Tumgik
#nederlandse universiteiten
nyxx01 · 5 months
Text
(This is the second try because tumblr did a vanishing trick with the first try. Edit: nvm it just popped up, I am going to leave this one up for good measure)
I am ashamed of my country. I am ashamed of my government, the police and these counter protestors, all of whom grew up/live in the same country and speak the same language as I do.
This is about an hour drive away from me and I want to help them so bad but I do not have the resources nor someone to go with for safety.
So I will do whatever I can online and in my closest circle.
We will never give up.
Free Palestine 🇵🇸
Liberation for all.
(ff voor de nederlanders)
Het was er gisteren dodenherdenking en gister godverdomme bevrijdingsdag waar hebben we het over?! Tf
Ik zou het heel cool vinden als we dit door het hele land kunnen trekken.
6 notes · View notes
homoerotisch · 2 months
Text
Tumblr media
waarom nederlands beter is dan engels, door victor frölke
Wacht, is er ook al geen woord voor ‘hals’ in het Engels? Toch best een belangrijk lichaamsdeel zou je zeggen. Throat is echt iets anders, en neck is, nou ja, een nek.
Mijn stokpaardje aan de borrel- en eettafel, als het weer eens over de teloorgang van het Nederlands gaat, is dat het Engels geen woord voor ‘gunnen’ heeft, ook best een belangrijk woord. In ieder geval voor ons, de gebruikers. Voor ‘misgunnen’ hebben Engelstaligen dan wel weer een woord: begrudge.
Laatst had ik Amerikaanse vrienden te eten, en hoewel mijn Engels niet slecht is (dat denkt elke Nederlander, niet altijd terecht), stond ik toch weer met een mond vol tanden (heerlijke uitdrukking), toen ik ze „smakelijk eten” wilde wensen. Aan enjoy heb ik een broertje dood (idem); dat vind ik ook meer iets voor een masseuse om te zeggen, voor de happy ending.
Leenwoorden
Legio zijn uiteraard de gevallen waarin wij geen woord hebben voor bijzonder nuttige Engelse begrippen. Uiteraard, want als native Dutch speakers weten wij maar al te goed waar onze taal tekortschiet. Het Nederlands barst van de Engelse leenwoorden. Privacy is een bekende, understatement een andere. Maar wat te denken van anal? Ik merk dat die term nog niet helemaal is ingeburgerd. Wie iemand die eindeloos doorgaat over details toevoegt: „Doe niet zo anal!”, kan rekenen op een opgetrokken wenkbrauw. Ik heb dat woord overgehouden aan mijn tijd in New York, de hoofdstad van de naoorlogse psychoanalyse. Anal verwijst naar Freuds anale fase, het betekent zoiets als anaalgefixeerd, waarmee hij gedrag probeerde te verklaren dat thans als OCD, ofwel obsessive compulsive disorder, te boek staat. Denk: smetvrees.
Ik probeer aan te tonen dat het Nederlands beter is dan het Engels – een impopulair standpunt in een tijd van overvloedig Engels, of beter: Globish, die imperfecte variant die non native speakers van het Engels brouwen in alle hoeken van de wereld. Ons gorgeltaaltje heeft dankzij film, televisie en muziek sowieso al veel Engels te verduren, maar sinds het internet, en in het bijzonder YouTube en de sociale media de belangrijkste hangplek van de jeugd is geworden, is het hek van de dam.
Linguïstische overgave
‘Nice, nice, maar what the...? Niet dat ik je wil accusen van something, maar zit je me nu te dissen?’ Ik parafraseer hier mijn puberzoon in een moment van ongetwijfeld terechte verontwaardiging. Dit is geen leentaal meer, dit is regelrechte linguïstische overgave.
Mijn tienjarige dochter liet onlangs trots haar rapport zien. Twee G'tjes voor Engels. Wacht even, Engels, op een lagere schoolrapport? Onderwijskundigen lijken unaniem in hun standpunt dat een kind zich niet vroeg genoeg kan voorbereiden op een wereld die, whether you like it or not, (Amerikaans-)Engels spreekt. Maar is dat wel zo wijs, nu vertaalprogramma's steeds beter worden en AI op allerlei manieren kan worden ingezet om een boodschap over te brengen? Je zou kunnen beweren dat het beter is om je eigen taal zo goed mogelijk te beheersen, dan te investeren in een vreemde taal waarinje nooit zo goed wordt als een native speaker.
Onderbuiknationalist
Er is geen land, vermoed ik, dat zich zo bereidwillig toont zijn belangrijkste cultuurproduct – taal – bij het grofvuil te zetten. Het tij is aan het keren, om te beginnen in de academische wereld, waar wordt getwijfeld of het wel zo’n goed idee is om Engels als voertaal te nemen, ook nu er grenzen worden gesteld aan de instroom van buitenlandse studenten. Zeker, de belangrijkste wetenschappelijke vakbladen zijn Engelstalig, en vooral Amerikaanse universiteiten slagen er nog altijd in om de rest van de wereld te doen geloven dat zij de slimste mensen in huis hebben, maar Franse Taal- en Letterkunde doceren in het Engels aan een Nederlandse universiteit, omdat de meerderheid van de studenten geen Nederlands verstaat, is van de zotte. Je hoeft geen verstokte onderbuiknationalist te zijn om de algehele uitverkoop van het Nederlands af te keuren.
„Pak je weg, galgebrok!”, lezen mijn dochter en ik in De scheepsjongens van Bontekoe, een honderd jaar oude, en nog steeds leesbare avonturenroman van Johan Fabricius – afgezien van het endemische racisme van die tijd. „Pak je weg, galgebrok”, dat is toch veel leuker dan „Fuck off, asshole?”
Nederlands is een prachttaal, maar er wordt te weinig reclame voor gemaakt
Nederlands is een prachttaal, maar er wordt te weinig reclame voor gemaakt. Het kernvak op middelbare scholen lijkt te zijn ontworpen om elke liefde voor deze taal van meet af aan uit het tienerhart te stampen. In plaats van de diversiteit en vindingrijkheid van ons kleine taaltje te ‘showcasen’ (sic), wordt eindeloos gehamerd op grammatica en tekstverklaren.
Boooring! En hoewel ik het nut van tekstverklaren heus inzie – leent een vak als geschiedenis, maatschappijleer of, nog beter, filosofie, zich niet veel beter om logisch te leren nadenken? Laat leerlingen bij Nederlands een hiphoptekst schrijven, laat ze een scène uit Shameless vertalen, laat ze een vlog maken over archaïsche uitdrukkingen die hun (groot?-)ouders gebruiken, zoals (drie van mijn favorieten): in de aap gelogeerd zijn, ergens een punthoofd van krijgen en (uit het Fries): men moet het zeil niet hoger hijsen dan de mast.
Shakespeare
Als het inderdaad zo is dat creativiteit onze belangrijkste skill (sorry) moet worden in een door AI geregeerde wereld, kunnen we maar beter zo diep mogelijk putten uit onze rijke moedertaal. Volgens sommigen is het Nederlands zelfs rijker dan het Engels omdat ons Woordenboek der Nederlandse Taal meer lemma's zou kennen (maar dat kan ook liggen aan het fanatisme der woordenboeksamenstellers).
Sure, ook ik blijf een liefhebber van het Engels, de taal die ons niet alleen de onvergelijkelijke schatkamer van Shakespeare heeft geschonken, maar ook, zoals ik onlangs een Brit op de BBC hoorde zeggen, een puntige zinsnede als to rearrange deck chairs on the Titanic – iets nutteloos doen dat aan de uitkomst van de situatie niets verandert. Ik hoop niet dat ik, door een pleidooi te houden voor het Nederlands, precies dat aan het doen ben.
153 notes · View notes
a3veen · 4 months
Text
Demonstratierecht bruut inperken is niet normaal!
Renske van DeGoedeZaak 13-05-2024
Het is je vast niet ontgaan: verschillende studenten in heel Nederland hebben hun universiteiten bezet om te eisen dat ze hun banden verbreken met Israëlische organisaties en instellingen [1]. Ook vandaag staan er, door het hele land, nieuwe ‘encampments’ in Delft, Maastricht, Eindhoven, Amsterdam, Nijmegen en Groningen. Deze encampments zijn bezettingen van universiteitsgrond uit solidariteit met het Palestijnse volk en andere studenten. Ondanks dat de protesten vreedzaam zijn, kregen Utrechtse en Amsterdamse demonstranten vorige week te maken met extreem politiegeweld. 
Tegelijk wordt het narratief rondom het geweld bij protesten gekaapt door extreemrechtse partijen en gebruikt om ons demonstratierecht in te perken. Nadat de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag aangaf de banden met Israëlische instituten te verbreken, stelde de BBB kamervragen. De BBB pleit om de bekostiging van de KABK na dit besluit per direct stop te zetten. In andere woorden: als je geen financiële banden met Israël wilt hebben, kan je als onderwijsinstelling niet meer op Nederlandse steun rekenen. Tot zover de academische vrijheid. 
Dreigen met het weghouden van subsidie richting kritische onderwijsinstellingen is niet normaal. Sterker nog, het is een goedkope truc van extreemrechts om kritisch, onafhankelijk onderwijs af te schaffen. Om kritisch denken, diversiteit van meningen, burgerparticipatie en innovatie te waarborgen moet onderwijs tegengas kunnen geven, niet alleen maar herhalen wat onze overheid zegt. Het anti-intellectualisme past ook precies in het playbook van extreemrechts, iets waar wij ons hard tegen verzetten. Doe je mee aan onze landelijke beweging, om extreemrechts niet normaal te maken?
IK TEKEN MEE, DIT IS NIET NORMAAL
Terwijl Nederlandse politici ons recht op demonstreren bedreigen, vallen er dagelijks burgerslachtoffers in Palestina. Het offensief tegen Palestijnse burgers gaat onverminderd door. De continue focus op de vorm van de protesten leidt af van het feit dat het vluchtelingenkamp bij Rafah en het noorden van Gaza ingevallen worden door het Israëlische leger. Rutte zei eerder nog dat dat een brug te ver was, maar nu is het muisstil [2]. We moeten de politiek doorlopend verantwoordelijk blijven houden voor wat ze wel - of juist niet - doen. Jouw stem maakt hierbij het verschil!
IK DOE MEE
Met strijdbare groet,
Renske van DeGoedeZaak
P.S. Studenten zijn bij ons ook een petitie gestart tegen de identificatieplicht op universiteiten. Deze kun je hier tekenen.
[1] Volkskrant: Wat eisen de studenten eigenlijk?
[2] NOS: Rafah zou een ‘gamechanger’ zijn voor Rutte 
Dit is niet normaal! Red onze Democratie en Rechtsstaat!
