Tumgik
#vrouw met autisme
tistje · 1 year
Text
Het verhaal van Lisa … autisme en vrouwen
Mijn naam is Lisa, en ik ben een autistische vrouw. Als kind had ik altijd moeite met sociale interacties en het begrijpen van non-verbale signalen. Ik werd vaak gepest en voelde me eenzaam. Maar ik had ook een sterke interesse in dieren en natuur, en ik bracht veel tijd door in het bos achter ons huis.Op school had ik veel moeite om me te concentreren en om te gaan met de drukte en de sociale…
Tumblr media
View On WordPress
5 notes · View notes
regioonlineofficial · 10 months
Text
Woensdag 15 november was de feestelijke uitreiking van de Emmense jeugdlintjes in het stadion van FC Emmen. Burgemeester Eric van Oosterhout aan maar liefst 6 jonge helden een lintje uitgereikt. Deze jaarlijkse waardering is voor kinderen en jongeren die zich op een bijzondere manier hebben ingezet voor anderen en zo een positieve bijdrage hebben geleverd aan de maatschappij. De lintjes zijn voor de 13e keer uitgereikt. Ieder jaar op 20 november is het de Internationale Dag voor de Rechten van het Kind. De gemeente Emmen reikt rond deze datum de Jeugdlintjes uit. Eric van Oosterhout: “We nemen kinderen en jongeren heel serieus in de gemeente Emmen. We zien dat ook jonge mensen zich op een uitzonderlijke manier inzetten voor anderen en dat willen we graag belonen. Zij verdienen een lintje.” Zes jonge helden ontvangen de jeugdlintjes Rick Vos (10 jaar) uit Zwartemeer Rick helpt al jaren bij een logeerhuis voor kinderen met gedragsproblemen en/of autisme. Rick oefent met de motoriek en helpt ze bijvoorbeeld met het leren van nieuwe woordjes. Rick laat iedereen in zijn waarde. Ongeacht beperking, gedrag of uiterlijk. Hij zet zich in om andere kinderen te helpen en zich te laten ontwikkelen en verdient daarom een jeugdlintje. Myke Nijhuis (12 jaar) uit Emmen Myke heeft veel gedaan om haar zusje te steunen tijdens een moeilijke periode van ziekte. Myke haar zusje Jasmijn werd in januari 2022 getroffen door botkanker. Sindsdien heeft Myke zichzelf vaak op de tweede plaats gezet. Ze heeft niet alleen geholpen bij de dagelijkse taken in huis, maar heeft ook geprobeerd om zich in te leven in wat haar zusje doormaakte. Op haar eigen manier heeft ze er alles aan gedaan om het leven van haar zusje makkelijker te maken. Dat is zeker een jeugdlintje waard. Eliza Boontje (10 jaar) uit Emmen Eliza was er altijd voor haar vriendin Jasmijn, die in januari 2022 te horen kreeg dat ze botkanker had. Ze hielp Jasmijn door bijvoorbeeld haar rolstoel te duwen, haar jas te geven of schoolspullen voor haar mee te nemen. In een moeilijke tijd gaf Eliza Jasmijn veel steun en zelfvertrouwen. Ze bleef Jasmijn ook opzoeken om samen te spelen, zelfs als dat op een aangepaste manier moest. Zoiets is zeker een jeugdlintje waardig. Pim Lubbers (10 jaar) uit Klazienaveen Pim was samen met zijn moeder en zusjes in september 2023 als eerste ter plekke bij een ernstig ongeval in Klazienaveen, waarbij een vrouw gereanimeerd moest worden. Dat heeft de moeder van Pim gedaan, terwijl Pim zijn zusjes van 4,5 jaar rustig heeft gehouden met zijn kalme houding. Op deze bloedhete dag is Pim met zijn zusjes in de auto gebleven. Zo kon hun moeder eerste hulp verlenen. Knap gedaan en een verdient jeugdlintje. Dyon Moes (18 jaar) uit Emmen Dyon helpt iedere week bij een sportuurtje voor mensen met een verstandelijke beperking. Dat doet hij al jaren vrijwillig, met veel plezier en verantwoordelijkheidsgevoel. Hij doet daar zelfs nog een schepje bovenop door één van de sporters bij de woonvoorziening op te halen en terug te brengen. Een jeugdlintje was dus zeker op zijn plaats. Emilio Weerman (9 jaar) uit Emmen Emilio is ontzettend maatschappelijk betrokken door zijn opruimacties. Hij gaat vaak alleen of samen met vriendjes op pad om vuilnis in de wijk op te ruimen. Het begon allemaal bij de BSO, waar hij vóór het spelen het afval op het speelplein opruimde. Toen Emilio zijn eigen grijper kreeg ging het opruimen verder in de wijk. Het is fantastisch dat Emilio zich zo verantwoordelijk voelt voor een schone wijk en dus ook echt actie onderneemt. Bij iemand met zoveel inzet voor zijn wijk mag een jeugdlintje natuurlijk ook niet ontbreken.
0 notes
oneindiglaura · 1 year
Text
Daar zit je dan met je goede bedoelingen, weer op de plek waar je al zo vaak je wonden hebt moeten likken.
Ik ben maar weer voor nu in de wereld van fictieve karakters gekropen om mezelf gerust te stellen want dat is beter dan de leegte in staren de hele dag.
Er ligt een splinter nieuwe life planner op mij te wachten om door mij gevuld te worden en daar heb ik ook echt zin in en motivatie voor om mee te beginnen maar waar begin ik?
Mijn nog ongediagnostiseerde ADHD steekt er altijd een stokje voor maar er moet een oplossing zijn. Een soort van cheatcode om te gebruiken waardoor ik niet constant in de gekke krochten van mijn brein terecht kom wat er weer voor zorgt dat ik geen kant op kan met mezelf en dus weer een ADHD verlamming heb(zoals het blijkbaar vaak wordt genoemd)
Ik dacht altijd dat er iets mis met mij was omdat de dingen die voor mij zo moeilijk waren juist voor anderen vanzelfsprekend waren.
Borden en bestek afspoelen en opruimen nadat je gegeten had(mijn hoofd kon dat nooit verwerken omdat het al lang weer bezig was met activiteiten voor de hele week, welke hondenrassen het langst bestaan, waarom die ene acteur nooit meer te zien is in een film, hoe hersenen werken als je creatief bezig bent, hoe de vrouw van Adolf Hitler eruit zag en allemaal nog meer van dat soort gekke vragen.)
Normaal mee kunnen doen op school(het is een wonder dat ik de middelbare school heb gehaald. Gelukkig zat ik onder mijn niveau anders was het nooit gelukt. Ik heb nooit een vervolgopleiding af kunnen maken want het werd mij altijd te veel. Ik werkte 10x zo hard dan mijn klasgenoten om vervolgens niets te bereiken omdat ik weer een andere denkwijze bij een opdracht had waarvan ik dacht en ga zo maar door. Een en al gezeik, het enige waar ik op kon focussen waren creatieve dingen)
Opruimen(Toen ik nog bij mijn ouders woonde was het een nachtmerrie in mijn kamer, voor mijn moeder met smetvrees al helemaal. Het lukte mij 1x per 2 maanden om mijn kamer wat op te ruimen en daar was dan ook alles mee gezegd. Nu ik op mezelf woon heb ik een groter probleem en word ik regelmatig enorm somber omdat mijn huis zo'n troep is. Ooit vind ik die balans)
Mezelf verliezen in social media en dan bedoel ik ook echt verliezen.. Niet meer weten wie ik nou zelf ben, op eens een ander soort karakter ontwikkelen alsof ik nog in de puberteit zit, aan trends meedoen die helemaal niet bij mij passen en nog meer gezeur. Mijn zus vroeg mij een paar maanden geleden toen ik weer eens een andere stijl had: "Maar wie ben je nou echt" iets in die trant waarop ik zei dat ik zelf ook geen idee heb. Maar waarom moet er überhaupt druk op liggen om dat te weten?
Mezelf verliezen in gamen. Ook een hele bekende voor mij. Dat is vroeger allemaal begonnen toen ik een jaar of 10 was en constant achter de pc zat voor Habbo Hotel, later veranderde dat naar de Sims en Horse-Nation.
Mezelf verliezen in films en series. Zelfde verhaal.
Mezelf verliezen in muziek. Spreekt ook voor zich.
Ik kan mezelf verliezen in elk opzicht van het leven zowel negatief als positief. Ik heb onder andere ook autisme wat daar ook toe bij draagt natuurlijk. Ik hoop dit jaar nog een diagnose te kunnen krijgen en af en toe iets te kunnen nemen qua medicatie zodat mijn brein af en toe even stil kan zijn. Sinds ik een hersenschudding heb gehad is die behoefte namelijk vergroot. Ik ga douchen en ik ben al helemaal gesloopt. Hoestende mensen, huilende kinderen, geknisper van zakjes.. Je kan het zo gek niet bedenken of ik ben al compleet overprikkeld. Had ik die ene dag nou maar niet aan het gordijn getrokken terwijl ik eronder stond, dan was ik nog gewoon mezelf geweest.
0 notes
actuma · 2 years
Text
15 jaar celstraf en tbs voor 'Tindermoord' op Amerikaanse studente in Leeuwarden
Tumblr media
De rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, heeft vonnis gewezen in de zaak die in de media bekend is geworden als de Tindermoord. Een 27-jarige man is veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging voor moord op een 21-jarige Amerikaanse studente, voor poging tot doodslag op haar Nederlandse vriend, voor brandstichting en voor vernieling.  Geobsedeerd na contact via Tinder De man had via Tinder contact gekregen met de studente en zij zagen elkaar een aantal maanden regelmatig. De man wilde een relatie met de vrouw, zij niet met hem. De man is geobsedeerd geraakt en kon niet stoppen met het zoeken van contact met de studente. De deskundigen hebben vastgesteld dat de man twee aangeboren stoornissen heeft in de vorm van autisme en ADHD. Hij kan hierdoor niet goed omgaan met hoog oplopende emoties en heeft een fors verhoogde kwetsbaarheid om psychisch ontregeld te raken bij oplopende spanningen.  Molotov cocktails en wapens Op 6 maart 2022 had de man de hoop dat hij de studente in Leeuwarden in een bar zou ontmoeten maar de studente stuurde een berichtje dat zij niet kwam. De man is naar haar woning gegaan en zag dat daar een feestje was en hij ging ervan uit dat haar nieuwe vriend daar ook zou zijn. De man is naar huis gereden, heeft twee flessen met benzine gevuld en heeft een hamer en een mes meegenomen. Terug bij de studentenwoning aan de Tweebaksmarkt in Leeuwarden heeft de man een molotovcocktail gereed gemaakt en brandend tegen een raam aan de zijkant van de woning gegooid. Daarna is hij via de regenpijp op het platte dak geklommen, heeft hij met de meegenomen hamer het raam van de terrasdeur ingeslagen en is hij de woning binnengestormd. In de woning heeft hij met het meegenomen mes de studente dood gestoken en haar vriend neergestoken. De vriend heeft deze aanval maar net overleefd; hij had drie steekwonden in zijn borst Strafoplegging De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien jaar en TBS met dwangverpleging. Bron: Rechtspraak Read the full article
1 note · View note
kylphar · 2 years
Text
Beginnen bij het begin: wie ben ik ook alweer...
