Tumgik
#Leven in Venetië
toosvanholstein · 4 months
Text
Campo, Ponte, Riva en Donna Leon, een ReisKunst-Verhaal
Een ReisKunst-Verhaal van Toos van Holstein in haar TOOS&ART over de inspiratie die Venetië haar elke keer weer oplevert en haar Venetië-schilderijen als gevolg daarvan. Met op de achtergrond de boeken van Donna Leon, spelend in La Serenissima. #art#expo
Toos van Holstein, Campo (olieverfschilderij, 90-100 cm) “Verrek, daar loopt Donna Leon”, hoor ik levensgezel naast me ineens zeggen. We zaten aan een heerlijk koud pilsje op de Campo Santa Maria Formosa, vlakbij het appartement waar we al jaren verblijven als we weer eens in Venetië zijn. Ik zit wat te tekenen, hij is verdiept in zijn ‘Donna Leon’. Want richting Venetië betekent ook altijd de…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
joostjongepier · 9 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Wat?   Yayoi Kusama, Naked Body Festival, Schiedam November 1967, Stedelijk Museum Schiedam (1967) door Ton den Haan, Voedselobsessie (Macaroni-broek) (1965), Fallisch meisje (1967), Voedselobsessie (Dienblad) (1965), Narcissus Garden (1966) en Infinity love room (1967) door Yayoi Kusama
Waar?   Tentoonstelling Yayoi Kusama – De Nederlandse jaren in Stedelijk Museum Schiedam, Schiedam
Wanneer?   28 december 2023
Yayoi Kusama is terug in het Stedelijk Museum Schiedam. Niet in persoon, maar in de vorm van een expositie gewijd aan de periode dat ze in Nederland verbleef. In 1967 zorgde een performance van de Japanse kunstenares in dit zelfde museum voor  een heuse rel. Tijdens een ‘happening’ beschilderde ze het lichaam van haar collega-kunstenaar Jan Schoonhoven. Het gebeuren leidde tot een brief van 59 verontruste burgers die vonden dat het museum zich moest richten op moderne kunst en niet op ‘dergelijk vertoon’. De VVD-fractieleider in de gemeenteraad stelde vragen en voor museumdirecteur Hans Paalman dreigde ontslag.
De in Japan geboren en opgegroeide Yayoi Kusama verhuisde in 1957 naar Amerika. In New York ontmoet ze de Nederlandse kunstenaar Hans Peeters, een van de oprichters van de Nul-groep. Ze komt in 1965 naar Nederland, waar Peeters haar in contact brengt met de directeuren van Internationale Galerij Orez, waar ze haar eerste solopresentatie in Europa krijgt. Het is het begin van een jarenlange samenwerking. In 1967 presenteert Kusama haar werk in het Stedelijk Museum Schiedam.
Kusama sluit met haar werk aan op de seksuele revolutie, maar haar beelden komen voort uit een meer persoonlijke bron: haar eigen jeugd. Ze heeft een obsessie voor eten, bloemen en fallussen die onlosmakelijk verbonden is met een (seksueel) trauma uit haar jeugd. Al van jongs af aan heeft ze te kampen met waanbeelden en visioenen die haar hele leven en haar werk sterk beïnvloeden. Kusama’s obsessies komen voort uit haar grootste angsten. Door motieven eindeloos te herhalen bedwingt ze die angsten. “Ik ben doodsbang voor het idee dat iets langs en lelijks als een penis bij mij naar binnenkomt, en daarom maak ik er zoveel van. Ik maak er zoveel dat ik mezelf begraaf in het proces van het maken. Dit noem ik ‘obliteration’.”
Speciaal voor de tentoonstelling in Schiedam maakt Kusama een gouden en een zilveren Phallic Girl, etalagepoppen bedekt met katoenen fallussen en bespoten met goud- en zilververf.
Yayoi Kusama wordt beroemd met haar ‘polka dots’: eindeloos herhaalde stippen. Rond het midden van de jaren zestig begint ze haar fallusobjecten op deze manier te decoreren. Op de vraag wat de polka dots betekenen, antwoordde Kusama in 1967: “Ik wil de mensen gelukkig maken met mijn polka dots. Zij moeten een doorlopende lijn vormen en eenheid brengen. Eigenlijk zou ik overal polka dots willen aanbrengen, op straat, op de gevels van huizen.”
Een bijzonder werk op de huidige tentoonstelling in Schiedam is Narcissus Garden. Op de Biënnale van Venetië in 1966 presenteert de kunstenares, buiten het officiële programma, in een park Narcissus Garden: honderden spiegelende bollen. De kunstenares biedt de bollen voor twee dollar per stuk te koop aan, maar de organisatie van de biënnale verbiedt haar de bollen voor zo weinig geld te verkopen. Met de bollen houdt de kunstenares het biënnalepubliek een spiegel voor. Het is een stevige kritiek op het marktgerichte kunstsysteem.
Najaar 1967 opent Galerie Orez de tweede solotentoonstelling van Yayoi Kusama: Infinity love room. De obsessieve herhaling van stippen beperkt zich niet langer tot  haar schilderijen en objecten. Ze bedekken nu ook de galerie en uiteindelijk de bezoekers. Tijdens de opening beschildert Kusama mensen en nodigt ze de aanwezigen uit dat ook te doen.
2 notes · View notes
geilechat · 1 month
Text
Trouwen in Italië: Romantische bruiloft prachtige locaties en meer
Romantische bruiloft in Italië
Trouwen in Italië Voor een onvergetelijke romantische bruiloft in Italië zijn er talloze adembenemende locaties om uit te kiezen. Van de schilderachtige heuvels van Toscane tot de prachtige kustlijn van Amalfi, Italië biedt een perfect decor voor jullie speciale dag. De warme zon, de heerlijke gastronomie en de romantische sfeer maken van een bruiloft in Italië een droom die uitkomt voor elk verliefd stel.
Prachtige trouwlocaties in Toscane
Trouwen in Italië Toscane staat bekend om zijn betoverende landschappen en historische charme, waardoor het de ideale plek is voor prachtige trouwlocaties. Van weelderige wijngaarden tot elegante villa's, Toscane biedt een scala aan adembenemende opties voor stellen die op zoek zijn naar een unieke en romantische setting voor hun bruiloft. De romantiek en schoonheid van Toscane zorgen voor een onvergetelijke trouwervaring.
Droomhuwelijksreis aan de Amalfikust
Trouwen in Italië Na de drukte van de bruiloft is het tijd om te ontspannen en te genieten van een droomhuwelijksreis aan de betoverende Amalfikust. Met zijn azuurblauwe water, pittoreske dorpjes en adembenemende uitzichten is de Amalfikust de perfecte bestemming voor pasgetrouwden die op zoek zijn naar romantiek en ontspanning. Laat je betoveren door de charme van deze prachtige kustlijn en creëer herinneringen die een leven lang meegaan.
Unieke ceremoniemeester in Rome
Een unieke ceremoniemeester kan jullie bruiloft in Rome naar een hoger niveau tillen en zorgen voor een onvergetelijke ervaring. Met zijn rijke geschiedenis, prachtige architectuur en romantische sfeer is Rome de perfecte setting voor een sprookjesachtige bruiloft. Laat een ervaren ceremoniemeester jullie helpen bij het plannen en coördineren van elk aspect van jullie speciale dag, zodat jullie zorgeloos kunnen genieten van het begin tot het eind.
Betoverende trouwfoto's in Venetië
Venetië, de stad van de liefde, biedt een betoverende achtergrond voor jullie trouwfoto's. Van de schilderachtige grachten tot de prachtige historische gebouwen, Venetië is een romantische en pittoreske locatie voor het vastleggen van jullie speciale momenten. Laat een professionele fotograaf jullie begeleiden door de smalle steegjes en langs de iconische bezienswaardigheden van Venetië, zodat jullie voor altijd kunnen terugkijken op deze magische dag.
