Tumgik
#vervreemding
twafordizzy · 5 months
Text
Kafka belandt in het bagagenet
bron beeld: pinterest.com In het korte verhaal Eerste droefenis schetst schrijver Franz Kafka (1883-1924) de bijzondere keuze die een trapeze-acrobaat maakt. De acrobaat wil dag en nacht op de trapeze zijn. In het circus waar hij optreedt, voldoet men aan zijn (zeer bescheiden) behoeften. Elkaar aflossende bedienden houden beneden de wacht en op alles wat van boven vereist word, reageert men door…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
werkvanwilna · 1 year
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
19 juni 2023 I Surrealisme in de klas - ISK-onderbouw
Vak:          Kunstvakken Materiaal: Verschillende technieken zoals (kleur-)potloden, viltstiften Inspiratie: Surrealisme/Dali en Vervreemding/Escher Uitwerking: Scheur een plaatje uit een tijdschrift en ga dit ‘vervreemden’.                  Zoals in een droom, waarin alles mogelijk is.
Onder de indruk van mijn leerling, zoveel creativiteit en techniek!
https://monumentbonaire.nl/ http://bonaireboek.leveroij.nl/  © Wilna Groenenboom
0 notes
se-coaching · 2 months
Text
10 Dingen Die een Vervreemd Kind Waarschijnlijk Voelt
Inleiding Ouderverstoting is een pijnlijk en complex fenomeen dat gezinnen diepgaand kan beïnvloeden. Een kind kan zich om verschillende redenen van een ouder vervreemden. Dit kan een verwoestend effect hebben op zowel het kind als de ouder. De ouder die wordt afgewezen. Dit blogartikel richt zich op wat een vervreemd kind voelt, maar niet altijd kan uitdrukken naar de verstoten ouder. We duiken…
0 notes
ikmichiel · 9 months
Text
Ode aan Gent
Elke baksteen in elk rijhuis Elke scheve stoeptegel Elk veel te klein groenperk
Elk groepje met een voetbal dat in je richting trapt of op je auto spuwt
Elke zak zwerfvuil Elke step, bakfiets en longtail Elke voorbijganger die niet terugknikt
Elke stadstuin die naam onwaardig met 'toch weer drie courgetten dit jaar'
Elk politiek statement op raamstickers Elk verhard voortuintje Elke veel te grauwe wijk uit betonrot
Elk gebrek aan ruimte, aan tuinen, aan opritten of aan tweerichtingsstraten
Elke pensée unique Elk amper weggestoken chauvinisme Elke tongval die hier 'h' zegt wanneer er 'g' staat
Elk cliché van zichzelf dat hier in glutenvrije koffie- en soepbars probeert te breken met zijn afkomst
Elke vreemdeling van de ander Elke vervreemding van mekaar Elke wijk waar niemand elkaar kent
Elke kilometer honderdtwintig om precies te zijn ver weg van huis
Elke stamp op traditie Elke positieve discriminatie Elke omhooggevallen Franskiljon
Elke wereldverbeteraar die nooit één strohalm, maar wel maniok van dichtbij zag
Elk gebrek aan gemeenschapsleven Elk gebrek aan rustig voortbollen Elk gebrek aan privacy
Elke stenen canyon En een Veldstraat die aan haar naam niet voldoen wil
Elk met zijn eigen taal Elk op z'n eigen eiland Elk minderheid in 'eigen' stad
Elk geluid, razend en vuil waar snelwegen vol getoeter en fijnstof nooit rust verschaffen
Afgezien van mijn kat, misschien die ik uit het asielcentrum redde, haat ik het allemaal
6 notes · View notes
saulsplace · 1 year
Photo
Tumblr media
Hoog tijd voor een nieuw economisch paradigma!
Ware rijkdom ligt niet in consumptie, maar in de vervulling die werk kan bieden, betoogde uw auteur in 2015 in een artikel. Tien jaar later kan dit idee misschien vreemd klinken, nu zoveel mensen worstelen met geldzorgen. Naast financiële problemen is er echter nog een ander prangend probleem dat velen kwelt: bij veel banen ontbreekt een zinvolle impact op de wereld. Dit probleem wordt nog urgenter doordat mensen vastzitten in dit soort werk om financiële problemen te vermijden.
In zijn boek Bullshit Jobs (2018) beschreef antropoloog David Graeber (1961–2020) het probleem van het gebrek aan arbeidsvreugde in relatie tot de vervreemding tussen de echte wereld en het arbeidsproces. Onlangs keerde mijn aandacht terug naar dit onderwerp door informatie die ik kreeg van een bevriende ondernemer. Hij is gespecialiseerd in de zorgsector en in wetgeving op en rond de arbeidsmarkt. Hij vertelde me over de situatie in Spanje, waar veel medisch personeel enkel kansen krijgt om deeltijds te werken in de zorg. Daarnaast moeten zij administratieve taken uitvoeren om voldoende inkomen te verdienen. Ondanks hun uitstekende opleiding is het voor velen niet mogelijk om hun roeping uit te voeren, namelijk zorgen voor anderen.
Om de sfeer te proeven beginnen we maar gewoon even met een dialoog tussen de ondernemer en een niet nader te noemen persoon van de vakbond. We zouden verwachten dat de vakbond hoofdzakelijk bezig is om de sfeer op de werkvloer te verbeteren en te zorgen voor bestaanszekerheid voor werknemers. De prioriteiten blijken echter anders te liggen. De ondernemer woonde vele bijeenkomsten bij van de werkgeversbranche en hij zag veranderingen in de ideologische koers. Er werd steeds meer gepreekt over diversiteit, inclusie en intersectionaliteit: steeds was het de vraag of alle ondernemers dat oprecht meenden. Wellicht niet, maar mijn goede vriend zag het en onderging het.