Daar heb je het. Ik ga eens een blog schrijven, hoor. Weet ik al niet hoe ik wil beginnen. Misschien begin ik wel met:
Welkom!
Maar is het de bedoeling dat jij dit gaat lezen? Wil je dit wel lezen? Kom nu, zit je hier echt op te wachten? Dit is gewoon de zoveelste blog. Als het al zover komt en niet bij deze ene post blijft, natuurlijk. Mja, wat is dan mijn bedoeling? Gezien een psych reteduur is en/of ik er niet genoeg geld voor heb, heb ik het plan opgevat om maar over mijn leven te gaan schrijven. Verwacht je dus alvast aan een hoop gezeur. Kunnen zo aan bod komen: een heleboel herinneringen, dat lijkt me logisch. Die kunnen gaan over: dingen in mijn jeugd, waaronder mijn paardenjaren (ik reed paard), het al dan niet bestaan van liefde, opgroeien met ouders (meerbepaald een moeder) die het toch nét niet zijn, narcisme, hoe ik mezelf verlies, weer terugvind, weer verlies, hoe moeilijk het is om vrienden te hebben, leuke complimenten die ik ooit gekregen heb, dingen die ik tot een goed einde kon brengen (om toch een beetje tegenwicht te kunnen geven aan de zware onderwerpen), mijn autisme en of ik daar mee om kan gaan,...
Jep, genoeg materiaal om toch zeker weken mee toe te komen. Alleen moet het zich wel weten te vertalen naar tekst die op een scherm verschijnt omdat ik mijn vingers in beweging gekregen heb. De tekst heeft de neiging om voorbij te vliegen in mijn hoofd, vaak op momenten dat het niet uitkomt om te typen (onder de douche bijvoorbeeld). Eigenlijk vaak ook wel, maar dan zit ik net zo lekker te niksen (een spelletje te spelen op de laptop) en vind ik er meestal toch niks aan. Want werkelijk, wat heb ik er nu aan? Wat voorbij is, is voorbij. Verander je toch niks meer aan. Ach ja, wie weet is er toch één ziel bij gebaat. Al is het enkel de mijne. Maar, mocht het jou ook deugd doen om mijn gezeur te lezen, dan denk ik dat ik dat wel fijn zal vinden.
Laat ik nu maar eens tot de kern komen of wat ik eigenlijk in de titel zei: wie ik ben.
Ik ben een vrouw, geboren in het jaar 1988 en verjaar op het einde van het jaar. Asse bleek de uitverkoren plek te zijn (da's in België), al ben ik opgegroeid in een gemeente vlakbij: Dilbeek. Nadat ik op 19-jarige leeftijd het huis waarin ik opgegroeid ben, achter me liet, heb ik achtereenvolgens op verschillende plekken in Nederland "gelogeerd" voor een periode van een dik half jaar, waarna ik een jaar of zes in regio Turnhout gewoond heb. Hierna ging het weer naar Asse voor ongeveer vijf jaar, en inmiddels woon ik al een paar jaar aan de kust. Ik kreeg een diagnose autisme toen ik 26 jaar was en dat pas na veel aandringen bij instanties als de Werkwinkel. Het niet aan werk geraken, of het niet kunnen volhouden is lang een moeilijkheid geweest. Dit was afgelopen toen ik in Asse ging wonen en bij een welbekende busmaatschappij aan de slag mocht. Met de verhuis naar de kust, ben ik aan een bacheloropleiding begonnen. Na al die jaren ben ik er toch eens achter gekomen waar mijn interesse lag, en tot nu toe blijk ik er slim genoeg voor te zijn. Momenteel woon ik samen met mijn vriend S., beter gezegd: ik woon bij hem in, in zijn appartement. We blijken allebei voldoende geschift te zijn om elkaar te kunnen verdragen en daarbovenop ook nog graag te zien. Sinds iets meer dan een jaar heb ik een tweede vriendje, W., daar vertel ik later wel meer over... Hobby's zijn momenteel schaars. Vooral het lezen van boeken, het vergaren van kennis, ontlopen van emoties, simpele spelletjes spelen om mij bezig te houden, doen het vrij goed. Af en toe kan ik het nog wel eens leuk vinden om wat te koken. Al sinds mijn zeventiende doe ik aan bdsm. Ik heb me steeds als dominant geprofileerd en dat doe ik nog steeds, het is de rol waarin ik me het meest comfortabel voel. Misschien vertel ik hier ook ooit nog wel wat meer over. Ik meldde het eerder al, maar ik wil het nog even opnieuw zeggen: ik ben een autist. Zelf heb ik er lang niet zo'n hinder van ondervonden, al wist ik al lang voor ik mijn diagnose kreeg en überhaupt iets over autisme af wist, dat ik niet was zoals andere mensen. Ik leidde gewoon mijn leven, tot ik een lief had dat mij vertelde dat ik autisme zou hebben. Vervolgens begon het "gevecht" om aan een diagnose te geraken. Wel de wil, niet het geld. Waarschijnlijk heb ik uiteindelijk het geluk gehad dat ik genoeg gezeurd heb bij de Werkwinkel, maar wat een gedoe is het geweest! Is er na mijn diagnose veel veranderd? Ik zou willen denken van niet, maar mogelijk wel. Het was een opluchting om te weten dat ik inderdaad anders ben. Minder leuk waren de verwijten van dat toenmalige lief dat ik volgens hem begeleiding nodig had en zo lastig in de omgang was. Hoewel ik niemand wat hoefde te bewijzen, was het alleen wonen en het werken bij de welbekende busmaatschappij wel een dikke f*ck you naar iedereen die dacht dat het me niet zou lukken om ook maar iets zelfstandig voor elkaar te krijgen. Momenteel merk ik meer en meer dat ik toch meer interesse moet hebben voor mijn autisme. Al is het maar omdat ik er een acute interesse bij heb gekregen die niet meer weg te krijgen is, namelijk: voor mezelf zorgen, en dat dan op meer dan één vlak (voorheen vooral het financiële).
Bon, ik merk dat dit al best een lange post is geworden, dus ik laat het er maar bij. Ook al omdat mijn aandacht begint te verslappen. Ik vond het best fijn om zo eens wat te zitten typen, wie weet doe ik dat nog!
In het geval er vragen zouden zijn: mijn inbox staat open, I guess. Ik geef geen garantie op reactie. Als je het niet probeert, weet je het zeker niet...
Laters!
1 note · View note
zielsvlucht · 4 years
Text
Over autisme en misantropie
Al van vroegs af aan werd me verteld dat ik belangrijke dingen niet begreep. Dat ik me niet juist gedroeg en dat ik nog zo veel te leren had van jullie, de normale mensen, de meesters van empathie, sociaal gedrag en verstand.
Er werd me duidelijk gemaakt dat ik niet zou kunnen overleven als ik mezelf bleef.
“Ja natuurlijk zou iedereen zich aan je kunnen aanpassen.” zeiden ze. “Maar éénmaal dat je volwassen bent moet je kunnen een normaal leven leiden. Daarom moet je nu al leren door het leven gaan zonder een speciale behandeling. Je moet leren omgaan met mensen. Je moet leren sociaal zijn en jezelf niet afzonderen. Je moet de waarde van mensen boven dieren en voorwerpen begrijpen. Je moet empathisch leren zijn, je moet leren inzien dat anderen ook gevoelens hebben en je moet het beseffen wanneer je iemand kwetst. Je moet kunnen inzien wanneer je verkeerd bent.”
Ik zag het als mijn plicht natuurlijk. Mijn bestaan, mijn leven, hing hier van af. Als ik kon leren om een mens te zijn - wel ja - dan mocht ik een mens zijn. Dan mocht ik een deel van jullie uitmaken. Als ik het niet kon, dan zou ik in de goot eindigen. Dus ik leerde het allemaal.
Eerst leerde ik sociale omgang van jullie. Ik leerde om mensen niet te negeren en ten alle tijden hen in de ogen te kijken en met hen te converseren. Een super belangrijke les, dat lieten jullie me keer op keer weten.
Tot jullie smartphones uitvonden en jullie je eigen cruciale lessen onmiddellijk vergaten in ruil voor sociale netwerk feeds en memes. Nu kijk ik jullie telkens plichtsbewust in de ogen, stel ik vragen over jullie, over jullie dag, over wat dan ook. En jullie antwoorden niet. Kijken me niet aan. Willen dat ik zwijg zodat jullie rustig kunnen verder scrollen.
Dan leerde ik de waarde van mensen boven alles. Op de harde manier. Ik kreeg een schoen in mijn gezicht terwijl de andere kinderen lachten.
“Hé Roel!” zei hij. “Ik heb daarnet op een regenworm gestampt! Ga je nu huilen?”
Jullie leerden me hoe grappig dit was. O wat werd er gelachen.
“Hé Roel!” zei ze. “Ik heb een tak van een boom getrokken! Is de boom nu verdrietig?”
Ik leerde dat voorwerpen eigendom waren en geen eigen wil mochten hebben. Ik leerde dat ik me nooit mocht zorgen maken of huilen om voorwerpen. En ik leerde dat zowel planten als dieren ook voorwerpen waren. Zij zijn van ons. Zelfs de dieren die vrij rondzwerven in de wereld zijn gewoon de huisdieren die we niet voederen. De wilde bossen zijn de tuinen die we niet onderhouden. Allemaal voorwerpen. We ruilen ze, eten ze, bezitten ze, alsof het geld is. Want ze zijn geld. Alles is geld. Alles behalve mensen. Alles dient voor mensen. Wij zijn de reden van alles.
En dan plots gingen jullie allemaal het straat op. In protest. Lang leve Greta. Red het klimaat. Maar ik herkende hem wel in de menigte. En ik herkende haar ook. Ik herkende ze allemaal. Dezelfde mensen die mij deze harde les geleerd hadden die nu het straat op kwamen. Er werd voor hen geapplaudisseerd. Wat een rebellen. Wat een helden. Wat een nobele strijd tegen een apathische wereld.
Ik roep even tegen de meute om te stoppen. Opgepast hier zit een rups op de weg. Ik wil hem eventjes uit de weg zetten. Jullie draaien cirkeltjes met jullie vingers naast het hoofd. Ja, ik ben nog steeds zot. Hoe dom van me. Ik had al lang moeten leren dat jullie protest voor de natuur belangrijker was dan dit dom waardeloos object dat over de straat kruipt. Het protest draait natuurlijk om jullie. Om de mensen. Jullie zijn de reden van alles.
Vervolgens leerde ik empathie van jullie. Toen ik voor iemands camera liep en een foto verpestte werd er me met hand en tand uitgelegd hoe gekwetst de amateurfotograaf wel niet was. Hij had zo graag een foto genomen van het toeristische pronkstuk zonder mensen op. Nu had ik die kans voor hem verpest. Wat een verlies. “Het draait er niet om wat jij van foto’s vind! Leef je nu toch eens voor één keer in iemand anders in!” werd er mij gesmeekt.