Stijlvolle bruidsjurken in Milaan
Trouwen in Italië Milaan staat bekend als de modehoofdstad van Italië en biedt een scala aan stijlvolle bruidsjurken voor elke bruid. Van klassiek en elegant tot modern en gedurfd, Milaan heeft voor elk wat wils als het gaat om trouwjurken. Laat je inspireren door de nieuwste trends en ontwerpen en vind de perfecte jurk die past bij jouw stijl en persoonlijkheid. Stralend in een prachtige bruidsjurk loop je vol vertrouwen het huwelijksbootje in.
Feestelijk trouwfeest op Sicilië
Sicilië, het prachtige eiland in de Middellandse Zee, biedt een ideale setting voor een feestelijk trouwfeest. Met zijn schitterende stranden, historische bezienswaardigheden en heerlijke keuken is Sicilië de perfecte bestemming om jullie huwelijk te vieren met vrienden en familie. Dans onder de sterrenhemel, geniet van lokale specialiteiten en creëer samen onvergetelijke herinneringen die jullie voor altijd zullen koesteren. Sicilië belooft een bruiloftsfeest om nooit te vergeten.
0 notes
Text
‘Gare du Nord. Belgische en Nederlandse kunstenaars in Parijs (1850-1950)’ van Eric Min: zwier en vakmanschap
Tumblr media
In Gare du Nord beschrijft auteur, essayist en criticus Eric Min (1959) hoe kunstenaars uit de Lage Landen — schilders, schrijvers, musici en fotografen — onweerstaanbaar werden aangetrokken door Parijs, van 1850 tot 1950 het onbetwiste epicentrum van de toenmalige culturele wereld. De vaste debarkeerplek voor al dat vreemd gebroed was het luisterrijke treinstation Gare du Nord, nog steeds het eindstation voor wie vanuit het noorden Parijs aandoet. Gare du Nord wekt op meeslepende wijze het mythische Parijs van weleer tot leven en vertelt een tijdloos verhaal van talent en opportunisme, succes en mislukking, vriendschappen en intriges, feesten en fiasco’s.
Een boeiende cultuurgeschiedenis schrijven, met een stad als uitgangspunt, kan Min als de beste. Met De eeuw van Brussel. Biografie van een wereldstad, 1850-1914 (2013) en, samen met Gerrit Valckenaers, De klank van de stad. Een cultuurgeschiedenis van Venetië (2019) leverde Min al twee sterke cultuurhistorische stadsbiografieën af. Ook zijn uitstekende biografieën over James Ensor, Rik Wouters en Henri Evenepoel kregen veel lof en gelden inmiddels als standaardwerken over de desbetreffende kunstenaars. Min komt met andere woorden beslagen op het ijs wanneer het gaat over een eeuw laaglandse geschiedenis in Parijs.
Dat vrij veel sleutelfiguren uit zijn voorgaande boeken opnieuw hun opwachting maken in Gare du Nord, is onvermijdelijk. In de periode die Min afbakent zijn er immers een handvol incontournables. Tegelijk slaagt Min  er moeiteloos in herhalingen te vermijden en diept extra, meer persoonlijke informatie op, specifiek gericht op het Parijse leven van de betrokkenen, of richt zijn blik op vandaag compleet vergeten figuren die toch een belangrijke stempel hebben gedrukt op de kunstgeschiedenis.  
Gare du Nord, Mins eerste boek onder de Pelckmans-vlag, is op veel vlakken een meer dan verzorgde uitgave. Het coverbeeld — een bewegingsonscherpe foto van Ata Kandó met gejaagde passagiers op een mistig perron van het Gare du Nord in 1957 — nodigt meteen uit om een duik te nemen in la folie de Paris. Op de gekartonneerde binnenflappen, staan twee stratenplannen met genummerde cirkeltjes: een van Rive Gauche en een van Montmartre. De plannetjes vooraan worden achteraan herhaald (wellicht voor wie over de helft zit).  Een legende duidt de pleister- en/of woonplaatsen van enkele personages in het boek. Gare du Nord  is een gebonden editie, maar helaas zonder leeslinten (wat meer handzaam was geweest, gezien het grote aantal noten achterin het boek). In totaal zijn er 15 hoofdstukken, telkens opgesplitst in kleinere subhoofdstukken. Verder is er een voorwoord, een dankwoord, een zeer uitgebreide bibliografie voor de meerwaardezoeker, bijzonder uitvoerige noten (met 45 pagina’s, bijna 1/10 van het boek), een omvangrijk namenregister en 3 keurige beeldkaternen, in kleur en zwart-wit, met reproducties en foto’s.
Parijs, zo stelt Min,  is gedurende die eeuw van explosieve creativiteit ‘een smeltoven’, ‘een infernale machinerie. Een draaikolk. De navel van de planeet’. Om deze boude woorden te staven, vliegen in het voorwoord de cijfers in het rond. Zo zocht Min onder (veel) meer op dat ruim een derde van alle belangrijke beeldend kunstenaars, waar ook ter wereld geboren, tussen 1850 en 1899 naar Parijs is getrokken. Of om met Joseph Roth te spreken: ‘Parijs is de hoofdstad van de wereld.’ Het bereik van Gare du Nord gaat nog vijftig jaar verder en beperkt zich tot Belgische en Nederlandse kunstenaars die in Parijs voor een substantiële tijd hebben gewoond, geleefd en gewerkt. De verhalen van deze Belgo-Hollandais zijn volgens Min te mooi om ze niet te vertellen.
Na 1950 is de aantrekkingskracht van de Lichtstad aan het tanen, concludeert Min. Nadien ligt het artistieke brandpunt van de wereld in New York of in Berlijn, ‘tot het grote nergens-en-overal van het wereldwijde web uiteindelijk de winkel overneemt.’ Min verzamelt de petites histoires, maar doet er alles aan om het puur anekdotische te overstijgen. Zijn doel is duidelijk: ‘Herinneren. Niet loslaten. Opslaan in ons gemene geheugen.’ En inderdaad, soms waait er een zweem van nostalgie door Gare du Nord heen, maar  Min is vakkundig genoeg om niet in de vroeger-was-alles-beter-val te trappen en is zijn boek lang een nauwgezette en feitelijke chroniqueur.
Gare du Nord wil een prettig leesbaar naslagwerk zijn, maar heeft geen ambities om exhaustief te zijn. De meest voor de hand liggende namen komen uiteraard aan bod: Félicien Rops, Kees van Dongen, Antoine Wiertz, Piet Mondriaan, Hugo Claus, Vincent Van Gogh, Frans Masereel, André Baillon en Georges Simenon, om er maar een aantal te noemen. Noodgedwongen heeft Min moeten selecteren. Karel Appel en Corneille, bijvoorbeeld, moeten zich tevreden stellen met een terloopse vermelding, wat deels terecht is want beide kunstenaars vestigden zich in Parijs in 1950, op de valreep van het tijdsbestek van Gare du Nord. Wat in het oog springt, is hoe weinig vrouwen ter sprake komen, een jammerlijk gemis waar ik hieronder nog op terugkom.
