Tumgik
#Blote buik
miekehaargarderobe · 1 year
Text
Tumblr media
186 notes · View notes
jurjenkvanderhoek · 11 months
Text
MORGEN GAAT BOBBIE WEER MEE IN BAD
Tumblr media
Het plastic boekje "Bobbie gaat in bad" kleurt feeëriek mee met het humeur van de hoofdpersoon in het korte verhaal daarin. Haal ik het door creatief schrijver Monique Hendriks bedacht, beschreven en samengestelde boek uit de beschermhoes dan is het een kleurloos geval, met zwarte tekst en lijntekening op witte kunststof ondergrond. Alleen enkele vlakken zijn lichtelijk roze ingekleurd, een voorbode van de wolk waarop Bobbie straks na een paar bladzijden zit. Maar nu eerst nog is haar wereld zonder tint. Grijs en grauw, zo niet diep zwart. Want ze heeft een burn-out, zit vast in depressieve gedachten. De dokter schrijft ontspanning voor. En wat ontspant beter dan een warm bad. Een bubbelbad om te ademen. Iedere bubbel vol met bevrijdend lucht. Maar bij de Gamma zit er levertijd op de baden, want "Het is burn-outseizoen". De schemaatjes en de blaadjes vallen, het zal herfst zijn.
Maar dan na even wachten is het luxe ligbad op leeuwenpoten in huis. De buik van de leeuw, het bad namelijk, vult Bobbie tot de rand met heet water. Ze stapt erin en haar gemoed dompelt zich onder in behaaglijkheid. Ze gaat werkelijk kopje onder en ademt in. En uit. "Elke zucht vormt een echolocatiebubbel." De huid begint te rimpelen, ze wordt één met het water. Alles om haar heen lost op en Bobbie vertrekt naar een gedroomd elders. Op een roze wolk. "Ze is een sprookje geworden. Lang en gelukkig wacht ze op haar redding."
Tumblr media
Wat er met Bobbie gaandeweg het verhaal is gebeurd laat zich raden. Het is dan ook een vertelling voor volwassenen. En ga ik met Bobbie in bad, neem ik het boekje mee in de nattigheid, dan kleuren de tekeningen zich als vanzelf. Het mysterie ontvouwt zich. De depressie wordt een manie. Bobbie ziet het leven rooskleurig tegemoet. Ze nestelt zich tussen het schuim en de bubbels. Haar lijf laaft zich aan het warme water. Wat een prettige heerlijkheid. Het bruisen slokt haar op, ruikt dromerig naar lavendel. Dit is welhaast de hemel op aarde. Dus laat ze zich onder water glijden om langer te kunnen genieten. Om de hitte als een warme deken om haar blote lijf te voelen, Ze houdt haar adem niet in, maar zucht juist diep om in deze extase te kunnen blijven. Om erin te blijven.
Tumblr media
En natuurlijk ga ik niet mee op de roze wolk. Ik ben toeschouwer, ik sta erbij en ik kijk ernaar. Geen lijdend voorwerp, maar een bijvoeglijk naamwoord. Wel hoor ik dat gerammel van het stopkettinkje wanneer Bobbie er met de dikke teen achter blijft haken, het klinkt als veraf beierende kerkklokken. Wanneer ik ga in het verhaal. Me laat meeslepen met de vertelling. Mee getrokken wordt onder water. Opgeslokt in de buik van de leeuw. Verzwolgen door mijn fantasie. Geholpen door het water in mijn bad waar ik het boek in dompel. Het opspattende vocht kleurt het plastic. Een wereld, de wereld van Bobbie, gaat voor me open.
En ik ken zelf dat gevoel. Van heerlijk je laten glijden in warm water tussen badschuim. Je prettig laten zweven. De warmte voelt heerlijk, zalig. Niet echt verkwikkend, maar juist slaapwekkend. De stilte in, de rust, de kalmte. Even niets hoeven dan alleen drijven in het zijn. Dan ga ik mee op die gedachte golven van Bobbie. Het voert me van hier, naar weet ik waar daar. Er is geen bestemming. Maar mijn reis kent een einde, terwijl die van Bobbie het einde is. Het mooiste gaan is verdrinken.
Tumblr media
En natuurlijk probeer ik het effect uit. Ontrafel ik het mysterie dat me is beloofd. De kleuren die student animatie Fong Mungkhunkhamchao in de tekeningen van illustrator Maarten Berkers heeft gebracht worden pas zichtbaar wanneer het boekje vochtig wordt. Bevochtigd wordt, nat is. Er kan een hele plens water overheen. En dan is de magie daar. De illustrator blijkt een illusionist. Als bij toverslag krijgen de kleurloze pagina's kleur. En ze houden die kleur totdat de bladzijden opgedroogd zijn. Wanneer de kleur is weggetrokken kan ik opnieuw het genot van dit bijzondere Woez-product ervaren.
Woez Publicaties is het platform binnen poëzie-uitgeverij Opwenteling. Het zoekt beeld-tekst-mengvormen en houdt van genre-vervaging. Het poëtische avontuur voor in bad, onder de douche, in het zwembad, de vijver, de zee of in een flinke regenbui is een bijzondere publicatie die helemaal aanschurkt tegen de doelstelling van Woez. Want Monique Hendriks werkt aan nieuwe literaire concepten voorbij de bladzijde, precies zoals de uitgever beoogt. De focus ligt op het prikkelen van de fantasie en het zoeken naar verbinding. Bobbie prikkelt wel degelijk mijn fantasie. Het fantastische verhaal legt verbinding met haar nachtmerrie die dagdroom wordt en mijn verbeelding.
Tumblr media
Het is een ervaring die mij in de bubbel van de illusie brengt en afvoert naar een bestemming over de rand van mijn gedachten. Koffers heb ik niet nodig. Mijn bagage ligt in mijn hand: Bobbie gaat in bad. Dat is alles wat ik nodig heb om op de roze wolk naar elders te vertrekken. Elders achter de rijstebrijberg in luilekkerland. Het voorland van de feniks die uit de burn-out omhoog stijgt. Zo is “Bobbie gaat in bad” ook een therapeutisch voorleesboek. Dat ik liggend in bad aan mijzelf vertel. Mezelf met de tekst moed inspreek om over een paar tellen op te rijzen uit het water. Niet zoals Bobbie wegdrijvend op de schuimende bubbelwolk. Het boek is de fantasie. Mijn badkuip is de realiteit. Dat kan heel goed samen. Maar dan is de harde werkelijkheid weer daar, druip ik van de nattigheid maar zie de toekomst rooskleurig in. Morgen gaat Bobbie weer mee in bad.