Gelukkig moeten we ons niet inleven in de daklozen. Dat zag ik immers nooit iemand doen. De daklozen mogen we naar spugen. Het zijn drugsverslaafden die hier hun leven hier liggen te verspillen in plaats van zelf geld te verdienen. Kijk die daar heeft schoenen. Ik heb ook schoenen. Zo dakloos zal die dan wel niet zijn. Kijk die daar heeft een smartphone. Wat een bedrieger. Kom maar terug wanneer je helemaal naakt bent en een arm ontbreekt, dan geef ik je misschien geld. Of nee wacht, want dan zou je gehandicapt zijn en op de gehandicapten mogen we ook spugen. Geef ze in ieder geval geen geld, die daklozen, want anders gaan ze drugs kopen. Daklozen die drugs kopen, wat een smeerlappen! Wat een criminelen! Ze zouden verdorie eens minder lui moeten zijn; stoppen met drugs kopen terwijl ze verslaafd zijn en dan dodelijk ziek worden, bezwijken aan afkickverschijnselen op straat waar niemand hen komt helpen; want onze empathie is in ieder geval te hoog ontwikkeld om ons met die losers bezig te houden.
Ik leerde ook dingen te verzwijgen in de naam van empathie. Vertel mensen niet wat je denkt. Vertel ze niet over hun fouten, hoe begrijpelijk of menselijk dan ook, hoe verschrikkelijk de gevolgen ook zouden zijn. Nee, praat er om heen. Lieg tegen ze. Hint wat naar ze. Manipuleer ze. Zeg het hen niet direct want stel dat je ze zou kwetsen? Ja onzen Bert is hopeloos racistisch en houdt zich actief bezig met de levens van mensen te saboteren gewoon omdat ze een ander tintje hebben, maar zeg hem dat niet! Stel je dan toch eens voor hoe arme Bert zich zou voelen? Hou de schijn maar liever hoog en negeer alles waar je je aan stoort.
Ik moet toegeven dat het moeilijk is, empathie. Zeker als je moreel kompas zo onherroepelijk verprutst is zoals het mijne.
“De meeste mensen voelen het aan.” Vertelde de psychologe me. “Maar jij niet. Jij moet gewoon diep nadenken over hoe de anderen zich zouden voelen. Maar als je er eens goed over nadenkt en af en toe stil staat bij wat je doet, dan kan jij het ook!”
Dus braaf als ik was begon ik diep na te denken, en ik kwam al snel tot al de foute conclusies. Ik trok veel te vaak de beslissingen van anderen in twijfel terwijl er helemaal niets mis was met die beslissingen. Mijn kritiek was altijd zinloos, want ik was er diep over aan het nadenken en zij hoefden dat niet. Zij voelden het aan! Zij waren normaal! Perfect! Magisch! Bij toverslag wisten zij, als normale mensen, altijd dat hun natuurlijke empathisch gevoel werkt en dus altijd 100% juist is. Geen zelfreflectie nodig! Wat een luxe. Wat goed dat onze eeuwenlange filosofische onderzoeken naar ethiek en deugd achteraf compleet nutteloos zijn gebleken vermits wij toch nooit iets verkeerd doen.
‘Want ik maak me veel zorgen om mijn vrouw. En mijn zoontje. Zie al deze empathie! Ik heb ook een hekel aan homo’s natuurlijk. Die moeten allemaal dood. Maar aan mijn empathie zal het niet liggen. Kijk hoeveel empathie ik voel voor mijn zoon! En voor X, en Y en Z! Kijk hoe solidair ik ben op al deze andere vlakken! Zo zie je maar: ik ben een goede mens en mijn homohaat is dus redelijk. Geen reflectie nodig. Wat zeg je? Ik? Vrouwen haten? Mijn moeder was een vrouw! Hoe kan ik nu vrouwen haten? Allez kom aan. De wereld is zot aan het worden!’
En ik leerde het inzien wanneer ik verkeerd ben, wanneer ik in fout ben: Ik ben fout wanneer jij juist bent. Jij bent juist, wanneer jij zegt dat jij juist bent. En in geval van twijfel ben ik per definitie in fout omdat mijn hoofd anders in elkaar zit dan het jouwe en ik jouw superieure denken gewoon niet begrijp. Het is zo eenvoudig dat het absurd is om te denken dat ik er ooit moeite mee had! Wanneer ben ik fout? Telkens als ik merk dat ik een groep van normale mensen tegenspreek natuurlijk! Waarom heb ik ooit al die tijd verspild met naar hun argumenten te luisteren en mijn eigen overtuigingen te bestuderen? Het was al die tijd al zo simpel!
Toen ik vijftien à zestien was moest ik op school een presentatie geven over levensbeschouwing. Hoe kijk ik naar het leven op? De titel van mijn presentatie: misantropie.
“Ik haat mensen.” Legde ik uit tegen de klas. “Alle mensen. Jullie ook. Ook mezelf. Mensen doen zelden iets goeds en wanneer ze het wel doen komen er andere mensen langs om het te verpesten, als ze het niet al zelf verpesten. Mensen zijn egoïstisch en gek in hun hoofd, maar te arrogant om het van zichzelf toe te geven. Ze vinden het zelden nodig om voor hun eigen gebreken te compenseren.”
Ik motiveerde mijn standpunt vanuit een brede kijk: wat hebben de mensen met de wereld en met elkaar gedaan? Ik hield mezelf er buiten. Een beetje onoprecht natuurlijk want ik ben eigenlijk de misantroop. Ik ben de gekwetste. Deze mensenhaat zou nooit zo gegroeid zijn, als mijn eigen menszijn nooit in twijfel getrokken was geweest. Ik zou nooit het gedrag van mensen zo bekritiseren, als ze me niet gedwongen hadden om me zo menselijk mogelijk te gedragen. Als de normale mens me nooit werd voorgeschoteld als het grote voorbeeld waar ik naartoe moest groeien, dan was ik nooit normale mensen beginnen haten.
Er wordt mij vaak gezegd dat ik het goede in mensen maar eens moest leren inzien. Dat ik optimistischer moet zijn. Dat ik moet stoppen met iedereen dom te noemen. Dat ik eerlijkere relaties met mensen moet aangaan waarin ik de mensen beter vertrouw. Dat ik niet moet leven vanuit de assumptie dat alle vriendschappen die ik maak weer zullen vergaan. Ik zie wel in dat dit allemaal nobele doelen zijn, die heel goed voor me zouden kunnen zijn. Ik zie wel dat er iets goed in mensen zit.
Maar ik zie ook het goede in insecten. En in onkruid en ongemaaide grasvelden en bossen en gehandicapten en depressievelingen en mieren in het huis en de volkeren van vijandige landen en spinnen en thee die naar afval smaakt en gevangenen en daklozen en schimmel en vissen en homoseksuelen en ratten en zoveel meer.
Als ik van mensen leerde houden en als ik er eindelijk in zou slagen om zelf ook een volwaardige mens te worden, zou ik dan nog steeds het goede in al die andere dingen kunnen zien? Of zou ik ze ook beginnen haten? Het is voor me zo moeilijk om mensen anders te definiëren dan domme, verwarde of haatvolle wezens. Ik zie een keuze tussen mensen haten, of al de rest haten – of op zijn minst al de rest te vernietigen alsof je het haat, ook al denk je er werkelijk nooit over na.
Bot gezegd: Ik ben veel liever een insectenvriend dan een mensenvriend. En ik ben veel liever een koppige kluizenaar zonder toekomst, die liefde voelt voor dingen die weinig liefde krijgen, dan gewoon nog een mens met alle problemen van dien. Er zijn al genoeg mensen. Ik wil meer spinnen in de wereld zien.
25 notes · View notes
sampauwelsschrijft · 4 years
Text
Autistische representatie in fictie I: waarom het belangrijk is
Ik ben ik. Lala is Lala. -Hoshina Hikaru, Star Twinkle Precure, aflevering 2 (vertaald uit het Japans)
Ja, dit is geïnspireerd door de nieuwe film van Sia. Ja, dit is echt mijn eerste post op deze Tumblr die dient om mijn toekomstige boeken te promoten. Ja, hier moet over gepraat worden. (Als je meer wilt weten over de problematiek met Sia, kan je daar veel informatie over vinden op het internet. Je moet weten dat de autistische gemeenschap erg veel kritiek heeft op de film ‘Music’ en dat Sia erg slecht en discriminerend gereageerd heeft op die kritiek.)
Om even een beeld te schetsen van mezelf voor ik begin: ik ben negentien jaar oud en een schrijfster (voorlopig ongepubliceerd) die heel erg veel van fictie houdt. En ik ben autistisch.
Ik kick erg op autistische representatie in fictie. Het is wat me toen ik mijn diagnose kreeg geholpen heeft om mezelf te leren begrijpen en er achter te komen dat ik niet alleen ben. Natuurlijk is er de autistische gemeenschap die me dat ook had kunnen laten zien, maar voor iemand als ik die vooral in het land van fictie leeft, waren personages in mijn favoriete series zoveel meer krachtiger. Ik denk dan specifiek Precure.
Aangezien Precure niet erg bekend is in het westen, is hier een beetje context. Precure is een Japanse serie die onder de noemer van ‘magical girl anime’ valt. Als je niet weet wat dat betekend: het is een soort superheldenserie.
Precure heeft zoals de meeste magical girl series als doelgroep kinderen, maar het staat bekend voor zijn volwassen vertellingen en interessante character arcs, waardoor het ook een groot publiek van tieners en volwassenen bereikt.
Precure is in 2004 ontstaan uit feminisme en leert vandaag nog steeds aan kinderen dat het oké is om jezelf te zijn, alleen is die boodschap in de laatste jaren uitgegroeid om ook LGBTQ+ en neurodivergentie te omvatten.
Precure heeft me op veel moeilijke momenten bijgestaan, en ik was al een grote fan voor ik erachter kwam dat ik autistisch ben. Ik keek de eerste aflevering van de Nederlands vertaalde versie van Smile Precure (Glitter Force op Netflix) als een grap met mijn zus, denkende dat het een van Netflix’ vele flaters zou zijn. De eerste afleveringen lachte ik dan ook uit... tot ik me besefte dat het eigenlijk niet zo slecht was.
Het eerste seizoen dat ik volgde terwijl het uitgezonden werd, was Kira Kira Precure A La Mode, het veertiende seizoen. Ik herkende mezelf meteen in het personage Arisugawa Himari of ‘Cure Custard’, een verlegen meisje met een erg grote liefde voor bakken, waarvan ik nu weet dat ze waarschijnlijk autistisch is.
Als een autistisch meisje zonder diagnose, zonder naam voor wat ik was, voelde ik me mijn hele leven anders en zelfs ‘verkeerd’, maar in Himari zag ik mezelf gerepresenteerd en dat was een geweldig gevoel, zelfs als ik toen nog niet begreep waarom ik zoveel van mezelf herkende in Himari. Kira Kira Precure A La Mode is dan ook nog steeds het seizoen waaraan ik het meest sentimentele waarde hecht, ondanks dat het objectief gezien niet een van Precure’s beste werken is.
