Tumgik
#klopt mogelijk geen steek van
elfenbankje · 5 months
Text
boomers: pittig
gen z/millennial: cunty
2 notes · View notes
keynewssuriname · 1 year
Text
Goedemorgen Paramaribo: Het klopt: vis rot vanuit de kop!!!
Tumblr media
Mijn hart bloedt elke keer wanneer een Surinamer, die zich met gedrevenheid inzet om bij te dragen aan de ontwikkeling van het land, op de composthoop gedumpt wordt. Ik kan samen met enkele andere ervaren collega’s het gevoel van onbehagen beschrijven wanneer je door machthebbers op het Kabinet van de President op een zijspoor wordt gezet of in een hoek wordt gedrukt ondanks je jouw werk naar behoren doet. Slechts je ongezouten mening geven over hoe de werkzaamheden het best verricht kunnen worden, kan maken dat je onder het huidige regime voor dwarsligger wordt uitgemaakt. Men schroomt er niet voor om ertoe over te gaan je het leven zo zuur te maken dat je er depressief van kan raken. Het erge van de zaak is dat je met al je kennis als rommel behandeld wordt door mensen die door de politiek, geslijm of listigheid posities hebben kunnen bemachtigen, maar van het vak geen kaas hebben gegeten. Afgelopen week had ik zo een bedrukt gevoel toen Alven Roosveld zijn gal spuugde over de vernederende wijze waarop hij bejegend zou zijn door personen gelieerd aan het kabinet. Nu wordt hij klaarblijkelijk in de steek gelaten door dezelfde mensen, die hem zijn gang lieten gaan wanneer hij oprechte communicatiemedewerkers benedenmaats bejegende. Hoewel ik – achteraf bekeken – ben gaan beseffen dat hij zich waarschijnlijk heeft laten misleiden door zijn persoonlijke adviseurs om kader bij de Communicatie Dienst Suriname op een zijspoor te plaatsen. Diezelfde adviseurs hebben hem overigens in zijn eigen vet gebakken en hem vervolgens ‘geblakabalt’ bij de dochter van een der machthebbers. Dezelfde ‘vrouwen’ die hij bij zijn aantreden als directeur van de CDS als vertrouwelingen heeft aangenomen en hem zo ver heeft gekregen kwalitatief personeel weg te werken, alleen maar om hun eigen belangen veilig te stellen. Het personeel, waarmee hij juist een team diende te vormen, heeft hij onterecht voor vijand uitgemaakt en heel onaardig behandeld. Het is niet de bedoeling om Alven uit te maken voor de boeman, want ik heb persoonlijke heel constructieve gesprekken met hem gevoerd. Een aantal mensen die hem vanuit het verleden kennen, hebben ook weinig tot niets slechts over hem te zeggen. Een ander belangrijk gegeven is die gedrevenheid waarmee hij zich inzette om de regering positief neer te zetten. Velen zouden geloven dat hij zelfs zijn ziel daarvoor heeft verkocht, maar toch overkomt hem hetzelfde lot als anderen die onder zijn leiding zijn tegengewerkt. In zijn recente Facebook-live geeft hij terecht aan dat het niet acceptabel is op denigrerende manier bejegend te worden. Een collega die nu, net als ik, op de composthoop is zou zeggen: “A tafra drai” – hetzelfde dat hij sommigen onder ons heeft aangedaan, overkomt hem nu. En toch hoop ik dat het goed komt tussen hem en zijn partijgenoten, vooral omdat hij vanwege zijn gedrevenheid mogelijk een essentiële bijdrage kan leveren. Echter, hij zal ervoor moeten waken dat hij zich niet door fake-adviseurs laat omringen. Zoals hij zelf zegt: vis rot vanuit de kop. Ook zijn opvolger zal vroeg of laat tot deze conclusie komen, wanneer ze zelf ook die vis opgediend krijgt. Die kop is verder aan het rotten, maar men draagt er geen kennis van dat die kieuwen die in de top van de communicatiedienst zitten daarvoor niet geschikt zijn. Read the full article
0 notes
offtoljubljana · 5 years
Text
47. I love Animal Crossing a lot
21/03/2020
Het is 0:10 en ik ben moe. Ik eet wat en dan ga ik mijn bedje in. Waarschijnlijk schrijf ik dit ook af als ik weer wakker ben. Hoe kan het dat ik zo moe ben? Nou... Animal Crossing. Als je 46. A N I M A L C R O S S I N G hebt gelezen, dan heb je een hint.
Maar eerst gaan we het hebben over mijn geweldige kookkunsten! We gaan even terug naar donderdagavond 19/03/2020. Ja, ik loop achter, maar dat komt ook door Animal Crossing.
Ik had niets meer in huis op donderdagavond, maar ik zag dat Barbara 400 gram passata achter had gelaten, dus ik had mam geappt om te vragen hoe ik daar pastasaus van kon maken.
Nou herinner: ik ben een idioot in de keuken die alles of kant-en-klaar koopt of alles basic-bitch houdt. Lang verhaal kort: ik gebruik nooit kruiden en specerijen. In Nijmegen ben ik er een beetje mee begonnen, maar ik kom niet echt ver. Ik had mam dus een foto gestuurd met alles dat in huis was en met haar hulp koos ik wat kruiden en andere spullen. Zo ging ik ten werk:
Tumblr media
(De afwasmiddel ging er overduidelijk niet in zo dom ben ik nou ook weer niet).
Tumblr media
Het was niet slecht, maar ook weer niet goed. Ik had overduidelijk één kruid teveel gebruikt, dus dat was pittig (?) en overheersend. Maar aangezien ik niet echt weet welk kruid het was, weet ik ook niet wat ik de volgende keer anders moet doen.
Ik heb ook niet echt een recept gebruikt. Ik heb gewoon alles op gevoel erin geknikkerd en soms geproefd. Blijkbaar is het niet goed voor je om een handje met paprikapoeder los op te eten. Toch weet ik niet wat het nu was. Ik denk misschien de peper? Geen idee, joh. De tomaten würzsalz, wat dat ook mag zijn, was wel heel lekker.
Op een moment was het niet meer te redden, dus ik ging maar eten.
Volgende keer beter?
Op vrijdag 20 maart 2020 zat ik om precies 0:00 op mijn Switch om... Animal Crossing niet te kunnen spelen. Oh. Oké. Misschien kan het een paar minuutjes duren. Huh, maar iemand anders kon wel al om 0:01 spelen? HuH?
En ja hoor, om 0:05 was dan echt de tijd om... een melding te krijgen dat ik te weinig geheugen had op mijn Switch. Motherfucking fuck. Mijn Switch had het automatisch naar mijn systeem gedownload, niet naar mijn micro SD kaart.
Tumblr media
Dus... ik heb het opnieuw moeten downloaden en zo om 0:39 was het tijd om... weer een notificatie van te weinig opslag te krijgen. De data van het spel komt natuurlijk op mijn systeem te staan. Ik heb snel wat software gearchiveerd en eindelijk rond 0:41 was het zo ver! 
Tumblr media
Ik heb gespeeld tot 2:00. Het was misschien goed dat ik ‘s nachts begon, want toen was er niet veel te doen. De spellen van Animal Crossing werken namelijk op “real time”. Als het 2 uur ‘s nachts is in het echte leven, is het ook 2 uur ‘s nachts in Animal Crossing.
Toch kwam ik om 3 uur weer mijn bedje uit. Ik had gelezen dat je Blathers snel kon krijgen, dus als ik voor 6 uur Blathers kon toevoegen aan mijn eiland, dan zou hij er al weer zijn als ik wakker wordt, want dat is dan de volgende dag.
Dus ik had het geweldige idee om dat te doen. Uiteindelijk viel ik rond de 4 uur in slaap. I regret nothing!
Tumblr media
Nou, de regret kwam om 6 uur ‘s ochtends toen ik voor geen enkele fucking reden wakker schrok. En daarom ben ik dus mega moe. Uiteindelijk ben ik rond 8 naar de keuken geslopen om wat te eten, want ik had zo’n honger. Ik dacht dat het 10 uur was.
Ik had koppijn en wow ik was zo moe. Eenmaal terug in bed zag ik dat het dus 8 uur was. Hallelujah. Ik zette de wekker, want om 11:00 had ik een Zoom afspraak en geluk boven geluk viel ik in slaap! Normaal heb ik moeite met slapen, zelfs als ik heel moe ben. En normaal slaap ik ook nooit nadat ik eenmaal wakker ben. 
“Thank dead God!”
EN HET ERGSTE? IK WAS VERGETEN OM DE TENT VAN BLATHERS TE PLAATSEN DUS ALLES WAS VOOR NIETS!!
Om 11:00 had ik dus dat theekransje met Danila en mijn tutoren. Alleen Ana kon er uiteindelijk bij zijn. We waren met z’n 8en misschien. 
***
Abrupt einde. Ja, het was 0:21 en ik gaf het op. Inmiddels is het 14:16. Ik werd rond 11:30 wakker, dus ik heb 11 uur geslapen. Ik had het nodig.
Gisteren had ik wel snel een overzicht gemaakt van wat ik allemaal wilde vertellen, zodat ik dat nog zou herinneren:
Tumblr media
Dus laten we verder gaan met het theekransje. Ik luister nu naar de soundtrack van Animal Crossing: New Horizons. Ik zat tijdens het 2 uur lange theekransje de hele tijd te spelen. Multitasking!
Danila gaf aan dat ze heel verbaasd was over de reactie. Blijkbaar blijft meer dan de helft van de Erasmusstudenten aan onze faculteit gewoon in Ljubljana. Dat maakte haar blij. Ze was wel een beetje teleurgesteld voor ons. Ze zei ook: “This is supposed to be such an amazing time for you guys!” 
Ach, we hebben tenminste een once in a lifetime Erasmus experience (hopelijk).
Sommigen blijven omdat hun landen gevaarlijker zijn dan Slovenië, anderen omdat het onmogelijk is om uit te reizen, anderen omdat ze simpel weg niet willen. De Slowaak kon maar niet stoppen met praten. Hij praatte ook constant door anderen heen. Het was zo irritant en ik had hem bijna uitgescholden. Iemand vraagt Ana iets, laat haar dan ook antwoorden.
De Slowaak blijft hier omdat hij hoopt dat het in mei beter zal zijn, maar Danila betwijfelt dat. Dan alsnog, niemand weet wat er gaat gebeuren.
Maar ja, we konden Danila vragen stellen over onze lessen en wat dan ook en zij probeerde die zo goed mogelijk te antwoorden. Tadeja and “Wiet” waren er niet, maar “Wiet” is ook een dorm student, dus misschien daarom. Alle domitories in Slovenië zijn ook gesloten, dus Sloveense studenten moesten verplicht terug naar ouderlijk huis. Dit ging niet makkelijk, want niet iedereen was hierop voorbereid en sommigen hebben ook nog andere obligaties in Ljubljana of Maribor.
Alleen buitenlandse studenten mogen nog in de dorms blijven. Wat een toestand. Verder hebben we ook landen met elkaar vergeleken, niet alleen maar rondom Corona, maar ook rond prijzen. Danila en de Slowaak zijn het er niet mee eens dat Slovenië een derde ranks land is in de Erasmus beurs, want Ljubljana is een dure stad om in te wonen. De rest van Slovenië? Ja, oké, maar met de Erasmusbeurs in Ljubljana ben je niet rijk.
De meesten in de chat komen uit landen zoals Macedonië en Slowakije enz. en ze konden het niet geloven toen ik zei dat de huur in Amsterdam tot €700 per maand kon oplopen. Misschien wel meer. Ik had al eerder verteld dat de mega dure toeristische plekken in Slovenië ongeveer hetzelfde kosten als Nijmegen of Heerlen of zoiets. Dat wordt gezien als mega duur voor andere Slovenen. 
Maar ja, het klopt wel qua huur dat Ljubljana dus wel als een tweede ranks land had kunnen tellen.
~~En nu onderbreken we dit verhaal om te praten over Jasper, die eindelijk een goed punt heeft voor Engels! Ik ben heel blij en trots en ik vond het ook heel leuk dat hij het me liet weten!!!~~
Tumblr media
Het volgende in mijn lijstje: Spar!
Ik ben voor de eerste keer in een hele week naar buiten geweest.
Tumblr media
Ja ik heb er meteen een foto van gemaakt. Het was ook zo’n goed weer. Ik had een t-shirtje aan, maar ook nog de jas van Delaney. Dat was dus totaal onnodig.
En er was een mooie duif:
Tumblr media
Simple joys, man.
Dani zei al eerder dat deze quarantaine wel mensen rust geeft om dingen te waarderen die je eerst niet zag. Kijk, een duif!
Het was niet mega rustig. Er reden nog geregeld auto’s en er waren zeer veel fietsers. Uiteindelijk kwam ik aan bij de lege supermarkt. De schappen waren vol, maar de winkel was leeg. Er stond bewaking voor de deur en iedereen moest in een rij wachten met ieder 1,5 meter afstand.