Aan de andere kant passeren ook minder bekende namen de revue, wat van Gare du Nord een leerrijk en instructief werk maakt. Min verdient alle lof om deze vergeten kunstenaars uit de diepste plooien van de kunstgeschiedenis op te duiken. Johan Barthold Jongkind bijvoorbeeld, die zich in Montmartre Jean Baptiste noemde en zich niet alleen op het canvas liet gelden, maar ook en vooral in zijn stamkroegen, broeihaarden van creativiteit en de ontmoetingsplaats bij uitstek voor bevriende kunstenaars. Of een vergeten meester als Alfred Stevens, de Brusselaar die rond 1900 kon terugblikken op een schitterende carrière en een uiterst mondain leven. De door Min vaak aangehaalde Charles Baudelaire (‘onze geliefde kwelduivel’) drijft de spot met Stevens omdat die volgens de dichter-criticus steeds hetzelfde schildert (i.e. zijn eigen vrouw). Ook de bijzondere relatie tussen de uit Den Haag afkomstige Frederik Kaemmerer en de kunsthandelaar Adolphe Goupil is bijzonder boeiend.
Over Kaemmerer schrijft Min: ‘Geen cliché gaat hij uit de weg, maar altijd doet hij dat met zwier en vakmanschap.’ Een uitspraak die naar mijn gevoel evenzeer geldt voor Gare du Nord. Min heeft overduidelijk een enorme hoeveelheid research gedaan: hij dook in talloze archieven, doorploegde ontelbaar veel correspondenties en verslond een massa egodocumenten en historische werken. Hij geeft net voldoende historische context, waarbij bredere historische stromingen gekaderd worden (zo is er bijvoorbeeld een interessant stuk over prostitutie in het negentiende-eeuwse Parijs). Dat Min erin slaagt al die kurkdroge data en informatie naadloos te verwerken in een levendige, vloeiende tekst, tilt Gare du Nord naar een hoger niveau van geschiedschrijving. Het Parijs van toen komt waarlijk tot leven: de energie, panache en flair spatten bij momenten van de bladzijden.
De grote levendigheid van Gare du Nord is ook te danken aan Mins vinnige, bruisend-intuïtieve schrijfstijl. De ondertoon is essayistisch en licht ironisch, de zinswendingen zijn soms bloemrijk en hoogdravend. Dat zijn taal bij momenten opzwelt van het pathos, zal niet bij iedereen in de smaak vallen. Over Wiertz bijvoorbeeld klinkt het: ‘Er woont een horzel in zijn hoofd, een beestje dat Ambitie heet en geen maat kent. Wild om zich heen schoppen, hard werken en veel boterhammen eten is de boodschap.’ Het veelvuldig gebruik van het majesteitelijk meervoud, het geregeld direct aanspreken van de lezer en het letterlijk aankondigen van of herinneren aan bepaalde personages, later of vroeger in ‘dit boek’, zal evenmin iedereen bekoren. Deze drie hebbelijkheden staan samen in één zin over Rops: ‘Onthoud die naam, lezer; verderop in dit boek lopen wij deze man nog tegen het lijf.’ Dergelijke zinnen zullen voor sommigen het ouderwets leesplezier verhogen, anderen zullen er zich aan ergeren.
Zoals gezegd, Gare du Nord is noodzakelijkerwijs een selectie, maar het lukt Min nauwelijks zijn persoonlijke voorkeuren onder stoelen of banken te steken. Het mooie openingshoofdstuk over Wiertz bijvoorbeeld, is een verderzetting van het korte stuk over de Elsense excentriekeling in De eeuw van Brussel, waarin Min schetst hoe Baudelaire Wiertz afdeed als ‘een megalomane bluffer, een charlatan die alleen in de smaak valt bij de Engelse toeristen.’ Met een liefdevol portret poogt Min deze denigrerende woorden tegen te spreken. Een ander grandioos hoofdstuk handelt over Félicien ‘Fély’ Rops. Min baande zich een weg in diens circa vijfduizend zwierig geschreven en geïllustreerde brieven, waarin de Naamse kunstenaar uitvoerig bericht over zijn galante avonturen en zijn verbijsterende potentie. Rops verlaat Namen voor de Parijse zusjes Aurélie en Leontine Duluc en voelt zich als een vis in het water in Parijs, ‘het laboratorium van de moderniteit’. Dit hoofdstuk is met zoveel zwier geschreven dat Min het vermoeden doet rijzen dat er in de toekomst nog meer van zijn hand over Rops zal verschijnen.
Ook Émile Verhaeren krijgt een mooi hoofdstuk, met onder meer een beklijvende schets van zijn vriendschap met Stefan Zweig, zijn rol bij Les Vingt en de ontstaansgeschiedenis van het bekende groepsportret ‘La lecture’ van Théo Van Rysselberghe. Het deel over de schilderwerken van Henry van de Velde is minstens even sterk. Vader Guillaume is de roeping van zijn zoon genegen en spoort samen met hem in oktober 1884 richting Parijs: ‘Henry wil er met eigen ogen zien wat de impressionisten er hebben aangericht.’ Het gebruik van de voornaam bij de verwijzing naar enkele favorieten duidt onderhuids eveneens op een zekere voorkeur. Naar Van Dongen bijvoorbeeld wordt dan weer een enkele keer met ‘mijnheer Van Dongen’ verwezen.
De passages over André Baillon, Frans Masereel en Georges Simenon verraden evenzeer een uitgesproken voorliefde voor het werk van deze grootheden. Het siert Min dat hij zijn passie en eruditie niet enkel voor de grote namen inzet. Zo werpt hij zijn licht op inmiddels nobele onbekenden zoals illustrator Privat Livemont, componist Guillaume Lekeu (‘Even stopt de planeet van de kunst met draaien.’, schrijft Min over de dood van de musicus) en de flamboyante schilder Henry de Groux, die weigerde te exposeren in de buurt van de ‘miserabele’ Zonnebloemen van Van Gogh en van de weeromstuit Les Vingt verliet.
Mins zwak voor het experimentele blijkt uit de passussen over de Antwerpenaar Jozef Peeters (‘de aanvoerder van de lokale avant-garde in de havenstad’), de proto- en postdadaïst Clément Pansaers, de totaal vergeten Antwerpse schilder Jules Schmalzigaug, die in Parijs in de ban raakt van het werk van de Italiaanse futuristen en E.L.T. Mesens, organisator van de eerste surrealistische tentoonstelling in België. Wat de letteren betreft breekt Min een lans voor marginale schrijvers zoals de Nederlandse dichter Israël Querido alias Théo Reeder en de in 1906 samen met kompaan Jean Ray naar Parijs vluchtende Paul Kenis, die zijn bohémienjaren in de Lichtstad beschreef in De roman van een jeugd (1914).
Kiezen is verliezen, ten bewijze het onevenwicht tussen mannelijke en vrouwelijke kunstenaars in Mins keuze. Het is bedroevend om te zien hoe weinig vrouwen een hoofdstuk toebedeeld krijgen in Gare du Nord. Nergens wordt dit pijnlijke manco geduid of verantwoord. Toegegeven, op het einde van de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw stonden vrouwelijke kunstenaars in de schaduw van hun mannelijke collega’s, als minnares, leerlinge, model of beschermelinge. Tot op het einde van de negentiende eeuw hadden vrouwen vaak geen toegang tot kunstonderwijs. Nochtans waren er behoorlijk wat laaglandse vrouwelijke kunstenaars actief in de Gare du Nord-periode, waarvan er een handvol bovendien in of vanuit Parijs opereerden. Of zoals historica Eliane Gubin, meer dan twintig jaar geleden al liet optekenen: ‘Dès qu’on cherche, on trouve.’ Hoe komt het dat deze kunstenaressen nog steeds niet op hun mérites worden beoordeeld? Hoe lang laten onderzoekers en kunsthistorici hen nog links liggen?   