In december tussen het vijftiende en zestiende seizoen, kwam ik er samen met mijn psychologe achter dat ik autistisch was, waarna ik een half jaar lang door een diagnosetraject ging (want ja, als vrouw een autismediagnose krijgen is helaas nog steeds moeilijk). Tijdens dat halve jaar, werd Star Twinkle Precure uitgezonden, met als protagonist Hoshina Hikaru of ‘Cure Star’.
Nog wat context om alles verder te begrijpen: in Precure heeft ieder meisje van het team een soort superheldennaam startende met ‘Cure’, zoals bijvoorbeeld Cure Custard en Cure Star. Ieder meisje heeft ook een kleur: Cure Custards kleur is geel en Cure Stars kleur is roos. De protagonisten en ‘leiders’ van het team, zijn bijna altijd roos, en ze hebben allemaal een erg gelijkaardige persoonlijkheid met slechts kleine verschillen, om het voor kinderen gemakkelijk te maken om de soms toch wel relatief moeilijke onderwerpen te blijven begrijpen. Persoonlijkheid wordt vooral verdeeld over de andere leden van het team.
Cure Star was op het eerste zicht niet anders dan alle andere roze cures. Ze was erg enthousiast en altijd blij, riep veel, praatte veel, had veel sociaal contact en was over het algemeen het stereotypische opgewekte meisje dat we bij alle roze cures zien. Ze was volledig het tegenovergestelde van de stille Cure Custard, en dat zou dus moeten betekenen dat ze het tegenovergestelde van mij was en dat ik helemaal niets met haar gemeen had… en toch zag ik mezelf in Hikaru en had ik veel dingen met haar gemeen. Want, zoals ik later begreep, Hikaru is ook autistisch! Net als mij en Himari. (Hun namen zijn erg gelijkaardig dus ik hoop dat je nog kan volgen).
Hier is een link naar een van de eerste scenes van Star Twinkle Precure, zodat je kennis kan maken met Hikaru’s gedrag:
https://www.youtube.com/watch?app=desktop&v=1UlQ188oNh4&list=PLqHl_0co17Wdd20Fa0lC0R074JrLwNJb_
(Vergeet niet om ondertiteling aan te zetten in de rechts onderaan van het youtube filmpje!)
Hoe kunnen we uit deze scene afleiden dat Hikaru autistisch is?
We zien meteen dat Hikaru erg geïnteresseerd is in onder andere tekenen, de ruimte en sterrenbeelden, tot op het punt waarop ze haar eigen sterrenbeelden verzint en tekent. Autistische mensen hebben meestal zogenaamde ‘speciale interesses’ waarin we heel geïnteresseerd zijn. Als het nog niet duidelijk was, Precure is bijvoorbeeld een van mijn speciale interesses.
Wanneer Hikaru haar zelf bedachte sterrenbeeld getekend heeft, maakt dat haar heel erg blij. Autistische mensen ervaren hun gevoelens veel sterker dan de meeste neurotypische mensen en we vinden het niet moeilijk om enorme blijdschap te halen uit kleine dingen.
Door dat overweldigend gevoel van blijdschap zien we Hikaru stimmen door heen en weer te bewegen. Stimmen is een vorm van zelfregulatie en het is iets dat iedereen doet, denk bijvoorbeeld aan mensen die met hun haar prutsen wanneer ze nerveus zijn. Voor autistische mensen is stimmen heel belangrijk omdat we onze gevoelens (en andere sensorische input) heel sterk voelen, en vandaar behoort stimmen tot het stereotiep gedrag van autistische personen. Veel voorkomende stims zijn met de handen wapperen, springen, rondjes draaien, heen en weer wiegen, etc.
En dat zien we allemaal alleen maar in de eerste paar seconden van een seizoen met 49 afleveringen en twee films! Cure Star is misschien niet verlegen en stil zoals Cure Custard, ze is duidelijk autistisch gecodeerd, of dat nu de bedoeling was van de schrijvers of niet.
Zelf zie ik Cure Custard als hoe veel (dus niet allemaal) autistische meisjes er langs buiten uitzien, terwijl Cure Star meer is zoals we vanbinnen zijn. (Maar onthoud: autisme is een spectrum en iedere autistische persoon is anders. Er bestaan ook zeker meisjes die helemaal zoals Cure Star zijn, ook naar buiten toe.)
Het was voor mij geweldig om tijdens mijn lange diagnosetraject iedere week naar Star Twinkle Precure te kijken en Cure Star te zien. Omdat ik zo lang zonder diagnose door het leven was gegaan, had ik geen voel meer met wie ik was onder het ‘masker’ dat ik gemaakt had om mijn autisme te verbergen van de buitenwereld. Door Hikaru te zien, herontdekte ik mezelf als autistische persoon en kon ik mezelf een identiteit geven.
En dat is niet alles! In hetzelfde seizoen zien we ook Lala of ‘Cure Milky’, een alien die moet leren begrijpen hoe het leven op aarde is. Veel autistische mensen omschrijven hun leven precies als dat: je bent een alien die leeft op een planeet die niet voor jou gemaakt is. Ook in Lala zag ik mezelf.
Oké, genoeg over Precure gepraat, want ik ga nog uren verder als niemand me stopt. Wat betekent dit allemaal concreet? 
Het betekent dat autistische representatie erg belangrijk is!
Door autistische personages te laten zien in jouw fictie, laat je:
Autistische mensen zien dat het oké is dat we bestaan en dat we er mogen zijn. Je laat ons zien dat we onszelf mogen zijn.
Je laat neurotypische mensen zien dat autisme meer is dan een stereotype en je helpt de wereld beter te maken door acceptatie voor autistische mensen te creëren en ruimte te maken voor discussie. En je laat zien dat autisme helemaal niet zo verschrikkelijk is als sommigen het doen lijken: autistisch zijn is mooi!
Wie weet zal een niet gediagnosticeerd  iemand zich herkennen in jouw personage, en als jij het canon maakt dat jouw personage autistisch is, kan je iemand helpen om meer over zichzelf te leren.
Het is voor jou als schrijver ook belangrijk, want:
Je trekt de autistische gemeenschap aan! We houden allemaal van positieve representatie en zijn er constant actief naar op zoek. Dit is goed voor je: als autistische mensen je boek/ film/ serie/ video game/ whatever goed vinden, is dat goede reclame. Autistische mensen zijn namelijk erg gepassioneerd over wat ons interesseert. Deze post was waarschijnlijk ook goede reclame voor Precure. (Tenminste, dat hoop ik.)
Het maakt je verhaal realistischer. Autistische mensen bestaan en we zijn overal.
Dus, je wilt een autistisch personage in je verhaal steken, hoe doe je dat? 
Goed. Je doet het goed.
Oké, dus hoe doe je het goed?
In het kort: onderzoek doen en luisteren naar autistische mensen, de #actuallyautistic tag hier op Tumblr is al een goed begin.
Maar er valt veel meer over te zeggen en ik heb hierover een aparte post gemaakt, die je hier op of de volgende link kan vinden: https://sampauwelsschrijft.tumblr.com/post/642124922428227584/autistische-representatie-in-fictie-ii-hoe-je-het
Voor je weg klikt, wil ik je bedanken om dit te lezen. Als autistische persoon, schrijver en frequente consument van fictie, is het gevecht om positieve representatie van autisme iets dat me erg nauw bij het hart ligt. Ik wil andere schrijvers heel graag leren hoe ze het goed kunnen doen, aangezien het beeld dat de meeste mensen van autisme hebben erg beïnvloed is door verkeerde stereotypen in bekende media. Het betekend dan ook veel voor mij, en voor de gehele autistische gemeenschap, dat je de moeite gedaan hebt om deze post te lezen en te leren. Dank je!
Als je geïnteresseerd bent in meer van dit soort content, hou mijn blog dan zeker in het oog! Ik ben van plan om nog veel meer informatie over autisme te delen. Autistische mensen worden helaas erg vaak de mond gesnoerd, waardoor de meeste mensen en zelfs professionelen een verkeerd beeld van autisme hebben en veel mensen zoals ik een lange tijd zonder diagnose door het leven gaan. Dat wil ik doorbreken. Hoe sneller een diagnose gesteld wordt, hoe beter. Autistische kinderen voelen ook dat ze anders zijn, en het zou hen zoveel gelukkiger maken als ze er een naam voor hadden. Mijn diagnose krijgen was een van de beste momenten in mijn leven.
Nu heb ik geen idee hoe ik dit moet eindigen dus ik denk dat ik dit gewoon mijn laatste zin maak hahahahaha.
5 notes · View notes
anoniemus · 4 years
Note
Aan de anon die wil weten of hij/zij autisme heeft: ik (zij) heb zelf een diagnose gekregen toen ik 15 was, de kinderpsychiater had een vermoeden - mijn ouders en ik niet. Ik heb dit echt nog maar recent (na 10 jaar) “een plaats gegeven” en ik ben ook een beetje op zoek naar mezelf en op welke vlakken mijn autisme tot uiting komt. Ik wil gerust eens met je praten en je eventueel helpen met je zoektocht. Mijn psychologe heeft mij het boek “Maar je ziet er helemaal niet autistisch uit” van Bianca Toeps aangeraden. Hier ga je jezelf misschien wel beter in terug vinden als je vrouw bent. Bij mannen uit zich dat meestal net iets anders, maar uiteindelijk is autisme bij elke persoon een unieke combinatie :) lieve anon: je mag mij altijd contacteren. Je mag hierop reageren als je graag wilt praten. Veel liefs!
