van ons sprookje, maar alles was wat meer gebalanceerd. Trots op mezelf ging ik verder. Vocht voor een plekje op deze wereld. Ik was van ver gekomen, maar ik was er nog niet. Dat wist ik, maar dat maakte niet uit. Tot hier, was alles gelukt, op eigen kracht, dus de rest zou mij ook lukken. ‘ Waar een wil is, is een weg.’ En ik was sterk overtuigt, dat ooit alles beter wordt, maar dat je daar wel zelf voor moet vechten. Dus ik vocht, want die ooit wou ik nog meemaken.
Tot die ene dag. De dag dat ik een bekende stem hoorde, die ik lang niet had gehoord. Ik trilde, mijn knieën dreigde het op te geven, mijn hele lichaam, de wereld om mij heen, alles, leek stil te staan, te bevriezen. Toch wist ik mij uiteindelijk om te draaien, maar wel met het dikst verkrijgbare masker op mijn gezicht. Ik sprak, glimlachte en hield mezelf groot.
Door de weinig tijd die je had, was ik al snel weer thuis. Thuis aangekomen heb ik uren voor mij uitgekeken. Gestaard. Is misschien een beter woord. Jij. Mijn grote liefde. Waarvan ik jaren niet wist, of hij nog in leven was. Degene om wie ik had gesmeekt, nog eenmaal te mogen zien. Stond ineens voor mij neus. Van al mijn goede voornemens is niks gekomen. Ik sprak met je, over koetjes en kalfjes. Glimlachte naar je. Alles zodat je niet zou zien wat er echt door mij heen ging. Uiteindelijk was ik klaar met staren, en besefte ik, dat ik iets moest doen. Ongeacht wat de uitkomst daarvan zou zijn. Ik kon niet weer dezelfde fout maken. Ik moest dit rechtzetten, al was het alleen voor mezelf. Ik was van ver gekomen, en ook dit zou ik overwinnen.
Ik sprak met je af. Trillend op mijn benen, vloog de gedachte ‘ Je kan nu nog omdraaien.’ Regelmatig door mij heen, maar dat kon niet. Ook dit was zo’n gevecht, waar ik door heen moest gaan. Ik kon je niet weer negeren, ontwijken of wat dan ook. Dat had je niet verdiend. En ik was niet meer dat jonge naïeve meisje van toen. Ik was een volwassen, onafhankelijke vrouw geworden, die ondanks haar angsten, haar eigen keuzes maakte. Daar ging ik dan ook, en zei de woorden die ik jaren terug had moeten zeggen.
‘ Ik hou van je.’ 
Ik zie ons nog zitten, daar aan het water. Doodsbang waren we beide, maar ik wist diep van binnen, dat ik geen reden had om bang te zijn. Ik was jou jaren terug al kwijt geraakt, dus ik had niks meer om te verliezen. Het enige wat er kon gebeuren, is dat ik afgewezen werd, maar ach, wie is dat nog nooit geweest in zijn leven? Ik werd niet afgewezen. Ons gesprek stopte niet, na die vier woorden. Urenlang hebben wij daar gezeten. Gepraat. Op een manier dat wij nooit eerder hadden gedaan. Gek genoeg was je niet kwaad op mij, je begreep het. Ik dacht dat alleen mijn hersenen zo gekke kronkel hadden om het te begrijpen, maar nee, je wist het bijna nog beter uit te leggen dan ik, waarom ik het had gedaan. Ons ‘ afscheid’ was niet het enige wat we besproken, nee we hadden jaren in te halen, en toch voelde het als of we nooit weg zijn geweest. Alleen wat volwassener zijn geworden. Toch op de vraag: ‘ Hoe nu verder?’ Wisten wij beiden geen antwoord. We hadden ondertussen allebei een kind gekregen. Elke keuze die we maakte, draaide dus niet meer alleen om ons. We moesten blijven nadenken, ons verstand gebruiken, maar misschien konden we tegelijkertijd ook naar ons hart luisteren. Ik liet de keuze aan jou. Je wist nu wat ik voor je voelde. Ik had alles kunnen zeggen wat ik wou. Dat was al meer dan ik ooit had durven dromen. En daar zou ik mee kunnen leven.