Dan mocht je één voor één naar binnen en je moest je handen desinfecteren en plastic handschoenen aan. De schappen waren dus best vol. Alleen pastasauzen, bakmeel en pasta was iets leger. Er was zelfs nog mega veel wc papier!
Ik denk dat de wc papier craze uit Australië komt. Daar was in februari een ban op wc papier, waardoor er gevechten in winkels ontstonden. Een krant had zelfs 6 pagina’s gebruikt om wc papier te printen, aangezien de Australische overheid nu een limiet had gezet op wc papier.
Het meest ironische? Die ban was niet wegens de Corona-crisis, maar wegens de bosbranden crisis.
Al deze shit voor wc papier rondom Corona klopt dus niet. Wel raar om te bedenken dat er al zoveel is gebeurd in 3 maanden. 
In januari: conflict VS en Iran, mogelijke nieuwe oorlog
In februari: Australië staat geheel in de fik
In maart: pandemie
Please, april, please laat ons niet in de steek. Mijn verwachtingen zijn zeer, zeer laag, maar ik heb toch nog wel hoop. 
Maar ja, boodschapjes gedaan. Tijd voor weer een week binnen zitten. 
Toen ik eenmaal thuis was, ging ik nog meer Animal Crossing spelen. Waarom niet? We hebben nu tijd. (Antwoord: studie, maar yada yada Animal Crossing). Plus ik heb donderdag dus de hele dag besteed aan Sociologie, omdat ik wist dat ik nu in een Animal Crossing mood ben.
Oh, het volgende punt op mijn lijstje: Corona update.
Hiermee bedoel ik het uitreizen. De Belgische ambassade gaf de Belgen een bericht dat er op zondag, dus morgen, een vliegtuig vanuit Parijs naar Amsterdam zou gaan. De stagiaire van de Nederlandse ambassade bevestigde dat. Nou, Anouk heeft het afgewezen. De Belgische ambassade zou vervoer naar Parijs regelen, maar zij wilt dus zeker hier blijven (yo, ik ben niet alleen!!!!). Anderen gingen meteen een vliegticket boeken.
€500 of meer.
Oh, ja. Sommigen haakten toen ook af. Plus, de rit naar Parijs zelf is ook al risky. Ook was de vlucht heel snel volgeboekt. Inmiddels zijn we een dag verder en twee Nederlanders, toevallig beiden van de RU, hebben een ticket. Ze vliegen vanuit Ljubljana naar Parijs naar Amsterdam. 
Sanne had dit ook gezien, maar de vlucht was ineens weg van de site. Waarschijnlijk dus ook vol. 
Dus dat is nu de stand van zaken. Helaas is er wel nog onduidelijkheid over Parijs, aangezien Frankrijk in total lockdown modus is. Maar ze nemen het risico.
Ik zit er nu naar te neigen om helemaal niet te gaan, zelfs als er een kans is. Het is gewoon mega veel gestress en zoals Anouk al zei: “Wat is de meerwaarde?”
Maar zoals anderen ook al zeiden in die groep: emoties gaan de hele tijd heen en weer. Iedereen zit met de onduidelijkheid. Corona neemt alles over.
Maar mijn blog niet meer! Ik heb eindelijk andere dingen in mijn reblog tag gegooid die niet gerelateerd zijn aan Corona. Het zit nu vol met dingen die me nu even bezig houden, zoals ook de bedoeling was (alhoewel, Corona houdt me natuurlijk ook bezig), dus er zit wat Animal Crossing in. Ook wat Red, White & Royal Blue, zoals “afgesproken” en ook The Most Popular Girls In School.
Ik was het vergeten te zeggen, maar op donderdag heb ik eindelijk na 8 jaar MPGIS gekeken. Please, iemand, zeg dat je MPGIS herkent! Lucas, Maura? Het is een webseries ging mega viral in 2012. 
MPGIS was overal anno 2012. Ook werd de audio overal voor gebruikt. Iemand moet het toch wel kennen? Je weet wel, de serie met de goedkope Action namaak Barbie poppen en de grove humor?
Tumblr media
Ik kan niet geloven dat ik na 8 hele jaren eindelijk seizoen 1 heb gezien. Ik kende maar een deel van één aflevering en ik moet bekennen dat ik het nog helemaal uit mijn hoofd kende. Seizoen 2 t/m 5 moeten maar wachten, want nu heb ik Animal Crossing. Als ik niet bezig ben met “verantwoordelijkheden”, doe ik dat.
Volgend punt op mijn lijstje: Sofia/Sophia. Geen idee hoe je het schrijft.
Dit wordt nog een lange blogpost, maar ik moet alles inhalen van donderdagavond t/m nu, want ik was te druk met Animal Crossing om te schrijven. Ik ben nu ook Animal Crossing tijd aan het gebruiken voor dit.
Maar ja, we hebben een nieuwe kamergenoot. Ik had het verhaal nog niet helemaal uitgelegd, want ik werd onderbroken door die nieuwe regel.
Sofia is een Duitse Erasmus student en een vriendin van Kath. Kath heeft Matjaz gevraagd of Sofia dus bij ons in kon trekken, aangezien Caroline’s kamer leeg is.
Dat kon. Kath ging Sofia halen met al haar spullen. Ze konden de auto van Sofia’s voormalige huisbaas lenen. Anouk en Aga hielpen met verhuizen. Ik had geen idee dat ze er al was, want ik lag in bed, want ik was moe. Alsnog: weinig slaap.
Matjaz was er blijkbaar ook even en hij vertelde de rest dat hij niet in Corona gelooft. 
Huh?
Hij gelooft er gewoon niet in. Het is allemaal nep in zijn ogen. Hij denkt dat het allemaal propaganda is.
Toen de rest vroegen “propaganda waarvoor?”, had hij geen antwoord. Dude, als je een complottheorie gaat verspreiden, geef het dan tenminste inhoud. Propaganda waarvoor? Wie de fuck heeft hier baat bij? 
Dus ja, Sofia trok in en ik stuurde een mail naar mijn Sociologie lerares. Toen was het tijd om te eten. Met mijn nieuwe boodschappen heb ik weer de pasta met spinazie en crème gemaakt. Kath was ook aan het koken voor haar en Sofia en we waren aan het praten, dus ik besloot om maar bij hun te zitten. Ik had eigenlijk het idee om te eten in mijn kamer terwijl ik Animal Crossing ging spelen, want Evelien en Merel waren ook online.
Maar nope. Toen kwam Anouk binnen voor de magnetron en ze bleef ook hangen. Het was mega gezellig en we hebben het over veel dingen gehad, waaronder Corona, maar ook adoptie. Dit gebeurt vaker: ze willen weten hoe alles zit. Ik vind het niet erg.
Toen hadden we het meer over human rights en die dingen, want Anouk heeft stage gelopen bij Amnesty International. Het was dus een gezellige en interessante avond. 
Maar op een moment was het voorbij dus ik belde mama even terug en toen was het tijd voor Animal Crossing!!! Met Evelien en Merel!!!!! Give me peaches!!!!!
Elk eiland heeft exclusieve items, dus je wordt gemotiveerd om elkaar te bezoeken om dingen te ruilen. Dat ga ik zo weer doen. En ja, dat was de rest van mijn avond. Tot middernacht heb ik Animal Crossing met ze gespeeld, maar ik had al aangegeven dat ik mega moe was. Dus ik at wat en ik begon deze blogpost en nu...
Nu ga ik weer Animal Crossing spelen. 
2 notes · View notes
stefselfslagh · 6 years
Text
Groeten van de Grondstroom, deel 3: de senioren van Koksijde.
De verkiezingen wenken. Op zoek naar de grondstroom, naar wat de Vlaming écht denkt, trok ik door het Vlaamse hinterland. Zonder vragenlijstje, maar mét een open blik. Deel 3: op bezoek bij de senioren in Koksijde.
Tumblr media
Zijn Vlaamse senioren verzuurde grootverbruikers van de sociale zekerheid? Of goed-moedige levensgenieters met een zwak voor electrische fietsen? Op zoek naar de bejaarde polsslag van onze samenleving trokken we naar Koksijde, de meest vergrijsde gemeente van het land. "Het is niet omdat we oud zijn dat we ook zot zijn, hè mijnheer."
Een doordeweekse voormiddag, halverwege de zinderende zomer van 2018. Op de zeedijk van Koksijde rijden meer rolstoelen dan gocarts. Ondanks het relatief vroege uur worden strand en boulevard ingepalmd door senioren in alle soorten, maten en gewichten: lovebirds op leeftijd die elkaar ondersteunen bij het kuieren, duttende grootouders die hun kleinkinderen even aan de Noordzeegolven hebben uitbesteed, brave loebassen die behalve zichzelf ook hun poedel uitlaten, opgetutte brasserievriendinnen die hun wederhelften thuis in hun pantoffels hebben geparkeerd en mannen met bompapetten die vanop een zitbankje het wereldrecord zwijgend-voor-zich-uitstaren verpulveren.
Het leven wordt hier in slowmotion geleefd. Benen bewegen zich voort tegen twee kilometer per uur. En ook de pointes van de grappen die verteld worden, hebben weinig haast. La vie est un long fleuve tranquille. En al helemaal wanneer de zon elke dag een loden hitte over je brozer wordende lichaam drapeert.
Als een gediplomeerd vorser des volks vraag ik de senioren die mijn pad kruisen wat hen in maatschappelijk opzicht zoal bezighoudt. Aanvankelijk antwoorden ze met zinnen als 'wij hebben niks te klagen, mijnheer' en 'dat is hier allemaal dik in orde, dank u vriendelijk'. Maar enig doorvragen leert dat achter hun levensgenietende buitenkant angsten en bekommernissen schuilgaan.
Een net geen tachtigjarig koppel uit Avelgem dat niet met naam en toenaam in de krant wil, maakt zich grote zorgen over 'de agressiviteit van de jeugd'. "Vorige maand heeft een groepje jongeren in Roeselare een Chiroleider bijna doodgeslagen. Dat is toch te triest voor woorden? En het probleem situeert zich niet alleen in Roeselare. Een tijdje geleden waren we in Brussel. Het was al donker toen we onze auto uit de ondergrondse parkeergarage gingen halen. Overal werden we dreigend aangekeken door groepjes samenscholende jongeren. Op weg naar huis hebben we gezworen dat we na winkeltijd nooit nog in een stad komen."
Een ander puntje van bezorgdheid bij mijnheer en mevrouw Anoniem: de financiële slagkracht van hun kleinkinderen. Of beter: het gebrek eraan. "Onze eigen kinderen kunnen nog genieten van het spaarpotje dat wij voor hen hebben aangelegd. Maar zelf sparen, dat doen ze niet. Ah nee, want ze willen genieten van het leven. Dat mag natuurlijk, maar een beetje meer soberheid zou hen toch sieren. Als ze maar blijven geld uitgeven, zullen onze kleinkinderen het met heel wat minder moeten doen dan zij. En dat is geen geruststellende gedachte."
Ook Karl Lejeune, een prille tachtiger uit de Borinage die leunend op zijn wandelstok de horizon taxeert, ziet de toekomst van zijn nageslacht niet in rozige pasteltinten. Zij het om een heel andere reden. "Ik ben bang voor een mondiaal conflict", zegt hij. "Al die spanningen tussen de Verenigde Staten, China en Rusland: dat gaat vroeg of laat fout aflopen. Ik heb de oorlog nog meegemaakt, ik heb een extra zintuig voor disputen die dreigen te ontsporen. En geloof me: het zal niet lang meer duren voor de wereld weer eens ontploft. Het is mooi dat er 'nooit meer oorlog'-uitstapjes naar voormalige concentratie-kampen worden georganiseerd. Maar ik vrees dat het niks uithaalt. Als de geschiedenis één ding bewijst, dan is het wel dat mensen nooit iets leren van hun fouten."
Karl betreurt het dat mensen tegenwoordig zo tegen elkaar worden opgezet. "Er worden weer volop vijandbeelden gecrëeerd. Als het niet de vluchtelingen zijn die de oorzaak zijn van alle miserie, dan wel de Franstaligen. Ik ben zelf Franstalig en op sommige plaatsen aan de kust word ik al niet meer zo vriendelijk bejegend als vroeger. Een tijdje geleden ging ik met een vriend eten in een restaurant hier in Koksijde. Toen mijn vriend de rekening wou betalen en even naar zijn portefeuille moest zoeken, riep de ober naar een collega: "Lap, ze vinden hun geld weer niet." En dat terwijl ik heel mijn leven in de beste verstandhouding met Vlamingen heb samengewerkt. C'est triste."