2 notes · View notes
tistje · 11 months
Text
Inside aut ... een documentaire besproken
“Inside Aut” is een meeslepende documentaire die ons meeneemt op een diepgaande en empathische reis door het leven van Isabelle Renate la Poutré. Deze boeiende film belicht het verhaal van Isabelle, een getalenteerde fotografe en filmmaker geboren in 1990, die de moed had om haar eigen identiteit en het mysterie van autisme te verkennen. Isabelle’s persoonlijke zoektocht begon nadat ze het boek…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
Text
Binnenland - Is iedereen autistisch? Officieel is autisme een ontwikkelingsstoornis met een negatieve invloed op het dagelijks functioneren. Autisme kan tot veel verschillende problemen leiden. Hevige sociale angst, dwanghandelingen en grote paniek door kleine onverwachte gebeurtenissen zijn slechts enkele voorbeelden.  Autisme Autisme heeft veel gedaanten. Zo kan iemand die de hele dag achter de computer zit en exact elke dag om 11 uur naar buiten gaat voor een ochtendwandeling autisme hebben. Maar die ene topsporter die zich volledig op zijn of haar sportieve doelen stort en met bijna niets anders bezig is ook. De gemene deler van autisme is een bovengemiddelde gerichtheid op specifieke details. Sommige mensen functioneren daar goed bij, anderen niet.    Iedereen? In Iedereen autistisch toont psycholoog Gijs Lauret (zelf ook gediagnostiseerd met autisme) aan dat in ieder mens kenmerken van autisme schuilen en laat hij zijn licht schijnen op zowel de kwaliteiten als de kwetsbaarheden die dat met zich mee kan brengen. Aan de hand van zijn eigen verhaal, wetenschappelijke achtergronden en voorbeelden uit de praktijk laat Gijs zien dat de kenmerken van autisme ontstaan door onderlinge verschillen in hoe mensen informatie verwerken. Met deze nieuwe inzichten leert hij je het gedrag van mensen beter begrijpen en krijgen de 'hokjes' van psychiatrische diagnoses een nieuwe betekenis.  Gijs Lauret Gijs Lauret. Foto: Hester Doove   Iedereen autistisch beschrijft op analytische, humoristische en relativerende wijze de persoonlijke zoektocht van een psycholoog die op 41-jarige leeftijd een diagnose autismespectrumstoornis te verwerken krijgt. En wat dit voor gevolgen heeft voor zijn werk en de relatie met zijn vrouw en kinderen. "Is autisme een stoornis, of is het gestoord om iemand in het autismespectrum in te delen? In dit boek helpt Gijs Lauret je om het te begrijpen." Bram Bakker  "Hoe verontrustend is het wanneer er tijdens het lezen van een boek over autisme vooral herkenning optreedt? Gijs Lauret beschrijft autisme 'van binnenuit' en dat is precies wat zijn boek uniek maakt. Voor mij als vrijetijds-autist was 'Iedereen autistisch' precies het boek waar ik, zonder me daar zelf van bewust te zijn geweest, al jaren op had zitten wachten". Herman Koch
0 notes
zielsvlucht · 6 years
Text
Soms schrijf ik over autisme
Op eigen beweging zocht ik mezelf een therapeut. Het was een beweging die drie jaar duurde, maar uiteindelijk ben ik er dan toch geraakt. Bijna wekelijks mag ik een uur lang met een vrouw praten, in de hoop dat dit ene uur iets zal doen aan de chaos die heerst in de overige 167 uren van de week. Naar mijn inschatten, is de therapeut er van overtuigd dat we elkaar vaak genoeg zien. Ik niet. Ik zie nog niet hoe één oase van zelfhulp midden in een woestijn van kwelling effectief kan zijn. Maar ik ben niet pessimistisch. Er is maar een beperkt aantal uren in een week en er valt niets aan te doen, dus klagen is contraproductief. Het is immers mijn eigen planning die de tijd zo heeft beperkt.
Ik ben een volwassen man. Ik ben echter nog niet zo lang volwassen. Ik heb ook autismespectrumstoornis maar helaas tijdens mijn jeugd was niemand er in geslaagd om me goed uit te leggen wat dat wilde zeggen. Daarom ga ik nu pas naar de therapeut, wanneer ik me op het einde van mijn krachten voel. Mijn moeder relativeerde mijn diagnose altijd. Ze zei dat ik gewoon mezelf was en dat ze geen nood voelde om een heel circus rond mij te bouwen zoals andere inferieure moeders in de omgeving deden met hun kinderen. Hierdoor werden vaak mijn autisme-gerelateerde problemen genegeerd in plaats van aangepakt. Maar ik bekritiseerde mijn moeder hier nooit voor. In mijn ogen had ze heel veel begrip voor mij. Mijn vader noemde me een “rand-debiel”, dus mijn moeder’s aanpak was niet al te slecht. Ik ben aan het afwijken; mijn therapeut-
Mijn therapeut probeert dus in te halen wat ik gemist heb over het onderwerp van autisme. Zij neemt het op zich om me uit te leggen wat ik ben. Wat ik ben. Ikzelf ben van de overtuiging dat autistisch iets is dat mensen zijn, in plaats van dat ze autisme hebben. Iets dat men heeft, kan men namelijk afstand van doen. Men zou het kunnen verliezen. Autisme kan men echter niet verliezen en ik zie ook geen enkele reden om een onderscheid te maken tussen de ziel en de eigenschappen van een mens. Sommige mensen zijn egoïstisch. Ze hebben niet egoïsme. Ze zijn het. Als een man zou beweren dat hij lijdt aan een zwaar geval van racisme, zou het haast klinken als een excuus om gebrekkig te zijn. Als een soort van mislukte verbloeming. Een slechte eigenschap die niet deel van hem is, hoewel hij het toch altijd met zich meedraagt. Alsof een mens niet geheel verantwoordelijk zou zijn voor de dingen die in zijn eigen schedel gebeuren. Maar als de mens zijn eigen schedel niet beheert, wie doet het dan wel?
Excuseer, ik wijk graag af. Van onderwerpen in gesprekken, maar werkelijk van alles.
Mijn therapeut is gewend om met kinderen te werken, of althans jongere mensen. Ik vroeg haar wanneer ik te oud zou zijn om door haar geholpen te worden. Zij zei dat ik naar een therapeut voor volwassenen zou moeten, zodra dat ik volwassene-problemen had. Ik was nieuwsgierig naar het onderscheid tussen volwassene-problemen en kinder-problemen. Ze gaf me als voorbeeld van volwassene-problemen, “problemen met drank of relaties”. Interessant toch? In mijn volwassen bestaan ben ik verstandig genoeg om van beiden onderwerpen weg te blijven. Misschien had ik dan langs een therapeut voor volwassenen kunnen gaan toen ik nog tiener was?
De therapeut is erg geïnteresseerd in autisme. Ze zegt me dat ik veel interessante dingen zeg. Het is niet verwonderlijk, autisme moet haar indertijd zodanig geïntrigeerd hebben dat ze besloot zich er in te specialiseren. Nu is alles dat ik zeg, doe of beschrijf uiterst merkwaardig voor haar. Alsof ik leerrijk ben, of entertainend. Ik heb gemerkt dat telkens als ze me iets uitlegt over autisme, dat ze verwacht dat ik dit speciaal of interessant zou vinden. Misschien verwoord ik dat verkeerd; Maar ze gelooft dat de informatie die ze met me deelt iets merkwaardig heeft, en dat ik de merkwaardigheid er van zou erkennen. Maar ik erken het helaas niet. Is het tonen van typisch autistische dingen aan een autist, dan niet het zelfde als saaie banale dingen tonen aan een niet-autist? Is het dan niet te verwachten dat het me niet echt beweegt? Is dat een strikt Engelse expressie of mag ik dat zo schrijven? Geen idee. Er werd mij ook verteld dat ik geen puntkomma mag gebruiken in schrijfwerken, door een dikke leerkracht Nederlands uit het laatste jaar van een ASO richting (niet bepaald een voorbeeldig persoon waar ik veel respect voor had). Dat advies heb ik volkomen genegeerd. De mens maakt de taal, niet andersom. Ik gebruik puntkomma’s op elk moment dat ik en de Nederlandse taal een ruzie hebben. Het is bijna magisch, ik wring mezelf door zoveel zinnen met dat ding en ik begrijp zelf ook niet hoe, wanneer of waarom ik het gebruik.
Terug ter zaken; (puntkomma joepie!) de therapeut gaf me een boek over autisme mee naar huis om te lezen. Ze was daar erg enthousiast over, want ze had het zelf gelezen en het interesseerde haar natuurlijk enorm. Ze liet vallen dat ik ook over mijn gedachten een boek zou kunnen schrijven, tenzij als dat een droom van mij was. In dat geval heeft ze dat niet laten vallen, maar klonk het gewoon ergens in mijn waanzinnige hoofd. Ze had toch wel zeker gezegd dat mijn kijk op de wereld interessant zou zijn om er over te… lezen? Mijn geheugen is zijn ware zelf met deze anekdote. Misschien fantaseerde ik het allemaal. Hoe dan ook, misschien is voor iemand niet-autistisch mijn kijk op de wereld inderdaad interessant maar wat de therapeut hier niet goed begrepen heeft, is hoe zelden ik feitelijk naar de wereld kijk. De wereld interesseert me niet. 99% van de dingen die gebeuren op deze wereld, zijn dingen waarvan ik niet eens besef dat ze bestaan. En als ik te horen krijg dat ze bestaan dan val ik compleet uit de lucht maar tegelijkertijd kan het me nog steeds niets schelen. Als deze tekst lang genoeg zou door drammen, dan eindigt het ooit in een sprookjeswereld beschreven in een boek dat in een bibliotheek staat midden in een andere sprookjeswereld, twaalfhonderdduizend lichtjaren van de planeet aarde vandaan. Want planeet aarde is niet waar mijn hersenen op letten, vandaar de concentratieproblemen. Er zijn ruim genoeg dingen die me dagelijks bezighouden die niets te maken hebben met de realiteit waarin andere mensen (met technisch gezien ikzelf inbegrepen) leven.
Focus! Ze gaf me een boek. Het laatste boek dat ze me gegeven had, kon gelezen worden door een zesjarige en had prenten met dieren. Ik geef dat boek een tien op tien. Dit boek daarentegen heeft verrassend veel woorden. En dat is jammer want ik lees echt niet graag. Ik ben vaak geïnteresseerd in de verhalen dus ik zoek wel veel boekbesprekingen op online, maar voor het lezen zelf heb ik niet de concentratie en ik doe het ook zo traag. Het boek noemt “Mafkezen en het Asperger-syndroom” in het Nederlands en is uit goed hart geschreven door Luke Jackson uit Engeland(denk ik), wie op het moment van het schrijven een kind was met autisme. Het is nu al een week nadat ik het boek gekregen heb en ik heb het ondertussen al gelezen tot pagina negentien. Ik begon met lezen op pagina vijftien. Het lijkt leuk maar zoals gewoonlijk zet dit me enkel aan om zelf te beginnen schrijven in plaats van verder te lezen. Vandaar het bestaan van deze tekst.
Neem me mijn afkeer voor het lezen niet te kwalijk. Mensen vinden het vaak verwarrend dat ik niet graag lees, omdat ik altijd zeg dat ik een schrijver wil zijn. Maar ik begrijp dan weer niet wat lezen en schrijven met elkaar te maken hebben. Het zijn twee compleet verschillende, zelfs tegenovergestelde, activiteiten. Ik meen het; In deze tijden begrijp ik echt niet waarom mensen nog willen lezen. Of waarom mensen nog willen televisie kijken. Of met elkaar praten. Het is 2017 – het jaar van de ondergang (want elk huidig jaar is het jaar van de ondergang) - en als ik dan toch eens durf naar de wereld te kijken zie ik niets anders dan een overdreven overvloed aan informatie. Overal is er informatie. Overal is er iets om te lezen, overal is er iets om te leren, waar je ook maar kijkt. De mensen houden maar niet op met informatie naar je te slingeren, en ik hoef het niet te hebben. Reclame voor films, dat zinkend schip van een industrie, en andere rottige producten. Sociale media, om mij weg te jagen van het internet. Zielloze muziek waar iedereen tegelijkertijd naar luistert alsof ze geen individuele smaken hebben. De wereld schreeuwt naar ons de hele dag door. Als ik dan te weten kom dat ik er een schepje bovenop kan doen, door een goed boek te lezen dan zeg ik nee. Sorry interessant boek, de andere media hebben het luchtruim al in beslag genomen en hebben het voor jou verpest. Ik wil niet dat de wereld nog meer dingen naar me roept. Eigenlijk zou ik liefst van al willen dat de hele wereld eens stopt met roepen. Dat de wereld zwijgt en in plaats daarvan mij ook eens een keertje laat praten. Ondertussen zou ik al even luid kunnen terugschreeuwen. Dat is wat schrijven is:  Stoppen met luisteren en begrijpen dat je hersenen de onzin van de buitenwereld niet nodig hebben. Beseffen dat er buiten je schedel niets hoeft te bestaan. Lezen is informatie opnemen, of soms geforceerd naar binnen moeten slikken. Schrijven daarentegen is informatie uitstoten, en nieuwe dingen creëren. Lezen is vast zitten in de houdgreep van de wereld. Schrijven is opstijgen en het allemaal achterlaten.