Na lange onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden waren er weliswaar ideologische woke geurvlaggen gevestigd, maar in de kern – wat betreft geldzaken en de balans tussen economische zekerheid en flexibiliteit – zat de zaak nog steeds muurvast. Toen hij zag dat de andere werkgevers begrepen dat zij ondanks hun ideologische kleurverandering niet verder zouden komen, greep hij zijn kans om de waarheid te spreken.
“Nee – ik wil mij niet specifiek richten op transgenders. Hier lig ik niet wakker van. Iedereen die de functie goed kan uitoefenen is welkom. Verder ben ik er simpelweg niet mee bezig.” “Jij wil gewoon geld verdienen!”, snauwde de vakbondspersoon hem toe. “Dat klopt.” antwoordde hij rustig. “Daarom ben ik ondernemer. Ik blijf in mijn rol. Daar ben jij blij mee ook.” “Huh?” “De laatste vijf jaar zaten we in een situatie waarin de werkgevers jullie van de vakbond voortdurend naar de mond praatten. Zogenaamd zouden mijn collega’s zo wakker liggen over inclusiviteit op de werkvloer. Grotendeels onoprecht. Dat voelde je al aan. Jij geloofde ons niet en daar heb je gelijk in. Het ging ten koste van ons onderlinge vertrouwen. Wij als werkgevers willen deugen en zijn bezig de samenleving om te buigen naar jullie utopie. In de hoop jullie vertrouwen te winnen. Vergeefs natuurlijk. Dat werkgevers zo hard meedoen met het bevestigen van jullie ideologie, zou je angst moeten inboezemen. Daarmee stevenen wij af op een communistische heilstaat met bijbehorende planeconomie. Jij verliest daarin uiteindelijk jouw bestaanszekerheid en transgenders idem dito.”
De persoon van de vakbond was met stomheid geslagen en zei nog even niets. De ondernemer ging verder. “Daarom is het heel goed dat ik, als ondernemer, nu naar voren stap en weer hardop zeg: JA, IK WIL GELD VERDIENEN. Dat is een trein die ik aan het rijden breng. Een kapitalistische trein. En het is jouw rol om aan de laatste wagon te hangen en te zeggen: ‘Ondernemer, jij gaat zo snel. Hou rekening met de achterblijvers!’ Dan gaan we daarover een potje armdrukken. Resultaat is een iets minder hard rijdende trein waarin ook de achterblijvers in de wagon deelnemen aan de reis. Zo bouwen we een verdienmodel rond het goede en verbetert het onderlinge vertrouwen. Met al dat deugpronken, al dat ‘woke’, doen werkgevers alsof inkomsten genereren onderaan de ladder staat van prioriteiten. Daarmee liegen we tegen onszelf en tegen de wereld. Logisch dat jullie ons niet vertrouwen.”
De vervreemdende ervaring die doorklinkt in dit gesprek, is een uitmuntende aanleiding om het probleem met de arbeidsmarkt dieper aan te snijden. Bullshit jobs zijn er misschien altijd geweest, maar nu komt het fenomeen steeds meer naar de voorgrond en het raakt steeds meer mensen in hun dagelijks leven. Het hervormen van sectoren die op zich best efficiënt waren, leidt ertoe dat de financiële plussen die dat oplevert, worden omgebogen naar nóg meer bullshit jobs.
Graeber betoogt dat de toename van bullshit jobs samenhangt met de groeiende impact van de financiële sector. Dit verklaart ook waarom essentiële banen steeds meer onnodige taken bevatten. Om dit te begrijpen, gaan we terug naar de opkomst van het industriële kapitalisme. Ondernemers richtten zich toen vooral op de productie van specifieke producten, zoals landbouwmachines of ontbijtgranen. De bedrijfsleiders hadden in cultureel opzicht méér gemeen met de werknemers aan de lopende band dan met professionele investeerders en beursspeculanten. Hoewel ze financiële diensten gebruikten, stonden bedrijfsleiders toch wantrouwend tegenover de financiële sector, wat merkbaar was in de interne organisaties van bedrijven.
Rond 1970 trad er een verandering in, omdat de elites van de financiële sector en die van de managers, overheid en de bureaucratische toplaag, in feite fuseerden. CEO’s begonnen nu heen en weer te springen tussen bedrijven in totaal verschillende branches. De band tussen werkgevers en werknemers werd flexibeler en werknemers voelden zich minder loyaal naar hun bedrijf en werkgever. Om het gedrag van werknemers te monitoren en hun loyaliteit af te dwingen, werden bureaucratische pressiemiddelen ingevoerd.
Een belangrijke gevolgtrekking, die ook aansluit bij de praktijkervaring van de geciteerde ondernemer, is dat menselijke arbeid nu plaatsvindt binnen een systeem dat in theorie kapitalistisch is, maar in de praktijk heel anders functioneert dan wat begrepen en verklaard kan worden vanuit klassieke economische theorieën zoals die van Adam Smith, Karl Marx, Von Hayek en Keynes.