Toch hebben noch Karl noch mijn Avelgemse gesprekspartners hun wereldbeeld in een pot zwarte verf gedrenkt. "Wij genieten van onze oude dag", benadrukken ze alledrie. "Senioren worden in ons land goed gesoigneerd. We krijgen hulp om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. En nadien kunnen we terugvallen op gesubsidieerde bejaardentehuizen, serviceflats en woonzorgcentra. We worden niet in de steek gelaten en dat is fijn."
Tearoom Atlanta
De bevolking van Koksijde bestaat - pensioenmigranten inbegrepen - voor een kloeke 46% uit zestigplussers. Dat maakt van de kustgemeente officieel de meest vergrijsde gemeente van het land. Voor veel burgemeesters zou dat demografische etiket een aanleiding zijn om het gemeentelijke rampenplan af te kondigen. Maar Marc Vanden Bussche, de Open-VLD-burgemeester van Koksijde, is er trots op. "Onze senioren zijn geen probleem, maar een opportuniteit", zegt hij in een promofilmpje op de gemeentelijke website. "Ze zorgen ervoor dat onze handel en wandel het hele jaar door blijft draaien."
Op het terras van tearoom Atlanta spot ik drie vergrijsde vriendinnen die de woorden van Vanden Bussche van ondersteunend bewijs voorzien: Agnes (74), Simone (86) en Marcella (89) zijn al aan hun vierde pousse-café van de dag toe en maken nog lang geen plannen om terug naar huis te gaan. "Zolang we buiten kunnen komen, zijn we content", zeggen ze. "Wij mankeren elke dag wel iéts - is het niet aan de schouders, dan wel aan de nek - maar geef ons zon en koffie en we voelen ons goed. Hoe ouder we worden, hoe makkelijker we het vinden om van dag tot dag te leven. Wat voor zin heeft het om aan later te denken als je de negentig nadert? Zoveel toekomst hebben wij niet meer."
Is er iets dat hun geluk nog zou kunnen vergroten? "Een hoger pensioen", zegt Marcella. "Meer banken op de zeedijk", zegt Simone. "De herinvoering van de bus naar Veurne", zegt Agnes. "Zolang die bus niet opnieuw rijdt, krijgt geen politicus in Koksijde nog mijn stem. Er liggen vriendinnen van ons in de kliniek van Veurne. Zonder bus kunnen we hen niet bezoeken. Dat is een kleine ramp."
Wanneer ik de dames vraag of ze de actualiteit nog volgen, beginnen Agnes en Simone plichtsbewust te praten over de noodzaak van 'vrede voor iedereen' en 'het bestrijden van terreur'. Maar Marcella roept hen tot de orde. "Waar ge niks aan kunt doen, daar moet ge niet over nadenken, punt. Ik kijk al jaren niet meer naar het nieuws. Mocht ik weten wat er in de wereld allemaal foutloopt, ik zou niet meer buiten durven komen."
"Ik voel mij hier nochtans perfect veilig", zegt Agnes. "Wie wil er óns nu nog verkrachten?"
"Spreek voor uzelf, Agnes", zegt Marcella. "Maar bon, het is waar: bij ons valt er niet veel meer te rapen. Al zet ik toch elke avond mijn strijkplank tegen de deur voor ik ga slapen. Het zal eventuele inbrekers niet tegenhouden, maar ze zullen toch eens goed schrikken." (lacht)
Hekkenmentaliteit
Ik verlaat de zeedijk en wandel een kilometertje landinwaarts, naar woonzorgcentrum Dunecluze in de Ter Duinenlaan. Hier wonen senioren voor wie zelfstandig flaneren langs de kustlijn niet langer een optie is. Sommigen onder hen hebben voor een aantal cruciale ledematen geen wisselstukken meer gevonden, anderen hebben tegen hun zin een deel van hun mentale vermogens opnieuw moeten inleveren. Zouden senioren wier wereld een kamer van twintig vierkante meter is geworden fundamenteel anders tegen het leven aankijken?
De 94-jarige Cecilia uit Gent woont al zeven jaar in Dunecluze en voelt zich toch wat uit de kudde van de mensheid verdreven. "Dit is mijn wereld", zegt ze, wijzend op de compacte kamer waarin we ons bevinden. "Zonder hulp van het personeel kan ik nergens meer naartoe. En dat terwijl ik vroeger zo veel gereisd heb. Ik zie nog wel een stukje buitenwereld via de kranten die ik lees, maar onder ons gezegd en gezwegen: de kranten die wij hier krijgen, zijn niet van de beste." (knipoogt)
Hoewel Cecilia er kosmopolitisch op los geleefd heeft, is ze altijd Vlaamsgezind gebleven. "Vlaanderen is en blijft mijn thuis. Mensen zeggen soms: 'Vlamingen zijn kleine mensen met kleine opvattingen'. Maar dat klopt niet. Er zijn ook heel ruimdenkende Vlamingen. Zeker op cultureel gebied is Vlaanderen één van de rijkste regio's die er zijn. Maar om dat op te merken, heb je ogen nodig die kijken en oren die luisteren."
Ze delegeert de toekomst met plezier aan de aanstormende generaties. Maar toch heeft ze nog één wens. "Ik zou het fijn vinden, mochten de Vlamingen zich opnieuw wat meer om hun medemensen bekommeren. We zijn zo schuw geworden, sluiten ons zo gemakkelijk op in onze eigen cocon. Toen ik zeven jaar geleden mijn villa verkocht, hebben de nieuwe eigenaars er meteen van die zware, elektrische hekkens omheen geplaatst. Doodzonde vond ik dat. Je moet een open woning hebben, geen huis dat zich voor de rest van de wereld verbergt."
Cecilia is een dun laagje vel over been geworden, haar levenskracht spreekt vooral uit haar ogen. Ik vraag of ze er al aan gedacht heeft om een eventuele aftakeling met behulp van euthanasiepapieren te snel af te zijn. "Nee. Ik zie er misschien wel kwetsbaar uit, maar ik leef nog enorm graag. Wie weet word ik wel honderd? En ook al komen ze mij vroeger halen: de dood jaagt mij geen angst aan. De dood, dat betekent voor mij: stilte en harmonie. Niks om tegen op te zien."
Rolstoelen of F-16's?
In de kineruimte naast het kapsalon ontmoet ik de 82-jarige Marcel: een geboren Koksijdenaar die door een erfelijke spierziekte aan een rolstoel gekluisterd wordt. Marcel heeft wél al euthanasievoorzieningen getroffen: zodra hij sondevoeding moet krijgen, hoeft het voor hem niet meer. "Ik wil niet wegteren. De lijdensweg die mijn broer op het einde van zijn leven heeft moeten doorstaan, wil ik mezelf besparen. Maar denk nu niet dat ik voor een uitbreiding van de euthanasiewet ben. Euthanasie in het geval van levensmoeheid, bijvoorbeeld, vind ik verkeerd. Levensmoeheid is geen terminale ziekte. Je moet altijd blijven proberen om van je leven het beste te maken."
Tot zijn 68ste werkte Marcel als orkestzanger. Hij zong crooners van Frank Sinatra, Tony Bennett en Andy Williams. Met behulp van een discman die hij op zijn digitale piano aansluit, laat hij me een liedje horen dat hij in 1968 heeft opgenomen: 'Last Day', geschreven door Rocco Granata. Terwijl hij naar zijn eigen stem luistert, verglijdt Marcel in herinneringen. Een melancholische krop in de keel belet hem even om te praten. Maar hij herpakt zich snel.
"Toen mijn vrouw twee jaar geleden stierf, ben ik een tijdje depressief geweest. Maar vandaag ben ik gelukkig. Ik heb altijd eenvoudig geleefd, nooit onrealistische verwachtingen gehad. Dat helpt om in een woonzorgcentrum je draai te vinden."
"We hebben het toch zo goed hier in Vlaanderen. Sinds de jaren veertig is onze levenskwaliteit er alleen maar op vooruitgegaan. Ik denk dat veel mensen in de wereld hun leven voor dat van ons zouden willen ruilen."
"Al vind ik wel dat er dringend meer respect moet komen voor gehandicapten. Vorige maand wilde ik naar een match van de Rode Duivels gaan kijken op het grote scherm aan het gemeentehuis. Denk je dat er iemand plaats wilde maken voor mij en mijn rolstoel? Niks van. Ik ben terug naar hier moeten komen om de match te kunnen zien."
"Dat onze politici maar eens geld spenderen aan faciliteiten voor rolstoelgebruikers in plaats van aan nieuwe F-16's. Als je kan kiezen tussen mensen vernietigen of mensen helpen, is de keuze toch snel gemaakt?"
Niet bleiten
Het is namiddag, de leerlingen van het zesde leerjaar van vrije basisschool De Ark zijn in Dunecluze aangekomen. Ze komen deze namiddag met de senioren volksspelletjes spelen: trou madame, sjoelbakken en schijfschieten. De Fortnite-afkickverschijnselen zullen hevig zijn.
Een 11-jarig meisje helpt de 89-jarige Maria om een mooie trou madame-score te halen: met een tikje van haar voet zorgt ze ervoor dat de houten schijf van Maria door één van de smalle poortjes geloodsd wordt. "Tegen niemand vertellen, hè", zegt het meisje. "Ik zwijg da'k zweet", antwoordt Maria.
Tijdens de pauze hurk ik neer naast de rolstoel van Maria. Ik vraag waar ze in deze fase van haar leven nog van droomt. "Trouwen", zegt ze. "Ik ben nog nooit getrouwd geweest. En ik zou toch wel eens willen weten hoe dat voelt. Een kandidaat-echtgenoot heb ik nog niet gevonden, nee. Veel mannen denken dat ik - omdat ik een rolstoel zit - zo zot ben als een achterdeur. Als ze mij horen praten, zijn ze verbaasd: 'Hoe komt het dat gij zoveel weet?' Ik antwoord dan altijd: 'Ik heb gelééfd voor ik gestorven ben, zenne.'" (lacht)
De senioren in het woonzorgcentrum delen - nog meer dan hun leeftijdsgenoten op de zeedijk - erg graag levenslessen uit. Ook Maria is er kwistig mee.
"Aanvaard wat u toekomt", bezweert ze me terwijl we samen koffie drinken. "Kijk naar mij. Ben ik blij met de kwaliteit van mijn oude dag? Niet echt. Ga ik daarom beginnen bleiten? Jamais de ma vie. Het leven is een strijd, van het prille begin tot het bittere einde. Hoe sneller je dat doorhebt, hoe beter."
"Je mag niet te voorzichtig leven. Ik ben opgegroeid in een straatarm gezin, ik had weinig mogelijkheden om mezelf te ontwikkelen. Maar ik ben geen uitdaging of ervaring uit de weg gegaan. Tot niemand mij nog iets kon wijsmaken. Mijn wilskracht heeft mij ver gebracht."
Maria heeft beginnende dementie. Maar ook daar kan met een dosis onverzettelijkheid wel een mouw aan gepast worden, denkt ze. "Sommige mensen hier zijn nauwelijks nog in leven", zegt ze, doelend op haar dementerende medebewoners. "Ze ademen nog wel, maar geestelijk zijn ze al een tijdje dood. Ik verzet mij daartegen. En dat lukt. Als ge sterk zijt van karakter, kunt ge alles."
Ik neem afscheid van de Dunecluzers en loop door de glazen schuifdeuren van het gebouw de zakkende zon tegemoet. In mijn hoofd vergelijk ik de gesprekken die ik in de loop van de dag gevoerd heb met de verwachtingen waarmee ik negen uur geleden aan mijn onderzoek begon. Hoewel ik besef dat mijn antropologische keuring van de Koksijdse senioren qua representativiteit een lachertje is, besluit ik dat de medemens-op-leeftijd minder verzuurd is dan ik had gedacht. Misschien is het wel waar wat Maria me tijdens een spelletje sjoelbakken zei: "Ze noemen ons altijd senioren, maar eigenlijk zijn wij gewoon grote kinderen."
1 note · View note
avondurenvanroos · 6 years
Text
#3.5 ‘We moeten even praten,’
Ik probeerde mijn eigen, vrolijke zelf te zijn, te lachen en te doen alsof ik niet merkte dat Jack me niet aan wilde kijken. We zaten nog een tijdje met z’n drieën tussen ons tentenkamp in, Jack, Chris en ik. We kletsen wat over de voorgaande dag, beaamden hoe kapot we al niet waren en Jack klaagde over pijn in zijn schouder. Ik voelde een stilte in me groeien en verzette me er tegen. Mijn maag had zich omgekeerd, dus gooide ik er wijn in, mijn gedachten raasden door mijn hoofd, dus draaide ik een joint, mijn gevoelens lagen overhoop dus duwde ik ze weg. Ik kamde mijn haar, dwong mezelf wat te eten en poetste mijn tanden. Uiteindelijk was iedereen wakker en klaar om weer te gaan, dus snoven we pep om de vermoeidheid uit onze ledematen te verjagen. Een voor een doken we de tent van Chris en Simon in om een snuifje tot ons te nemen en we lachten erom. In mijn achterhoofd maalde constant het doembeeld: dat Jack zich had bedacht.