Bobbie gaat in bad. Een magisch badboekje voor volwassenen. Tekst en concept Monique Hendriks. Tekeningen Maarten Berkers. Kleur Fong Mungkhunkhamchao. Uitgave Woez Publicaties, 2023.
0 notes
Text
De Aanslag - Leesdagboek
Vierde Episode 1966
Hoofdstuk 1-2, p 131
Anton had verschillende meisjes, maar een diepere connectie, zoals liefde, had hij vond hij niet. In 1959 deed hij artsexamen en toen werd hij een assistent bij de anesthesie. Hij verhuisde ook naar een ander appartement, dichtbij een ziekenhuis. In 1960 ontmoette hij zijn eerste vrouw in de kerstavakntie in London. Hij was betoverd door haar. Ze heette Saskia de Graaff en was stewardesse bij de KLM. Een jaar later trouwde ze. Antons oom was inmiddels gestorven van een auto ongeluk.
Het was inmiddels al 1966 en anton had een vier jaar oud kind, Sandra. De familie ging naar een begrafenis, waar veel mensen van het Verzet aanwezig waren. Aan een tafel, tijdens het eten, kwamen er acht mannen bij hem zitten, een daarvan zijn schoonvader, dat ook in het verzet zat. Ze praatte over van alles en nog wat, dat Anton niet echt interesseerde. De politek, de communisten, Amerika etc... Hij luisterde vooral en knikte natuurlijk. Toen hij even naar de minister keek ving Anton deze zin op: "Ik schoot eerst in zijn rug, en toen een keer in zijn schouder en in zijn buik, terwijl ik hem voorbijfietste."
-> Ik had al een vermoeden, het moment dat ze begonnen te praten over de oorlog en de zin: 'En dat gaat jou nog je kop kosten', dat Harry Mulisch een shokerende alinea ging schrijven. Ik had het een beetje verwacht. Op sommige momenten ging Harry heel snel in het verhaal, maar de gesprekken tussen de mensen van het verzet duurde al enkele pagina's, er moest wel iets belangrijkst gezegd worden/ gebeuren. Toen viel mijn Frank een pagina ervoor. Ik ben toch wel een beetje verrast en ik vind het leuk hoe hij dit heeft geimplementeerd in het verhaal.
Hoofdstuk 3, p 143
Anton vroeg de man verder over wat hij had gezegd. Na enkele vragen viel de frank van de man ook. De man trok hem mee naar buiten om te praten. Hij zei dat hij er niks aan kon doen, het was inmiddels 20 jaar geleden gebeurd. Hij vertelde hoe hij een hufter was. Deze regels bleven bij me:
"Voor mij wel. Hij had een zweep met ijzerdraad er in gevlochten, waaromee hij de vellen van je gezicht sloeg, en van je blote kont, en dan douwde hij je met je achterste tegen de gloeiende kachel. Hij stopte een tuinslang in je reet en liet hem zo lang spuiten tot je je stront uitkotste. Hij heeft weet ik hoeveel mensen afgemaakt en nog veel meer de dood ingejaadgd in Duitsland en Polen." - Gijs tegen Anton
Anton zag Gijs als nog een slachtoffer van de oorlog. Hij verwijtte hem niet echt, maar toch was er iets dat niet klopte. Ze praatte verder over de gebeurtenis. Gijs noemde het toeval, terwijl Anton maar zat te kijken. Hij wist niet wat hij ervan moest vinden. Takes /Gijs vond het een "leerzame middag". Hij wist dat zijn daden veel erge dingen hadden veroorzaakt, een soort butterfly effect. Ze analyseerde de gebeurtenis en hoe het lijk tot bij hun huis kwam. Anton heeft het verleden begraven, terwijl Gijs het terug naar boven wou halen.
En ineens klikte het. De vrouw waarmee hij praatte de avond dat zijn hele familie was gestorven was de vriendin van Gijs dat hem die avond hielp. Ze waren inmiddels met z'n twee toen het gebeurde. Toen Anton dat vertelde begon Gijs te huilen.
Dit hoofdstuk is mijn favoriet van het boek. Het was een hoofdstuk van besef en raakvlak. Echt mooi.
Josephine :)
0 notes
patriciaidsinga · 3 years
Text
Bikinilijn
23 oktober 2021 Noordhollands Dagblad
Een rood aangelopen hoofd vol jeugdpuistjes roept naar boven “Beuk haar! Duw haar eraf!” Op zijn blote schouders een slanke jonge vrouw in lila badpak. Haar kruis drukt tegen zijn achterhoofd terwijl ze: ”Naar voren. Naar voren!” schreeuwt. Tegenover hen een andere jongeman met op zijn schouders een iets zwaarder meisje. Aan zijn blik te zien, had hij liever het paarse badpak in zijn nek gevoeld. Ik ben getuige van een ietwat grof uitgevoerde paringsdans tussen jong volwassenen waarbij het doel lijkt te zijn, wie van de meiden als eerste van de schouders van hun jongeman wordt geduwd. Maar elke volwassene in het zwembad die toekijkt weet dat dit een voorspel is van jewelste.
“Mam, mam, mam, ga je mee naar de glijbaan?” roepen mijn twee kinderen. Terug naar mijn eigen realiteit. Oh ja, ik, een moeder in een te strak corrigerend badpak, die vanwege de vele regenbuien vandaag ten einde raad als activiteit ‘naar het zwembad’ voorstelde. Wat door beiden kinderen met een volmondig “JAAAA” werd beantwoord. Wat op zich al een unicum is, want de herfstvakantie leek tot nu toe synoniem te zijn aan veel ruzie tussen broer en zus.