0 notes
regioonlineofficial · 6 months
Text
Het kabinet investeert in totaal 160,5 miljoen euro in zeven grote onderzoeksprojecten van Nederlandse universiteiten. Dat maakt minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) vandaag bekend. Het gaat om onderzoek naar mechanische spanningen in planten; beter begrip van eiwitten in ons lichaam; cyberveiligheid; therapie tegen blindheid; de chemische basis van geestelijke aandoeningen; crisisbestrijding, en chemische opslag van elektriciteit. De zeven projecten op deze terreinen behoren tot de wetenschappelijke wereldtop of zijn op weg daarnaartoe. Dijkgraaf: “Met investeringen als deze zorgen we dat we in Nederland bij de wetenschappelijke wereldtop blijven. Dat levert niet alleen belangrijke nieuwe inzichten op, maar verstevigt ook de kracht van onze economie. En het brengt innovaties met zich mee waar we allemaal van profiteren. Ik ben er trots op dat we in ons eigen land zulk wetenschappelijk talent hebben. Dat is niet vanzelfsprekend. Echt iets om te koesteren.” Investeren in talent en kwaliteit van wetenschap De investeringen die Dijkgraaf vandaag bekend maakt, maken deel uit van afspraken uit al langlopend investeringsprogramma. Met dit Zwaartekrachtprogramma investeert het kabinet al tien jaar in wetenschap. Elke twee jaar kunnen groepen wetenschappers die werken voor Nederlandse universiteiten in aanmerking komen voor een investering. Onderzoeksprojecten krijgen nu de helft van het geld, en bij succesvolle evaluatie na vijf jaar de tweede helft. Dat maakt voor hen dus tien jaar lang onderzoek mogelijk. Deze langjarige financiering werkt als een magneet voor wetenschappelijk toptalent. Aan elk onderzoeksproject zijn tientallen wetenschappers verbonden. Het kabinet investeert alleen in onderzoek dat tot de wereldtop behoort of de potentie heeft die te bereiken. Een onafhankelijke commissie van internationale topwetenschappers, begeleid door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschap (NWO), beoordeelt dat.   Spectaculaire innovaties Het Zwaartekrachtprogramma is bijzonder. Met het programma jaagt het ministerie van OCW fundamenteel onderzoek aan. Deze vorm van onderzoek is gericht op het ontdekken van nieuwe wetenschappelijke kennis. Dat kan direct leiden tot spectaculaire innovaties. Bijvoorbeeld in de zorg, het verkeer of de energietransitie. Eerdere investeringen in het Zwaartekrachtprogramma leverden bijvoorbeeld een app op die mensen met spraakproblemen door hersenletsel helpt met praten. Ook ontwikkelden wetenschappers een biobank met levende tumoren waarop kankermedicijnen kunnen worden getest. Net als een batterij waarin bacteriën het schadelijke broeikasgas methaan omzetten in stroom. Een ander voorbeeld is een mini-hart, zo groot als een speldenknop, gemaakt van stamcellen en microchips. Wetenschappers gebruiken deze mini-harten om medicijnen te testen, zonder gebruik te maken van proefdieren. Investeringen dit jaar in de volgende zeven projecten 1. FLOW Prof.dr. Ineke (L.J.) Braakman, Utrecht University Gezondheid is niet vanzelfsprekend. De cellen in ons lichaam worden vaak bedreigd door fouten in onze eigen eiwitten. Om schade door zulke eiwitten te voorkomen, worden ze normaal gesproken door het kwaliteitscontrole-systeem van de cel gerepareerd of verwijderd. Als de kwaliteitscontrole faalt, resulteert dat bijvoorbeeld in ziekten als Alzheimer, Parkinson, Taaislijmziekte en hemofilie. Dit project streeft ernaar om het kwaliteitscontroleproces van de cel zo goed te begrijpen dat die kennis kan worden gebruikt om ziekten te genezen en voorkomen. 2. Adapt! Preparing societies for future crises Prof.dr. Beatrice (B.A.) de Graaf, Utrecht University De open samenleving wordt bedreigd door crises, zoals pandemieën, terroristische aanslagen, overstromingen en aardbevingen. Deze dreigingen vragen om aanpassingsvermogen van samenlevingen en overheden. Adapt! onderzoekt welke culturele, sociaal-maatschappelijke en beleidsmatige capaciteiten nodig zijn om dergelijke crises het hoofd te bieden.
Adapt! brengt wetenschappers, burgers en beleidsmakers samen om instrumenten en strategieën te ontwikkelen waarmee samenlevingen door heftige crises kunnen navigeren. 3. Institute for Chemical Neuroscience (iCNS) Prof.dr. Ingeborg (I.) Huitinga, University of Amsterdam Het iCNS heeft de ambitie te ontdekken welke moleculaire veranderingen in het brein ten grondslag liggen aan psychiatrische symptomen, zoals depressie, angst en psychose. Neurobiologen, chemici, psychiaters en data wetenschappers werken nauw samen aan humaan hersenweefsel. Jonge wetenschappers zullen worden opgeleid in het combineren van chemie, kunstmatige intelligentie en neurobiologie. Hun onderzoek zal leiden tot een “hersenatlas” van psychiatrische symptomen, en tot geheel nieuwe benaderingen om de diagnose en behandelingen van psychiatrische ziektebeelden te verbeteren. 4. Lifelong VISION Prof.dr. Caroline (C.C.W) Klaver MD, Radboud UMC Blindheid behoort tot de top 15 meest invaliderende aandoeningen. Het Lifelong VISION programma ontwikkelt een nieuwe generatie behandelstrategieën om blindheid te voorkomen: gentherapie, behandelingen gericht op ziektemechanismen, en celtherapie. Wie voor deze behandelingen in aanmerking komt, wordt bepaald met behulp van kunstmatige intelligentie, zodat de juiste patiënt op het juiste moment de juiste behandeling krijgt. De innovatieve technologieën en strategieën die voor oogziekten ontwikkeld worden vervullen een voorbeeldfunctie voor andere ziekten en organen. 5. ANION: Advanced Nano-electrochemistry Institute Of the Netherlands Prof.dr. Marc (M.T.M.) Koper, Leiden University Een grootschalige energietransitie vereist efficiënte elektrochemische processen voor het genereren, omzetten en opslaan van energie. De huidige elektrochemische processen kennen grote beperkingen en zijn hiervoor niet toereikend. Om deze systemen fundamenteel te kunnen verbeteren is er nu onvoldoende kennis van de processen die in elektrochemische systemen op de allerkleinste schaal plaatsvinden. In dit multidisciplinaire onderzoeksprogramma zullen scheikundigen en natuurkundigen de basis leggen voor nieuwe efficiënte elektrochemische technologieën die kunnen leiden tot een drastische reductie van de koolstofvoetafdruk van de mensheid. 6. Challenges in Cyber Security Prof.dr. Tanja (T.) Lange, Eindhoven University of Technology Cybersecurity wordt vaak afgeschilderd als een onderwijsprobleem of een gebrek aan middelen, waarbij de schuld geschoven wordt op gebruikers, systeembeheerders of budgethouders die de mogelijkheden voor systeembeheer beperken. Er blijven echter veel moeilijke problemen onopgelost en oplossing daarvan vereist gecoördineerd wetenschappelijk onderzoek. Het “Challenges in Cyber Security”-project brengt toponderzoekers samen uit de hoek van de harde wetenschap op het cybersecurityterrein om deze moeilijke open problemen op te lossen. 7. GreenTE: Green Tissue Engineering Prof.dr. Dolf (D.) Weijers, Wageningen University & Research Alle levende wezens zijn onderhevig aan de natuurwetten, en worden blootgesteld aan mechanische krachten, bijvoorbeeld doordat cellen aan elkaar trekken, of omdat een schimmel probeert binnen te dringen. De onderzoekers gaan bestuderen hoe plantencellen – met een inwendige druk groter dan die in een champagnefles – krachten waarnemen, en hoe deze krachten de groei, ontwikkeling en afweer sturen. Met deze kennis zal het consortium nieuwe strategieën ontwikkelen om de vermeerdering en afweer van gewassen te verbeteren.
0 notes
peecee-columns · 11 months
Text
Cum laude tevreden met behaalde successen
Pieter van den Hoogenband was als drievoudig Olympisch kampioen specialist op de 100 en 200 meter vrije slag. Hij diende voor velen als inspirator en had met zijn fysieke prestaties in het chloorwater het hoogst haalbare bereikt. Inmiddels is van den Hoogenband een aantal jaren Chef de Mission van de sportkoepel NOC*NSF. Vanuit die rol zei hij onlangs dat ‘het straks gaat om de verhalen, niet om de medailles’. Een opmerkelijke koerswijziging van een man die zelf twee decennia geleden alleen maar voor de winst ging in het water. Sinds de gouden Spelen van Sydney werd het ook haast een sport om als kikkerland zoveel mogelijk medailles te behalen. Dit resulteerde in een zevende plek tijdens de laatste Olympisch Spelen in Tokyo, waar de Nederlandse topsporters met tien gouden, twaalf zilveren en veertien bronzen medailles huiswaarts keerden.
Achteraf gezien bleek niet alles goud, zilver of brons te zijn wat er blonk. De aanloop naar deze aansprekende resultaten, waar we als consument zo graag naar kijken en tevens haast naar verlangen, ging voor sommige sporters echter niet van een leien dakje. Er kwamen klachten binnen, waardoor een landelijk onderzoek werd aangekondigd waarbij de topsportcultuur en de grenzen daarvan moesten worden bekeken en onderzocht. Hieruit ontstond de kentering. Moesten er koste wat kost zoveel mogelijk medailles worden behaald om als land zo hoog mogelijk te eindigen in de medaillespiegel? Moet er voorafgaand aan de komende Spelen ook weer een streefaantal medailles worden genoemd, met alle gevolgen van dien? En daarbij: wie weet later nog te vermelden wat het aantal behaalde medailles was van eerdere Olympische Spelen?
Tegelijkertijd met deze overpeinzingen verschenen in de media berichten over het afschaffen van de cum laude-regeling op hogescholen en universiteiten. Met deze maatregel hoopt men de prestatiedruk onder studenten te verminderen en zodoende het aantal burn-outs onder jong volwassenen te temperen. “De cum laude legt te veel nadruk op presteren in plaats van leren”, aldus Hester Daelmans (hoofd master geneeskunde) en Christa Boer (vice-decaan onderwijs), beiden werkzaam aan de vrije universiteit van Amsterdam, eerder in deze krant. En net als bij alle andere discussies rondom maatschappelijke thema’s, kwam er ook nu veel tegenspraak. Andere hoogleraren en onderwijsdeskundigen zien namelijk juist graag dat het predicaat cum laude blijft bestaan, zodat studenten zich kunnen blijven onderscheiden van de middelmaat.
Wanneer het om presteren gaat, zal onherroepelijk enige vorm van een bepaalde druk gaan meespelen. Het is echter van groot belang dat er bij het studeren, als ook tijdens het beoefenen van een sport, enige vorm van intrinsieke motivatie aanwezig is en de persoon in kwestie vooraf persoonlijke, realistische doelen probeert te omschrijven die gaandeweg eventueel kunnen worden bijgesteld. Niet iedereen heeft hetzelfde portie talent om een cum laude-student of dito sporter te zijn. Kijk dus vooral naar jezelf, naar je eigen capaciteiten en wat je wil bereiken. En zet vooral in op realistische kortetermijndoelen. Deze kunnen afvinken werkt zegenend. Bedenk daarbij dat waar voor de ene persoon cum laude met negens slagen betekent, dat voor een andere persoon net zo cum laude kan zijn met het scoren van allemaal zessen.
De vaak aangehaalde en gewraakte ‘zesjescultuur’ is hierbij een term die veel onrecht doet aan een hardwerkende student met minder talent om negens te scoren maar wel slaagt. Is deze dan minder waard? Of later een slechte(re) werknemer? De omslag in het prestatiedenken zal veel mensen in elk geval goed doen en stimuleren. De Olympische gedachte ‘meedoen is belangrijker dan winnen’ is in veel gevallen achterhaald en wordt vaak nog gezien als een teken van verminderde strijdlust om voor het allerhoogste te gaan. Laten
we deze gedachte omarmen, wetende dat wanneer je meedoet, je ook kans maakt om persoonlijke successen te behalen. In welke vorm dan ook.
0 notes
spotzuydblog2 · 1 year
Text
Ergotherapie in Australië!
Hallo allemaal!
