Tumgik
#subcultuur
jurjenkvanderhoek · 2 years
Text
TEGENKULTUUR LEGT SUBCULTUUR BLOOT
Tumblr media Tumblr media
De onlangs overleden kunstenaar en radiomaker Willem de Ridder schreef nog een wervend voorwoord voor het verzamelboek “tegenkultuur”. De oprichter van de Amsterdamse clubs Paradiso en Melkweg, en redacteur van meerdere tijdschriften zoals Hitweek, was voor de samenstellers Jan Pen en Peter Sijnke het juiste karakter om hun uitgave te dragen. “Het is verbazingwekkend om terug te kijken naar die zestiger jaren waarin zoveel gebeurde in mijn leven”, begint De Ridder zijn verhaal. En laat tot slot weten het heel leuk te vinden “om te zien dat de kranten die ik maakte en waaraan ik meewerkte voor velen een inspiratiebron bleken te zijn.” In het boek “tegenkultuur” vind ik Nederlandse underground-tijdschriften uit de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw, die de ‘vrije geest’ die Willem de Ridder voorstond uitdroegen. Het boek opent voor publiek de omvangrijke verzameling posters, tijdschriften en pamfletten van bewegingen als Provo, Kabouter, underground en punk die Jan Pen vanaf de jaren 90 heeft opgebouwd. Historicus Peter Sijnke zet Nederland voor de duur van één hoofdstuk terug in de jaren 60. Een voor jongeren rumoerige periode die door ouderen met lede ogen werd aangezien.
Om de jaren 1964 tot 1976, waarin de Nederlandse underground-publicaties door auteurs Pen en Sijnke worden belicht, juist te kunnen duiden is het boek een gegronde handleiding. De lezer gaat terug in de tijd en ziet aan dat het rumoer in eerste instantie een vriendelijk karakter heeft. In onze ogen nu vragen we ons af waar de vaders en moeders zich toen zo druk om hebben gemaakt. Maar ja, er gebeurde natuurlijk wel het een en ander. De maatschappij leek op de kop te staan, alles moest anders, niets zou bij het oude blijven. Om de fles te ontkurken en er de geest uit te laten ontsnappen hadden de jongeren meer nodig dan enkel de verbindende muziek. Die duivelse popmuziek die wel geen blijvertje zou zijn zoals de klassieke muziek dat wel was, zo werd gedacht. Maar de tijd leerde anders. De muziek van toen is de klassieke vorm van de moderne muziek nu. Niet alleen de jongeren waren debet aan de veranderingen, de hele maatschappij wijzigde van de conservatieve koers en ging het pad op van overdadige consumptie, het rupsje nooit genoeg gevoel.
Tumblr media
Er was een grote groep jongeren, want de babyboom had gezorgd voor meer dan voldoende aanwas van onderop. Die babyboomers en de in de oorlog geboren kinderen vormden samen in de jaren 60 de protestgeneratie. De televisie opende de wereld in de huiskamers, zoals later het internet de wereld tot in alle uithoeken ontsloot. De jongeren leerden andere culturen kennen en zagen de maatschappij voor hun ogen veranderen. Niets was meer onbereikbaar, alles kon en moest kunnen. Het verzet tegen de gevestigde orde werd groter naarmate de ogen opengingen, vrije tijd ruimschoots voor handen kwam en door brommende mobiliteit de actieradius groter werd. De jeugd had tijd om zich te vermaken, zich te formeren en opstand te organiseren. In zelf uit te geven kranten en bladen kon men zich gezamenlijk uiten, het was een bron van creativiteit en zorgde voor zaad waaruit chaotische standpunten ontkiemden.
Tumblr media
Door het samenvoegen van ideeën en deze vervolgens te publiceren werd het protest en vervolgens de revolutie ondersteund. Dat klinkt nu erger dan dat het toen bleek te zijn. Er was veel grond voor verzet, genoeg basis om het anders te doen. Anders dan dat het normaal gesproken was. Er kwam oproer, er was onvrede. Allemaal op een gemoedelijke manier zo scheen, maar onder die bloemenkinderen broeide het. Met het boek ‘tegenkultuur’ kunnen we nu nostalgisch terugkijken op die tijd. In de herinnering komt een melancholie naar die periode naar boven. De jaren dat we dachten dat alles anders zou gaan daarna, dat de jaren 60 de drempel zou zijn naar een nieuwe wereld, een betere aarde.
Tumblr media
In ’tegenkultuur’ worden de strijders van het eerste uur ondervraagd. Peter J. Muller, Willem de Ridder en Marjolein Kuijsten kijken terug en halen in een vraaggesprek herinneringen op. Hoe het zover is gekomen, wat hun bijdrage aan het geheel was en vooral hoe zij met het opzetten en in de markt brengen van geprinte periodieken gezorgd hebben voor een zet in de hun ogen goede richting. De andere richting dan dat de gevestigde orde voor ogen had. Eerst werden er muziekbladen opgezet, omdat muziek toch een verbindende factor bleek, het cement om de muur tussen jong en oud te metselen. De legendarische kranten Hitweek en Aloha worden in het boek breed uitgemeten. Maar onder de top van die ijsberg waren legio meer publicaties die een kort dan wel lang leven waren beschoren.