Onderweg naar het festivalterrein kwam hij naast me lopen. Mijn veter schoot los en terwijl ik hem strikte bleef hij wachten. We raakten achteraan de groep, ze liepen een paar meter voor ons. Toen ik mijn pas versnelde hield Jack me tegen.
‘We moeten even praten, Roos.’
Hoe had ik zo dom kunnen zijn? Het was alsof mijn hart door mijn voetzolen heen de grond in zonk. Ik staarde naar de vertrapte aarde van het pad en keek het na voor ik de moed had Jack’s blik te beantwoorden. Ik zei niets en wachtte af.
‘Over vannacht, ik denk dat ik een beetje verliefd was door de drugs.’ Hij lachte schaapachtig. Ik kon er niet om lachen. Ik staarde alleen naar hem.
‘Gewoon een beetje verliefd door de drugs.’ Tranen welden op in mijn ogen en ik probeerde ze verwoed weg te knipperen. Ik haatte mezelf, ik schaamde me. Ik wilde niet huilen op een festival, vooral niet wanneer onze vrienden een paar meter voor ons liepen. Het waren niet eens echt mijn vrienden. Jack had me meegesleept en ik kende ze wel redelijk goed ondertussen, maar het waren zijn mensen. ‘Oké. Top, Jack.’
‘Sorry, ik weet ook niet waarom het zo is gelopen.’ Met nog steeds die onnozele uitdrukking op zijn gezicht bestudeerde hij mijn reactie.
‘Sorry?’ Ik blikte omhoog naar de bomen zodat mijn ogen niet zouden overlopen. Mijn binnenste verslond zichzelf. Alles wat ik die nacht en ochtend had gevoeld kwam op me af razen en ontbond zich, want het was allemaal gebaseerd op iets wat niet waar was. De pep die ik nog geen kwartier daarvoor had gesnoven beukte in op mijn hersenen en maakte alles rauw en hard. De stilte die ik had gevoeld slokte mijn woorden op maar ik hield het tegen.
‘Sorry.’ Deze keer kwam het woord harder, kwader. Ik klemde mijn kaken op elkaar. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Het was allemaal te veel. Ik kon geen wijs maken van wat er in me om ging, er was een bom ontploft en ik waande me in wolken stof en de brokstukken. ‘Je vertelt me dat je me aantrekkelijk vind, vertelt me dat ik mooi ben en praat me om met woorden die ik wil horen, om vervolgens te zeggen dat het allemaal niet waar is? Dat het door de drugs kwam?’
Naast me liep mijn beste vriend bezorgd naar me te kijken, maar het voelde nep. Hij had me mooie dingen verteld en ze daarna terug genomen alsof het helemaal niks was. De woorden die hij had gezegd nam hij terug alsof ze niks betekenden, hij had ze alleen gebruikt voor zijn eigen gewin. Hij had het zo ver gekregen dat alles nu een leugen was. Hoe was hij zo meegegaan in zijn eigen gevoelens, zonder ook maar een moment te luisteren naar de mijne? Ik was duidelijk geweest, had geprobeerd sterk in mijn schoenen te blijven staan. Alles was niets meer. Alles was helemaal niets meer.
‘Ik kan er niet meer van maken, Roos.’
‘Ik ook niet.’ Er rolden tranen over mijn wangen en ik veegde ze boos weg. Mijn stem was bars en koud. ‘Ik wil niet huilen, godverdomme.
‘Het spijt me, Roos.’
Ik knikte alleen maar. Mijn lijf hield op dat moment alles zo krampachtig vast dat ik niet meer kon benoemen of ik nu boos, verdrietig of teleurgesteld was. Ik was alles tegelijkertijd.
Jack sloeg een arm om me heen, maar ik had geen kracht hem weg te slaan. Op dat moment wilde ik dat ook niet. Ik wilde dat hij zijn woorden terug nam en me weer de liefde verklaarde. Wat er was gebeurt die nacht was alles geweest waar ik van droomde en hij had me wederom voor even laten geloven dat het mogelijk was, om me vervolgens te vertellen dat het toch niet zo was.
Jack was de jongen waar ik altijd alles voor zou laten vallen, wat ik ook had gedaan. Ik had mezelf laten vallen. En ik zag mezelf blijven vallen. Ik lag op het stoffige pad. Iedereen liep over me heen en dat zou de rest van mijn leven blijven gebeuren als ik niet zou stoppen met zo fucking naïef te zijn.
Ik wilde Jack haten, maar het lukte niet. Ik hield te veel van hem. Dus alles wat ik voelde hield ik maar binnen. Ik kon het niet naar buiten laten. We waren op een festival, het was geen tijd voor drama. Dus liet ik hem me vastpakken ter geruststelling en stelde ik hem daarmee gerust, want dat was wat ik deed. Ik zorgde voor de hele wereld en vergat mezelf. Klemde mijn kaken op elkaar en slikte het maar.
We voegden ons weer bij de rest. Mijn ogen verlieten de grond niet. Ik durfde niemand aan te kijken in angst dat ze zouden weten wat er was gebeurt. Ik was met een groep mensen die allemaal meer om Jack gaven dan om mij en ik wist niet wat ik moest doen, behalve dat ik voor de buitenwereld moest verbergen wat er was gebeurd.
Ik appte Flip dat ik een grote fout had gemaakt en stuurde Lola een berichtje. Mijn hoofd was gevuld met wazige, chaotische gedachten. Mijn focus lag op de storm in mezelf en hoe ik die in bedwang kon houden.
Lola appte me meteen haar rooster, want ze was op het festival aan het werk met haar vriendin. Ik kende de schat van een meid van de Uitvlucht. We waren na onze ontmoeting bij haar eerste vergadering meteen in de coffeeshop gaan chillen en dat had een verstandshouding gecreëerd die stiekem vet speciaal was. Als vanzelf waren we in een vriendschap gerold waar we beiden ons ei kwijt konden en het allemaal vanzelfsprekend was. Ze snapte mij en ik snapte haar en dat voelde goed. Ze wist wie Jack was, ze wist van ons ingewikkelde verleden en ze had wonderbaarlijk genoeg net pauze op het moment dat we met onze groep voor de ingang van een stage stonden.
‘Ik ga even naar een vriendin van me toe, die is hier ook. Ik app jullie straks wel, goed?’ De gemaakte vrolijkheid in mijn stem snerpte na in mijn oren. Jack keek me nog even aan en ik zag schaamte in zijn ogen. Ik kon er niks mee, behalve me weer schuldig voelen dat ik hem een kutgevoel bezorgde. Wat natuurlijk onzin was, maar hé, zo steek ik in elkaar, jammer genoeg.
Zodra ik me omdraaide en wegliep vervloog mijn opgeplakte nep-glimlach. Ik vocht tegen mijn tranen en liep met grote passen tussen de mensen door. Mijn binnenste kolkte, mijn gedachten raakten alleen maar verder in de knoop. Waarom? Waarom? Waarom?
Waarom kon Jack me niet met rust laten? Waarom trapte ik er telkens in? Ik hoorde hem weer vragen of ik dacht dat hij misbruik van me maakte. Het antwoord was nu definitief ja. Dat was de enige concrete schreeuw die zich losmaakte. Ja.
Ik vond Lola toen het net begon te regenen. De eerste druppels vielen op mijn gezicht en maskeerden de tranen die uit mijn ogen begonnen te lekken zonder dat ik het echt door had. Ik liep leeg, ik smolt, ik verdween. Maar helaas niet echt. Ze zag me aan komen lopen en spreidde haar armen al, knuffelde me dicht tegen zich aan en klopte zachtjes op mijn rug. Ik verborg mijn gezicht in haar schouder en dikke trui en ontplofte. Ongecontroleerd snikte ik en ze hield me vast tot ik mijn lichaam weer onder controle had. Beschaamd keek ik naar haar vriendin en begroette de andere meisjes waarmee ze waren.
‘Moet ik Jack in elkaar gaan slaan?’ Vroeg ze toen ik me van haar los maakte om met mijn mouw langs mijn wangen te boenen. Ik schudde mijn hoofd.
‘Ik ben zo boos op mezelf, Lola,’ mijn woorden kronkelden spastisch van de zelfhaat. ‘Ik ben er gewoon weer in getrapt. Ik snap het niet. Hoe kan ik godverdomme zo stom zijn? Ik voel me zo wazig.’
Ik boog me wat naar Lola toe en fluisterde: ‘Hij vertelde het me een kwartier nadat ik pep had gesnoven, ik ben zo opgefokt.’
‘Oh, schatje toch.’ Lola streek over mijn haar in een liefkozend gebaar.
‘Wat is er allemaal aan de hand, meiske?’ Een van de meisjes keek me bezorgd aan.
‘Gewoon een beetje guytrouble,’ zei Lola, die meteen zag dat ik niet per se mijn problemen op tafel wilde gooien voor mensen die ik niet kende.
‘Nou, fuck die stomme jongen dan. Je bent veel te leuk om zo verdrietig te zijn meid. Vergeet hem lekker.’ Ze hief haar glas speciaalbier naar me op.
Haar uitspraak zette de sluizen weer open.
‘Maar ik ben hier met hem en zijn vrienden,’ snotterde ik. God, wat haatte ik mijn zwakte.
‘Roos, je kunt altijd bij ons terecht. Je hebt mijn rooster, je kunt me appen als je me nodig hebt. Het komt allemaal goed,’ Lola glimlachte naar me en gaf me nog een knuffel. Het was heerlijk om even bij mensen te zijn die voor mij vertrouwd waren. Het meisje sloeg haar armen ook om me heen en bleek vrij dronken te zijn, want ze liet me haar nummer opslaan en beloven dat we nog zouden gaan chillen.
De vrouwelijke liefde en steun waarmee ik werd overladen liet me weer wat bedaren. Mijn hoofd voelde weer wat lichter, mijn hart lag nog steeds ergens op de bodem, maar dat was minder erg dan een paar minuten daarvoor. Ik was niet alleen, ik had mensen waar ik naartoe kon vluchten. Maar ik besloot wel dat ik terug wilde naar de groep en was erop gebrand het geen groot ding te laten worden. Ik wilde het festival doorlopen met de mensen waarmee ik was, waarbij ik mijn tent op had gezet. Ik wilde niet met hangende pootjes afdruipen en me verstoppen. Met een hervonden felheid wilde ik het godverdomme leuk hebben en stiekem wilde ik dit ook aan Jack laten zien. Dat ondanks dat hij wederom mijn hart had gebroken hij me niks kon maken.
Lola en haar liefje moesten weer aan de slag dus liep ik met ze mee tot de tent waar ze backstage moesten helpen en gaf beiden nog een stevige knuffel.
‘Jullie hebben me echt gered, dankjewel.’
‘Fuck Jack en heb plezier,’ drukten ze me nog op het hart.
En dat ging ik doen.
Ik vond de groep weer, zag Jack’s schuldbewuste blik en stevende op hem af.
‘Ik wil straks nog even met je praten,’ zei ik resoluut.
‘Dat is goed,’ zei Jack.
‘Dat is je geraden.’ Mompelde ik bars voor ik me weer van hem weg draaide om bier te halen. Er werd me een joint aangeboden en ik zette mijn vrolijkste gezicht op en rookte enthousiast. De waas was er nog steeds, maar mijn gevoelens werden concreter, waardoor ik er iets mee kon. Ik was woedend. Maar ik danste, ik goot bier in mijn dorstige keel en ik voelde dat ik leefde, ook al was het schrijnender dan ik zou willen.
Jack leek niet te weten of ie dicht bij me moest blijven of me juist uit de weg moest gaan en uiteindelijk stonden we naast elkaar. Ik zag hem naar me kijken, met zijn blik vol met dingen die ik niet meer kon lezen. Ik wilde het ook niet meer lezen. Zijn gevoelens hadden me verraden en ik wilde er geen rekening meer mee houden, ook al zat dat verweven in alles waar ik van was gemaakt. Wel was ik klaar om hem te vertellen wat ik over de situatie dacht.
‘Zullen we?’ Ik tikte hem aan en knikte naar de uitgang van de tent.
‘Oké,’ even zag ik angst in zijn ogen. Terecht. Ik stapte met grote passen voor hem uit, waardoor ik hem bijna moest zoeken toen we buiten stonden. De zon brak af en toe weer door het wolken dek. Om ons heen had iedereen het naar zijn zin. We gingen naast een bar op het veld staan.
‘Dus,’ zei Jack opgelaten. ‘Je wilde nog praten.’
Ik boorde mijn ogen in de zijne en voelde paniek opborrelen, maar de pep liet een waterval aan woorden uit mijn mond stromen.