Ik sleur mezelf de ellenlange trap op naar de glijbaan. Het liefst ga ik meteen het zwembad in. Hup, dat lijf onder water. Niet dat ik me schaam, maar ik vóel me nog steeds maatje 36, en daarom vind ik een zwembadomgeving reuze confronterend. En nu sta ik dus met mijn hele hebben en houden gepropt in een badpak, op een open wenteltrap die uitkijkt over het hele zwembad, mij af te vragen of ik mijn bikinilijn wel goed heb bijgeschoren. Onopvallend naar beneden kijken heeft geen zin, want daarvoor zit mijn buik in de weg.
Mijn blik dwaalt af en ik herken al die mensen van alle leeftijden. Vaders en moeders trots met hun babies, dreumessen met zwembandjes om in het kleine peuterbadje en het meisje in het lila badpak. En nu ben ik hier met twee kinderen die zelfstandig het bad doorrennen, maar het allerliefst hun moeder koppie onder duwen. Het zwembad is niet mijn favoriete plek maar in elke fase van mijn leven ben ik er geweest. “Wat deed jij altijd in het zwembad, mam?” vraagt mijn zoon die ziet dat z’n moeder even terug in de tijd is.
Ik wil bijna zeggen dat ik 20 kilo lichter, ook wel eens bij een jongen op z’n schouders kroop, maar dat houdt mama even voor zichzelf.
2 notes · View notes
dulcantor · 5 years
Text
Zelfconfrontatie
Ik kwam vandaag mijn dubbelganger tegen. Het gebeurde plots, zoals sneeuwvlokken die onverwachts neervallen op Pasen. Je vraagt je af of ze er wel echt zijn. Zo keek ik ook naar mijn dubbelganger.
De gebeurtenis speelde zich af terwijl ik aan het lopen was, in een verwoede poging om mijn conditie op peil te houden. Ik droeg een zwarte, naamloze sportshort met daarboven een blauw T-shirt met een witte print. Het shirt was eigenlijk iets te klein, waardoor die spande rond mijn schouders en steeds een stuk van mijn buik toonde. Het gevolg was dat ik om de drie stappen aan het shirt stond te sleuren in een poging om de roomwitte huid eronder te verbergen. Ik schaam me namelijk voor die streep buik, alsof die ene blote streep plots mijn volledige naaktheid impliceert, waarbij al mijn gebreken overbelicht worden.
 Terwijl ik dus in strijd verkeerde met mijn shirt en mijn schaamte, dook plots een tegenligger op. Een andere loper. Mijn eerste reflex was om sneller te gaan lopen, iets wat mijn longen niet kon bekoren. Loop ik dan sneller om op te scheppen met mijn gebronsde torso waar zelfs Achilles jaloers op zou zijn? Nee, integendeel: ik versnel mijn pas om de ander te vermijden. Ik wil mezelf verbergen. Ik ben bang. Bang dat de ander ziet hoe de zweetdruppels mijn rug bevolken als een kolonie kleine naaktslakken. Bang dat hij hoort hoe mijn longen kreunen bij elke schok die ze moeten verteren. Bang dat hij mijn roomwitte streep zal zien en alles wat daarbij hoort. Ik versnel omdat ik de korte pijn verkies boven de lange.
 De afstand tussen ons wordt onvermijdelijk kleiner, zeker met mijn demarrage in gedachten. Op zo’n twee meter van elkaar probeer ik een vluchtige blik op hem te werpen. Mijn ogen ontmoeten die van hem en blijven net langer plakken dan sociaal geaccepteerd is. We slaan onze blik neer. We denken allebei hetzelfde. We zijn hetzelfde. Van de felgele sportschoenen tot de verwarde krullen, van de hakkelende manier van lopen tot de zwier van onze armen. We zijn twee broers, twee kopieën van een verloren origineel, twee bouwsels van dezelfde blauwdruk. In een gespannen stilte passeren we elkaar en onszelf.
 Ik wil graag achterom kijken. Controleren of het wel klopt. Het klopt. Daarvoor hoef ik niet nog eens te kijken. Ik weet hoe ik eruit zie. Hoewel. Plots kijk ik weer anders naar mijn hakkelende pas. Hakkelt die wel zo erg? Bij hem was het meer een sierlijk heen en weer zwaaien. En die strakke shirt, die leek best wel te passen bij hem. Zijn buik was niets om zich voor te schamen. Misschien moet ik eerlijk zijn. Ik vind dat die man, afgezien van wie hij ook was, er eigenlijk wel mocht zijn.
 Die avond kijk ik in de spiegel naar mezelf. Naar de melkwitte streep en de verwarde krullen. Naar die ene puist en dat oude litteken. Naar mijn neus en mijn ogen. Ik kijk naar mezelf en mezelf kijkt terug. Ik glimlach. Als ik eerlijk ben naar mijn dubbelganger toe, moet ik dat nog meer zijn naar mezelf. Ik neem mijn strakke, naar zweet stinkende shirt en trek het vol trots aan, alvorens naar buiten te gaan. Ik ben wie ik ben. Met of zonder witte streep. Met of zonder litteken. Met of zonder zweet. En ik weet dat ik er mag zijn.
2 notes · View notes
wohohomanadventures · 5 years
Text
Groen gras
Lucht
Een zucht
Van wind, onzeker strelend,
De blote huid, zonder geluid
Zon
Waar onder alles dat groeit, begon
Stralende kussen, op rug en buik
Ik neem in deze warmte
Een diepe duik
Gras
Zo nieuw en groen, lentehaar
Kriebelend aan de tenen, plezierig gewaar
Prikkelend voelen
Stapjes, het is toch dat maar
Stilte
Wat hoor ik je graag
Oorverdovend
Mijn hart
Springt en danst
In de lucht, onder de zon
View On WordPress
1 note · View note
superune · 8 years
Text
Zwabber
Ze nam de foto vast tussen duim en wijsvinger en bekeek hem van dichtbij. Niet te dicht, anders verdween de focus. Het was een kleine zwart-wit foto van een groep mannen op een schip. 7 op 5 centimeter. Licht gekruld en een beetje vergeeld. 
Tumblr media
Op het eerste zicht staat er één verpleegster bij de groep, helemaal links. Bij nader inzien is het waarschijnlijker de scheepskok met muts. Geen vrouwen toegestaan.