Tumblr media
Voor iedere richting en elke stroming binnen de jeugdcultuur was wel een krantje. Er waren erbij met een grote oplage, andere hadden een kleiner verspreidingsgebied. De één met slechts 1 nummer waarna de uitgave een stille dood stierf, andere met meerdere nummers die uitkwamen. De creativiteit aan teksten en vooral afbeeldingen borrelde en bloeide in de diverse bladen. Opvallend is dat vele ervan nauwelijks een redactie hadden, maar vooral waren opgezet om de mening van de jongeren te ventileren. Een ieder kon een bijdrage leveren, die ongecensureerd en zonder eindredactie werden gepubliceerd. De publicaties vormen nu een historische bron om die periode in de geschiedenis op waarde te kunnen schatten.
Tumblr media
De Nederlandse underground-publicaties die in het boek worden beschreven konden door de grote collectie van Jan Pen overvloedig van beeldmateriaal worden voorzien. Het geeft een interessant beeld van de grote mate aan creatieve geesten die achter de bladen hebben gezeten. En niet enkel was er protest dat een gedrukte stem kreeg, ook werden er andere thema’s en onderwerpen aangeroerd. Was de underground in de late jaren 60 een compacte scene, in het begin van de jaren 70 viel de groep uit elkaar in thematische groepen die elk weer een eigen orgaan in het leven riepen. Het geheel bleek een lappendeken van groeperingen met verschillende opvattingen, motivaties en doelen. In het boek maakt de verzamelaar een selectie uit de grote veelheid van thema’s en publicaties. Zo gaat hij in op de voor jongeren uiterst belangrijke zaken als seks, drugs, strips en spiritualiteit. Maar ook stipt Pen de vrouwenbeweging, homoseksualiteit en het onderwijs aan.
Tumblr media
De uitgave ‘tegenkultuur’ geeft een verdiepend beeld van een zoektocht naar een ruchtmakend decennium in de Nederlandse samenleving, die dan misschien niet zozeer een omwenteling teweeg heeft gebracht maar ook nu nog veel tongen losmaakt. Het boek mag een standaardwerk heten en zou niet mogen ontbreken in de boekenkast van iedere babyboomer die nu pensionado is. Want het is zeker een boek voor de jeugd van toen, die er nu tal van nostalgische herinneringen in kan ophalen. Wanneer ik op zolder kijk vind ik nog uitgaven van toen en kijk ik met plaatsvervangende schaamte naar de plaatjes van Tante Leny Presenteert en Modern Papier. Maar toen destijds vrat ik de Spruiten, het maandelijks mannekensblad. Er is veel herkenning, maar er zijn ook nieuwe ontdekkingen. ‘tegenkultuur’ legt de subcultuur van de jaren 60 en 70 bloot. Ik lust er wel pap van.
tegenkultuur. Nederlandse underground-publicaties 1964-1976. Jan Pen en Peter Sijnke. Uitgeverij Koninklijke van Gorcum, 2022.
1 note · View note
Text
‘Exces’ van Persis Bekkering: rave als de ultieme utopie
Tumblr media
Dat Persis Bekkering (1987) indringend over klassieke muziek kan schrijven bewees ze reeds met veel overtuiging in haar debuut Een heldenleven (2018). Met opvolger Exces stort ze zich op een geheel andere soort muzikale beleving: de rave, een subcultuur die op het einde van de jaren 1980 begon tijdens illegale massabijeenkomsten in verlaten fabriekspanden, tunnels en weilanden. Raves ontstonden als eindeloze dansfeesten op het helse ritme van beukende technobeats, aangedreven door de nieuwe drug XTC.
Exces peilt naar de bron van de ravebeweging en de plaats die ze vandaag, zeker in de nasleep van de coronacrisis, nog kan innemen. In vijf hoofdstukken vertelt Bekkeringhet verhaal van Nim, een ongeremde ravester van het eerste uur, een dansende natuurkracht die op alle vlakken het onderste uit de kan wil halen en op zoek is naar vertier, vrijheid en loutering. Over een periode van meer dan dertig jaar, van 1988 tot 2020, en vanuit de invloedrijke techno-epicentra Amsterdam, Berlijn, New York en Londen is Nim de meest fervente volgelinge van een geloofsovertuiging die zich enkel laat belijden op de dansvloer.
In een column op Hebban stelt Bekkering dat rave zich vanaf het begin manifesteerde als utopie, als de uitbundige exponent van een ongebreideld geloof in een nieuwe toekomst. Sterker nog, voor haar is rave ‘de laatste utopie’, meteen ook de titel van het tweede hoofdstuk van Exces én van een uitstekende podcastreeks waarin ze dieper ingaat op het fenomeen. Bij het ontstaan van de ravecultuur — de zomer van 1988, de zogeheten ‘Second Summer of Love’, wordt steevast als startpunt gezien — waren de allesomvattende ideologieën en utopieën van de twintigste eeuw tenslotte verdwenen.