Ik ben weer eens enorm afgeweken, maar zo hoort het. De tekst gaat toch nergens naartoe, en het eindigt ook zo abrupt.
. . .
Deze tekst kwam ik ergens op mijn kladblad tegen. Ik herinnerde me al niet meer dat ik het geschreven had. Het zou ongeveer een jaar oud moeten zijn. Het was duidelijk niet echt voor een publiek bedoeld, maar ik vond het zelf wel amusant om het opnieuw te lezen dus ik denk dat het wel goed staat op deze blog. 
Zoals de tekst zelf zegt, laat ik meestal de realiteit links liggen. Ironisch genoeg is deze tekst misschien wel één van de enigste keren dat ik de realiteit echt aan het beschrijven was in één van mijn schrijfsels. Leukst van al vind ik hoe de tekst inderdaad nergens heen gaat, en hoe incoherent het verhaal is. Het is exact zo rommelig geschreven zoals mijn gedachten denken.
Goed gedaan, ik uit het verleden!
22 notes · View notes
yasminaaboutaleb · 4 years
Text
‘Ik val buiten de norm’
Tumblr media
Vogue | oktober 2019 | foto: Benny Stroets
Ze is altijd de eerste in alles, acteur en theatermaker Romana Vrede. Sinds ze de Theo d’Or - de belangrijkste toneelprijs van het land - won zijn al haar dagen gevuld. Een gesprek over aandacht, kwetsbaarheid en billen afvegen. ‘Ik ben altijd al anders geweest. Ik heb het maar geaccepteerd en omarmd.’
In de woonkamer van de Rotterdamse acteur en theatermaker Romana Vrede staat Barbapapa op. Haar 16-jarige zoon Charlie heeft zich voor de tv geïnstalleerd en wil niets anders dan naar de tekenfilm kijken. “Voor nu vind ik dat wel even goed, dan kunnen wij rustig praten,” zegt Vrede. Maar als ze vervolgens een pak koekjes uit de kast trekt voor bij de thee, veroorzaakt dat de nodige opwinding bij Charlie, die autisme heeft en zwakbegaafd is. “Wiiiii”, zegt-ie en wijst naar het pak. Hij wil óók een koekje.
 Tijdens het interview zorgt Charlie constant voor vrolijke achtergrondgeluiden, omdat hij zo meeleeft met de tekenfilm. Charlie ziet eruit als een jongeman van 25 jaar, maar heeft het IQ van een kind van 20 maanden. Praten kan hij niet. Een paar keer loopt hij met grote passen naar Romana omdat er een boterham gesmeerd moet worden, een peertje gegeten of een broek verschoond. Het is hoe een gemiddelde dag van Romana eruitziet als ze niet aan het repeteren of draaien is, of op het toneel staat.
Maar straks komt de oppas, ze moet vanavond draaien, vertelt Romana, die middenin de opnames van de speelfilm I don’t wanna dance zit. Ze heeft een joggingbroek en een hemdje aan. Lekker makkelijk, over een paar uur zit ze toch weer in de make-up. Haar vlechten, die ze tijdelijk heeft laten zetten voor haar rol in de film, zitten samengebonden in een hoge knot op haar hoofd. “Maar na het draaien gaan de vlechten er weer af, hoor,” zegt Romana, die normaal gesproken een superkorte coupe heeft.
Dat korte kapsel nam ze twintig jaar geleden nadat ze aan de toneelschool in Arnhem was afgestudeerd. Dat had een paar redenen: “Ten eerste omdat Charlie als kleuter mijn haarvlechten gebruikte als lianen. Dat was op een gegeven moment vermoeiend. Ten tweede omdat ik merkte dat ze in de theater- en filmwereld niet zo goed weten hoe ze om moeten gaan met black hair. Door het kort te houden, kon ik altijd een pruik opzetten. En kort haar kan alles zijn: edgy, maar ook superclassy. De derde reden was dat ik mezelf wilde strippen van alles wat feminien was, niet veel sieraden of make-up of mooi haar. Nu ik lang haar heb, loop ik op de markt en dan zie ik weer mannen kijken van: hé, wat loopt daar. Je wordt mooi omdat je lippenstift draagt, omdat je lang haar hebt. Maar ik wil zien wie ik ben als ik gestript ben van alles wat buitenkant is.”
Door dat korte haar werd je ook weleens aangesproken als man.
“Non-stop.”
 Hoe vond je dat?
“Nou ja, vooral hoe mensen vervolgens hun excuses aanboden, vond ik erg. Zo van: ‘O, sorry, ik dacht dat je een man was!’ Omdat ik kort haar heb denken ze dat ik sowieso een man ben, en als ze erachter komen dat dat niet zo is, dan ben ik mislukt als vrouw. Dan val je buiten de norm.”
Waarom had je geen zin in dat hele vrouwelijke?
“Het voelde constant opgetut, niet natuurlijk. Voor mij althans niet. Ik zeg niet dat mensen in jurkjes en lippenstift en oorbellen niet natuurlijk zijn, maar voor mij voelde het als iets wat ik aantrek, een masker dat ik opzet om vervolgens mooi gevonden te worden. Terwijl ik vind dat mijn schoonheid veel dieper ligt dan dat. Ik vind mezelf ook echt bloedmooi met kort haar. Daarom wil ik het straks weer kort. Misschien dat ik het daarna wel een beetje laat groeien, omdat ik de film- en theaterwereld een boodschap wil geven: deal with it. Dit is mijn haar, en als je wil dat mijn personage anders is, moeten we met mijn haar doen. Het is tijd dat er meer kennis komt komen over zwart haar en hoe je daar mee omgaat. Net als over make-up. Toen ik 20 jaar geleden als acteurbegon, werd altijd aan mij gevraagd of ik mijn eigen foundation mee wilde nemen, want mijn kleur hadden ze niet. Nu gebeurt dat gelukkig niet meer.”
De norm bevragen en alles wat wel en niet normaal is ter discussie stellen, is typisch Romana. Dat doet ze als acteur in de voorstellingen die ze maakt bij het Nationale Theater – door haar gekscherend de Bijenkorf van de toneelwereld genoemd. (Daarvoor was ze onder andere verbonden aan het Onafhankelijke Toneel en maakte ze de voorstelling Who’s afraid of Charlie Stevens over haar zoon.) Ze won in 2017 de belangrijkste toneelprijs van Nederland, de Theo d’Or, voor haar rol in Race bij het Nationale Theater. De onderscheiding betekende haar doorbraak bij het grote publiek. Media noemden het een mijlpaal in de Nederlandse theatergeschiedenis, omdat ze de eerste zwarte vrouw was die de prijs won. En sindsdien is Romana een graag geziene gast, onder meer bij de televisieprogramma’s De Wereld Draait Door (DWDD) en Zomergasten. Ze heeft het drukker dan ooit; alle dagen dat ze niet in het theater staat worden opgevuld met het schrijven van een boek en verschillende rollen in films en series. “Alleen omdat ik nu bekend ben, hoor,” relativeert ze, “de filmwereld is nog minder divers dan de theaterwereld. Maar gelukkig voor hen ben ik ook goed in mijn werk.”
Je hebt eens gezegd: toen ik die theaterprijs won, werd ik van acteur ineens die zwarte acteur. Waarom voelde dat zo?
“Door de media-aandacht. Ik kom nu denk ik in het Guinness Book of Records omdat ik de eerste zwarte vrouw ben die hem heeft gewonnen, want in de media ging het daar de hele tijd over. Mark Rietman (collega-acteur bij het Nationale Theater, red.) zei: ‘Ik denk dat negen van de tien mensen nog nooit van de Theo D’or hadden gehoord totdat jij hem won.’.”
 Je was ineens een soort Obama van de toneelwereld, zei je.
“Ja, hij was ook de eerste. Maar ik ben natuurlijk geen Obama. Weet je, het is de eerste stap, het is hoe je ergens binnenkomt, hoe je aandacht krijgt. Vervolgens ligt het eraan wat je met die aandacht doet. Bijvoorbeeld onze Rotterdamse burgemeester, of de president, of ik, om mezelf maar in een heel bescheiden rijtje te plaatsen, haha. Dit moet je niet opschrijven hoor, dat is een absurd rijtje! Maar goed, toen ik al die uitnodigingen kreeg van de media dacht ik: prima, dan ga ik bij DWDD zitten omdat ik dan anderhalve minuut op die kruk over dingen kan praten die ik belangrijk vind. Over racisme, autisme, seksisme. En over dingen die ik mooi vind, of spannend. Zo bereik ik toch een miljoenenpubliek, in het theater moet ik daar tien jaar voor spelen.”
Vond je het storend, die nadruk op je kleur?
‘Ja, heel. Ik werd er angstig van. Ik hou van de aandacht, maar ik ben ook een echte Rotterdammer: eerst doen, dan pas praten. Ik woon niet voor niets in Rotterdam-Zuid. Ik functioneer het beste vanuit een soort underdogpositie, of dat heb ik mezelf aangeleerd. Studeren, onderzoeken, luisteren, kijken, als ik een rol voorbereid. Daarna de première en dan pas de reacties. Maar nu krijg je tijdens de eerste try-outs al dat mensen zo gaan zitten kijken: hmm, dat is Romana Vrede. Daar word ik heel zenuwachtig van. Dan ik denk: laat me eerst even werken. Ik wil beoordeeld worden op mijn werk.’
Was alle aandacht ook niet fijn?
‘Nee, sinds die hel begon, heb ik een management dat alle verzoeken doet. Anders ga ik eraan onderdoor. Het is zo veel. En ik heb Charlie die me met beiden benen op de grond houd. Ik bedoel: ik heb vaak drie uur voor de première nog billen staan vegen. That keeps you grounded, trust me.”
Als kind groeide de Rotterdamse acteur op in een witte omgeving in Rotterdam-Zuid. Haar familie was een van de weinige Surinaamse families in de buurt. Thuis was ze het enige kind dat altijd druk en aanwezig was. Maar ook later was ze in alles altijd de eerste of de enige; van al haar vrienden was ze de eerste die een kind kreeg, de enige die een kind kreeg met een beperking en ze was eerste zwarte studente op een toneelschool. En dan date ze momenteel ook nog een zwangere vrouw. “Echt iets voor mij, ik moet altijd weer opvallen!” Romana lacht, en dan weer serieus: “Ik ben altijd al een beetje anders geweest. Ik heb het maar geaccepteerd en omarmd.”