Dagen gingen voorbij. We dachten na, bespraken het met onze beste vrienden, en bleven ondertussen chatten. Uiteindelijk kreeg ik de vraag van jou, of we konden afspreken om te praten. Doodsbang voor wat er komen ging. Beantwoorde ik jou bericht. We spraken af. We praten. Urenlang. Je wou het proberen. En je vroeg mij of ik met je mee het diepe in durfde te springen. Je was bang, maar - leef als of het je laatste dag is-  was jou motto. Ik wist ondertussen dat je meer spijt kon hebben van iets niet te proberen, uit angst voor het resultaat, dan het wel proberen en iets anders krijgen dan waar je op gehoopt had. Dus ik deed met je mee. Ja, nog steeds vol angst, daar zijn mijn bloedvaten nou eenmaal mee gevuld, en dat krijg je er niet zomaar weer uit. Ik hield nog steeds van je. En wilde niks liever dan samen met jou de wereld doorlopen. Samen wakker worden. Samen het gevecht aangaan. Samen realiteit maken van het sprookje. 
Waarvoor ik daadwerkelijk bang was, geen idee. Ik was niet meer bang om je kwijt te raken. Ik had ondertussen geleerd, dat alles tijdelijk is. Het hele leven, is maar een tijdelijk gebeuren. Je wordt een keer geboren, en je gaat een keer dood. Mensen komen en gaan. Niks blijft eeuwig bestaan. Ik denk ook niet dat het erg is, of dat het hetgeen is wat een mens ongelukkig maakt. Ik denk dat het de kunst is, om van elke periode, situatie, persoon in je leven het beste te blijven onthouden, terwijl je weer verder gaat. Net als het leven. Je wordt een keer geboren, en je gaat een keer dood. De tijd ertussen is voor jou. Wat je daarmee doet, is jou keuze. Je kan jezelf laten opsluiten, zodat er niks is wat je pijn kan doen. Alleen is er dan ook niks wat je kan laten lachen. Net als in de liefde.
‘ Love is like a heaven, but can hurt you like hell.’
Ik wou de hemel zien. De hel, ach daar was ik al eerder geweest. En samen met jou en een zak marshmallows zou ik dat nog wel een keer overleven. Ik wou gewoon een keer genieten. Zo gezegd, zo gedaan. Ik genoot van je aanwezigheid, je wijze maar ook irritante opmerkingen, je liefde, je warmte. We maakte nieuwe herinneringen.
Nu zes maanden later is er veel veranderd.
Jij hebt mij een aantal keer weggetrapt. - figuurlijk dat wel, maar toch deed het pijn- Ik hield van je, en wou je niet nogmaals verliezen. Niet nu. Niet om die reden. Niet dat ik je niet begreep. Nee, dat deed ik juist. Ik wist als geen ander, hoe het voelt om zoveel van iemand te houden, waardoor je alsmaar bang bent om diegene te verliezen. Je uiteindelijk zelf maar wegloopt, voordat de ander weg kan lopen. Ik begreep je, kon je ondanks de pijn daardoor ook niet haten, maar kon je ook niet dwingen te blijven. Soms smeekte je - Laat me dan niet weglopen!- Ik begreep je smeekbede, maar ik kon je niet tegen houden. Liefde betekend toch ook, elkaars keuzes accepteren. Ook al ben je het er niet altijd mee eens. Soms probeerde ik het wel, maar ik kon het niet, ik wist niet hoe. Ik wou je helpen, maar je moest dit gevecht zelf uitvechten. Net zoals ik dat moest. Vaak nam je een paar dagen later weer contact op. Je had spijt. Je wou niet weglopen, je was bang dat ik het zou doen. Daarom deed je het zelf, voordat ik het kon doen. Nu ik het opschrijf, klinkt het echt als klinkklare onzin. Als of je gewoon een klootzak was, die mij aan het lijntje hield. Toch geloof ik nog steeds dat je echt van mij hield, en dat je wegliep omdat je bang was. Maakt mij dat dom, naïef, goedgelovig? Misschien, maar ik denk het niet. Ik maakte namelijk ooit dezelfde keuze. Weglopen, voordat de ander kan weglopen. Het lijkt zoveel makkelijker. Ik weet het. Dat is ook de reden dat ik keer op keer met je ging praten, en het opnieuw probeerde. 