Via Piet Mondriaan treedt — godzijdank — een belangrijke kunstenares als Marthe Donas op de voorgrond, die zich gelukkig mag prijzen met een bezield hoofdstuk. De andere vrouwen in Gare du Nord doen echter eveneens hun intrede ‘via’ een man: Camille Platteel via haar ‘intellectuele alter ego’ en minnaar Félix Fénéon, Georgette Leblanc via Maurice Maeterlinck en Elly Overzier via Hugo Claus. Een boeiende fotografe als Ata Kandó komt in het laatste hoofdstuk summier aan bod, maar opnieuw in het kielzog van mannen, meer bepaald Ed van der Elsken en Simon Vinkenoog (ze stond model voor een bekende Parijse metrofoto van Van der Elsken, haar eerste echtgenoot, in Vinkenoogs romandebuut Zolang te water uit 1954). Ik, om maar iemand te noemen, had graag veel meer geweten over deze intrigerende kunstenares en, bij uitbreiding, een groter aantal vrouwelijke kunstenaars uit de vergetelheid willen gelift zien. Dat vrouwen onvoldoende gerepresenteerd zijn in klassieke kunsthistorische overzichten mag niet verbazen. Maar net om die reden, om een alternatieve en verfrissende blik te krijgen, die verder kijkt dan de mannelijke canon, grijp je naar een boek als Gare du Nord. Hoewel dit bevlogen overzichtswerk op verdienstelijke wijze vergeten kunstenaars in het voetlicht plaatst, is de onevenwichtige selectie wat vrouwelijke kunstenaars betreft niettemin een zwaktebod.
Eric Min: Gare du Nord, Pelckmans, Antwerpen 2021, 468 p. ISBN 9789463104838
0 notes
charleshaddonspurgeon · 11 months
Text
Voor Iedere Dag | Ochtend Overdenking Maar Mijn dienaar Kaleb, omdat in hem een andere geest was en hij erin volhard heeft Mij na te volgen, hem zal Ik brengen in het land waar hij geweest is, en zijn nageslacht zal het in bezit nemen. (Numeri 14:24) Lees verder 2 Timotheüs 1:1—7. Ik wil, voor God, dat we allemaal het kenmerk van een goede geest hebben, de geest van het geloof, de geest die God neemt op Zijn Woord, die Zijn belofte leest en weet dat het waar is. Hij die deze geest heeft zal de Heere snel volkomen volgen. Ongeloof is de moeder van de zonde maar geloof is de verzorger van het goede. Meer geloof, Heere! Meer eenvoudig en kinderlijk geloven in een kostbare Verlosser! Dan verwekt een trouwe geest altijd een zachtmoedige geest en een zachtmoedige geest altijd een moedige geest. Ze zeggen dat de vlier het zachtste hout heeft, maar toch is er vroeger ergens opgeschreven dat Venetië gebouwd is op palen van een vlier omdat die nooit zouden rotten. Zo zal de zachtmoedige man die zacht en geduldig is moedig volhouden terwijl hij zichzelf beschermd tegen alle aanvallen van de vernietigende tegenstander. De ware gelovige heeft ook een liefdevolle geest als gevolg van Jezus’ genade. Hij heeft God lief en daarom heeft hij Gods volk en al Gods schepselen lief. En naast deze liefdevolle geest heeft hij ook een ijverige geest. Zo geeft hij en zo wordt hij uitgeput voor God, dit verwekt in hem een hemelse geest. Zo probeert hij in de hemel te leven en van de aarde een hemel te maken voor zijn medemensen, gelovend dat hij snel een hemel voor zichzelf heeft en ook voor hen aan de andere kant van de rivier. Zo’n geest had de goede Kaleb. We kunnen hem niet navolgen tot we zijn geest krijgen. We zijn dood tot God ons levend maakt. O, dat Zijn Heilige Geest ons, zoals we zijn, naar Jezus wil leiden zodat we naar Hem op zullen zien en Hem zullen smeken dat Hij Zijn grote verbondsbelofte zal vervullen — “Ik zal u een nieuw hart geven en Ik zal een nieuwe geest in uw binnenste geven” (Ezechiël 36:26). Ter overdenking De Heilige Geest woont in elke ware gelovige (Romeinen 8:9; 2 Timotheüs 1:14), maar Paulus vind het nog steeds nodig om Timotheüs te herinneren aan de soort geest die God ons gegeven heeft (2 Timotheüs 1:7). Zijn de vruchten van de Geest zichtbaar in jou leven (Galaten 5:22—23)? Preek 538,1 november 1863
0 notes
madeliefkrans · 1 year
Text
ik snap dat mijn vader altijd zei dat ik mijn kamer, ons huis uit moest. dat dromen niet genoeg was. dat het leven mooier was dan mijn fantasieën. destijds ergerde ik me aan zijn uitspraken. ik snap het nu.
we lijken op elkaar, natuurlijk. hij schreef ooit dat hij als tiener, jongvolwassene droomde om modeontwerper te zijn. maar dat hij daar niet volledig voor durfde te gaan. ik zie hoe hij melancholisch wordt van lichtjes in de avondstad, ik zie hoe hij huilt om dramedies.
mijn moeder wilde met hem trouwen omdat dat praktisch was voor haar werk. hij vroeg haar alsnog ten huwelijk op een bankje in venetië.
de dromer, romanticus in mij, komt van hem.
ik snap dat hij mij gunde oog in oog te staan met alles wat buiten mijn comfortzone lag.
in plaats daarvan was ik bang, en keerde ik me naar de wereld in mijn computer. ik neem het mezelf niet kwalijk, die online wereld bood steun die ik offline niet kon vinden. ik vormde vriendschappen, maakte herinneringen, ontwikkelde mijn talenten. maar ik heb online maar enkele keer verweven met offline. ik hield het gescheiden. nog steeds.
wat sindsdien is veranderd, is dat mijn leven naast het internet verrijkt is.
als zestienjarige leerde ik nauwelijks levenslessen. ik voelde andermans ogen branden in mijn rug, vooral die van mijn ouders. ik voelde me niet vrij om fouten te maken, om te experimenteren. ik schaamde me, voor alles. ik was onzeker, over alles.
wat als ik was uitgekomen voor een van mijn vele verliefdheden? het meisje uit de vierde klas, de jongen met oranje in zijn groene ogen, de langharige punkdrummer, de bioloog naast me in de klas.
wat als ik was uitgekomen voor waar ik me zorgen over maakte? het stikken onder de zorg van mijn moeder, haar borstkanker, mijn zelfbeeld, mijn broertjes.
het verleden dient niet, dat weet ik. nu, tien jaar later, houd ik mijn zestienjarige mij vast, en zeg ik tegen haar: ik snap dat je bang ben, dat mag, het is spannend. het spijt me dat je niet het gevoel hebt dat je mag groeien. je bent goed genoeg, je bent compleet. altijd al geweest, en dat ga je altijd zijn. ik weet dat je denkt dat het niet beter wordt, maar dat wordt het wel. en hoe, lief meisje, en hoe.
0 notes
peterpijls1965 · 2 years
Text
Tumblr media
Tajiri: een Limburgse samoerai uit Los Angeles
Op 22 november 2014 nam ik in Venray met mijn zoon de bus naar Venlo om daar de vier Wachter-beelden van Shinkichi Tajiri op de Maasbrug te bezoeken. Ik maakte die tocht ook omdat Elmer Yuuki een Japanse moeder heeft. Ik was benieuwd wat hij zou vinden van de Venlose bewakers van Tajiri, zelf nooit een echte Japanner.
Tajiri werd in Los Angeles geboren als kind van Japanse immigranten. Zijn vader was de laatste telg uit een samoeraifamilie. De beelden op de Maasbrug stellen ronin voor; samoerai zonder meester; negen meter hoog en alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdenkend, maar ook waarschuwend tegen geweld en agressie.