Dat maakt je ook speciaal.
“Opvallen is fijn, maar aan de andere kant het is ook fucking eenzaam. Niemand weet hoe het is om een kind te hebben met autisme en om queer te zijn en zwart, en daar gevierd om te worden. Daarin ben ik een soort frontsoldaat.”
Wat is de grootste misvatting over jou?
“Mensen denken altijd dat ik outgoing en happy ben, want als ze me zien dan geef ik veel energie. Dan is er geen moment van rust. Terwijl ik eigenlijk introvert ben. Ik ben iemand die de telefoon niet opneemt als iemand belt of als iemand appt. Dat ga ik liever uit de weg. Ik heb het nu heel erg druk, en dat is natuurlijk ook heerlijk weet je, begrijp me goed, maar het is niet waar ik op draai, niet wat me energie geeft. Ik denk dat mensen niet doorhebben dat ik iedere dag nadenk over wanneer ik eindelijk weer een dag vrij heb. Een paar dagen geleden was ik op de set en toen kwam de opnameleider naar me toe en die vroeg: ‘Gaat het?’ Ik moest toen bijna huilen omdat hij de eerste was die dat aan me had gevraagd sinds we aan het draaien waren. Mensen denken van mij altijd dat ik sterk ben, dat ik alles onder controle heb. Niemand zal aan mij vragen: zal ik je helpen met dragen? Ze gaan er vanuit dat ik het wel kan. Ik kan superkwetsbaar zijn terwijl ik alle ballen hooghoud, maar dat wordt vaak niet als zodanig gezien.”
Romana loopt naar de televisie, ze vindt dat Charlie wel genoeg Barbapapa heeft gekeken. “Ga maar naar je kamer, even lekker muziek luisteren.” Ze geeft haar zoon een kus, en Charlie loopt braaf richting de trap. Het contact Charlie is niet altijd zo eenvoudig geweest. “Toen hij nog heel klein was dacht ik eerst: ik kan dit niet, ik wil het niet. Ik had geen contact met hem, tenminste niet zoals ik dat wilde. Daar gaat die voorstelling over. Ik probeerde contact te maken vanuit wat normaal is. Een baby zegt dan op een gegeven moment ‘mama’, en die wil bij je zijn. Maar Charlie was zo niet. We waren een keer in een speeltuin en toen wilde hij liever met een vreemde man mee en niet met mij, ik denk omdat die man een beetje op zijn vader leek. Ik voelde me compleet afgewezen en niet erkend als moeder door mijn eigen kind.” En ook later was het moeilijk. Tot twee jaar geleden had Charlie twee tot drie keer per week een agressieve bui. Wie dan in de buurt was kon een klap verwachten. “Dan moest ik me verstoppen op het toilet omdat hij helemaal losging. Ik heb toen ook een slot gemaakt op zijn speelkamer zodat ik hem daar dan even kon opsluiten.”
Romana werkt momenteel aan een boek over haar leven met Charlie. De werktitel: De nobele autist. Het is haar tweede project over Charlie, het eerste was de voorstelling over hem die afgelopen seizoen in reprise ging. In de zomer stond ze ermee op theaterfestival Oerol en Charlie was gewoon mee. “Hij is gek op het strand. Mensen denken altijd dat autistische kinderen niet flexibel zijn, maar dat is helemaal niet waar. Hij is flexibeler dan ik of de meeste kinderen. Veel kinderen zijn van die zeikerds: ‘ik wil dat niet, ik vind dat niet leuk.’ Hij heeft dat helemaal niet, hij is heel meegaand. Als ik vanavond zou verhuizen en zou zeggen we wonen nu in Groningen, dan zou hij dat prima vinden.”
Romana heeft meestal genoeg aan een enkele beweging of geluid van Charlie. Maar hij verrast haar nog steeds weleens. Het feit dat-ie de afgelopen dagen ineens per se bij zijn moeder in bed wilde slapen, bijvoorbeeld. Ze denkt dat het kleutergedrag is, een fase. “Zijn ontwikkeling niet eenlijnig. In sommige dingen is hij echt een 2-jarige. Maar emotioneel lijkt hij soms 80, wijs en heel zorgzaam. Als ik druk doe, dan zegt hij dat ik naast hem moet komen zitten en dan doet hij een arm om me heen: heel even naar Barbapapa kijken, dat is goed voor je. En als je iets aan Charlie vraagt zal hij nooit nee zeggen. Hij altijd bereid om je te helpen, iets te dragen of iets voor je te pakken. Dat vind ik bijna goddelijk, bijna heilig, een soort Ghandhigedrag.”
Ben je door Charlie de acteur geworden die je nu bent?
“Zeker. Op een praktische manier, door pauzes te laten vallen in mijn spel, dat vind ik altijd spannend. Ook absurde overgangen, die heeft hij ook. Het is wat Polonius over Hamlet zei: ‘though this be madness, yet there is method in it’. Maar wat belangrijker is: door hem kan ik me veel beter verplaatsen in andere mensen, en dus ook in mijn personages. Als ik iets niet snap, dan moet ik het verder onderzoeken in plaats van denken: hè, dat is raar. Hij heeft me geleerd meer vragen te stellen, begrip te hebben en opener te zijn. Als we allemaal net iets meer als Charlie zouden zijn, dan zou het een stuk mooier zijn.”
0 notes
elisesbookutopia · 5 years
Photo
Tumblr media
Een fantastisch boek dat iedereen moet lezen om autisme van een 'beter' perspectief te kunnen zien! Dit boek geeft een goede non fictionele kijk op een jonge vrouw met autisme. Wat zij duidelijk maakt in haar boek is dat een autist, meer kan zijn dan wat de maatschappij zegt. En ik ben blij dat er mensen zijn zoals zij die een boek schrijven erover, zodat ik mezelf kan identificeren met succesvolle vrouwen met autismesprectrumstoornis i.p.v. al die mannen op televisie die toevallig allemaal hetzelfde stereotype autisme hebben. Ze heeft veel moeite gedaan om alles zo goed mogelijk te kunnen verwoorden, want dat is niet altijd zo makkelijk, en heeft daarbij nog veel opzoekwerk gedaan i.v.m. studies of andere boeken die als bronnen vermeld worden. Die ook wel gelezen mogen worden. #review #bookstagram #igreads #boeken #bookcover #ikleesnls #autisme #autism @biancatoeps #lifestyle #pink https://www.instagram.com/p/BxNYKbOn7oO/?utm_source=ig_tumblr_share&igshid=141porwy7uvss
0 notes
jetsaid · 7 years
Text
Proost en Politiek
Ik lig in een MRI scan en mag niet bewegen. Ik verplaats me met een joystick door een virtuele Albert Heijn. Ik heb vragen in moeten vullen over hoe ik tegen mijn lichaam aankijk, of ik weet wat mijn BMI is, of ik tevreden ben als ik in de spiegel kijk, hoeveel ik drink, of ik te veel drink, of ik gister gedronken heb, of ik me schuldig voel daarover, hoeveel ik eet en hoe vaak ik eet en of ik mezelf dan goed voel of niet en nu moet ik met mijn pink aangeven of ik een sterke voorkeur heb voor wortels. Als ik mijn ringvinger beweeg betekent dat lichte voorkeur voor wortels, middelvinger is lichte voorkeur voor tuk en wijsvinger is sterke voorkeur voor tukjes.
Eigenlijk mag je niet drinken de avond voor je in een MRI gaat maar ik werd vanochtend pas gebeld. Of ik 50 euro aan VVV bonnen wilde verdienen en dat wil ik wel. Je kan je boodschappen bij de HEMA namelijk betalen in VVV-bonnen en ik heb honger. Lichte voorkeur voor wortels. Ik wil helemaal niet afvallen. Ik wil bier. Ik beweeg per ongeluk ook mijn middelvinger.
Soms kom ik rond in de maand door enquêtes in te vullen voor psychologiestudenten. En MRI scans dus. Ik maak geen kunst en heb geen werk maar heb wel een feministische toekomst. Dan nu een reflectie op de rol van politiek in mijn eigen werk. Mijn werk bestaat voornamelijk uit tentamens nakijken. Mijn hobby’s daarentegen zijn vergaderen met actiegroepen en emotionele arbeid verrichten voor alcoholisten en stugge Friezen. Naast het lezen van ontsporende discussies van feministen op facebook ben ik een klein deel van de maand bezig met nadenken over wie er opgepakt is en waarom ik daar niet tussen zat en dat het eigenlijk ook wel beter is omdat de politie vaak seksistisch is en ik dan of heel boos word op die agenten of heel boos op mezelf dat ik me laat intimideren en aardig ben terwijl iedereen weet dat alle agenten bastaarden zijn. Ik steek geen middelvinger op maar kijk wel extra ongelukkig en iemand zegt kankerhoer als ik rakelings langs haar en d’r kinderwagen fiets.
Ik praat over seks, zeg ik wanneer ik me net iets cooler net iets meer ervaren voor wil doen dan ik werkelijk ben. Waar ik werkelijk over schrijf is natuurlijk hunkeren en verlangen en diep ongelukkig zijn met de status quo, of die nou bestaat uit in een MRI scan liggen, een lichaam bewonen dat je niet herkent als het jouwe maar als van een man op straat, of een status quo die bestaat uit wit validistisch kapitalistisch heteropatriarchaat. Ik gooi er wat academische referenties in, en als ik in een slechte bui ben de oproep van jezelf te houden, en als ik gedronken heb de oproep iets te doen, in actie te komen, het niet op te geven maar door te gaan. Wanhopig vechten voor iets beters. Een beetje treurig reflecteren op mezelf en de wereld, vallen voor de revolutie. Je kan je niet altijd verschuilen achter drank, zegt mijn moeder. Ik zeg proost
Ik mocht doen vanavond wat ik zelf wilde dus heb ik een stuk herschreven dat ik in het Engels heb geschreven dat heel succesvol was omdat ik het voordraag in tochtige kelders op feministisch alcoholistische avonden, de avant- garde underground beweging die niet gepubliceerd gaat worden omdat ieder contact met witte mannen giftig is en Jelte Nieuwenhuijs een witte man is en we sowieso te hard bezig zijn met nieuwe manieren vinden om op giftige eloquente wijze de mannen in ons leven vagina-nijd aan te praten dan dat we uit gegeven willen worden. Dat stuk dus, dat eerst in het Engels was gepubliceerd in een fanzine van I Love Dick fans, maar dan eigenlijk totaal iets anders en de anekdote over die keer dat ik seks had met een promovendus.
Wanneer je steeds vaker per ongeluk echt of figuurlijk of in je hoofd je middelvinger opsteekt tijdens psychologische tests, paneldiscussies met witte mannen, in werkgroepen in je master, op straat als iemand naar je kijkt of als je een vrouw met een baby ziet die dan ook nog gelukkig is, dan weet je dat je iets moet doen met je gevoel van onbehagen en je behoefte aan drank. Mijn interventies bestaan uit het creëren van een podium voor en het acceptabel maken van als vrouw ongracieus slimme en beledigende dingen te zeggen. Het liefst met de kwetsbaarheid die je in kleine zaaltjes of met goedkope wijn of mensen die geen poëzie gewend zijn hebt.