De laatste keer was begin december. Je zei, dat je het niet meer kon. Dat ik meer verdiende. De oorzaak er van, weet ik allang niet meer. Twee weken lang was er radiostilte. Ik rouwde om mijn verlies, en ging weer door. Opgeven was geen optie. Ja ik was iemand verloren waar ik heel veel van hield, maar ik moest doorgaan. Je was niet de eerste die ik in mijn leven had verloren, en ik was altijd doorgegaan, ditmaal zou dat mij ook weer lukken. Toch bleef ik stiekem hoop houden, dat ik je nog een keer zou horen. Ondanks dat ik mij sterk had voorgenomen, geen relatie meer met je aan te gaan, voordat je op zijn minst enkele trauma’s had verwerkt. Ik miste je. Ik wilde je het liefst gewoon in mijn armen nemen, maar dat kon niet. Dat mocht niet. Jij had mij weggeduwd. Alweer. Het ging mijn trots te boven, om het risico te nemen, om opnieuw afgewezen te worden als ik contact met je zocht. Dus accepteerde ik jou keuze, zoals je ooit ook bij mij deed. 
Op 1 van de laatste dagen van het jaar, zocht je opnieuw contact. We moesten praten. Van ons beide absoluut niet onze sterkste kwaliteit, maar we waren er allebei wel van bewust dat een goede communicatie een belangerijk ingrediënt is vaneen gelukkig leven. Dus daar zaten wij. Opnieuw. We praten urenlang. Beiden vol verdriet, angst, machteloosheid. Ik wou het zo graag nogmaals proberen, maar niet hetzelfde cirkeltje doorlopen. Het was een neerwaartse spiraal, die veel energie van mij vroeg, en die moest doorbroken worden. We bleven vrienden. Was de uitspraak. Maar niet voor lang.
‘ Als vrienden gingen wij het jaar uit.’
‘ Als partners gingen wij het nieuwe jaar weer in.’ 
Ik kon de verleiding niet weerstaan. Ik hield nog zoveel van je. Wel deden wij het rustig aan. Ow, dit klinkt nu zo vreselijk cliche. Was ik zo dom, dat ik niet doorhad dat ik jou over mij heen liet lopen. - blind van de liefde.- Of was jij zo dom, dat je mij alsnog liet lopen? Misschien waren wij beiden we dom. - dom en onervaren in de liefde - Dat kan natuurlijk ook. Dom in de liefde. Dom in het vinden van geluk.
Liefde. Geluk. Blijdschap.
Het waren allemaal nieuwe termen voor ons. Onbekend termijn. Het maakte on beide bang. Alleen was ik in het verleden al eens weggelopen uit angst, en dat was een fout die ik niet nogmaals wou maken. Ik had geleerd van mijn fout.
‘ Soms is het beter iets moois te verliezen.
Beter verliezen, dan dat je het nooit heb gehad.’  (Rowen Hèze)
Ik vocht voor je, maar bleef mezelf. Inclusief de vurige tong die ik in de jaren had gekregen. Niet om iemand te kwetsen, maar om mezelf te beschermen. Jij was in de jaren juist kwetsbaarder geworden. En de woorden die ik gebruikte, zag jij als kleinerend en kwetsend. Je was boos en schoof mij aan de kant. Alweer. Ik had spijt van het feit dat ik jouw gekwetst had, maar niet van de woorden die ik gebruikt had. Ze waren namelijk nooit kwetsend bedoeld.
Weken gingen voorbij. Ditmaal kon ik niet rouwen. Ik wou huilen, maar het lukte mij niet. Het deed teveel pijn, om het pijn te laten doen. Ik kon het niet aan, om stil te staan bij mijn verlies. Dus stortte ik mij op mijn werk. En ging verder alsof er nooit wat gebeurt was.