Dat wilde ik mijn zoon laten meemaken, en ik meen dat hij de beelden begreep, zonder dat ik in de bus naar Venlo veel toelichting had gegeven. Het had geloof ik nog heel wat voeten in aarde voordat Venlo de wereldberoemde kunstenaar uit Baarlo kon betalen. Koningin Beatrix onthulde de Wachters uiteindelijk in 2007. De brug zag zwart van de mensen. De kleine Tajiri werd gezien, hij kreeg applaus, en dat moet hem goed hebben gedaan.
In Los Angeles kreeg de jonge Shinkichi met racisme te maken. Hij was een Jap. Amerikaanse Japanners werden in de Tweede Wereldoorlog geïnterneerd omdat ze als een vijfde colonne van mogelijke verraders werden gezien, zo ook Tajiri en zijn familie. Hij nam dienst in het leger om te ontsnappen, werd in Italië in zijn been geraakt door een Duitse sluipschutter, en kon weer thuis in Amerika niet meer aarden. Hij was nog steeds die Jap. Zijn droom om vliegtuigingenieur te worden gaf hij op. Hij besloot dat het de kunsten gingen worden. Alleen zo zou hij kunnen ontsnappen aan raciale vooroordelen, meende hij.
Hij deed een jaar het Art Institute in Chicago, vertrok in 1948 naar Parijs om daar les te nemen bij beeldhouwer Ossip Zadkine. Hij ontmoette prominente Nederlandse Cobrakunstenaars en vooral zijn latere vrouw Ferdine Jansen, zelf kunstenaar, maar ook avonturier en feministe. Zij leerde de stille Tajiri lassen. Daar zou hij later uitgebreid zijn voordeel mee doen, en niet alleen om de 9 meter hoge Wachters in Venlo te maken van gietijzer.
Hij kreeg 2 dochters met ´Ferdi Tajiri´, Ryu en Giotta, en kwam via Amsterdam in 1962 in kasteel Scheres in Baarlo terecht, waar hij zijn hele leven zou blijven werken aan een wereldberoemd geworden oeuvre van beelden, maar ook van foto´s, schilderijen en films. In Parijs maakte hij in 1955 een film over blowen, wat hij zelf graag deed. The Vipers kreeg een legendarische status en is nog steeds online te bekijken.
Met zoon Elmer hing ik een half uur rond op de brug in Venlo om de roestige beelden te fotograferen. Daarna gingen we shoppen in een skatezaak, en vlaai eten op een terras. Op weg terug naar Venray, in de bus, las ik op Elmers mobieltje wat Tajiri bedoelde met de ronin-beelden op de Maasbrug: `Zij drukten mijn behoefte uit om mij te zuiveren van de gruwelen van de oorlog.´
Tajiri moet zich thuis hebben gevoeld in Limburg, tot zijn dood op 85-jarige leeftijd in 2009 – hij was toen koud een jaar Nederlands staatsburger. In Baarlo alleen al zijn 6 beelden van hem te vinden, raadselachtige knopen, en ooit hoorde ik het mogelijk apocriefe verhaal dat hij wel grafmonumentjes ontwierp voor gewone mensen, begraven op het plaatselijke kerkhof. Verder ging hij nooit voor 5 uur ´s ochtends slapen en keek hij in een torenkamer van het kasteel op de televisie veel naar baseballwedstrijden, terwijl hij wiet zat te roken.
Zijn productie en successen mochten er zijn. Tajiri vertegenwoordigde Nederland tijdens de Documenta´s van 1959 en 1965, en tijdens de Biënnale van Venetië, in 1962. Zijn beelden staan op Schiphol, bij Paleis Noordeinde, in het Utrechtse Hoog Catharijne en in de beeldentuin van het Kroller-Muller. In Berlijn werd hij in 1969 docent aan de Hochschule der Kunste. Daar begon hij met fotograferen, waarvan ik het resultaat ooit zag in het Maastrichtse Bonnefantenmuseum.
Enigszins tot mijn verbazing wordt Shinkichi Tajiri wel gezien als Cobrakunstenaar. Zijn zentuin bij het Cobramuseum mag er wezen, maar ik denk dat Tajiri op de eerste plaats een ontwortelde oorlogsveteraan was die als een ronin zonder meester moest gaan zwerven om in kasteel Scheres in Baarlo de rust en de ruimte vinden om te excelleren als de stateloze archeoloog van de ziel die hij was.
Over zijn tijd als Amerikaans soldaat, vechtend in Italië, zei hij ooit: ´Wij moesten vechten tegen de beste mannen: de SS´ers.´ Dat was bijna een ironische speling van het lot, want Japan kon het destijds nogal goed vinden met nazi-Duitsland. Het kon de Duitse sniper kennelijk niet deren. Tajiri genas een half jaar in een ziekenhuis in Rome van de schotwond.
In het Japans betekent Shinkichi onder meer ´verandering´ en ´nieuw maken´. Mogelijk koos zijn vader, de laatste telg uit een samoerai-geslacht, voor die naam, bijna als een opdracht. Kort voor zijn dood, op zijn sterfbed in het ziekenhuis van Venlo, kreeg de geslaagde zoon uit Los Angeles bezoek van een Limburgse journalist die hem voor de laatste keer kwam interviewen. Ik herinner me dat ik het artikel in de plaatselijke krant destijds met belangstelling las. Ik bewaarde het niet, maar de journalist vroeg de Baarlose kunstenaar, die aan alvleesklierkanker leed, ongeveer of hij iets tekort was gekomen in zijn leven. ´Ik had graag wat langer willen zijn´, antwoordde Shinkichi Tajiri. Hij stierf uiteindelijk thuis als kasteelheer en poortwachter van Baarlo.
Foto: Elmer Pijls.
0 notes
Text
Vogels, vissen
Zet de radio uit. Je hoort niets nieuws. De stilte wacht geduldig af. Vouw de krant dicht. Hij was oud voordat hij werd gedrukt. Zoek niet, deel niet, duim niet tot je vierkant ziet. Zet eindelijk het scherm op zwart.
Ik ben net zo bang als jij, net zo bezorgd voor iedereen die ik niet missen kan. Ik had ook gespaard voor andere dingen: verre reizen, eerste hulp bij een gebroken hart, een auto die wat vaker start.
Maar: in Wuhan hoor je vogels zingen. Boven China was de lucht nog nooit zo blauw. In Venetië zien ze vissen in het helderste water sinds tijden.
De kunst van leven was altijd dezelfde: ongevraagd komen, ongewild gaan, intussen doen wat je het liefste doet, vrede sluiten met je lot.
Sluit de voordeur. Zet de tuindeur open, voel de zon op je gezicht. Denk voor je uit wat niemand hardop durft te zeggen: wij zijn een virus dat een virus heeft gekregen.
Ingmar Heytze (1970)
11 notes · View notes
fassanda · 5 years
Text
Anna’s Eindejaarslijstje
Tumblr media
Naam: Anna Drijver
Leeftijd: 36
Beroep: Actrice en podcast host
Meest memorabel moment van euforie onder invloed in 2019?:  Een zoon eruit persen in een ochtendje, vier dagen high AF van geweest. Beste gevoel ooit.
Meest aangename verrassing in 2019?: Dat mensen over de hele wereld enthousiast werden van Undercover, over onze Brabantse XTC-handel.
Ik heb voor het eerst ....... In 2019?: Een podcast opgenomen voor 100 man publiek, erg gezellig.
Beste reis(spot) in 2019?: De kunstbiënnale in Venetië. Efteling voor volwassenen.
Beste collabo(s) in 2019?: Noah Baumbach en Adam Driver
Beste aankoop in 2019?: M’n droomhuis.