Vandaag geven we jullie binnen deze blog informatie over Australië! In Australië leven veel schattige dieren zoals koalas, kangoeroes, quokkas en wombats. Heeft iemand weleens zo’n dier in de natuur gezien? Daarnaast leven er in Australië helaas ook veel gevaarlijke dieren, die jullie dus zeker niet willen ontmoeten. Laten we het binnen deze blog maar niet over dieren hebben.  
Voordat wij jullie meer informatie geven over de opleiding ergotherapie in Australië, willen we even kort terugreizen naar het verleden. In 1951 kwam voor het eerst het idee om een wereldwijde organisatie voor ergotherapie op de richten. Deze organisatie noemt zich de World Federation of Occupational Therapist (WFOT). In 1952 werd in Engeland een commissie gehouden door vertegenwoordigers uit zeven landen. Drie andere landen gaven schriftelijke goedkeuring aan deze organisatie. Zo hebben tien landen, waaronder ook Australië, een belangrijke rol gespeeld in het oprichten van het WFOT. De ergotherapeuten binnen Australië dienen zich sinds het oprichten van de WFOT te houden aan de wereldwijde doelen, normen en waarden waaronder de ethische codes van de ergotherapie. Met deze reden zijn de taken van de ergotherapeuten in Australië vergelijkbaar met de taken van de ergotherapeuten in Nederland.  
De werkvelden voor ergotherapie in Australië zijn erg breed. Ergotherapeuten kunnen werken in een groot aantal openbare en particuliere instellingen, zoals: gezondheidscentra, ziekenhuizen, bejaardencentra, verpleeghuizen, scholen, geestelijke gezondheidszorg, psychiatrie, werk re-integratie, overheidsdiensten en de wetenschap op onderzoeksinstellingen/universiteiten.  
Om een erkende ergotherapeut te worden in Australië moet een bachelor- of masteropleiding afgerond zijn. Tevens moet een ergotherapeut per jaar minimaal 30 uur nascholing volgen.  
De bacheloropleiding duurt in Australië vier jaar en wordt gevolgd aan de universiteit. De studenten leren vaardigheden op gebied van het ondersteunen van mensen met een beperking/letsel of andere problemen zodat deze weer volledig kunnen deelnemen aan het leven en eigen regie kunnen voeren. De opbouw en leerinhoud is erg vergelijkbaar met de Nederlandse opleiding voor ergotherapie. Naast de basismodules kunnen studenten ook kiezen voor minoren waarnaast ze minimaal 1000 uur stage dienen lopen.  
Er wordt in Australië gezocht naar ergotherapeuten, omdat er steeds meer plekken ontstaan waar ergotherapeuten kunnen werken. Ergotherapeuten krijgen in Australië een goed salaris. Met ongeveer 88.000 dollar (ongeveer 54.350 euro), verdienen ergotherapeuten meer dan een gemiddelde Australiër.
Hopelijk hebben we jullie door middel van deze blog iets nieuws kunnen leren! Als jullie benieuwd zijn naar de hele geschiedenis van de WFOT, kunnen jullie deze heel makkelijk teruglezen op de Homepage van de WFOT.
Groetjes en tot de volgende keer!
1 note · View note
actuma · 2 years
Text
Nederland verhoogt klimaatsteun aan ontwikkelingslanden
Tumblr media
Nederland voert de klimaatsteun aan ontwikkelingslanden op tot ten minste 1,8 miljard euro per jaar in 2025. Daarvan is ruim 900 miljoen euro publiek geld. De rest zijn private klimaatinvesteringen die dankzij publieke steun mogelijk worden gemaakt. Extra aandacht gaat uit naar samenwerkingen die de landen helpen aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering. Nederland verdubbelt zijn publieke bijdrage aan deze zogenoemde klimaatadaptatie naar een half miljard euro. Het kabinet heeft daartoe voor het eerst een Rijksbrede internationale klimaatstrategie vastgesteld op initiatief van minister Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en minister Jetten voor Klimaat en Energie. Urgentie vraagt om meer actie Het laatste rapport van het VN-klimaatpanel IPCC laat zien dat met de huidige wereldwijde klimaatplannen de Parijsdoelen niet worden gehaald. Alle landen moeten meer doen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden Celsius. Op nationaal niveau heeft Nederland al grote klimaatambities: ten minste 55% CO2-reductie in 2030 als opmaat naar een klimaatneutraal Nederland in 2050. Met de internationale klimaatstrategie vertaalt het kabinet de urgentie voor meer klimaatactie ook naar een verstevigde inzet in het buitenland. Minister Schreinemacher: “Klimaatverandering is een probleem van ons allemaal. Alles wat wij in ons eigen land doen voor het klimaat, is als een druppel op een gloeiende plaat als andere landen niet mee willen doen. Of niet mee kúnnen doen omdat zij daar niet de middelen voor hebben. De samenwerking met andere landen opzoeken, is dus noodzakelijk. De rol en meerwaarde van Nederlandse bedrijven, universiteiten en maatschappelijke organisaties is voor mij daarin essentieel. Zij hebben kennis en komen met uitstekende oplossingen. Bijvoorbeeld hoe om te gaan met extreme regenval of droogte. Door onze steun te verhogen, willen we andere landen binnen en buiten de EU ook aansporen hetzelfde te doen.” Minister Jetten: “De pijn van klimaatverandering wordt oneerlijk verdeeld. Kwetsbare landen, die vaak historisch gezien maar voor een klein deel van de wereldwijde CO2-uitstoot verantwoordelijk zijn, merken vaak als eerste de gevolgen van droogte en overstromingen. Nederland en andere rijke landen hebben een bijzondere verantwoordelijkheid om ook deze landen te helpen. Daarom verhoogt het kabinet de klimaatsteun aan ontwikkelingslanden en versnellen we door het aangaan van energiepartnerschappen de overgang naar duurzame energie buiten onze landsgrenzen.” Minder broeikasgassen en meer weerbare samenlevingen Het terugbrengen van de CO2-uitstoot is cruciaal in de versterkte inzet. Nederland verdubbelt onder andere de financiële bijdrage aan de bescherming van het tropisch regenwoud naar 50 miljoen euro in 2025, om zo bij te dragen aan de wereldwijde koolstofopslag. Ook trekt Nederland extra geld uit voor schone energie in ontwikkelingslanden en helpt daarmee het aantal mensen dat toegang heeft tot hernieuwbare energie verdubbelen naar 100 miljoen mensen in 2030. Daarnaast besteedt Nederland meer dan de helft van zijn publieke klimaatfinanciering aan adaptatie. Hiermee worden ontwikkelingslanden geholpen zich aan te passen aan een veranderend klimaat, bijvoorbeeld door veilige delta’s en klimaatslimme landbouw. Zelfs bij een opwarming van minder dan 1,5 graden Celsius is adaptatie essentieel. Nederlandse kennis en kunde Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen hebben veel expertise in huis op het gebied van zonne-energie, windenergie, waterstof en duurzame mobiliteit. Daar gaat het nieuwe beleid de komende jaren beter op inspelen. Door Nederlandse bedrijven aan te moedigen te investeren in lage- en middeninkomenslanden, helpt Nederland de ontwikkeling van de landen en krijgen Nederlandse bedrijven toegang tot beloftevolle markten. Zo ontwikkelt het kabinet energiepartnerschappen in landen met een groot potentieel voor waterstof, zodat de energietransitie ter plaatse versneld wordt en een deel van die energie geëxporteerd kan worden. Klimaattop in Egypte De prioriteiten in de internationale klimaatstrategie geven richting aan de Nederlandse inzet tijdens de volgende internationale klimaattop COP27. Het kabinet heeft de Tweede Kamer ook geïnformeerd over de inzet voor de COP. De top vindt tussen 6 en 18 november in Egypte plaats. Bron: Rijksoverheid Read the full article
0 notes
saulsplace · 3 years
Photo
Tumblr media
Wie is schuldig aan de over-sterftecijfers? Corona of de vergrijzing?
De kernpunten
De Nederlandse bevolking vergrijst in een zeer snel tempo. Nooit eerder telde Nederland zoveel hoogbejaarden als in 2020 en dat aantal zal de komende jaren sterk blijven groeien, iets dat geldt voor alle Westerse landen. Een oude bevolking is zeer vatbaar voor virussen en het is daarom niet verwonderlijk dat er in Westerse landen zoveel COVID-19 slachtoffers vallen.
Omdat het aantal ouderen blijft toenemen zal in de nabije toekomst ook een griepepidemie, zoals we die in 2018 hadden leiden tot herhaling van de catastrofale capaciteitsproblemen in de gezondheidszorg. Er overlijden nu gemiddeld zo’n 3.000 mensen per week, in 2060 zullen dat er zo’n 4.500 zijn, en pieken van 7.000 zijn dan geen uitzondering.
Ondanks dat het grote aantal mensen dat overleed in 2020 was de levensverwachting hoger dan die in 2010.
Zweden heeft geen avondklok en lockdown, toch was de oversterfte in dat land lager dan in Nederland. Zweden heeft net als Nederland ook een snel vergrijzende oude bevolking.
De sterftecijfers van 2020 waren hoger dan het vijfjaars gemiddelden maar gelijk aan het tienjaars gemiddelden waren de sterftecijfers van 2020.
Rampenscenario
De huidige Corona-pandemie wordt gedomineerd door een kakofonie aan onvergelijkbare cijfers. Op basis van gebrekkige data en met behulp van modellen die niet openbaar zijn bepalen virologen het beleid in Westerse landen. Op 9 oktober 2020 waarschuwde de Groningse viroloog,  Alex Friedrich in het Dagblad van het Noorden dat als we niet snel maatregelen nemen er twee miljoen Nederlanders in het ziekenhuis belanden, ofwel meer dan de helft van alle 65-plussers. Diezelfde viroloog voorspelde ook dat zonder ingrijpen er 510.000 mensen op de intensive care zouden belanden.
De rampscenario’s kennen geen bovengrens en als we de virologen mogen geloven komt er ook nooit meer een einde aan deze ellende. Wie de COVID-19 onheilsprofeten met argumenten tegenspreekt krijgt nauwelijks gehoor in de pers en wordt gecensureerd op de sociale media. In 2020 verwijderde Facebook een video van de president Donald Trump waarin deze beweerde dat kinderen bijna immuun zijn tegen het huidige Corona virus (Facebook removes Trump post falsely claiming children are ‘almost immune’ to Covid-19 CNN), een jaar later stelt president Joe Biden exact (Second grader asks Biden about risk of virus CNN) hetzelfde, maar dit keer ziet Facebook geen rede om in te grijpen.
In tegenstelling tot de media-virologen, talkshow-immunologen en televisie-artsen begrijpen zowel president Biden en voormalig President Trump dat we deels te maken hebben met een demografisch probleem. Had COVID-19 twintig jaar eerder toegeslagen, dan waren de ziekenhuizen niet overbelast geraakt en waren de sterftecijfers niet veel anders dan het voorgaande jaar.
Was er in 2020 dan toch ondersterfte?
Gedurende de 2018 griepgolf ontstond er ook al een capaciteitsprobleem in ziekenhuizen. Dit kwam doordat oudere mensen veel vatbaarder zijn voor virussen en de vergrijzing van de Westerse bevolkingen de laatste jaren in een stroomversnelling is geraakt. Vooral in verzorgingstehuizen waar mensen in het laatste stadium van hun leven verblijven vallen veel virusslachtoffers.
Geen van de virologen, artsen, immunologen in de media, lijkt door te hebben dat er een structurele verandering op ongekende schaal plaatsvindt in de samenstelling van de bevolking. Ook de demografen van het CBS zijn oorverdovend stil. In 10 jaar tijd is het aantal 65-plussers gegroeid met meer dan 30%, de groep in de leeftijdscategorie 70-75 groeide zelfs met 50%. De verandering van de leeftijdsopbouw van de Westerse populatie in combinatie met de sterftecijfers geven een goed beeld hoe de ziekte de bevolking treft.