Een dertigtal venten uit een andere tijd op een groot schip met militaire allures. Ze vindt het moeilijk om dit beeld te dateren. Jaren 40 of 50 van de twintigste eeuw? Het moet warm geweest zijn die dag. Ze leest de blakende zon af uit de overbelichte witte hemden van de twee enige bemanningsleden zonder zweterig bloot bovenlijf. Wellicht de kapitein en de eerste stuurman. Uit de tevergeefs toegeknepen ogen tegen het felle zonlicht. De afgetekende schaduwlijnen van zonnehoedjes en kepies. 
Niet centraal, maar wel bijzonder opvallend zit er een dikke man. Twee vette mannenborsten en een ton van een buik, half in een reusachtige broek gepropt. “Ik zou nooit denken dat er toen ook al zulke dikke mensen bestonden”, zegt ze luidop, half tegen zichzelf pratend. Omdat zwaarlijvigheid zo’n recent fenomeen lijkt. Dat was exact wat ik ook dacht toen ik de foto kocht. 
Er zijn honderd details die ze niet ziet. Aanwijzingen die het begin van een verhaal zouden kunnen zijn. Zo draagt onze corpulente vriend een papieren kroon. Net als twee van zijn collega’s naast hem. Op die kronen staat iets geschreven. De dikkerd is blijkbaar ‘Queen Neptune’. Onder zijn kroon draagt hij een pruik die eruit ziet als een soort zwabber. Nu is ‘zwabber’ een woord dat ik niet snel zou gebruiken. Klinkt te hollands. ‘Mop’ ook. Maar op synoniemen.net lees ik dat een zwabber ook wel een ‘schippersdweil’ wordt genoemd. Dat is exact wat het op deze foto moet zijn. Een zwabber. Ook zijn buurman met bril heeft een zwabber-pruik. Hij kreeg het epitheton ‘King Neptune’. De letters op de derde kroon zijn moeilijker leesbaar. ‘Royal Master’? 
Het ziet er ludiek uit. Een beetje zottigheid bedoeld om de verveling op zo’n groot schip, ver van huis, te verdrijven.
De drie mannen met een weggeschoren strook haar in ’t midden van hun hoofd zijn intrigerender (een straf? een brandmerk? een statement? figuranten in het Neptunus-blijspel?) De gehurkte man vooraan die de indruk geeft helemaal onder de olie te zitten. De gast met baret en zonnebril, en vooral, de man ernaast die in profiel precies in zijn blote fluit staat. Of de man vooraan rechts die met een vlindermes speelt. De totale afwezigheid van tatoeages. Eén roker. De gesloten sporttas die angstvallig wordt bewaakt. De mix van glimlachende en verbeten blikken. De jongens die geplaagd worden. De mannen die geen blijf weten met zichzelf. De fotograaf, de vinger voor de lens. De handdoeken om het middel. De immense schoorsteenpijpen die gelegenheidshomoseksualiteit suggereren. De onfortuinlijke man wiens hoofd helemaal verborgen blijft achter het hoofd van een collega. De kameraderie. De heimwee. 
Ze legt de foto terug in de witte kartonnen doos op tafel en vertelt over een man die sokkels kwam leveren.
0 notes
adriaanmeij · 3 years
Text
Zilveren draden
Tumblr media
De oudjes zaten op de houten bank van Staatsbosbeheer, turend naar de zonovergoten, rimpelloze, donkerblauwe oppervlakte van het Staphorster ven aan de Kievitshaarweg. Ze hadden allebei wit haar, wat deed denken aan de zilveren draden die Kees Pruis in 1918 zong en later Max van Praag in 1953. Waar was het goud?
Uit de verte kwam een ander oud stelletje aanlopen, beteuterd kijkend omdat hún bankje bezet was. Ze gingen met lichte tegenzin op de zware ronde boomstam zitten die de boswachter aan de waterkant had neergelegd; hij met de stam tussen zijn benen, zij met haar blote benen naar de zonzij: verschillend, anders.
Het was pas 25 maart, warm en er hing al een lome, vochtige stilte, waarin het pollen van berken en katjes en het bijbehorende snotteren gedijt. De mannelijke sporen deden zich alom gelden en de vrouwelijke openden zich. Een geile bedoening, eigenlijk. In de verte woei een windvlaag rimpelingen over het ven. Diep in het bos hamerde de specht de vorm van zijn nestholte, hoog in de eik, de diep donkere roffel van een tenor. Dichterbij concerteerde een roodborstje, floot een nachtegaaltje, vinkte een vink angstig zijn toontjes. In het moeras kwaakten de groene mannetjeskikkers dat het een hete lust was: om vrouwtjes te lokken voor de paring. Mountainbikers raceten voorbij zonder iets te zien of horen. Het was onmiskenbaar volop voorjaar.
“Gaan jullie maar hier zitten”, wenkte de vrouw van de witte twee, moeizaam opstaand om met haar partner een tafeltje en kampeerstoelen uit de dichtbij staande auto te slepen. Haar volle buik hing diep over haar doos heen en ging vloeiend over in benen gebouwd om de Mount Everest te tillen. Wat vriendelijk om ons ons bankje te gunnen, zei zij van het stelletje vanaf de boomstam, “mooie mensen”. De landverhuizing ging door. Ze genoten met zijn vieren in stilte een tijdje van de middagloomte en raakten bij het afscheid in gesprek.
Tumblr media
Bron:metro
Er gierden die dag nog geen peperdure straaljagers uit Leeuwarden over de heide, maar het zou niet lang meer duren voordat het janken de stilte zou verscheuren en de oorlog oorverdovend hoorbaar zou worden op de Drentse hei. Het vliegveld in Leeuwarden wierp zich op als verzamelplaats voor 45 F-35 en F-16 straaljagers die vooralsnog schijngevechten gingen houden om voorbereid te zijn op de full scale oorlog met het Rusland van Putin die dreigde. De vier oudjes vielen door de verschrikkingen van de oorlog in Oekraïne tachtig jaar terug in hun tijd. Het idyllische tafereeltje aan het ven stond haaks op de oorlogsdreiging in hun hoofden en harten. Zij hadden Hitlers oorlog meegemaakt en ”dat nooit meer” geleefd. Nu was het er weer.