Wellicht vinden we een belangrijke aanwijzing bij de Franse theoreticus Guy Debord. Hij stelde in De spektakelmaatschappij (1967) dat de economie is overgegaan van ‘zijn tot bezit’ op ‘zijn tot schijnen’. Het geproduceerde product, wordt binnen het kapitalistische proces losgelaten en vervangen door representatie van dat product. Oftewel, niet het verwerven van bezit is nu de belangrijkste drijfveer van het kapitalisme, maar de handel in impressies, in sfeerbeelden, in ervaringen en status qua wat anderen van ons vinden. Dit verklaart de extreme aandacht voor marketing en PR, voor ideologische geurvlaggen op het werk. Het verklaart de groteske geldsommen die opgaan aan sociale media en aan CEO’s die net als feodale vorsten willen pronken met hun hofhouding, met hoeveel personeel zij onder zich hebben, los van hoe efficiënt het bedrijf opereert.  
Kortom, Marx dacht dat het internationale handelsimperialisme de hoogste en laatste fase van het kapitalisme was, voorafgaand aan de uiteindelijke implosie. Maar er was nog een fase daarná, namelijk de productie en marketing van gebakken lucht. Graeber schiet dus tekort in zijn analyse van ‘bullshit jobs’; we moeten eerder spreken van een ‘bullshit economie’ die de voedingsbodem vormt voor dergelijke banen. In deze economie moeten ondernemers die iets tastbaars willen produceren en een positief resultaat willen bereiken, door bureaucratische en ideologische hoepels springen. Zéker de kleine zelfstandige wordt tot wanhoop gedreven.
Deze vernietigende situatie geldt helaas niet alleen voor multinationals, de overheid en mensen in loondienst. Neem nu een lunchroom-ijssalon in een dorp als Velp. Het is halverwege april en de zomer moet nog beginnen. Toch zit de zaak al vol met vliegen. De eigenaar kan hiertegen weinig doen: het ophangen van plakstrips om de vliegen te vangen is verboden onder het mom van ‘dierenmishandeling’. Als hij toch plakstrips ophangt, kunnen inspecties hem boetes opleggen van honderden euro’s. Dit is totaal ontmoedigend voor de motivatie om iets moois te creëren. Als ondernemer moet je dus ondernemen onder een regime dat eigenlijk niet wil dat jij onderneemt. Je zou dan een akkoordje moeten sluiten met de lokale burgemeester, om dit absurde beleid niet te handhaven in het belang van de gemeenschap die van de lunchroom gebruik wil maken. Helaas zijn er in Nederland geen gekozen burgemeesters en zijn de huidige burgemeesters afhankelijk van het partijkartel en de baantjesmolen. Wat kun je hier nog aan doen?
Jonge kinderen zijn meestal opgewekt wanneer zij ontdekken dat ze voorspelbare resultaten in de wereld kunnen bewerkstelligen. In dat stadium maakt het nog niet uit of wat ze bewerkstelligen ook nuttig is of een gunstig gevolg heeft voor henzelf. Simpelweg iets in gang kunnen zetten, biedt vreugde. Dit ‘plezier van het zijn van de oorzaak’ laat zien hoe essentieel het is, voor het zijn van een volwaardig mens, om een causale impact op de wereld te hebben. Experimenten laten ook zien dat, als het kind eerst plezier heeft in oorzaak-gevolg relaties in gang zetten, en als daarna die gevolgen worden weggelaten, het kind boos en verdrietig wordt en zich volledig van de wereld afsluit.
Hieruit volgt dat het geestelijk zeer schadelijk en ontwrichtend is voor mensen om een baan te hebben waarin iedereen doet alsof je invloed hebt, en alsof die invloed een relevante impact maakt, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. Als bedrijven werknemers gaan betalen voor hun tijd en aanwezigheid, in plaats van voor eenheden zinvol verrichte arbeid, zien we hoe de economie ten prooi valt aan perverse wisselwerkingen. De bullshit economie maakt de werknemer tot een pion in het machtsspel van een ander. Een pion die een verbeelding in stand houdt, een illusie van meer controle, efficiency en merkbekendheid. De arbeidsproductiviteit stijgt al jaren niet meer!
Doordat werk steeds meer onder protocollen wordt gebracht en wordt opgedeeld in compartimenten onder het mom van ‘efficiency’, is de oorspronkelijke betekenis van het begrip ‘zorg’ in dienstverlening aan het vervagen. In een zorgdienst is het normaal zo dat één persoon betaalt voor zorg. Daarbij gaat de ontvanger van het geldbedrag een overeenkomst aan, om ‘aan te voelen’ wat de betaler precies verlangt en verwacht, wat diens wensen zijn. De zorger raakt dus bedreven in het ‘aflezen’ van de emoties en intenties van de ander, terwijl hij die betaalt, dit omgekeerd niet hoeft te doen. Dit fingerspitzengefühl biedt sociale meerwaarde. Het maakt dat mensen die werken in een praktische zorgomgeving, vaak fijn zijn om mee te werken en mee om te gaan. Helaas verdwijnt dit emotionele kapitaal als een gevolg van bureaucratisering en digitalisering.
Voor een bondige samenvatting van wat er de laatste vijftig jaar met het kapitalisme is gebeurd, kijken we naar de Elephant Tea Factory aan de rand van Marseille. Dit was oorspronkelijk een zelfstandig bedrijf, maar werd overgenomen door Unilever, de eigenaar van Lipton, de grootste theeproducent ter wereld. Initieel werd de fabriek met rust gelaten en hadden de werknemers de gewoonte om aan de machines te sleutelen. Dit leidde in de jaren negentig tot verbeteringen die de productiesnelheid met vijftig procent verhoogden en daarmee ook de winsten.