Tumblr media Tumblr media
Thierry Baudet merkte (Er was geen significante oversterfte in 2020: Twitter FvD) op dat de sterftecijfers over 2020 niet veel afweken van de voorgaande jaren. Dit leidde tot grote ophef en journalisten buitelde over elkaar heen om aan te tonen dat de voorman van het FvD alternatieve feiten verkondigde, in plaats dat men zich afvroeg waarom hij tot die conclusie kwam.
De feiten
Het CBS meldt op haar website tegenstrijdige getallen met betrekking tot de oversterfte, onder het kopje “Bijna 4 duizend mensen overleden in eerste week van 2021” schrijft het CBS: “In heel 2020 overleden bijna 169 duizend mensen, ruim 15 duizend  (10 procent) meer dan verwacht.”, terwijl onder het kopje “Vragen en antwoorden over de sterftecijfers”  schrijft dat er in  2020 13,6 duizend mensen meer overleden dan verwacht.
Het is vreemd dat het CBS op haar blogs met een absoluut getal komt in plaats van een bandbreedte waarbinnen het sterftecijfer zou moeten vallen. Bij de lange termijn prognose, die het bureau in 2019 maakte, komt het sterftecijfer op 153 duizend uit, met een ondergrens van 146 duizend en een bovengrens van 162 duizend. Het bureau plaatst de cijfers niet in de context van een snel vergrijzende bevolking. Doordat de bevolking vergrijst, zal het aantal mensen dat per jaar sterft sterk fluctueren. Een griepepidemie of temperatuurschommelingen zijn direct terug te vinden in de sterftecijfers.
In week 34 van het jaar 2017 stierven er ongeveer 1.400 mensen in de leeftijdscategorie 80 plus, bijna een jaar later in week 10 van 2018, overleden er iets meer dan 2.500 mensen, dat is een verschil van 78 procent. De grote verschillen in het aantal overleden personen binnen de tijdsperiode van een jaar tonen aan hoe het sterftecijfers van de groep 80-plussers bepaald wordt door relatief kleine veranderingen in externe factoren.
Tumblr media
Doordat het aandeel ouderen in ongekend snel tempo stijgt, zullen de sterftecijfers niet alleen toenemen maar ook steeds grilliger worden. Nu sterven er gemiddeld zo’n 3.000 mensen per week, over twintig jaar zullen dat er 4.500 zijn, en pieken van 7.000 sterfgevallen per week zullen geen uitzondering zijn.
Aan de hand van de gemiddelde leeftijdsafhankelijke sterftecijfers van de afgelopen vijf jaar en de huidige bevolkingssamenstelling wordt het aantal sterfgevallen voor 2020 berekent. Omdat het CBS er van uit gaat dat de levensverwachting elk jaar toeneemt worden de sterftecijfers naar beneden bijgesteld. Het CBS concludeert aan de hand van haar eigen projectie dat de oversterfte in 2020 10 procent was. De statistici van het CBS  hadden er ook voor kunnen kiezen om het tien jaar gemiddelde te nemen, zoals men in sommige andere landen doet. Hadden ze het tien jaar voor hun berekening genomen, dan was de oversterfte een stuk lager uitgevallen. Dat de levensverwachting elk jaar blijft toenemen is een speculatieve aanname.
Ondersterfte
Als de prognose voor 2020 slechts berekend wordt op basis van het gemiddelde sterftecijfer van de afgelopen vijf jaar, zonder compensatie voor een alsmaar toenemende levensverwachting, dan zou de geschatte sterfte op 161 duizend uitkomen, en is de oversterfte aanzienlijk lager dan het CBS op haar website schrijft. Als we dezelfde berekening herhalen met behulp van het gemiddelde van de laatste 10 jaar, dan was er nagenoeg geen oversterfte in 2020 terwijl er zelfs sprake zou zijn van ondersterfte als we middelen over de laatste 15 jaar.
Tumblr media
Het is onmiskenbaar dat de sterfte in april 2020 snel toenam, en er een acuut capaciteitsprobleem in ziekenhuizen ontstond. Die maand zijn draconische maatregelen genomen om de zorg te ontlasten en in het najaar 2020 zijn er nieuwe maatregelen afgekondigd om het aantal COVID-19 slachtoffers te beperken zoals het sluiten van winkels en later gevolgd door een avondklok. Het is niet zeker dat deze maatregelen noodzakelijk waren om het virus in te perken. In Zweden zijn er veel minder maatregelen getroffen, en ook in dat land nam het aantal sterfgevallen eerst enorm toe, maar nam daarna ook snel weer af.
Weinig verschil Zweden – Nederland
De Zweedse sterftecijfers wijken niet veel af van die van Nederland. Ook het Zweedse statistiekbureau SCB (Dead in Sweden SCB) meldt dat er meer mensen zijn overleden dan “verwacht”, en ook in Zweden piekte de sterfte in april 2020. Op basis van het 5 jaar gemiddelde zouden er ongeveer 96 duizend mensen gestorven moeten zijn in Zweden, in werkelijkheid stierven er 98 duizend. Net als in Nederland wijkt 2020 niet erg af van het tienjarig gemiddelde. Ook in Zweden zou er sprake zijn van ondersterfte als we de prognose voor 2020 zouden baseren op het gemiddelde van de laatste 15 jaar.
Tumblr media
In de demografie van de Westerse bevolkingen komen twee trends samen, het aantal ouderen is snel aan het oplopen als gevolg van de geboorte explosie tussen de Tweede Wereldoorlog en de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het aantal ouderen groeit ook doordat de gemiddelde leeftijd sinds de jaren zeventig met 10 jaar is toegenomen. De bevolking wordt niet alleen ouder, maar ook steeds meer vatbaar voor virussen en extreme weersomstandigheden. De westerse regeringen kunnen proberen de ziekenhuizen te ontlasten met behulp van massa-vaccinatie, de sluiting van bedrijven, verenigingen en universiteiten, het verplichtstellen van mondkapjes, het instellen van een avondklok en het opsluiten van gehele bevolkingen, maar daarmee wordt het structurele tekort aan zorgcapaciteit niet opgelost. Gegeven de vergrijzing van de bevolking en het grote aandeel van 70-plussers zullen de problemen bij elk nieuw hardnekkig virus, strenge winter of warme zomer, de komende dertig jaar alleen maar groter worden en daarop hebben lockdowns en avondklokken geen invloed.
2 notes · View notes
offtoljubljana · 4 years
Text
84. Heropening van het centrum
3/05/2020
Ja, ben ik weer, maar zoals ik al eerder zei, zijn er goede video's in quarantaine. De eerste die ik nu deel is van Legally Blonde: The Musical (ja, Legally Blonde heeft een musical versie en voor mijn ontdekking van rock musicals was het mijn favoriete musical) en het is het opening nummer, maar met nieuwe tekst. Nu zingen de leden van Delta Nu over het ontsmetten van je handen en eigendommen.
Wow, Laura Bell klinkt nog steeds goed.
youtube
OMIGOD YOU GUYS, DON’T FORGET TO SANITIZE. 
WASH YOUR DAMN HANDS, KIDS!
En nu terug naar nieuwe bullshit. What bullshit am I back on today? Panic! At The Disco. Ik was gisteren al “back on my bullshit”, nadat ik eindelijk na bijna 2 jaar een hele video van Panic! en Hayley Kiyoko heb gevonden, maar nu nog meer bullshit.
Een concert werd opgenomen en laatst gereleased voor fundraising voor Corona. Ik had geen idee, want ik heb mijn collectieve fandom dagen achtergelaten. I’m just swimming, ik let niet op wat er om me heen gebeurd. Daarom wist ik ook niets van de Six video, ondanks het feit dat het één van mijn favoriete musicals is.
Dus hey, hier, een gratis Panic! At The Disco concert voor tijdens de quarantaine.
youtube
Vier nummer hebben “the final cut” niet gehaald (ben alleen teleurgesteld dat Death of a Bachelor er niet meer is), maar goede kwaliteit video en audio.
Zoals ze in Slovenië zeggen: #ostanidoma
***
4/05/2020
Ik blijf goed binnen. 
Tumblr media
Dit was mijn avond gisteren. Ik heb ook weer die kruidenpasta gevonden. Het was dus nasi goreng.
Tumblr media
Dat was 3 mei.
En nu is het 4 mei, bevrijdingsdag. Gisteren heb ik Bandstand geluisterd en dat had ik eigenlijk vandaag moeten doen. Ach. In plaats daarvan luister ik naar de Where did those minutes go? playlist, een playlist voor lange musical nummers (en woah, we beginnen met Bandstand met Just Like It Was Before, het einde van de Tweede Wereldoorlog. Dat is toevallig).
Morgen had het land moeten feesten, maar ja, Corona. 
Corona in Slovenië neemt weer af. Op zondag waren er ook geen nieuwe besmettingen, dus dat is goed. Op 4 maart kwam de eerste besmetting en op 4 mei is er niets.
In Slovenië is vandaag de dag dat van alles weer open gaat. Ik heb net boodschappen gedaan en ik moest oprecht lachen van geluk toen ik mensen op een terras zag zitten. De Spar is namelijk naast een druk cafeetje en het was heel lang leeg en nu dus niet meer.
Ook de beautysalon tegenover ons huis heeft de deuren weer open.
Het is ook mooi weer buiten en natuurlijk leer ik nooit van mijn fouten, want ik had mijn wintertrui aan. In mijn kamer is het namelijk koud en ik weet dat mijn kamer kouder is en toch ging ik met mijn warme kleding de wijde wereld in.
Toen ik naar buiten liep, stonden twee grote koffers voor de voordeur. Barbara’s koffers zijn aangekomen. Gelukkig kwam één van de Finse dudes (met een vrouw oh hallo) net aan, zodat hij één koffer voor mij kon dragen. Hij was nog nooit verder geweest dan de eerste verdieping, dus hij vroeg ook constant “another floor?” yeah man, ik woon op de bovenste verdieping. Het opruimen van Barbara’s kamer kan ook wel even wachten.
Maar dus toen ging ik boodschapjes doen en het was mega rustig. Misschien zijn de mensen die boodschappen doen, nu de wijde wereld in getrokken.
De boodschappen doen is genoeg voor vandaag. Ik weet dat dit een goed moment is om weer eens te gaan kijken in het centrum, maar ik had vanochtend les en in een uur heb ik ook weer les. Misschien morgen of overmorgen, want dan is het rustiger.
(Discovering Daniel/Pray van Once On This Island is intens.)
Ik ben alleen vergeten om te checken of de fietsband nu echt kapot is.
Wel irritant. Vorige week had ik het gevoeld dat alles nutteloos was, want alle dagen werden een grote blob en nu dat de winkels weer open zijn, heb ik een drukke week met studie.
Hoera, studie!
Vanochtend had ik een kleine 20 minuten lange les van MC, want mensen vroegen de leraar dus om meer uitleg. Ik weet nog steeds niet wat ik ga analyseren en ik heb ook nog minimaal 5 wetenschappelijke bronnen nodig.
Leraar MC: “This is also applicable to the people from other universities, but do not use a paper you’ve already written for another subject!”
En toch zit ik eraan te denken om een opdracht van Addy als uitgangspunt te gebruiken. Helaas is het ook plagiaat als je jezelf plagieert, maar als ik mezelf quote, is het niet meer erg. Ah, wetenschap! 
Jonathan de Ier gaat kijken of het over cinematografie in animatie kan en nu ben ik jaloers, want dat is zo’n goed idee voor Avatar: The Last Airbender, een animatie show met veel symbolische cinematografie, maar ik wil zijn onderwerp niet pikken. Toen stelde hij voor om het over Vine te schrijven, maar ik weet niet of ik daar genoeg bronnen voor heb.