Tot ik van jou een berichtje kreeg. Je had spijt van alle dingen die je had gedaan. Je was bang. Bang voor het onbekende. Mijn woorden waren enkel een excuus. Het werd steeds duidelijker hoeveel je eigenlijk van mij hield, en daarom duwde jij mij weg. Ik wist het. Ik begreep het, maar ik was ook bang. Bang om je nogmaals toe te laten, en je de kans te geven mij van binnen uit, volledigste vermorzelen tot er niks meer over zou zijn. Bang om je kwijt te raken. Stom. Ja, ik weet het. Ik was je in principe al kwijt. Je vroeg mij om nog 1 laatste kans. Ik weet het niet. Ik hou van je. Ja. Altijd al gedaan. Alleen het verschil met vroeger, is dat ik nu ook van mezelf hou. Ik wil geen keuze maken uit angst, maar moet ook mezelf beschermen. Niemand anders doet dat immers.
Ik zou je graag willen zeggen, dat ik van je hou, en dat je voor jezelf moet vechten. Leer jezelf zien, zoals ik je altijd heb gezien.
 
Dikke knuffel
Van het twijfelachtige meisje
Die alleen een beetje duidelijkheid zocht.
0 notes
sweetjaimz · 4 years
Text
Er komt geen afscheid
Afscheidsbrieven, ik heb er al meer geschreven dan dat er onderbroeken in mijn ondergoedlade liggen. Suïcidaal zijn, is geen periode. Da's een deel van u. Die donkere gedachten stoppen pas als het licht volledig uitgaat. Maar ik zal nooit zelf het heft in handen nemen. De enige reden daarvoor, is Ella. Mijn dochter is zo fantastisch. En omdat ik zelf al jaren een kutleven heb vol verdriet en depressie, zal ik er alles aan doen om haar verdriet te besparen. Ik leef voor mijn dochter want zelf heb ik het al volledig opgegeven. Vooral het laatste jaar, heb ik totaal geen levenslust meer. Ik slaap, sta op, lig in de zetel, eet, verzorg me amper, kruip terug in bed en ik slaap weer. Buitenkomen en plezier maken, doe ik niet meer. Hoewel ik sinds een half jaar Joeri heb leren kennen en daar ben ik tot over mijn oren verliefd op. Ik doe mijn best om, om de 2 weken een dag of 2 bij hem te zijn. En er ook van te genieten en zorgen dat het leuk is. Joeri doet me wel weer lachen en geeft me toch zo een beetje meer zin in het leven. Misschien is het meer dan het begin van iets romantisch, misschien kan hij me een mentale boost geven. Maar tot op heden zijn dat nog maar kleine, korte boostjes.
Waarom is me die zin om te leven zo afgenomen? Geen idee, maar ik merk wel dat veel gebeurtenissen in mijn leven zo'n indruk op me gelaten hebben dat, dat het me het me telkens een beetje kapotter maakte. Ik bedoel dan pesterijen op school, liefkes die me behandelde als vuil, die me belogen en bedrogen, familie die me in de steek liet en vooral de pijn in mijn schouder. Dus depressie werd de rode draad doorheen mijn leven. In 2009, vlak na de breuk met Ella's papa, ze was toen net 1 jaar, zakte ik volledig in elkaar. Alles werd me teveel. Ik zat in een extra 7e jaar omdat ik per se een diploma wilde behalen hoezeer het jaar vorderde, hoe erger het werd. Een postnatale depressie, want iedere depressie na de bevalling is postnataal. Maar eigenlijk was het een door de jaren heen gevulde rugzak die op dat moment ontplofte. Ik dacht dat therapie me zou helpen. En dat deed het ook. Ik zat in een bubbel in het ziekenhuis waar iedereen positief is, ver van de echte wereld. En op het moment dat ik daar buiten stapte, kon ik precies de wereld wel aan. Ik dacht dat ik het ergste waar ik in het leven door zou moeten nu overwonnen had, maar eigenlijk werd het daarna nog veel erger.