In de jaren vijftig, zestig en zeventig was de consensus in de industriële wereld dat bij verbetering van het productieproces een deel van de hogere winsten terugvloeit naar de werknemers. Echter, vanaf de jaren tachtig gebeurde dit niet meer, doordat bedrijven werden overgenomen door managers die behoren tot een globale elite van beroepsbestuurders. Een medewerker van de theefabriek legde dit uit aan Graeber:
“Kregen wij wat van dat geld? Nee. Werd het teruggeïnvesteerd in de fabriek, voor meer arbeiders en meer machines? Ook niet. In plaats daarvan werden er meer kantoorklerken aangenomen. Toen ik hier begon te werken waren er slechts twee: de baas en zijn personeelschef. Nu zijn er zeven kantoormedewerkers die rondlopen en notities maken terwijl wij werken. Ze praten erover in vergaderingen en schrijven verslagen. Eigenlijk proberen ze hun eigen baan te rechtvaardigen en dat lukt maar niet.”
Doorgaans dient administratief personeel om de efficiëntie te verhogen. Hier had dit geen zin, omdat de arbeiders de efficiëntie van de fabriek eigenstandig al maximaal hadden verhoogd. Toch werden er kantoorklerken neergezet. Dit heeft dus niets met efficiëntie of productiviteit te maken maar alles met de veranderde rolopvatting van corporaties. Nu er geen gangbare praktijk meer is dat verhogingen van arbeidsproductiviteit zich vertalen in meer voordeel voor werknemers, is het hoogst haalbare dat je net genoeg doet om niet ontslagen te worden. Dit is dodelijk voor de arbeidsmoraal en heeft ook tot gevolg dat die taskmasters en box-checkers worden aangenomen om personeel te controleren. Helaas zijn de opbrengsten van de verhoogde productiviteit omgezet in peperdure gebakken lucht.
Wij concluderen dat deelnemen aan het arbeidsproces een vervreemdende ervaring is geworden. Is hier een praktisch advies aan te verbinden? Eigenlijk niet. Het individu kan er geen impact op maken en zal steeds meer worden blootgesteld aan geraffineerde vormen van gaslighting en manipulatieve nudging. Het meest zinvolle is om je zoveel mogelijk aan het arbeidsproces te ontrekken, totdat het weer een aantrekkelijke optie wordt. Dit laatste is evident niet uitsluitend financieel bedoeld.
Steun Sid Lukkassen via BackMe om dit werk mogelijk te blijven maken: https://sidlukkassen.backme.org/  Absoluut aan te raden is het om zijn werk te volgen via Telegram!
3 notes · View notes
Text
Karl Marx
In het filmpje zeggen ze dat Marx de situatie in Nederland beschrijft tijdens de industriële revolutie. Hij ziet een land waar alles ongelijk verdeeld is en dat de mensen in de fabrieken worden uitgebuit. Marx noemt het meerwaarde als het steeds meer geld oplevert voor de eigenaar van de fabriek. Marx beschrijft de schrijnende reductie in zijn boeken en Parijse manuscripten en Het kapitaal. Marx vond dat is de mens een sociaal Wesen is, maar daar niet naar werd gehandeld. Vervreemding ontstond doordat we ons steeds meer onmenselijk maken. Marks is actueel nu met de financiële crisis. Hij zegt dat economie het bewust zijn van mensen bepaald. Hij zag dat er een revolutie aankwam. Marx heeft het communisme geïnspireerd.
Neo-marxisme het is bedacht door de filosoof Karl Marx. Het is een manier van denken over een vorm van een samenleving. Het besteed veel aandacht aan cultuur en het idee over de mensen als een sociale samenleving. Het legt geen nadruk op de economische omstandigheden, maar op de mensen. Ik vind het een goed idee want mensen worden hebberig van geld. Het is dus beter voor de economie als we daar minder nadruk op leggen en meer op cultuur. Dan kunnen we elkaar meer omarmen, waardoor we hechter worden en dus een betere samenleving kunnen maken.
Ik ben het er niet helemaal mee eens, want wij in Europa werken nu maar een bepaalde tijd en dus zijn we niet onmenselijk. De rijkste mensen krijgen nu niet meer al het geld. De verdeling is nu beter dan vroeger en arbeid wordt beter betaald. Maar de verdeling kan eerlijker. Ik ben het eens met het Neo-marxisme, maar niet met beeld dat we nu nog steeds vreemden zijn van elkaar.
2 notes · View notes
onmywaytookay · 29 days
Text
Dag 12
En een storm van emoties trekken over mij heen. Alle wolken in mij zijn aan het regenen. Tranen met tuiten.
Ik blijf me vervreemd voelen van mijn eigen lichaam. Ik voel me niet mezelf. Ik ben mezelf een hele poos terug verloren, en probeer mezelf stukje bij beetje terug te vinden.
Wat vind ik leuk? Wat doe ik graag? Ik weet het gewoon niet. Misschien is dit wel omdat ik 8 jaar lang mijn persoonlijke ontwikkeling compleet heb onderdrukt. Emoties heb ik nooit kunnen aanvaarden, alleen kunnen verdoven.
Ik vind iedereen in mijn omgeving zo ontzettend lief. Ik merk dat mensen me willen helpen. Hoe graag ik ook wil dat dat kon, helaas kan dat niet. Wellicht eens mijn hart luchten of wat afleiding bieden, meer dan dat kunnen anderen niet voor mij betekenen.
Op dit moment had ik het niet zo erg gevonden om opgenomen te zijn. Een stukje veiligheid dat ik nu mis. Begeleiders die precies weten wat te doen en wat te zeggen op het moment dat alle emoties mij overvallen. Ik wil dit niet delen met familie of vrienden. Ik weet dat het mag. “Je mag me altijd bellen.” We voeren een telefoongesprek. “Ik voel me klote” “ja, ja, vervelend schat.” En nu? Nu hangen we op en ik blijf hangend aan de andere kant van de lijn, misschien nog iets meer gebroken dan daarvoor. Het heeft niets geholpen.