Het was een tijd van grenzeloos vooruitgangsgeloof, multiculturele idealen, economische voorspoed en eindeloos optimisme, een periode die raver-filosoof en ‘Laatste utopie’-interviewee Jannah Loontjens, bijzonder treffend heeft beschreven in haar boek Roaring nineties (2016), onmiskenbaar een inspiratiebron voor Exces. Naar het einde van het millennium toe vonden ravers bevrijding op de dansvloer, net zoals fin-de-sièclekunstenaars zich verloren in esthetisch genot. Er bloeide een gemeenschapsgevoel, een gedeelde amor fati. Voor Bekkering is rave als utopie ‘een viering van collectiviteit’, maar zonder heldere politieke standpunten. Een utopie voor de vorm, zeg maar.
Bekkering — zelf een verwoed raver — beseft maar al te goed dat er veel vastgeroeste ideeën bestaan over rave, clichés die de beweging opzijzetten als hersenloos hedonisme, waar het vooral draait rond niet-gecompliceerde composities met weinig intelligente teksten, overmatig drugsgebruik en snelle seks. Maar zoals ze schrijft in een recensie van twee recente Duitstalige romans (Rainald Goetz’ Rave en Thomas Meineckes Helblauw) is rave voor haar een ‘staat’, een ‘ervaring’. Wie het ravegevoel wil beschrijven aan wie er nog geen beleefde, moet net die directe ervaring, het beleven zélf, weten te vangen in woorden. In de eerder vermelde column schrijft Bekkering dan ook dat ze niet een zoveelste roman over de ravebeweging wilde schrijven, waar het clubleven de achtergrond van het verhaal vormt, zoals in Het licht (2012) van Jeroen van Rooij of Sirius (2020)van Allard Schröder. Haar ambitie reikt verder: ze wil rave oproepen in taal. Dat is een behoorlijk hoog gegrepen premisse, een belofte die Exces naar mijn gevoel maar gedeeltelijk kan inlossen.
In een verantwoording achterin schrijft Bekkering dat Exces begon als een hedendaagse hervertelling van Frank Wedekinds toneelstuk Lulu (1894), schitterend verfilmd als Die Büchse der Pandora door Georg Wilhelm Pabst in 1928 met de legendarische Louise Brooks in de hoofdrol. Wedekinds ‘gruweldrama’ ademt hetzelfde fatale fin-de-sièclegevoel uit als Bekkerings ‘laatste utopie’. Lulu vormt een soort geraamte voor Exces:de structuur in vijf akten en de hoofdpersonages (met licht aangepaste namen, op Rodrigo na: Schöne/Schöning, Alfa/Alwa, De Zwart/Schwarz, de Schaar/ Schigoch, de Gnoom/Dr. Goll) zijn de narratieve ankers. Maar het is in eerste instantie de fragmentarische en episodische opbouw van Lulu, zonder strak uitgewerkte plot en met veel herhalingen (in elke akte sterft een van Lulu’s minnaars bijvoorbeeld), die voor Bekkering het ideale vehikel is om het ravegevoel in een roman te gieten. Rave is voor de auteur van Exces immers‘een herhaling van nu’s, waarin er enkel een intens heden bestaat.’De ondertoon is dat we vastzitten in een repetitief heden, zonder echt toekomstperspectief. Niets gaat vooruit, alles herhaalt zich en de toekomst boezemt angst in, zo schrijft Nim en citeert in dat verband de Britse filosoof Timothy Morton: ‘The end of the world has already happened.’
Exces doet geen moeite om te verhullen een Entwicklungsroman te zijn, de lezer maakt Nims bewustzijnsontwikkeling mee van op de eerste rij. Net als Lulu is Nim een amoreel, seksueel roofdier, met een woelige en duistere jeugd. Exces start in het Amsterdamse atelier van de kunstschilder De Zwart, in 1988, wanneer Nim 18 jaar is en danseres wil worden. Ze heeft enkele sugar daddies of ‘verzorgers’, zoals zij ze zelf noemt: de bankier Schöne (die haar uit ‘het asiel’ haalde), diens zoon Alfa (een Jan Fabre-achtige choreograaf, inclusief metoo-beschuldigingen), de Gnoom (een arts met een ballet-fetisj bij wie Nim woont) en meest recent De Zwart, die haar introduceert tot drugs (‘de nieuwe wereld in de gedaante van een klein, rond blauw pilletje’) én housemuziek.
Nim voelt ‘louter instinct’ wanneer ze op techno danst. De prille minnaars raken steeds meer in de ban van acid house, waar De Zwart lyrisch over is: ‘Zweet druipt van de lichamen, druipt van het plafond. Kletsnat ben je. Mensen met allerlei achtergronden in unieke saamhorigheid, verbonden in extase. […] Dat is acid house. Dat is vrijheid. Het is de toekomst.’ Het is in dergelijke passages dat Bekkering rave invoelbaar weet te verwoorden. Een ander sterk voorbeeld is de openingsscène van het tweede hoofdstuk, waarin Nim de beruchte Berlijnse club Walfisch verlaat.
Helaas zijn er andere passages waar Bekkering stilistisch uit de bocht gaat. Het openingshoofdstuk bijvoorbeeld, dat bol staat van houterige dialogen, heeft niet alleen iets theatraals, maar ook een hoog Turks fruit-gehalte. De seksscènes zijn —in tegenstelling tot bij Jan Wolkers — zo gekunsteld dat ze bijna ridicuul worden. Ook de lange monoloog die de toiletdame (‘de ideale vlieg op de muur’) van een Londense ‘ballentent’ afsteekt, in een soort bargoens dat vermoedelijk Cockney moet oproepen, zal menig Vlaams lezer op de lachspieren werken (‘het loopt hier van tievestein’, ‘helemaal waus’). Dergelijke passussen maken van Exces te veel een geaffecteerde roman.