“Jullie zijn nog jong”, lachte de witharige heer uit zijn stoeltje. Het compliment beviel. Hij was, zo bleek, herstellend van een herseninfarct dat zijn linker lichaamshelft had verlamd. Dat is lastig als je een te zacht gekookt eitje tussen je fijn-motorisch disfunctionerende duim en wijsvinger per ongeluk fijnknijpt. Zij had een nieuwe heup. Toch hadden ze moeizaam en moedig het vennetje om gekuierd, een mooiere wandeling bestond niet in Drenthe en bewegen was het panacee voor alle kwalen en de dood. De meneer van het andere stel, die wat sleepte met zijn linkerbeen wegens kramp in zijn kuiten, schatte in dat hij met 82 de oudste was. Maar nee, Buikje met haar vriendelijke gezichtje was al 84 en de intellectueel Withaar telde al 95 jaren, wat je hem niet aanzag. Het meisje met de blote benen was de jongste.
Tumblr media
Ze waren weer geworden als een kind, zoals Okke Jager had bedoeld. Buikje en Withaar hadden na jaren alleen leven elkaar zes jaar geleden leren kennen op de lange galerij van een grote flat. Ze waren op slag tot over hun oren verliefd geraakt met toefjes goud op hun wangen. “Ik heb er een paar nachten niet van kunnen slapen”, zei hij, nog opgewonden van de herinnering. “Zie je! Het kan!”, lachte de jongste. De meneer: “ja en ze hebben vast nog seks, dat zie je zo“. Zij, corrigerend: “dat noem je romantiek!” Het eerdere gesprek aan het ven tussen de vier ging daar over. Hoe vaak zij zich 18 jaar jong voelden. Hoeveel goud er tussen het zilver schuilging en de levenslach niet verdween. Nietwaar, Lien van het Joodse winkeltje, Charlie Chaplin zei het al: “een dag niet gelachen is een dag niet geleefd.”
0 notes
miekehaargarderobe · 1 year
Text
Tumblr media
56 notes · View notes
hafffff · 3 years
Text
Het tikken
work in progress Ik hoor een tikkend geluid. Denk ik. Alsof je een geur opmerkt, van gebakken of zelfs rotte eieren, penetrant en aanwezig. Een geur die je blijft ruiken. Het hangt in de lucht en eenmaal waargenomen, kun je je niet meer voorstellen dat het er eerst niet was. Ik weet nog niet of dit zo’n geluid is waar je aan gaat wennen. Ik blijf het getik horen. Het zit in mijn buik. Toch? Ik buig zo ver mogelijk voorover richting mijn navel, kantel mijn hoofd naar links en houd mijn adem in. Ik luister aandachtig. Mijn haar hangt voorbij mijn knieën. Mijn oor raakt bijna mijn riem. Ik zie het zonlicht tussen mijn benen door. Ja, het getik zit in mijn buik. Net onder de navel, in mijn onderbuik. Als ik mijn hand erop leg, voel ik elke tik door mijn vingers gaan. Als de bas die door je lijf rompelt op een feestje wanneer je op de wc terecht bent gekomen, tijdens het handen wassen kijk je in de spiegel en je ziet zo bleek dat het misschien tijd wordt om naar huis te gaan, maar je blijft toch. De handdroger is kapot en papieren doekjes zijn er niet. Je veegt je handen droog aan je broek en aan je haar. Als je terug loopt en je glas terug krijgt van degene met wie je bent, valt het bijna uit je handen – ze waren toch niet droog genoeg. Dit is iets waarvan ik dacht dat ik er grip op had, maar het is bijna door m’n handen geglipt. Ik ben minder goed voorbereid dan ik dacht. Ik heb m’n handen niet goed genoeg gedroogd. En dat terwijl ik altijd zo voorzichtig ben. Niks aan het toeval overlaat. Nooit mijn sleutels kwijt ben, of mijn portemonnee. Niet te laat kom, mensen direct aankijk als ze tegen me praten. Rechte schouders, een zekere toekomst. Ik had verwacht dat dit mij niet zou overkomen, simpelweg omdat ik het zelf niet op de planning had gezet. Ik altijd met mijn grote mond en grootste plannen. Want zo werken die dingen nou eenmaal niet. Desondanks voelt het geluid niet verwijtend, alsof het me terechtwijst op iets wat ik heb nagelaten. Schuld en schaamte voel je ook in je buik, maar anders, als een steek. Dit getik voelt eerder warm en vredig, als een hete drank op een winterdag. Nu ik weet waar het geluid vandaan komt, ben ik rustiger. Het heeft iets weg van een klok op de achtergrond, maar doffer, alsof het achter een gordijn hangt. Een geluid wat je opvalt als het nieuw is, maar daarna opgaat in ruimte waarin je je begeeft. Zoals mensen die naast een kerkklok of langs het treinspoor wonen zeggen dat het na verloop van tijd niet meer opvalt. Het getik is een onderdeel van mij, en het went snel. Ik had er nooit zo over nagedacht. Of ja - ik wist dat het vroeg of laat zou kunnen komen. Je hoort genoeg mensen over rammelende eierstokken. Ik wist dat ik het wilde. Maar later pas, niet nu al. Dacht ik. Want binnen een paar dagen voelt het ritme in mijn buik als het kloppen van mijn hart in mijn borstkas of de zuurstof die ik inadem: ik heb er niet per se om gevraagd, maar nu het er is, wil ik niet meer dat het stopt. En het tikken gaat ook door. Als ik op straat loop of in een drukke metro zit en het niet meer kan horen, leg ik mijn hand op mijn onderbuik om te controleren of ik de bas nog voel, of het niet opgehouden is. ’s Avonds in bed wrijf ik zachtjes over mijn blote buik. Ik koester het geluid. Het wiegt me in slaap, zo zacht en geruststellend als regen op de achtergrond. Elke dag wordt het geluid iets harder. In gezelschap houd ik het gesprek gaande, en zorg ik dat altijd iemand aan het woord is. Ik wil niet dat anderen het horen. Dit is mijn geheim. Toch valt het uiteindelijk op, ze vragen of ik dat getik ook hoor. “Oh? Nee, ik hoor niks”. Ik hou niet van liegen. Bijna had ik mijn moeder verteld, het lag op het puntje van mijn tong. Ik zal ze uiteindelijk vertellen wat het was. Ik lieg niet, hou ik mezelf voor, ik vertel de waarheid – met enige uitstel.   