(Natasha, Pierre & The Great Comet of 1812′s The Opera is... ook intens.)
***
(Matilda’s Miracle is oké. Het is 10 minuten lang en ik denk niet dat ik het af ga luisteren.)
Kijk, ik heb mijn verwarming nog meer gepimpt.
Tumblr media
Ik heb misschien meer magneten nodig.
22:48 en een paar uur later. Barbara belde iets meer dan een uur geleden over de koffers. Ik vroeg of ze niet zelf kon komen, aangezien de grenzen tussen Kroatië en Slovenië misschien snel weer open gaan, maar nee. Ze zit nog steeds op een eiland en daar kan ze niet van af. Het eiland heeft geen ziekenhuis. Yay.
De fietsband is dus kapot volgens Sophia. Ik heb Ana gevraagd waar ik het beste de fiets kan laten repareren.
(Nobody Needs To Know van The Last Five Years is zeer hartverscheurend, maar ik kan ook niet echt sympathiseren met Jamie aangezien hij vreemd is gegaan. Hij is helemaal aan het zingen over hoe slecht de relatie met Cathy en ik denk dan: ... then don’t fucking cheat, asshole, lick your damn wounds 🤷🏻‍♀️.)
Sanne heeft ook eindelijk een mogelijk onderwerp voor MC. Climbing uphill. Mijn originele opdracht voor Addy is gelukkig in het Nederlands geschreven, dus ik voel me een stuk veiliger om mijn oude opdracht te gebruiken als uitgangspunt. 
Het is normaal niet mijn intentie om een slacker te zijn, maar ik moet nog zoveel werkstukken schrijven dit semester, dus als ik een makkelijke oplossing kan vinden voor één paper, dan neem ik die. Als ik de tijd en zin had gehad, dan had ik waarschijnlijk weer over glee geschreven.
Maar zelfs dan wordt dit nog tijdrovend, want het moet ongeveer 10 pagina’s lang zijn.
(Nu we het toch over Legally Blonde hebben: What You Want is goed.)
Ik moet nog twee werkstukken van ongeveer 7 pagina’s schrijven voor B&T. Ik moet ook nog twee kritiekstukken van ongeveer 3 pagina’s schrijven voor Sociologie en ook nog een eindwerkstuk van ongeveer 8 pagina’s. Dus dan ook nog dit MC werkstuk van ongeveer 10 pagina’s. Dat zijn 37 pagina’s. Denk ik. Ik kan niet hoofdrekenen.
Bruh, ik ben gewoon al blij dat ik dus een normaal examen krijg voor GLINT. De leraar gaat kijken of hij het digitaal kan afnemen, anders wordt het een mondeling.
Verder is een bepaalde duivel terug van weggeweest: Methoden A.
Yup. That bitch still lives.
Ik kon de herkansing dus niet doen in Nederland, maar wegens Corona heeft die herkansing dus niet plaatsgevonden. Ik heb Esther gemaild of ik alsnog mee kon doen, indien mogelijk. Als de herkansing digitaal is, kan ik het op afstand doen (... nu ineens wel). Esther zei dat Peer ergens volgende week meer informatie geeft.
Dus hoera, ook nog Methoden A. Het wordt druk, druk, druk. Het enige fijne aan werkstukken is dat je zelf het werk goed kan verdelen. Daarom ben ik normaal fan van vakken dat een werkstuk als laatste tentamen hebben, maar zoveel bij elkaar + Methoden A? Yikies.
En ik wil alle punten halen, maar om eerlijk te zijn laat ik één vak mogelijk zakken als het betekent dat ik Methoden A kan halen. Gelukkig heb ik me opgegeven voor meer vakken dan nodig.
(Mijn favoriete Natasha, Pierre & The Great Comet of 1812 nummer! The Abduction!)
Ik had het er met Sanne over: gelukkig is de RU niet zo streng met studiepunten halen in het buitenland. Alsnog, andere Nederlandse universiteiten eisen een aantal behaalde punten, maar als ik hier niet alles haal, heb ik volgend jaar nog.
No worries, ik ben niet van plan om expres af te zwakken, maar het geeft gewoon rust dat het niet het einde van de wereld is als ik het niet allemaal haal. Het geeft ook meer rust met Methoden A.
Dus ja, maandag en meteen begint het academische deel van mijn leven weer. 
Anyway, have yet another cat.
Tumblr media
2 notes · View notes
floorirene · 4 years
Text
6. Brood met kaas
april 2020
Mijn moeder heeft me net een kopje muntthee op mijn kamer gebracht. Ze heeft me al drie keer gevraagd om de vaatwasser uit te ruimen en ik heb al drie keer geantwoord dat ik dat zo ga doen. Volgens mij kookt mijn vader pasta vanavond. Ik ben weer terug in mijn tijd van het puber-zijn, wonend met twee ouders in één huis. Met het verschil dat we nu geen van allen naar school of werk gaan maar alle drie elke dag de hele dag thuis zijn. En zonder enig zicht op hoe lang nog.
In februari kwam ik naar Nederland vanwege het overlijden van mijn oma, maar toen ik weer terug wilde vliegen gooide China de grenzen op slot, dus daar kan ik voorlopig niet meer heen. Mijn studie Intercultural Communication aan de Shanghai Theatre Academy gaat online verder. Voor sommige vakken werkt dat beter dan andere. Het is best een uitdaging om de exacte vingertechniek van het waaierdraaien uit de traditionele Chinese dans onder de knie te krijgen als het scherm en dus ook de docent steeds vastloopt op het cruciale punt van het in de lucht werpen van de waaier. De Tai Chi docent die het steeds heeft over opgaan in je omgeving, verdwijnt opeens echt in zijn green screen achtergrond op Zoom. En door het tijdsverschil zit ik regelmatig om half 7 ’s ochtends al te luisteren naar intense aria’s tijdens de Chinese opera les. Bovendien geeft mijn moeder online Nederlandse les aan anderstalige kinderen in de kamer naast mij, dus dan zit ik net in een online discussie over oriëntalisme in het modernistische theater, hoor ik weer door de muur ‘EDWIN EET BROOD MET KAAS. NEE MET KAAS. KAAS. K-A-A-S. JA HEEL GOED AWAD!’ 
Soms overvalt de heimwee me. Ik mis het daar zijn, de aanwezigheid in een klas, met echte mensen. In onze Zoom lessen ben ik me voortdurend bewust van die opsplitsing van aanwezigheden. Ik ben aanwezig aan mijn tafel in mijn kamer in mijn ouders huis in Nederland. Een echte, fysieke aanwezigheid. Ik ben ook aanwezig in de online Zoom les. Voor mij zijn dit verschillende werelden. In Zoom kunnen mijn klasgenoten alleen mijn digitale aanwezigheid zien. Ze kunnen slechts enkele aspecten van mijn andere aanwezigheid zien, de muur achter me, misschien de stoel waarop ik zit. En andersom ook, ik ga fantaseren over hun fysieke aanwezigheid, hoe de kamer eruit ziet waar ze zitten, afgeleid van de poster op de muur of de kast in de hoek. Maar dichterbij dan dat kom ik niet. Ik vraag me af hoe deze twee aanwezigheden, realiteiten, werelden, ruimtes zich tot elkaar verhouden. Hoe beïnvloeden ze elkaar, met mijzelf als enige verbindende factor. In contact zijn terwijl je opgesplitst bent. Ik mis de fysieke ontmoeting. En het voelt raar om theater te studeren zonder dat fysieke. Het confronteert me met hoe lijfelijk theater eigenlijk is. Niet alleen de directe aanraking, maar het fysieke aanwezig zijn met elkaar, ergens, samen, acteurs en publiek en de spannende uitwisseling ertussen. Een zinderende echtheid.
Tumblr media
portraits of my Zoom classmates
Ondanks al het onverwachte dat is gebeurd, ben ik toch alweer bijna 8 maanden aan het studeren. Ik dacht dat het misschien tijd werd om eens te reflecteren op hoe het gaat.
Ik begon deze studie in Shanghai na 4 jaar ArtEZ en 1 jaar in het werkveld, vooral als theaterdocent. Nu doe ik een academische masterstudie, en ondanks enkele praktische vakken ligt de nadruk op, ja hoe noem ik dat, academische, kritische, discussie onderzoeksvakken. Waarvoor ik artikelen moet lezen in wetenschappelijk Engels (wat een heel andere taal is dan het spreektaal Engels, kwam ik al snel achter) en we die vervolgens bespreken in de les. Een presentatie over een in de les behandeld onderwerp behoort vaak tot de opdrachten, net als een afsluitend kritisch essay. En ik dacht dus ‘leuk, schrijven!’, maar een kritisch essay schrijven betekent eigenlijk informatie uit andere bronnen quoten of parafraseren en in een vastgestelde volgorde onder elkaar zetten. En dan ook nog in het wetenschappelijk Engels. Vreselijk vond ik het de eerste keren. Ik verloor mezelf de hele tijd in te poëtische zinnen en filosofische alinea’s waar ik best tevreden over was, maar die volgens de docent weliswaar mooi geschreven, maar totaal overbodig waren en niets toevoegden aan het punt dat ik wilde maken. Dat punt (of ‘the argument’, zoals we dat moeten noemen) veranderde sowieso de hele tijd in mijn hoofd, gewend als ik ben aan de eeuwige nuance en alles bekijken vanuit verschillende perspectieven. Maar goed, ik ben dus gaan inzien dat ik het moet zien als een soort spel, waarbij je binnen zeer vastgestelde kaders gewoon punten moet afvinken. En af en toe een poëtisch zinnetje kan best.
Behalve dit wetenschappelijke schrijven had ik ook moeite met het onder woorden brengen van wat ik bedoelde in klassen discussies. Met klasgenoten of collega’s in Nederland bevond ik me in dezelfde context, we waren bekend met hetzelfde theateraanbod en dezelfde theatertermen. Er was ook over het algemeen gesproken een zelfde smaak of idee over wat goed en artistiek was. Maar in Shanghai was die gemeenschappelijke context totaal verdwenen. We zaten in een Chinese context, met een groep van over de hele wereld, met elk hun eigen achtergrond, cultureel en professioneel. Ik vond het opeens weer heel moeilijk om het over theater te hebben. Zonder gemeenschappelijke termen of inzichten werd ik gedwongen om weer terug te gaan naar de basis. Als er niks meer vastligt, wat betekent theater dan echt voor mij? Wat vind ik goed? En hoe praat ik daarover? Hoe geef ik eigenlijk woorden aan het soms zo woordeloze karakter van theater? Hoe geef ik woorden aan het gevoel dat het me geeft? 
Als er woorden aan werden gegeven, vond ik het vaak plat, of theoretisch gezever, nooit rakend aan de essentie. En ik was in het begin vooral bezig met anderen, klasgenoten met hun soms indrukwekkende achtergronden en grote wetenschappelijke kennis. Ook de docenten hadden het steeds over universiteiten als Princeton, Oxford, Yale. Wat kwam ik hier in godsnaam doen? Maar ik kan me nog herinneren dat ik op een bankje op de campus zat en opeens het inzicht kwam: Maar ik heb dit al 4 jaar gestudeerd! Ik heb 4 jaar lang op ArtEZ geleerd over theater en gefocust op persoonlijke visie, op wie ik ben, wat ik doe, waar ik voor sta. Gek hoe je soms kan vergeten wat er allemaal in je zit. Vanaf toen kwam de vrijheid om niet alleen te delen vanuit mezelf, maar ook door klasgenoten geïnspireerd in plaats van geïmponeerd te worden.