Na de breuk met mijn ex Nico, werd ik in 2013 opnieuw opgenomen. En opnieuw ging alles weer even beter. Toen ik daarna op een jaar tijd zijn overlijden, mijn ongeval, de breuk tussen mijn ouders en een verschrikkelijke familieruzie voor de kiezen kreeg, was het opnieuw prijs. Opnieuw therapie, opnieuw buiten als een fris hoentje. Maar eigenlijk ben ik hierna nooit beter geworden. Ik heb sindsdien ook niet meer gewerkt. Al 4 jaar ondertussen.
Ik leerde wel dat de mooie herinneringen belangrijker waren dan het verdriet dat me veroorzaakt werd dus mijn verdriet kon ik uiteindelijk wel een plaats kunnen geven. En ja, het leven gaat door, pas als ge echt constant herinnert wordt aan iets, kunt het nooit loslaten, zoals pijn. Het ongeval maakte me zowel fysiek als mentaal volledig kapot. Gewoon omdat het er constant is. Het stopt nooit. Ik begon in 2015 aan een strijd om te weten te komen waar de pijn vandaan kwam, want dat was nog niet zo heel duidelijk voor de dokters. En natuurlijk ook om te weten hoe ik kon genezen. Ik ging van ziekenhuis naar ziekenhuis. Zelfs 'we kunnen er niks aan doen, ge moet er maar mee leven' was voor mij geen aanvaardbaar antwoord. Komaan dokters, mijn schouder hangt amper nog aan mijn lijf. Als ik die schouder beweeg, lijkt het alsof er schuurpapier tegen en tussen mijn gewrichten schuurt en er messen in de spieren en pezen gestoken werden. Die pijn was gewoon niet draagbaar, ís gewoon niet draagbaar. Want zelfs vandaag is er aan die pijn nog niks veranderd. 4 jaar en 7 dokters later en nog altijd geen oplossing. En dan vraagt men zich af waar ik de moed nog haal... Ondertussen krijg ik wel medicatie om de pijn een beetje te onderdrukken, hierdoor kan ik de dag doorkomen als ik niet te zot ben. En dan neem ik nog bijna het dubbele van wat ik voorgeschreven kreeg. Die pijn heeft van mij een heel ongelukkige vrouw gemaakt. Mijn leven is volledig veranderd. Van de bruisende persoonlijkheid die ik vroeger was, schiet niks meer over. Maar geloof me elke vorm van blijdschap, doet me wel enorm deugd. Is het nu Ella of Joeri of mijn vrienden of mijn hondjes of iemand anders, ik ben enorm blij dat zij er nog voor me zijn en het leven een beetje mooier maken.
Ondertussen heb ik de pijn weten te 'aanvaarden'. Maar dat neemt niet weg dat ik enorm boos ben omdat er als pijnpatiënt geen plaats is deze maatschappij. Mensen zonder pijn snappen mij nu eenmaal ook niet. Ik heb toch vaak het gevoel dat men denkt zolang men niks ziet, mensen niet ziek zijn. Nuja niemand wint er ook iets bij om mij zien te kotsen en janken bij een enorme pijnaanval of mij urenlang te zien kronkelen omdat ik niet kan slapen van die aanhoudende zeurende pijn aan mijn schouder. Ik moet ook elke maand naar de dokter voor veel te dure pijnmedicatie en voor een afwezigheidsattest voor het werk. Want ik ben nog gewoon officieel in dienst. Elke keer ik bij mijn eigen dokter of een andere kom, wordt wel besproken om toch terug stillekes aan beginnen te werken. Omdat het zo hoort. Maar navenant mijn pijn nog altijd niet voldoende draaglijk is om een voltijdse job uit te voeren, moet ik me hier steeds weer enorm om frustreren. Ik moet mijn pijn probleem ook regelmatig 'gaan bewijzen' bij controle artsen. Hier word ik zo kwaad van. De diagnose is dat het nooit beter zal gaan, wat verwachten jullie dan? Als er ondertussen Een mirakel gebeurd was, waren zij de eersten die het wisten. Kortom buiten de fysieke nadelen en de psychologische slag in mijn gezicht, is het voor een pijnpatiënt dus ook allemaal niet gemakkelijk. Grotendeels is dit ook niet erkend. Oké, ik sta wel geregistreerd als invalide maar mijn diagnose telt niet. Dus daarom verwacht men dat dit maar tijdelijk zou zijn.