Meest hinderlijke social mediapersonality in 2019?: Alle verantwoorde mama’s die hun kinderen en baby’s spullen laten aanprijzen.
Top social mediapersonality in 2019?: Jameela Jamil, Maradonnie en Vjeze Fur
Beste televisie/YouTube programma uit 2019?: Tussen kunst en kitsch, zoveel ingehouden emoties en onderliggende familiespanningen.
Beste influencercampagne uit 2019?: Vjeze met z’n boek
Domste influencercampagne uit 2019?: McDonalds met een doos met iets van kip waar iedereen opeens blij over ging doen?
Domste Vice artikel uit 2019?: Bezoek aan de slechtste spray tan salon, maar dat het eigenlijk helemaal niet slecht was. En dat de interviewer heel gek ging doen tegen de eigenaresse die gewoon chill was.
Beste meme uit 2019?: 
Tumblr media
Beste klantenservice in 2019?: T-mobile, maar ik zit daar m’n halve leven dus ik vermoed dat ze een poster van me hebben daar met ‘be nice to this person’ omdat ik zoveel geld aan ze kwijt ben.
Nepste klantenservice in 2019?: Belastingdienst
Beste podcast uit 2019?: No Such Thing as a fish, twee keer bij een live show geweest dit jaar. Genieten. Laura H. en natuurlijk Camera Loopt, de afleveringen met publiek erbij.
Beste Instagram(profiel, post) uit 2019?: Jameela Jamil, Tim den Besten en Ward Hair
Gemiste kans in 2019?: Ajax-Tottenham Hotspur, pijn pijn pijn.
Beste artikel in 2019?: Over hoe iemand van de AIVD een USB stick installeert in Iran, door Huib Modderkolk in de Volkskrant. Polderspionage.
Beste expositie in 2019?: Te weinig gezien, het Belgische paviljoen op de biënnale in Venetië was tof, erg melig wel.
Grootse deceptie in 2019?: Trump, als je denkt dat het niet erger kan zinkt hij tóch nog dieper.
Het meest hoopvolle in 2019?: AOC Alexandra Occasio Cortez
Persoonlijke overwinning in 2019?: Verbouwing aangepakt.
Gezelligste feestje in 2019?: Toen ik 10 jaar samen was met m’n vriend Benja
Gezelligste festival in 2019?: Geen festivals gepakt met m’n zwangere buik, maar ik miste Appelsap het meest.
Beste concert in 2019?: Janne Schra
Tofste clips uit 2019?: Anouk New Day, dat inrijden steeds, magisch.
Beste film(s) uit 2019?: Midsommar, niet gedacht dat zoveel naars zo louterend zou werken. Ik liep de bios uit en voelde me gereinigd. A Marriage Story
Beste documentaire uit 2019?: Wild Wild Country, dat waren nog eens tijden.
Beste boek uit 2019?: Laura H.
Muzikale hoogtepunten uit 2019?: Sevn Alias - Herres en de Ajax liefde
Muzikale dieptepunten uit 2019?: Kanye West
Nepste bitch in 2019?: Klaas Dijkhoff, door die giletten lijkt hij constant in een ontgroeningscommissie van het corps te zitten.
Beste bitch in 2019?: Greta Thumberg
Doelstellingen voor 2020?: Focus houden, geen energie verspillen aan mensen en dingen die pointless en negatief zijn.
Uitkijken voor ....... in 2020?: De Russen.
1 note · View note
heymanschloe · 5 years
Text
FILM “THE JOKER”
Op zaterdag 16 november ben ik in de Kinepolis in Brussel naar “The Joker” gaan kijken. De film kreeg op IMDb een score van 8,7/10, wat toch veelbelovend is. En ja hoor, achteraf gezien ben ik heel blij dat ik deze film ben gaan kijken. Volgens Todd Phillips, de scenarist en regisseur, is dit een anti-superheldenfilm. De acteur die de rol van Joker vertolkt, nl. Joaquin Phoenix, doet het top! Hij speelt de rol echt goed! Hij beschrijft het leven als een komedie, leeft als straatariest maar wordt volledig uitgemaakt en Joker valt dan ook te omschrijven als een compleet doorgedraaide loner waarmee we medelijden creëen doordat hij niet geapprecieerd wordt in de harde maatschappij omwille van zijn mentale achterstand. Hij leeft als straatartiest maar als het blijkt dat dit hem het leven hierdoor alleen maar zuurder maakt, ontpopt hij tot een psychopatische clown die alles en iedereen die hem niet aanstaat gewoon kapotmaakt. Dit alles gebeurt in een totaal krankzinnige omgeving, die beschreven wordt als de wereld zoals die vandaag de dag is, maar dan helemaal uitvergroot. Dit is de thuisbasis van superheld Batman, die ook gelinkt wordt aan deze film als aartsvijand van Joker. Joker is meerduidig, omdat hij naast de angstaanjagende en compleet doorgedraaide clown ook heel erg kinderlijk is, wat de film toch wel een humoristische toets geeft. Doorheen heel de film staat Joker centraal en dat zorgt ervoor dat we medelijden krijgen met hem. Hij is niet in staat contacten te leggen, en moet overleven op medicatie die hem rechthoudt ondanks al de tegenslagen die hij ervaart, althans blijft hij niet eeuwig recht. Vanaf het moment dat de druppel de emmer heeft doen overlopen, was alles plots helemaal om zeep.
Tumblr media
Ik wil ook graag heel even mijn mening geven over een kort stukje van een recensie die ik vond op Geekster, geschreven door Olivier Olbrechts:
“Zazie Beetz (Atlanta, Deadpool 2) speelt de buurvrouw van Arthur. Haar verhaallijn is helaas de enige die me niet kon bekoren. Haar acteerprestaties zijn top, maar naar mijn gevoel is haar verhaal overbodig.”
Ik persoonlijk vind dit niet echt overbodig. Als haar rol nog verkleind zou worden, heeft dit misschien als effect dat het beeld van Joker te cliché gaat overkomen en dat de film daardoor langdradig kan aanvoelen.
Dat deze film een topper is, werd bewezen ook! De film won maar liefst de Gouden Leeuw op het filmfestival in Venetië.
Persoonlijk vind ik, en dit is in meerdere recensies terug te vinden, deze film zeker Oscar-waardig! Een topper van formaat!
1 note · View note
joostjongepier · 2 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
Wat?   Neushoorn (Rhonocerus) door Albrecht Dürer (1515), Neushoorn door Johann Gottlieb Kirchner, Meissener Porzellan Manufaktur (1731), Clara in Middelburg in Pieter Boddaert: Aantekeningen van allerhande nature (1742), Clara in Mannheim (1747), Clara in Parijs door Jean-Baptiste Oudry (1749), Klok met neushoorn als drager door J.J. de Saint-Germain (1755), Neushoorn toegeschreven aan Peter Antoon Verschaffelt (1765-1770) en Neushoorn door Pozellanmanufaktur Frankenthal (1765-1770)
Waar?   Tentoonstelling Clara de neushoorn in Rijksmuseum, Amsterdam
Wanneer?   30 september 2022
Clara was een Indische neushoorn. Haar moeder werd gedood toen ze slechts een maand oud was. Zij werd in huis genomen door de directeur van de VOC-vestiging in Bengalen tot zij in 1740 naar Nederland werd verscheept.