Ik lees in een tijdschrift een verhaal van een meisje dat iets jonger is dan ik, die ook een tikkend geluid uit haar buik hoorde komen. Op precies dezelfde plek, net onder haar navel. Ze dacht dat het geen kwaad kon: soms hoorde ze het elke maand en soms weken achter elkaar niet. Ze zocht er niet veel achter, want het stopte uiteindelijk altijd vanzelf. Totdat het dat niet deed, en toen was het al te laat. Nergens spijt van, maar als ze de keuze had gehad, was het anders gegaan. Het tikken houdt al een week aan en ik besluit toch een test te halen. Ik heb het hem nog niet verteld: er is nog geen reden voor paniek danwel nadenken over vervolgstappen. Ik ben wel vaker te laat. Bij het ontbijt drink ik extra veel sinaasappelsap en ga daarna niet meer naar de wc. Met een volle blaas loop ik naar de Kruidvat. Er zitten twee tests in één verpakking. Als ze allebei positief zijn krijg je een tweeling, vertelde een meisje uit mijn klas me vroeger. Het klonk heel geloofwaardig, want dat had haar moeder gehad en het meisje was de helft van een eeneiige tweeling. Nu, zittend op de wc, weet ik dat wat zij beweerde niet waar is. Soms wil ik dat ik alles zou blijven geloven wat ik als kind voor waar aannam. Het maakt de wereld kleurrijker en simpeler tegelijk. Alle verse jus plas ik er weer uit, recht op het staafje. Het lucht op. Het geklater overstemt heel even het getik. Daarna zet ik op mijn telefoon een timer aan. Het is verder stil in huis. Het badkamerraampje staat open. Vogels fluiten en een scooter tuft langs, remt even af voordat hij de bocht doorgaat. Ik zie het niet, maar hoor het wel. Het getik weerkaatst in de ruimte en zwelt aan, net als je hart in je keel bonst vlak voor je iets moet zeggen wat spannend is, zoals hardop je eigen naam in een voorstelronde, of een mening die niet aansluit bij de rest. Een paar tellen voor de timer afloopt zet ik hem uit, de laatste seconden tel ik in mijn hoofd af. Ik houd mijn adem in en kijk naar de test. Eén streepje. Zodra ik het zie, stopt het tikken. Ik leg mijn hand op mijn buik, maar voel de trilling niet meer. De blauwe badkamertegels omringen me, naast me en boven me, alsof ik onder water zwem. Het is stil. Het galmt in de ruimte, in mijn romp, nu het geluid weg is. Mijn hart klopt tussen mijn ribben, met een enorme echo. Ik houd mijn hand op mijn buik, steek mijn vingers onder de rand van mijn onderbroek, om beter te voelen - alsof dat uitmaakt. Ondanks dat het niet uit zou komen, ondanks dat ik te jong zou zijn, ondanks dat ik het niet nu wilde. Nu ik het zeker weet, ben ik niet opgelucht - zoals ik had verwacht - maar verdrietig. Het getik gaf me het gevoel dat ik niet alleen was, zelfs als ik in mijn eentje was. Ik had afgelopen dagen gedaan alsof, me voorgehouden dat ik met meer was dan mezelf. Maar nu kan ik er niet meer omheen. Op de kille tegelvloer moet ik denken aan een vraag die ik ooit las. “Wat is enger: het idee dat we alleen zijn in de het universum, of dat we dat juist niet zijn?” Er is een leegte die niet kan worden opgevuld. Nog niet.
0 notes
larszwaan · 3 years
Text
Zo-even nog hoorde ik je voetstappen over de gang. Het is laat, je had kunnen gaan slapen maar je deed het niet. Dromen vind je zonde van je fantasie. Niet dat je daar tekort aan hebt; ik weet niet waarom je dat vindt.
De manier waarop je je hoofd buigt als je naar me kijkt doet me denken aan een tekening die ik ooit zag. Het was zwart-wit, potlood, ik was jaloers op wie dat zo kon.
Ik weet dat je nu op de fiets zit, ik heb de deur horen dichtvallen, ik lig in bed maar ik weet precies hoe je nu kijkt. De wind deert je niet - ook daar ben ik jaloers op - en je hangt gebogen over je stuur. Als ik achter je zou fietsen zou ik naar het blote stukje rug onder je shirt kijken. Ik zou verlangen je aan te raken, je vast houden.
Zoals je me zo-even nog aankeek, hoofd schuin, mondhoeken gekruld, zo glijden de dagen voorbij. Gevuld met te lang gras onder mijn natte voeten na het zwemmen, verse peren van die boom naast je oma's huis, met uren in de schaduw met mijn hoofd op jouw buik en jouw vingers door mijn haren.
0 notes
Photo
Tumblr media Tumblr media
https://www.youtube.com/watch?v=XmgaKGSxQVw&ab_channel=danceonfilm
Martha Graham was geboren in Allegheny, Pennsylvania (VS). Graham wordt gezien als een legendarisch danseres en geniale choreograaf. Vanaf haar 16e  besloot ze om danseres te worden, na het zien van de voorstelling van Ruth Saint Denis. Voor een danseres is dit een late leeftijd om een besluit te nemen om professioneel danseres te worden. Hierdoor kreeg ze aan verschillende kanten kritiek op haar kunnen. Maar niks was minder waar. Op 22 jaar begon ze haar danscarrière en pas op haar 75e was ze klaar.
Martha Graham: “Age is the acceptance of a term of years. But maturity is the glory of years.”
In 1929 richtte Graham haar eigen dansgroep ‘Martha Graham Dance Company” op. Graham zorgde ervoor dat zij alle hoofdrollen kreeg in haar eigen dansstukken. Inhoudelijk is haar werk geïnspireerd door verschillende mythologieën, religieuze theorieën, Indiase dansen en psychologische theorieën van Freud en Jung.