Soit, het is echt niet te onderschatten. Beseffen dat het leven rondom mij gewoon door draait en mijn klok al 4 jaar stil staat. Dat iedereen gelukkig is en ik gewoon wat weg kwijn. Ik overleef mijn dagen, ik leef ze niet. En dat maakt het nu net zo moeilijk, ik heb het leven al opgegeven. Ik ben op van de pijn en op van het verdriet. Ik ben stikkapot en heb geen enkele energie meer. Ik droom heel vaak over hoe opgelucht ik zou zijn als ik dood zou zijn. Ja, ik ben suïcidaal (maar ik zal nooit zelfmoord plegen). Ik heb zelfs al overwogen euthanasiepapieren in orde te laten brengen. Want ik ben er echt zeker van dat ik niet meer wil leven. Maar ik kan Ella niet in de steek laten. En hoe hard ik ook afzie, elke dag pijn, elke traan die ik laat zijn voor haar want ik zie ze zo graag. Ik zou haar nooit door zoveel mentale pijn willen laten gaan als ik dat gedaan heb. En dus houd ik vol. Als een wrak, totaal niks bijdragend aan de maatschappij maar ik probeer er iets van te maken. Het zal niet meer beter worden, maar ik zal altijd achter mijn keuze om voor Ella door te gaan, blijven staan. En misschien ge weet maar nooit, komt er een oplossing voor mijn pijnprobleem en kan ik echt nog beter worden. Niet dat ik erop hoop, maar het zou wel mooi zijn.
En mijn depressie? Wel ik zal nooit echt gelukkig worden met pijn maar wanneer er veel goeie dagen zijn, voel ik me ook echt wel beter. Zeker nu ik weer verliefd ben. Vooral dat is wat ik echt kon gebruiken. Eindelijk nog eens een lichtpuntje. Ik weiger mijn depressie ook verder te laten behandelen omdat ik niet het gevoel heb dat ze me kunnen helpen. Uiteindelijk doen die mensen ook maar gewoon hun werk en geven ze er eigenlijk geen zier om. En ik weet uit ervaring dat het resultaat toch maar van korte duur is. En ik merk ook dat ik zo net buiten het systeem val. De psychiater zegt dat mijn depressie afhankelijk is van mijn pijn en stuurt me naar de pijnkliniek en daar zeggen ze me dat ze niks meer kunnen doen. Dusja, dan niet he. Dan overleef ik wel lekker verder. Misschien gebeurt er wel een mirakel, je weet maar nooit.
Groetjes, Jaimy
(op een 'goede' dag. Koppijn, veel last van schouder, Ella is een beetje moeilijk wel fijn geknuffeld, voel me heel vermoeid maar ik ben zo dolverliefd.)
0 notes
mama-danielle · 4 years
Text
Happy New year (6-1-20)
Het nieuwe jaar is alweer een aantal dagen onderweg. Het gewone leven is weer begonnen. Albert weer werken en Thomas weer school. Tijd om ook nieuwe gewoontes in te voeren.
Veel van onze dagelijkse sleur gaat automatisch. Maar juist een keer iets anders doen dan je altijd deed. Want als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg.
Dus nieuw jaar is een kans om oude patronen te doorbreken.
Ik denk dan voornamelijk aan het veranderen van mijn leefstijl en huishouden.
Leefstijl schuif ik nog een weekje door, 15 januari heb ik een afspraak bij de diëtist. Dus dan gaan we weer knallen!
Maar dan het huishouden, ik erger mij rot aan hoe het huis eruit ziet. Chaos! Overal speelgoed en troepjes. En het huis is vol.
Dus ik moet gaan ontspullen... minderen in troep. Maar waar te beginnen.
Gewoon maar beneden denk ik en echt bekijken of het nog gebruikt wordt of niet. Wel lastig, maar wel nodig voor een opgeruimd huis.