Het gemaniëreerde van Exces uit zich ook in enkele vreemde kronkels in de plot — als die er al is, want net als in Lulu zitten er heel wat losse flodders bij de verhaallijnen. Het slot van het tweede hoofdstuk, waarin Nim en Schöne Fennesz (zoals De Zwart heet in het Berlijn van 1992) van de dood proberen te redden, is verwarrend en weinig geloofwaardig (er ligt een dode in de badkamer, maar Schöne en Nim kijken naar de televisie). Of hoe de Schaar — Nims ‘eerste verzorger’ — plots opduikt in de Londense club en haar meest duistere geheimen onthult. En was het echt nodig om de drang tot herhaling zo expliciet te maken door twee personages op een toilet te laten sterven?
Exces wil veel ideeën overbrengen, maar dat is niet altijd even geslaagd. Bekkering heeft zich klaarblijkelijk ingelezen in verwante theorieën om haar stelling van ‘de laatste utopie’ te onderbouwen. Het integreren van denkers in het verhaal gebeurt soms wat gratuit: zo begint Nim voor te lezen uit Audre Lorde om een minnaar die haar oraal bevredigt op andere gedachten te brengen en legt Alfa lijntjes coke op de spiegelende cover van Sadie Plants cultboek Zeros + Ones (2016). Uit haar ongeplande wandeling in het New York van 9/11 blijkt Nims nihilistische en escapistische houding: 'Ze wil niet dat alles betekenis heeft, ze wil dat er dingen zijn die zinloos zijn, die gebeuren zonder dat zij daar beter van wordt. Daarin ligt het overschot, het ware exces.’ Nims gedachtegoed lijkt inderdaad vaak niet meer dan een lege huls. Zo komt ze geregeld de straat op om te betogen, maar waarvoor is niet helder, ‘als ze maar iets kan schreeuwen’.
Het hoogtepunt van al dat getheoretiseer is echter het laatste hoofdstuk, waarin Nim, inmiddels een vijftiger, in volle lockdown een lange mail aan Alfa schrijft. Ze stort ‘een boekenkast’ over hem uit en citeert uitvoerig denkers als Judith Butler, Mark Fisher en Jacques Rancière (Alfa’s favoriet) om haar nogal weeïge theorie over het ego in 2020 uit de doeken te doen. Boeiend allemaal, zeer zeker, maar het verlamt de spanningsboog van een verhaal waar al weinig rek op zit.
Bekkering zit met Exces als auteur stevig in het literaire zadel, maar vergaloppeert zich meer dan eens aan een te gezochte stijl. En zal ze aan de verleiding kunnen weerstaan om haar volgende roman evenzeer vol te stouwen met ideeën en theorieën?
Verschenen op: De Lage Landen, 25 augustus 2021
Persis Bekkering, Exces, Prometheus, Amsterdam, 2021, 272 p.
0 notes
kimonoshop · 4 months
Text
Onthulling Van de Charme Van Pastelkleurige Dameskimono Tegen Het Beste Budget
Als het op mode aankomt, toont dit snelle kostuum de klasse en gratie van de gebruikelijke Japanse kimono. De prachtige prestaties, de rijke culturele prijs en de verscheidenheid hebben modevolgers over de hele wereld aangetrokken. In veel variaties ziet de pastelkleurige dames kimono eruit als een prachtige mix van subcultuur en moderniteit, waardoor een stevige harmonie van kleuren en patronen ontstaat.
Tumblr media
Pastel Kleurige kimono voor vrouwen geven dit probleem goed weer, het gebruik van een eenvoudig palet van gedempte tinten om de eigenaar te versieren. Van helder karmozijnrood tot diepblauw, deze kimono’s zijn omhuld met prachtig tapijtwerk dat uitstekend geschikt is voor elk seizoen en dagelijks gebruik.
Een tijdloze traditie, een hedendaags ecosysteem
Kimono, geworteld in de Japanse levensstijl van de laatste eeuw, is niet langer alleen maar een
kledingstuk, maar aan de andere kant een manier van bestaan — een weerspiegeling van cultureel erfgoed en een uiting van kunst. Dames Kimono Pastel, voor vrouwen, combineert deze manier van bestaan met moderne stijl en geeft hedendaagse meisjes een nieuwe interpretatie van primaire schoonheid. Met modieuze silhouetten en ingewikkelde details eren deze kimono de subcultuur, zelfs door de geest van creativiteit te omarmen.
Tumblr media
Kimono-ambachten
Kimono Crafts is een liefdewerk dat precisie, potentieel en een diepe perceptie van cultuur vereist. Elke pastelkleurige kimono voor meisjes wordt met zorg gemaakt met behulp van deskundige vakmensen die gebruik maken van de reis van generaties om prachtige en unieke kleding te creëren. Van de goeroes tot de gecompliceerde schoonheid, elk naaiwerk vertelt een verhaal en verbindt het verleden met het moderne in een kunstevenement.