Zoals ik eerder al zei, ik moet dit zelf doen. Niemand anders kan of gaat dit voor mij oplossen. Ik zal zelf door de zure appel heen moeten bijten. Zodra ik even geen afleiding heb is het ik, en mijn demonen. In een gevecht.
Ik heb mezelf pijn gedaan. Vreselijk dat een mens zichzelf zo kan vernederen. Puur om iets te voelen. IETS.
En nu heb ik spijt. Impulsief. Verantwoording afleggen voor de krassen op mijn arm dat al bedekt was met littekens.
Maar ach, nog steeds nuchter. Een feestje van morgen moeten afblazen omdat ik niet omringd kan zijn door zuipende mensen. Daarnaast, ik ben degene met een probleem, maar ondertussen is iedereen een reden aan het verzinnen om zichzelf lam te zuipen. Volgens mij heb je dan ook een probleem.
Afijn, alcohol wordt getolereerd in deze maatschappij. Het is haast gek als je nuchter blijft. Er zal geen hond komen opdagen op een feest waar geen alcohol geschonken wordt, terwijl we dan wel onszelf zouden zijn.
Maar goed, genoeg oordelen over anderen. Dat is makkelijk verschuiven als ik zelf er door heen zit. Anderen doen het ook niet altijd goed. We rennen allemaal van onszelf.
Ik moest wel lachen toen ik op Bevrijdingsdag oh zo graag wilde picknicken met een ice tea, maar al mijn vrienden zuipend of snuivend naar een festival gingen. “Ach, ze mogen toch zelf bepalen hoe ze hun tijd invullen” zei een vriend van me. Hij begrijpt het denk ik niet. Wij mensen zoeken continue een reden om te gebruiken. Bovendien wilde niemand met mij picknicken.
Genoeg over anderen. Ook genoeg over mezelf. Hierbij sluit ik af. Mogen de dagen wat draaglijker worden en het leed wat minder. Gewoon even ontspannen. Gewoon even blij zijn. Dat zou fijn zijn.
En ik hoop dat mijn gedachten een beetje lief voor me zijn.
0 notes
deathbeguiled · 1 month
Text
“Ik schrijf omdat dat het doel is, het toppunt van verfijning, de gezien mijn aard onlogische verfijning [...] van mijn cultivering van zielstoestanden. Als ik een gewaarwording van mij neem en die ontrafel tot ik er de innerlijke realiteit mee kan weven die ik ‘het woud van vervreemding’ of ‘nooit gemaakte reis’ noem, gelooft u mij dan dat ik dat niet doe om mijn proza helder en schitterend te laten klinken, of om er zelfs maar van te genieten—hoewel ik dat ook wil en ik die laatste verfijning aanbreng als een prachtig vallen van het doek over mijn gedroomde decors—maar om volledig uiterlijk te maken wat innerlijk is, en zo het onrealiseerbare te realiseren, het tegenstrijdige te verzoenen en de droom, door hem uiterlijk te maken, zijn maximale kracht als zuivere droom te geven, ik, levenslamme, graveur van onnauwkeurigheden, zieke schildknaap van mijn ziel de koningin, aan wie ik in de schemering niet de gedichten voorlees uit het boek van mijn leven, dat opengeslagen op mijn schoot ligt, maar de gedichten in mijn hoofd, die ik zogenaamd voorlees en waar zij zogenaamd naar luistert terwijl de avond buiten, hoe of waar weet ik niet, het zwakke laatste licht van een mysterieuze spirituele dag verzacht boven ze in absolute werkelijkheid in mij opgerichte metafoor.”
Boek Der Rusteloosheid — Bernardo Soares (Fernando Pessoa).
0 notes
franciscovanjole · 2 months
Text
Deze thriller nam me goed te grazen
Nietsvermoedend begon ik deze film te kijken. Een tijdje later drukte ik trillend op de pauzeknop en moest ik een rondje door de kamer lopen om te kalmeren…
De film The Successor wordt zo aangeprezen: “Volgt een net benoemde artistiek directeur van een beroemd modehuis, die na de verwachtingen over hem tot grote hoogte stijgen, last van pijn in zijn hart en ontdekt dat hij misschien nog wel iets ergers heeft geërfd van zijn vader, van wie hij vervreemd is, dan een zwak hart.” Ik klikte op huur en begon nietsvermoedend te kijken, leuk een film over…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
twafordizzy · 1 year
Text
Hermans kijkt om naar een vuil huis
bron beeld: pinterest.com We bevinden ons als lezer in de Tweede Wereldoorlog. Duitsers, partizanen en bolsjewieken spelen een belangrijke rol in Het behouden huis van schrijver W.F. Hermans (1921-1995). Een verhaal dat chaos, isolatie, illusie, vervreemding en het absurde combineert en waarin we in het hoofd kruipen van een zwervende soldaat. Een soldaat op pad in verschrikkelijke…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
launh · 1 year
Text
Tumblr media
I've never been on the outside
0 notes
se-coaching · 4 months
Text
Ontdek 'The Stranger I Love': Een Krachtig Verhaal Over Ouderverstoring
The Stranger I love is helaas herkenbaar voor zoveel ouders en kinderen, het team van Theresa Godly is echt geweldig en inspirerend. Als er geen gerechtigheid is voor ouders en geen bescherming voor onze onschuldige kinderen, word ik misselijk. Het is best mogelijk dat deze film je zo zal raken dat je een traantje zal laten. Je bent gewaarschuwd. Weet dan dat je kwetsbaarheid je menselijkheid…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
Text
‘Een man met goede schoenen’ van Rob van Essen: tuinkabouters als stootkussen
Tumblr media
Op de voorflap van Een man met goede schoenen, Rob van Essens (1963) derde verhalenbundel, prijkt de op het eerste gezicht onschuldige afbeelding van een olijke kabouter die een kruiwagen voortduwt. Het colofon vermeldt dat het beeld is geplukt van Shutterstock, een gigantische online databank met rechtenvrije stockafbeeldingen. De garden gnome van Tomacco is door de grafische vormgever echter licht bewerkt: de glanssporen op de muts van de kabouter zijn verdwenen, alsook de vergulde gespen op zijn laarzen en riem én de madeliefjes in het gras en de kruiwagen. Stockafbeeldingen geven een soort standaard weer: het zijn weergaves van een zekere maatstaf, inwisselbare beelden als toetsstenen van gangbaarheid. Soms zijn de ijkpunten waartussen het normale zich afspeelt rekbaar, zoals de behoorlijk hilarische Instagram-account Stutter.shock van kunstenaar Jasper Rigole aantoont. Dat principe van wat ik ‘flexibele normaliteit’ zou durven noemen, ligt aan de basis van de twintig verhalen in Een man met goede schoenen en bij uitbreiding van Van Essens gehele oeuvre.  