Ik ben het wel gaan waarderen, die wetenschappelijke benadering. Het dwingt je om heel nauwkeurig verschijnselen te analyseren en te duiden. Je leert om zuiver te kijken, en duidelijk te formuleren wat je wil zeggen. Je gedachten ordenen zeg maar. Ik ben blij met wat ik nu allemaal leer en zie het wel voor me in de toekomst, een combi tussen wetenschappelijk en artistiek. Maar wel ook maken, alsjeblieft. Want voor mij is niet alles te duiden. Ik wil soms gewoon even niet beargumenteren, bronnen quoten, wetenschappelijke onderzoeken lezen, ik wil vaak gewoon voelen en gevoeld worden. Voor mij gaat theater zo vaak om gevoel, energie, stroom, of weet ik hoe ik het moet noemen, het is woordeloos. Ik mis het, dat ‘vuur’, die plek waar het gebeurt. Er middenin staan, en dan niet weten wat er gaat gebeuren, en dan heel onzeker zijn maar ook heel erg blij.
Als ik nu terugkijk naar de afgelopen maanden, dan zijn de gelukkigste herinneringen de momenten van ‘samen’ geweest. Met de klas naar de opening van een tentoonstelling in een galerie en elkaar nog niet zo goed kennen en een beetje dronken worden van de gratis wijntjes op de rooftopbar. Met een groepje naar een dragqueenshow en na afloop geen taxi kunnen vinden dus samen naar huis lopen, door een donker Shanghai, super verliefd op alles en iedereen. Een Thanksgivingfeest organiseren en een enorme kalkoen kopen en die samen helemaal opeten. Mensen samenbrengen, voor mij is dat wat betekenis geeft. Dat is waar ik heel erg gelukkig van wordt. Dat is voor mij ook het belangrijkste aspect van theater, die focus op het samenzijn, de uitwisseling tussen mensen. En wat er dan ontstaat, in proces en op de vloer. Hoe verbindend dat werkt, ongeacht in welke culturele context. Ik kijk er enorm naar uit om weer theater te maken.
Maar voor nu studeer ik 3 uur per dag Chinees, volg ik mijn online Zoom lessen, lees ik de wetenschappelijke artikelen, schrijf ik mijn kritische essays over de invloed van technologie op de fysieke theatervorm, over de invloed van westers realisme op de traditionele Chinese opera, over de plek van het persoonlijke verhaal in hedendaags Chinees theater, over bewustzijn van de westerse houding tegenover de ‘Ander’, en ben ik thuis met mijn ouders. Soms voelt het nog als puber-zijn, maar steeds vaker voelt het als drie volwassenen die samenleven en het eigenlijk heel goed hebben met elkaar. Oja, ik ben meer aan het schrijven opeens. Gewoon flarden, zonder doel. Vooral in het Engels, weet niet waarom. Het maakt me blij. En ook al heb ik inmiddels wel geleerd dat vooruit plannen geen enkele zin heeft, toch droom ik stiekem van nog een paar maanden Shanghai, misschien volgend schooljaar...
Tumblr media
hometown mood
1 note · View note
tipsmaatregelen · 2 years
Text
Russen in Nederland laten zich intimideren door telefoontjes naar 'loyaliteit'
Russen in Nederland laten zich intimideren door telefoontjes naar ‘loyaliteit’
Russen in Nederland laten zich intimideren door telefoontjes naar ‘loyaliteit’ Russische studenten en tenminste één wetenschapper in Nederland zijn telefonisch benaderd om te vragen naar hun loyaliteit in het conflict met Oekraïne, hebben de Nederlandse universiteitenorganisatie Universiteiten Nederland en het ministerie van Onderwijs bevestigd. De bellers zeggen de Russische regering te…
View On WordPress
0 notes
Text
Prinses Beatrix is maandagmiddag 12 juni in Utrecht aanwezig bij het symposium ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF. Prinses Beatrix in gesprek met gevluchte studenten Prinses Beatrix bezoekt een deel van de plenaire bijeenkomst en spreekt met gevluchte studenten en professionals, met alumni die eerder door het UAF zijn begeleid en met medewerkers van het UAF. De studenten en professionals vertellen over de omstandigheden waarmee ze te maken hadden en over wat de steun van het UAF voor hen heeft betekend. Minister Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap houdt een toespraak tijdens de plenaire bijeenkomst. Stichting UAF Stichting UAF behartigt de belangen van gevluchte studenten en professionals. De organisatie helpt vluchtelingen op weg met advies, begeleiding, financiële steun en de inzet van haar netwerk. Samen met onderwijsinstellingen, werkgevers en gemeenten ondersteunt het UAF vluchtelingen om zich verder te ontwikkelen op het gebied van studie en werk. De Nederlandse universiteiten namen in 1948 het initiatief voor de oprichting van het UAF. Het was in eerste instantie bedoeld als tijdelijke voorziening voor de ondersteuning van vijftig gevluchte studenten en docenten uit Tsjechië, zodat zij hun studie en werk konden voortzetten. Sinds de oprichting heeft het UAF 40.000 gevluchte studenten en professionals begeleid, afkomstig uit ruim tachtig landen. Prinses Beatrix is beschermvrouwe van de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF.
0 notes
lucaobserveert · 6 years
Text
'Pretstudie’
Bijna een jaar geleden publiceerde de Volkskrant een artikel van Aleid Truijens waarin ze schrijft over het nut van pretstudies. In mijn netwerkje van geesteswetenschappers werd dit artikel veelvuldig gedeeld - en terecht. Geesteswetenschappelijke studies zoals filosofie, talen, kunstgeschiedenis of mijn eigen geliefde cultuurwetenschappen worden veelal gezien als zogenaamde pretstudies: leuk voor erbij, maar er iets mee kunnen? Lijkt me toch van niet. 
Ik hoop van harte dat iedereen die dit leest, doorheeft dat dat klinkklare onzin is. Aleid verwoordde het mooi: “Een wereld zonder economen, dat wordt lastig. Maar zonder mensen die het verleden begrijpen, cultuur doorgeven, dingen verzinnen, die nadenken over de samenleving en haar bespotten, wordt het rampzalig”. Haar pleidooi bleek echter niet genoeg. Afgelopen week verscheen in het NRC een opiniestuk geschreven door acht decanen van verschillende Nederlandse faculteiten Geesteswetenschappen. Er wordt door minister van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Ministerie) nagedacht over een vernieuwd financieringssysteem voor universiteiten en hogescholen. Wanneer het totale bedrag dat richting onderwijs gaat gelijk blijft, zal dit hoogstwaarschijnlijk inhouden dat de geesteswetenschappen in moeten leveren om technische en bèta-opleidingen in leven te houden. Maar wat wordt er dan nog gedaan om de geesteswetenschappen met het hoofd boven water te houden? De decanen pleiten voor het herstellen van de balans tussen faculteiten in plaats van de kloof enkel te vergroten. De wetenschappen hebben elkaar immers nodig en vullen elkaar aan: “Op het gebied van de duurzaamheid gaat nu veel aandacht naar oplossingen uit de hoek van bèta en techniek. Maar om de technologische vooruitgang, de digitalisering en kunstmatige intelligentie in goede banen te leiden, hebben we niet alleen technici en ingenieurs nodig. De vraag is ook: hoe gaan we om met al die technologische mogelijkheden? Juist daar ligt een grote waarde van de geesteswetenschappen, die reflecteren op de kwaliteit van (samen)leven en ons leren onze wereld te begrijpen”.
Margot van Mulken, decaan van de Nijmeegse Letterenfaculteit, is een van de acht namen onder het opiniestuk. Dat vind ik fijn: het is goed te zien dat ‘mijn’ decaan zich bezighoudt met deze kwestie. Ik had het alleen nog zoveel fijner gevonden als ik er verder gedurende mijn opleiding niet zoveel mee bezig had hoeven zijn. Toch heb ik het afgelopen half jaar een vak gevolgd dat mij zou moeten voorbereiden op de arbeidsmarkt. Prima concept, maar het bleek in de praktijk vooral een half jaar zeuren, schreeuwen en vechten om een plekje als geesteswetenschapper. In plaats van bewijzen wat wij als cultuurwetenschappers kunnen, werd mij een half jaar lang twijfel opgelegd. Ik besloot hier in het afsluitende dossier, dat ik moest schrijven om het vak af te sluiten, op in te gaan. Een gedeelte ervan vind je hieronder:  
Eén van de voornaamste vragen die elke student Algemene Cultuurwetenschappen keer op keer voorgeschoteld krijgt, is de ‘En wat kun je daar nou eigenlijk mee worden?’-kwestie. Het vooroordeel dat je met een zogeheten pretstudie in de culturele sector niets kunt, is nog alomtegenwoordig. Als studentvoorlichter zie ik regelmatig ACW’ers in de dop die wanneer ik voorlichting geef op hun middelbare school, opbloeien bij mijn verhaal. Wanneer ik dezelfde jongeren terugzie op een Open Dag, dit keer met een ouder of verzorger aan hun zijde, zie je ze regelmatig schuchter kijken: gaan hun opvoeders het eens zijn met deze studie? Afgelopen jaar kwam er op de Open Dag zelfs een vader naar me toe die me confronteerde met het volgende: “Vertel me nou eens het nut van jouw studie. Ik zie wel dat mijn dochter dit leuk vindt, maar het geld komt niet zomaar binnen. Welk nut heb jij later?” Dochterlief kroop met elk woord dat hij uitsprak verder in haar denkbeeldige cocon.
Je hoort steeds vaker het argument dat je hetgeen wat je leuk vindt, na moet streven. Wanneer je van kunst en cultuur houdt, kun je Algemene Cultuurwetenschappen gaan studeren. Je wordt daar immers gelukkig van. Dit is volledig waar, geruststellend en fijn. Maar tegelijkertijd heel problematisch. Hoe langer we de geesteswetenschappen zien als pretstudies, hoe meer ik vrees dat dit zal toenemen. Ik wil niet horen dat ik moet doen wat ik leuk vind, want ‘alles als het meisje maar gelukkig is’. Ik wil horen dat mensen begrijpen dat ik nut heb, dat ik enorm veel weet over hoe deze maatschappij in elkaar steekt, dat ik kundig ben. Want cultuurwetenschappen heeft nut. Ik heb nut. Als geen ander snapt een cultuurwetenschapper hoe de wereld in elkaar steekt en welke rol cultuur daarin speelt. Als geen ander kunnen wij linken leggen, verklaringen zoeken en beargumenteren. Als geen ander. Waarom zijn we dan nog steeds zo druk met uitleggen dat we nut hebben? Alle tijd die ik spendeer met uitleggen hoeveel nut ik heb en wat ik doe, gaat verloren aan daadwerkelijk iets toevoegen aan mijn vakgebied of het uitoefenen van mijn professie. Door te blijven verklaren wie we zijn en wat we doen, verspillen we tijd en ontwikkelen de geesteswetenschappen zich als een studieveld dat meer bezig is met omgevingen geruststellen en zichzelf verklaren, dan als een gevestigd instituut. We hebben het verklaren geïnternaliseerd, we zijn er zo aan gewend niet serieus genomen te worden dat ik merk dat ik uit mezelf al excuses maak wanneer iemand vraagt wat ik studeer: “Ik doe Algemene Cultuurwetenschappen, ja. Sorry, ik weet dat dat vaag is. Laten we het maar houden op kunst, cultuur en maatschappij. Oh, ik kan er echt heel veel mee worden. Echt hoor! Haha!” Zonder een concrete aanleiding te hebben, zorg ik al dat ik mezelf inkapsel. Wanneer ik zelf al toegeef dat het vaag is, hoef ik misschien het gesprek erover niet aan te gaan.