Variaties
Een van de boeiende dingen aan de pastelkleurige dames kimono is de variatie. Of ze nu worden gedragen met een broek voor een eigentijdse uitstraling of met een bekend lijfje voor een casual look, deze kimono gaan probleemloos over van dag naar nacht, van casual vertrek naar evenementen. Tijdloze betovering overstijgt tijdloze trends en maakt ze van fundamenteel belang voor modeliefhebbers.
Kimono Winke-ervaring
Voor degenen die dol zijn op pastelkleurige dames kimono, is een dagtocht als geen ander een aanrader voor kimono onderhoud. Hier, tussen de kasten versierd met prachtige materialen en complexe patronen, kun je jezelf onderdompelen in de trendy kunstwerken van de Japanse mode. Onze getrainde mensen staan klaar om klanten te daten via het wilskracht proces en zorgen ervoor dat elke kimono feilloos de trend en stijl van de drager laat zien.
Tumblr media
1 note · View note
peterpijls1965 · 2 years
Text
Tumblr media
Skinheadmeisjes. Brighton, 1980. Foto: Derek Ridgers.
Doc Martens met stalen neuzen
Skinheads, mods en punkers hebben me altijd geïnteresseerd. Niet alleen omdat ik een zwak had voor hun working class-roots, maar ook omdat alle jeugdige subculturen me op voorhand boeien. zolang ik maar geen lid hoef te zijn.
Eerlijk gezegd interesseren vooral de parafernalia van de subcultuur me. Dus schoenen, polo's, spijkerbroeken en leer. Mijn latente merkenfetisjisme dwingt me toe te geven dat het hier specifiek gaat om de firma's Doc Martens, Fred Perry en Evisu.
Mijn ook zelfopgelegde mentale beperkingen vernauwden mijn blikveld verder door alleen de lage zwarte Doc Martens met stalen neuzen te dragen.
Lang heb ik overwogen de neus van beide schoenen met een Stanleymes open te snijden omdat de combinatie van zwart leer met glanzend staal me aantrekkelijk leek. Toch deed ik het maar niet, omdat ik vreesde voor handgemeen in bepaalde Amsterdamse straten.
Polo's zijn wat mij betreft altijd van Fred Perry. Deze Britse tenniskampioen op Wimbledon en zijn klassieke polo veroveren tot op de dag van vandaag de harten van vele jongerengroeperingen.
Het begon zo'n beetje met leuke skinheads en eindigt als zwarte uitvoering de laatste decennia als groepsinsigne onder hardrechtsen, de laatste jaren vooral in Amerika. Daarom exporteert Fred Ferry geen zwarte polo's meer naar de VS.
In 1992 kocht ik in Kyoto een Evisu-jeans die ik nog steeds draag. Voor ik de trendsettende aansteller lijk te willen uithangen: Het is de enige echt acceptabele Evisu die ik ken en hun latere collecties konden bedenkelijk zijn.
0 notes
franciscovanjole · 2 years
Text
Ineens was ik in China
De vrolijke sfeer in de zaal sloeg om toen er onverwacht harde kritiek werd geuit op de makers van Gagaland
Het mooiste van het IFFR vind ik dat je de wereld kunt rondreizen zonder de stad te verlaten. Je denkt misschien dat kan altijd al met film of YouTube maar op het IFFR gaat de ervaring wel een tandje verder. Zondagavond zat ik in de volle zaal van Pathé 5 temidden van een groot aantal Chinezen die naar de wereldpremière kwamen van Gagaland, een film over een subcultuur die in China waanzinnig…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
nevasliteratuurblog · 2 years
Text
Tumblr media
Hallo daar
Het eerste boek dat ik ga lezen voor een boekopdracht is de Nederlandse vertaling van "On the Road"("Onderweg" is de naam van de vertaling) geschreven door Jack Kerouac, een Amerikaanse auteur. Volgens wat ik online gelezen heb en verteld ben door mijn leraar, gaat het over jonge mensen in de jaren 50 die leven op een nogal riskante manier, alsof elke dag hun laatste kan zijn. Ze zijn geobsedeerd door drugs, sex, schoonheid, jazz, en andere dingen die vooral tegenstrijdig zijn met wat gezien wordt als normaal. Dit boek maakt deel uit van het "Beat movement" en "Beat generatie", dit is een groep auteurs uit de jaren 50 en 60 die schreven over de afwijzing van standaard narratieve waarden. Later werdt er een subcultuur gevormd, "Beatnik", door mensen die leefden op de manier beschreven door de auteurs van de "Beat generatie".
Dat allemaal deed me gelijk denken aan het liedje "Sex, Drugs, Etc. - Beach Weather". Het is een goed nummer en past wel bij wat ik op dit moment weet.
Ik heb het boek besteld en zal er verder over schrijven wanneer ik meer dingen daar over te zeggen heb.