Normaliteit en vervreemding
Uit het verhaal ‘De therapeut’ weet de lezer dat het kruiwagentje tijdens een wraakoefening zal worden gevuld met een welbepaald lichaamssap, een vuige daad die onze perceptie van de noeste alverman op de cover op zijn kop zet. Want als toonbeeld van normaliteit genereert een tuinkabouter een automatische reactie. Wanneer Van Essen met subtiele ingrepen en kleine deviaties ons waarnemingskompas op hol laat slaan, doorbreekt hij moedwillig onze automatismen en vervormt de werkelijkheid die we gewend zijn. Het is een prachtig voorbeeld van Viktor Sjklovski’s vervreemding: nooit meer zal de lezer nog op een normale manier naar een tuinkabouter kunnen kijken. Dat Van Essen onze leeservaring binnen het korte bestek van een verhaal op een natuurlijke manier kan doen kantelen, pleit niet alleen voor zijn vertelkunst, maar is meteen ook een handelsmerk van de auteur. Zijn romans en verhalen — vaak gestoeld op een al dan niet directe autobiografische basis — vertrekken doorgaans van alledaagse gebeurtenissen, om gaandeweg naadloos over te vloeien in verbeeldingrijke, exuberante en absurdistische situaties. Alles lijkt wel degelijk wat het is bij Van Essen, tot op het moment dat hij alles omkeert en niets meer is wat het lijkt.  
Tumblr media
De vervreemding bij Van Essen leunt ook aan bij het freudiaanse ‘Unheimliche’, de angst en fascinatie die ontstaan wanneer datgene wat van oudsher vertrouwd was, plots vreemd lijkt. Onverklaarbare zaken passeren plots als dagdagelijks, als faits divers die er nu eenmaal bijhoren: ‘De wereld bestond uit twee helften die even langs elkaar waren geschuurd, zonder dat dat de bedoeling was geweest; dimensies waren doorbroken en tijd en ruimte hadden zich door een kleine onoplettendheid in de kaart laten kijken.’ De verteller van ‘In de Rijnstraat (bij de Albert Heijn)’ hoopt dat de bevreemdende gebeurtenis hem betekenis zal brengen, ja zelfs enige vorm van inzicht in het onvatbare: ‘Overal voelde ik betekenis rondzingen’.
Fantastiek
De verhalen in Een man met goede schoenen zijn geschreven in de afgelopen zes jaar. Het gros verscheen eerder in tijdschriften en kranten of op Van Essens bijzonder lezenswaardige blog ‘Reddend zwemmen’, het creatieve lab van de auteur, zeg maar, genoemd naar zijn debuutroman uit 1996. Van Essens vorige verhalenbundels, Elektriciteit (2010) en Hier wonen ook mensen (2014), zijn inmiddels respectievelijk tien en zes jaar oud. Is het openingsverhaal van Een man met goede schoenen mogelijks een vingeroefening voor De goede zoon, dan zijn enkele andere verhalen met hun fijnzinnig uitgewerkte plots eerder uitlopers van vroegere romans als Visser (2008) en Alles komt goed (2012). Hoewel in de lijn van de verwachtingen sinds de exuberante verbeelding van De goede zoon, valt het aantal verhalen met onversneden fantastische elementen op, met het openingsverhaal als onheilspellende voorbode van al dat onverklaarbaars.
Zo waren in Een man met goede schoenen heel wat dubbelgangers rond. In het bizarre ‘In het restaurant (drie gangen)’ wijst een serveerster een restaurantbezoeker op het feit dat hij ook wat verder in een hoekje zit (‘Kijk dan u bent het zelf.’) en in het aangrijpende ‘J.O.S. Days’ herkent een oudere vrouw een toevallige passant als haar jaren geleden overleden broertje. Hoewel de verteller niet in reïncarnatie gelooft, herinnert hij zich van alles, bijvoorbeeld wanneer de vrouw hem meeneemt naar hun vermeende vroegere woning. Opnieuw genereert de vervreemding een zekere angst (‘Al deze dingen kan ik niet verklaren’), die pas eindigt bij een bezoek aan het graf van het overleden jongetje: ‘Nu we bij mijn dood waren beland, was het voorbij.’