Tot Clara in juli 1741 in Rotterdam voet op Europese bodem zette, bepaalde Albrecht Dürers houtsnede Rhinocerus uit 1515 hoe men op ons continent dacht dat een neushoorn eruitzag. De daarop afgebeelde neushoorn werd begin zestiende eeuw naar Lissabon verscheept. Dürer had het dier zelf niet gezien, maar baseerde zich op beschrijvingen en een tekening van een onbekende kunstenaar. De afbeelding bevatte een aantal foute anatomische details (zoals een huid van harnasachtige platen en een extra hoorntje op de rug). Nog in 1731 produceerde de Meissener porseleinfabriek een neushoorn voor de porseleinen dierentuin van de hertog van Saksen die was gebaseerd op de houtsnede van Dürer.
Zodra Clara in Nederland was aangekomen, werd ze tentoongesteld. De belangstelling voor het exotische dier was overweldigend. Een jarenlange toer door Europa volgde en overal stonden mensen in de rij om Clara te zien. Toen zij op 1 augustus 1742 tentoon werd gesteld op de Dam in Middelburg, kwam advocaat Pieter Boddaert meteen naar haar kijken. Hij plakte het aanplakbiljet dat in de stad was verspreid in een notitieboek. Hij vermeldde erbij dat de afbeelding niet klopte met de neushoorn die voor hem stond. De afbeelding was dan ook nog gebaseerd op de houtsnede van Dürer.
Clara werd tijdens haar leven bestudeerd door wetenschappers en afgebeeld door kunstenaars. Zij werd een ware beroemdheid. De afbeeldingen van Clara begonnen het langzamerhand te winnen van de Rhinocerus van Dürer. In Venetië schilderde Pietro Luonghi in opdracht twee schilderijen van Clara met vooraanstaande families.
In 1747 verscheen een nieuwe prent van Clara. Daarop zijn ook haar eigenaar, voormalig VOC-kapitein Douwe Jansz Mout, en het schip waarop Clara naar Europa werd verscheept afgebeeld.
Ervaren dierenschilder Jean-Baptiste Oudry schilderde in 1749 een levensgroot portret van de beroemde neushoorn. Ze kijkt de beschouwer recht aan. In werkelijkheid is het zicht van een neushoorn echter beperkt.
Bronsgieter en klokkenmaker Jean-Joseph de Saint-Germain maakte exclusieve klokken voor de elite. Na haar bezoek aan Parijs in 1749 gebruikte hij een beeld van Clara als drager van zo’n klok, staand op een muziekdoos.
Op 14 april 1758 stierf Clara op eenentwintigjarige leeftijd. Ze had haar hele leven nooit een andere neushoorn gezien. In 1758, kort na haar dood, maakte hofkunstenaar Peter Antoon Verschaffelt een natuurgetrouw marmeren beeld van Clara. De porseleinfabriek in Frankenthal verkocht porseleinen beeldjes van het beroemde dier die waren gebaseerd op het werk van Verschaffelt.
3 notes · View notes
johndstuff03 · 5 years
Text
Maandag 30 september 2019
Vanmorgen om een uur of 6 ging het alarm af... hadden we de wekker gezet? Gingen we ergens heen?  Nee het was niet de wekker en we gingen ook nergens speciaal naar toe... het was Bailey die begon te grommen. Annecy kwam tot leven... mensen weer op weg, na een heerlijk weekend, naar hun werk... lopend of met de auto.
Annecy ontwaakt en wij dus ook. We doen lekker rustig aan maar zetten eerst de camper in een straat even verder dan waar we nu staan. Morgen is het marktdag en moesten dan sowieso al verkassen. John had tijdens het uitlaten een perfecte plek gezien met uitzicht op de markt dus helemaal prima. Goed gedaan schatje! We hadden gisteren het plan omvat om te gaan fietsen... mooi plan maar daar bleef het bij. Eerst maar even wat boodschapjes doen en ontbijten. Bloggen zat er gisteren niet meer in dus de ochtend is al aardig gevuld.
Na het ontbijt en het plaatsen van de blog gaan we op weg naar het meer. We zijn net de hoek om... zegt John : " het is toch wel warm "🙄. Zal ik niet een korte broek aantrekken en een andere trui ?  “Hahaha ...ja doe maar. Jij hebt het altijd snel warm”. Dus weer terug naar de camper, omkleden... na deze valse start op weg naar het meer en het park. Daar kunnen de Dameshond even lekker uit de "poten". Wat een verschil met gisteren zeg. Gisteren kon je over de koppen lopen. Was iedereen massaal naar het park, het meer en het pittoreske stadje gekomen om te genieten van een vrije dag en het lekkere weer. Vandaag kon Annecy weer ademhalen... niks geen massa's dagjesmensen, overvolle parken en promenade. Vandaag hadden we het park voor ons zelf... nou ja op een handje vol inwoners en toeristen na dan... De Dameshond kunnen in het park lekker los lopen en vooral Bobbie geeft even lekker gas. Die moet echt even haar energie kwijt en holt even haar benen uit haar lijf. Bente vind het altijd leuk om achter de duiven aan te rennen en Bailey geniet altijd als ze aandacht krijgt van andere mensen. Dus.... alle 3 in hun element! Maar ook het water lonkt... lekker lopen langs het muurtje bij de waterkant. Valt Bailey nog bijna in het water ,,,hahaha. Ze liep op een steen die wat afliep en gleed een beetje uit... Gisteren waren we langs een plek gelopen waar de honden konden spelen, pootje baden en zwemmen dus zijn daar op ons gemak naar toe geslenterd.
Wat een heerlijke plek voor de Dameshond. Vooral Bente is niet te houden. Die begint van top tot staart te rillen en te piepen en wacht tot je een stok in het water gooit. Die is dan voor niks bang. Als je die vergelijkt met mensen heeft zij diploma C...haha, alleen reddingszwemmen zal wat moeilijk gaan... Bobbie is wat meer de onbenul. Die zwemt/loopt ergens heen waar ze de kant niet meer op kan. En Bailey, zolang die maar grond onder haar poten voelt vindt zij het ook prima. Zo klaar Dameshond...we gaan weer terug... we lopen naar het oude stadje. Nog even genieten van een lavendelijsje.. .kunnen jullie onderweg mooi even opdrogen en opwarmen. Het water is tenslotte toch wel koud.
Annecy, we hebben nog lang niet alles gezien. De combinatie van het ‘Venetië-achtinge’ karakter, met het meer erbij en het gebergte op de achtergrond is echt geweldig.  Ook in het oude centrum geen of weinig toeristen en dagjesmensen. Dit is de stad zoals het er normaal aan toe gaat. Alle ruimte om te lopen en gelijk aan de beurt voor een heerlijk lavendelijsje ... Zo zou het vaker moeten zijn....Ook deze stad voelt als een warme jas...
We lopen weer langzaam terug naar de camper.  Het is toch wel warm geworden en tijd om iets anders aan te trekken.. .Ik heb nog een paar leuke gympen gescoord. We doen niet aan souvenirs dus dit is een goede ‘vervanger’. John moet eigenlijk ook nog een paar andere schoenen of gympen.  De Toms die hij nu heeft kunnen echt niet meer. We hebben zo veel gelopen dat die helemaal versleten zijn...Daar gaan we straks wel naar kijken! Eerst even relaxen met een kopje thee en omkleden... Het relaxen duurde iets langer dan we dachten.  We zijn even in slaap gesukkeld net als de Dameshond... omkleden hoefde niet meer ...hahaha, het was inmiddels weer wat afgekoeld.. .even na 17:00 uur gaan we weer richting stad. We besluiten onze laatste avond in Annecy nog uit eten te gaan. Het is nog lekker weer. We krijgen allemaal berichten uit Nederland dat daar de herfst al is ingetreden en willen dat voor ons zo lang mogelijk uitstellen en nog zo veel mogelijk genieten van de zon en de lekkere temperatuur...Als we nu verder trekken richting het noorden dan is het gedaan...