1 note · View note
reneleijen · 2 years
Text
F-game is "makkelijk, snel en zonder veel risico"
F-game is “makkelijk, snel en zonder veel risico”
In de wereld van digitale fraude, ook wel de ‘F-game’ genoemd, gaat het om ‘lebbers’, ‘zwaaiers’, ‘bonkers’ en ‘creamers’. Het Parool beschrijft hoe deze ‘criminele subcultuur’ ook banden heeft met de georganiseerde criminaliteit. Met die F-game worden immers bakken geld verdiend. Het risico is laag, het geld gaat op aan Rolexen, aan smartphones om (drillrap)clips op te nemen. Belscenario’s…
View On WordPress
0 notes
zannekinbond · 5 years
Text
Socialisme versus liberale subcultuur
Tumblr media
https://www.youtube.com/watch?v=fFydXHnpBtg
Che Guevara T-shirt wearer
You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of who he his. You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of what he did. You’re not interested in politics and you have no Cuban friends. You saw him on a jumper when you was just in Year 10. You didn’t know that he wasn’t a singer of a political rock band.  You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of who he his. You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of what he did.  You’re not interested in politics and you have no Cuban friends. You saw him on a jumper when you was just in Year 10. You didn’t know that his name was Ernesto until you looked it up on the net. You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of who he his. You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of what he did.  You’re not interested in politics and you have no Cuban friends. You saw him on a jumper when you was just in Year 10. You didn’t know that his name was Ernesto until you looked it up on the net. You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of who he his. You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of what he did.  You read he was a doctor and they cut off both his hands. You thought he was a singer of a political rock band You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of who he his. You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of what he did. You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of who he his. You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of what he did. You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of who he his. You are a Che Guevara T-shirt wearer and you have no idea of what he did. Read the full article
0 notes
mycosylivingroom · 3 years
Text
A cool subculture within the goths
Lolita culture.
Lolita (Japans: ロリータファッション, rorīta fasshon) is een modesubcultuur uit Japan, die voornamelijk beïnvloed is door victoriaanse kinderkleding en kledij uit de rococo-periode.[1][2][3][4][5][6][7] Lolita kenmerkt zich verder door de esthetiek van schattigheid.[8] De kledingstijl kan ingedeeld worden in drie substijlen: gothic, classic en sweet.[3][9][10][11][12] Daarnaast bestaan er nog talloze andere substijlen zoals Sailor, Pirate, Country, Hime (princess), Ero, Guro, Oriental, Punk, Shiro (wit), Kuro (zwart) en Steampunk Lolita.[13][14] Deze mode heeft zich ontwikkeld tot een veelgevolgde subcultuur in Japan en de rest van de wereld[15][16][17][18][19] en kan in de jaren 90 en de jaren 2000 in populariteit zijn afgenomen toen de mode in de jaren 2010 populairder werd.[20][21][22]
With this style you can also wear pastel colours and not just black perse
2 notes · View notes
thiskultneverdies · 4 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
battle vest of kutte een bijna heilig onderdeel van de subcultuur, vrijwel elke metalhead maakt er ooit wel een. dit is een manier om naar de buitenwereld te laten zien dat je bij de subcultuur hoort, en voor binnen de subcultuur om je plek hierin en je voorkeuren te laten zien. een metalhead kan aan het battlevest van een andere metalhead zien “wat voor soort” metalhead de anders is, en soms zelfs hoe lang iemand al lid is van de subcultuur 
2 notes · View notes
jeffreysc · 5 years
Link
– Ik keek een vrolijk reclamefilmpje, Rotterdam For Real heet het, waarmee de stad zich profileert als kandidaat voor Eurovisie 2020. Tientallen hippe mensen maken muziek, fietsen door de stad, zijn aan het barbecueën. Kortom, het plezier spat ervan af. Maar bijna niemand in het filmpje is wit.
1. Diversiteit is veel meer dan alleen etniciteit, maar ook: leeftijd en klasse. Ongeveer een kwart miljoen Rotterdammers zijn ouder dan 45. Waar waren die in het filmpje? En waar was de meerderheid van Rotterdammers die niet in de creatieve sector werkten, maar als agent of bouwvakker? Als je zo naar het filmpje keek, was het juist heel elitair
3. ‘Klassieke gentrificatie’, zegt Mohamud tegen de Amerikanen over Holy Smoke. Maar wacht even, voor bijna elke subcultuur of bubbel is er wel een kroeg in de buurt, Irakezen, Antillianen... en nog dus bijna 174 nationaliteiten. Allemaal best, maar gun mij dan ook m’n stek, toch?
4. En hoe superdivers is Rotterdam in praktijk eigenlijk? Is het wel zo’n goed voorbeeld? Ook in die ‘superdiverse’ stad zit iedereen gewoon in z’n bubbel, zoals dat gaat. 
5. ‘Duperdiversiteit’ een vertekenend frame. Het klopt dat autochtone Nederlanders niet langer de meerderheid vormen in Rotterdam. Maar het is niet zo dat de taartpunt nu is verdeeld in allerlei minderheden, waaronder toevallig ook een taartpuntje autochtonen. Nee, er mogen in de stad dan minstens 174 nationaliteiten rondlopen; toch bestaat bijna de halve taart uit autochtone Nederlanders.
5. Dat ‘superdiversiteit’ vaak juist geen feestje is ‘Hoe diverser de wijk, hoe onveiliger de bewoners zich voelen’, kopte NRC vorig jaar.