‘What the fucking fuck, Jack? Je was een beetje verliefd door de drugs, zeg je. Als ik aan de drugs zit, dan kan ik nog steeds nadenken. De volgende keer als je iets voelt, wil ik het pas horen als je het zeker weet. Want dit, dit wil ik nooit meer. Alles wat je hebt gezegd vannacht was een leugen. Het was niet waar. Waarom heb je het dan gezegd? Waarom heb je me dan overgehaald om er aan toe te geven? Het voelde echt. En jij, jij weet hoe ik me voel. Ik heb het je nog verteld zelfs, en toch heb je alleen naar je eigen gevoel geluisterd. Sorry dat ik het zeg, want ik vind het heel moeilijk dit soort dingen te zeggen, maar je bent af en toe zo egoïstisch. Je hebt alleen maar aan jezelf gedacht.’
‘Roos, ik wil je helemaal geen pijn doen. Je bent zo belangrijk voor me. Onze vriendschap betekent gewoon heel veel voor me. Ik denk dat ik niet helemaal het onderscheid meer kon maken tussen vriendschap en verliefdheid.’
‘Maar waarom doe je dit dan? Waarom vertel je me weer allemaal mooie dingen als het niet waar is?’
‘Ik weet het ook niet. Ik schaam me.’
‘Nou, Jack, ik ook. Ik schaam me kapot. Ik ben er weer ingetrapt. Weet je hoe dat voelt? Weet je hoe ontzettend stom ik me nu voel?’
‘Het spijt me, Roos. Ik had het niet zo bedoeld.’ Als een geschopte hond stond hij voor me, met zijn ene arm in een mitella. Hij was zielig. Ik vond hem zielig. Alleen was dat even niet genoeg om mijn tirade te laten stoppen. Ik was mezelf ontzettend bewust van de tranen die onophoudelijk over mijn gezicht rolden en ik probeerde ze te verbergen met mijn zonnebril.
‘Maar wat was vanochtend dan? We hebben vanochtend ook nog gezoend. Vanochtend wilde je me ook nog. Waar sloeg dat dan op? Want het voelde echt, Jack. Vanochtend zat je niet meer aan de drugs, dus dat is geen excuus.’
Er dwarrelde bellenblaas voorbij. Ik zag mensen naar me kijken, al beeldde ik het me misschien in. Er was weinig te zien behalve een huilend meisje en een schuldbewuste jonge man.
‘Ik weet het, Roos. Ik schaam me. Het spijt me. Ik weet ook niet waarom ik het heb gedaan.’ Jack staarde naar zijn schoenen.
Hij wist niet wat hij moest doen en stiekem genoot ik daar een beetje van. Niet dat ik dat op dat moment bewust registreerde, mijn hele lichaam zat te vol van alles om daadwerkelijk dingen te verwerken. Ik schaamde me alleen omdat mijn ogen weer vol sprongen met tranen, omdat ik er weer ingestonken was en omdat ik zelf een verschrikkelijke fout had gemaakt. Maar ik had niks aan zijn excuses. Ik was boos, in de war, ontzettend verdrietig. Ik was in één nacht weer compleet voor hem gevallen en hij had me alleen maar verder de grond in gestampt door zijn egoïsme, doordat hij alleen maar aan zichzelf had gedacht.
‘Oké, luister dan maar even naar me. Want ik heb niks aan sorry. Ik heb niks aan spijt. Je hebt me echt pijn gedaan, Jack. Waarom kies je zo’n ontzettend kut moment om voor de tweede keer mijn hart te breken? We moeten plezier hebben en ik sta hier godverdomme te huilen. Ik sta te huilen op een festival, dankjewel. Ik schaam me echt kapot. Ik wil niet dat mensen me zien huilen, ik wil dit niet voelen. En dan ben ik hier met jou en je vrienden, mensen die helemaal niet weten wat er speelt en ik heb ineens iets te verbergen. Weet je hoe kut dat voelt? Weet je hoe kut ik me nu voel?’ Hysterisch kwam de woordenstroom uit mijn mond, ik kon hem amper aankijken maar durfde mijn blik ook niet te ver af laten dwalen in angst dat ik zou zien dat mensen me aanstaarden.
‘Ik weet niet wat ik moet doen, Roos. Wat kan ik voor je doen?’ Wanhopig zocht hij zijn eigen waardigheid op de grond. Ik was de mijne überhaupt vergeten in te pakken.
‘Helemaal niks. Ik weet ook niet wat ik moet doen. Ik voel me verschrikkelijk kut. Ik ben helemaal fucked up, heb pep gesnoven en alles is zo in de war. Maar ik ben blij dat ik uit mijn woorden kom. Want jezus, Jack, je kent me. Je weet hoe ik ben. Je weet wat ik voor je voel, je weet wat je voor me betekent. En zo laat je zien dat ik niks voor jou beteken, weet je dat? Dat je gewoon niet capabel bent om rekening te houden met mij, terwijl ik dat wel doe voor jou. Dat doe ik nu zelfs, want ik vind het ontzettend lastig om dit allemaal tegen je te zeggen. Je weet hoe moeilijk ik het vind om slechte dingen te zeggen.’ Als een sneltrein stoomde ik door. Jack stond daar maar. Te zeggen dat het hem speet en dat het niet de bedoeling was.
‘Ik wilde mezelf helemaal geen hoop geven hè, dat heb ik tegen geprobeerd te houden. Maar ik geloofde je. Hoop is een ding met vleugels maar dit was een dode mus. Een fucking dode mus, hoor je me?’ Het liefst wilde ik hem slaan, maar dat kon niet. Ik had mezelf geprobeerd te beschermen en afstand te houden, maar hij had doorgedramd. Ja, ik was in zijn tent gaan liggen en ik wenste vurig dat ik dat niet had gedaan, maar we hadden niet gezoend als hij het niet had gewild. Opeens dacht ik aan wat hij me had gevraagd.
‘Je vroeg me vannacht of ik dacht dat je misbruikt van me maakt.’ Ik veegde in een boos gebaar langs mijn wangen en deed mijn zonnebril even af om zijn blik te vangen.
‘Ja,’ bracht mijn beste vriend gekweld uit.
‘Was dat om je geweten te sussen? Was dat om het voor jezelf goed te praten?’
‘Ik weet het niet,’ jammerde hij. ‘Ik wil helemaal geen misbruik van je maken.’
‘Dat heb je wel gedaan.’ Ik boorde mijn ogen in de zijne en hij keek weg. Zijn schaamte was fucking terecht. Even stonden we daar in stilte. Ik zette mijn zonnebril weer op. Jack keek toch alleen maar naar het vertrapte gras onder zijn voeten. Ik zag mezelf in stukjes liggen tussen de gelige sprieten. Alle energie waarmee ik mezelf had geuit was mee naar buiten gevloeid. Ik was op.
‘Wat denk je nu?’ Vroeg ik Jack.
‘Ik weet het niet, Roos. Het voelde gewoon heel fijn. Het is altijd fijn met jou. De grens tussen vriendschap en liefde, die kan ik niet onderscheiden. Sorry daarvoor. Ik weet ook niet wat ik voel. Je bent heel veilig en dat voel ik met niemand anders echt zo. Maar ik weet niet of ik me aan je kan binden. Ik weet niet of ik me aan iemand kan binden.’
Ik kon alleen maar denken, wat bedoel je nu precies? Wat zeg je nu eigenlijk tegen me?
Het klonk weer alsof er iets zat. Ik kon er niets mee.
‘De volgende keer als je weer denkt iets voor me te voelen, vertel het me alsjeblieft pas als je het zeker weet.’
‘Dat zal ik doen.’
Hij zag er nog steeds uit alsof iemand hem had geschopt. Het maakte me nu meer verdrietig dan boos. Ik wilde het gewoon naar mijn zin hebben en me niet zo ontzettend zwaar voelen. We bleven stil tegenover elkaar staan.
‘En nu? Hoe voel je je?’ Jack leek zich een beetje te herpakken.
‘Kut,’ zei ik.
‘Wat wil je doen, Roos?’
‘Ik wil me niet zo voelen.’
‘Kom hier,’ hij trok me in een knuffel. En aan de ene kant was dat precies wat ik wilde, maar aan de andere kant was het totaal niet wat ik kon gebruiken. ‘Kan ik iets voor je doen?’
‘Nee.’
‘Wil je weer terug?’ Vroeg Jack. Ik schudde mijn hoofd.
‘Nog even niet. Ik wil niet dat iedereen me zo ziet. Ik wil een joint roken en dit vergeten.’
‘Oké.’
Alleen kon ik het niet vergeten. Het was alsof ik niet meer op de aarde liep en tegelijkertijd waren al mijn ledematen zo zwaar dat het voelde alsof ik door drijfzand waadde. Ik had alles eruit gegooid maar daarmee was ik zelf leeggelopen. Maar ik ben koppig. Ik besloot dat ik niet wilde dat dit het hele weekend zou verpesten. Dus zette ik hoge muren om mijn gebroken hart en sloot ik al mijn verwarde gedachten op in een verre uithoek van mijn hoofd. In de leegte sloop de woedde langzaam terug. Jack irriteerde me, maar ik verborg het zo goed als ik kon. Toen we ons uiteindelijk weer bij de groep voegden kon ik beter acteren dan hijzelf en dat maakte me iets sterker.
Ik was er gebrand op om het naar mijn zin te hebben, dus dat deed ik. Toen Jack ‘s avonds eerder naar de camping ging dan de rest gaf ik hem nog wiet voor een jointje en hij keek me zo verbaasd aan dat ik me in dat moment even groter voelde dan hij. Want ja, ik kon wel gewoon normaal doen, ook al zat ik aan de xtc. Ik kon wel gewoon mijn eigen gevoelens in bedwang houden. Hij had dat niet gekund en daardoor mij, in zijn eigen woorden een van de belangrijkste vrouwen in zijn leven, gekwetst. Misschien zelfs wel gebroken. Ik was er ook bij, ik draag ook een gedeelte schuld aan de situatie, want er zijn altijd twee partijen. 
Maar de gevolgen waren ook voor hem. 
En dat zie ik nu in. Dat ik niet vast hoef blijven te houden als het mij kapot maakt. Dat ik niet mijn best hoef blijven te doen als ik het niet meer trek.
 Want dat heb ik al gedaan. 
Sidenote: ik ben mezelf kwijtgeraakt op een festival. Samen met mijn tas die ik op de camping ben vergeten omdat ik iemand wilde helpen met het dragen van haar tassen. De grootste les is: blijf dicht bij jezelf en zorg voor jezelf. Niemand anders doet het voor je. Je bent eigenlijk alleen op jezelf aangewezen in deze wereld. 
En dat is kut. Maar we moeten het maar accepteren. 
2 notes · View notes
tekstwerker · 6 years
Text
Short story: Tien jaar later
Was er íets erger dan eindelijk krijgen wat je al zolang wilde? Dat hij op kwam dagen bij de ijscozaak, voor háár, om samen een ijsje te gaan eten: op dit moment kon ze zich niks ergers voorstellen. Ze hoorde haar naam en draaide zich om. Hij was het, in zijn felgroene Nike-jasje. Omslachtig haalde ze haar handen uit haar zakken, en stopte ze vervolgens weer terug. Haar lijf voelde plotseling veel te lang. En toch wilde ze dat het moment bevroor, zodat het voor altijd zou duren.    
Is er íets erger dan vijf minuten wachten op iemand waar je al tien jaar op wacht? Hij is niet de enige man geweest, heus niet, maar haar hart klopt alsof er een hap uit de tijd is genomen. Ze hebben afgesproken voor zijn favoriete taco-winkel op Amsterdam Centraal. Zij is snel uit werk gekomen en probeert een nonchalante houding aan te nemen (wat doet ze normaal eigenlijk met haar armen?), hij ging eerst nog langs huis om te douchen, zei hij. Ze ziet hem al. Hij is kleiner dan ze zich herinnert. Maar die ogen, die doen haar meteen weer denken aan Nike-jasjes, middagen langs het hockeyveld en met rode wangen uit zijn kamer komen. Het zijn herinneringen, stukken mooier dan toen ze echt gebeurden. 
“Je bent weer onzeker om niets,” zei hij. Ze dacht dat ze wél ergens onzeker om was, maar nu wist ze het ineens niet meer zeker. Hij veranderde van onderwerp. “Dat is toch geen kasteel, joh,” zei hij, en lachte terwijl hij het potlood en papier uit haar handen griste. Een steek in haar maag. Ze herpakte zich, haalde haar schouders op en lachte ook: “Nee, ik bak hier niks van, joh.” Ze maakte zich zo klein mogelijk, zodat hij zich groot kon voelen.
Ze lopen het station uit, Amsterdam in. Het is slalom tussen de toeristen, steakhuizen en kroketautomaten. “Zoveel drukte ben jij niet gewend, hè?” grapt hij. Het is vreemd om naast hem te lopen. Alsof ze na tien jaar terug is in een straat waar ze elke dag liep, maar nu zit er ‘ineens’ een supermarkt op de hoek. Ze lacht niet om zijn grap. Maar als hij haar aan het einde van de avond wil zoenen, zakt ze automatisch iets door haar knieën.