Ik ben teleurgesteld dat de universiteit het blijkbaar nodig acht ons te laten denken dat we altijd eerst winst moeten behalen, eerst ons recht en nut moeten bewijzen, voordat we serieus genomen worden in plaats van dat we gewoon doen waar we goed in zijn. Ik vind het jammer dat we zo moeten denken. Twijfel van buitenaf is lastig, maar twijfel van binnenuit en zelfs in je eigen kringen het gevoel krijgen geen zekerheid te hebben, is heel zwaar. Deze cursus voelt sterk als een bevestiging van dat waarover we heen moet stappen: ik geloof dat wanneer we doorgaan met onszelf in een – soms onterechte – slachtofferpositie zetten, we er nooit uitkomen. Wanneer wij echter als cultuurwetenschappers sterk in onze schoenen staan en bewijzen wat voor werk we doen en wat we waard zijn, dat de twijfel bij de buitenwereld zal afnemen. We kunnen druk zijn met schreeuwen hoe belangrijk we zijn en onze studenten leren dat ze zich altijd moeten kunnen bewijzen, of we kunnen ze opleiden op een manier dat ze daar niet eens aan twijfelen. Dat ze het simpelweg wéten. 
2 notes · View notes
offtoljubljana · 5 years
Text
33. Nou, daar gaat de studie
9/03/2020
Blijkbaar ben ik in een sad mood, want ik luister naar It’s a sad song, mijn sad musical playlist. (Nu speelt Everybody’s Talking About Jamie’s He’s My Boy op en ik kan niet wachten om dit live te zien in Amsterdam. Mits het doorgaat. Corona cancelt alles. Daar komen we later wel op.)
(Ah. Did you miss the music recs?)
Ik heb maar weer eens de wekker gezet en dat was ook nodig. Ik lag redelijk op tijd in bed, maar toen besloot ik om heel veel dingen over de etnografische en demografische geschiedenis van Avatar door te nemen. Ja. Take that in. In mijn vrije tijd denk ik aan de demografische opdeling van een fictionele wereld. Maar dit komt allemaal door Kirima, die met Avatar Kyoshi reisde. Haar etniciteit is water, maar haar nationaliteit is Aarderijk, want ze immigreerde als jong kind. Ik wist dat Kyoshi een gemengde etniciteit heeft, namelijk aarde/lucht, maar in de tijd van Aang is dat zowat onmogelijk. Daar is pure segregatie en etniciteit en nationaliteit komen overeen, terwijl er weer in de tijd van Korra een vijfde nationaliteit bij is gekomen.
Mensen die niets van Avatar weten, hebben nu echt geen idee wat er aan de hand is, maar dit houdt me dus bezig midden in de nacht. Je vraagt je misschien af waarom ik zoveel gedetailleerde achtergrondinformatie over deze serie weet, maar dat komt omdat ik mijn bachelorscriptie over deze serie gaat. Of ging. Ik zie wel hoe dat af gaat lopen.
(Ik ben nog steeds pissig over de slechte kostuums in de Nederlandse versie van Kinky Boots. Anyway, Not My Father’s Son is zeer dramatisch.)
Oké, ik werd dus wakker door mijn wekker en heel snel kreeg ik groot nieuws: de Faculty of Arts gaat dicht. Yup. Als een opfrisser: ik heb lessen op twee verschillende faculteiten, namelijk Social Sciences (MC, B&T, Sociologie) en Arts (GLINT). Wegens het Corona virus heeft Arts besloten om de universiteit helemaal dicht te gooien t/m de 13e. 
Caroline zei al dat de faculteiten vandaag gingen overleggen wat het plan van aanpak zou worden. Ik had vorige week al een mail gekregen van Social Sciences met het nieuws dat een crisis team wordt opgesteld. 
Eén ding dat ik ook al heb aangestipt is dat de universiteit van Ljubljana een zeer gedecentraliseerde universiteit is. Alle faculteiten zijn totaal los van elkaar en ze werken soms samen onder de naam “University of Ljubljana” en zo presenteren ze zichzelf ook, maar elke faculteit heeft eigen regels enz. 
Als een resultaat krijg je dus dat er in tijd van crisis, zoals het nu wordt gezien, er overal verschillende aanpakken worden gehandhaafd. Dit vind ik eigenlijk best slecht. De decentralisatie t.o.v. studiemateriaal etc. is te begrijpen, maar op dit soort vlakken zou ik wel denken dat je een universeel plan zou hebben.
Tuurlijk, de universiteit heeft richtlijnen opgesteld, maar alle faculteiten mogen die zelf inkleuren. Als een resultaat zijn sommige faculteiten open en anderen gesloten. Niet alleen dat, maar de “sluitingstijden” verschillen ook. Mijn faculteit, Arts, is dus dicht t/m de 13e, maar die van Caroline, Social Work, is dicht t/m de 23e. Dan is Animal Crossing al uit! Dan is het officieel lente!
(Six’s All You Wanna Do is zo verraderlijk. Op het eerste gezicht lijkt dit juist een mega vrolijk en leuk lied. De Ariana Grande/Britney Spears geïnspireerde pop-sound is ook een groot contrast met de vele dramatische ballads op deze playlist. Het begint ook heel goed en als een soort van feest, maar het wordt steeds slechter... en slechter... en slechter... en slechter... en uiteindelijk heeft K. Howard een mental breakdown. De studio versie is tenminste nog oké om naar te luisteren, want het is gedeeltelijk gecensureerd en ze hebben al het gehuil en geschreeuw eruit gehaald.)
Zover ik weet zijn andere faculteiten ook nog open. Ik weet niet hoe het bij faculteiten zoals Medical en Law zit, want daar ken ik niemand. Ik weet niet eens hoeveel faculteiten er zijn.
Een kleine Google search later en wow, 26 faculteiten! Mom, holy fuck!
Wel zijn studentenfeesten en evenementen allemaal geannuleerd. Ook het sportcentrum is dicht.
Er zijn maar 16 besmettingen in Slovenië, dus Sanne en ik vroegen ons wel af waarom de universiteit zulke grote stappen maakt. Er zijn 2 miljoen mensen in dit dunbevolkte land en 16 besmettingen. Vergelijk het met het dikbevolkte Nederland met 17 miljoen mensen en 320 (of zoiets) besmettingen en alle universiteiten lopen nog goed.
Ja, oké, ik weet dat scholen in Brabant gesloten zijn, maar dat is echt maar een klein deel.
Maar ja, zijn wij Nederlanders gewoon te nuchter? Er is een Radboud student met het virus en alles is nog steeds “up and running”. Of is er toch iets ergers gebeurd in Ljubljana? Who knows. Not me.
De Faculty of Arts schreef in de mail dat het is als een preventieve maatregel en oké, dat kan ik wel inzien. Ze willen niet dat die 16 ook richting de 320 gaat. Maar dan alsnog: de universiteit stilleggen wegens “maar” 16 mensen?
(Terug naar de ballads. Choosing Not To Know van In Transit is heartbreaking, sowieso op het moment dat de acapella muziek stil valt en als moeder begint te zeiken over de Bijbel.)
Dit is het gekke aan Corona, in mijn ogen. Het dodental en het gevaar is niet eens zo erg. Hiermee bedoel ik niet dat de doden niet belangrijk zijn bla bla bla en dat de besmetting niet erg is la la la, maar dat is niet het grootste probleem. Nee, dit virus legt de hele wereld stil op zowel economisch, toeristisch, cultureel, financieel, medisch en educatief vlak.
De wereldeconomie ligt stil en de toeristische sector werkt niet. Beurzen, feesten, filmpremières enz. gaan niet door. De beurzen gaan naar beneden. Tandartsen en doktoren kunnen hun werk niet meer doen. Scholen en universiteiten gaan dicht.
Damn.
(Ik waardeerde Lea Michele (ja, Rachel in glee) eerst niet in Whispering, het nummer van Spring Awakening. Misschien is het omdat ik Katie Boeck het beste vond in de rol, maar ik ben bijgedraaid.)
Ugh. Genoeg Corona praat. Dat zei ik gisteren ook al, maar deze nieuwe ontwikkelingen hebben wel te maken met mijn verblijf in Slovenië. Ik had natuurlijk niet gedacht dat mijn Erasmus er zo uit zou gaan zien.
(Flowers van Hadestown. Ouch. Eva Noblezada klinkt zo goed.)
Het plan van vandaag was simpel: First Residence Permit ophalen met Sanne. Aangezien Sanne eerst college had, gingen we pas rond 12:00. Op de bus zaten we dus veel te praten over de university shutdown en andere dingen en op een bepaald moment vroeg een oud vrouwtje welke taal we sproken. Ze dacht namelijk dat het Zweeds was.
Wij legden uit dat het Nederlands was, maar hey, is Zweeds niet deel van dezelfde taalgroep? Toen vroeg ze wat we deden in Slovenië en of we al een beetje Sloveens konden. Nou, we komen voorlopig niet veel verder dan “dober dan”. “prosim” and “hvala”, maar het is iets.
Om 12:30 kwamen we binnen en we hadden nummer 20093 en 20094 en op dat moment waren ze bij 20079, dus hoera, minder dan 20 mensen. En wow, het ging best snel in het begin. Binnen een half uur of zo waren we al bij 20089.
Natuurlijk hadden we te vroeg gejuicht. Alweer was een deel van de balies dicht en nu was er een omgekeerde situatie. Vorige keer waren 2 van de 3 balies voor afhaal, terwijl wij aanvraag waren. Nu waren 2 van de 3 balies voor aanvraag, terwijl wij afhaal waren. Nou. Shit.
(Mijn grote enthousiasme voor Dear Evan Hansen is minder geworden, maar So Big/So Small is zo goed. De hele OBC is goed.)
De wij wachtten. Wij waren ook gewoon aan het praten, maar een man die voor ons dat zei dat we stil moesten zijn. Well, fuck you too, sir. Het irriteerde ons, want ze zaten in een gewone openbare ruimte. Wij waren niet eens de enigen die praatten. Er was zelfs een schreeuwerig kind aanwezig. Meerdere keren gaf hij ons nog steeds nare blikken, maar ik had zoiets van: “uhm mate, kick that tiny child in the shins first?”
Wij proberen tenminste nog een gezellige situatie ervan te maken. Wij kunnen er niets aan doen dat hij een ongezellige zak is die de hele tijd op zijn telefoon zat terwijl hij met zijn rug toe naast zijn vrouw zat. Ze hebben vast een leuke middag gehad.
Op een moment gingen ze ergens anders naar toe en, welp, ik vind het leuk om te geloven dat wij hem weg hebben gejaagd.
(Heather’s Lifeboat is veel te kort.)
Dus we moesten wachten. Het was ook raar, want er gingen soms ook mensen voor ons, zonder dat ze een nummer hadden. Gingen die gewoon naar binnen? Nee, want er was ook een bewaker die mensen wegstuurde, dus die mensen die toch eerder naar binnen zijn gegaan, hadden dus een reden.
(Costume Party is zo interessant. Er is een hint van hulpeloosheid. Come From Away is een 9/11 verhaal dat niet focust op New York!)
Dus ja. Uiteindelijk duurde het toch nog 1 uur en 40 minuten voordat Sanne aan de beurt was. Ik zat op mijn telefoon en ik wachtte. Toen bedacht ik me: wat nou als ik weer mega snel aan de beurt ben?
Ja. Bleek dat een balie al een minuut op me aan het wachten was. Sanne zei later dat ze de timer op 47 seconden zag en dat ze zich afvroeg waar ik was. Nou, ik rende meteen naar binnen en 10 minuten later was ik klaar!
Er was wel even gezeik, want Matjaz stond niet in het systeem.