Seks en kwetsbaarheid hoeven natuurlijk helemaal niet hetzelfde te zijn. Kwetsbaarheid is wel de voorwaarde voor verzet en de voorwaarde voor liefde.
Soms denk ik dat ik meer theoretisch dan lichamelijk ben. Ik val op een idee en dat idee heeft het liefst een PhD in anarchisme of queertheory of radicale cultural theory in Berkeley, ras of afkomst of sekse maakt eigenlijk niet uit als hij of zij of het maar lekker ruikt. Ik had er een gevonden en het was een hij en hij was ook nog eens wit maar als we seks hadden dan prevelde ik bij mezelf Noam Chomsky Noam Chomsky Noam Chomsky en dat voelde heel goed. Omdat ik pretentieus ben: de seks was zo leeg als de belofte van een beter leven. Ik was bereid alles op te geven als hij maar zo vertellen over de noodzakelijkheid van geweld en het opgeven van privileges en hiërarchieën want dat vond ik wel een romantisch idee maar uiteindelijk was ik natuurlijk vooral bezig hem te accommoderen en had ik daarna sperma op mijn borsten en geen orgasme.
Hij bleek niet te schrijven over politiek maar over universele grammatica en taalfilosofie en ik zei kankerleijer na twee keer middelmatige seks en de ontdekking dat ik in Amsterdam geen logica meer feminisme doe. Hij zei “Excuse me” en ik zei “Its Dutch for too bad”.
Hoe kwetsbaarder en lomper ik ben hoe makkelijker het is voor de mensen na mij iets te vertellen. Ik ben een vrouw en ik sta op podia of ben de token woman die mag spreken voor actiegroepen of over het Maagdenhuis als er geen zwarte of lesbische of gehandicapte mensen zijn, maar stiekem ben ik ook een beetje gehandicapt als je licht autisme niet sexy vind. Ik creëer een personage dat geen recht doet aan mijn dieptes en onmetelijke intelligentie en ben pedant en sterk op podia zodat het normaler wordt om boos en vrouw te zijn. De activist is een karikatuur. Kwetsbaarheid is volgens Butler een voorwaarde voor verzet, een radicale kwetsbaarheid is een karikatuur van mijn eigen angsten, mijn revolutie is op de barricaden en zelfreflexief. 
Je kan je niet verschuilen. Ik wel, ik zeg proost.
Dit was een bijdrage aan de avond  Levend verleden: feminisme en kunst in Nederland in Perdu, 2 juni 2017. Ik mocht reflecteren op feministische geschiedenissen en de rol van politiek in mijn eigen werk.
1 note · View note
josjeblogt · 7 years
Text
Pup met een missie
Tumblr media
Probleemgedrag
Vandaag liep ik met mijn lieve hondjes te wandelen bij het meer toen ik een vrouw in het gras zag zitten. Een jongen van een jaar of tien, waarschijnlijk haar zoon, stond stokken in het water te gooien en Sheltie rende enthousiast het water in en pikte de stokken weer op.
Aangezien ik jarenlang leerkracht ben geweest en goed weet wanneer het wel of geen schoolvakantie is, viel het me gelijk op dat deze jongen niet op school was op dat moment.
Ik knoopte een gesprekje aan met de vermoeid uitziende vrouw. Zij deelde onderstaand verhaal met mij;
Anders
De afgelopen jaren waren voor hen niet gemakkelijk geweest. Al vrij snel na de geboorte van haar zoon viel het haar op dat dit kindje anders was dan anderen.
Het ventje huilde en huilde, er kwam geen einde aan. Nachtenlang liepen zij en haar man met hun huilbaby op de arm rond.
Zijn spraak ontwikkelde zich langzaam en ook qua motoriek bleef hun zoon ver achter bij leeftijdsgenootjes.
Hij zocht weinig contact met anderen.
Hij lag maar in zijn wiegje of in de box, passief. In zichzelf gekeerd. Hij zocht nooit oogcontact. Als ze zijn gezichtsuitdrukking zou moeten benoemen zou ze het omschrijven als boos. Gefrustreerd.  Verward.
Levenslang
In de jaren die volgden werden de verschillen tussen hun zoon en leeftijdsgenoten steeds duidelijker. Eerst werd gedacht aan een probleem met zijn gehoor maar uiteindelijk, niet zo lang geleden kwam dan de alles-verklarende diagnose. PDD-NOS.
Autisme. Haar wereld stortte in. Al had ze al die tijd wel geweten dat er iets mis was, toch voelde het alsof ze met deze diagnose haar toekomstdromen moest opgeven. Ze kreeg, tesamen met de erkenning dat ze al die jaren gelijk had gehad, ook ‘levenslang’.
Hij zou altijd zorg nodig hebben. Hij was onberekenbaar. Kon het ene moment helder en vrolijk zijn, het volgende moment sloeg hij in blinde woede om zich heen,.
Zij en haar man waren uit elkaar gegroeid door de voortdurende strijd die om hun zoon heen leek te woedden.  Ze waren na jaren van ‘niets anders dan pappa en mamma spelen’ gescheiden.
Hoop
Tijdens een van de vele zoektochten op internet, waar ze nog alle weken zocht naar hulpmiddelen of therapieën om hun leven samen zo draagbaar mogelijk te maken kwam ze op een dag op een website terecht van een hondenfokster in Zeeland.
Die lieve dame was ingesprongen op de hulpvraag van vele ouders, om hun kind met autisme en andere stoornissen  een vangnet te bieden. Een vangnet, in de vorm van een hond.
Zelf was ze nooit op dat idee gekomen maar hoe meer ze las, hoe meer ze ervan overtuigd werd dat deze stichting haar en haar zoon zou kunnen helpen. Zou kunnen ondersteunen bij de dagelijkse strijd tussen rust en woede, tussen liefde en agressie.
Ze had er een lange autorit voor over. Zij en haar zoon. Op weg naar hoop. Op weg naar een nieuw hoofdstuk in hun turbulente leven.
En zo kwam het, dat ze op een dag, een paar maanden geleden inmiddels, voor de deur van een oud Zeeuws boerderijtje stonden waar ze hartelijk werden ontvangen door de dame in kwestie en haar roedel.
Hulp
Terwijl zij in gesprek was met de fokster (die Anjana heette) was haar zoon neergestreken tussen de honden.
Waar hij normaliter niet alleen gelaten kon worden omdat op elk moment een uitbarsting kon ontstaan, leek het deze keer helemaal anders te verlopen.
Haar zoon had zich helemaal gestort op het heeeel zachtjes aaien van de honden. Het was zo n vertederend gezicht… ze kreeg er tranen van in haar ogen…
Anjana had hem voorgedaan op welke manier hij de hondjes kon aanraken en wonderwel pikte hij dit heel goed op.
Op een gegeven moment was hij zelfs met zijn hoofdje op de zij van een van de honden gaan liggen… heel nachtjes, alsof hij elk moment in slaap kon vallen.
Ongelofelijk! Haar eigen zoon! Hetzelfde kind dat nooit wilde slapen, dat haar en zichzelf geen rust gunde en die gedragsmatig zeer moeilijk gedrag kon vertonen!
Het was haar direct heel duidelijk dat er zich iets heel bijzonders voor haar ogen afspeelde.
Niet lang na het bezoek aan deze dame in Zeeland konden ze terugkomen om hun eigen hondje te komen ophalen. Uiteraard zou er moeten worden getraind. Daarvoor zou een medewerker van deze stichting naar hen toe komen om hen hierin te begeleiden.
Hope
Eenmaal terug in de Zeeuwse boerderij was het of ze nooit weggeweest waren. De roedel begroette hen alsof ze al jaren daar over de vloer kwamen en binnen… binnen wachtte hen een fantastische verrassing…
Een pup met de naam Hope werd heel zachtjes in de armen van haar zoontje gelegd. Een pup met een missie.
Een pup die was voorbestemd om een heel grote rol te gaan spelen in het leven van haar zoon.
Het was liefde op het eerste gezicht. Hope en haar zoon… vanaf dat allereerste moment wist ze dat er grote dingen zouden gaan veranderen. Dingen die eerst onmogelijk leken, die eerder niet lukten.
In de maanden die volgden is er een heleboel veranderd. Veiligheid, geborgenheid, sociale contacten, warmte…
Sprongen in zijn ontwikkeling werden gemaakt, iets dat daarvoor geen mens eerder was gelukt.
Er is een soort rust gekomen. Iets dat hen allebei enorm goed gedaan heeft. Door de band die haar zoon inmiddels heeft opgebouwd met deze pup met een missie werd haar duidelijk dat hij wellicht op een zorgboerderij tot zijn recht zou kunnen komen. Binnenkort zal er op een nabijgelegen zorgboerderij plek vrij komen voor haar zoon. Een plek waar hij zich in de nabijheid van zijn hond Hope verder kan ontwikkelen in de richting van een zo zelfstandig mogelijk leven.
Bijzonder
Ik kijk de vrouw aan, mijn ogen vochtig van ontroering.
Wat een fantastisch verhaal. Wat fantastisch dat honden zoveel voor iemand met een beperking kunnen betekenen! Wat geweldig dat er zulke mensen bestaan als Anjana met haar geweldige Pups met een missie!
Meestal bedenk ik zelf de verhalen, maar dit verhaal had ik nooit kunnen verzinnen!
In gedachten verzonken wandel ik verder met mijn eigen honden.
Ik realiseer me dat ook mijn honden heel veel hebben betekent voor mijn eigen ontwikkeling.
Sociaal, fysiek, emotioneel maar ook op een dieper level, daar waar mijn lieve viervoeters dagelijks vriendschap, trouw, loyaliteit en grenzeloos vertrouwen bieden. Ik kan zijn wie ik ben, met al mijn talenten en zwaktes en alles is goed.
Vandaag was een hele mooie dag.
Eenmaal weer thuis ga ik op mijn knieën bij mijn honden zitten. Terwijl er eentje mijn armen aflikt legt de tweede zijn kopje vol vertrouwen in mijn handen. Ik geef mijn lieverd een kus op zijn neus en weet; “Ik ben een bevoorrecht mens. “
(voor meer informatie; www.Missionpuppy.nl), foto: Anjana Gort
2 notes · View notes
tistje · 1 year
Text
Het leven van Marie ... autisme en leven
Foto van Myles Tan op Unsplash Ik ben Marie, een autistische vrouw, en ik besefte na het lezen van je blog dat ik altijd al een doodgewoon leven wilde leiden. Een van de redenen daarvoor is dat ik geen bijzondere talenten heb. Ik werk sinds ik afgestudeerd ben als douanebediende bij een autobedrijf.  Als ik thuiskom breng ik meestal mijn avonden door met kijken naar televisie of met lezen van…
Tumblr media
View On WordPress
8 notes · View notes