Dus tijd voor verandering. Ik ga mijn best doen!
0 notes
tramgedachten · 5 years
Text
- 60% CULTUUR
Zoals jullie wel weten deed Girls go BOOM onlangs een crowdfund. Het geld daarvan gaat naar muziekinstrumenten, verwarming, elektriciteit, opbergruimte,... van ons clubhuis. Girls go BOOM wil meisjes op een podium. Maar waarom eigenlijk, en wat heeft dat te maken met de besparing van cultuur?
ALLES EIGENLIJK DUS. De regering speelt een slim spelletje en zijn zich volledig bewust van wat deze besparingen willen zeggen (laat ons daar maar zeker over zijn). Kunst is een krachtig middel. Het is een kritisch middel (ook al zou je dat hier in Vlaanderen niet altijd zeggen). Het is een manier waarop mensen hun stem kunnen laten horen, waarop ze dingen kunnen verwerken. Wat het niet is, is gemakkelijk.
Het vraagt zelfvertrouwen om een kunstenaar te zijn. Ik ben daar zelf een goed voorbeeld van. Als 26-jarige werk ik voor het eerst, sinds ik begon te studeren, aan mijn eigen film (voor echt, met een budget enzo). Ik deed er zolang over, omdat ik het gevoel had dat het goed moest zijn. En zelfs nu krijg ik HEEL VEEL STRESS als ik denk aan de resultaten. Kunst is mijn leven, dat is gewoon zo. Ik sta al sinds ik klein was (nog kleiner dan nu) op podia. Ik kreeg een camera toen ik 11 was, die ik niet kon neerleggen. Door @marianlomans wou ik elke dag toneel spelen. Door @benjaminsercue kreeg ik vertrouwen in mijn schrijfsels. Ik wou filmmaker worden. Maar ik durfde niet, want wat als ik zou falen? Dus ik werd dan maar 3D-artist.
Ja, nog steeds artiest. Nog steeds zelfvertrouwen nodig. Want elke dag te horen krijgen dat je werk nog niet perfect is, dat je weeral dingen moet aanpassen, misschien wel opnieuw moet beginnen. Dat is zwaar. En vooral, het vraagt tijd. De meeste van mijn collega's gingen naar huis om daar NOG te werken. Aan hun portfolio's, aan hun skills. Samson en Gert hadden er al een liedje over: REPETEREN, REPETEREN EN STUDEREN. Dat is het leven van een kunstenaar. 
Maar dat zien mensen natuurlijk niet als ze naar een schilderij kijken. Of naar een film. De hoeveelheid werk die erin kruipt is enorm. Niet enkel in het afgewerkt product, maar de uren die iedere individu vergaard heeft om tot het niveau te komen om te kunnen werken aan een product dat effectief door mensen bekeken wordt. In mijn opleiding zeiden ze altijd: je moet eerst 10 000 uren aan iets werken voor je er effectief goed in kan zijn. 10 000 uren dat is veel. En meestal zijn die uren onbetaald. Want ja, waarom zou iemand betalen voor kunst? Voor een logo. Voor een albumdesign. Voor een optreden. Kan het geen vriendenprijsje zijn? Zullen we gewoon iets ruilen? Aleh, voor een bak bier?
Mijn papa is zo iemand die naar een museum gaat en zich bij alles afvraagt: “IS DAT NU KUNST? Ik kan dat ook.” En hoewel ik volledig geloof dat mijn papa alles kan, slaat hij toch een beetje de bal mis hier. (Moderne) kunst is voor veel mensen waarschijnlijk BLABLABLA maar daar gaat het niet om... Kunst dient om te inspireren, om dingen in vraag te stellen, om te shockeren, om te informeren. Zonder kunst krijgt een volledige groep in de maatschappij geen stem. Waarom denk je dat minorities zo vaak naar kunst grijpen om hun mening te verspreiden. Omdat kunst dat mogelijk maakt.