Oké, hij stond wel in het systeem, maar zijn handschrift is zo slecht, dat de vrouwen achter de balie het niet konden lezen. De vrouw achter mijn balie was aan het praten met die naast haar. Gelukkig kon de vrouw aan de andere kant het horen. Zij had net Sanne gehad, dus zij wist wie ze bedoelden. Dus het contract ging ook van persoon naar persoon en ze lachten en op een moment zei de vrouw van mijn balie ook dat het een catastrofe was.
Alles is nu wel geregeld en Sanne en ik gingen toen een burek eten bij NOBEL BUREK. En ja, dat is het voor nu.
***
Heh. Zowat een uur nadat ik dit had opgeslagen in mijn drafts kreeg ik te horen dat 2 van mijn vakken niet door gaan deze week. 
Ach. 
(We zitten nog steeds in de sad playlist. Nu speelt Grease’s There Are Worst Things I Could Do. Ik wilde altijd dat Santana en Blaine dit nummer in glee deden. Santana deed dit nummer, maar ze moest het delen met Ms. July en Unique 😕.)
Ik had het erover met Kath. Kath heeft nog steeds geen informatie, dus ze gaat maar morgen naar de uni. Kath en ik waren beide aan het koken en het is wel een contrast. Kath is helemaal bezig met kruiden en groenten en wat dan ook en ik kook simpele basic bitch pasta. 
Maar deze keuken is gewoon shit. Het is mega klein. Kijk, waarschijnlijk zou ik nooit van koken gaan houden, maar in Nijmegen nam ik het goede voornemen om meerdere basic bitch gerechten te proberen en dat ging best wel goed.
De enige reden dat ik een lente uit herkende vanwege de game Stardew Valley.
Hier ben je gewoon niet gemotiveerd om veel ingrediënten te kopen, want de koelkast is mega klein. Ik ben ook niet echt geïnteresseerd in veel te koken, want het vriesvakje is mega klein, dus ik kan niets voorbereiden of bewaren. Ook heb je maar 2 elektrische platen en maar weinig pannen, dus zelfs al had ik de geweldige ingrediënten, dan had ik geen plaats.
(Spring Awakening’s Those You’ve Known is eigenlijk het einde van de musical. Wat een depressief einde. Melchior staat te janken op een begraafplaats.)
Oh, terug naar het uni verhaal.
Blijkbaar is de universiteit niet het enige dat gedecentraliseerd te werk gaat. De faculteit dus ook? Alle lessen met meer dan 100 leerlingen zijn zeker afgeschaft, maar de kleinere vakken kunnen het dus zelf bepalen. MC en Sociologie hebben al doorgegeven dat ze niet door gaan. MC gaat niet door t/m de 20e (Animal Crossing day babey!) en Sociologie heb ik pas weer in april, maar dat was al gepland. Ik heb Sociologie namelijk maar één week per maand ofzo, maar ja, nu slaan we maart dus over.
(Something’s Missing van Come From Away is zo’n grote whipslash na het soort van “happy ending” gevoel van het vorige nummer. Happy ending? Nope, welcome back to New York. Two towers are missing.)
Zover ik weet heb ik nog maar één vak, namelijk B&T, maar het kan ook zijn dat we morgen pas te horen krijgen hoe dat gaat. Aan de andere kant, de dude van B&T is die “chill” professor, dus wie weet?
En oké, ik geef toe dat ik heel erg opkeek tegen deze week. Alsnog, meeste vakken zijn om de week/paar weken, dus de vakken zijn slecht verspreid. Ik heb of een mega rustige week, of een mega drukke week. En ja, dit zou een drukke week moeten zijn.
Maar toch ben ik ook wel een beetje teleurgesteld? Ik ben grotendeels teleurgesteld vanwege GLINT en MC. Ik weet dat voordat ik vertrok, iemand ook zei: “Wow, je gaat nu echt doen wat je leuk vindt!” en... ja...
Sociologie viel toch nog grotendeels tegen en al dat gedoe, dus ik ga niet zeggen dat ik het erbarmelijk vind dat dat vak niet doorgaat, maar het is wel een beetje een meh gevoel. Plus, wat moet ik nu gaan doen? 
Vorige week had ik dus bijna de hele week vrij en die week ging mega snel voorbij en ik had constant het gevoel dat ik iets wilde doen, maar ik wist niet wat. Alhoewel, Caroline zei dat studenten deze week gratis naar musea kunnen, dus misschien is de timing toch wel goed.
(Ouch. You Gotta Die Sometime. Falsettos is een musical die niet goed afloopt.)
De lessen zijn niet weg ofzo. Het meeste wordt nu gedaan via zelfstudie en mail, of via e-learning classrooms, of via weblectures, maar ik baal van GLINT, want de atmosfeer van de mensen bij GLINT is gewoon mega gay cool en bij MC is het handig om de media samen te bekijken.
En jullie hebben mijn geklaag over de literatuur van Sociologie meegekregen. Ik had een beetje gehoopt dat het zou helpen om alles van de lerares te horen. Ik kan natuurlijk mailen, maar nu moet ik alsnog proberen om alles zelf uit te vogelen.
(Ahhhh. Hamilton. It’s Quiet Uptown. Weer een ballad. Ik heb het nagekeken en All You Wanna Do van Six is echt het enige niet-ballad op de playlist.)
Hmm. Dit is gewoon niet hoe ik Erasmus had voorgesteld. Obviously, niemand had dit voorgesteld. Niemand zag het aankomen dat 2020 stil zou staan wegens dit vage virus, maar l’chaim. Natuurlijk ging ik ook niet naar Slovenië puur voor de studie, maar zoals ik net al zei, het was wel een deel ervan.
Pffff. Misschien krijgen jullie deze week dus veel musea te zien? Verlengde vakantieperiode?
1 note · View note
tipsmaatregelen · 3 years
Text
Coronavirus in Nederland: wat u moet weten (15 januari)
Coronavirus in Nederland: wat u moet weten (15 januari)
Coronavirus in Nederland: wat u moet weten (15 januari) De Nederlandse overheid heeft enkele van de strikte regels versoepeld momenteel actief in Nederland vanaf zaterdag 15 januari. Dit is wat u moet weten. Onderwijs Alle vakscholen, hogescholen en universiteiten mogen weer open voor fysieke lessen, maar mondkapjes zijn te allen tijde verplicht voor studenten en docenten. Studenten en…
View On WordPress
0 notes
Text
Er is veel belangstelling voor pilots voor een ‘slimmer collegejaar’. Deze moeten studenten, docenten en onderzoekers meer rust en ruimte bieden gedurende het studiejaar. Vijftien onderwijsinstellingen gaan aan de slag met het slimmer inrichten van bestaande onderwijsactiviteiten en het op verantwoorde wijze verminderen van het aantal weken met onderwijs en/of tentamens. Maandag was de landelijke start bij de Universiteit van Amsterdam. Minister Dijkgraaf (Onderwijs): “Ik ben erg blij dat er zoveel enthousiasme en belangstelling is voor deze pilots. Het geeft goed aan hoe groot de behoefte is bij studenten, onderzoekers en docenten aan meer ademruimte. Veel studenten zuchten onder overvolle studieweken, docenten ervaren veel werkdruk en onderzoekers komen onvoldoende aan onderzoek toe. Die situatie moeten we echt verbeteren. Deze pilots moeten hen meer rust en ruimte gaan bieden. Mijn uiteindelijke doel is het opschalen van succesvolle initiatieven.” Lang en intensief jaar Uit een analyse van De Jonge Akademie komt naar voren dat het Nederlandse academisch jaar relatief intensief en lang is: gemiddeld tot wel 9 weken langer dan bij andere vergelijkbare universiteiten in de EU (onderwijs- en tentamenweken opgeteld). Dat leidt tot een hoge werkdruk bij docenten, onderzoekers en studenten. In reactie daarop nodigde minister Dijkgraaf met name universiteiten (waar het probleem vooral speelt) uit om mee te doen aan pilots om de werkdruk bij docenten, onderzoekers en studenten te verlagen. Vrijwel alle universiteiten hebben zich aangemeld voor een of meerdere pilots, die lopen tot en met 2026. Het gaat om veertien universiteiten (waaronder ook de Universiteit voor Humanistiek en de Theologische Universiteit Apeldoorn) en één hogeschool (Hanzehogeschool Groningen). In totaal zijn er 42 projecten, elke instelling kon met maximaal drie pilotprojecten meedoen. Korter en slimmer De pilots behelzen het op een verantwoorde manier verminderen van het aantal weken met onderwijs en tentamens én het slimmer inrichten van bestaande onderwijsactiviteiten - of een combinatie van deze twee. Hierdoor krijgen onderzoekers en docenten dus meer tijd voor het doen van onderzoek, andere wetenschappelijke activiteiten en het verbeteren van het onderwijs. Studenten krijgen ruimte voor bijvoorbeeld stages, onderwijsprojecten zoals challenges, extra curriculaire activiteiten, of summer schools. Kritisch nadenken over inhoud van de vakken Tien projecten betreffen een reflectie op en het ombouwen van curricula, oftewel het kritisch nadenken over de inhoud van de vakken, de hoeveelheid stof en het voorkomen van onnodige overlap op curriculumniveau. Negen projecten gaan over vernieuwende toetsvormen en herkansingsweken. Denk daarbij onder andere aan een betere timing van tentamens die meer rust voor studenten moeten creëren, maar ook het verantwoord terugbrengen van het aantal herkansingsweken. Verder gaan vier projecten over het breder en beter inzetten van ‘blended learning’ om de leeropbrengsten van studenten te vergroten. Andere projecten Vier andere projecten behelzen het concentreren dan wel verspreiden van onderwijs- en onderzoekstaken. Uitdaging is hier om bepaalde periodes onderwijsvrij te maken waardoor studenten bijvoorbeeld kunnen werken aan studentenprojecten (challenges) en docenten aan onderzoek of verbetering van het onderwijs. Vijftien projecten zijn een combinatie van alle bovengenoemde projecten.    Behoud onderwijskwaliteit Uiteraard mogen de pilots geen negatieve invloed hebben op de onderwijskwaliteit, het eindniveau van studenten en de eindkwalificaties van de deelnemende opleiding. Bij de pilots mag niet hetzelfde aantal uren college in minder weken worden gepland. Het gaat immers om het slimmer inrichten van het onderwijs, waar zowel studenten als onderzoekers en docenten baat bij hebben. Studenten kunnen actief meepraten, bijvoorbeeld via panels en medezeggenschap. De Erasmus Universiteit Rotterdam
en de Universiteit van Amsterdam zorgen als penvoerders voor het delen van kennis, monitoring en verantwoording. Twee jaar na invoering wordt bekeken wat de eerste opbrengsten van de pilots zijn en of bijsturing wenselijk is. Minister Dijkgraaf stelt bijna 13 miljoen euro beschikbaar voor de pilots. Meer rust en ruimte voor studenten en docenten Een ‘slimmer collegejaar’ is een van de maatregelen van het kabinet om meer rust en ruimte te creëren voor studenten, onderzoekers en docenten. Zo wordt er fors geïnvesteerd in universiteiten, hogescholen en mbo, zodat bijvoorbeeld meer docenten en (jonge) onderzoekers aangenomen kunnen worden. Daarnaast presenteert minister Dijkgraaf binnenkort de plannen voor het aanpassen van het bindend studieadvies en is naar verwachting voor de zomer een integrale aanpak studentenwelzijn op hogescholen en universiteiten gereed. Ook wordt er onderzoek gedaan naar de brede oorzaken van stress en prestatiedruk. Tenslotte zorgt de herinvoering van de basisbeurs en het verruimen van de aanvullende beurs voor meer financiële rust bij studenten.
0 notes