De wandelaar in ‘J.O.S. Days’ — een ik-verteller die zoals wel vaker verdacht veel weg heeft van Van Essen — struint langs de Weespertrekvaart en mijmert over de ‘wederopbouwwijken’: ‘Mijn hele volwassen leven heb ik terugverlangd naar een tijd die ik niet zelf heb meegemaakt.’ Hij verlangt ernaar te weten hoe het was om als Amsterdams kind op te groeien in zo’n wijk in het tijdperk waarvoor die wijken waren bedoeld (zie ook in dat verband Van Essens schitterende autobiografische kroniek Kind van de verzorgingsstaat (2016). Tót zijn gemijmer wordt doorgeprikt, letterlijk van gene zijde. Van Essen slaagt er alweer moeiteloos in om een doodnormale situatie te laten verglijden tot een die we met rede niet kunnen vatten, maar tegelijkertijd gewillig voor waar aannemen.
Ook ‘De glazen kamer’ toont hoe een onschuldig gegeven (een auteur wordt voor een ereceremonie ten paleize uitgenodigd samen met andere figuren uit de culturele sector die zich verdienstelijk hebben gemaakt)  al snel uitwaaiert tot een bijna uitzinnige explosie van verbeelding en fantasie. De basis is weer licht autobiografisch getint: een Van Essen-achtige verteller herkent enkele andere gasten, ‘die net als ik het afgelopen jaar een literaire prijs hadden gewonnen’. Tijdens een onwennig gesprek verwijst de koning naar ‘dat verhaal met die katten’ (uit Hier wonen ook mensen) en wanneer de verteller verdwaalt in het paleis, verzucht hij ‘ik liep niet rond in een hotel of een restaurant, hier woonden ook mensen’. Tot zover de realistische zijde van dit verhaal. Wanneer de verteller het toilet zoekt, komt hij plotsklaps terecht in een kamer die geheel van glas is, met een luik in de vloer dat leidt tot een eindeloze en duizelingwekkende Alice in Wonderland-konijnenpijp. Het is telkens weer een waar lezersgenoegen om te beleven hoe Van Essen je onverhoeds meeneemt op een trip en de wonderlijkste werelden binnenloodst (zie ook de Roald Dahl meets Tim Burton-onderwereld in ‘Ideeën van ontsnapping’).
Tijdreizen en absurdisme
De verbeelding viert evenzeer hoogtij in ‘In de kelder van de kruidenier’ waar een groepje scholieren een wormgat ontdekt in de kelder van de dorpskruidenier. Voor een stevige portie tijdreizen draait een meesterverteller als Van Essen uiteraard zijn hand niet om (in een recent interview liet hij zich overigens ontvallen dat tijdreizen mogelijks een belangrijk thema zal worden in zijn volgende roman). In ‘De lastigste logé sinds tijden’, oorspronkelijk verschenen in een Engelstalige versie op 2.3.74, krijgen Axel en Miranda hun (goede) zoon Erik op bezoek uit de toekomst. Hij wil zijn ouders verhinderen om hem te verwekken. De ouders vragen zich af of ze Eriks wens om niet te bestaan al dan niet moeten eerbiedigen. In het vervolgverhaal ‘De vissen eten geven’ is Eriks opzet blijkbaar mislukt want Axel en Miranda betrappen hun zoon terwijl hij in het zwembad ‘iets heel lichamelijks’ aan het doen is met het buurmeisje.
Tumblr media
Het gruwelijk absurdisme van de scheerbeurt steekt een tweede keer de kop op in ‘Iedereen werd verpleegd’. Daar is een man  er getuige van hoe iemand op een terras met zijn vuist zijn jeneverglas aan stukken slaat en de scherven tot bloedens toe over zijn gezicht wrijft. Tegen wil en dank gaat de man met de gewonde mee naar het ziekenhuis, waar hij verzucht dat ‘de basso continuo’ van zijn leven eenzaamheid is. Vrolijker ongerijmds schuilt dan weer in ‘De man die weer naar buiten wilde’, waarin buiten — alsof het niets is — letterlijk binnen wordt en omgekeerd, én in het titelverhaal ‘Een man met goede schoenen’, waar degelijk schoeisel niet meer of minder dan een statussymbool is en een onooglijk zakje verwelkte groenten geldt als valuta.
Oude bekenden
Een ander behoorlijk gesjeesd verhaal is ‘Nu is het diep genoeg’, oorspronkelijk verschenen onder de titel ‘Een uiterst belangrijke boodschap’ in De Groene Amsterdammer. Wanneer een man zijn ex-vriendin bij de ingang van een dierenkerkhof ziet, wordt hij terug geslingerd naar de tijd toen ze samenwoonden. De man vertelt over zijn uit de hand gelopen obsessie met de onderbuurman die op zijn schedel een enorm getatoeëerd oog heeft staan en een hondje heeft dat Kazan heet: ‘Soms zie je iets wat onmogelijk is’. De man, een (nieuw) hondje en de buurman eindigen uiteindelijk als een ongewoon menage à trois, zonder de vriendin dus. Het korte ‘Nog warm van de clown’ ademt de sfeer uit van de beste Robert Altman-films en het slotverhaal ‘Waar het werkelijk om ging’ verscheen als kerstverhaal in NRC Handelsblad. In die afsluiter wordt een slachtoffer van een huisbrand ei zo na pyromaan en beraamt een plan om grote delen van de stad in de fik te steken. Uiteindelijk voert zijn psychologe zijn plan uit: samen ontvluchten ze de brandende stad, terwijl het zacht begint te sneeuwen, wat niet alleen de kerstsfeer oproept, maar ook ‘The dead’, het laatste verhaal van James Joyce’s Dubliners (1914), een verhaal dat de hoofdpersonages in Van Essens tweede roman Troje (2000) meermaals bediscussiëren.