Het einde kwam niet onverwacht. Het was in september, op een zonnige herfstdag, bijna op de dag af tien maanden na het begin. Er was geen ontkomen meer aan, maar hij begon er niet over. Dus sprong zij: “Je vindt me niet meer leuk he?” Het was stil, toen schudde hij zijn hoofd. “Ik hoopte dat het nog terug zou komen.” “Dan stoppen we er maar mee,” zei ze. Ze zei het omdat hij het niet deed, niet omdat ze niet meer van hem hield.
De berichten drogen op. Er is nog dat moment dat ze allebei in het dorp zijn waar ze elkaar leerden kennen. Hij zal bellen als hij wakker wordt. Dat is blijkbaar vier uur s’ middags. Er is nog dat moment dat hij zijn agenda er “even” bij gaat pakken. …. En dan niets meer. Zij stuurt hem: “Nou, ik heb niet het idee dat je me graag nog wilt zien, dus laat maar.” Ze zegt het omdat hij het niet doet, en zij gaat niet meer door de knieën.  
0 notes
keesenyvonnaardezon · 7 years
Photo
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
25 Lets go camping
Het wordt steeds mooier weer en we zijn van het zuidoosten naar het Noordwesten gereden van Letland. Hier gaan we langs de kust van de Oostzee van Riga naar Litouwen.
Best wel veel gereden vandaag, dus rijden we een paadje in waar staat dat er een camping is aan het strand. We verheugen ons al op een douche en een keuken, misschien wel een restaurant en wat andere buitenlanders. Elektriciteit om alles weer eens helemaal op te laden, een wc met bril en wc-papier, , drinkwater om de voorraad aan te vullen, kortom wat je van een camping mag verwachten. Wifi hebben ze misschien ook wel spaart mij weer megabytes, om tv te kijken via internet.
Het zandpad splits zich na 100 m en wij moeten volgens het bord naar rechts 200m verder is er een hek dat weliswaar openstaat, maar dat lijkt niet op een camping als we er doorheen rijden. Rechts staan wat slordige gebouwen met een dubbele gemetselde fabrieksschoorsteen en links tegen een ander gebouw zien we wat siersmeedhekwerken los tegen een muur staan.
Uit een glazen deur in dat gebouw komt een dikke man die ons verbaasd aankijkt. He buitenlanders denkt hij, denk ik. We blijven besluiteloos staan, en de man bedenkt dat wij niet weten waar we zijn , of terechtkomen.
Hij wenkt ons onderhands te volgen met zijn wijsvinger. Die net zo groot is als mijn hele hand. Ik rijdt de door hem aangegeven richting langs de witte fabrieksgebouwen en hij wijst naar een man in geruit overhemd en korte broek. Deze komt naar het geopende portierraam en ik vraag of we bij hem de nacht kunnen kamperen. Ja, daar zijn de douches en daar is het strand. Oh, en hoeveel kost het? Vraag ik, zo gauw niet wetend wat ik nog meer moet vragen. €12 euro zegt hij. Ga maar staan waar je wil. Hij stapt op zijn fiets en weg is hij.
We rijden het terrein op en zien allemaal plekken onder bomen, afgezet met een stenen rand. Elke plek heeft een tafel met banken en een vuurplaats op poten. Wij passen niet op zo'n plek, door de lage takken van de bomen en omdat op bijna elke plek al een tentje staat, of twee tentjes met een auto ervoor of twee auto's. Sommige plekken zijn kennelijk al gereserveerd en afgezet met roodwitte tape. Wij gaan maar in het midden staan. Ga maar staan waar je wil had hij tenslotte gezegd. We staan zoveel mogelijk langs de kant, zodat iedereen er nog door kan. De stoelen en tafeltje zetten we aan de andere kant in de zon. Als de campingbaas komt afrekenen, vraagt Yvonne of we zo goed staan. Oh ja hoor, prima. Als ik vraag naar Wifi, elektriciteit , warm water om af te wassen, de put om toilet te legen enzovoort,  kijkt hij ons niet begrijpend aan en haalt zijn schouders op. Hij fietst weer weg.
De camping wordt bevolkt door uitsluitend mensen uit Riga, die hier het weekend of vakantie doorbrengen met familie. Ze hebben bijna allemaal een tentje van 2m2 en 1 m hoog. Je moet veel van elkaar houden om daar in te kunnen slapen. Er staan ook twee campers van het type: Zo zag een camper er vroeger uit. En twee caravans van het type: Waarom zou ik hem onderhouden of schoonmaken, het blijft toch een oud kreng. De auto's daarentegen zien er top uit en worden wel vertroeteld. Het zijn ook niet de minste. Bijna allemaal zijn het stationcars van het type Volkswagen Pasat, Audi, BMW type 5 of Mercedes type E.
Een meisje van een jaar of 5 in een tijgerprint legging, vraagt aan een jongetje van haar leeftijd of hij met haar wil voetballen met de strandbal. Hij kan er niets van, koddig te zien dat hij constant mis schopt en zij alles raak. Maar hij blijft proberen.
Aan de overkant waar ons tafeltje staat, naast een afgezette plek, zijn al drie keer twee mannen komen kijken druk met elkaar overleggend. De ene man is mager en heeft een groen geel shirt aan en een petje op. De andere is kaal heeft een tanktopshirt aan die zijn gespierde armen goed doet uitkomen. Gelijk heeft ie, zo'n lichaam wil ik ook wel. Ze hakken de knoop door en rijden een smerige Knaus caravan met een zwarte Passat naast ons tafeltje. De twee families die  met de mannen meekomen is groot. Er wordt direct aan een stopcontact, waar ik niet aan mocht komen omdat die bedoelt is voor water koken, een haspel aangesloten dwars over het terrein. Later komt er een tent op  te staan, maar niemand die zich daar druk over maakt. Ze zetten een paar tentjes op voor de kinderen, maken net als iedereen een groot stinkend vuur en de vrouwen beginnen aan het klaarmaken van een maaltijd, waar ze de hele avond van eten. Wij verplaatsen ons tafeltje en stoelen naast de auto, anders kan er niemand meer door.
Als ik de kaart zit bij te werken komt de man met het petje een praatje maken met me. Ik vertel hem dat we een lange reis maken door veel landen en wel drie maanden wegblijven. Zo, zegt hij niet begrijpend. Ja wij zijn gepensioneerd, tijd zat. Dat begrijpt hij helemaal niet meer. Als je gepensioneerd bent heb je toch geen geld? Een pensioenplan is in Letland kennelijk nog in de maak. Tot die tijd zorgen de kinderen voor je. Heb je geen kinderen, moet je bedelen. Dat zien we veel, oude mensen die geld vragen voor eten.
Een familie komt van het strand en kleden zich om, om te gaan eten. De man trekt een kaki korte broek aan over zijn zwembroek, zodat het eruit ziet of hij in zijn broek heeft geplast. De vrouw trekt een andere gestreepte jurk aan onder haar shawl en het dochtertje wordt in een legging gehesen met trainingsjack. Alleen de kleine teckel blijft zoals hij is. Ze laten de auto staan, dus is er een eetgelegenheid in de buurt vermoeden we, alleen weten wij niet waar.
De rest van de overwegend dikke, blonde slecht geklede campinggasten maken een vuur en gaan uitgebreid eten aan de tafel met bijbehorende bankjes.
Een man met een snor en een dikke nek, ik moet direct aan Shrek denken, loopt voor de derde keer langs. Dit maal steekt hij zijn grote harige hand op. Als ik ook mijn hand op steek, komt er een grijns op zijn gezicht en een gouden tand komt te voorschijn.
Omdat er overal vuur gemaakt wordt krijg ik het benauwd met mijn astma en ga achter het stuur een boek lezen.
Er wordt op het raam getikt. Kees voor jou zegt Yvonne. Daar staat Shrek met een grote grijns voor het raampje. Als ik hem herken, wordt de grijns groter en zwaait hij uitbundig met twee handen. Ik steek mijn duim maar op. Dat vind hij nog leuker, hij steekt beide duimen op. Gaat voor de auto staan en vouwt beide handen in elkaar boven zijn hoofd of hij me toejuicht omdat ik zijn held ben. Ik weet niet hoe ik hier op moet reageren en lach maar wat. Lachend loopt hij nog zwaaiend verder.
Wij komen haast niet meer bij. Dit hebben we nog nooit meegemaakt. Ik lees verder en in mijn ooghoek zie ik hem een tijdje later weer aankomen. Ik kan op tijd wegduiken. Maar als hij terugkomt, klopt hij weer op het raam en zwaait nog enthousiaster dan de vorige keer. Ik moet weer lachen en hij ziet dat als een aanmoediging. Hij blijft weer driftig zwaaien en loopt dan weer verder. Wij gaan maar verder in bed lezen. Als we hem morgen zien ga ik met hem op de foto hebben we ons voorgenomen.
We zijn al vroeg op om als een van de eerste te douchen, want er is maar een douche voor de mannen en een voor de vrouwen. Blijkbaar zijn wij de enige die er gebruik van maken want er gaat niemand na ons en voor ons was net schoongemaakt.
We ontbijten in het zonnetje en worden door weer heel andere mensen begroet.
Shrek zien we niet meer, jammer.
0 notes
keynewssuriname · 1 year
Text
Goedemorgen Paramaribo: Het klopt: vis rot vanuit de kop!!!
Tumblr media
Mijn hart bloedt elke keer wanneer een Surinamer, die zich met gedrevenheid inzet om bij te dragen aan de ontwikkeling van het land, op de composthoop gedumpt wordt. Ik kan samen met enkele andere ervaren collega’s het gevoel van onbehagen beschrijven wanneer je door machthebbers op het Kabinet van de President op een zijspoor wordt gezet of in een hoek wordt gedrukt ondanks je jouw werk naar behoren doet. Slechts je ongezouten mening geven over hoe de werkzaamheden het best verricht kunnen worden, kan maken dat je onder het huidige regime voor dwarsligger wordt uitgemaakt. Men schroomt er niet voor om ertoe over te gaan je het leven zo zuur te maken dat je er depressief van kan raken. Het erge van de zaak is dat je met al je kennis als rommel behandeld wordt door mensen die door de politiek, geslijm of listigheid posities hebben kunnen bemachtigen, maar van het vak geen kaas hebben gegeten. Afgelopen week had ik zo een bedrukt gevoel toen Alven Roosveld zijn gal spuugde over de vernederende wijze waarop hij bejegend zou zijn door personen gelieerd aan het kabinet. Nu wordt hij klaarblijkelijk in de steek gelaten door dezelfde mensen, die hem zijn gang lieten gaan wanneer hij oprechte communicatiemedewerkers benedenmaats bejegende. Hoewel ik – achteraf bekeken – ben gaan beseffen dat hij zich waarschijnlijk heeft laten misleiden door zijn persoonlijke adviseurs om kader bij de Communicatie Dienst Suriname op een zijspoor te plaatsen. Diezelfde adviseurs hebben hem overigens in zijn eigen vet gebakken en hem vervolgens ‘geblakabalt’ bij de dochter van een der machthebbers. Dezelfde ‘vrouwen’ die hij bij zijn aantreden als directeur van de CDS als vertrouwelingen heeft aangenomen en hem zo ver heeft gekregen kwalitatief personeel weg te werken, alleen maar om hun eigen belangen veilig te stellen. Het personeel, waarmee hij juist een team diende te vormen, heeft hij onterecht voor vijand uitgemaakt en heel onaardig behandeld. Het is niet de bedoeling om Alven uit te maken voor de boeman, want ik heb persoonlijke heel constructieve gesprekken met hem gevoerd. Een aantal mensen die hem vanuit het verleden kennen, hebben ook weinig tot niets slechts over hem te zeggen. Een ander belangrijk gegeven is die gedrevenheid waarmee hij zich inzette om de regering positief neer te zetten. Velen zouden geloven dat hij zelfs zijn ziel daarvoor heeft verkocht, maar toch overkomt hem hetzelfde lot als anderen die onder zijn leiding zijn tegengewerkt. In zijn recente Facebook-live geeft hij terecht aan dat het niet acceptabel is op denigrerende manier bejegend te worden. Een collega die nu, net als ik, op de composthoop is zou zeggen: “A tafra drai” – hetzelfde dat hij sommigen onder ons heeft aangedaan, overkomt hem nu. En toch hoop ik dat het goed komt tussen hem en zijn partijgenoten, vooral omdat hij vanwege zijn gedrevenheid mogelijk een essentiële bijdrage kan leveren. Echter, hij zal ervoor moeten waken dat hij zich niet door fake-adviseurs laat omringen. Zoals hij zelf zegt: vis rot vanuit de kop. Ook zijn opvolger zal vroeg of laat tot deze conclusie komen, wanneer ze zelf ook die vis opgediend krijgt. Die kop is verder aan het rotten, maar men draagt er geen kennis van dat die kieuwen die in de top van de communicatiedienst zitten daarvoor niet geschikt zijn. Read the full article
0 notes
stefselfslagh · 5 years
Text
Björn Soenens: “Ik moest en zou iemand van betekenis worden.”