Lopend door de winkelstraat zag ik een leuke winkel met mannenkleding. “Kom schatje, hier gaan we even naar binnen”... John had al tijden niets leuks voor zichzelf gekocht.  Ik keek elke dag naar “dezelfde” man... nou ja dat is logisch, maar naar mijn man maar dan steeds met dezelfde kleren. John wilde al heel lang een donkerblauwe houtje-touwtje jas en laat die daar nou hangen. En ook nog in de juiste maat en pasvorm.... “staat je prachtig schat, doen!”... het was een leuke winkel met heel veel keuze en de juiste pasvorm dus we verlieten voldaan de winkel met een paar nieuwe gympen, een jas en wat shirts...Heb ik weer bijna een ‘nieuwe’ John...
We zouden een hapje gaan eten, maar besloten toch maar om eerst de tassen terug te brengen. Die hadden we anders mee moeten slepen naar het restaurantje en naar het park om de hondjes voor het slapen gaan nog even de poten te laten strekken. Dus even op en neer. Zo ver is het allemaal niet en voor onze beweging ook goed... John heeft gelijk een nieuwe outfit aangetrokken ...haha die was helemaal in zijn nopjes. Op naar ons ‘galgenmaal’. Even rond gelopen of we een leuk plekje konden vinden en ja hoor... gevonden! Naast een beekje waar het water vanuit het meer van Annecy doorheen stroomt, in het oude centrum. Een sfeervol plekje en een beetje beschut. ‘S avonds begint het hier toch ook wel aardig af te koelen.
John had trek in mosselen en ik nam een typisch streekgerecht, een soort van kaasfondue maar dan van een bergkaasje met wat salade, ham, worst, aardappeltjes en stokbrood.  Heerlijk...we namen echt even lekker de tijd en lieten het ons goed smaken. We hebben zoveel om blij mee te zijn, dat we dat vooral niet voor vanzelfsprekend houden en er zo nu en dan heel bewust bij stil willen staan. Zo dat was even serieus... haha!
Eenmaal thuis was iedereen moe. De Dameshond vielen gelijk in slaap en wij ook niet lang daarna.
Het was een heerlijke afsluiting (...zo voelde het) van de vakantie.. We hebben nog 3 dagen om terug te rijden, maar dat wordt denk ik vooral doorbrengen in de camper.
2 notes · View notes
inge-universe · 2 years
Photo
Tumblr media
#currentlyreading Deel 2 Vaar naar Venetië Manon Bergen - Serie In het diepe #manonborgen @manonborgen @booksbymanon #manonborgenauteur @zomerkeuning #zomerenkeuning @kobo_nl @kobobooks #inhetdiepe #inhetdiepeserie .......... Ik lees deze serie met @bookstagrammersnl Wie leest er mee? #inhetdiepereadalong Wie heeft ze al gelezen? Wat vond je er van? .......... 1 Reis naar Rouen ‘Reis naar Rouen’ van Manon Borgen is het eerste deel van haar In het diepe-serie. Als Lilian na haar verbroken relatie bijna verdrinkt in liefdesverdriet, boeken haar ouders een cruise door Europa voor haar. Lilian vindt het niks, ze blijft liever alleen thuis! Ze besluit om haar ouders tevreden te stellen tóch op reis te gaan, maar aan boord heeft ze meteen een confrontatie met de irritante Oliver. Dit wordt een ramp… 2 Vaar naar Venetië ‘Vaar naar Venetië’ is het tweede deel van de In het diepe-serie van Manon Borgen. Lilian heeft eindelijk een meevallertje: haar irritante reisgenoot Oliver blijkt toch wel mee te vallen en Lilian begint zijn gezelschap zelfs steeds meer te waarderen. Het brengt haar in de war; ze had de liefde immers afgezworen. Maar de mysterieuze Oliver lijkt nogal wat geheimen met zich mee te dragen. Is het dan toch te mooi om waar te zijn? Benieuwd hoe het verhaal van Lilian verdergaat? Lees dan ook ‘Breng me naar Barcelona’. 3 Breng me naar Barcelona 'Breng me naar Barcelona’ is het derde en laatste deel van de In het diepe-feelgoodserie van Manon Borgen. De laatste week op Lilians cruise is vol emotie. Als afleiding besluit ze zich te richten op haar to-dolijst en te genieten van de rest van de cruise. Maar dat is nog niet zo makkelijk… Op haar laatste dag in Barcelona zet een onverwachte ontmoeting haar leven totaal op z’n kop. ............ #bookstagrammer #bookstagram #bookstagramnl #bookstagrammers #boekstagram #instabook #dutchbookstagram #instaboek #bookaholic #dutchbookstagrammers #dutchbookstagrammer #boekenwurm #booktrovert #feelgood #diversiteit #diversiteitinboeken #bookmail #boekenpost #bookpost #ikhouvanboeken #reiskoort #feelgoodserie #feelgoodreizen https://www.instagram.com/p/CfytyLwtfV-/?igshid=NGJjMDIxMWI=
0 notes
micheltaanman-blog · 3 years
Text
Tof hostel Venetië
Ik sprak zittend voor cafe Florian op het San Marco plein een man , die terwijl hij zijn vriendin nog eens bijschonk zei : ik heb met mezelf afgesproken dat ik “haar” minstens een keer per jaar meenemen naar Venetië om hier bij Florian en fles witte wijn leeg te drinken op het leven – Salute ! Klein verhaaltje , ik werd er blij van . De kans dat je hem  en haar tegenkomt is ook klein maar wat kan…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
truckingrave · 4 years
Text
Storing onderweg | 18 losadressen | XL VLOG 2/2 | Vlog #17 | Italië | Trucking | Leven op wielen
Tumblr media
In deze video vervolgen we onze rit vanaf Venetië, om uiteindelijk alle 18 adressen te hebben bezorgd. Echter staat er na het laatste losadres een onaangename verassing te wachten, waardoor een bezoek aan @DAF Trucks NV noodzakelijk is. Het eerste deel van deze vlog vindt je hier: https://www.youtube.com/watch?v=q9BtNv9EOY4 Als je het leuk vindt om op te hoogte te blijven van de uploads, dan kun je (gratis) abonneren op het videokanaal via deze link: https://www.youtube.com/c/Levenopwielen. #Italië #trucking #breakdown 🎵 Song: LiQWYD - Coffee 🎵 Music provided by Vlog No Copyright Music. Video Link: https://youtu.be/7dr-iLW5dhA 🎵 Song: AWN - From The Seaside 🎵 Music provided by Vlog No Copyright Music. Video Link: https://youtu.be/tyxv6SAflK8
This content was originally published here.
0 notes
Tumblr media
Maddalena Casulana (1544-1590) was een Italiaanse componiste, luitist en zangeres tijdens de late Renaissance. Door haar talent was ze de eerste vrouwelijke componist die een boek met haar muziek publiceerde in de geschiedenis van de westerse muziek. Over haar leven is weinig bekend, behalve dat ze haar muziekeducatie kreeg in Florence, waar ze haar eerste composities schreef. Haar eerste eigen madrigaalboek publiceerde ze in Venetië en bevat vierstemmige madrigalen. Ze was bevriend met Isabella di Medici en wijdde muziek aan haar. Haar muziekstijl is gelijkwaardig aan het vroege werk van Luca Marenzio en de madrigalen van Philippus de Monte. Ze gebruikte vooral contrapunt en chromatiek, maar vermeed de extreem experimentele stijl die componisten uit Ferrara hanteerden. Casulana’s melodische lijnen zijn zangerig en wijden veel aandacht aan de betekenis van de tekst, met voorkeur voor dramatische dialogen in haar polyfone vocale werken. In totaal zijn er 66 werken van Casulana die vandaag nog overleven. 
0 notes