Ook is Martha Graham de grondlegger van haar eigen techniek, de Grahamtechniek. Dit is een van de belangrijkste moderne danstechnieken. Naast hun gebruikelijke stijl passen veel dansers en choreografen deze technieken toe. Het meest kenmerkende aan deze techniek is de beweging diep onder in de buik, de zogeheten ‘contraction and release’ (samentrekken en loslaten). Tijdens het uitademen worden de spieren samengetrokken diep vanuit je bekken en verdergaand in de borst. Bij het inademen ontspannen alle spieren en worden ze recht gezet. Ook de grondoefeningen en het dansen op blote voeten zijn kenmerkend voor de Grahamtechniek. De Grahamtechniek staat in verband met de expressionistische doelstellingen van Martha. Graham was geïnspireerd door de Indiaanse dans, dit verwerkte ze in haar choreografieën. Vandaar ook het met blote voeten dansen, wat voort komt uit de  Indiase cultuur.
Graham was op zoek naar de betekenis van het leven die volgens haar gelegen was in de dans; in onze lichamelijkheid. Via ons lichaam leven wij ons leven. Buiten de dans draait, volgens Graham, het leven om ons lichamelijke bestaan. Ze schreef dat het belangrijk is dat ons lichaam een ‘zuivere taal’ van ons innerlijke bestaan is. Graham vond dat de ‘taal’ ons innerlijk kon vervagen in tegenstelling tot het lichaam dat ons innerlijke primair uitdrukt. Het gaat voor haar om de ‘puurheid’ dat het lichaam in zich heeft. Graham verwoordde het als de ‘natuur’ van ons lichaam. Dit zorgt voor de zuiverheid van de taal die het lichaam spreekt. Graham ging op zoek naar het ‘primitieve’. Het ‘primitieve’ zag Graham als iets waarvan wij niet zomaar bewust van zijn maar wel in ons natuur ligt.
0 notes
cheyennemijdam · 4 years
Text
Lijf van rubber
Mijn lijf voelde slap en moe aan het afgelopen weekend. De bank voelde als de beste plek op aarde. Een mama die alleen een beetje op de bank ligt is natuurlijk niets aan. Alle mogelijke streken werden er dan ook uitgehaald om ook maar een beetje aandacht van mama te kunnen krijgen. Het duurde dan ook niet lang of er kon geen boe, bah of een lach vanaf. Mijn snauwmodus stond op haarscherp. Het scheelt dat de kinderen dat altijd, zonder enige vorm van moeite, schaamte of berouw weten te negeren. Het is dan juist leuk om op die snauw knoppen van mama te drukken. Wil ze niet met ons spelen? Prima, dan laten we haar lekker uit haar plaat gaan. Dan is ze toch met ons bezig, zonder dat ze het door heeft. Geen idee of dat is wat ze echt denken, maar zo voelt het wel. Na een tijdje was de lol er merkbaar vanaf. Inmiddels was ik zo gesloopt dat het me allemaal niets meer uitmaakte. Ze gaan hun gang maar, dacht ik. Hun geschreeuw klonk ook steeds minder hard. Langzaam sluimerde ik in een soort van slaapstand waarbij je dan nog wel fysiek aanwezig oogt, maar je gedachtes op een andere planeet zijn beland. Het duurde vast niet heel lang voordat de oudste dat in ieder geval doorhad. Hij besloot het op een andere manier aan te pakken. Voor ik er echt erg in had was hij op me komen liggen. Voorzichtig had hij mijn trui een beetje omhoog getrokken en was hij zachtjes met zijn vinger in mijn buik en mijn bovenbenen aan het prikken. Mijn eerste gevoel was om daar enorm boos over te worden en hem zo snel mogelijk weer van mij af te duwen. Die kans kreeg ik niet, want toen ik eenmaal goed en wel weer op aarde beland was, kon ik die enorme schaterlach van dat kleine ventje onmogelijk negeren. Heel even had ik niet door wat er nu in vredesnaam zo ontzettend grappig zou kunnen zijn. Toen mijn zoontje eenmaal mijn verbaasde blik opmerkte prikte hij nog snel een paar keer stevig in mijn buik en benen. ‘Schat, waarom doe je dat?’ Het duurde even voordat ik antwoord kreeg. Hij stikte er zowat in. ‘Mama, het is toch geweldig dat jij gemaakt bent van rubber!’ gilde hij het smakelijk uit. ‘Huh? Ik? Gemaakt van rubber? Hoe bedoel je?’ ‘Ja kijk dan, wanneer ik in jou prik wiebelt het allemaal zo erg lekker,’ gierde hij het uit. Vanuit de keuken klonk er een daverende lach van vaders en mijn snauwmodus had per direct een ticket naar Mars gekregen.
Inmiddels mag het wel duidelijk zijn dat mijn zoontje van vijf altijd lekker eerlijk is en bovenal beschikt over een zeer uitgesproken mening. Vooral wanneer het mijn lichaam betreft. Hij vindt daar van alles van. Het scheelt een boel dat mijn vijfjarige al die uitspraken doet en niet mijn man bijvoorbeeld. Zo kreeg ik een tijdje terug ook weer iets moois te horen van mijn zoontje. Nu ik zijn uitspraken allemaal een beetje aan het verzamelen ben, mocht deze “vernedering” niet aan de collectie ontbreken. 