Dit stuk verscheen op 1 februari in Zeno.
Tumblr media
Maandag start in de Amerikaanse staat Iowa de strijd om de Democratische presidents-nominatie. Amerika-watcher Björn Soenens (51) weet wat gedaan, de komende tien maanden. "Wist je dat ik in Amerika een Wit-Rus ben?"
"Uiteindelijk willen we allemaal maar één ding", zegt Björn Soenens op het einde van ons lange gesprek. "Begrepen worden. Alleen heb ik daar zelf nogal veel woorden voor nodig."
Accurater kan hij onze tête-à-tête niet besluiten. Al is het XXL-gehalte van onze ontmoeting vooral te wijten aan de hoeveelheid vragen die ik op hem afvuur. De Amerika-correspondent van de VRT is niet vaak in het land. Nu hij in een Gents café tegenover me zit, vraag ik hem de kleren van het goed geconserveerde lijf. Hij ondergaat mijn journalistieke kruisverhoor met de lijdzaamheid van een senior boedhist. Alleen op mijn vragen over de trending trammelant bij de VRT antwoordt hij liever niet. "De VRT is mij dierbaar. Ik wil geen olie op het vuur gooien."
Björn Soenens wordt doorgaans aangekondigd als Amerika-watcher. Een functie-omschrijving waar hij vrede mee heeft, en niet alleen omdat Amerika-rapporteur een beroerd alternatief zou zijn. "Ik ben een toeschouwer. In alles wat ik doe. Ik ben zelfs een waarnemer van mijn eigen leven. Ik heb vaak het gevoel dat ik er niet actief aan deelneem, maar het vanop afstand gadesla."
In 2020 richt hij zijn geoefende blik op de Amerikaanse presidentsverkiezingen: een spektakel waar de nieuwsprogramma's van de VRT traditioneel nogal gulzig verslag over uitbrengen. Ik vraag hoe hij zich op het Amerikaanse verkiezingscircus voorbereidt. Als een coureur die naar de Tour de France toewerkt? Conditie en goesting kweken om op het juiste moment te kunnen pieken?
"Welnee. Ik ben al elf jaar intensief met Amerika bezig: dát is mijn voorbereiding op 2020. Dit jaar zal voor mij niet drukker zijn dan andere jaren. Het wordt zelfs een vrij overzichtelijk jaar: de piekmomenten - de voorverkiezingen, de conventies, de debatten - kan ik op voorhand netjes inplannen. Het zijn de onverwachte gebeurtenissen - een aanslag, een natuurramp - die mijn agenda potentieel kunnen overbelasten."
Vier jaar geleden was hij één van de weinigen die de overwinning van Donald Trump zagen aankomen. 'Trump gaat de popular vote verliezen, maar het kiescollege winnen', zei hij een paar dagen voor de verkiezingen op Radio 2. Een geval van helderziendheid dat hij toeschrijft aan zijn gewoonte om op te trekken met Joe en Olivia Average, het Amerikaanse equivalent van Jan en Mie Modaal. "Om de stemming in Amerika te polsen, reis ik het hele land door. Ik kom onder de mensen, ik praat met hen, ik luister. Hoe kan je de kiezers begrijpen als je ze niet hoort?"
"Onlangs sprak ik een man uit Cleveland. 'Trump heeft het begrotingstekort weggewerkt', zei hij. 'Toch niet', reageerde ik. 'De overheidsschuld is nog met drieduizend miljard dollar gestegen.' 'Waar haal jij je statistieken?", vroeg hij. Ik antwoordde dat ik de officiële statistieken van de Trump-administratie gebruikte. Hij schudde het hoofd en zei: 'Nah. Je cijfers kloppen niet. De mijne zijn beter.'"
"Na zo'n gesprek weet je: het gaat niet over wat wij journalisten denken, het gaat zelfs niet over de feiten, het gaat over wat mensen gelóven. Voor een journalist volstaat het niet om te zeggen dat Trump liegt over het klimaat. Je moet ook kunnen verklaren waarom veel mensen ervan overtuigd zijn dat hij niét liegt."
Laten we je voorspellende gaven nog eens gebruiken: wordt Donald Trump in november opnieuw president of niet?
"Het impeachmentproces zal hem in ieder geval niet nekken. Wanneer de senaat over zijn afzetting zal stemmen, zullen alle Republikeinen hem steunen en zal blijken dat die hele impeachment een maat voor niks is geweest. Al kan het al of niet getuigen van John Bolton, de voormalige veiligheidsadviseur van Trump, het impeachmentproces nog altijd beïnvloeden." (Dit interview werd afgenomen voor bekend was of Bolton al dan niet zou getuigen, red.)
"Wat zeker niet in het voordeel van de Democraten pleit, is dat ze maar blijven herhalen dat Trump 'a bad guy' is. Dat riedeltje kennen we ondertussen wel. Ze zouden beter hun éigen beleid ontwikkelen. 'Wie zijn wij? Waarom moeten jullie op ons stemmen?' Dát moeten ze de kiezers vertellen. Obama is in 2008 ook geen president geworden door te verklaren dat McCain een zwakkeling en Bush een asshole was. Mijn advies aan de Democraten luidt: 'Wees méér dan Trump-tegenstanders. Versla hem met beleid.'"
De Amerikaanse kiezers hebben vier jaar geleden een gigantische middelvinger opgestoken. Hebben ze die ondertussen weer opgeborgen?
"Ik vrees van niet. Veel mensen zijn nog altijd boos op de elite. De ceo van Boeing, Dennis Muilenburg, heeft bij volle bewustzijn een onveilig vliegtuig in de lucht gehouden. En toch krijgt hij een opstapvergoeding van zestig miljoen dollar. Uiteráárd denken de mensen dan: de big shots hebben weer goed voor zichzelf gezorgd. Men beseft te weinig dat zoiets een enorme woede creëert. En dat die woede zich vertaalt in Trump-stemmen."
Mag ik dat laatste vreemd vinden? Als er iémand goed voor zichzelf zorgt, dan is het wel Donald Trump. Hij is de elite in hoogsteigen persoon.
"Klopt, maar hij is zo slim geweest om het protest tegen de economische elite om te buigen in een afkeer van vluchtelingen en migranten. 'Ze pakken uw welvaart af. We moeten ze tegenhouden.' Bovendien capteert hij de anti-establishment-sentimenten ook nog eens door van leer te trekken tegen de culturele elite. 'Die journalisten zijn allemaal leugenaars, ze minachten u.' 'Die rechters zijn niet meer van deze wereld, ze begrijpen niks van uw leven.' Hij gebruikt de woede van het volk om zijn persoonlijke doelstellingen te bereiken. Ontzettend opportunistisch, maar wel slim."
Je interviewde de Amerikaanse auteur Robert Kaplan. Volgens Kaplan hebben de Democraten nood aan een populist in de goeie zin van het woord: iemand die luístert naar het volk in plaats van het bang te maken. Hebben ze die barmhartige populist ondertussen gevonden?
"Ik zie voorlopig geen enkele Democraat die de harten van de Amerikanen sneller doet slaan. Pijnlijk, want in Amerika hangt alles van af van de opkomst van de kiezers: hoe gemotiveerd zijn ze om te gaan stemmen? Obama bracht in 2008 een stuwgolf van enthousiasme teweeg. De mensen dachten: 'We moéten naar de stembus, die man moét onze president worden.' Zo iemand is er voorlopig niet bij de Democraten. Vier jaar geleden kon Bernie Sanders veel Amerikanen begeesteren. Hoe langer de voorverkiezingen duurden, hoe populairder hij werd. Had de kiesstrijd nog wat langer geduurd, had hij Clinton wellicht geklopt. Misschien was Sanders voor Trump zelfs een grotere bedreiging geweest dan Clinton."
Kan hij Trump dit jaar verslaan?
"Ik betwijfel het. Als Bernie Sanders of Elizabeth Warren de Democratische nominatie in de wacht slepen, gaan de zogenaamde centristen - kapitaalkrachtige suburb-bewoners die progressief zijn in hun opvattingen, maar conservatief in hun portemonnee - ofwel niét stemmen, ofwel voor Trump kiezen. Sanders wil hen 5% meer belastingen doen betalen. Hij zal hun stem nooit krijgen."
Wat mogen we verwachten van Joe Biden?
"Als ex-vice-president van Obama is hij nog altijd populair bij zwarte kiezers. Maar tegelijkertijd symboliseert hij het verleden. En veel kiezers snakken nog altijd naar verandering. Biden heeft recent ook een aantal beslissingen genomen die niet echt stroken met het Democratische DNA. Zo heeft hij wetten goedgekeurd die kredietmaatschappijen toestaan om onbemiddelde mensen rentes van 25 tot 30% aan te rekenen. Daar heeft hij in eigen rangen kritiek op gekregen."
Wordt Pete Buttigieg, de voormalige burgemeester van Southbend in Indiana, de verrassing van deze verkiezingen? Hij is homoseksueel, maar ook katholiek. Hij is een millennial, maar ook een ex-marinier. Hij kan in principe zowel progressieven als conservatieven achter zich scharen.
"De vraag is: kunnen de Amerikanen leven met een homoseksuele president? Veel Trump-stemmers alvast niet, vermoed ik. Maar Buttigieg is zeker een interessante man. Hij is verstandig én empathisch. Als burgemeester overwoog hij ooit een kantoor van de overheid te sluiten. Voor de diensten die dat kantoor leverde, kon je immers ook online terecht. En toch besloot hij uit menselijke overwegingen om het kantoor open te houden. Hij zei: 'De weinige mensen die hier nog over de vloer komen, zijn digibeet: ze kúnnen helemaal niet online gaan. Ik wil die mensen niet in de steek laten.' Als hij dát discours op grote schaal kan overbrengen, kan hij nog ver geraken. Nogmaals: wie genoeg enthousiasme kan opwekken en de kiezers naar de stembus kan krijgen, kan Trump mogelijk verslaan."
Alexandria Ocasio-Cortez, de rijzende ster bij de Democraten, is nog te jong om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap. Ze is 29 en om president te kunnen worden, moet je minstens 35 zijn. Haar voorlopige onverkiesbaarheid buiten beschouwing gelaten: is ze even straf als de Netflix-documentaire Knock Down The House ons wil doen geloven?
"Ze is erg getalenteerd, ja. Maar ze wordt door haar entourage op een bijna potsierlijke manier afgeschermd.Toen ze nog niet voor het Congres verkozen was, mocht ik haar eens volgen tijdens een meeting. Ik was de enige journalist die ze hadden toegelaten. En toch ben ik op een gegeven moment uit de zaal gezet omdat ik het had aangedurfd om haar tijdens de meeting een vraag te stellen. Dat vond ik op zijn zachtst gezegd vreemd. De Democraten werpen zich toch op als de grote verdedigers van de persvrijheid?"
Je omschrijft de Democratische presidentskandidaten als 'linkser dan ooit'. Heeft het centrumdenken bij de Democraten afgedaan?
"De ziekteverzekeringswet van Obama werd destijds links genoemd. Vandaag zeggen de Democratische presidentskandidaten unisono dat die wet bijlange niet ver genoeg ging. Naar Amerikaanse maatstaven zijn ze dus een stuk linkser dan Obama. Maar dat betekent niet dat het centrumdenken weg is. Zeker niet bij de kiezers. Trump is bij momenten zo onbeschoft dat nogal wat Amerikanen opnieuw verlangen naar een beschaafde centrum-president. Al ben ik ervan overtuigd dat fatsoen voor de Democraten niet zal volstaan om Trump-kiezers terug te winnen. Trump-aanhangers vinden het weliswaar niet zo leuk dat hun president mensen uitscheldt - de meesten vinden dat hij het twitteren beter zou laten - maar ze waarderen wél dat hij de dingen zegt 'zoals ze zijn'. De meeste andere politici vinden ze maar leugenaars."
Trump verzint toch ook een alternatieve werkelijkheid?
"Zeker. Alleen zien zijn kiezers dat niet als liegen, maar als 'het establishment tegen de schenen schoppen'. Tijdens zijn campagne beweerde Trump dat hij de steenkoolindustrie opnieuw zou doen floreren. Zijn de steenkoolmijnen ondertussen weer open? Helemaal niet. Ze brengen geen cent meer op, dus ze blijven dicht. Dat had Trump vier jaar geleden ook wel kunnen voorspellen. Maar hij wilde met zijn uitspraken over de steenkoolindustrie vooral zijn respect aan de mijnwerkers betonen. Eigenlijk zei hij: 'Ik respecteer jullie identiteit. Jullie zijn bijna dood, maar ik hou jullie symbolisch nog even in leven.' Dat hebben de Amerikaanse mijnwerkers prima begrepen. Ze hebben nooit gedacht dat Trump de mijnen daadwerkelijk zou heropenen. Ze zijn hem vooral dankbaar om zijn blijk van waardering."