Dat Girls go BOOM meisjes wil motiveren om op een podium te kruipen is dan ook niet vreemd. Wie RAGE BECOMES HER las, weet dat er wetenschappelijk materiaal is dat bewijst dat meisjes zelfvertrouwen ontbreken. En wat is er meer empowering dan op een podium te staan en FUCK YOU te zeggen tegen alle verwachtingen die deze kapitalistische maatschappij opleggen. Dat is krachtig. Dat is de vrijheid hebben om kritisch te kunnen zijn.
Dat is wat de basis van kunst zou moeten zijn.
Jammer genoeg kost het geld om zo een werking in elkaar te steken. Ik denk maar aan hoeveel het kost om een vzw op te richten (voor sommigen lijkt dit haast niets, voor ons is dit echter nog een bedrag dat er bijkomt). 
Investeren in materiaal, in mensen, in locaties, al die dingen kosten geld. Onze tijd geven we GRATIS. Ons eigen middelen zijn miniem… Wij doen dit omdat wij dit belangrijk vinden. En de regering weet dat. Of niet? Vlaanderen is een plaats waar jeugdwerk het GOED doet. Vlaanderen is een plaats die steunt op vrijwilligers. (Misschien is dat wel de Vlaamse Canon.) Hoe weet ik dat? Omdat letterlijk iedereen die ik ken wel ergens vrijwilliger bij is. Of dingen vrijwillig doet. Zonder daar iets voor terug te vragen. Dat is mooi. Het is ook heel erg frustrerend... Om als werking telkens mensen te moeten vragen dingen voor niets te doen. 
Subsidiedossiers schrijven is dan ook een kunst op zich. Je moet weten welke woorden je moet gebruiken, welke termen ze willen horen. En je moet bij de meeste instanties kunnen aantonen dat je onderneming, collectief of vereniging een geschiedenis heeft. Zonder subsidies kan je als ‘normale’ organisaties eigenlijk weinig beginnen. Dat is gewoon zo. Dingen organiseren kost geld. Dingen maken kost geld. Kunst kost geld. En dat is niet omdat we hebberig zijn. Of het onszelf gemakkelijk willen maken. Of omdat we, godverdomme, lui zijn.
Zonder kunst kan je MOOIE DINGEN wel vergeten. Kunst is niet enkel wat er in musea hangt. Het begint met de tegels van je vloer, wat je op de radio hoort (ook al klinkt het tegenwoordig allemaal hetzelfde), het is de geanimeerde tekst op een nieuwsbericht en het is UW HELE SOCIALE MEDIA. Zonder kunst wordt de wereld grijs. Denk maar aan iedere sci-fi film die je ooit zag. Kunst is gevoel. Kunst is actie. Kunst is essentieel. En ja, kunst kost geld. 
“Nu wil een partij die als verliezer uit de verkiezingen kwam maar de winst van extreem rechts wil capteren, even van bovenuit bepalen hoe wij ons moeten voelen, wat onze identiteit moest zijn. Hoe zot is dat?” schreef Robrecht Vanderbeeken, vakbondsverantwoordelijke ABVV-ACOD Cultuur in zijn opiniestuk ‘Cultuurwerkers blijven liever bondgenoot van de bevolking’ op www.dewereldmorgen.be vanmorgen.
60% besparen op kunst is zeggen tegen Vlaanderen dat ze niet meer kritisch kunnen zijn. Het schiet in de voeten van de jonge kunstenaars die nog geen budget hebben. Het sluit kunstenaars uit minority groepen al meteen uit. Het geeft dus enkel een stem aan de witte, oudere generatie kunstenaars die al zelfvoorzienend zijn. In andere woorden, alle kennis en mogelijkheden gaan terug naar diezelfde groep die de voorbije jaren de kunstwereld regeerden. En hebben we daar echt nog meer nood aan?
Het antwoord is nee.
Nee. De tijd is aan de mensen die niet meer in kotjes willen zitten. Oké, beste regering, we hebben jullie gehoord. Als jullie ons niet meer ondersteunen dan moeten we gewoon nog meer doen wat we al doen. #wedoenhetzelfwel want dat is waar we uit noodzaak goed in zijn geworden. 
Maar dan niet verschieten als jullie niet het laatste woord zullen hebben.
0 notes