Bijzonder aardig voor de fans is dat er enkele oude bekenden uit de vorige verhalenbundels opduiken in Een man met goede schoenen, met name de mythische jeugdvriend Scipio en de slome, zachtaardige oom Evert. In ‘Eindhoven’ lift de verteller (waarin we wederom moeiteloos de jonge Van Essen herkennen) samen met zijn zelfverzekerde en baldadige makker met hoog punkgehalte Scipio naar Eindhoven. Ze worden opgepikt door een politiewagen. Wanneer Scipio drie maal ‘hoelah’ roept, ontstaat er een hilarische discussie tussen de twee literatuurminnende agenten, want een van hen herkent de uitroep uit Cees Nootebooms verhaal ‘Hoela’.
Van Essen krijgt geregeld de vraag of er geen roman over Scipio komt. Alle verhalen hebben weliswaar een zekere droefenis over zich, want ze zijn allemaal geschreven in het besef dat Scipio al lang dood is, zogezegd doodgeslagen aan het Sarphatipark. In het schitterende ‘Scipio’s zuster’ gaat Van Essen dieper in op dat gewelddadig overlijden en trekt het — hoe kan het anders — in twijfel. Het personage Van Essen wordt ontboden door de zuster van zijn jeugdvriend; ze wil weten waarom de auteur haar broer in zijn boeken heeft laten doodgaan. De schrijver probeert duidelijk te maken dat Scipio voor hem een personage is, ‘een amalgaam van jongens die ik vroeger heb gekend’ en dat hij Scipio heeft laten sterven voor ‘het dramatisch effect’, hoewel hij de aanval in het park dan toch zou overleefd hebben. Uiteindelijk sluit de zuster de schrijver op in de vroegere kamer van Scipio: hij mag er pas uit als hij nog verhalen over haar broer vertelt. De schrijver begint dan maar ‘Eindhoven’ te vertellen, maar dat kent ze al, dat stond immers in Tirade! In een bizar einde is de schrijver er meer en meer van overtuigd dat de zuster eigenlijk Scipio zelf is.
Tumblr media
Van Essen wordt vaak geprezen voor zijn laconieke, heldere stijl, vol onderkoelde humor en rake beschrijvingen. Meer dan terecht, maar voor mij is hij ook de ultieme clever writer, een gewiekste fabulator die als geen ander een plot kan uitwerken en een steengoed verhaal vertellen. Voor elke narratieve patstelling heeft hij een gepaste oplossing, verhaaltechnisch lijkt er geen limiet op zijn kunnen te staan. Een hoogtepunt op dat vlak is ongetwijfeld het eerder aangehaalde ‘De therapeut’, met een lengte van veertig pagina’s meteen ook het langste verhaal uit Een man met goede schoenen. David is ’s morgens voor het eerst bij een therapeut geweest. Diezelfde avond komt de therapeut onaangekondigd aanbellen en neemt zijn nieuwe patiënt onder lichte dwang mee op een hallucinante tocht naar zijn verleden. Met sardonisch genoegen laat Van Essen in deze gebalde comedy of manners vol verrassende plotwendingen de lezer alle hoeken van de narratologische kamer zien, met tuinkabouters als stootkussen.
Verschenen op: De Reactor, 7 januari 2021
Een man met goede schoenen van Rob van Essen, Atlas Contact 2020, ISBN 9789025464127, 245 pp.
0 notes
twafordizzy · 1 year
Text
A.L. Snijders uit zijn context gehaald
Het regende zeventig dagen – de nachten waren gegolfd / En zout. Onthoofde raven vielen. /  In alle daken spleet een oog. / En sedert woont in mij. / In mijn ontkroond geraamte, / Een regenkoning die vlammen wekt. uit: De Regenkoning – Hugo Claus Terwijl ik dit alles schrijf, denk ik steeds aan die eens gehoorde nocturne van Chopin, behandeld door een Japanner. De behandeling bestond uit het…
Tumblr media
View On WordPress
1 note · View note
se-coaching · 4 months
Text
Wat doe je als moeders het slachtoffer zijn van een vervreemdende narcistische ouder?
De jeugdzorg doet niets of heel weinig tegen oudervervreemding. Wat is precies een narcistische ouder, en wat is een vervreemde ouder? De tactieken die hij/zij gebruikt, worden in de meeste gevallen niet begrepen door maatschappelijk werkers en psychologen. In de juridische wereld is er te weinig kennis over het gedrag van narcistische ouders en vervreemde ouders. De analyse van een kind blijft…
Tumblr media
View On WordPress
1 note · View note
wijnflessen · 8 months
Text
Ik kan niet meer. Deze zwangerschap kost me alles. Ik slaap. Want ik ben extreem moe. Wat betekend dat ik alleen savonds iets eet. Thuisbezorgd is kind aan huis. Ik negeer afspraken en telefoontjes. Doe de deur niet open. Kom niet buiten. Bericht vrienden niet terug en zie vrienden al helemaal niet. Elke dag is overleven en ik ben zo fucking somber. Ik voel me vervreemd van wat er in mn buik groeit en godverdomme ik word zo moe van het geschop en gedraai. De harde buiken, hoe oncomfortabel alles is.
0 notes