Vier jaar geleden zagen sommigen in de overwinning van Trump de voorbode van een nakende apocalyps. Anderen zeiden: 'De checks en balances van het Amerikaanse overheidssysteem zullen hem wel in bedwang houden.' Aangezien de wereld niet vergaan is: hebben de optimisten gelijk gekregen?
"In zekere zin wel: de checks en balances wérken. De vraag is alleen: hoelang nog? Wat Trump nog altijd gevaarlijk maakt, is dat hij de instellingen ondermijnt. Van de pers tot de rechterlijke macht: geen enkele instelling is volgens hem nog te vertrouwen. En als de mensen de instellingen niet langer geloven, zijn ze klaar voor de dictatuur. Dan zeggen ze op een gegeven moment: 'Okee, grote leider, los het maar op.' Het gevaar dat dat op een dag alsnog gaat gebeuren, mogen we niet uit het oog verliezen."
Nog zeker tot en met de eedaflegging van de volgende Amerikaanse president in januari 2021, spreekt Björn Soenens ons toe vanuit zijn correspondentenkraaiennest in Brooklyn, New York. Maar als het aan hem ligt, blijft hij er nog veel langer. "Ik voel mij hier als een vis in het water. Ik ben als Amerika-correspondent de beste journalist die ik ooit zal kunnen zijn."
In Blijven proberen, Obama!, zijn Amerikaboek uit 2010, schreef hij: 'Amerika, ik hou van u. Amerika, ik haat u.' Ik vraag wat na drie jaar New York de bovenhand heeft gekregen: de haat of de liefde.
"Geen van beide", antwoordt hij. "Mijn bewondering voor Amerika is nog groter geworden. Maar mijn onbehagen ten opzichte van het land ook. Drie jaar geleden dacht ik nog: 'Misschien blijf ik wel in Amerika wonen. Misschien naturaliseer ik mij wel tot Amerikaan.' Die drang voel ik op dit moment niet meer. Ik zie Amerika nog altijd doodgraag. Maar tegelijk doet het me pijn om te zien hoeveel Amerikanen er verwaarloosd worden. Elke antropoloog of beleidsmaker zal moeten toegeven dat de welvaart in Amerika niet goed verdeeld is. De hoogopgeleide stedelingen hebben steeds meer, de mensen op het platteland steeds minder. En de Amerikaanse meritocratie - 'Als je het niet maakt, heb je dat aan jezelf te danken' - versterkt de ongelijkheid nog. Er is in Amerika nog altijd geen sociale zekerheid die naam waardig. Ik weet nu al dat ik ooit zal terugkeren naar België. In een stad als New York kan ik niet oud worden. Met wat in Amerika voor een pensioen moet doorgaan, zou ik nooit rondkomen."
T.S. Eliot schreef: 'We shall not cease from exploration, and the end of all our exploring will be to arrive where we started and know the place for the first time.' Kijk jij met andere ogen naar België sinds je in Amerika woont?
"Ik besef beter dan ooit hoe goed we het hier hebben. Maar ik voel me niet méér Belg of Vlaming sinds ik in Amerika woon. In april verschijnt mijn nieuwe Amerika-boek: De Lengte Van Een Oceaan. Ergens langs die oceaan hoor ik thuis. Maar waar precies, dat weet ik niet."
Je woont samen met je vrouw Emma in Clinton Hill, een wijk in het noorden van Brooklyn. Waarom niet in het flitsende Williamsburg?
"Omdat ik wou wonen in een wijk die nog niét zo hip is. In Williamsburg dragen alle mannen dezelfde baard, hetzelfde houthakkershemd en dezelfde sneakers. Clinton Hill scoort lager op de hipheidsschaal: het is er ruwer en somberder dan in Williamsburg. De wijk ligt tussen Bedford Stuyvesant, ooit de armste zwarte wijk van Amerika, en Fort Greene, de wijk waar Spike Lee (Amerikaanse filmregisseur, red.) kantoor houdt. Begin jaren negentig waren er in Clinton Hill nog geregeld drive-by-shootings. Nu is het een wijk voor kapitaalkrachtige, jonge gezinnen aan het worden. Dat heeft één groot nadeel: de stijgende huur- en koopprijzen jagen de zwarten stilaan helemaal weg. Gentrificatie (de opwaardering van een buurt via het aantrekken van kapitaalkrachtige nieuwe bewoners, red.) is racisme, vermomd als kapitalisme. Maar dat neemt niet weg dat Clinton Hill alive and real is: iedereen kent elkaar, er heerst een fijn gemeenschapsgevoel."
Nadat je vader in 2018 overleed, strooide je een deel van zijn as uit in een Brooklyns park. Waarom was dat belangrijk voor je?
"Omdat hij hier nog nooit geweest was. Ik heb zijn as uitgestrooid op de Fourth of July, vlakbij een grote boom waar altijd veel kinderen spelen. 'Now you're here', dacht ik toen ik klaar was. Dat het stoffelijk overschot van mijn vader zich niet alleen in België maar ook in Amerika bevindt, betekent veel voor me. Ik ga nog elke week naar de plek waar ik zijn as heb uitgestrooid."
Ook je huwelijk met Emma deed je in Amerika nog eens over. Wat heeft een Amerikaans boterbriefje dat een Belgisch niét heeft?
"Niks. Maar we leven hier, dus wilden we ook in Amerika trouwen. Dat is trouwens poepsimpel. Je gaat naar het gemeentehuis, je zegt dat je wil trouwen en iemand snauwt: 'Can you fill out this form, please?' (lacht) Al is er in onze trouwakte wel een foutje geslopen. Om onze nationaliteit aan te duiden, hadden we allebei 'BEL' geselecteerd. Maar terwijl er naast de naam Emma Bruggeman wel degelijk BELGIUM staat, staat er naast de mijne BELARUS. In Amerika ben ik een Wit-Rus." (lacht)
Is verliefd zijn in Brooklyn spannender dan in Gent? Kan de romanticus die ik in jou vermoed zich beter uitleven onder de bright lights van de big city?
"New York biedt magistrale mogelijkheden tot romantiek. De eerste keer dat ik hier met Emma was, zijn we samen naar het dak van de Empire State Building gegaan. Daar, op de 86ste verdieping, hebben we elkaar diep in de ogen gekeken. Zoals Tom Hanks en Meg Ryan in Sleepless in Seatle. Een prachtig moment was dat."
In Allemaal Amerikaan, je videorubriek op vrtnws.be, laat je gewone Amerikanen aan het woord. In hún verhalen is de romantiek vaak ver te zoeken. Veel van je gesprekspartners hebben een behoorlijk heftig leven.
"Amerikaanse levens zijn over het algemeen niet zo middle of the road: als ze ontsporen, ontsporen ze grondig. Tegelijkertijd is de gemiddelde Amerikaan bijzonder veerkrachtig. Ik hoor vaak verhalen over mensen die in de shit zitten, maar zich daar eigenhandig weer uithijsen."
Het verbaast me altijd hoe snel de mensen die je in Allemaal Amerikaan portretteert hun al dan niet gehavende ziel blootleggen.
"Ik vraag hen wie ze zijn, waar ze vandaan komen en wat ze verwachten van het leven. En dat vertellen ze me graag. Ik denk dat de Allemaal Amerikaan-filmpjes de toestand van het land vaak beter vatten dan de Amerikaanse journaals. Journalistiek zou nog veel meer over het echte leven moeten gaan. Ook Amerikanen die nooit de geschiedenisboeken zullen halen, schrijven mee aan de geschiedenis van Amerika."
Je bent zelf van bescheiden komaf: verklaart dat je journalistieke voorliefde voor de gewone mens?
"Het verklaart in ieder geval waarom ik kan begrijpen dat mensen zich boos maken op de elite. Ik ben grootgebracht door ouders die zichzelf onbetekenend vonden. Mijn vader was nochtans een zelfstandige, hij had een verwarmingszaak. En hij was ook belezen, want hij verslond kranten en encyclopedieën. En toch zei hij vaak: 'Wij stellen niet veel voor.' Elke keer dacht ik: 'Dat zullen we nog wel eens zien. Ik zal de Soenens zijn die uit de West-Vlaamse klei kruipt en journalist word.' Ik moest en ik zou een stem hebben. Een betekenis krijgen. En dat is me ook gelukt. De mensen zien en horen wat ik maak. Ik val niet tussen de plooien."
Je bent zelfs drie jaar hoofdredacteur van Het Journaal geweest. En toch zegt iets in mij dat je liever filmpjes voor Allemaal Amerikaan draait.
"Oh, maar ik heb ook in mijn hoofdredacteur-periode reportages over Amerika gemaakt. Kwestie van de job nog wat hectischer te maken dan hij al was. (lacht) Maar ik snap je punt: ik ben inderdaad meer een maker dan een manager. Als hoofdredacteur heb ik te weinig genetwerkt: ik was liever op de redactie dan op een receptie. En ik was on-Vlaams bevlogen. Ik verstopte me niet in het struikgewas, ik ging op een podium staan om mijn visie uit te dragen. Ik werd daarom een ijdeltuit genoemd. Maar ik wilde aandacht voor mijn opvattingen, niet voor mezelf."
Je pleitte als hoofdredacteur voor constructieve journalistiek, een begrip dat op de VRT-nieuwsdienst enkel nog op fluistertoon mag uitgesproken worden. Vertel nog eens wat je precies onder constructieve journalistiek verstaat.
"Toegepast op Afrika betekent constructieve journalistiek: niet alleen naar Afrika gaan om reportages te maken over de hongersnood, maar ook verslag uitbrengen over de Afrikaanse mode-industrie. Niet om van het journaal een goednieuwsshow te maken, maar om verder te kijken dan de cliché's. Om de ogen van de mensen te openen. Om hen iets bij te leren."
Je pleidooi voor constructieve journalistiek riep veel weerstand op. Hoe verklaar je dat?
"Mensen staan zelden open voor verandering: wie al zijn hele leven naar links gaat, vindt het lastig als hij plots naar rechts moet. Mijn oproep om aan constructieve journalistiek te doen, werd door sommigen geridiculiseerd. Als Kathleen Cools in Terzake eens wat meegaander was dan we van haar gewend waren, kreeg ík daarvan de schuld. Want ik was zogezegd degene die iedereen opdroeg om de positivo uit te hangen. Nonsens, natuurlijk: ik heb de wereld als hoofdredacteur echt niet door een roze bril bekeken. Maar ik vond wel dat we niet alléén maar deprimerende verhalen mochten brengen. Als de vader van Michael Brown (zwarte tiener die in 2014 in Ferguson werd neergeschoten door een blanke politie-agent, red.) een oproep deed tot vreedzaamheid, moest ook dat verteld worden. Omdat je daardoor een vollediger beeld kreeg van de situatie in Ferguson. En omdat het bewees dat er zelfs op puinhopen van ellende altijd weer mensen opstaan die het verschil maken."
Misschien bracht je je constructieve journalistiek-betoog niet goed genoeg. Was je te fanatiek.
"Ik ben soms te drammerig, ja. En dat lokt tegenstand uit. Leo Hellemans (de huidige interim-ceo van de VRT, red.) heeft ooit gezegd: 'Het drama van Björn is dat hij vaak gelijk heeft, maar zelden gelijk krijgt.' (lacht) Maar ik kan mezelf niet veranderen: als ik ergens van overtuigd ben, steek ik dat niet weg. Dan zeg ik: 'Mensen, dit is het plan, hier gaan we voor.' Ik ben een voluntarist in hart en nieren. En ik vind oprecht dat de journalistiek steken laat vallen. Als de Democratische presidentskandidaten met elkaar gedebatteerd hebben, is de eerste vraag steevast: 'Wie heeft er gewonnen, Björn?' Dat vind ik zo teleurstellend. Een debat is geen wedstrijd. 'Ging het ergens over?', dát zou de eerste vraag moeten zijn. Tegenwoordig moet alles goed of kwaad, wit of zwart, zoet of zout zijn. Dat is nefast voor de journalistiek."
En dan moet hij weg. Vrouw Emma wacht, net zoals de vrienden en familieleden die hem nog eens live willen zien, maar dan niet op hun tv. Daarna vertrekt hij weer sito presto naar de States, waar hij rond deze tijd de nakende Iowa-caucus van commentaar zal voorzien.
'Wie gaat er in Iowa winnen?', wilde ik hem nog vragen. Maar eigenlijk ken ik het antwoord al: Iowa of geen Iowa, it's a long, long way to Washington.
0 notes