6.  Een treffend voorbeeld is de sloopdrift van de stad, om plaats te maken voor duurdere huizen. Er moeten meer rijken naar Rotterdam, dat is officieel beleid. Wijken ‘mengen’, heet het zelfs. Maar deze vermenging duwt juist mensen weg.
7. ‘Je moet de angsten van de witte mensen serieus nemen’ – zegt ook stadmaker Malique Mohamud. Doe je dat niet, dan komen er Trumpjes van, waarschuwt hij. 
1 note · View note
Text
De mens en kledij
De mens en kledij
categorie : mode en kledij
              Kledij is belangrijk
  De mens wordt naakt geboren, maar krijgt meteen een dekentje rond gewikkeld en tegenwoordig krijgt een pasgeboren baby dadelijk de eerste kleedjes aangetrokken die door de ouders werden meegebracht. Kledij heeft hier een dubbele functie: het biedt het pasgeboren kindje bescherming tegen de koude en het kan gezien worden als een…
View On WordPress
0 notes
nompyak47-blog · 7 years
Text
dilemma
Gothic of gabber: ik verkies gothic boven gabber. Ik luister meer progressieve metal rock muziek dan hardstyle. Gabber muziek staat bekend als de hardste en snelste techno of housemuziek  die er is. De bekendste europese Dj’s zijn Paul elstak en Dj rob. Ik vind Paul Elstak een geweldige man en ik luister soms naar zijn happy hardcore nummers, maar toch vind ik dat de gothic stijl beter bij mij past. Ik luister graag naar Marilyn Manson, metallica, dream theater. Ik speel graag ook nummers van hun omdat je jezelf helemaal kan los laten gaan op de drumstel. Ik vind wel dat het gedrag van Marilyn Manson niet goed is te praten. Hij komt over alsof hij weinig respect heeft voor christenen, de maatschappij,... Beide twee genres hebben goede kanten en slechte kanten. Het stereotype gabber zouden dus drugs en alcohol gebruiken, luide muziek spelen,  en scheren hun hoofd kaal. het stereotype gothics kleden zich helemaal zwart, hebben weinig gevoel, aanbidden de duivel etc.. Ik vind het belangrijk dat we zeker niet iedereen over 1 kam moeten scheren dus weet ik dat niet iedereen zo is. Deze twee verschillende stijlen hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze zich verzetten tegen de maatschappij door groepen te creëren om zich als een subcultuur te verenigen, omdat ze niet thuis voelen bij de hoofdcultuur. 
Tumblr media Tumblr media
0 notes
retecool · 7 years
Video
Bōsōzoku Sound Battle is Epic! Japanners, je moet gewoon wel van ze houden. Het is echt onvoorstelbaar hoe ze het elke keer weer voor elkaar krijgen om hypes te creëren die echt alleen maar in schimmige Japanse subculturen kunnen ontstaan.
0 notes
jeroenbevers · 8 years
Video
instagram
Videomapping show on NYE @ Subcultuur, Nijmegen 2017.
0 notes
brievenuitinnsbruck · 2 years
Text
Eid Mubarak
betekent zoveel als “Blessed feast/festival'”. Een beetje zoals we in Bertem zeggen: “Zaligen Hoogdag”. Deze toewensing leerde ik van Selma, een bevriende assistent neurochirurgie uit Sheffield. Ik stond in de lift van het appartementsblok waar ik woon (Reichenauerstrasse) met een zwaargebouwde zoon en zijn verlegen moeder. Hij keek mij open en vriendelijk aan. De moeder, keek naar de grond. Zij was waarschijnlijk al grootmoeder van zijn kinderen. Het was de dag van het Suikerfeest. Ik vroeg hem of ik hem nu proficiat moest wensen. Hij lachte kort. “Ja, dat kan je, veel dank”. Ik stuurde Selma achteraf om te vragen hoe en wat ik dan moest zeggen op zo’n moment. ‘Eid Mubarak’ blijkbaar. De groet van de moslims voor hun feesten. Ik zette direct mijn kennis om in de praktijk in de Spar van de kliniek, waar een gesluierde vrouw achter de kassa zette. Haar vriendelijke danken, bevestigde dat de term werkt.
Het Georgische boek dat ik momenteel lees is prachtig. Het is geschreven door een Georgische sterauteur die in Berlijn woont. Haratischwilli staat bekend om haar dikke boeken. Dikke boeken laten een gezapige tempo toe zodat over het verloop van 800 pagina’s zich de Georgische cultuur ontplooit. 
Een interessant woord/concept „Diebe im Gesetz“. Dit verwijst naar een groep criminelen, die ontstonden in de nasleep van de Sovjetunie. In de gevangenissen ontwikkelden de leiders van bendes tot op een niveau dat er een gehele organisatie achter zat. Bij het vrijkomen en zeker als Georgië dan onafhankelijk werd, konden die organisaties zich dan opwerpen als een soort „Robin Hood“. Ze hadden een hele subcultuur met gedragscodes.
Onder de begeleiding van een kaasplank en gekoelde, Oostenrijkse wijn werd er uitvoerig gediscussieerd in de boekenclub van senioren waarin ik hier terecht ben gekomen.