Grote blubber tieten
Normaal gesproken zorg ik er altijd voor dat ik mijn schone kleren op de badkamer heb liggen wanneer ik mij ga douchen. Op deze specifieke middag was dat niet helemaal het geval. Mijn kleren lagen immers wel netjes op de kruk, maar mijn BH lag nog beneden. Snot, dacht ik toen ik de douche uitkwam. Ik besloot mijn broek alvast aan te trekken en snel even naar beneden te rennen voor mijn BH. Met een handdoek om mij heengeslagen kwam ik de huiskamer binnen. ‘Mam, waarom ben jij met je spijkerbroek gaan douchen?’ vroeg mijn zoontje meteen. ‘Mijn spijkerbroek is toch droog schat,’ reageerde ik zo nonchalant mogelijk. Ondertussen stuurde ik mijn ogen op een speurtocht door het huis. Ik wist toch echt zeker dat ik mijn BH op de bank had laten liggen. Natuurlijk was dat ding in geen velden of wegen te bekennen. Misschien dat het tussen de kussens van de bank was gevallen, besloot ik. Zonder er al te veel over na te denken liet ik mijn handdoekje los en begon ik driftig alle kussens van de bank omhoog te tillen. Voordat mijn handdoekje de vloer bereikt had begon mijn zoontje al te grinniken. ‘Mam, wat zie je er eigenlijk toch lelijk uit zo in je blote tieten,’ zei hij. Ik viste mijn BH tussen de leuning van de bank uit en wist niet half hoe snel ik dat ding aan moest trekken. Tegelijkertijd vroeg ik me af wat ik hier nou weer op zou kunnen zeggen. Vermoeid plaatste ik mijn handen in mijn zij en blies, vanuit mijn rechtermondhoek, een verdwaalde pluk haar uit mijn gezicht. Dat het niet heel erg aardig was om te zeggen was iets wat ik graag had willen zeggen, maar in plaats daarvan zei ik even helemaal niets en keek hem alleen maar vragend aan. ‘Ja mam, je hebt echt veel te grote tieten,’ legde hij nog even uit. Alsof ik last had van een spontane breinversmelting stelde ik hem de volgende vraag: ‘Hoezo? Houd je niet van tieten dan?’ In minder dan 1 seconde had ik enorme spijt. ‘Uh, jawel,’ grinnikte mijn zoon. ‘Ik vind grote tieten best mooi, maar niet die van jou.’ Er kwam niets uit mijn mond. Ik stond nog steeds in dezelfde positie. ‘Die van jou zijn gewoon echt té groot en veel té wiebelig,’ ging hij onverstoorbaar verder. Nog steeds stond ik met mijn mond vol tanden. ‘Mam, waarom heb jij eigenlijk van die grote blubber tieten?’ vroeg hij ineens in alle ernst. Ik kon niet meer. Stiekem moest ik enorm hard lachen en tegelijkertijd had ik het gevoel dat ik hier toch echt iets anders van moest vinden. Dat mijn eigenwaardemeter meteen de stand van min twintig aangaf probeerde ik op dat moment maar even te negeren. Wat nu? Boos worden? Toch nog zeggen dat het niet erg aardig is om dat zo te zeggen? Nee joh, ben je gek. Op die momenten vliegt alles wat ik ooit geleerd heb over hoe je het beste kan communiceren met kinderen zo de deur uit. ‘Als je het echt wil weten lieve schat; dat komt lekker door jou en je zusje.’ Mocht je, je ooit afvragen wat de beste manier is om je kind een schuldgevoel of een ander soort complex aan te praten, dan is dit vast en zeker de manier. Ik kan je geruststellen. Aangezien dit kind, mijn kind is kan ik je verzekeren dat de schade zeer beperkt is gebleken, daar hij alleen maar gevouwen van het lachen over de grond rolde. Probeer het voor de zekerheid alleen niet bij een ander. 
Vanaf dat moment slaap ik met mijn voeten vastgebonden aan een houten balk boven mijn bed (de zogeheten vleermuismodus) in de hoop zwaartekracht voor de gek te kunnen houden.  
0 notes
dorpsgenoten · 4 years
Text
Zwembadbespiegelingen
Ik ben nog niet thuis hoor. Nog een paar dagen zon, niksen en lekker doen waar ik zin in heb voor de boeg. Maar ik wil graag van de gelegenheid gebruik maken alvast alle Kempingbewoners hier te bedanken. Jullie hebben me enorm vermaakt deze weken. Geweldig!
Want ik heb hier de aller-leukste realitysoap die er is: Roy Donders en Barbie op straat, op het terras aan de Anjou koppijnwijn,of, nog leuker: in het zwembad!!
Tumblr media
Waar de mensch zich in al zijn imperfecties ongegeneerd vertoont. Ik hou van mensen begluren, of laten we het observeren noemen, dat klinkt zowaar wetenschappelijk. Half Europa aan nationaliteiten vertoeft hier bij het zwembad, een leuker overzichtje kan ik dus zo gauw niet vinden. En wat een eyeopener weer.
Te oud te dik te mager te wit te bruin te rood te veel de verkeerde verfpot gebruikt en OMG wat dacht je in vredesnaam toen je die tatoos liet zetten en die bikini ik zou het niet doen maar joh blijft die broek nog hangen dan onder die BUIK als je zwemt of zit je dan straks in je blote piemol terwijl je zwemgedrocht de pomp van het zwembad verstopt?!! Kuch…
Jeetje! We zijn dus echt allemaal maar mensen! Zonder grondig fotoshopbeurtje blijft er helemaal niets bijzonders van ons over, keren wij weer terug tot onze dagelijkse selfie. En daar is altijd wel iets niet helemaal perfect aan. Wat een ontluistering is dat zeg. Of niet. Het is gewoon zo, fact of life. We zijn niet perfect. En iedereen weet dat, natuurlijk wel, we zijn niet dom, toch? Ik vraag me af hè, als we overduidelijk allemaal niet de gefotoshopte versie van onszelf zijn, waar komt dan al die kritiek op een ander vandaan? Is dat de illusie van superioriteit wekken om je eigen minpuntjes te overschreeuwen? Knap, ik ben daar vaak genoeg ingetrapt, in van die alles overschreeuwende intimiderende superioriteit. Ik ga met een goed voornemen naar huis straks: ik wil thuis ook superieuren in het zwembad smijten.
0 notes
stormvanwoorden · 7 years
Text
Hij loopt op wolkjes. Heel voorzichtig met zijn blote voeten. Vlinders dansen in zijn buik en hij danst behoedzaam mee. Bang om te vallen, want als dat gebeurt, is het voorbij. Zal het niet meer hetzelfde zijn. Het liefst van al wil hij hier nooit meer weg, maar mooie liedjes blijven niet duren. Verplichtingen schreeuwen zijn naam. Trekken aan zijn armen en benen, maken zijn hoofd gek. Gekker dan het al is. Een warmte verlaat zijn lippen, langzaam opent hij zijn ogen. Het zonlicht verjaagt de wolken. Wat was dat een geweldige zoen.
20 notes · View notes
miekehaargarderobe · 1 year
Text
Tumblr media
17 notes · View notes