Tumblr media
Het werd in het algemeen als te lang, te oppervlakkig en te entertainend gevonden. Ze is opgeleid als regisseuse, misschien heeft dat er wel mee te maken. In elk geval is het een ideaal vakantieboek, meeslepend en melancholisch. Het is de ideale introductie tot de Georgische cultuur, maar het klopt, het is misschien net niet diep genoeg: het is de springplank naar verdere opzoekingen over Georgië, eerder dan dat je na het boek alles over Georgië weet. Op dit moment nog enkel maar in het Duits verschenen...
Ondertussen stijgt de inflatie in mijn eigen land en in Oostenrijk. Dit creëert nieuwe stromen en ideëen. Zaken die vroeger ondenkbaar waren, krijgen opeens een nieuw elan. Inflatie an sich is niet per se zo interessant. Maar het is weeral (een fenomeen dat ook bij COVID terug kwam) absurd te zien hoe dit onrechtvaardig het lijden verdeeld is: de ene (meestal voordien al de zwakkere) wordt veel harder getroffen als de andere.
Een aantal nieuwsartikels schreven hoe er zelfs mensen van profiteerden. Lees hier. Ook een interessantste samenvatting kwam van The Daily, in podcast-vorm.
In welke soort crisis we ook zitten (corona, oorlog, inflatie, nasleep oorlog of klimaat), lokaal eten en hiermee het respect voor de lokale boeren, is een blijver. Innsbruck vult zich elke weekenddag en feestdag met boerenmarkten waar de groenten uitgestald worden. De fietstochten door het dal tonen prachtige groene schakeringen van kolen, wortels en sla.
Het is al voor de tweede keer dat ik onder de indruk en van een Belgische chef: de man achter Balls&Glory, Wim Ballieu. Zijn restaurant-concept dat mij in België nooit heeft aangetrokken, maar het is nu het tweede uitgebreide interview dat ik van hem luister en ik ben echt onder de indruk van die kerel zijn visie, energie en carrière. Hij moet een zeer hoge, en praktische getinte intelligentie hebben. Een minder goede verteller maar wel iemand met een visie is de slager die in België pottenbreekt met verschillende concepten rond vlees. Een interview met hem toont opnieuw schoon aan hoe dat visie en hard werken, quasi altijd loont. En hoe dat vallen/falen, altijd leert, zonder dit te overromanticeren.Zijn nieuwe start-up focust zich op de ontwikkeling van een nieuwe (menapisch) varken.
Van wacht zijn, 24h lang, maakt dat je je collega’s op korte tijd veel beter leert kennen. Je eet samen, staat samen in de lift, opereert samen. Met sommigen werkt dit als een geoliede machine. In de lift met Tsjechische chef. Ik vroeg hem wat Tsjechen nu zo onderscheid van Oostenrijkers. Zijn antwoord: “We don‘t follow the rules that much if they are just not logic.”
Ik krijg nu sinds enkele maanden alle oude versies van ‚Der Standart‘. Onze overburen leggen ze aan onze deurmat. De roze krant van Oostenrijk. Het gaat vaak snel de vuilbak in, weinig artikels blijken relevant eenmaal dat de waan van de dag voorbij is.
Die Zeit is andere koek. In deze weekkrant publiceerde Bernd Ulrich een prachtig artikel over de link tussen Oorlog en klimaat met de prachtige titel: ‘Sag mir, wo noch Blumen sind.’
„... weil die Regierung glaubt, dass die Menschen hierzulande nicht bereit seien, die Opfer zu bringen, die ein sofortiger, vollständiger Energie-Boykott nach sich ziehen würde. Das zeigt es eines: dass es in dieser Welt eine Selbstbehauptung gibt ohne Selbstgenügsamkeit, das nichts von Wert ohne Einschränkungen auskommt.“
Die laatste zin is intrigerend. En niet zo gemakkelijk. Als ik hem in vertaal-machine giet:  „dat er in deze wereld zelfbevestiging is zonder zelfgenoegzaamheid, dat niets van waarde is zonder beperkingen."
Zelfbevestiging: „een uiting van iets dat echt waar is“. Zelfgenoegzaamheid: aan zichzelf genoeg hebbend, zelfstandig en bescheiden, zonder de ambitie en zonder het nastreven van uit te blinken of iets bijzonders te bereiken. Synoniemen zijn bescheidenheid, dankbaarheid, eenvoud, ...
De auteur wilt dus eigenlijk zeggen dat aan iets waarde hechten, altijd met een prijs komt. Je kan niet iets/iemand graag zien en het hoog inschatten zonder bereid te zijn hiervoor offers te willen brengen.
Een andere prachtige alinea:  „Jeden Mensch weiß doch aus dem eigenen Leben, das es nichts von Wert und Belang gibt, was ohne Verzicht, Zumutungen oder wenigstens Veränderungsschmerzen auskommt: nicht die Liebe, nicht das Leben mit Kindern, kein beruflicher Erfolg, keine künstleriches Arbeit, kein gesunder Körper. Nur die Rettung der Menschheit vor ihrem eigenen ökologischen Untergang und größte industrielle Transformation seit Erfindung der Dampfmaschine, die sollte garantiert ohne Verzicht auskommen. In was für merkwürdigen Zeiten hat man da bloß gelebt?“.
0 notes